2 In Beeld
Michiel Hendryckx Dolen. Onderweg in Europa Eindeloos zwervend, met de auto en te voet heeft persfotograaf Michiel Hendryckx [°1951, Adinkerke] door Europa gereisd. De tocht ging door Italië, Griekenland, Roemenië, Slovakije, Polen, Noorwegen, Ierland, Engeland, Schotland, Duitsland, Nederland, België, Frankrijk, Spanje, Portugal, Vaticaanstad, Zwitserland en Oostenrijk.
De reis was voor Hendryckx vooral een herbronning. Een bewuste terugkeer naar de eerste verwondering, naar de onvooringenomen openheid van de debutant. Het resultaat is een mooi boek en een knappe tentoonstelling in het Antwerpse Fotomuseum. ‘Dolen - onderweg in Europa’ is het intieme verslag van een verre reis. We ontmoeten Michiel Hendryckx in het FoMu, de dag van de opening. “Het idee is ontstaan hier in het Fotomuseum. Samen met uitgeverij Lannoo wou men een overzichtstentoonstelling en boek maken van mijn werk. Ik ben 58 jaar, ik ben al eventjes aan het timmeren aan de weg zoals ze zeggen, vandaar. Maar dat wou ik ab-so-luut niet! Dat is een soort grafsteen, en dat wil ik niet. Ik heb absoluut niet het gevoel dat ik uitverteld ben. Maar ik ben in het Fotomuseum nog nooit getoond. Dus ik vond het wel fantastisch om hier eens tentoon te stellen. Vandaar dat ik voorgesteld heb om iets anders te doen. Ik zat met dit idee klaar. De manier waarop ik gereisd heb voor dit boek, ook de plekken waar ik naartoe ga, hanteer ik al heel mijn leven.” En die manier van reizen is zich laten leiden door het toeval. “Ik heb vroeger veel gelift, en dan werd je dikwijls gestuurd door de mensen die je meenamen. Ik was 21 toen ik mijn eerste scooter kocht, en toen ben ik met mijn toenmalige vriendin weggereden uit Gent, zonder kaart, gewoon op weg naar de zon. Ik ben toen uitgekomen in een streek in het noorden van Frankrijk waar ik nu een klein huisje heb. Het is een plek waar nooit iemand komt, een prachtige plek. En zo reis ik altijd, en ontdek ik altijd nieuwe dingen. Pas al dolend leer je een stad kennen, een land, een continent. Maar ik heb eigenlijk nooit gefotografeerd als ik niet in opdracht was. Ik heb altijd gewerkt voor de krant en meegedacht met mijn opdrachtgever. Ik had wel altijd een toestel bij, maar dat gebruikte ik om mijn vriendin of mijn scooter ergens tegen een gevel te fotograferen. Maar nooit om dit soort foto’s te maken. Een jaar of drie geleden, toen ik aan dit project begon, had ik het gevoel, ik was toen 56, dat het tijd was om dit te doen. Ik fotografeerde wel permanent zonder fototoestel hoor. Dan dacht ik, dat zou mooi zijn, hup en weg, en die foto’s heb ik nu echt gemaakt. Ik was zelf ontzettend nieuwsgierig naar het eindresultaat. Ik wist niet wat het zou worden, ik had wel een idee, maar ik ben een zeer gelukkig man. Ik vind dat je echt een Europa-gevoel hebt als je door de tentoonstelling loopt.” De keuze voor zwart-wit heeft alles te maken met zijn roots als fotograaf. Daar de kranten de eerste twintig jaar van Hendryckx’ loopbaan geen kleur gebruikten, is zwart-wit zijn ware moedertaal. Hendryckx benadrukt dikwijls hoe tevreden en gelukkig hij wel niet is met de tentoonstelling én met het boek. De tentoonstelling in de grote ruimte op de tweede verdieping van het Fotomuseum is heel apart opgebouwd. Hij vond de grote ruimte niet geschikt, en tekende een grondplan uit van zijn idee met een vleugel met allemaal aparte kamers. Alles werd uitgevoerd zoals hij in gedachten had. “Ik ben zeer gelukkig. Ik vind fotografie een klein medium,
© Michiel Hendryckx / (N) Ålvik Noorse nationale feestdag. Moeder met dochters in traditionele klederdracht onderweg naar de ochtendoptocht. Met de leeftijd worden de rokken langer en wie menstrueert, draagt niet langer witte kousen.
maar in de goeie zin van het woord, zoals tekenen en schrijven dat ook zijn. De huiskamer is dan heel dichtbij. In dit museum vind ik die grote ruimte absoluut niet geschikt voor fotografie. De tendens om in de fotografie alsmaar naar grotere formaten te gaan -de techniciteit is er vandaag de dag om dat te doen- spreekt me niet aan. Ik ben daar tegen. Ik vind het grootste formaat dat hier hangt al een beetje te groot. Vandaar dat ik de grotere foto’s dan ook duidelijk buiten die box gehangen heb. Het idee van de kamers is daardoor ontstaan, om dat huiskamergevoel op te roepen. En van die kamers ben ik dan, een paar dagen later, nadenkend in de auto, gekomen tot een plek waar ik zeer graag kom: het huis van Goethe in Weimar. De box die hier staat is eigenlijk een citaat daarvan. De kleuren van de kamers hebben niks te maken met expo ’58, het is 18de eeuws. De kleuren zijn letterlijk dezelfde als bij Goethe.” Ook met het boek is hij zeer tevreden. “Van mijn voorstel om een tekening van Raoul De Keyser op de cover te zetten waren ze wel geschrokken bij de uitgeverij. Ze hadden dat niet verwacht, maar hebben er uiteindelijk toch mee ingestemd. Ik had als argument dat
In Beeld 3
dit in de jaren ’50 en ’60 wél gedaan werd. De eerste twee boeken van CartierBresson bijvoorbeeld hadden een cover met een tekening van Matisse en Miró. Dat werd in die tijd veel gedaan. En voor mij is Raoul de Keyser een zeer belangrijk kunstenaar waarvan zijn werk me intellectueel veel geholpen heeft toen ik jong was. Vandaar de keuze. De foto’s in het boek zijn me nog iets dierbaarder dan de tentoonstelling. Ik vind soms de foto’s iets te contrastrijk in de tentoonstelling, maar dat ligt bij het labo. In het boek komen de zachte, rijke grijsschakeringen er beter uit. Zoals ze in het boek staan word ik er nog altijd lyrisch van als ik er naar kijk.” In het boek vind je veel foto’s, maar geen teksten. Achteraan worden alle foto’s klein afgebeeld met soms een korte uitleg. Ook bij de tentoonstelling vind je maar sporadisch een korte beschrijving bij de foto’s. En daar zit een verhaal achter. “Ik ben een verbaal iemand. Maar Gautier (red. Platteau, uitgever kunst bij Lannoo) zei: ‘Michiel kom, een keer geen praatjes, alleen plaatjes’. Toen hij na het eerste jaar -ik heb zes maanden aan dit project gewerkt, gespreid over drie jaar- mijn eerste foto’s zag en mijn verhalen hoorde, vroeg hij me of we misschien toch niet beter met tekst zouden werken. Ik weigerde. Achteraan heb ik toch een paar korte beschrijvingen gegeven. Je moet soms de mensen een heel klein beetje bij de hand nemen. Maar de bedoeling is wel dat de foto’s het verhaal vertellen. Ik word verweten van een schoolmeester te zijn. Ik vind dat niet erg. Ik heb inderdaad de ambitie om mensen iets bij te brengen omdat ik zelf enorm geniet van andere mensen die mij iets bij brengen. En laat mij dan maar schoolmeester zijn. Er is één foto bij die ik zelf erg interessant vind. Dat is een kaatsmuur in het noorden van Spanje, erachter zie je een café dat gesloten is. Mensen kwamen daar vroeger tegen die muur kaatsen. En dan zie je aan de andere kant van de muur, de kant waar ik sta als fotograaf, een basketbalterrein. Je ziet in het beeld dat dat de laatste generatie was die in dat dorp geleefd heeft. Zij hebben aan de achterkant van de muur, waarschijnlijk tegen de zin van de laatste kaatsers, een basketbalterrein gezet. Maar dat is ondertussen ook kapot en verwilderd. Ook de basketters zijn weg. En boven op die muur zit nu het nest van een ooievaar, waarmee de stilte over het dorp komt. Als je goed wil kijken zegt die foto enorm veel over ‘de buiten’ in Europa. Het platteland is volledig aan het leeglopen. Dat is in Spanje het geval, maar ook in Frankrijk, Zuid-Italië en in Duitsland. Een echte leegloop. En in die foto zit dat allemaal in. Als ik er geen uitleg bij geef ben ik altijd bang dat mensen gewoon over die foto heen lopen. Ze kijken er niet naar. En dat vind ik dan zonde Gods. Daarom heb ik toch hier en daar de mensen bij de hand genomen. Ik zou natuurlijk een zeer interessant boek kunnen maken met bij bijna iedere foto een mini-essay, maar de foto moet ook op zich spreken. Er is die kritiek: ‘Hendryckx is geen echt fotograaf ’, ‘hij heeft praatjes bij zijn plaatjes nodig’, ... Het is een dilemma. Ik voel me een volwaardig fotograaf hoor, ik heb geen problemen met mijn beelden. Maar ik heb wel problemen met mensen die geen moeite doen om te kijken naar beelden.” Volgens Hendryckx moet je tijd nemen om te kijken, zoals je ook tijd moet nemen bij te fotograferen. “Ik vind sommige fotografie die nu veel gemaakt wordt en ook succesvol is soms zeer ééndimensionaal. De hapklare brok, het directe effect en daarna is het weg. Ik hoop een beetje het tegenovergestelde. En ik denk dat als je het boek koopt -dit is nu geen verkoopspraatje- het een goeie investering is omdat je, als je er geregeld in kijkt, elke keer nieuwe dingen ontdekt. Ik heb
© Michiel Hendryckx / (N) Horda
zelf ook vrij veel fotoboeken thuis. En ik gebruik die ook. Ik vind een fotoboek een fantastisch medium, interessanter dan een tentoonstelling. Als ik als fotograaf, en dat gebeurt soms wel, het niet meer zie en denk, mijn god, ik heb het al allemaal gedaan, is een fotoboek vaak een fantastische manier om te herbronnen.” De boodschap is: neem je tijd en vooral, geniet er van! “Ik hoop dat je als je door de tentoonstelling loopt, iets voelt van het genot dat ik heb gehad om dit te maken. Ik ben een echte voyeur in de goeie zin van het woord. Fotografie is een zeer voyeuristisch medium. Het is gewoon echt kijken, piepen. Je bent ook niet deelachtig. Je neemt afstand om te kijken. De definitie van voyeurisme is iemand die gewoon geniet van te kijken. Ik heb dit echt voor mezelf gemaakt en mijn goesting gedaan en ik hoop dat er een paar mensen komen kijken die mijn goesting delen (lacht).” En met deze opdracht in het achterhoofd: ga kijken en geniet! (je) n Alle info over de tentoonstelling vind je op www.fotomuseum.be. De tentoonstelling loopt nog tot 10 januari 2010. Op pagina 8 vind je een bespreking van het boek in het boekennieuws.
© Michiel Hendryckx / (B) Antwerpen Het Justitiepaleis.
© Michiel Hendryckx / (I) Civitella Paganico Bagni di Petriolo, aan de oever van de rivier Farma. De zwavelhoudende warmwaterbron trekt een zeer gemengd publiek aan, dat in alle vrijheid en sereniteit van het helende water geniet.
4 In Beeld
© Michiel Hendryckx / (E) Tarifa Bij valavond, achter de parking van een discount. Nadat ik de foto heb gemaakt, loopt mijn gemoed vol bij de gedachte aan een loslopende hond, die het veulen opjaagt en de onmacht van de geketende merrie.
© Michiel Hendryckx / (P) Pias Foeragerende ooievaars keren terug naar hun jongen.
In Beeld 5
© Michiel Hendryckx / (B) Hemelveerdegem Wachtend op een gelijkgestemde buur.
6 In Beeld
© Michiel Hendryckx / (E) La Orbada Na vele jaren kaatsen, wordt door de volgende generatie basketball gespeeld. En als ook die spelers verdwenen zijn, komt met de ooievaar de stilte over het land.
© Michiel Hendryckx / (D) Berlijn ‘Dokumentations zentrum Berliner Mauer.’
In Beeld 7