Midden-Del verscbijnt zes maal per jaar
Rijksweg 19 (A 4) Wel of niet aanleggen? wat de Regering (zomer 1979) erVan vindt In juni 1979 is de "Regeringsbeslissing inzake bet Struktuurscbema Verkeer en Vervoer" verscbenen. In dit kader zou ook bet uiteindelijke regerings~ standpunt ten aanzien van rijksweg 19 worden weergegeven. Dit is dan ook bet geval,nl. in een bijlage (Overwegingen inzake de aanleg van de A 4 tusseri de Haagse en de Rotterdarnse agglomeratie, verder aan te duiden als OIA4). Gepoogd is deze OIA4 zo objektief mogelijk samen te vatten. Waar aanbal i ngstekens zijn gebruikt wordt geciteerd uit de OIA4. RUIDIGE SITUATIE Na een korte inleiding schetst de OIA4 de huidige situatie voor bet snelverkeer tussen de Raagse en Rotterdamse agglomeratie. De intensiteit van bet aantal motorvoertuigen per etmaal op de A 13 tussen Delft en Overscbie is gestegen van in 1975 72.100 tot in 1978 +90.000. Ret aan-
tal geregistreerde ongevallen is gegroeid van in 1975 96 (bet gebele jaar) . tot 110 in de eerste belft van 1978. Ret verkeer wikkelt zicb momenteel zo af dat men dat niet meer kan accepteren (denk aan de ongevallen). Niet alleen de A 13 (tussen Delft en Overscbie) maar ook bet wegennet bij Den Ra.a g en op de Ruit van Rotterdam is ."zeer zwaar belast". "Alleen in de Beneluxtunnel is nog reserve aanwezig en bij · de van Brienenoordbrug treedt daarentegen congestie (=opstoppingen) op." ve1'Volg op pagina 2
ant
3e jaargang no. 5, november 1979
REDACTIONEEL Iedereen is het er wel over eens dat de aanleg van Rijksweg 19 door Midden- Delfland gr ate sahade toebrengt aan het gebied. Toah is lang niet iedereen het eens over het antwoord op de vraag of deze weg nu al dan niet moet worden aangelegd. De r eden daa1'Van is dat er ook nog t al van belangen meespelen die buiten Midden- Delfland liggen . Wat weegt zwaarder, het regionaal of het nationaal belang? en, in hoeverre is regionaal belang niet 66k nationaal belang? De vragen stellen is gemakkelijker dan ze te beantwoorden. De Midden- Delfland Vereniging heeft ziah tot nu toe NI ET uitgesproken in de disaus sie rand Rijksweg 19. We willen dat wel gaan doen, en wel v66r deze Rijksweg in de Tweede Kamer zi.jn definitieve lot leert kennen . Daarom is deze Midden- Delfkrant gewijd aan Rijkweg 19. De gesahiedenis komt aan bod, het Regeringsstandpunt en veel meer standpunten, v66r en tegen. Uiteraard ontbreken daarbij groepen die ook een mening hebben over deze weg. Dat komt deels door plaatsgebrek, maar ook doordat wij ondanks een ver zoek onzerzijds geen standpunt op sahrift van ze kregen. Toah hopen we in deze krant een behoorlijk overziaht van de stand van zaken te hebben gegeven . We hopen dat dit een basis kan zijn om de leden te vragen ons te laten weten wat zij nu vinden van deze Rijksweg, aanleggen of niet? Het gaat ons zogezegd om een sahriftelijke opiniepeiling onder onze leden, op basis waQ1'Van het bestuur een standpunt t . a . v. Rijkweg 19 kan gaan innemen voor onze Vereniging . Daarom ook ons verzoek : Laat ons weten wat U vindt, liefst kart, en sahriftelijk aan het searetariaat van de Vereniging : Trekkade 20, 3137 KD VLAARDINGEN
Rijksweg 19 in de Midden-Delfkrant Rijksweg 19 heeft tot op heden niet ontbroken in de kolommen van de Midden-Delfkrant: 1977/2, blz 6, door de Samenwerkende Milieuwerkgroepen Midden-Delfland 1977/3, blz 2, door de redaktie 1977/4, blz 4, door de redaktie 1977/5, blz II, door de redaktie 1978/3, blz 3, door Milieudefensie Delft 1979/1, blz 14, door de SMMD en Milieudefensie Delft 1979/2-3, blz 10," door de SMMD, en blz 21 door de redaktie
2 3e jaargang no. 5, november 1979
WEL OF NIET AANLEGGEN?
vervotg van pagina 1 .PROGNOSES Vervolgens worden de meest recente studies naar de vraag hoeveel verkeer er zal gaan rijden tussen de Haagse en de Rotterdamse agglomeratie behandeld. Uit de eerste (rijks-)studie blijkt dat er tenminste een nieuwe hoofdverbinding moet worden aangelegd . Voor de "middellange termijn" is een weg van 2x3 rijkstroken erbij genoeg. De tweede studie (van de provincie) wijst ook uit dat er meer rijkswegcapaciteit moet komen. De OIA4 stelt vast dat het rijk, de provincie en ook het Openbaar Lichaam Rijnmond het op dit punt eens zijn. Alle drie de instanties willen congesties voorkomen ~ "Het verschil van inzicht spitst zich toe op de vraag op welke wijze deze capaciteitsvergroting gerealiseerd moet worden."
,
MAAR EEN NIEUWE VERBINDING Vervolgens merkt de nota op dat er tussen de Haagse en Rotterdamse agglomeratie voorlopig maar een nieuwe verbinding aangelegd hoeft te worden of dat alleen de A 13 verbreed moet worden. De noodzaak voor twee nieuwe rijkswegen vervalt aa.omdat de A 16 (ten oosten van de A IJ, tussen de A en de A 20) ls ontworpen in samenhang met de uitbouw van Zoetermeer, Nootdorp en Pijnacker. Na de behandeling van de Verstedelijkingsnota in de Tweede Kamer hoeft nl. "bij de bepaling van het hoofdwegennet tussen Den haag en Rotterdam niet meer rekening gehouden te worden met een sterke groei van Nootdorp/Pijnacker." DRIE VARIANTEN De OIA4 stelt dan dat er drie varianten zijn die een oplossing zouden kunnen bieden voor de verkeerspro.blemen tussen Den Haag en Rotterdam: voltooiing van de A 4, aanleg van de A 16 of verbreding van de A 13. Roever zijn de procedures, voor aanleg van deze varianten noodzakelijk, nu doorlopen,vraagt men zich vervolgens af. Met de A 4 is men duidelijk het verst. Voor de A 16 moeten o.a. nog een aantal n~ geldende bestemmingsplannen gewijzigd worden. Bij een eventuele verbreding van ·de A 13 moet eerst nog een . nota opgesteld worden waarover de Raad van de Waterstaat advies moet geven. Als dit trace dan is vastgesteld moet het in de bestemmingsplannen worden op.genomen.
De sahrijver van het artiket over de r egeringsbestissing inzake de A 4 (Henk Tetteroo) heeft in dat artiket geen kritiek geteverd op wat naar zijn mening onjuist i s in de r egeringsnota. Lezers dienen ziah wet goed te reatiseren,dat in deze OIA4 een standpunt wordt ingenomen, en wet het standpunt van de regering . Andere standpunten zijn heet goed denkbaar (in het partement b.v.)
VERBREDING A 13 Over de eventuele verbreding van de A 13 merkt de nota in een zijsprongetje dit op:"Bij een verbreding van de A 13 tot 2x5 (of 2x6) rijstroken kan het verkeer naa r verwach ting verwerkt worden." Dit gel dt voo r de "middellange en mogelijk ook lange termijn" Maar dan ontstaat een as falt.v lakte di e chauffeurs onzeke r maak t en dus de weg onveilig. Ook de waterafvoer van de we g wordt prob lematisch. Daarom zou verbreding van de we g zodanig moeten plaatsvinden dat e r per richting 2 rij banen van elk 2 a 3 rijstroken komen. De Al3 zou dan zo breed worden dat er grote problemen rijzen bij Overs chie. Daar moet dus een andere oplossing gevonden worden. De nota bespreekt hiervoor drie mogelijkheden en komt tot de konklusie dat alleen de mogelijkheid van een gedeeltelijke aanleg van de A 24 (tussen A 13 en A 4) samen met een gedeeltelijke bouw van de A 4 (tussen A 24 en A 20) reeel is. DRIE VARIANTEN Vervolgens worden de drie varianten besproken, waarbij een aantal aspekten wordt bekeken. De tabel waarin dit is weergegeven heeft enige toelichting nodig. Per aspekt is een rangorde weergegeven: I = het gunstigst, 2 = middenpositie, 3 = het ongunstigst. Dat wil dus bY. zeggen: uit verkeerskundig oogpunt is het het beste de A 4 aan te leggen. Of: als men de waarde van natuur en landschap laat wegen kan men het beste de A 13 verbreden, minder goed is het (of minder slecht) om de A 16 aan te leggen, en de bouw van de A 4 valt het minst aan te r aden. De tabel vermeldt niet hoeveel een bepaalde variant ongunstiger is ·· dan de andere. In de nota staat een uitgebreide motive van de gegeven waarderingen.
aspekt Verkeer Openbaar Vervoer Nat;uur en Landschap Rekreatie Agrarisch Geluidhinder Stand Voorbereiding Kosten
A4
A 16
A 13
I
3 3 2
2
I
2/3 2 3 3 2
2 3 2/ 3 I
I
3 2 2 3
I I
Daarop geeft de nota een overzicht van wat de verschillende instanties (provincie, intergeme·ente~ijke organen en gemeenten) over de aanleg denken. V66r aanleg A 4: het openbaar lichaam Rijnmond, het samenwerkingsorgaan Westland, de gemeenten Bergschenhoek en· vlateringen . Een tussenpositie: het gewest 's-Gravenhage en de gemeenten Schipluiden en Nootdorp. Tegen aanleg A 4: de provincie ZuidHolland en de gemeenten Schiedam, Delft, Rotterdam en Vlaardingen.
Midden-Delfkrant BALANS De balans opmakend stelt de OIA4: "De beantwoording van de vraag of de A 4 tussen de Haagse en Rotterdamse agg lomeratie voltooid dient te worden dan wel de voorkeur gegeven dient te worden aan een van de beide andere varianten, zal zich vooral dienen toe te spitsen op de vraag of de bezwaren van natuur en landschap (en in geringere mate openbaar vervoer en recreatie) bij de A4 variant zo zwaar dienen te wegen dat hierdoor afgezien meet worden van de keuze van de A4 variant. Hierbij dient bedacht te worden dat het grondlichaam van de A4 tussen Delft en Schiedam gereed is, zodat hier de geomorfologische aantas·ting (d.i. van de struktuur van to to
~ '1;:j
~ ~
~
grote geheel, namelijk Midden-Delfland. Of er een weg als Rijksweg 19 nodig is, moeten de verkeersdeskundigen maar uitmaken en ook welke alternatieve mogelijkheden er zijn, zoals verbredin en verbetering van reeds bestaande wegen. Een ding is echter zeker: een dergelijke weg hoort beslist niet thuis in Midden-Delfland, omdat hij volkomen in tegenspraak is met de bedoelingen waarop het plan MiddenDelfland is gebaseerd. De investeringen die reeds gedaan zijn? Wanneer we bedenken dat er nog een veelvoud van deze investeringen nodig zijn om Rijksweg 19 verder aan te leggen en voor gebruik gereed te maken, dan is dit argument niet belangrijk meer. Het zandlichaam dat voor een deel van de weg reeds aanwezig is? Dit zand zal in de .nabije omgeving gebruikt kunnen worden bij de aanleg van fiets- en wandelpaden. Daarna zal, met toepassing van een laag teelaarde, de oude toestand mogelijk gedeeltelijk hersteld kunnen worden. Dit kan niet moeilijk zijn wanneer we bedenken dat de Zuiderzee is herschapen in vruchtbare akkers. Het intomen van het sluipverkeer op de secundaire wegen ? Hiervoor zullen andere maatregelen meer geschikt zijn, bijvoorbeeld het vaststellen van een snelheidslimiet. De argumenten v66r de aanleg van Rijksweg 19 zijn, naar ik meen, te weerleggen. Daarom: Rijksweg 19? Neen. De argumenten tegen de aanleg van Rijksweg 19 zijn bijzonder groat in aantal. Geluidshinder, milieu-vervuiling, verstoring van het landschap, aantasting van flora en fauna, belemmeringen voor de agrarische bedrijfsvoering en nog vele anderen. Op al deze argumenten willen we echter niet nader ingaan, want ook 9it zijn detailpunten en door al die detailpunten zou het hoofdbezwaar misschien minder duidelijk gestalte krijgen. Dat hoofdbezwaar zal steeds blijven bestaan, namelijk: Het plan Midden-Delfland en Rijksweg19 is een zo onlogische combinatie, dat het eigenlijk ondenkbaar is dat er over gepraat wordt. Maar degenen die er over moeten beslissen zijn over het algemeen niet voldoende bekend laatste. Dit antwoord is zo logisch met de situatie ter plaatse. Dit is dat je je afvraagt: waar praten we levensgevaarlijk. Op deze wijze wordt het mogelijk dat er toch een besluit verder nog over? wordt genomen ten gunste van de Maar dan komen de punten die de verdere aanleg van deze Rijksweg. Dit moeilijkheden veroorzaken. Voor het steeds toenemende verkeer moeten zou een ramp betekenen voor het gebie~ voorzieningen getroffen worden en in voor de bewoners, voor de inwonenden van de omliggende steden en dorpen, dat verband zou Rijksweg 19 de meest voor de agrarische bedrijven, ·'voor geschikte oplossing betekenen, zegt men. Bovendien ligt er een zandlichaam flora en fauna en voor de landschapwaarvoor in het verleden landbouwgrond pelijke en historische waarden die hier nog aanwezig zijn. is onteigend en waarin een groot aantal arbeidsuren en verschillende Daarom, inwoners van Midden-Delfland miljoenen zijn geinvesteerd. Verder is en omliggende gemeenten, weest waakzaam en wendt al uw invloed aan om de er bij sommigen de verwachting dat Rijksweg 19 een belangrijke outlasverdere aanleg van deze Rijksweg 19 ting zou betekenen voor het te grote te voorkomen. Dit is uiterst belangverkeersaanbod op de secundaire wegen rijk. De leefbaarheid van uw woonin de omgeving. of recreatiegebied is ermee gemoeid. Al deze argumenten zijn, naar ik meen, detailpunten in vergelijking met het A.A. Olsthoorn
de grond) reeds heeft plaat sgevonden. Ter hoog te van Delft zijn nog geen we rken uitgevoerd , maar hier is de waarde van het gebied uit een oogpunt van natuur en landschap minder dan ten zuiden van Delft. Bovendien zal hier, los van de aanleg van de A 4, in ieder geval een provinciale verbinding aangelegd moeten worden tussen de weg De Lier-Delft en de Kruithuisweg." "Bij de afweging zullen ook de gevolgen voor de herinrichting van het gebied, zoals voorzien in de Reconstructiewet Midden-Delfland, in de beschouwing betrokken moeten worden. Daar de Reconstructiecommissie Midden Delfland nog geen inrichtingsplan heeft opgesteld is dit echter nog niet goed mogelijk. Anderzijds ontstaat er door deze Reconstructiewet bij een eventuele keuze van de A 4 de mogelijkheid deze weg optimaal in het gebied in te passen" zo besluit de OIA4.
• Rijksweg 19, Ja of nee
een mening uit het gebied
Het ziet er naar uit dat de definitieve beslissing over de aanleg van Rijksweg 19 in de nabije toekomst aan de volksvertegenwoordiging wordt voorgelegd. Dit zal een belangrijk moment betekenen voor de inwoners van Midden-Delfland en ook voor de ongeveer twee miljoen bewoners van de randstad, voor wie Midden-Delfland een bufferzone, recreatieterrein en ademruimte moet worden. Voor beide categorieen is de vraag aan de orde: willen we een Midden-Delfland met een acht-baansweg waarop dag en nacht het verkeer voorbijdendert met een overvloed · aan uitlaatgassen en geluidshinder of willen we een Midden-Delfland waar nog rust te vinden is en waar we frisse lucht kunnen inademen? Een antwoord hierop is niet moeilijk. Natuurlijk het
3
4 3e jaargang no. 5, november 1979
Keen en kooi geen toevallige combinatie De Kerkpolder en bet noorden van de Zouteveensepolder zijn pas laat in cultuur gebracht. De bodem bestaat bier voornamelijk uit veen en moet veel meer dan de kleigebieden erg drassig zijn geweest. De oorspronkelijke begroeiing bestond uit riet, elzen en ander licht hout. Deze~moerassige wildernis was vrijwel ontoegankelijk. De 'Loet', de 'Keen' en misschien ook wel de 'Slinksloot' waren laagtes waarin het water zich ophoopte. Vporal de Keen moet een belangrijke stroom geweest zijn. De heren van de Keenenburg vonden de naam van dit veenwater in de 15e eeuw nog voldoende spreken om er hun kasteel naar te vernoemen. pe Keen was toen nog beduidend meer dan het I a 2 meter brede slootje van nu. De oorspronkelijke stroom was hier en daar meer dan 50 meter breed; bovendien waren er vele vertakkingen, waarvan enkele nog in het landschap zichtbaar zijn. De Tanthofkade bes chermde in de I le en 12e eeuw de vro eg ont gonnen Papsousepolder tegen het waterrijke gebied van de latere Kerkpolder en Zouteveensepolder. Rond Schipluiden was i n die tijd slechts bewoning mogelijk op de hoge kleiruggen. Sporen hierv an zijn onder andere aangetroffen bij de jongste opgraving op het terrein van de Keenenburg en bij enige veldverkenningen in de omgeving. Zo kon enige maanden geleden worden vastgesteld dat op een klein terpje op enkele honderden meters van de eendenkooi een 12e eeuwse bewoning heeft gezeten. Een aantal zachte kogelpotscherven en wat Paffrathaardewerk konden hier worden geborgen. De bewoners leefden in dit natte gebied voornamelijk van de vis- en vogelvangst met wat veeteelt. Mogelijk heeft men eind 12e, begin 13e eeuw de Kerkpolder ontgonnen. De· Zuidka (zie Kruikius) moes"t deze
Dit artikeZ ver scheen eerder in Schip- Hoorn, het voorZichtingsbZad van de gemeente SchipZuiden . Naar aanleiding van dat artikel trachtten veel mensen een bezoek te brengen aan de eendenkooi . Dit i s echter niet toegestaan . Op verzoek van de beheerder vermelden wij dit hier nog eens extra. Wel zijn er plannen om in de ·maand mei, als het broedseizoen voorbij is, een excursie naar de kooi te or ganiser en . Bericht volgt . polder beschermen tegen de wildernis in het noorden van de Zouteveens.epolder, die pas in de loop -van de 12e eeuw werd opgeruimd en verkaveld. De brede Keen werd door deze ontginning afgesloten van het buitenwater. Ret overtollige water werd via sluisjes in de Vlaarding en Gaag geleid. De
Detail van de kaar t van Kruikius uit 171 2 met daarop de Keen .en twee eenden kooien. Van de zuidelijke res t nog s Zechts . een boom~
Midden-Delfkrant
5
Iuchtfoto van het stroomgebied van de Keen . Op de achtergrond het zandlichaam van rijksweg 19 . Met enige moeite is ook nog een gedeelte van de sloot rond de tweede (verdwenen) eendenkooi te zien, rechtsboven op de foto .
Keenenboezem ging hierdoor langzamerhand v erlanden. Dit proces heeft eeuwen geduurd. Door de natuurlijke laagte van het land bleef het water zich hier verzamelen. Net zoals de Vl ietlanden bij Maasland kon men de strook grand langs de Keen lange t i jd slechts gebruiken als hooiland. Uit een kaartje van J574 blijkt dat een deel van de 'laechte ghenaemt de Keen' nog moerasland was. In de Leenkamers van Wassenaar bevinden zich enige stukken die ons vertellen dat de Keen oorspronkelijk een leen was van de burggraaf van Leiden. In J502 werd dit leen door Adriaen v an Dorp overgedragen aan zijn broer Cornelis van Dorp. In de JOe penning van J56J van het ambacht Dorp, waartoe dit deel van de Zouteveensepolder behoorde, wordt Mr. Ruych van Eynden uit Delft als pachter van de Keen genoemd. Gebruikers zi j n dan Jan Claesz. en Lenaert Geritsz, twee boeren uit 'Scipluy'. Ook blijkt uit de JOe penning dat het al eerder genoemde terpje nog steeds werd bewoond. Op een kaart v an het Delf.tse Weeshuis is hier een boerderij getekend. Eigenaar was een zekere Claes Ariaensz met de bijnaam 'bruijnen baert'. Rij was een van de laatste bewoners van deze oude kleiophoging. Ver.ooedelijk is zijn waning 'Bijstervelt' tijdens de troebelen van de Spaanse tijd v erloren gegaan en nooit meer herbouwd, want op deze plaats zijn geen scherven uit de J7e eeuw of later aangetroffen. Dankzij Kruikius is de naam Bijstervelt, waarvan we nu de herkomst weten, in deze omgeving blijven voortleven. In de jaren '60 heeft men de oude naam Bijstervelt verbonden met een nieuwb ouwwijk van Schipluiden.
haar oorspronkelijke functie verloren. Er is geen kooiker meer die zijn broodwinning vindt in het v angen en verkopen van eenden . Sinds de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in het begin van de jaren '70 eigenaar is geworden van dit unieke stukje natuurgebied lijkt het voortbestaan van de kooi verzekerd. Naasteen grate verscheidenheid van planten vindt men er talloze vogels zoals de steenuil, ransuil, torenvalk en boomvalk.
Ret vrij lage land rond de Keen moet al vroeg een plaats geweest zijn waar het waterwild zich graag ophield. Ret is dus ook niet verwonderlijk dat men na J56J juist hier een tweetal eendenkooien heeft aangelegd. Ret landschap behoefde nauwelijk aangepast Het is te hopen dat het open polderte worden. Men verdiepte de natuurlandschap rond de kooi bewaard zal lijke laagte tot een permanentmeertje blijven. Een herverkaveling kan het en bracht wat meer beplanting aan. De patroon van de oude waterlopen ernstig eerste kooi vanaf de Zuidka is tot nu toe bewaard gebleven. De tweede raakte verstoren. We pleiten daarom voor beschermende maatregelen om het in de vorige eeuw in onbruik, maar gehele stroomgebied van_de Keen te luchtfoto's geven de ligging nog behouden. Keen en kooi vormen met duidelijk aan. De eerste kooi maakte elkaar een te bijzondere combinatie, in de J7e eeuw deel uit van het bezit van de heren van de Keenenburg. In. w-aarvan . we in de overvo lle Rands tad geen tweede voorbeeld vinden. een goederenlijst van J659 van Otto Frederick van Zevender, heer van Jacq\·es Moerman Keenenburg, Maasland, Schipluiden, Maassluis, Middelharnis ; J enz. vonden llist ..l -{. 3che Vereniging Oud-Schipluiden we de volgende aantekening:
'Item de vogelkoy gelegen in den ambachte van Dorp met derdhalven margen lants gelegen . Ende sulcx samen gr oat zeven margen, een hondert negentzeventich roeden. Verhuijr t aen Willem Pietersz . van der Houff, jaerlicx om 125 £. Alsoo binnen den jare 1659 merckelicken costen van verbeteringe aen de voors z . vogelkoij gedaen sijn, die bij den voorsz. pachter zijn uijtgeschoten '. De kooi werd in die tijd blijkbaar goed onderhouden. Tot voor enkele jaren werden er jaarlijks enige duizenden eenden gevangen. Mede door de oprukkende stadsbebouwing en de aanleg van Rijksweg J9 heeft de kooi
6 3e jaargang no. 5, november 1979
Hierbij de eerste afZevering van foto ' s die werden ingezonden voor onze fotowedstrijd 'Midden- DeZfZand in BeeZd' . De reproduatiekwaZiteit van onze Midden-DeZfkrant is ·heZaas niet zo optimaaZ dat de foto's voZZedig tot hun "r eaht komen . In het eaht zijn ze dus nog mooier. Vandaag de prijswinnaars in de kategorie zwart/wit .
hoven : eerste prijs Boerderij aan de Woudweg (Sahiedam) foto M. Kooij, Sahiedam hiernaast: tweede prijs Kassen foto L. HaveZaar, VZaardingen
Midden-Delfkrant
7
Fotowedstrijd Midden-Delfland in Beeld
hiernaast: derde prij s Gezicht op ' t Woudt foto M. J.C. Batist, NaaZdwijk oniier: eervoZZe vermeZding MaasZand foto G. Rutgers, Zoetermeer
8 3e jaargang no. 5, november 1979
Kamers van Koophandel v66r Rijksweg 19 De Delftse en Haagse Kamers van Koophandel en Fabrieken hebben zich kort geleden per brief tot de Tweede Kamercommissie voor Verkeer en Waterstaat gewend, waarin zij hun voldoening uitspreken over de regeringsbeslissing inzake Rijksweg 19. Zij spreken de hoop uit dat deze regeringsbeslissing door de commissie zal worden ~ ndersteund. De Kamers van Koophandel hebben met groeiende ongerustheid de. voor hen teleurstellende ontwikkelingen gevolgd met betrekking tot de verdere integrale voltooiing van Rijksweg 19, daar telkenjare in de begrotingen van Verkeer en Waterstaat deze verdere voltooiing met een jaar· wordt uitg~ steld. De Kamers achten een spoedige beslissing over de aanleg van deze weg om diverse redenen dringend nodig. Hieronder wordt deze -zienswijze ten aanzien van de noodzakelijkheid van de integrale voltooiing kort weergegeven . 'De noodzaak van een tweede rechtstreekse verbinding tussen de agglomeraties Den Haag en Rotterdam is evident. De bestaande verbinding Rijksweg 13 word.t reeds nu zodanig belast, dat een acceptabel afwikkelingsniveau in gevaar is gekomen, terwijl de studies uitwijzen, dat in de komende jaren: de intensiteit nog aanzienlijk zal toenemen. Een deel van het verkeer tussen beide agglomeraties wordt momenteel afgewikkeld via sluiproutes door het Westland. Zo kan de integrale aanleg van Rijksweg 19 de zwaar belaste . verbinding Rijswijk-WateringenNaaldwijk en het traject DelftSchipluiden-Maasland ontlas't en. Een verbreding van Rijksweg 13 behoort niet tot de mogelijkheden, nog afgezien van de hoge kosten daaraan verbonden in vergelijking met de kosten van realisering van Rijksweg 19. Aan de beide uiteinden van deze weg zullen belangrijke knelpunten optreden, wanneer· het toegenomen · verkeer hierlangs zal moeten worden afgewikkeld: Kleinpolderplein ten zuiden en Hoornbrug en omgeving· ten noorden. Bovendien worden door de verbreding van Rijksweg 13 de problemen op de noordelijke tangent van de Ruit om Rotterdam niet opgelost . Door de aansluiting van Rijkswe g 19 op de westelijke tangent van de Ruit om Rotterdam kan Rijksweg 19 het verkeer op de ze Ruit evenwichtige r ve rdelen.
Terwijl de oostelijke tangent (Brienenoordbrug en het weggedeelte Kleinpolderplein-Terbregseplein) reeds overbelast is, wordt de - westelijke tangent (Beneluxtunnel) minder intensief gebruikt. De Rijksweg 19 is een belangrijk onderdeel van het zogeheten "hoefijzer om Den Haag". Het verkeer van en naar de Haagse agglomeratie kan beter worden verdeeld, terwijl bestaande knelpunten worden ontlast. De Rijswijkse woonbebouwing wordt aanzienlijk minder belast, hetgeen het woon- en leefklimaat ten goede zal komen.
Rijksweg 19 voltooit een randwegenstelsel om Delft. De meerdere ontsluitingsmogelijkheden betekenen een verminderde druk op het belaste uiteinde van Rijksweg 13 en de secundaire weg IS (Prinses Beatrixlaan). welke laatste veelvuldig wordt gebruikt en door de Delftse woonbebouwing loopt. De verkeersrelaties tussen Delft enerzijds en de agglomeraties Den Haag en Rotterdam anderzijds worden vergroot wanneer de woningbouwlocaties Tanthof en eventueel Delft noordwest of DelftDelfgauw zullen zijn gerealiseerd. Rijksweg 19 zal een belangrijke functie vervullen voor de afwikkeling van het verkeer van en naar deze woningbouwuitbreidingen. Rijksweg 19 vervult in ruimer verband een belangrijke rol voor de relaties van dit deel van Nederland met ZuidWest-Nederland en Belgie. De eventuele aanleg van Rijksweg 14/16 als alternatief voor Rijksweg 19 bezit niet de voordelen die in het voorgaande zijn genoemd'. De Kamers van Koophandel van Delf t en Den Haag drin'g en er tot slot op aan dat de Tweede Kamercommissie voor Verkeer en Waterst.a at haar medewerking verleent aan een snelle aanleg van Rijksweg 19.
Midden-Delfkrant
9
Historisch overzicht Rijksweg 19 Vanaf het verkeersplein Ypenburg zal westelijk van Delft naar de Beneluxtunnel Rijksweg 19 (A 4) moeten gaan !open volgens de Rijksoverheid, daarmee een tweede grote verbinding kreerend tussen Rijnmond en de Haagse agglomeratie. De A 13 (rijksweg 13 van het rijkswegenplan 1968) is tot dusver de enige hoofdverbinding tussen Rijnmond en de Haagse agglomeratie. In het begin van de jaren 30 in eenvoudige vorm aangelegd en sinds 1968 uitgevoerd als 2x3 strooks autosnelweg, vormt A 13 een hart-op-hart verbinding tussen Rotterdam en Den Haag. Daarnaast maakt de A 13 deel uit van de nationale en internationale route Amsterdam-Rotterdam-Dordrecht-Breda-Antwerpen. Door het ontbreken van alternatieve verbindingen tussen Rijnmond en de Haagse agglomeratie wordt door het verkeer veel gebruik gemaakt van wegen die, door de aanliggende bebouwing, ongeschikt zijn als verkeersweg. Als zodanig kunnen onder meer worden genoemd de wegen in het gebied van Midden-Delfland, de route Maassluis-Maasland-Schipluiden-(incl Den Hoorn)-Delft-Rijswijk, de sekundaire weg 15 (Prinses Beatrixlaan) door Delft, en de wegen in de zogenaamde B-driehoek (Berkel-Bergschenhoek-Bleiswijk). De bedoelde wegen krijgen te veel verkeer te verwerken waarvoor zij niet bestemd en veelal ongeschikt zijn, hetgeen problemen schept van overlast en grotere onveiligheid. Ook de situatie op de A 13 zelf geeft uit milieuhygienisch oogpunt bezien problemen, in het bijzonder bij Overschie en ter hoogte van Delft. De weg heeft thans een verkeersintensiteit van ca. 90.000 motorvoertuigen per werkdag/etmaal. Binnen enkel e j aren zal de verkeersbelasting de max imum capaciteit van de we g (105.000 per etmaal) bereiken. Wat de verkeersveiligheid betreft is de grens van het toelaatbare in feite reeds bereikt . Me t de invoering v an een verkeerssignaleringssysteem zal hierin verbetering kunnen word en gebracht, doch de capaciteit van de A 13 zal er niet door worden vergroot . Het is te v erwachten dat op korte termi jn op de A 13 files zullen gaan optreden en dat als gevol g daarvan de druk op de alternatieve routes zal toenemen.
in de laatste 20 jaar, afgezien van een gedeelte Utrechtse Baan (4 km), geen nieuwe rijkswegen aangelegd. Als laatste belangrijk nieuw weggedeelte is aan het einde van de jaren 50 de A 4 (rijksweg 4) van het verkeersplein Leidschendam in noordelijke richting in gebruik genomen. Ook de provincie heeft, afgezien van de S 53 (Kruithuisweg) tussen de A 13 en de S 15 (verlengde van de Beatrixlaan in zuidelijke richting), in dit gebied geen werken van betekenis uitgevoerd. In dezelfde periode heeft het verkeer een explosieve uitbreiding ondergaan. Zo namen in een cordon rond 's-Gravenhage de intensiteiten in de periode 1960-1974 met ca. 280% toe, en in een cordon rond Rotterdam met ca. 320%. Deze explosieve groei van het aantal ritten moest in Zuid-Holland West niet alleen door de bestaande rijksen provinciale wegen, maar ook door woonstraten worden verwerkt. Reeds enige tientallen jaren eerder was men zich de bezwaren gaan realiseren die aan hart-op-hart verbindingen zijn verbonden vanwege de hinder die het doorgaande verkeer in de centra van de grote steden van verkeerslichten e.d. ondervond. Het zijn dan ook de belangen van het lange-afstandsverkeer geweest die in eerste
instantie tot de ontwikkeling van de idee van het stelsel van randwegen aanleiding hebben gegeven. In de loop van de jaren 60 begon men zich steeds meer bewust te worden van de hinder die het verkeer in de steden veroorzaakt en van het nadelig effekt daarvan voor het woon- en leefmilieu, maar ook van de voordelen van de aanleg van randwegen die zoveel mogelijk verkeer uit de binnenstad halen. Hieruit is in de laatste jaren de gedachte van een scheiding van verkeersruimten en verblijfsgebieden ontstaan. Hierbij zijn in de verblijfsgebieden de funkties van wonen, !even en werken primair, en is in de verkeersruimten juist de afwikkeling van het verkeer primair.
1953 Wat betreft de aanleg van randwegen resulteerde deze gedachte in de Haagse regio in de ontwikkeling van een plan voor de aanleg van de A 4, waarbij het verkeer in de relatie Rotterdam-Amsterdam buiten de Haagse agglomeratie zou worden geleid. Voor de regio Rotterdam vond de uitwerking van de randwegenidee haar neerslag in de "Nota ten behoeve van de Commissie van Overleg voor de Wegen betreffende plannen voor rijkswegen nabij Rotterdam op de rechter Maasoever".
"'"'
~
'\::1
In het streekplangebied Zuid-Holland West, waarin naas t de Haagse agglomeratie grot e s teden als Delft, Zoetermeer en Leiden zijn gelegen, zijn
~
~ C>
-+.>
~
10 3e jaargang no. 5, november 1979
In deze nota, in juni 1953 uitgebracht door een commissie die was ingesteld op initiatief van de provincie Zuid-Holland, wordt voor het eerst gesproken over een "mogelijke rijksweg ten westen van Delft". Ret rijkswegenplan voorzag in die periode alleen in een lokale doortrekking van de A 4 van het verkeersplein Ypenburg over de Vliet naar de Plaspoelpolder (ten zuiden van Rijswij k) . Tijdens de voorbereiding van het Rijkswegenplan 1958 heeft onder andere het provinciaal bestuur van ZuidHolland erop aangedrongen de Beneluxweg (zoals rijksweg 19 ook wel genoemd wordt) in dit plan op te nemen. Als argumenten daarvoor werden aangevoerd: -de behoefte aan een alternatieve route voor de A 13, die in de toekomst het verkeer niet meer zou kunnen verwerken, -de behoefte aan een tweede verbinding van de Haagse agglomeratie met Rotterdam, Zuid-Nederland en Belgie. -de stadsuitbreidingen van Delft, Schiedam, Vlaardingen, Rijswijk en Den Haag en de realisering van een stelsel van randwegen om de Haagse agglomeratie. De minister van Verkeer en \~aterstaat besloot echter de Beneluxweg niet in het Rijkswegenplan 1958 op te nemen, enerzijds omdat zulks grote financiele implicaties zou hebben voor het Rijk terwijl de provincie over voldoende mogelijkheden voor subsidiering van wegenaanleg beschikte, anderzijds omdat de weg hoofdzakelijk het lokale haven- en industrieverkeer ten goedezou komen en dus niet van landelijk belang kon worden geacht.
1958 · Na de vaststeiling van het Rijkswegenplan 1958 werden de discussies voortgezet en het resultaat was dat in 1962/1964 een trace-nota voor de "Zoomweg" (Rijksweg 19 tot Bergen op Zoom-Antwerpen) werd voorbereid. De minister stelde op 25 november 1965 het trace vast, grotendeels valgens het voorgestelde trace. De Beneluxweg werd in het Rijkswegenplan 1968 opgenomen als rijksweg 19.
1968 Inmiddels was een aanvang gemaakt me t de voorbereid ing van een plan voor de rekreatieve inrichting van Midden-Delfland. Op 17 juli 1968 verscheen het rapport in hoofdlijnen "Ontwikkelingsplan voor de open ruimte". Dit plan voorzag in grootschal ige boselementen en geb ieden voor intensieve rekreatie langs de noord-, oost-, en zuidzijde van Midden-Delfland, met handhaving van de agrarische funktie van het centrale gedeelte (het SOMD-plan). In het ontwikkelingsplan werd er van uitgegaan dat de A 4 (rijksweg 19 door t1idden-Delfland) zou wo rden aangelegd. ~~ weg had zelfs indirekt een duidelijke funktie voor de ontsluiting van rekreatieve concentratiepunten, enerzijds via de S 53 (Kruithuisweg), anderzijds via de S 22 (verlengde Doenkade, de weg noordelijk van vliegveld Zestienhoven). De ontwerpers van dit plan bepleitten tevens een aparte aansluiting van Hidden-Delfland op de A 4. Bij de voorbereiding van het Struktuurschema Hoofdwegennet 1966 en het Rijkswegenplan 1968 werd, gezien de explosieve ontwikkeling van het autoverkeer in de na-oorlogse jaren, de opneming van de A-16 (rijksweg 14) als derde verbinding tussen de Haagse agglomeratie en Rijnmond noodzakelijk geacht om het verwachte verkeersaanbod verantwoord te kunnen verwerken. Op realisering van deze verbinding werd mede door de provincie ZuidHolland aangedrongen. Enige tijd na de vaststelling van het Rijkswegenplan 1968 is in verband me·t de opstelling van de begroting voor 1971 nagegaan welke fasering voor de wegenaanleg tussen Rotterdam en Den Haag moest worden aangehouden. Hieruit resulteerde een voorkeur -voor aanleg in eerste instantie van de A 4 daar deze weg procedureel en technisch verder ontwikkeld was dan de A 16 en dus enige jaren eerder gereed zou kunnen zijn.
Dit leidde tot opneming van het zuidelijk gedeelte van de A 4 (DelftSchiedam, door Hidden-Delfland) in het uitvoeringsprogramma rijkswegen 1971-1975 behorende bij de begroting van het Rijkswegenfond s voor 1971. Op 17 augustus 1970 vond i n ve rband met de gr ondverwerving ten behoeve van de aanleg van de A-4 in MiddenDelfland een openbare voorlichtings bijeenkomst plaats. De gronden konden nagenoeg geheel in der minne worden aangekocht. Voorts kreeg in deze periode de planologische inpassing van de weg (opneming in bestemmingsplannen) haar beslag. Aansluitend aan de grondverwerving werd in 1972 in Midden-Delfland vanuit het zuiden begonnen met het opspuiten van het zandlichaam.
1972 In 1972 heeft nogmaals beraad over de prioriteit in de aanleg van de A 16 en A 4 plaatsgevonden. Aanleiding was de ontwikkeling met betrekking tot de A 3 (rijksweg 3 van Amsterdam naar Rotterdam, door het groene hart van Holland), waarvan de aanleg, gelet op de beslissing het trace niet vast te stellen, niet meer op korte termijn te verwachten was. Dit nader beraad leidde, op grond van de volgende overwegingen, tot de conclusie, dat het noodzakelijk was de aanleg van de A 4 met spoed voort te zetten: -Een spoedige ontlasting van de A 13 is nodig. De A 4 is qua voorbereiding en uitvoering voldoende ver gevorderd om daartoe tijdig (1978-1979) gereed te zijn. Bij de A 16 is dit niet het geval; deze weg kan op zijn vroegst in 1982-1983 gereed zijn. -De A 4 kan in eerste instantie de A 13 ook voldoende ontlasten van het verkeer waarvoor eigenlijk de A 3 zou moeten worden aangelegd. -Door eerdere aanleg van de A 4 in plaats van een spoedige aanleg van de A 16 wordt voorkomen dat de van Brienenoordbrug nog zwaarder wordt belast. Ret tolvrij maken van de Beneluxtunnel wordt in dit verband nodig geoordeeld. -Qua ontsluiting heeft de A 16 een ·"
11
Midden-Delfkrant negatieve invloed op het openbaar vervoer (Zoetermeer- en Hofpleinspoorlijn) en de suburbanisatie (Pijnacker, Berkel en Rodenrijs, Bergschenhoek), terwijl de A 4 juist positief werkt voor de ontsluiting van Maassluis, Vlaardingen, Schiedam, Rijswijk en Den Haag l~est en tevens het rekreatiegebied Midden-Delfland goed bereikbaar · maakt. -Indi en wo rdt voorzien dat omstr eeks 198S de A 3 nog niet gerealiseerd is zal zo spoedig mogelijk na he t gereed komen van de A 4 ook de A 16 in aanleg moeten worden genomen. Omstreeks dezelfde tijd uitten aktiegroepen uit de streek bezwaren tegen de aanleg van de A 4 door MiddenDelfland in verband met de aantasting van natuurlijke waarden en de te verwachten geluidshinder.
:i'
1973 In de Tweede Kamer werden in 1973 bij de eerste behandeling van het wetsantwerp Reconstructie Midden-Delfland enige vragen gesteld over de noodzaak van aanleg en de inpassing van een laag gelegen weg. In de jaren 1974-197S stelden verschill ende groepen door midde.l van brochures, rapporten en brieven de nood zaak van de aanleg van de A 4 door Midden-Delfland ter discussie. Belangrijke argumenten daarbij waren: -De A 4 zal de vervoersrelatie tussen Den Haag en Rotterdam versterken, en in sterke mate zijn eigen verkeer kreeren. -De A4 berust op twaalf jaar oude en achterhaalde gegevens en uitgangspunten en is op vele punten in strijd met de hoofdpunten van het huidige (verkeers-)beleid: .tegenstrijdig met streven naar terugdringen van het autogebruik .in strijd met streven naar grofmazig wegennet (afstand tot A 13 + 4 km) .in strijd met bevorderen openbaar vervoer -De A 13 is momenteel nergens overbelast en er treden vrijwel nooit files op. ~wanneer de A 13 in de toekomst voor het verkeer van Rotterdam naar Den Haag onvoldoende mocht blijken dan verdient verbreding van de A 13 tot 2 x 4 rij stroken de ·v oorkeur. - De Brienenoordbrug zal nauwelijks ontlast worden door de aanleg van de A 4. Slechts 10-15% van het verkeer in zuidelijke richting over de A 4 heeft een bestemming ten zuiden van de Nieuwe Waterweg -Als schakel in een internationale route zal de A 4 slechts 3% internationaal verkeer te verwerken krijgen. Prognoses werden aldus in twijfel getrokken, maar ook werd betwijfeld of het nut van de weg zou opwegen tegen de schade die aan Midden-Delfland zou worden toegebracht: -De A 4 zal het effekt van de bufferzone teniet doen. -De A 4 zal de stilte in Midden-Delfland voorgoed verstoren en daarmee
het streven naar rustige en extensieve rekreatie tenietdoen in dit gebied. -De A 4 zal het natuurlijk milieu in Midden-Delfland sterk aantasten (ook voor de rekreatie van waarde) -De A 4 zal in de open ruimte van Midden-Delfland een visuele verstoring geven. -Een rekreatiegebied ontsluiten onder de gelijktijdige vernietiging varr de· rekreatieve waarden is onzinnig. -Ret is te gek het (sluip-)verkeer een gebied te willen beperken er een rijksweg doorheen te leg-
aanleg Rijksweg 19
I [___ meer
dan 40 dB(A)
L____ meer
dan SO dB(A)
werd op stopzetting van heroverweging van de plannen. Alternatieven werden naar voren gebracht inhoudende verbreding van de A 13 tot 2 x 4 rijstroken tussen Ypenburg en Overschie, aanleg van een weg door de Abtspolder tussen de A 13 en de A 20, ter outlasting van Overschie en van het Kleinpolderplein, en een rechtstreekse aansluiting van de Plaspoelpolder (industriegebied zuidelijk van · Rijswijk) over de Vliet op het verkeersplein Ypenburg (zoals was voorzien in het rijkswegenplan uit de jaren SO). De akties hadden tot gevolg dat bij ·een aantal gemeenten twij fel begon te rijzen over de noodzaak van realisering van de A 4. Van die zijde werd gevraagd de noodzaak van de aanleg nogmaals te overwegen. Voorts werd verzocht grote omzichtigheid te betrachten bij de eventuele inpassing van de weg in HiddenDelfland. Soortgelijke twijfels ontstonden bij de provincie en het Openbaar Lichaam Rijnmond.
12 3e jaargang no. 5, november 1979
alternatieve verbinding tussen Rijksweg 13 en Rijksweg 20
1975 In de Tweede Kamer rees verzet en dit resulteerde in de motie-Jansen (PPR) bij de begrotingsbehandeling in maart 1975, waarbij om stopzetting van werken aan de A 4 werd gevraagd. De rootie .w erd verworpen. De planvorming van de Stichting Onderzoek Hidden-Delfland maakte in deze periode een belangrijke ontwikkeling door. Het oorspronkelijke plan voor een agrarische kern met aan de noord-, zuid-, en oostzijde grote boselementen en waterpartijen werd volledig losgelaten. De gedachten gingen nu veeleer uit naar een aantal concentratiepunten bij de steden, terwijl de rest van het gebied agrarisch zou moeten blijven, een stiltegebied, geschikt voor extensieve rekreatie. Ook begon de SOMD zich nu gereserveerder op te stellen tegenover ~e aanleg van de A 4.
1976 Bij de behandeling van het wetsontwerp reconstructie Midden-Delfland in het najaar van 197 6 werd door de Tweede Kamer de motie-Voortman (PvdA) aangenomen, waarbij werd gevraagd de werken aan de A 4 stop te zetten tot een heroverweging van de noodzaak van realisering had plaatsgevonden en eventueel was komen vast te staan dat aanleg onvermijdelijk is. Gevraagd werd om een onderzoek ten aanzien van een groot aan tal punten, waaronder mogelijke alterna ti even . De regering zegde toe dit in het kader van het Struktuurschema Verkee r en Vervoer te zullen doen. In de begrotingen voor 1977/1978 en 1979 werden geen gelden voor de A 4 in Midden-Del fland opgenomen . Buiten onderhoudswerkzaamheden werd ook geen werk meer uit gevoerd aan de A 4. In het Struktuurschema Verkeer en Vervoer werd op grond van de oude argumenten gesteld dat de A 4 diende te worden aangelegd. Daaraan werd nog toegevoegd dat, als gevolg van de da ardoo r optredende intensivering v an het verkeer door de Beneluxtunnel, de noodzaak om rijksweg 24 en een
extra tunnel onder de Nieuwe Waterweg aan te leggen zou ontstaan. De nadere bezinning had de noodzaak tot aanleg bevestigd, zo schreef het ministerie. Milieugroepen en ook kamerleden vonden van niet. Vragen werden gesteld waarom de motie Voortman nog niet was uitgevoerd, en een notitie werd beloofd. Deze notitie echter bleek niet meer dan een historisch overzicht (waaruit in het voorgaande uitvoerig is geciteerd). In deze periode werd door de provincie Zuid-Holland gewerkt aan het streekplan Zuid-Holland West. In het voorontwerp uit maart 1977 wordt een k ~ze aangekondigd tussen de A 4 en de A 16, waarna tussen 1980 en 1985 een van deze twee moet worden aangelegd. In het ontwerp-streekplan uit oktober 1977 is deze keuze reeds gemaakt: geen aanleg van de A 4 maar van de A 16. Berekeningen hebben de noodzaak van de A 16 aangetoond. De aantasting van natuur en landschap werd onderkend hetgeen mede een rol heeft gespeeld bij de uiteindelijke keuze. Bij de vaststelling van het streekplan door Provinciale Staten wordt aan de keuze niet meer getornd.
Ook in deze periode werkt een commi ssie uit de SOMD, samen met ambtenaren van Ri jkswaterstaat aa·n de problemen rond de inpassing van de A 4 in het landschap van Midden-Delfland. Deze commissie moet haar werkzaamheden staken omdat Rijkswaterstaat het niet zinvol acht na te denken over problemen rond de inpassing van een weg waarvan de voorbereidingen zijn stopgezet. Ook dit leidt tot kamervragen. Het wordt betreurd dat er geen onderzoek plaatsvindt naar de mogelijkheden van inpasbaarheid, mede omdat het al dan niet inpasbaar zijn een argument in de afweging rond het al dan niet aanleggen van de A 4 zou dienen te zijn. In 1978 kondigde het m~n~sterie nog aan dat, ter vermindering van de verkeersproblemen rond de Brienenoordbrug,deze verbreed zou worden
1979 De regeringsbeslissing in het kader van het struktuurplan Verkeer en Vervoer viel in de zomer van 1979: De A 4 diende alsnog aangelegd · te worden. De Tweede Kamer heeft nu het laatste woord. foto Fred Hess
13
c/WiddenEDelflafld 9/ereniging Secretariaat
Bestuur
Midden-Delfland Vereniging Trekkade 20, 3137 KD Vlaardingen T~lefoon (010) 74 25 98 Postrekening 3928463 Verenigingenregister Delft V 397143
J.H. Schutjes, voorzitter Holierhoek 10, 2636 EJ Schipluiden .Telefoon (01738) 89 27
Doel
F.W. van Ooststroom, secretarispenningmeester/natuur en landschap Trekkade 20, 3137 KD Vl aardingen Telefoon (010) 74 25 98
de bevolking van Midden-Delfland en omliggende steden te informeren over, en nauw te betrekken bij het beheer van het gebied en bij de voorbereiding en uitvoering van veranderingen in dit gebied;
J.G.M. Peet, inspraak en voorlichting Oosteinde 167, 2611 VD Delft Telefoon (015) 12 45 52
het kritisch volgen van dit beheer en van de voorbereiding en uitvoering van die veranderingen alsmede het s t imuleren van een actieve inbreng van de bevolking daarin; het bevorderen van het onderlinge begrip tussen de verschillende belanghebbenden in dit gebied, mede door het stimuleren van onderlinge kontakten. (artikel 2 van de statuten)
S. van der Kooij, landbouw Zuidbuurt 29 , 3141 EN Maassluis ~el efoon (0 1899) 143 96 P.W. van Winden, landbouw Schieweg 166, 2627 AS Delft Telefoon (0 15 ) 56 31 17 l-1. Nell, landbouw
Parallelweg 3, 3i55 RM Maasland Telefoon (0 1899) 145 73 J.A.A. Delsman, recreatie Krekelpad 6, 2623 EV Delft Telefoon (015) 61 47 OS
Uit onze winkeZ Alle in deze rubriek genoemde uitgaven worden u toegezonden na overmaking van de genoemde bedragen op postrekening 3928463 van de Midden-Delfland Vereniging te Vlaardingen, onder vermelding van het gewenste. De genoemde bedragen zijn inclusief verzendkosten. Bovendien kunnen deze uitgaven worden ingezien en worden gekocht in onze winkel, Oosteinde 167 te Delft, telefoon (015) 12 45 52.
Verenigings-affiahe I Midden-Delfkrant, jaargang 19??, nrs. 1 t/m 5, Zosse nummers I 5 kranten + a[[iahe tezamen I Midden-Delfkrant, jaargang 19?8, nrs. 1 t/m 6, Zosse nummers f 6 kranten + a[[iahe tezamen I Midden- Delfkrant, jaargang 1979, Zosse nummers f Brochure Midden-Delfl~ I Verenigings-statuten I Midden-Delfland, door G. Peet, Katernen 2000, 19?? f
1,30 1,30 4, ?0 2,9,- . 3,50 1,50 1,30 4,?0
De hieronder vermelde uitgaven kunnen eveneens op de hoven omschreven wijze verkregen worden.
Fietswegenplan voor MiddenDelfland, Samenwerkende Milieuwerkgroepen Midden-Delfland,
CJ) CJ)
~
19?5
'1j
~
Nota Vaart & Vlieten in · Midden-Delfland, Werkgroep Delfland, 19?6
C>
-!>
~
f
3, ?0
f
4, ?0
Reaatie uit Midden-Delfland op de Memorie van Antwoord en de ontwerp-reaonstruatiewet Midden-Delfland, · S.M.M.D., 19 ?6
1 5,?0
Deze 3 uitgaven tezamen
1 11, ?5
Midden-Delfland, een overziaht ·van plannen en ideeen, Teahnisahe Hogesahool Delft, 19?6 (tweede druk) I idem, aanvulling eerste druk
4, ?5
f
1, 80
I
3, ?0
·.·~
..• 0'\}J
fv"' -~/ . t;i~~:... 4~~~~~;:,:,~;. ~ ""'-
•1 '-
·'
-- - -· ·
Midden- Del.fland, proeve van Zandinriahting, Gerard Peet, Teahnische Hogeschool Delft, 19?9
14 3e jaargang no. 5, november 1979
De noodzaak · van archeologisch onderzoek in Midden-Delfland In Midden-Delfland vinden we de oudste boerderijen op verlande kreekruggen en terpjes. Naar de ouderdom van met name de kunstmatige woonheuveltjes is tot nu toe nauwelijks onderzoek verricht. Gedeeltelijk komt dat doordat de meeste terpjes nog steeds bezet zijn door boerderijen, terwijl verlaten woonheuveltjes die niet bedreigd ~~orden over het algemeen niet in aanmerking komen voor een uitgebreid archeologisch onderzoek. Ret is te betreuren dat men bi j de stadsuitbreidingen van Vlaardingen, Schiedam en vooral Delft nogal wat kansen heeft laten liggen. Verschil lende oude woonplaats en zijn slechts zeer oppervlakkig of helemaal niet onderzocht. Slech ts de stadsarcheoloog van Rotterdam, de heer C. Hoek, en wat amateurs hebben incidenteel in Midden- Delfland wat verkenningen gedaan. Een meer systematische aanpak is echter nood zake lijk. Een uitvoe rige cultuur- landschappelijke inven tarisatie zal ook archeologische gegevens dienen te bevatten . V66r de her-inrichting van MiddenDelfland moeten alle terpjes en vlaknederzettingen in kaart worden gebracht. De onderzoekingen van Van Lie re, Modderman en Winsemius zijn voor een deel verouderd en te beperkt. Ook de rapporten van Midden-Delf land bevatten weinig nieuwe gegevens. Vooral in het veld zullen vele metingen moeten worden verricht. Een aantal dijkjes en verlande waterlopen zijn op nog een enkele kaart te vinden . De verkavelingspatronen zullen nauwkeurig naast
elkaar moeten worden gezet. Door middel van waarderingscijfers za l de onderzoeker moeten aangeven welke onderdelen van Midden-Delfland vanwege het unieke landschappelijke kar akte r gecons e rveerd dienen te blijven. In de Woudsepolder liggen versch i llende verlaten t e rpjes, die met de daarbij behorende blokve r kaveling een grote cultuur-historische waarde bezitten. Nie t alleen een herverkaveling, maar ook de eventuele doorgang van Rijksweg 19 zal hier verwoestend werken. Afgelopen voorjaar hebben we, dank zij de diep uitgehaalde sloten en de vele i jverige mollen, een global e inventarisatie kunnen maken van het aardewerk u i t de terp j es bij 't Woudt . De indruk bestaat, dat de verschillende woonheuveltjes reeds in de 12e
Fragment van een kaart van 1569 met enige landerijen (ruim 24 morgen) in de Woudsepolder, getekend door Jan Potter . De donkere ronde 'v lek ' op het licht gekleurde perceel geeft de Zigging weer van een verlaten terp. Nog altijd is deze hoogte, die bedreigd wordt door Rijksweg 19, zichtbaar in het landschap
' t Woudt, centrum van de tekening J . P. Westerdijk
Woudsepo~der
Midden-Delfkrant eeuw zijn opgeworpen. Ret schervenmateriaal van de verlaten hoogtes eindigt meestal in de tweede helft van de 14e eeuw. De reden dat de bewoning in die tijd ophoudt, hangt zowel samen met de algemeen economische situatie als met het toenemende waterbezwaar. Ook kunnen de pestepidemieen wel een rol gespeeld hebben De ar chivalische bronnen geven n auwe lijks gegevens over het in geb ruik nemen van de verschillende onderdelen van Midden-Delfland. Daarom is onze hoop gericht op een nauwkeurig onderzoek van de bodem, dat zich niet zal beperken tot het niveau van het maaiveld. Ret graafwerk van de heer E.J. Bult, o.a. op het terrein van de Keenenburg te Schipluiden en kasteel Altena bij Delft, heeft duidelijk gemaakt, dat een systematische bestudering van de
grondlagen in samenhang met de aanwezige scherven inzicht geeft in de bodem- en bewoningsgeschiedenis. Ret is het overwegen waard om de komende jaren iemand vrij te maken om dit werk, eventueel met hulp van amateurs, op meerdere punten in Midden-Delfland te verrichten. Wanneer een gedetailleerd onderzoek uitblijft en het landschap van vorm verandert, kan de ontginningsgeschiedenis nooit me er verantwoord geschreven worden. J. \-1. Moerman Ristorische Vereniging Oud-Schipluiden
Detail van de kaar t van Kruikius ui t 1712, met daar op aangegeven de lander ijen van de kaar t hiernaast (noor d en zuid zijn omgewis seld ). Zie ook de r ecente kaart op blz. 2.
Wat vindt de Reconstructiecommissie? Tot op heden heeft de Reconstructiecommissie zich nog- niet uitgesproken over de wenselijkheid van de A 4 in Midden-Delfland. . Wel is _in een viertal adviezen een aantal woorden gewijd aan deze Rijksweg.
mogelijk aangelegd) .zal met de nodige verkeersstromen toch een aanmetkelijke visuele verkleining en verbrokkeling van het betrokl<en gebied met zich meebrengen. Dit juist op een plaats waar de buf~ ferzone in noord-zuid~richting al een minimale maat heeft gekregen."
landschapsbouwadvies Ret "De mee weg
landschapsbouwadvies stelt: aanleg van rijksweg 19, en daarsamenhangend een deel van rijks24 (ook al worden deze zo laag
subcommissie natuur en landschap Bovenstaande werd in het advies van de
15
subcommissie natuur en landschap nog ecns extra onderstreept.
subcommissie recreatie De subcommissie rekreatie adviseert: "Rowel het rekreatieadvies niet ingaat op de noodzakelijkheid van RW 19 ten behoeve van de rekreatieve ontsluiting, is de commissie de mening toegedaan dat de aanleg van RW 19 ten behoeve van de rekreatie niet noodzakelijk is. Zij acht de aanleg ten behoeve van de rekreatieve beleving van het gebied zelfs ongewenst in verband met de barrierewerking en verlies van rust en stilte, alsmede vanwege het feit dat de aanleg gepaard zal gaan met een onaanvaardbare landschappelijke ingreep."
natuurwetenschappelijk advies In het NatuurWetenschappelijk advies tot slot wordt gesteld: "De commissie (de NatuurWetenschappelijke Commissie) wil voorts haar mening kenbaar maken ten aanzien van de aanleg van Rijksweg 19. Thans ligt op de plaats van een deel van het gekozen trace een zandlichaam. De commissie spreekt hierbij haar ernstige bezorgdheid uit over definitieve aanleg van deze snelweg daar deze weg een grote versnippering met zich mee brengt van het voor een deel al sterk met wegen en een spoorlijn doorsneden gebied. Voorts doorsnijdt de weg gebieden met waardevolle levensgemeenschappen van het weidelandschap. Extensieve vormen van rekreatie die juist in het centrum van MiddenDelfland een plaats zouden moeten kunnen vinden zijn door de aanleg minder gemakkelijk te realiseren. Ristorisch-landschappelijk gezien is aanleg ongewenst, daar de weg voor een deel een oost-west gerichte strookvormige verkaveling volledig doorkruist." Zoals gezegd, de Reconstructiecommissie zelf heeft er nog niet over gesproken, al viel tijdens discussies zowel het voor als het tegen vanuit monden van een aantal leden te beluisteren. Bij de struktuurschets voor MiddenDelfland zal het woord wellicht aan deze commissie zijn.
16 3e jaargang no. 5, november 1979
Het Westland
Nu, najaar 1979, stelt men echter: "Wij hebben het altijd voor onmogelijk gehouden dat een toereikende vergroting van de capaciteit van de A 13 haalbaar zou zijn . Het feit dat wij (dat is het Dagelijks Bestuur van Begin oktober j.l. is het ontwerpRijnmond, red . ) in het Regionaal Struktuurplan Westland (vanaf nu te Verkeers- en Vervoersplan ons niet noemen O.S. W.) vastgesteld. Dit plan komt tot stand onder verantwoordelijk- hebben willen verzetten tegen de aanleg van de A 4 vindt daarin zijn he.id van het Samenwerkingsorgaan grand . Nu enerzijds de groei die door Westland. Dit is een samenwerkingsde berekeningen met het Rijnmond verband van de gemeenten Schipluiden, verkeersmodel werd verwacht, enigsDe Lier, Naaldwijk, Wateringen, zins wordt getemperd en anderzijds de 's-Gravenzande, Monster en Maasland . zekerheid is verkregen, dat verruiming van de capaciteit van de A 13 niet De bedoeling van het plan is de volstrekt onmogelijk is, zijn wij van ruimtelijke ontwikkelingen (dus: waar mening dat wij op onze schreden moeten kassen?, waar huizen?, waar wegen? en terugkeren~" Wanneer na gedegen studie waar natuur? enz.) in het Westland beter op elkaar af te stemmen. Oak kan het Westland zo duidelijk aan de buitenwereld (omliggende gemeenten, provincie, rijk) meedelen wat het op zijn verlanglijstje heeft staan. Wat vindt men nu van het hete Rijksweg 19-hangijzer? In een vorige versie van het plan (van september 1977) stelde men dat de weg moest worden aangelegd. De argumenten waren: I.
De weg Rijswijk-Wateringen-KwintsheulNaaldwijk (T.H. 56) moet worden ontlast. 2. Wegen in Midden- Delfland (Den HoornSchipluiden-Maasland, SchipluidenVlaardingen en Delft-Schiedam/Kethel) moesten minder verkeer te verwerken krijgen. Sommige van deze wegen voeren door dorpskernen die, zei men, opgescheept worden met veel hinderlijk doorgaand verkeer. Bij de eerstgenoemde verbinding (T.1". 56)is, vond men, oak een verbetering van de verkeersafwikkeling belangrijk. Nu, twee jaar later, Z1Jn deze argument en precies dezelfde geblever,. Het Westland wil Rijksweg 19 dus aangelegd zien.
Rijnrnond Het standpunt van het Openbaar Lichaam Rijnmond (waarin o.a. de gemeenten Schiedam, Rotterdam en Vlaardingen verenigd zijn) vinden we in de nota "Hoofdwegenstructuur" van september j.l. Nag een jaar geleden was men bij Rijnmond van mening dat Rijksweg 19 gebouwd moest worden, o .a. omdat men verwachtte dat er in de tweede helft van de jaren tachtig een verkeers belasting van 140 000 mvt./etmaal tussen Rijnmond en Den Haag zou gaan optreden (zie het Regionaal Verkeersen Vervoersplan van 1978).
van deze mogelijkheid m~cht blijken dat de oplossing van het komend capaciteitstekort niet gevonden kan worden in de A 13, dan moeten wij vasthouden aan de aanleg van de A 4. De aanleg van de A 14/16 komt ons om planologische redenen ongewenst voor. Bovendien moet worden gevreesd dat deze weg sterk zal concurreren met de Hofpleinlijn." Tot zover dus deze nota "Hoofdwegenstructuur". De Rijnmondraad is met dit voorstel van het Dagelijks Bestuur akkoord gegaan. Voorlopig geen Rijksweg 19 (A 4) zegt men daar dus. Eerst maar eens studie naar verbredingsmogelijkheden van Rijksweg 13.
Midden-Delfkrant Weg-natuur dieren als slachtoffer van het verkeer
Wegen zijn door en voor mensen aangelegd om zich zo gemakkelijk mogelijk te verplaatsen. Dit geldt zelfs voor wandelpaden, ruiterpaden en landwegen, maar daar speelt de snelheid vrijwel geen rol. De autowegen zijn er vooral om zich snel te kunnen verplaatsen. Het ligt voor de hand dat de mens daarbij in conflict komt met de dierenwereld, die zich vrij wil verplaatsen of wel de eigen, vaste routes wil volgen. Het resultaat is dagelijks waar te nemen aan de verpletterde dieren op het wegdek en in de wegberm.
17
Ret artikeZ hiernaast gaat over de vogeZs en zoogdieren aZs sZaahtoffer van het verkeer . Hieronder wiZZen wij nag even ingaan op invZoeden die voor mens, plant en dier sahadeZijk of gevaar Zijk kunnen zijn . NadeZige invZoeden zijn b. v . a. Veranderingen die worden aangebraaht in de waterhuishouding door het aanbrengen van zandZiahamen en het graven van bermsZoten .
b. Verontreiniging van bodem, water en Zuaht door oZie, strooizout en uitZaatgassen. a. De barriere die een weg vormt voor dieren , zoaZs grotere zoogdieren en vZinders. d. Ret verkeer op de weg, dat niet aZZeen mensenZevens eist, maar oak voor dieren een groat gevaar betekent. e. Ret Zawaai is een groat probZeem.
HEt meest tragische van deze gang van zaken is dat de slachtoffers niet aileen vallen onder de dieren, maar ook onder de mensen. Dat men geen botsing met enig levend wezen wenst, blijkt uit het aantal fatale uitwijkpogingen van chauffeurs. Veelal is de narigheid te wijten aan het rijden met hoge snelheid over wegen die regelmatig door zoogdieren worden overgestoken of door vogels worden bevlogen. botsingen met vogels Dagelijks zijner tientallen conflicten tussen vogels en voertuigen. Men kan ze verdelen in botsingen met lopende of juist opvliegende vogels en botsingen met aanvliegende vogels. Het is een vaststaand feit dat heel wat water- en moerasvogels, zoals meerkoeten, eenden, kraaien en meeuwen, graag op en langs wegen vertoeven. De wegberm biedt ze dikwijls aantrekkelijk voedsel in de vorm van mals gras voor koeten en eenden of van kleine kadavers voor kraaien en meeuwen. Daarbij komen nog de zaadeters, die op het zaad van distels en andere wilde kruiden afkomen. Omdat de vaak vruchtbare wegberm door heel wat wormen, insektelarven en slakken wordt bewoorid, komen er merels en spreeuwen fourageren. Opvallend is hoe kennelijk domme vogels als eenden en koeten toch een betere kijk krijgen op onze snelheden; het aantal slachtoffers vermindert namelijk . duidelijk. Mogelijk leren de autobestuurders de botsingen te vennijden door te letten op het gedrag van zulke dieren. De botsingen met vogels in hun vlucht bov.e n de weg komen minder vaak voor, maa't men vindt zelfs zwaluwen in vrij grote aantallen naast de autowegen. Een kleine tik van een auto is voldoende om zulke dieren vleugellam te maken; ze liggen soms dagenlang ineengedoken langs de weg te sterven. Er zi jn in Europa uitvoerige telling-
dood egeZtje Woelrat, Spitsmuis, Egel, Mol, enz. en van slachtoffers verricht, zowel (In bosgebieden vooral veel herten). op als langs de autowegen. Het blijken vooral de trekkende vogels te Egels reageren voortdurend verkegrd; zijn die in de vlucht worden aangeze hebben namelijk de gewoonte om reden. zich bij onraad, zeals zware grondWie eens een spreeuw of een giertrillingen, op egelmanier ineen te zwaluw tegen de voorruit heeft gehad rollen in vol vertrouwen op hun weet dat zo'n dier bij hoge rijsnelstekels. heid een projectiel is waaraan menige Hazen en konijnen worden door felle autoruit ten offer is gevallen en koplampen verblind en" blijven domweg menige chauffeur in het gunstigste zitten waar ze zijn. Muizen en ratten geval een doodsschrik heeft opgelopen. rennen nogal eens in de lengte wan de Het snel berijden van open polderwegen weg om aan gevaar te ontkomen, wat is wel erg aantrekkelijk maar de vogel hun risico alleen maar groter ·maakt. krijgt minder kans om te ontwijken. Of de aanwezigheid van een begroeide Vooral wegen langs het water zijn te middenberm gunstig werkt, lijkt vaak fataal voor vogel en mens. mogelijk maar dient nog nader te worden onderzocht. In ieder geval is overstekend wild het minderen van snelheid door de Beter kunnen we spreken van overweggebruiker op gedeelten met een dichte randbegroeiing aan te raden! stekende zoogdieren die onze wegen kruisen, dus met het verkeer in conflict komen. Als slachtoffers vindt Bran: Wegrand en ruigte door Jean men Haas, Konijn, Veldmuis, Bosmuis, Imrie, A. P. en G. den Hoed, Baarn ' 78
18 3e jaargang no. 5, november 1979
Rijksweg 19? Onaanvaardbaar!
Schiedam - Zondag 9 september was er een fietstocht v66r behoud van MiddenDelfland en tegen aanleg van rijkswe g 19. Deze weg brengt ons weer een stap dichterbij de bermbeschaving. De bermbeschaving is de 'beschaving', waar de mens mag wonen, werken en recreeren te midden van het voorbij razende autoverkeer. Hadden we vroeger de holbewoners, in de bermbeschaving hebben we de bermbewoners. Ret is een gelukkige ontwikkeling, dat steeds meer mensen zijn gaan inzien, dat de ontwikkeling naar de bermbeschaving een ontwikkeling is, die funest is voor menselijk welzijn en voor plant en dier. In het in 1977 verschenen Structuurschema Verkeer en Vervoer geeft de regering aan welk beleid zij nodig acht voor het verkeer en vervoer op de lange termijn en welke ruimtelijke gevolgen dat heeft. Dat Structuurschema hanteert mooie richtlijnen, zoals bijv.: 'Aantasting van landschappelijke waarden door infrastructurele werken ten behoeve van verkeer en vervoer moet zoveel mogelijk worden vermeden.' Aan mooie woorden alleen hebben we niets, we moeten kijken naar wat er daadwerkelijk gebeurt - toon mij uw daden en ik zal zeggen wie gij zijt! Iedereen praat over behoud van milieu, over energiebesparing en vindt dat nodig. Maar het is een praten met gespleten tong als men bijv. tarieven voor openbaar vervoer sterk verhoogt en als men rijksweg 19 wil aanleggen. We moeten ons dus geen zand in ogen en oren laten strooien; als we niet waakzaam zijn en blijven gaan de ontwikkelingen naar de bermbeschaving gewoon door. Dan mogen de stedelingen in het enig overgebleven grotere groengebied in de omgeving zich vermaken in de bermen van rijksweg 13, rijksweg 20, rijksweg 19 en rijksweg 24. Ter toelichting: Rijksweg 24 is een geplande weg, die evenwijdig moet gaan lopen aan rijksweg 20, dus in oost-west richting. De gemeenteraad van Schiedam heeft zich daar in november 1977 tegen uitgesproken door aanvaarding van een door mij .met steun van VVD (!)en PvdA ingdiende motie. Terug naar rijksweg 19: met kracht van argumenten is steeds weer betoogd, dat deze weg niet nodig i s, omdat er
alternatieven zijn en dat de ze weg onaanvaardbaar is vanwege de aantasting van het milieu (inclusief de geluidsoverlast in Schiedam-Noord !). Terecht is daarom een meerderheid in de gemeenteraad tegen aanleg, al zijn verscheidene CDA-ers, in strijd met het door hen onderschreven programma van het college van burgemeester en
wethouders, voor aanleg. Voorjaar 1980 zal de Tweede Kamer het Structuurschema behandelen. Ik hoop, dat een meerderheid van de Tweede Kamer verder zal kijken dan de neus van hun auto lang is en zal zeggen: rijksweg 19 ? onaanvaardbaar ! Herman Noordegraaf
19
Midden-Delfkrant
Een summiere toelichting: anders dan de regering hebben wij de onderlinge verschillen aangegeven, een aanmerkelijke nuancering. Verder hebben wij enkele, door het rijk 'vergeten' aspecten toegevoegd.
De SMMD
Waarom nu die zware kritiek ? Dat precies uit de doeken te doen zou teveel ruimte vergen. Daarom slechts enkele (van de vele) argumenten die o.a. hebben geresulteerd in de onderstaande alternatieve tabel.
Herfst 1976 werd de inrniddels bijna legendarische motie-Voortman aangenomen door de Tweede Kamer. Het voorstel hield, zeals bekend, in: stopzetten van het werk aan Rijksweg 19, onderzoek naar de noodzaak van aanleg en naar alternatieven ervoor. De Samenwerkende Milieuwerkgroepen Midden-Delfland zijn 2~ jaar lang van mening geweest, dat die motie helemmal niet was uitgevoerd - terwijl dit wel was toegezegd door verkeersminister Westerterp. Er verschenen wel teksten van allerlei aard, maar het was duidelijk dat die met uitvoering van de motie niets van doen hadden - hoewel men dat wel sterk suggeree rde. Zo verscheen er in augustus 1978 een historisch overzicht van de gang van zaken met betrekking tot de weg . Het was een overzicht. waar niemand behoefte aan had. Pas in juli van dit jaar publiceerde de regering een standpunt dat je op het eerste oog zou kunnen beschouwen als het inlossen van de ministeriele belofte. In deze "Overwegingen inzake de aanleg van de A 4 (= Rijksweg 19, S.M.M.D.) tussen de Haagse en Rotterdamse agglomeratie" gaat men ervan uit dat het verkeer tussen de Haagse en Rotterdamse agglomeratie zich op "middenlange termijn" zo ongeveer zal gaan verdubbelen. Omdat de bestaande weg (Rijksweg 13) dat nooit aan zal kunnen moeten we de capaciteit gaan uitbreiden, zo is de redenering. Er zijn dan drie mogelijkhe9en: aanleg van Rijksweg 19, verbreding van Rijksweg 13 en aanleg van Rijksweg 14/16 (ten oosten van Rijksweg 13) . Wat zijn deze mogelijkheden nu waard? Om dit vast te stellen bekeek men de wegen op verschillende aspecten. De tabel hieronder vor¢de het resultaat. (l=gunstigst, 2=midden-positie, 3=ongunstigst)
Aspect en I 2 3 4 5 6 7 8
RW19 RWI 4/I6 RW13
Verkeer I 2 Openbaar vervoer Natuur en landschap 3 Recreatie 2a3 Agrarisch I Geluidhinder I Stand voorbereiding I Kosten I
3 3 2 I 3 2 2 3
2 28.3 2 3 3 2
I.
In de "Overwegingen" wordt de huidige zorgelijke energiesituatie genegeerd terwijl het zeer waarschijnlijk is dat de te verwachten schaarste invloed zal hebben op autobezit en -gebruik. 2.
Wij, de S. M. M.D , , hebben weinig goede woorden over voor dit meest recente regeringsstandpunt. Eindelijk een onderzoek, dat wel, maar de kwaliteit is ver beneden peil. Met andere woorden : 3 j aar na de aanneming is de motie-Voo rtman nog steeds niet bevredigend uitgevoerd. We hebben daa rom een r eeler tabel opgesteld. De versch illen springen in het oog.
Aspecten I Verkeer 2 Openbaar vervoer 3 Natuur en landschap 4 Recreatie 5 Agrarisch 6 Geluidhinder 7 Stand voorbereiding 8 Kosten 9 Ontsluiting woonwijken -J 10 Gevaar functieverweving II Aansluiting bij beleidslijnen van het Structuurschema Verkeer en Vervoer
Men gaat wel uit van ongeveer een verdubbeling van de verkeersintensiteit tussen de Haagse en Rotterdamse agglomeratie, maar vraagt zi ch daarbij niet af hoe deze agglomeraties al dat verkeer moeten gaan verwerken . In het denken van het rijk rijden auto's blijkbaar van nergens· naar nergens (de percentages doorgaand verkeer zijn vrijwel te verwaarlozen).
v ervolg op pagina 20
RW19
RWI4/I6
RWI3
3 2 3 3 2 3 I 2 3 3 3
Ia2 3 2 2 3 2 28.3 3 I 2 2
Ia2 I I I I I 28.3 I 2 I I
demonstr atieve fiet s tocht, 9 s eptember 19 ?9
Onderlinge verschillen Gering Vrij groot Groot Groot tussen (3) en (1, 2) Matig Groot Matig Groot tussen (3) en (1,2) Vrij groot Matig Groot tussen (I) en (2,3)
I
--
20
3. Men is hier en daar ronduit misleidend te werk gegaan.
moet gaan kosten (hier zijn de al geinves teerde 50 miljoen niet bij inbegrepen). Het peperdure Hoefi jzergedeelte van de Rijkswe g wordt hier Zo staat er in de "Overwegingen" te voor het gemak maar buiten beschouwing gelaten - terwijl men het Hoefij zer lezen: "De nodige regelingen voor een optimaal agrarisch gebruik na aanleg n i et los kan zien van Rijksweg 19 do or Midden-Delfland. Deze randweg ten van de A4 hebben inmiddels plaatsgevonden (kavelruil, vergoeding zuiden van Den Haag buiten de · omrijschaden, e.d.)". Iruniddels, discussie plaatsen en gewoon als aan d.w.z. na aanneming van de motiete leggen beschouwen noemen we Voortman. Welnu, men heeft sindsdien salami-tactiek (stukje bij beetje de niets mogen doen en ook niets gedaan buit binnenhalen). op dit punt. Als je de net aangehaalde Wie zijn toevlucht neemt tot het geven zin uit de "Overwegingen" zou voorgeven van misleidende info rmatie kan leggen aan b.v. boeren uit de niet sterk staan. Wij, de S.M.M.D., Klaas Engelbrechtspolder zouden ze je zullen ons het vuur uit de sloffen aankijken alsof zij het in Keulen blijven ~~ open om Midden-Delfland horen donderen. Ten noorden van de aantrekkelijk te houden. Gaag zijn er nog geen gronden onteigend en heeft er geen over l eg plaatsgevonden. Samenwerkende Milieuwerkgroepen Midden-Delfland Er staat bij het aspect Kosten dat Hoefijzersteeg I a Rijkswe g 19 nog 100 miljoen gulden 2611 NP Delft
Midden-Delfkran1 3e jaargang no. 5, november 1979 De Midden-De lfkrant verschijnt zes maal per jaar Redac tie: Gerard Peet Henk Tetteroo Frits van Ooststroom Focografie: Fred Hess Vormgeving en productie: Frits van Ooststroom Druk: Ozaprint B.V. Delft/Zoetermeer Overname van artikelen Overname van art~kelen is in vele gevallen mogelijk in overleg met de redactie. Kopij Kopij en suggesties voor kopij z~Jn van harte welkom bij de redactie. Redactieadres: Oosteinde 167 2611 VD Delft Telefoon (015) 12 45 52 Abonnementen Abonnementen op de Midden-Delfkrant zijn aileen mogelijk door lid t e worden van de Midden-Delfland Vereniging. De minimum contributie bedraagt f 20,-- per jaar, voor jeugdleden (t /m 17 jaar) f 7 , 50.
Wat nu? Op 15 september 1978 zond het bestuur van de vereniging een brief naar de gemeenteraden van Delft, Schipluiden en Schiedam, bovendien naar Rijkswaterstaat . In deze brief werd om maatregelen gevraagd die het iZZegaaZ gebruik van het zandlichaam van Rijksweg 19 als motorcrossbaan zouden tegengaan . Bij brief van 15 september 1979 antwoordt het gemeentebestuur van Delft (Schipluiden en Schiedam Zieten nog niets horen) . Ook de gemeente Delft is de situatie een doom in het oog, echter de crossers zijn moeilijk gri jpbaar . .'e~ zandlichaam van Rijksweg 19 staat niet ~~~
----
··-o -- - - -
-- - - - o
voor het openbaar verkeer open, zodat de politie hier niet competent is . SZechts Rijkswaterstaat, als eigenaar/beheerder van de grand zou hier maatregelen kunnen nemen . Wij geven u dan ook in overweging u tot ' die instantie te wenden met het verzoek om maatregelen te nemen". Aldus de gemeente Delft. Wij schreven reeds naar Rijkswaterstaat . Op 15 september 1978 . Die antwoordde aZ op 21 december 1978 . In haar brief verklaart deze dienst dat het zandlichaam verboden gebied is . "De bevoegdheid deze overtredingen en het gebruik van het zandlichaam van Rijksweg 19 te . beperken berust bij de pZaatseZijke -7.i tie" . .... ».:
nu .. .. . ?
Aanmelding Door starting op postrekening 3928463 t en name van de MiddenDelfland Ve reniging te Vlaardingen, onder vermelding van 'nieuw lid'. U kunt ook bellen (010) 74 25 98. Of schrijven aan Secretariaat Midden-Delfland Vereniging, Trekkad~ 20, 3137 KD Vlaardingen. De Midden-Delfkrant is een uitgave van de Midden-Delfland Vereniging en van de Stichting Bezoekerscentrum Midden-Delfland.
Publicatie van artikelen behoeft niet te betekenen dat de daarin vervatte meningen het inzicht van de MiddenDelfland Vereniging weergeven.
Kopij Het ziet er naar uit dat het decembernummer aZ voZ is . Laat dit u niet weerhouden kopij of suggesties in te zenden . In 1980 verschijnen er weer 6 nummers.