GEBRUIKERSHANDLEIDING FAX-8350P MFC-9650 FAX-8750P
50P FAX-8350P MF MFC-9650 FAX-87
VAN MECHELEN
KANTOORMACHINES – KANTOORMATERIALEN TURNHOUT –GEEL www.vanmechelen.be
Gefeliciteerd met de aanschaf van uw Brother-faxmachine. Installeer uw machine als volgt - raadpleeg de gebruikershandleiding voor nadere informatie.
1. Lijst van onderdelen 2. De drumkit installeren 3. De telefoonlijn en het netsnoer aansluiten 4. De documentlade en steun bevestigen 5. Papier plaatsen 6. Externe telefoon aansluiten (alleen als u één lijn deelt met de telefoon en de fax) 7. Datum en tijd instellen 8. De stations-ID instellen 9. Een stand voor het beantwoorden selecteren (Alleen voor PC-gebruikers met de MFC-9650 en de FAX-8750P) 10. De Brother-machine op de PC aansluiten
Informatie over pan-Europese goedkeuring Dit product heeft Pan-Europese goedkeuring gekregen via KCS in Nederland. Het is ontworpen om te werken in combinatie met de gebruikelijke netwerkfuncties voor facsimile en telefonie in de meeste Europese landen. Er bestaan echter nog steeds netwerkverschillen tussen de diverse landen en derhalve zullen bepaalde functies, zoals nummerweergave, uitsluitend werken in het specifieke land waarvoor dit product geproduceerd was. Als u problemen hebt, dan dient u voor ondersteuning in eerste instantie contact op te nemen met uw Brother-kantoor of leverancier, zoals uiteengezet in de garantiedocumentatie voor dit product.
© 1999 Brother Industries, Ltd.
VAN MECHELEN
KANTOORMACHINES – KANTOORMATERIALEN TURNHOUT –GEEL www.vanmechelen.be
Inhoudsopgave
1
Inleiding
2
Installatie
3 4
Over deze handleiding .......................................................................... 1 Informatie opzoeken ............................................................................. 1 In deze handleiding gebruikte symbolen .............................................. 2 Omtrent faxmachines ............................................................................ 2 Faxtonen en aansluitbevestiging ........................................................... 2 ECM-stand (foutencorrectie) ................................................................ 3 Overzicht van het bedieningspaneel van de FAX-8350P ................. 4 Overzicht van het bedieningspaneel van de MFC-9650 .................. 6 Overzicht van het bedieningspaneel van de FAX-8750P ................. 8 Lijst van onderdelen ............................................................................ 11 Een geschikte plaats kiezen ................................................................ 12 Let op ..................................................................................................... 13 De machine in elkaar zetten ............................................................... 13 De drumkit (met tonercassette) installeren ......................................... 13 De laden bevestigen ............................................................................ 15 Papier in de multifunctionele papiercassette plaatsen ........................ 16 Te gebruiken papier .................................................................... 17 Sleuf voor handinvoer ......................................................................... 17 Te gebruiken papier .................................................................... 18 De machine opstellen .......................................................................... 18 Aansluiting op meerdere lijnen (PBXs) .............................................. 19 Aansluiting op een PBX ............................................................. 19 Een antwoordapparaat aansluiten (TAD) ............................................ 19 Volgorde ......................................................................................... 19 Aansluitingen .................................................................................. 20 Uitgaand bericht van antwoordapparaat ......................................... 20 Een externe telefoon aansluiten .......................................................... 21
Programmeren op het scherm
Gebruikersvriendelijk programmeren ............................................. 23 De programmeerstand gebruiken ........................................................ 23 Functies selecteren .............................................................................. 24
Uw machine instellen
Voordat u begint ................................................................................... 29 Datum en tijd instellen ........................................................................ 29 De stations-ID instellen ...................................................................... 30 Tekst invoeren ................................................................................ 31
i
ii
I N H O U D S O P G AV E
5
De ontvangst instellen
Spaties invoegen ............................................................................. 32 Corrigeren ....................................................................................... 32 Letters herhalen .............................................................................. 32 Speciale tekens en symbolen .......................................................... 32 Het volume van de waarschuwingstoon instellen ............................... 32 PBX en DOORVERBINDEN ............................................................. 33 PBX instellen ...................................................................................... 33 Zomertijd/wintertijd instellen ............................................................. 34 De slaapstand instellen ........................................................................ 34 Stroombespaarstand ............................................................................ 34 De taal voor de meldingen op het LCD-scherm instellen ................... 35 Het volume van de luidspreker instellen ............................................. 35 Het volume van de bel instellen .......................................................... 35 Opslag in geheugen ............................................................................. 36 Beveiligd Geheugen (Alleen voor FAX-8350P/FAX-8750P) ............ 36 Beveiligd Geheugen gebruiken ........................................................... 36 Het wachtwoord voor Beveiligd Geheugen voor de eerste keer instellen ........................................................................................ 36 Het wachtwoord voor Beveiligd Geheugen wijzigen ..................... 37 Beveiligd Geheugen activeren ........................................................ 38 Beveiligd Geheugen uitschakelen .................................................. 39
Basishandelingen bij het ontvangen ................................................. 41 Een stand voor het beantwoorden selecteren ...................................... 41 Faxberichten handmatig ontvangen (Handmatige stand) ................... 42 Automatisch uitsluitend faxberichten ontvangen (FAX-stand) .......... 43 De belvertraging instellen (het aantal keren dat de bel overgaat) ....... 43 De F/T-beltijd instellen ....................................................................... 43 Fax Waarnemen (met een externe telefoon) ....................................... 44 Een verkleinde afdruk van een inkomend document maken .............. 44 Ontvangst in geheugen ........................................................................ 45 De printdichtheid instellen .................................................................. 46 Tonerspaarstand .................................................................................. 46 Onderste papiercassette ....................................................................... 47 Gebruik van de onderste papiercassette instellen ........................... 47 Geavanceerde ontvangstopties .......................................................... 48 Werken met een extern of een tweede toestel (Alleen voor de FAX-8350P/MFC-9650) ................................................................... 48 Uitsluitend voor de F/T-stand ......................................................... 49 De afstandsbedieningcodes wijzigen .............................................. 49 De codes voor afstandsbediening wijzigen ................................ 49 Een faxbericht vanuit het geheugen afdrukken ................................... 50 Pollen .................................................................................................. 50 Beveiligd Pollen ............................................................................. 50 Ontvang Pollen instellen ................................................................. 50
iii
I N H O U D S O P G AV E
6
De verzending instellen
7 8
Ontvang Pollen met beveiligingscode instellen ............................. 51 Uitgesteld Ontvang Pollen instellen ............................................... 52 Opeenvolgend Pollen...................................................................... 52 De PC-interface instellen (Alleen voor de MFC-9650/FAX-8750P) . 53
Voordat u begint ................................................................................... 55 Resolutie ............................................................................................. 56 Contrast ............................................................................................... 56 Automatisch verzenden....................................................................... 57 Handmatig verzenden (met een externe telefoon) .............................. 57 Faxnummers herkiezen ....................................................................... 57 Dubbel gebruik ................................................................................... 58 Een faxbericht tijdelijk in real time verzenden ................................... 58 Basishandelingen bij het verzenden ................................................. 59 Een automatisch voorblad opstellen ................................................... 59 Voorblad voor alleen het volgende faxbericht ................................ 60 Altijd een voorblad verzenden........................................................ 61 Een afgedrukt voorblad gebruiken ................................................. 62 Opmerking op het voorblad ................................................................ 62 Uw eigen opmerking op het voorblad opstellen ............................. 62 Geavanceerde verzendopties .............................................................. 63 De internationale stand ....................................................................... 63 Oproepreservering (met een extern toestel) ........................................ 64 Het terugbelbericht afdrukken ............................................................ 65 Uitgestelde verzendingen (tijdklok).................................................... 65 Uitgestelde batch-transmissies ....................................................... 66 Groepsverzenden ................................................................................ 67 Verzenden met meerdere resoluties .................................................... 68 Verzend Pollen instellen ...................................................................... 69 Verzend Pollen instellen met een beveiligingscode........................ 70 Een taak annuleren tijdens het inlezen van het document .................. 70 Een taak in het geheugen annuleren ................................................... 71 De tijdklok en Verzend Pollen onderbreken ....................................... 71
Snelkiesnummers Nummers om snel te kiezen opslaan ................................................. 73 instellen
Gebruik als telefoon
Directkiesnummers opslaan ................................................................ Snelkiesnummers opslaan ................................................................... Snelkiesnummers en directkiesnummers wijzigen ............................. Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen ........................
73 74 75 76
Telefoongesprekken voeren via een externe telefoon ..................... 77 Met de hand kiezen ............................................................................. 77 Directkiezen ........................................................................................ 77 Snelkiezen ........................................................................................... 78 Pauze ................................................................................................... 78
iv
I N H O U D S O P G AV E
Kiezen met de hoorn op de haak ......................................................... Nummers in de telefoon-index opzoeken ........................................... Lange nummers................................................................................... F/T-stand (FAX/TEL) ......................................................................... De Tel-toets .........................................................................................
9
78 78 79 79 80
Opties voor Fax Opslaan instellen .......................................................................... 81 afstandsbediening
10 11 Rapporten afdrukken
Kopiëren
12
Fax Doorzenden ................................................................................... 82 Een nummer programmeren waar faxberichten naar doorgestuurd moeten worden.................................................................................. 82 De code voor toegang op afstand wijzigen ....................................... 83 Op Afstand Opvragen ......................................................................... 83 Uw code voor toegang op afstand gebruiken ...................................... 83 Opdrachten voor afstandsbediening.................................................... 84 De instellingen voor Fax Doorzenden wijzigen ......................... 84 Een faxbericht opvragen ............................................................ 84 Controleren of er faxberichten zijn ontvangen ........................... 85 De stand voor het beantwoorden wijzigen ................................. 85 Afstandsbediening afsluiten ....................................................... 85 De geheugenstatuslijst opvragen ........................................................ 85 Faxberichten opvragen ........................................................................ 85 Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten moeten worden doorgestuurd ..................................................................................... 86 Instellingen van de machine en journaal ......................................... 87 Een rapport afdrukken ........................................................................ 88 Verzendrapport .................................................................................... 88 Regelmaat van journaal ...................................................................... 89 Bestelformulier ................................................................................... 89 Gebruik van de kopieerfunctie .......................................................... 91 Contrast voor het kopiëren .................................................................. 92 Eén enkele kopie maken ..................................................................... 92 Meerdere kopieën maken .................................................................... 92 Meerdere kopieën stapelen ................................................................. 92 Meerdere kopieën sorteren .................................................................. 93 Als het geheugen vol raakt .................................................................. 93 Kopieën vergroten of verkleinen ........................................................ 93 Foto’s kopiëren ................................................................................... 94
De machine en computer instellen De Brother-machine met uw PC gebruiken .................................... 95 om samen te werken ® (Alleen voor de MFC-9650/FAX-8750P)
Voordat u Multi-Function Link Unimessage Pro installeert ...... 96 Systeemvereisten ................................................................................ 96 De MFC-9650 met een USB-kabel op uw PC aansluiten (Alleen voor Windows® 98) ............................................................................ 97
I N H O U D S O P G AV E
13
De Brother-software installeren als u een USB-kabel gebruikt .......... 98 De FAX-8750P met een USB-kabel uw PC aansluiten (Alleen voor Windows® 98) .......................................................................... 105 Brother’s printer driver installeren als u de USB-kabel gebruikt ..... 106 De TrueType-lettertypen installeren ................................................. 109 Voor Windows® 95/98 en Windows NT® Workstation 4.0: .......... 109 Software voor uw MFC-9650/FAX-8750P ......................................110 Software / Drivers ..............................................................................110 De Brother-machine met een parallelle kabel op uw PC aansluiten ........................................................................................... 111 OPMERKING VOOR PC GEBRUIKER ..........................................112 DE FERRIETRING OP DE DUBBEL AFGESCHERMDE PARALLELLE INTERFACEKABEL AANSLUITEN: ............ 112 De software/drivers voor de MFC-9650 in Windows® installeren ....113 De printer driver voor de FAX-8750P installeren ..............................115 Bij gebruik van Windows NT® Workstation, versie 4.0: .............. 115 Bij gebruik van Windows® 95 of 98: ............................................ 115 Het hulpprogramma installeren in MS-DOS® ...............................116 Deze printer met het DOS-hulpprogramma gebruiken ......................116 Hoe werkt de Remote Printer Console? .............................................116 De Remote Printer Console .......................................................... 116 Printer Status Monitor .................................................................. 117 De Remote Printer Console installeren ..............................................117 Gebruik van de Remote Printer Console ...........................................118
De machine als printer gebruiken Speciale printerfuncties ..................................................................... 119 (Alleen voor de MFC-9650/FAX-8750P)
Afdrukken in Windows® ....................................................................119 Ondersteuning van populaire printer emulaties .................................119 De Remote Printer Console voor DOS ..............................................119 Bi-directionele parallelle interface.................................................... 120 Verbeterd geheugenbeheer ................................................................ 120 Afdrukken maken vanaf uw PC ...................................................... 120 Papiercassette .................................................................................... 120 Aan twee zijden afdrukken (handmatig duplex afdrukken) .............. 121 De handmatige papierinvoer ............................................................. 121 Eén vel papier invoeren ................................................................ 122 Meerdere vellen tegelijk laden ..................................................... 122 Afdrukken op dikker papier of op karton ..................................... 123 Face-down uitvoer ............................................................................ 124 Tegelijkertijd afdrukken en faxen .................................................. 124 Toetsen op het bedieningspaneel (Alleen voor de MFC-9650) ... 125 De toets On/Off Line ........................................................................ 125 De toets FF/Cont ............................................................................... 125 De toets Test/Reset ............................................................................ 125 De toets Print Priority ....................................................................... 125
v
vi
I N H O U D S O P G AV E
14 15 Optionele accessoires
Belangrijke informatie
16 Problemen oplossen en onderhoud
Functies in het printermenu (Alleen voor de MFC-9650/ FAX-8750P) ....................................................................................... 126 De interne fontlijst afdrukken ........................................................... 126 De printerconfiguratie afdrukken ...................................................... 126 De fabrieksinstellingen herstellen ..................................................... 126 PC-gegevens afdrukken als hexadecimale gegevens ........................ 126 Papierspecificaties ............................................................................ 127 Geheugenkaart ................................................................................... 129 Optioneel geheugen voor faxbewerkingen ....................................... 129 Voor de fax ................................................................................... 129 Los verkrijgbare papiercassette ...................................................... 130 Netwerkkaart (LAN) (Alleen voor de MFC-9650/FAX-8750P) . 130 Belangrijke veiligheidsinstructies ................................................ 131 IEC 825 Specificatie ..................................................................... 133 Radiostoring ................................................................................. 134 Voor uw eigen veiligheid .............................................................. 134 IEC 825 Laser Class (Voortr 220-240 V) ..................................... 134 Aansluiting ................................................................................... 134
Problemen oplossen ........................................................................... 135 Foutmeldingen .................................................................................. 135 Doc. vastgelopen ............................................................................... 138 Printer probleem ............................................................................... 138 Papier is vastgelopen in de multifunctionele papiercassette ........ 139 Papier is vastgelopen in de buurt van de drum ............................. 140 Papier is vastgelopen in de fuser .................................................. 140 Andere problemen ............................................................................. 141 Problemen met applicaties met speciale comms-drivers, zoals HP Pavilion PC en de screen-saver HP DEMO .................................... 146 Bi-directionele parallelle poorten (de standen ‘nibble’ en ‘byte’) .... 146 De “Machine Connect Failure” of Bi-directionele communicatiefout ....................................................................... 147 Brother HL-6/6V/10h/630series/660series/960/1260/WL-660: ... 147 HP LaserJet series II, IID, IIP, IIP+, III, IIID, IIIP of IV Plus ...... 147 HP LaserJet 4 Plus: ....................................................................... 148 NEC SuperScript 610/660: ........................................................... 148 EPSON ActionLaser 1100 / 1400: ................................................ 148 Lexmark WinWriter 200: .............................................................. 148 Grafische afbeeldingen of tekst ontbreekt op de afdruk ............... 149 De machine inpakken en vervoeren ................................................ 150 Regelmatig onderhoud ...................................................................... 152 De scanner reinigen .......................................................................... 152 De printer reinigen ............................................................................ 153
I N H O U D S O P G AV E
17
Specificaties
De drumkit reinigen .......................................................................... 154 De tonercassette vervangen .............................................................. 155 Het tonerlampje ............................................................................ 155 Om de tonercassette te vervangen gaat u als volgt te werk: ......... 156 Overwegingen m.b.t. de gebruiksduur van de drumkit van uw Brother-faxmachine ........................................................................ 159 De drumkit vervangen ...................................................................... 160
Specificaties ......................................................................................... 163 Printerspecificaties ............................................................................ 164 Specificaties - elektrisch en omgeving ............................................ 165 Specificaties parallelle interface (Alleen voor de MFC-9650/ FAX-8750P) ....................................................................................... 166 RESIDENTE FONTS ....................................................................... 166
Verklarende woordenlijst ................................................................. 169 Index .................................................................................................... 173 Lijst van accessoires .......................................................................... 177
vii
viii
I N H O U D S O P G AV E
1
H O O F D S T U K
1 E E N
Inleiding
Over deze handleiding Dank u voor het aanschaffen van een Brother-faxmachine. Dit apparaat is zo ontwikkeld, dat het eenvoudig te bedienen is. Op het LCD-scherm verschijnen prompts die u helpen bij het instellen en gebruiken van de diverse functies. Wij raden u echter toch aan deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle functies van het apparaat. Uw apparaat is tevens voorzien van een Help-toets. Druk op Help/ Broadcast(FAX-8350P/MFC-9650) of Help (FAX-8750P) om een overzicht af te drukken van de meest elementaire stappen en functies.
Informatie opzoeken De titels van alle hoofdstukken en subhoofdstukken staan in de inhoudsopgave. Informatie over specifieke kenmerken of functies kan worden opgezocht in de index achterin deze handleiding. In deze handleiding zult u verder nog symbolen tegenkomen die u attenderen op belangrijke informatie, verwijzingen en waarschuwingen. Hier en daar zijn ook LCD-schermen afgebeeld, zodat duidelijk wordt geïllustreerd op welke toetsen u moet drukken.
2
HOOFDSTUK EEN
In deze handleiding gebruikte symbolen Opmerking of extra informatie.
Als u de aanbevelingen niet opvolgt, kan de machine worden beschadigd of zal zij niet naar behoren werken.
Waarschuwing. Het niet navolgen van deze waarschuwingen kan schade veroorzaken.
Omtrent faxmachines Als dit de eerste keer is dat u een faxmachine gaat gebruiken, zal alles op het eerste gezicht tamelijk mysterieus lijken. U zult echter al gauw wennen aan de faxtonen op uw telefoonlijn en zult binnen de kortste keren probleemloos faxen verzenden en ontvangen.
Faxtonen en aansluitbevestiging Wanneer iemand u een fax stuurt, zendt hun faxmachine faxtonen naar uw apparaat. Dit zijn zachte, onderbroken piepjes die met een tussenpoos van vier seconden worden uitgezonden. U hoort deze tonen als u na het kiezen op Start drukt. Ze houden tot ongeveer 40 seconden na het kiezen aan. Tijdens deze 40 seconden begint de verzendende machine met de aansluitbevestiging met het ontvangende apparaat. Telkens wanneer u automatisch een fax verzendt, worden er via de telefoonlijn faxtonen uitgezonden. Wanneer u deze tonen op uw telefoonlijn hoort, betekent dit dat er een fax binnenkomt. Het ontvangende apparaat antwoordt met faxontvangsttonen: een luid tjirpend geluid. Als uw faxmachine een faxbericht ontvangt, laat zij dit geluid ongeveer 40 seconden lang horen en verschijnt op het LCDscherm de melding ONTVANGST. Als uw faxmachine in de stand Alleen Fax staat, wordt elk telefoontje automatisch met de faxontvangsttonen beantwoord. Zelfs als de andere partij ophangt, blijft uw faxmachine gedurende ongeveer 40 seconden faxontvangsttonen uitzenden en blijft de melding ONTVANGST op het LCD-scherm staan. Druk op Stopom deze zogenaamde ontvangststand af te sluiten.
INLEIDING
Wanneer uw faxmachine in de Fax/Tel-stand (oftewel de F/T-stand) staat, wordt elk telefoontje met een kort piepje beantwoord. Na dit piepje luistert de faxmachine of er faxtonen worden uitgezonden. Als ze deze faxtonen hoort, antwoordt uw machine met de faxontvangsttonen. De aansluitbevestiging vindt plaats wanneer beide faxmachines tegelijkertijd het tjirpende geluid maken. Dit moet ten minste twee tot vier seconden duren, zodat de machines kunnen bepalen op welke wijze de fax wordt verzonden en ontvangen. De aansluiting kan pas worden bevestigd nadat het telefoontje is beantwoord, maar omdat de faxtonen slechts gedurende 40 seconden worden uitgezonden is het zaak dat de ontvangende faxmachine het telefoontje zo snel mogelijk beantwoordt, de telefoon mag immers niet te lang overgaan. Wanneer u op uw faxlijn ook een antwoordapparaat (TAD) heeft aangesloten, bepaalt uw antwoordapparaat na hoeveel keer overgaan een telefoontje wordt beantwoord. Lees het gedeelte over het aansluiten van een antwoordapparaat aandachtig door (u vindt dit in hoofdstuk 2 “Installatie”).
ECM-stand (foutencorrectie) In deze stand controleert de machine de faxtransmissie om te zien of deze storingsvrij verloopt. ECM-transmissies zijn uitsluitend mogelijk als beide faxmachines over een ECM-functie beschikken. In dat geval worden faxberichten tijdens het verzenden en ontvangen continu gecontroleerd en ingeval van ruis op de lijn gecorrigeerd. Voor deze functie moet echter wel voldoende geheugen in uw faxmachine beschikbaar zijn.
3
HOOFDSTUK EEN
16
2
17 18
3
4
19
5
6
20
7
8
9
Overzicht van het bedieningspaneel van de FAX-8350P
10
11
12
13
14
15
1
4
INLEIDING
1
2
LCD-scherm
Photo
Op het LCD-scherm verschijnen meldingen die u helpen bij de installatie, het gebruik en het programmeren van uw faxmachine.
Deze toets wordt gebruikt voor het kopiëren van foto’s.
Tonerlampje Als de toner bijna op is, gaat dit waarschuwingslampje knipperen ter aanduiding dat de tonercassette moet worden vervangen. Als het lampje blijft branden, is de toner op en kunt u niet meer afdrukken.
3
Resolution Met deze toets kunt u de resolutie van een te verzenden fax instellen.
4
Tel-Index Met deze toets kunt u namen en nummers opzoeken die in het kiesgeheugen zijn opgeslagen.
5
Resolutielampjes Deze lampjes geven aan welke resolutie geselecteerd is.
6
Lampjes voor stand voor beantwoorden Deze lampjes geven aan hoe de machine inkomende telefoontjes zal beantwoorden.
7
Help/Broadcast Druk op deze toets als u een beknopte helplijst wilt afdrukken. Gebruik deze toets tevens als u een fax wilt sturen naar meerdere adressen (maximaal 182 locaties).
8
Mode Met deze toets kunt u specificeren hoe de fax inkomende telefoontjes moet beantwoorden.
9
Functietoetsen voor het kopiëren Enlarge Hiermee kunnen vergrotingen worden gemaakt met de volgende vergrotingspercentages: 100%, 120%, 125%, 150%, 200% en HND.
Sort Druk op deze toets als u van een document met meerdere pagina’s op volgorde gesorteerde kopieën wilt maken.
Reduce Hiermee kunnen verkleiningen worden gemaakt met de volgende verkleiningspercentages: AUTO, 100%, 50%, 87%, 93% en HND. Met AUTO bepaalt de machine zelf het verkleiningspercentage om de tekst of afbeelding keurig op één pagina te passen. Met HND kunt u zelf in stappen van 1% een verkleiningspercentage van 50% tot 100% invoeren.
Copy Deze toets wordt gebruikt om een kopie te maken.
10 Directkiestoetsen Met deze 16 toetsen krijgt u toegang tot 32 vooraf geprogrammeerde telefoonnummers.
11 Shift Met deze toets kunnen de directkiestoetsen 17 t/m32 worden opgeroepen.
12 Tel (Telefoon) Deze toets wordt gebruikt om een telefoongesprek te voeren met de externe handset.
13 R (Recall) Als uw faxmachine is aangesloten op een PBX, kunt u met deze toets toegang krijgen tot een externe lijn, de centrale oproepen of een telefoontje overzetten naar een ander toestel.
14 Speed Dial Hiermee kunnen in het geheugen geprogrammeerde nummers worden gekozen door het bijbehorende, uit twee cijfers bestaande nummer in te toetsen.
15 Redial/Pause Met een druk op deze toets wordt het laatst gekozen nummer opnieuw gekozen. Deze toets wordt tevens gebruikt voor het invoegen van een pauze in automatisch te kiezen nummers.
16 Kiestoetsen Met deze toetsen worden tel./ faxnummers gekozen. Deze toetsen worden tevens gebruikt om informatie in te voeren in de faxmachine.
17 Volume High/Low Hiermee kunt u het volume van de luidsprekers en de bel instellen.
18 Programmeertoetsen:
Menu Met deze toets krijgt u toegang tot de functies en de programmeerstand.
(pijltoets links) / Security Met deze toets beweegt u de cursor op het LCD-scherm naar links en gaat u naar de vorige functie/menu-optie. Als de machine inactief is, kunt u deze toets tevens gebruiken om de meeste functies te blokkeren, met uitzondering van faxontvangst in het geheugen.
Set Deze toets wordt gebruikt om een instelling op te slaan.
(pijltoets recht) / Verify Met deze toets beweegt u de cursor op het LCD-scherm naar rechts en gaat u naar de volgende functie/menu-optie. Als de machine inactief is, kunt u hiermee tevens het verzendrapport van uw laatste transmissie afdrukken.
Clear Hiermee worden de ingevoerde gegevens verwijderd of wordt de procedure één stap terug geplaatst.
19 Stop Met een druk op deze toets wordt een faxtransmissie gestopt, een bewerking geannuleerd of een functiemenu afgesloten.
20 Start Met een druk op deze toets wordt een faxbericht verzonden.
5
HOOFDSTUK EEN
10
17
2
18 19
3
4
20
5
6
21
7
8
9
Overzicht van het bedieningspaneel van de MFC-9650
11
12
13
14
15
16
1
6
INLEIDING
1
2
LCD-scherm
Print Priority
Op het LCD-scherm verschijnen meldingen die u helpen bij de installatie, het gebruik en het programmeren van uw faxmachine.
Druk op deze toets als u gegevens van uw PC wilt afdrukken zonder dat de machine stopt om een fax te ontvangen. Faxen worden opgeslagen en kunnen later worden afgedrukt. Na een druk op deze toets is er tevens meer geheugen beschikbaar voor afdruktaken.
Tonerlampje Als de toner bijna op is, gaat dit waarschuwingslampje knipperen ter aanduiding dat de tonercassette moet worden vervangen. Als het lampje blijft branden, is de toner op en kunt u niet meer afdrukken.
3
Resolution Met deze toets kunt u de resolutie van een te verzenden fax instellen.
4
Tel-Index Met deze toets kunt u namen en nummers opzoeken die in het kiesgeheugen zijn opgeslagen.
5
6
7
8
Met gebruik van deze toets wordt er een testpagina afgedrukt. Als deze toets tegelijk met de Shift-toets wordt ingedrukt, worden de gegevens uit het geheugen gewist, een foutstatus verwijderd en de fabrieksinstellingen hersteld.
10 Functietoetsen voor het
kopiëren: Enlarge
Deze lampjes geven aan welke resolutie geselecteerd is.
Hiermee kunnen vergrotingen worden gemaakt met de volgende vergrotingspercentages: 100%, 120%, 125%, 150%, 200% en HND.
Lampjes voor stand voor beantwoorden
Sort
Resolutielampjes
Deze lampjes geven aan hoe de machine inkomende telefoontjes zal beantwoorden.
Druk op deze toets als u van een document met meerdere pagina’s op volgorde gesorteerde kopieën wilt maken.
Help/Broadcast
Photo
Druk op deze toets als u een beknopte helplijst wilt afdrukken. Gebruik deze toets tevens als u een fax wilt sturen naar meerdere adressen (maximaal 182 locaties).
Deze toets wordt gebruikt voor het kopiëren van foto’s.
Mode Met deze toets kunt u specificeren hoe de fax inkomende telefoontjes moet beantwoorden.
9
Test/Reset
Functietoetsen voor het afdrukken On/Off Line
Reduce Hiermee kunnen verkleiningen worden gemaakt met de volgende verkleiningspercentages: AUTO, 100%, 50%, 87%, 93% en HND. Met AUTO bepaalt de machine zelf het verkleiningspercentage om de tekst of afbeelding keurig op één pagina te passen. Met HND kunt u zelf in stappen van 1% een verkleiningspercentage van 50% tot 100% invoeren.
Copy
Met deze toets wordt de printer online (gereed om gegevens van een PC te ontvangen) en off-line (niet in staat om gegevens van een PC te ontvangen) gezet. Als de printer online staat, verschijnt het bericht ON LINE op de LCD.
11 Directkiestoetsen
FF/Cont
12 Shift
Wanneer het LCD-scherm het bericht MEER GEGEVENS weergeeft, kunt u het apparaat instellen op OFF LINE en deze toets indrukken om een afdruk te maken van de gegevens in het geheugen. Tevens kunnen hiermee bepaalde werkings- en apparaatfouten worden hersteld.
Deze toets wordt gebruikt om een kopie te maken. Met deze 16 toetsen krijgt u toegang tot 32 vooraf geprogrammeerde telefoonnummers. Met deze toets kunnen de directkiestoetsen 17 t/m32 worden opgeroepen. Als de Shift-toets en Test/Reset worden ingedrukt in de stand Printer, worden de fabrieksinstellingen van het apparaat weer hersteld.
13 Tel (Telefoon) Deze toets wordt gebruikt om een telefoongesprek te voeren met de externe handset.
14 R (Recall) Als uw faxmachine is aangesloten op een PBX, kunt u met deze toets toegang krijgen tot een externe lijn, de centrale oproepen of een telefoontje overzetten naar een ander toestel.
15 Speed Dial Met een druk op deze toets wordt het laatst gekozen nummer opnieuw gekozen. Deze toets wordt tevens gebruikt voor het invoegen van een pauze in automatisch te kiezen nummers.
16 Redial/Pause Hiermee kunnen in het geheugen geprogrammeerde nummers worden gekozen door het bijbehorende, uit twee cijfers bestaande nummer in te toetsen.
17 Kiestoetsen Met deze toetsen worden tel./ faxnummers gekozen. Deze toetsen worden tevens gebruikt om informatie in te voeren in de faxmachine.
18 Volume High/Low Hiermee kunt u het volume van de luidsprekers en de bel instellen.
19 Programmeertoetsen:
Menu Met deze toets krijgt u toegang tot de functies en de programmeerstand.
(pijltoets links) Met deze toets beweegt u de cursor op het LCD-scherm naar links en gaat u naar de vorige functie/menu-optie.
Set Deze toets wordt gebruikt om een instelling op te slaan.
(pijltoets recht) / Verify Met deze toets beweegt u de cursor op het LCD-scherm naar rechts en gaat u naar de volgende functie/menu-optie. Als de machine inactief is, kunt u hiermee tevens het verzendrapport van uw laatste transmissie afdrukken.
Clear Hiermee worden de ingevoerde gegevens verwijderd of wordt de procedure één stap terug geplaatst.
20 Stop Met een druk op deze toets wordt een faxtransmissie gestopt, een bewerking geannuleerd of een functiemenu afgesloten.
21 Start Met een druk op deze toets wordt een faxbericht verzonden.
7
HOOFDSTUK EEN
12 13
11
10
20
2
21 22
3
4
23
5
6
24
7
8
9
Overzicht van het bedieningspaneel van de FAX-8750P
14
15
16
17
18
19
1
8
INLEIDING
1
LCD-scherm Op het LCD-scherm verschijnen meldingen die u helpen bij het gebruik en het programmeren van uw faxmachine.
2
Tonerlampje Als de toner bijna op is, gaat dit waarschuwingslampje knipperen ter aanduiding dat de tonercassette moet worden vervangen. Als het lampje blijft branden, is de toner op en kunt u niet meer afdrukken.
3
Resolution Met deze toets kunt u de resolutie van een te verzenden fax instellen.
4
Tel-Index Met deze toets kunt u nummers opzoeken die in het kiesgeheugen zijn opgeslagen.
5
Resolutielampjes Deze lampjes geven aan welke resolutie geselecteerd is
6
Lampjes voor stand voor beantwoorden Deze lampjes geven aan hoe de machine inkomende telefoontjes zal beantwoorden.
7
Help Druk op deze toets als u een Help-lijst wilt afdrukken.
8
Mode Met deze toets kunt u specificeren hoe de fax inkomende telefoontjes moet beantwoorden.
9
Verify Wanneer de machine inactief is, kunt u deze toets gebruiken voor het afdrukken van het verzendrapport van uw laatste transmissie.
10 Security Blokkeert de meeste functies, met uitzondering van faxontvangst in het geheugen.
11 Delayed Transmit Stelt de machine in op het later verzenden van uw documenten.
12 Broadcast Gebruik deze toets als u een faxbericht naar diverse locaties wilt verzenden (één fax naar maximaal 182 locaties).
13 Functietoetsen voor het
kopiëren Enlarge Deze toets wordt gebruikt om vergrote kopieën te maken. U kunt kiezen tussen: 100%, 120%, 125%, 150%, 200% en HND.
Sort Druk op deze toets als u van een document met meerdere pagina’s op volgorde gesorteerde kopieën wilt maken.
Photo Deze toets wordt gebruikt voor het kopiëren van foto’s.
Reduce Deze toets wordt gebruikt om verkleinde kopieën te maken. U kunt kiezen tussen: AUTO, 100%, 50%, 87%, 93% en HND. Met AUTO bepaalt de machine zelf het verkleiningspercentage om de tekst of afbeelding keurig op één pagina te passen. Met HND kunt u zelf in stappen van 1% een verkleiningspercentage van 50% tot 100% invoeren.
Copy Deze toets wordt gebruikt om een kopie te maken.
14 Directkiestoetsen Met deze 16 toetsen worden de 32 opgeslagen telefoonnummers automatisch gekozen.
15 Shift Met deze toets kunnen de directkiestoetsen 17 t/m32 worden opgeroepen.
16 Tel (Telefoon) Deze toets gebruikt u om een telefoongesprek over te nemen wanneer u een normaal telefoontje beantwoordt in de F/ T-stand, enz.
17 R (Recall) Wanneer uw faxmachine op een centrale is aangesloten, krijgt u met deze toets toegang tot een buitenlijn. Wordt bovendien gebruikt om de telefonist(e) op te roepen of om een telefoontje naar een ander toestel over te zetten.
18 Speed Dial Na een druk op deze toets kunt u de opgeslagen 2-cijferige snelkiesnummers gebruiken.
19 Redial/Pause Deze toets kiest het laatstgekozen nummer opnieuw. Wordt bovendien gebruikt om in automatisch te kiezen nummers een pauze in te voegen.
20 Kiestoetsen Deze toetsen worden gebruikt om telefoon- en faxnummers te kiezen. Ze worden bovendien gebruikt als alfanumerieke toetsen om informatie in de faxmachine in te voeren.
21 Volume High/Low Hiermee stelt u het volume van de luidspreker en van de bel af.
22 Programmeertoetsen:
Menu Met deze toets krijgt u toegang tot de functies en de programmeerstand, zodat u de instellingen kunt wijzigen.
(Cursor naar links) Met deze toets beweegt u de cursor op het LCD-scherm naar links en gaat u naar de vorige functie/menu-optie.
Set Deze toets wordt gebruikt om een functie-instelling op te slaan.
(Cursor naar rechts) Met deze toets beweegt u de cursor op het LCD-scherm naar rechts en gaat u naar de volgende functie/menu-optie.
Clear Met deze toets wist u gegevens of loopt u stap voor stap achteruit door de programmeerstand heen.
23 Stop Met deze toets onderbreekt u een faxtransmissie, annuleert u een taak of sluit u de programmeerstand af.
24 Start Gebruik deze toets om een bepaalde taak te starten, zoals bijvoorbeeld een faxtransmissie.
9
10
HOOFDSTUK EEN
2
H O O F D S T U K
11 T W E E
Installatie
Lijst van onderdelen Controleer of onderstaande onderdelen allemaal aanwezig zijn. *Ferrietring
*Kabelklem
Drum
*Belangrijke mededeling
Documentensteun
Netsnoer
Telefoonsnoer Gebruikershandleiding
MFL Unimessage Pro handleiding (Alleen voor MFC-9650) Documentlade met steun
*CD-ROM
* ······· Alleen voor MFC-9650/FAX-8750P Wanneer de faxmachine vervoerd moet worden, moet zij zorgvuldig in het originele verpakkingsmateriaal worden ingepakt.
12
HOOFDSTUK TWEE
Een geschikte plaats kiezen Zet het apparaat op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingvrije plaats. Plaats het apparaat in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard, geaard stopcontact. Zet de faxmachine niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen. Plaats het apparaat niet in de buurt van verwarmingstoestellen, radiatoren, airconditioners, water, chemicaliën of koelkasten. Zorg ervoor dat uw faxmachine niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht of stof. Sluit uw faxmachine niet aan op een stopcontact dat is voorzien van een wandschakelaar of een automatische timer. Bij een stroomonderbreking gaan de gegevens in het geheugen van de machine mogelijk verloren. Sluit uw faxmachine niet aan op een stopcontact dat op dezelfde stroomkring zit als grote apparaten of andere apparatuur die de stroomtoevoer kunnen verstoren. Zorg ervoor dat de luchtstroom van de ventilator aan de zijkanten van de machine niet geblokkeerd wordt.
Let op
I N S TA L L AT I E
Let op 1 Wij raden u aan om dit product met een spanningsfilter te gebruiken, zodat het apparaat tijdens onweer is beschermd tegen spanningsschommelingen.
2 Nooit niet-geïsoleerde telefoonbedrading of aansluitpunten aanraken, tenzij de telefoonlijn bij het wandcontact is afgesloten.
3 Het gebruik van telefoons anders dan draadloze telefoons tijdens onweer vermijden. Bliksem kan elektrische schokken veroorzaken.
4 Als u een gaslek wilt rapporteren, nooit een telefoon in de buurt van dat gaslek gebruiken.
De machine in elkaar zetten De drumkit (met tonercassette) installeren 1 Pak de drumkit met de tonercassette uit. Schud het geheel voorzichtig vijf of zes keer heen en weer.
De drumkit mag niet langer dan een paar minuten aan zonlicht worden blootgesteld, anders wordt hij beschadigd.
13
14
HOOFDSTUK TWEE
2 Maak de voorkap van de machine open.
3 Plaats de drumkit in de machine.
4 Sluit de voorkap.
I N S TA L L AT I E
De laden bevestigen 1 Bevestig de documentensteun en de documentlade met steun en trek de steun uit; deze steun houdt de documenten op hun plaatst.
Documentensteun
Documentlade met steun
2 Vouw de steun voor uitvoer via de voorzijde uit, die de afgedrukte pagina’s op hun plaats houdt.
Steun voor uitvoer via voorzijde
15
16
HOOFDSTUK TWEE
Papier in de multifunctionele papiercassette plaatsen 1 Trek de papiercassette helemaal uit de machine.
2 Stel de papiergeleiders aan de rechter- en de achterkant van de papiercassette af op het formaat papier dat u plaatst.
I N S TA L L AT I E
3 Schud de stapel los. Plaats papier in de papiercassette. Plaats het papier in de papiercassette. Druk de stapel naar beneden, zodat het papier in alle vier de hoeken van de papiercassette plat ligt. Het papier mag niet boven de markering voor maximale papierhoogte uit steken. De cassette kan maximaal 250 vellen papier (75 g/m2) bevatten. Markering voor maximale papierhoogte
4 Schuif de papiercassette weer in de machine, totdat de cassette op zijn plaatst klikt.
Te gebruiken papier Afm. : A4, Letter, B5, A5, A6, Executive Gewicht : 64 g/m2 tot 105 g/m2 Dikte : 0,08-0,13 mm
Sleuf voor handinvoer De sleuf voor handinvoer bevindt zich boven de multifunctionele papiercassette. Plaats papier of enveloppen een voor een. Het is niet nodig om het papier uit de papiercassette te verwijderen. Voor het afdrukken of kopiëren op etiketten, transparanten, karton of dikker papier:
Sleuf voor handinvoer
17
18
HOOFDSTUK TWEE
Te gebruiken papier Afm. : 70 x 116 mm-216 x 356 mm Gewicht : 64 g/m2 tot 158 g/m2 Dikte : 0,08-0,20 mm
De machine opstellen Volg voor het aansluiten van het netsnoer en de telefoonlijn onderstaande instructies.
1 Sluit het netsnoer aan. U dient het meegeleverde netsnoer te gebruiken. Wanneer u de elektrische voeding aansluit, verschijnt op het LCDscherm de datum en de tijd. Opmerking ■ Deze faxmachine moet via een standaardstopcontact worden geaard. ■ Aangezien de faxmachine via het netsnoer wordt geaard, kunt u uzelf
tegen mogelijke elektrische gevaren op het telefoonnetwerk beschermen door tijdens het aansluiten op een telefoonlijn de stroom van het apparaat aan te laten staan. Wanneer het apparaat moet worden verplaatst, beschermt u uzelf door eerst de telefoonlijn af te sluiten en pas daarna de stekker uit het stopcontact te trekken. ■ De rollen niet aanraken wanneer deze draaien.
2 Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op de ingang met het opschrift LINE aan de linkerzijde van de machine en sluit het andere uiteinde aan op het telefoonstopcontact.
I N S TA L L AT I E
Aansluiting op meerdere lijnen (PBXs) De meeste kantoren maken gebruik van een eigen telefooncentrale (PBX). Deze machine werkt met de meeste centrales en systemen die een tweedraads analoge aansluiting accepteren. Het is echter verstandig voor uw faxmachine een afzonderlijke lijn te gebruiken. Zo kan de machine continu in faxontvangststand (FAX) blijven staan, zodat ze dag en nacht faxberichten kan ontvangen.
Aansluiting op een PBX 1 Het is niet zeker dat het apparaat met PBXs onder alle omstandigheden naar behoren zal werken. Bij problemen dient u zich in eerste instantie te wenden tot het bedrijf dat uw PBX verzorgt.
2 Als alle inkomende telefoontjes door een telefonist(e) worden beantwoord, is het raadzaam de stand voor antwoorden op handmatig in te stellen. Alle inkomende telefoontjes worden dan in eerste instantie als telefoongesprekken beschouwd.
3 Dit apparaat kan worden gebruikt op lijnen die gebruik maken van tonen of van pulsen.
Een antwoordapparaat aansluiten (TAD) Volgorde U kunt een antwoordapparaat op uw faxmachine aansluiten. Als u een extern antwoordapparaat aansluit op dezelfde telefoonlijn, zal het antwoordapparaat alle inkomende telefoontjes aannemen. De faxmachine luistert of er faxtonen worden doorgegeven en als ze deze tonen hoort, wordt het faxbericht op uw faxmachine ontvangen. Als er geen faxtonen worden uitgezonden, wordt uw faxmachine niet geactiveerd en kan men op de gebruikelijke manier een berichtje op uw antwoordapparaat achterlaten. Het antwoordapparaat moet na maximaal vier keer overgaan opnemen. Het is echter raadzaam om uw antwoordapparaat zo in te stellen, dat het de telefoon al na twee keer overgaan aanneemt. Uw faxmachine kan de faxtonen namelijk pas waarnemen nadat het antwoordapparaat de telefoon heeft beantwoord, en als dit pas na vier keer overgaan gebeurt, worden er slecht 8-10 seconden lang faxtonen uitgezonden. Dit geeft de faxmachine erg weinig tijd voor de aansluitbevestiging. Volg onze instructies voor het opnemen van een uitgaand bericht nauwkeurig op. De telefoonkosten-spaarstand op uw antwoordapparaat niet gebruiken. Het is belangrijk dat uw antwoordapparaat via de EXT-ingang of hetzelfde telefoonstopcontact op de machine wordt aangesloten. Sluit nooit elders op de lijn een antwoordapparaat aan, daar dit problemen met beantwoorden zal veroorzaken.
19
20
HOOFDSTUK TWEE
Aansluitingen
1 Een extern antwoordapparaat moet als volgt op uw faxmachine worden aangesloten.
TAD
TAD
2 Stel uw antwoordapparaat zo in, dat na een of twee keer overgaan wordt opgenomen.
3 Neem een uitgaand bericht op uw antwoordapparaat op. 4 Activeer het antwoordapparaat. 5 Stel de faxmachine in op het gebruik van een antwoordapparaat (TAD) (druk op Mode totdat zowel het Fax- als het F/T-lampje brandt).
Uitgaand bericht van antwoordapparaat Timing is van essentieel belang wanneer u dit uitgaande bericht opneemt. Met dit bericht wordt bepaald hoe handmatig en automatisch verzonden faxberichten worden ontvangen.
1 Spreek op uw antwoordapparaat een zo kort mogelijk bericht in (niet langer dan twintig seconden).
2 Neem eerst vijf seconden stilte op (dit geeft uw faxmachine de gelegenheid om te luisteren of er aan de andere kant faxtonen worden uitgezonden, zodat faxberichten sneller kunnen worden ontvangen).
3 Aan het einde van het uitgaande bericht moet u de code voor activeren op afstand vermelden, zodat men ook handmatig faxberichten kan sturen. Bijvoorbeeld: “Na de toon kunt u een bericht inspreken of op 51 drukken en een fax sturen.” Houd er rekening mee dat sommige handmatig verzonden faxen niet automatisch kunnen worden ontvangen. Dit komt omdat de verzendende faxmachine dan geen faxtonen doorgeeft. Daarom is het raadzaam altijd uw code voor activeren op afstand te vermelden.
I N S TA L L AT I E
Een externe telefoon aansluiten U kunt op uw faxmachine een ander telefoontoestel (of een antwoordapparaat) aansluiten. Zie onderstaande afbeelding
Extern toestel
Tweede toestel
Wanneer dit externe toestel (of het antwoordapparaat) in gebruik is, staat op het LCD-scherm de melding TELEFOON.
21
22
HOOFDSTUK TWEE
3
H O O F D S T U K
23 D R I E
Programmeren op het scherm
Gebruikersvriendelijk programmeren Zie “Informatie opzoeken” in hoofdstuk 1
We hebben in uw faxmachine een functie voor programmeren op het LCD-scherm en een Help-toets ingebouwd. Programmeren op het scherm is uiterst eenvoudig en helpt u alle functies van dit apparaat optimaal te benutten. Tijdens het programmeren van uw faxmachine verschijnen op het LCDscherm stap voor stap meldingen die u door de programmeringsprocedure leiden. U volgt gewoon de instructies op het LCD-scherm; ze helpen u de juiste functiemenu’s, programmeringsopties en instellingen te selecteren.
De programmeerstand gebruiken Druk op het bedieningspaneel op Menu om toegang te krijgen tot de programmeerstand. In de programmeerstand verschijnt op het LCD-scherm van uw faxmachine een lijst van de belangrijkste menu-opties. Deze opties verschijnen achtereenvolgens op het LCD-scherm. Wanneer de gewenste optie op het LCD-scherm verschijnt, drukt u op Set om deze te selecteren. als u sneller door de opties in het functiemenu wilt Gebruik de bladeren. Wanneer de gewenste optie op het LCD-scherm verschijnt, om achteruit door de drukt u op Set om deze te selecteren. (Druk op opties te bladeren als u bijvoorbeeld de optie van uw keuze voorbij bent gelopen. Deze cursortoetsen bladeren respectievelijk vooruit en achteruit door de opties.) Druk op Stop om de programmeerstand af te sluiten. Voordat u op Set drukt, kunt u met de normale kiestoetsen vergissingen corrigeren die gemaakt zijn tijdens het invoeren van informatie. Druk op om de cursor naar de positie in kwestie te brengen en voer de nieuwe gegevens in. Wanneer u een functie afsluit, verschijnt op het LCD-scherm de melding GEACCEPTEERD.
24
HOOFDSTUK DRIE
Functies selecteren Als u reeds vertrouwd bent met het programmeren van een faxmachine, zult u de meeste programmeringsinstellingen zonder deze handleiding kunnen uitvoeren. Om u een beter inzicht te geven in de selectie van functies, opties en instellingen, hebben we onderstaande tabel opgesteld. Neem deze tabel door om een beter inzicht te krijgen in wat deze faxmachine zoal kan doen. < 1. FUNCTIES VAN HET FAX MENU > 1. STAND.INSTEL. Functie
Beschrijving
1. Niet gebruikt. 2. DATUM/TIJD
---
-4
3.
--
4
LAAG
4
UIT
4
--
4
00 Min.
4
UIT
4
NEDERLANDS
4
4.
5. 6.
7.
8. 9.
-Voer de datum en de tijd in. Deze gegevens komen op het LCD-scherm en op de faxberichten te staan. STATIONS ID Voer de naam en het fax- en telefoonnummer in die als identificatie bovenaan elke faxpagina moeten worden afgedrukt. WAARSCH. TOON Met deze functie kunt u het volume instellen voor het geluidssignaal dat u hoort telkens wanneer u een toets indrukt, er een fout optreedt en aan het einde van faxtransmissies. PBX Activeer deze functie als uw machine is aangesloten op een centrale. WIJZIG KLOK Met deze functie zet u de klok een uur voor- of achteruit (wintertijd of zomertijd). SLAAPSTAND Met deze functie stelt u in na hoeveel tijd de machine overschakelt naar de slaapstand. BESPAARSTAND Met deze functie schakelt u de stroombespaarstand in en uit. TAAL KEUZE Met deze functie kunt u de taal van de berichten op het LCD-scherm wijzigen.
Fabrieksinstelling Hoofdstuk
2. ONTVANGST MENU Functie
Beschrijving
1. BEL VERTRAGING Met deze functie bepaalt u het aantal keren dat de telefoon overgaat voordat de faxmachine opneemt. Deze functie kan worden gebruikt in de F/T- en de FAXstand. 2. F/T BELTIJD Met deze functie bepaalt u hoe lang de telefoon in de F/T-stand met een dubbele bel mag overgaan. 3. FAX WAARNEMEN Met deze functie kunnen faxberichten worden ontvangen zonder dat u op Start hoeft te drukken. 4. CODE OP AFST. Voer de code in waarmee uw faxmachine vanaf een externe locatie wordt geactiveerd of uitgeschakeld.
Fabrieksinstelling Hoofdstuk BEL VERTR.:02
5
30
5
AAN
5
UIT ( 51, #51)
5
PROGRAMMEREN OP HET SCHERM
2. ONTVANGST MENU (vervolg) Functie
Beschrijving
Fabrieksinstelling Hoofdstuk
5. VERKLEINEN
Met deze functie wordt een inkomend faxbericht verkleind op een pagina afgedrukt. Wanneer het papier in de faxmachine op is, worden de faxberichten automatisch in het geheugen opgeslagen als u deze functie activeert. Met deze functie kunt u de afdrukken donkerder of lichter maken. Met deze functie kunt u een andere faxmachine bellen en daar een faxbericht opvragen (pollen). Met deze functie kunt u toner besparen, zodat de tonercassette langer meegaat. Als deze functie geactiveerd is, kunnen faxen op uw PC worden ontvangen.
AUTO
5
AAN
5
--
5
--
5
UIT
5
AAN
5
6. GEH.ONTVANGST
7. PRINTDICHTHEID 8. ONTVANG POLLEN
9. TONER BESPAAR 0. PC INTERFACE (Alleen voor MFC-9650/ FAX-8750P)
3. VERZEND MENU Functie
Beschrijving
1. VOORBLAD INST. Met deze functie kunt u het apparaat zo instellen, dat met elk faxbericht automatisch een door u geprogrammeerd voorblad wordt verzonden. 2. VOORBLAD OPM. Met deze functie kunt u een op het voorblad af te drukken opmerking invoeren. 3. CONTRAST Met deze functie kunt u de helderheid bijstellen van een faxbericht dat u gaat verzenden. 4. RESOLUTIE Met deze functie kunt u de resolutie voor elke pagina van het faxbericht instellen. 5. INTERNATIONAAL Deze functie wordt gebruikt voor internationale faxtransmissies. 6. RESERVERING Met deze functie kunt u eerst een (alleen met externe faxbericht verzenden en vervolgens met telefoon) de ontvangende partij spreken, of een eenvoudig terugbelbericht afdrukken. 7. TIJDKLOK Met deze functie kunt u uw apparaat zo instellen, dat documenten op een later tijdstip worden verzonden. 8. VERZEND POLLEN Met deze functie kunt u uw apparaat zo instellen, dat een andere faxmachine uw apparaat kan bellen en een faxbericht kan opvragen (gepolld worden). 9. DIRECT VERZ. Met deze functie kunt u documenten tijdelijk in real time verzenden, zonder het geheugen te gebruiken. 0. VERZAMELEN Deze functie verzendt alle faxen die wachten om gelijktijdig naar hetzelfde faxnummer verzonden te worden, in één transmissie naar het nummer in kwestie.
Fabrieksinstelling Hoofdstuk UIT
6
--
6
AUTO
6
STAND.
6
UIT
6
UIT
6
--
6
--
6
UIT
6
UIT
6
25
26
HOOFDSTUK DRIE
4. REST.OPDRACHT. Functie
Beschrijving
Fabrieksinstelling Hoofdstuk
Met deze functie wordt het uitgesteld verzenden van een faxbericht of het pollen geannuleerd.
6
5. AFBREKEN Functie
Beschrijving
Fabrieksinstelling Hoofdstuk
Met deze functie kunt u onmiddellijk een faxbericht verzenden, zelfs als de machine wacht om een faxbericht op een later tijdstip te verzenden of als de polling-stand geactiveerd is.
6
6. KIESGEHEUGEN Functie
Beschrijving
1. DIRECTKIES
Met deze functie kunt u met een druk op -één toets in het geheugen opgeslagen nummers automatisch kiezen. Met deze functie kunt u met een druk op -slechts drie toetsen in het geheugen opgeslagen nummers automatisch kiezen. Hiermee stelt u een groepsnummer in dat -wordt gebruikt voor het groepsverzenden.
2. SNELKIES
3. GROEPS INSTEL.
Fabrieksinstelling Hoofdstuk 7
7
7
7. PRINT LIJSTEN Functie
Beschrijving
Fabrieksinstelling Hoofdstuk
1. VERZ. RAPPORT
Dit rapport geeft aan of een faxtransmissie foutloos is verlopen. In dit rapport staat informatie over de laatste 50 ontvangen en verzonden faxberichten. In deze lijst staan namen en nummers die zijn opgeslagen onder de directkies- en snelkiestoetsen (op numerieke volgorde). Dit is een lijst van onder snel- en directkiestoetsen opgeslagen namen, op alfabetische volgorde. Dit is een lijst van de diverse systeeminstellingen. In deze lijst staat informatie over het gebruikte geheugen. Bestelformulier voor toebehoren, dat naar uw dealer gestuurd moet worden wanneer de tonercassette of de drum vervangen moet worden
AAN+BEELD
10
JOURNAAL:UIT
10
--
10
--
10
--
10
--
10
--
10
2. JOURNAAL
3. KIESLIJST
4. TEL.INDEX
5. SYSTEEM INST. 6. GEH. STATUS 7. BESTEL DOC.
PROGRAMMEREN OP HET SCHERM
8. AFSTAND OPTIES Functie
Beschrijving
1. FAX DOORZEND
Met deze functie wordt uw faxmachine ingesteld op het naar een ander nummer doorzenden van faxberichten. 2. FAX OPSLAAN Met deze functie wordt uw faxmachine ingesteld op het in het geheugen opslaan van faxberichten, zodat u deze vanaf een andere locatie kunt opvragen. 3. AFST.BEDIENING Hiermee stelt u de code in die moet worden ingevoerd om uw faxberichten vanaf een andere locatie op te vragen. 4. PRINT DOCUMENT Met deze functie worden de in het geheugen opgeslagen faxberichten afgedrukt.
Fabrieksinstelling Hoofdstuk UIT
9
UIT
9
159
9
--
5
0. DIVERSEN Functie 1. LEVENSDUUR
Beschrijving
Met deze functie kunt u op het scherm controleren hoe lang de drum nog meegaat. 2. BEVEILIGD GEH. Hiermee worden de meeste functies (Alleen voor FAX-8350P/ geblokkeerd, behalve ontvangst in het FAX-8750P) geheugen. 3. CONTRAST KOPIE Met deze functie kunt u kopieën donkerder of lichter maken. 4. ONDERSTE BAK Zet deze functie AAN als u de los (Alleen met los verkrijgbare selecteer welke cassette er voor het cassette) afdrukken gebruikt moet worden.
Fabrieksinstelling Hoofdstuk --
16
UIT
4
--
11
UIT
5
27
28
HOOFDSTUK DRIE
< 2. FUNCTIES VAN HET PRINTERMENU (Alleen voor de MFC-9650/FAX8750P) > 1. PRINT OPTIES Functie
Beschrijving
Fabrieksinstelling Hoofdstuk
1. INTERN FONT
Hiermee kan een afdruk worden gemaakt van alle residente fonts. Met deze functie wordt een overzicht gegeven van de printerinstellingen en -status.
--
13
--
13
2. CONFIGURATIE
2. RESET PRINTER Functie
Beschrijving
Fabrieksinstelling Hoofdstuk
1. FABRIEKS INST.
Hiermee kunt u alle tijdelijke en standaardinstellingen van de printer terugstellen op de fabrieksinstelling. Als HEX DUMP MODE wordt geselecteerd, worden alle gegevens van de PC afgedrukt in hexadecimaal formaat, hetgeen voor testdoeleinden wordt gebruikt.
--
13
--
13
2. HEX DUMP MODE
< 3. LAN MENU FUNCTIONS (Alleen voor de MFC-9650/ FAX-8750P met los verkrijgbare LAN-netwerkkaart) > Raadpleeg het instructieblad dat wordt geleverd met de LANnetwerkkaart voor nadere informatie hierover.
4
H O O F D S T U K
29 V I E R
Uw machine instellen
Voordat u begint
Datum en tijd instellen Op het LCD-scherm van uw faxmachine wordt de datum en de tijd aangegeven en deze gegevens worden afgedrukt op elke fax die u verzendt. In het geval van een stroomstoring worden deze gegevens gedurende 9 uur in het geheugen bewaard. Alle andere instellingen blijven ongewijzigd.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 1, 2. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 1, 2. U wordt gevraagd het jaar in te voeren.
JAAR:XX VOER IN & SET
2 Voer de laatste twee cijfers van het jaar in. Deze gegevens verschijnen nu op het LCD-scherm.
3 Druk op Set. U wordt gevraagd de maand in te voeren. MAAND:XX VOER IN & SET
4 Voer twee cijfers voor de maand in (bijv. 09 voor september of 10 voor oktober). Deze gegevens verschijnen nu op het LCD-scherm.
5 Druk op Set. U wordt gevraagd de dag in te voeren. DAG:XX VOER IN & SET
6 Voer twee cijfers voor de dag in (bijv. 06). Deze gegevens verschijnen nu op het LCD-scherm.
30
HOOFDSTUK VIER
7 Druk op Set. U wordt gevraagd de tijd in te voeren. TIJD:XX:XX VOER IN & SET
8 Voer de tijd in 24-uurs formaat in (bijv. 15:25 voor 3:25 in de middag).
9 Druk op Set. 10 Druk op Stop. De door u ingestelde datum en tijd staan nu op het LCD-scherm en deze gegevens worden weergegeven zolang de machine stand-by staat.
De stations-ID instellen Zie “Een automatisch voorblad opstellen” in hoofdstuk 6
U kunt uw naam, faxnummer en telefoonnummer in het geheugen van uw faxmachine opslaan. Deze gegevens worden afgedrukt op elke pagina van de faxberichten die u verzendt. Het is zaak dat de fax- en telefoonnummers in internationaal gestandaardiseerd formaat worden ingevoerd, m.a.w. in onderstaande volgorde:-
Het + (plus) teken.
-
Uw landnummer (bijv. 31 voor Nederland of 32 voor België).
-
Uw netnummer zonder de eerste 0.
-
Een spatie.
-
Uw abonneenummer, eventueel met spaties voor de duidelijkheid.
Als uw faxmachine bijvoorbeeld in Nederland is geïnstalleerd, wordt gebruikt voor zowel faxberichten als telefoongesprekken en uw nationale telefoonnummer 0161 444 5555 is, dan moet uw stationsidentificatie als volgt worden ingesteld:- +31 161 444 5555.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 1, 3. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 1, 3. U wordt gevraagd uw faxnummer in te voeren.
FAX: VOER IN & SET Zie “Tekst invoeren” elders in dit hoofdstuk
2 Voer uw faxnummer in (maximaal 20 cijfers). Deze gegevens verschijnen nu op het LCD-scherm.
3 Druk op Set. U wordt gevraagd uw telefoonnummer in te voeren. TEL: VOER IN & SET
4 Voer uw telefoonnummer in (maximaal 20 cijfers). Als uw fax- en telefoonnummer hetzelfde zijn, voert u hetzelfde nummer nogmaals in. Deze gegevens verschijnen nu op het LCD-scherm.
UW MACHINE INSTELLEN
5 Druk op Set. U wordt gevraagd uw naam of de naam van uw bedrijf in te voeren.
NAAM: VOER IN & SET
6 Gebruik de normale kiestoetsen om uw naam in te voeren (maximaal 20 tekens). (Raadpleeg het schema op de volgende pagina.)
7 Druk op Set om de door u ingevoerde gegevens te bevestigen. 8 Druk op Stop. Op het LCD-scherm worden nu weer de datum en de tijd weergegeven. ■ Het hierboven ingevoerde telefoonnummer wordt uitsluitend gebruikt voor terugbelberichten en op het voorblad. ■ Als u geen faxnummer invoert, kan er ook geen verdere informatie worden ingevoerd. (cursor naar rechts) om een spatie tussen ■ Druk eenmaal op nummers in te voegen en druk tweemaal op deze toets om een spatie tussen letters in te voeren. ■ Als uw stations-ID reeds was ingevoerd, wordt u gevraagd of u deze identificatie wilt wijzigen (1) of dat u wilt afsluiten zonder wijzigingen aan te brengen (2).
Tekst invoeren Bij het instellen van bepaalde functies, zoals de stations-ID, moet tekst worden ingevoerd. Boven sommige kiestoetsen staan drie of vier letters. Boven de “0”, “#” en “ ” staat niets omdat deze toetsen een speciale functie hebben. U kiest een letter door het cijfer met de benodigde letter erboven het juiste aantal malen in te drukken. Toets
eenmaal
tweemaal
driemaal
viermaal
vijfmaal
2
A
B
C
2
A
3
D
E
F
3
D
4
G
H
I
4
G
5
J
K
L
5
J
6
M
N
O
6
M
7
P
Q
R
S
7
8
T
U
V
8
T
9
W
X
Y
Z
9
31
32
HOOFDSTUK VIER
Spaties invoegen Wilt u een spatie invoeren, druk dan tweemaal op
.
Corrigeren Wilt u een foutief ingevoerde letter corrigeren, druk dan op om de cursor achteruit te bewegen. Wanneer de cursor achter de te corrigeren letter staat, drukt u op Clear. Alle letters die boven en rechts van de cursor staan, worden nu verwijderd. U kunt nu de juiste tekst en/of cijfers invoeren. U kunt ook gewoon de cursor achteruit bewegen en over de onjuiste letters heen nieuwe tekst invoeren.
Letters herhalen Als u tweemaal achtereen een letter wilt invoeren die aan dezelfde toets is toegekend (bijvoorbeeld twee e’s), dan drukt u tussendoor op (cursor naar rechts) om de cursor een plaats verder te zetten.
Speciale tekens en symbolen Druk op
(spatie) ! ” # $ % & ’ ( )
Druk op #
:;<=>?@[]^_
Druk op 0
ÄËÖÜÀÇÈÉ0
+,-./
Druk op , #, of 0 totdat de cursor onder het gewenste teken/symbool om de volgende letter in te voeren. staat en druk vervolgens op
Het volume van de waarschuwingstoon instellen Het volume kan worden ingesteld op LAAG, HOOG of UIT. De fabrieksinstelling is LAAG. Als het volume is ingesteld op LAAG of op HOOG, hoort u een geluidssignaal telkens wanneer u een toets indrukt, een vergissing maakt en aan het einde van faxtransmissies.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 1, 4. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 1, 4.
2 Druk op of om de gewenste instelling te selecteren. 3 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 4 Druk op Stop.
UW MACHINE INSTELLEN
PBX en DOORVERBINDEN Uw faxmachine is in eerste instantie zo ingesteld, dat zij kan worden aangesloten op openbare telefoonlijnen (PSTN). De meeste kantoren gebruiken echter een centrale (PBX). Deze faxmachine kan op de meeste PBX-telefoonsystemen worden aangesloten; met de R-toets op het bedieningspaneel krijgt u toegang tot een buitenlijn. U drukt op R om een telefoontje door te verbinden naar een ander toestel.
PBX instellen Als uw faxmachine is aangesloten op een centrale, moet PBX:AAN worden geselecteerd. Is de fax niet op een centrale aangesloten, dan moet deze functie uitstaan.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 1, 5. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 1, 5.
PBX:UIT KIES,DRUK SET
2 Druk op of om PBX:AAN of UIT te selecteren. 3 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 4 Druk op Stop. In snelkiesnummers of directkiesnummers kunt u een druk op R opnemen om toegang te krijgen tot een buitenlijn. Hiertoe drukt u tijdens het programmeren van een dergelijk nummer (menu 6-1 of 6-2) eerst op R (op het LCD-scherm verschijnt een !), pas daarna voert u het telefoonnummer in. U hoeft dan niet meer op R te drukken als een snelkiesnummer of een directkiesnummer gebruik maakt van een buitenlijn, de druk op deze toets is immers al in het nummer geprogrammeerd. (Raadpleeg hoofdstuk 7.) Als PBX uitstaat, kunt u snelkiesnummers of directkiesnummers waarin een druk op R is geprogrammeerd echter niet gebruiken.
33
34
HOOFDSTUK VIER
Zomertijd/wintertijd instellen Met deze functie zet u de klok snel een uur vooruit of een uur terug.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 1, 6. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 1, 6. Op het LCD-scherm verschijnen afwisselend onderstaande meldingen:-
IN ZOMERTIJD? KIES,DRUK SET
2 Druk op of om zomertijd of wintertijd te selecteren. 3 Druk op Set. 4 Druk op 1 om over te schakelen van wintertijd naar zomertijd –OF– druk op 2 om af te sluiten zonder wijzigingen aan te brengen.
De slaapstand instellen Wanneer de faxmachine gedurende een bepaalde tijd niet wordt gebruikt, schakelt ze automatisch over naar de slaapstand, waarin minder stroom wordt verbruikt. U kunt zelf aangeven na hoeveel tijd de machine op de slaapstand moet overschakelen (van 00 tot 15 minuten). De timer wordt automatisch teruggesteld wanneer een faxbericht binnenkomt, wanneer de machine begint te kopiëren, of wanneer ze via de computer gegevens ontvangt. De fabrieksinstelling is 0 minuten.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 1, 7. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 1, 7.
2 Voer met de normale kiestoetsen in na hoeveel minuten moet worden overgeschakeld naar de slaapstand (00 tot 15).
3 Druk op Set. 4 Druk op Stop.
Stroombespaarstand In de stroombespaarstand wordt minder stroom verbruikt. Als deze functie is ingeschakeld, zal de machine na een bepaalde tijd van inactiviteit automatisch overschakelen naar de stroombespaarstand. In de stroombespaarstand kunt u de functie Fax Waarnemen en toegang op afstand met het tweede toestel niet gebruiken. De datum- en tijdsaanduiding staat niet op het LCD-scherm.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 1, 8. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 1, 8.
2 Gebruik of om AAN of UIT te selecteren. 3 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 4 Druk op Stop.
UW MACHINE INSTELLEN
De taal voor de meldingen op het LCDscherm instellen De meldingen op het LCD-scherm kunnen in het Nederlands, Frans of Engels worden weergeven. Standaard worden de meldingen in het Nederlands getoond.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 1, 9. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 1, 9.
TAAL:NEDERLANDS KIES,DRUK SET
2 Druk op
of
om NEDERLANDS, FRANS of ENGELS te
selecteren.
3 Druk op Set. 4 Druk op Stop.
Het volume van de luidspreker instellen U kunt het volume van de luidspreker instellen nadat uw machine een nummer heeft gekozen (kiezen met de hoorn op de haak) en de verbinding tot stand is gebracht. U kunt het volume uitzetten, of u kunt een volumeniveau selecteren. of om het volume af te stellen. Op het LCD-scherm Druk op wordt nu de door u gekozen instelling weergegeven. Telkens wanneer u op een van deze toetsen drukt, wordt het volume van de luidspreker verder afgesteld. De nieuwe instelling blijft van kracht totdat u haar wijzigt.
Het volume van de bel instellen U kunt het volume van de bel instellen als de machine inactief is. U kunt het volume uitzetten of afstellen. Druk op of om het volume af te stellen. Telkens wanneer u op een van deze toetsen drukt, gaat de bel even over, zodat u hoort hoe luid de bel met de huidige instelling klinkt. Op het LCD-scherm wordt nu de door u gekozen instelling weergegeven. Telkens wanneer u op een van deze toetsen drukt, wordt het volume van de bel verder afgesteld. De nieuwe instelling blijft van kracht totdat u haar wijzigt.
35
36
HOOFDSTUK VIER
Opslag in geheugen Alle andere instellingen in de functies voor STAND.INSTEL., ONTVANGST MENU, KIESGEHEUGEN en AFSTAND OPTIES zijn permanent opgeslagen en blijven bij een eventuele stroomstoring bewaard. Ook VOORBLAD INST. en VOORBLAD OPM. (onder VERZEND MENU) zijn permanent opgeslagen.
Beveiligd Geheugen (Alleen voor FAX-8350P/FAX-8750P) Met deze functie kunt u voorkomen dat onbevoegden toegang krijgen tot uw faxmachine. Als deze functie is geactiveerd, zijn de meeste functies geblokkeerd. Onderstaande functies blijven echter wel beschikbaar:■ Ontvangst in geheugen (beperkt door beschikbaar geheugen) ■ Uitgestelde verzendingen die reeds zijn geprogrammeerd* ■ Polling* ■ Fax Doorzenden* ■ Op Afstand Opvragen * Mits ingesteld voordat Beveiligd Geheugen werd geactiveerd.
Beveiligd Geheugen gebruiken Voor het activeren en uitschakelen van Beveiligd Geheugen is een wachtwoord nodig.
Het wachtwoord voor Beveiligd Geheugen voor de eerste keer instellen
1 Druk op Menu, 0, 2 –OF– druk op Security. U wordt gevraagd een wachtwoord in te voeren en vervolgens op Set te drukken.
NIEUW W.W.:XXXX VOER IN & SET
2 Voer een wachtwoord van vier cijfers in. 3 Druk op Set. U wordt gevraagd uw wachtwoord opnieuw in te voeren.
CONTROLEER:XXXX VOER IN & SET
UW MACHINE INSTELLEN
4 Voer het wachtwoord opnieuw in en druk op Set. 5 Op het LCD-scherm verschijnt onderstaande melding: INSTEL BEVEILIG KIES,DRUK SET WACHTWOORD KIES,DRUK SET
6 Druk op of om INSTEL BEVEILIG te selecteren. 7 Druk op Set. U wordt gevraagd het wachtwoord in te voeren. WACHTWOORD:XXXX VOER IN & SET
8 Voer het viercijferige wachtwoord in en druk vervolgens op Set. Dit is hetzelfde als de reeds opgeslagen beveiligingscode van uw machine. Op het LCD-scherm verschijnt twee seconden lang de melding GEACCEPTEERD, gevolgd door BEVEILIGING MODE. De geheugenbeveiliging is nu geactiveerd. Als u in stap 8 een verkeerd wachtwoord invoert, verschijnt op het LCDscherm de melding VERKEED W.W.. Na twee seconden verschijnt op het LCD-scherm weer de datum en de tijd. Begin opnieuw vanaf stap 5 om de geheugenbeveiliging te activeren.
Het wachtwoord voor Beveiligd Geheugen wijzigen
1 Druk op Menu, 0, 2 –OF– druk op Security. INSTEL BEVEILIG KIES,DRUK SET WACHTWOORD KIES,DRUK SET
2 Druk op of 3 Druk op Set.
om WACHTWOORD te selecteren.
U wordt gevraagd het oude wachtwoord in te voeren.
HUIDIG W.W.:XXXX VOER IN & SET
4 Voer het huidige wachtwoord in.
37
38
HOOFDSTUK VIER
5 Druk op Set. U wordt gevraagd een nieuw wachtwoord in te voeren.
NIEUW W.W.:XXXX VOER IN & SET
6 Voer een nieuw wachtwoord van vier cijfers in. 7 Druk op Set. U wordt gevraagd het nieuwe wachtwoord nogmaals in te voeren.
CONTROLEER:XXXX VOER IN & SET
8 Voer het wachtwoord opnieuw in en druk op Set. 9 Druk op Stop. Beveiligd Geheugen activeren
1 Druk op Menu, 0, 2 –OF– druk op Security. Op het LCD-scherm verschijnt onderstaande melding:
INSTEL BEVEILIG KIES,DRUK SET WACHTWOORD KIES,DRUK SET
2 Druk op of om INSTEL BEVEILIG te selecteren. 3 Druk op Set. U wordt gevraagd het wachtwoord in te voeren. WACHTWOORD:XXXX VOER IN & SET
4 Voer het viercijferige wachtwoord in en druk vervolgens op Set. Dit is hetzelfde als de reeds opgeslagen beveiligingscode van uw machine. Op het LCD-scherm verschijnt twee seconden lang de melding GEACCEPTEERD, gevolgd door BEVEILIGING MODE. De geheugenbeveiliging is nu geactiveerd. Als u in stap 4 een verkeerd wachtwoord invoert, verschijnt op het LCDscherm de melding VERKEED W.W.. Na twee seconden verschijnt op het LCD-scherm weer de datum en de tijd. Begin opnieuw vanaf stap 1 om de geheugenbeveiliging te activeren.
UW MACHINE INSTELLEN
Beveiligd Geheugen uitschakelen
1 Als de geheugenbeveiliging is geactiveerd, drukt u op Menu of op Security. U wordt gevraagd het wachtwoord in te voeren en vervolgens op Set te drukken.
WACHTWOORD:XXXX VOER IN & SET
2 Voer het viercijferige wachtwoord in en druk op Set. Op het LCD-scherm verschijnt twee seconden lang de melding GEACCEPTEERD, gevolgd door de datum en de tijd. De geheugenbeveiliging is nu uitgeschakeld. Als u in stap 2 een verkeerd wachtwoord invoert, verschijnt op het LCDscherm de melding VERKEED W.W.. Na twee seconden verschijnt op het LCD-scherm weer de melding BEVEILIGING MODE. Begin opnieuw vanaf stap 1 om de geheugenbeveiliging uit te schakelen. Neem contact op met uw Brother-dealer als u uw wachtwoord bent vergeten.
39
40
HOOFDSTUK VIER
5
H O O F D S T U K
41 V I J F
De ontvangst instellen
Basishandelingen bij het ontvangen Een stand voor het beantwoorden selecteren Als u de Fax/Tel (F/T) of de handmatige stand wilt selecteren, moet een externe telefoon op uw faxmachine worden aangesloten. Stand voor het beantwoorden Functie: ( betekent uit. betekent aan.) 1. Handmatig
(
met extern toestel
)
2. Alleen fax
Fax TAD F/T
Fax TAD F/T
Gebruik deze functie als u een boel telefoontjes krijgt, maar slechts weinig faxen ontvangt. Elk telefoontje moet door u worden aangenomen. Als u faxtonen hoort, drukt u op Start en hangt u op. Gebruik deze functie als u alleen faxberichten wilt ontvangen (geen telefoontjes). De faxmachine dient bij voorkeur op een eigen lijn te zijn aangesloten. De faxmachine beantwoordt elk telefoontje alsof het een faxbericht betreft. U kunt geen normale telefoongesprekken ontvangen, maar u kunt wel opbellen en een telefoongesprek voeren. (Deze instelling is ideaal wanneer de faxmachine op een afzonderlijke lijn is aangesloten.)
42
HOOFDSTUK VIJF
Zie “Uitsluitend voor de F/Tstand” elders in dit hoofdstuk
3. Fax/Tel (F/T)
Fax
met extern toestel
TAD
(
)
F/T
Gebruik deze functie als u veel faxberichten verwacht, maar slechts weinig telefoontjes. Inkomende telefoongesprekken end inkomende faxberichten zijn beide mogelijk. De faxmachine beantwoordt elk telefoontje. Als ze geen faxtonen hoort, klinkt het dubbele belsignaal om u te waarschuwen dat u de telefoon moet opnemen (ring-ring: dit is een ander signaal dan wat u hoort wanneer de telefoon gaat). Als u deze instelling kiest, moet u ook het aantal keren instellen dat de telefoon mag overgaan voordat de faxmachine opneemt (de zgn. Belvertraging) en de F/T-beltijd (zie verderop in dit hoofdstuk).
4. TAD (Antwoordapparaat) Dit is de enige instelling waarmee u ook een extern antwoordapparaat kunt Fax gebruiken. Uw antwoordapparaat moet op uw faxmachine zijn aangesloten en zal elk TAD telefoontje aannemen. Zodra het F/T antwoordapparaat een telefoontje beantwoordt, luistert uw faxmachine of er faxtonen over de lijn worden uitgezonden. Als ze faxtonen hoort, wordt het inkomende faxbericht ontvangen. Deze stand werkt uitsluitend wanneer een extern antwoordapparaat (TAD) op uw faxmachine is aangesloten. (De zgn. belvertraging, ofwel het aantal keren dat de telefoon overgaat voordat de fax opneemt, en de F/T-beltijd werken in deze stand niet).
Faxberichten handmatig ontvangen (Handmatige stand) Als u de stand voor het beantwoorden instelt op handmatig, moet u alle inkomende telefoontjes zelf beantwoorden. Voor de handmatige stand gelden onderstaande regels: Bij een…
Moet u….
1. Normaal telefoontje
Op normale wijze telefoneren.
2. Telefoontje met het verzoek een fax te verzenden
Na het gesprek op Start drukken en de hoorn neerleggen. NB: Ook de andere partij moet op Start drukken.
3. Faxtoon
Op Start drukken en de hoorn neerleggen.
D E O N T VA N G S T I N S T E L L E N
Automatisch uitsluitend faxberichten ontvangen (FAX-stand) In FAX-stand worden al uw faxen automatisch ontvangen (Fax-lampje brandt). U selecteert deze stand door op Mode te drukken. Zie “Werken met extern of een tweede toestel” en “Uitsluitend voor de F/Tstand” elders in dit hoofdstuk
De belvertraging instellen (het aantal keren dat de bel overgaat) U kunt instellen hoe vaak de bel van de faxmachine overgaat voordat er wordt opgenomen.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 2, 1. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 2, 1.
2 Druk op
of om te selecteren hoe vaak de bel overgaat voordat wordt opgenomen (02-04).
3 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 4 Druk op Stop.
De F/T-beltijd instellen Zie “Werken met extern of een tweede toestel” elders in dit hoofdstuk
U kunt specificeren hoe lang de faxmachine met een dubbele bel moet overgaan. Deze dubbele bel hoort u pas nadat de faxmachine het telefoontje in de F/T-stand heeft beantwoord. Alleen de bel van uw faxmachine gaat over (gedurende 20, 30, 40 of 70 seconden), andere toestellen op dezelfde lijn rinkelen niet. U kunt het telefoontje echter wel op een tweede toestel op dezelfde lijn aannemen (dit tweede toestel is op een afzonderlijk telefoonstopcontact op dezelfde lijn aangesloten).
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 2, 2. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 2, 2.
2 Druk op
of om te selecteren hoe vaak de bel moet overgaan om u op een normaal telefoontje te attenderen.
3 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. BELTIJD:30 SEC KIES,DRUK SET
4 Druk op Stop. Als de faxmachine in de F/T-stand staat en de telefoon gaat, zullen alle toestellen op deze lijn het aantal keren overgaan dat u in de belvertraging heeft geselecteerd.
43
44
HOOFDSTUK VIJF
Als de faxmachine het telefoontje beantwoordt, luistert ze of er faxtonen worden uitgezonden. Als ze faxtonen hoort, wordt het faxbericht ontvangen. Als er geen faxtonen worden waargenomen, weet de machine dat het een normaal telefoontje is en geeft ze het dubbele belsignaal gedurende het aantal seconden dat u voor de F/T-beltijd heeft geselecteerd. Zelfs als de beller tijdens het dubbele belsignaal ophangt, zal de bel het aantal door u geselecteerde keren overgaan.
Fax Waarnemen (met een externe telefoon) Zie “Werken met een extern of een tweede toestel” en “Uitsluitend voor de F/Tstand” elders in dit hoofdstuk
Wanneer u deze functie selecteert, hoeft u niet op Start te drukken wanneer er een fax binnenkomt. U wacht gewoon een paar seconden en legt de hoorn neer zodra op het LCD-scherm van uw faxmachine de melding ONTVANGST verschijnt, of zodra u via de hoorn van een tweede toestel het tjirpende geluid hoort. Als u AAN selecteert, kan uw faxmachine faxen automatisch ontvangen, zelfs als u de hoorn van een tweede toestel of van een op de faxmachine aangesloten toestel opneemt. Als u UIT selecteert, moet u de faxmachine zelf activeren en op Start of 5 1 drukken wanneer er een fax binnenkomt.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 2, 3. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 2, 3.
2 Gebruik of om AAN of UIT te selecteren. 3 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 4 Druk op Stop. Als u deze functie heeft geactiveerd, maar uw faxmachine niet automatisch verbinding met een fax kan krijgen wanneer u de hoorn van een extern of een tweede toestel opneemt, drukt u op 5 1. Als u zich bij de faxmachine bevindt, neemt u de hoorn op en drukt u op Start.
Een verkleinde afdruk van een inkomend document maken Met deze faxmachine kunt u een verkleinde afdruk maken van een inkomend faxbericht. Hiervoor worden vaste verkleiningspercentages gebruikt. Als u AUTO kiest, bepaalt de machine hoe klein het document wordt afgedrukt, ongeacht het oorspronkelijke formaat.
D E O N T VA N G S T I N S T E L L E N
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 2, 5. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 2, 5. Op het LCD-scherm verschijnt onderstaande melding:-
5.VERKLEINEN
2 Gebruik
of om het gewenste verkleiningspercentages te selecteren: AUTO, 100%, 93% of 87%. Kies 100% als u het document in de oorspronkelijke grootte wilt ontvangen.
3 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 4 Druk op Stop. Als uw faxberichten over twee pagina’s worden gesplitst, selecteert u AUTO of een lager verkleiningspercentage. OPMERKING: ■ Als u automatische verkleining gebruikt om het inkomende faxbericht op één pagina te kunnen afdrukken, mag het origineel niet langer zijn dan 35 cm. Is het origineel langer, dan worden de gegevens niet verkleind en wordt op een volgend vel verdergegaan. ■ Als u automatische verkleining gebruikt en een faxbericht ontvangt dat kleiner is dan het papier waarop wordt afgedrukt, wordt het bericht niet verkleind maar in de originele grootte afgedrukt.
Ontvangst in geheugen Als het papier tijdens het ontvangen van een faxbericht op raakt, dan wordt op het LCD-scherm de melding “KIJK PAPIER NA” getoond. Plaats nieuw papier (zie hoofdstuk 2). Is ONTVANGST IN GEHEUGEN ingesteld op AAN... dan gaat de faxmachine gewoon door met het ontvangen van de fax en worden de overige pagina’s in het geheugen opgeslagen, afhankelijk van de hoeveelheid beschikbaar geheugen. Faxen die daarna worden ontvangen, worden tevens in het geheugen opgeslagen totdat het geheugen vol is, waarna verdere inkomende faxoproepen niet automatisch worden beantwoord. Zodra er nieuw papier is geplaatst, worden alle gegevens afgedrukt.
45
46
HOOFDSTUK VIJF
Is ONTVANGST IN GEHEUGEN ingesteld op UIT... dan wordt verdergegaan met de ontvangst van het inkomende faxbericht en worden de overige pagina’s in het geheugen opgeslagen, afhankelijk van de hoeveelheid beschikbaar geheugen. Verdere faxoproepen worden pas weer automatisch beantwoord nadat er nieuw papier is geplaatst. De laatste fax wordt afgedrukt zodra er nieuw papier is geplaatst.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 2, 6. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 2, 6. Op het LCD-scherm verschijnt onderstaande melding:-
6.GEH.ONTVANGST
2 Gebruik of om AAN of UIT te selecteren. 3 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 4 Druk op Stop.
De printdichtheid instellen Als uw machine te licht of te donker afdrukt, moet u de printdichtheid bijstellen. De instelling blijft van kracht totdat u haar wijzigt.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 2, 7. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 2, 7.
2 Druk op
of om de gewenste instelling te selecteren. Telkens wanneer u op een van deze toetsen drukt, wordt de printdichtheid verder afgesteld.
3 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 4 Druk op Stop.
Tonerspaarstand Met deze functie kunt u toner besparen. Als u de tonerspaarstand activeert, zien de afdrukken er iets lichter uit dan normaal. De standaardinstelling is UIT.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 2, 9. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 2, 9.
2 Druk op of 3 Druk op Set. 4 Druk op Stop.
om AAN of UIT te selecteren.
D E O N T VA N G S T I N S T E L L E N
Onderste papiercassette U kunt de machine instellen op het gebruik van de verkrijgbare onderste papiercassette. Wanneer de functie voor de onderste papiercassette is ingeschakeld, kunt u selecteren welke cassette u voor het afdrukken wilt gebruiken.
1 Installeer de onderste papiercassette en ga daarna als volgt te werk. Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 0, 4. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 0, 4.
2 Druk op of 3 Druk op Set.
om AAN of UIT te selecteren.
Gebruik van de onderste papiercassette instellen De standaardinstelling voor het gebruik van de onderste papiercassette is AUTO, wat betekent dat de machine overschakelt naar de onderste papiercassette als het papier in de bovenste cassette op is. Kies BOVENBAK als u in de onderste papiercassette speciaal papier heeft geplaatst en zelf wilt bepalen wanneer deze cassette gebruikt wordt.
4 Druk op
of om AUTO, BOVENBAK of ONDERBAK te selecteren en druk op Set.
5 Druk op Stop.
47
48
HOOFDSTUK VIJF
Geavanceerde ontvangstopties Werken met een extern of een tweede toestel (Alleen voor de FAX-8350P/MFC-9650) Een extern toestel is een telefoon die op uw faxmachine is aangesloten (op de EXT-ingang van de faxmachine of op de stekker in het telefoonstopcontact). Een tweede toestel is een telefoon die op hetzelfde nummer is aangesloten als uw faxmachine, maar de stekker ervan is in een ander telefoonstopcontact gestoken. Uw faxmachine is bijvoorbeeld aangesloten in uw studeerkamer, maar u heeft in de keuken ook een toestel op uw telefoonlijn aangesloten (met hetzelfde telefoonnummer als uw fax). Zo kunt u de telefoon dan in de keuken opnemen en het telefoontje overzetten naar uw faxmachine als het een faxbericht betreft. Als u een faxoproep beantwoordt vanaf een extern toestel, kunt u deze oproep doorverbinden naar uw faxmachine. Hiervoor gebruikt u de code voor activeren ( 5 1). Wanneer u op 5 1 drukt, zal het faxbericht op uw faxmachine worden ontvangen. Zie “F/Tbeltijd” elders in dit hoofdstuk
Als de faxmachine een normaal telefoontje aanneemt en het dubbele belsignaal geeft, voert u de code voor uitschakelen (# 5 1) in om het telefoontje op een tweede toestel aan te nemen. De code voor uitschakelen wordt uitsluitend in de Fax/Telefoonstand gebruikt. Als u een telefoontje aanneemt en u niets hoort, betreft het hoogstwaarschijnlijk een inkomend faxbericht. Als u het telefoontje op de faxmachine aannam, drukt u op Start en hangt u op. Op een extern toestel drukt u op 5 1 en wacht u totdat de verbinding is verbroken (op het LCD-scherm van de faxmachine staat ONTVANGST), pas dan mag u ophangen. (Degene die de fax verstuurt, moet op zijn/haar faxmachine op Start drukken.) Als u per ongeluk de hoorn van een tweede toestel opneemt terwijl er een faxbericht binnenkomt, wordt de transmissie onderbroken of zullen sommige delen onleesbaar zijn.
Zie “Uitgaand bericht van antwoordapparaat” in hoofdstuk 2
In sommige landen is het niet toegestaan om een ander toestel op dezelfde lijn aan te sluiten. In dat geval werkt de code voor uitschakelen niet. De code voor activeren op afstand kan ook door bellers worden gebruikt. Als u een antwoordapparaat gebruikt, moet uw uitgaande bericht eindigen met de mededeling “Druk op 5 1 om een fax te sturen”. Bij gebruik van de FAX-8750P, kan de code voor activeren op afstand en de code voor uitschakelen op afstand uitsluitend vanaf een externe telefoon worden gebruikt.
D E O N T VA N G S T I N S T E L L E N
Uitsluitend voor de F/T-stand Als de faxmachine in de F/T-stand staat, wordt de F/T-beltijd gebruikt (de dubbele bel) om aan te geven dat het een normaal telefoontje betreft. Als u bij de faxmachine bent, neemt u de hoorn van de externe telefoon op en drukt u op Tel, waarna u gewoon kunt spreken. Als u zich bij een tweede toestel bevindt, moet u de hoorn tijdens de F/Tbeltijd opnemen en tussen twee dubbele belsignalen in op # 5 1 drukken. Als u niets hoort, of als iemand probeert een fax te sturen, drukt u op 5 1 om het telefoontje naar de faxmachine over te zetten.
De afstandsbedieningcodes wijzigen Het is mogelijk dat de codes voor het op afstand activeren en/of uitschakelen op bepaalde telefoonsystemen niet werken. De code voor het activeren is in de fabriek ingesteld op 5 1 en die voor het op afstand uitschakelen op # 5 1. Als de verbinding telkens wordt verbroken wanneer u op afstand toegang probeert te krijgen tot uw antwoordapparaat, is het raadzaam om andere codes voor activeren en uitschakelen te kiezen. Verander bijvoorbeeld 5 1 in ### en # 5 1 in 1 1 1. Voor de code voor activeren en die voor uitschakelen moeten verschillende combinaties worden gekozen.
De codes voor afstandsbediening wijzigen 1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 2, 4. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 2, 4.
2 Druk op
of
om AAN of UIT te selecteren.
ACT.OP AFST.:AAN KIES,DRUK SET
3 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 4 Indien gewenst, kunt u een nieuwe code voor activeren op afstand invoeren. Druk vervolgens op Set.
AFSTAND CODE:*51 VOER IN & SET
5 Indien gewenst, kunt u een nieuwe code voor uitschakelen op afstand invoeren. Druk vervolgens op Set.
DE-ACT.CODE:#51 VOER IN & SET
6 Druk op Stop.
49
50
HOOFDSTUK VIJF
Een faxbericht vanuit het geheugen afdrukken Zie “Fax Opslaan instellen” in hoofdstuk 9
Als de functie Fax Opslaan is geactiveerd, zodat u uw faxberichten vanaf een andere locatie kunt opvragen, kunnen de faxberichten toch nog op deze faxmachine worden afgedrukt. U moet hiervoor echter wel bij deze faxmachine staan.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 8, 4. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 8, 4.
2 Druk op Start. 3 Druk op Stop nadat alle gegevens zijn afgedrukt.
Pollen Pollen is het opvragen van faxberichten van een andere faxmachine. U kunt uw faxmachine gebruiken om andere machines te pollen, of u kunt de andere partij vragen uw faxmachine te pollen. Allereerst moeten beide partijen hun faxmachines zo instellen, dat er gepolld kan worden. De partij die uw faxmachine belt om documenten op te vragen, betaalt voor het telefoontje. Als u de faxmachine van derden belt om daar documenten op te vragen, betaalt u het telefoontje. (Raadpleeg “Verzend Pollen instellen” in hoofdstuk 6). Sommige faxmachines reageren niet op de polling-functie.
Beveiligd Pollen Met Beveiligd Pollen kunt u voorkomen dat uw documenten in verkeerde handen terechtkomen wanneer de faxmachine in de pollingwachtstand staat. U kunt Beveiligd Pollen uitsluitend met andere Brother-faxmachines gebruiken. Op de machine die uw documenten opvraagt, moet uw viercijferige identificatienummer worden ingevoerd.
Ontvang Pollen instellen Ontvang Pollen betekent dat u een andere faxmachine belt om daar documenten op te vragen.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 2, 8. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 2, 8. Op het LCD-scherm verschijnen afwisselend onderstaande meldingen:-
POLLING:STAND. KIES,DRUK SET
D E O N T VA N G S T I N S T E L L E N
2 Druk op of 3 Druk op Set.
om STAND. te selecteren.
U wordt gevraagd het te pollen faxnummer in te voeren en op Start te drukken.
GEEF FAX NUMMER DRUK DAN START
4 Voer het te pollen faxnummer in. 5 Druk op Start. Op het LCD-scherm verschijnt de melding KIEZEN. Ontvang Pollen met beveiligingscode instellen Het is zaak dat u hetzelfde identificatienummer gebruikt als de andere partij.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 2, 8. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 2, 8. Op het LCD-scherm verschijnen afwisselend onderstaande meldingen:-
POLLING:STAND. KIES,DRUK SET
2 Druk op of om BEVEILIG te selecteren. 3 Druk op Set. 4 Voer een viercijferig nummer in. Dit nummer moet hetzelfde zijn als het beveiligingscode van de faxmachine die u gaat pollen.
5 Druk op Set. U wordt gevraagd het te pollen faxnummer in te voeren en op Start te drukken.
GEEF FAX NUMMER DRUK DAN START
6 Druk op Start.
51
52
HOOFDSTUK VIJF
Uitgesteld Ontvang Pollen instellen U kunt uw machine op een later tijdstip laten pollen.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 2, 8. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 2, 8. Op het LCD-scherm verschijnen afwisselend onderstaande meldingen:-
POLLING:STAND. KIES,DRUK SET
2 Druk op of om TIJDKLOK te selecteren. 3 Druk op Set. 4 U wordt gevraagd in te voeren om hoe laat met pollen moet worden begonnen.
TIJD INST.=15:25
5 Voer in 24-uurs formaat in om hoe laat met pollen moet worden begonnen. Als om kwart voor tien ‘s avonds moet worden begonnen, voert u dus 21:45 in.
6 Druk op Set. U wordt gevraagd het te pollen faxnummer in te voeren.
GEEF FAX NUMMER DRUK DAN START
7 Voer het faxnummer in (u kunt de snelkiestoetsen of de directkiestoetsen gebruiken, of het nummer met de hand invoeren).
8 Druk op Start. De faxmachine begint op het door u gespecificeerde tijdstip met het pollen. U kunt deze functie voor slechts één nummer instellen.
Opeenvolgend Pollen Bij Opeenvolgend Pollen vraagt uw machine in één bewerking documenten van diverse andere locaties op. In stap 6 specificeert u van welke nummers er documenten opgevraagd moeten worden. Nadat alle nummers gepolld zijn, wordt een rapport afgedrukt.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 2, 8. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 2, 8. Op het LCD-scherm verschijnt onderstaande melding:-
POLLING:STAND. KIES,DRUK SET
D E O N T VA N G S T I N S T E L L E N
2 Druk op
of
om STAND., BEVEILIG of TIJDKLOK te
selecteren.
3 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 4 Als u STAND. heeft geselecteerd, wordt u gevraagd het faxnummer in te voeren en vervolgens op Start te drukken.
GEEF FAX NUMMER DRUK DAN START •
Als u BEVEILIG heeft geselecteerd, voert u de viercijferige code in en drukt u vervolgens op Set.
•
Als u TIJDKLOK heeft geselecteerd, voert u in 24-uurs formaat in om hoe laat er met pollen moet worden begonnen en drukt u vervolgens op Set.
5 Specificeer de te pollen faxnummers (u kunt de snelkiestoetsen, de directkiestoetsen of een groep gebruiken, of de nummers met de hand invoeren). Tussen elke locatie moet u op Broadcast drukken.
6 Druk op Start. Elk nummer of elk groepsnummer wordt op volgorde gekozen en de documenten worden op de betreffende faxmachines opgevraagd.
GEACCEPTEERD KIEZEN
De PC-interface instellen (Alleen voor de MFC-9650/FAX-8750P) Als u uw faxmachine aansluit op een computer, kunt u uw faxberichten desgewenst op uw PC ontvangen. Nadat alle benodigde instellingen voor Multi-Function Link Unimessage Pro voor Fax zijn gemaakt, kunt u de stand PC INTERFACE selecteren (AAN/UIT) en aangeven waar inkomende faxberichten moeten worden ontvangen.
1 Druk op Menu, 1, 2, 0. 0.PC INTERFACE
2 Druk op of om AAN of UIT te selecteren. 3 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 4 Druk op Stop. Bij de FAX-8750P is deze functie alleen beschikbaar als de USB-kabel of de parallelle interfacekabel is aangesloten.
53
54
HOOFDSTUK VIJF
6
H O O F D S T U K
55 Z E S
De verzending instellen
Voordat u begint
■ De documenten moeten tussen 148 en 216 mm breed zijn en tussen 100 en 360 mm lang. Uw faxmachine scant slechts een breedte van maximaal 207 mm, ongeacht de werkelijke breedte van het papier. ■ Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden en met de bovenzijde eerst in de papierinvoer. ■ Stel de papiergeleiders af op de breedte van uw document.
Zie “Resolutie” elders in dit hoofdstuk
■ De automatische papierinvoer kan maximaal 30 pagina’s bevatten. Elke pagina wordt afzonderlijk ingevoerd. Gebruik in de automatische invoer uitsluitend standaardpapier (64 g/m2 - 90 g/m2). Wilt u zwaarder papier gebruiken, dan moet elk vel afzonderlijk met de hand worden ingevoerd. ■ Druk voordat u de fax verzendt op Resolution een selecteer met welke resolutie uw document moet worden verzonden. ■ Gebruik geen omgekrulde, verkreukelde, gevouwen of gescheurde documenten, en ook geen documenten met nietjes, paperclips, lijm, correctievloeistof of plakband. Ook het gebruik van karton, krantenpapier of stof wordt afgeraden. ■ Zorg ervoor dat in inkt geschreven documenten helemaal droog zijn.
56
HOOFDSTUK ZES
Resolutie Zie “Transmissies met meerdere resoluties” elders in dit hoofdstuk
Nadat u een document in de invoer heeft geplaatst, kunt u de Resolution-toets gebruiken om de resolutie wijzigen. Druk herhaaldelijk op deze toets, totdat het gewenste lampje brandt. Standard –––– is geschikt voor de meeste getypte teksten. Fine –––––––– Fijn is een ideale instelling voor documenten met kleine lettertjes. De transmissiesnelheid is langzamer dan bij de standaardresolutie. Super Fine ––– Superfijn is een ideale instelling voor documenten met kleine lettertjes of met afbeeldingen. De transmissiesnelheid is langzamer dan bij de Fine resolutie. Photo ––––––– Foto is een ideale instelling voor documenten met variërende grijstinten, zoals foto’s. De transmissiesnelheid is tamelijk langzaam.
Contrast Als u een erg licht of donker document gaat faxen of kopiëren, wilt u het contrast wellicht aanpassen. Gebruik LICHT voor een erg licht document. Gebruik DONKER voor een erg donker document.
1 Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de papierinvoer.
2 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 3, 3. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 3, 3.
3 Druk op of om AUTO, LICHT of DONKER te selecteren. 4 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. Op het LCD-scherm verschijnen afwisselend onderstaande meldingen:-
GEACCEPTEERD VOLGENDE 1.JA 2.NEE
5 Druk op 2 als u verder geen instellingen meer wilt maken en ga door naar stap 6 –OF– druk op 1 als u verder nog instellingen wilt maken (op het LCD-scherm verschijnt weer het menu VERZEND MENU).
6 Voer het gewenste faxnummer in en druk op Start om de fax te verzenden.
DE VERZENDING INSTELLEN
Automatisch verzenden Dit is de makkelijkste manier. BELANGRIJK Bij het automatisch verzenden mag de hoorn niet worden opgenomen.
1 Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de papierinvoer.
2 Voer het gewenste faxnummer in. (U kunt dit nummer met de normale kiestoetsen invoeren, of de snelkiestoetsen, directkiestoetsen of Tel - Index gebruiken.)
3 Druk op Start. De machine begint het document in te lezen en op het LCD-scherm verschijnt het nummer van deze taak en de hoeveelheid beschikbaar geheugen. Als de faxmachine op dat moment niet bezig is met het ontvangen, verzenden of afdrukken van documenten, wordt nu het door u ingetoetste faxnummer gekozen.
Handmatig verzenden (met een externe telefoon) Als u handmatig documenten gaat verzenden, hoort u de kiestoon, de gebruikelijke tonen om aan te geven dat de telefoon aan de andere kant overgaat, en de faxontvangsttonen. Pas wanneer u deze laatste tonen hoort, kunt u de fax verzenden.
1 Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de papierinvoer. Zie “Snelkiezen” in hoofdstuk 8 Zie “Directkiezen” in hoofdstuk 8
2 Neem de hoorn van het externe toestel op en wacht totdat u de kiestoon hoort.
3 Voer het gewenste faxnummer in. (U kunt dit nummer met de normale kiestoetsen invoeren, of de snelkiestoetsen, directkiestoetsen of Tel - Index gebruiken.)
4 Zodra u de faxtonen hoort, drukt u op Start. 5 Leg de hoorn van de externe telefoon weer neer.
Faxnummers herkiezen Als u een faxbericht handmatig verstuurt en de lijn bezet is, drukt u op Redial/Pause en vervolgens op Start. Het nummer wordt dan opnieuw gekozen.
1 Druk op Redial/Pause. 2 Druk op Start. Als een faxbericht automatisch wordt verzonden en de lijn bezet is, zal de faxmachine het nummer met tussenpozen van twee minuten automatisch drie keer opnieuw kiezen.
57
58
HOOFDSTUK ZES
Dubbel gebruik U kunt maximaal 50 berichten in het geheugen van uw faxmachine inlezen, zelfs wanneer de machine op dat moment een faxbericht ontvangt of verzendt (vanuit het geheugen). Voor elk faxbericht dat wordt ingelezen, kunt u tijdelijke in stellingen maken, met uitzondering van de functies voor de tijdklok en uitgesteld pollen. Als u de melding GEHEUGEN VOL krijgt tijdens het inlezen van de eerste pagina, drukt u op Stop om het inlezen af te breken. Als het geheugen na het inlezen van de tweede of latere pagina vol raakt, kunt u op Start drukken om het reeds ingelezen gedeelte te verzenden, of op Stop drukken om het inlezen af te breken.
1 Zorg ervoor dat er geen papier in de papierinvoer zit. 2 Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de papierinvoer.
3 Voer het faxnummer in. 4 Druk op Start. De machine begint het document in te lezen en op het LCD-scherm verschijnt het nummer van deze taak en de hoeveelheid beschikbaar geheugen. Zodra de faxmachine het nummer kiest, herhaalt u stap 1 t/m 4 onmiddellijk voor het volgende faxbericht.
Een faxbericht tijdelijk in real time verzenden Als het geheugen van de machine vol is, kunnen documenten niet meer worden ingelezen. U kunt faxberichten echter in real time verzenden door de functie DIRECT VERZ. te activeren. Plaats de documenten in de papierinvoer en voer het faxnummer in. Zodra de lijn vrij is wordt het faxnummer gekozen en de fax verzonden.
1 Plaats de documenten in de papierinvoer. 2 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 3, 9. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 3, 9. Op het LCD-scherm verschijnt onderstaande melding:-
9.DIRECT VERZ.
3 Gebruik
of om AAN (of UIT) te selecteren en drukt u op Set. of om ALLEEN DEZE FAX te Ga naar stap 7 –OF– gebruik selecteren als u alleen dit faxbericht in real time wilt verzenden.
DIRECT VERZ.:AAN KIES,DRUK SET
4 Druk op Set.
DE VERZENDING INSTELLEN
5 Uitsluitend als u nog een fax wilt verzenden: Gebruik
of
om
AAN (of UIT) te selecteren.
6 Druk op Set. GEACCEPTEERD VOLGENDE 1.JA 2.NEE
7 Druk op 1 als u verdere instellingen wilt selecteren. Het LCDscherm schakelt over naar het menu VERZEND MENU –OF– druk op 2 als u verder geen instellingen meer wilt maken en ga door naar stap 8.
8 Toets het faxnummer in en druk op Start.
Basishandelingen bij het verzenden Een automatisch voorblad opstellen Zie “Snelkiesnummers instellen” in hoofdstuk 7 Zie “De stations-ID instellen” in hoofdstuk 4
Dit voorblad wordt verzonden naar de faxmachine van de ontvangende partij. Op uw automatische voorblad staan gegevens zoals de naam die onder de snelkiestoets of de directkiestoets is opgeslagen (als u deze toetsen heeft gebruikt). Als u een faxbericht met de hand verzendt, komt in het vak voor de naam van de geadresseerde niets te staan. Op dit voorblad staat verder ook uw stations-ID en het aantal pagina’s dat u verzendt. Als u de optie VOORBLAD INST. heeft geactiveerd (functiemenu 3-1), komt in het vak voor het aantal pagina’s niets te staan. Ook kunt u op uw voorblad een opmerking opnemen. Als u geen opmerking wenst te gebruiken, selecteert u GEEN OPMERKING.
1.GEEN OPMERKING 2.BELLEN A.U.B. 3.BELANGRIJK 4.VERTROUWELIJK
59
60
HOOFDSTUK ZES
Naast een van bovenstaande opmerkingen, kunt u ook zelf een opmerking opstellen. Voor het voorblad kunnen twee speciale opmerkingen van maximaal 27 tekens worden opgeslagen. Voer de tekst in aan de hand van het schema voor het invoeren van tekst in hoofdstuk 4.
5.
(door gebruiker gedifinieerd)
6.
(door gebruiker gedifinieerd)
De meeste instellingen van de functie VERZEND MENU zijn tijdelijke instellingen, die uitsluitend gelden voor het document dat u verzendt (de standaardinstellingen blijven dus ongewijzigd). De standaardinstellingen van het voorblad en de opmerking op het voorblad worden onder deze functie echter wel gewijzigd, zodat u het voorblad en de opmerking van te voren kunt opstellen.
Voorblad voor alleen het volgende faxbericht De stations-ID moet zijn ingesteld (zie hoofdstuk 4). Deze functie werkt uitsluitend als de stations-ID is ingesteld. U kunt uw faxmachine zo instellen, dat alleen met een bepaald document een voorblad wordt verzonden. Op een dergelijk voorblad staat onder meer uit hoeveel pagina’s uw faxbericht bestaat.
1 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de papierinvoer.
2 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 3, 1. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 3, 1.
3 Druk op Set zodra op het LCD-scherm de optie ALLEEN DEZE FAX staat.
4 5 6 7 8
Druk op
of
om AAN of UIT te selecteren.
Druk op Set. Druk op
of
om de mogelijke opmerkingen te bekijken.
Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. Voer twee cijfers in om aan te geven uit hoeveel pagina’s uw faxbericht bestaat. (Voer 00 in als u dit vak leeg wilt laten.) Maakt u en voer het aantal pagina’s opnieuw een vergissing, druk dan op in.
DE VERZENDING INSTELLEN
9 Druk op Set. Op het LCD-scherm verschijnen afwisselend onderstaande meldingen:-
GEACCEPTEERD VOLGENDE 1.JA 2.NEE
10 Druk op 1 als u verder nog instellingen wilt maken. Op het LCDscherm verschijnt weer het menu VERZEND MENU –OF– druk op 2 als u klaar bent en door wilt gaan naar stap 11.
11 Voer het gewenste faxnummer in. 12 Druk op Start. Altijd een voorblad verzenden De stations-ID moet zijn ingesteld (zie hoofdstuk 4). Deze functie werkt uitsluitend als de stations-ID is ingesteld. U kunt uw faxmachine zo instellen, dat met elk document een voorblad wordt verzonden. Op een dergelijk voorblad staat niet uit hoeveel pagina’s uw faxbericht bestaat.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 3, 1. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 3, 1.
2 Druk op
of
om AAN of UIT te selecteren.
VOORBLAD:UIT VOORBLAD:AAN
3 Druk op Set zodra op het LCD-scherm de melding VOORBLAD:AAN staat. (Als u AAN selecteert, wordt met elk faxbericht een voorblad meegezonden.)
4 Als u AAN had geselecteerd, verschijnen op het LCD-scherm de opties voor de voorbladopmerking. Druk op mogelijke opmerkingen te bekijken.
of
om de
5 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. Op het LCD-scherm verschijnen afwisselend onderstaande meldingen.
GEACCEPTEERD VOLGENDE 1.JA 2.NEE
61
62
HOOFDSTUK ZES
6 Druk op 1 als u verder nog instellingen wilt maken (op het LCDscherm verschijnt weer het menu VERZEND MENU) –OF– druk op 2 als u klaar bent en verder geen instellingen meer wilt maken.
Een afgedrukt voorblad gebruiken Als u er de voorkeur aan geeft om bijvoorbeeld zelf iets op uw voorblad schrijven, kunt u een voorblad eerst afdrukken.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 3, 1. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 3, 1.
2 Druk op of om PRINT VOORBEELD te selecteren. 3 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 4 Druk op Start. Uw voorblad wordt nu afgedrukt. === VOORBLAD === AAN: VAN: FAX: TEL: PAGINA[S] VOLGEN KOMMENTAAR:
Opmerking op het voorblad U kunt uw eigen opmerking op het automatische voorblad opstellen (er kunnen er twee worden opgeslagen).
Uw eigen opmerking op het voorblad opstellen
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 3, 2. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 3, 2. Op het LCD-scherm verschijnt onderstaande melding:-
2.VOORBLAD OPM. Zie “Tekst invoeren” in hoofdstuk 4
2 Druk op of om optie 5 of 6 te selecteren. 3 Druk op Set. 4 Voer m.b.v. de normale kiestoetsen een opmerking in.
DE VERZENDING INSTELLEN
5 Druk op Set. Op het LCD-scherm verschijnen afwisselend onderstaande meldingen:-
GEACCEPTEERD VOLGENDE 1.JA 2.NEE
6 Druk op 1 als u verder nog instellingen wilt maken (op het LCDscherm verschijnt het menu VERZEND MENU) –OF– druk op 2 als u klaar bent en verder geen instellingen meer wilt maken.
Geavanceerde verzendopties De internationale stand Internationale faxtransmissies verlopen niet altijd soepel. In deze stand werkt de machine beter. Deze functie wordt automatisch afgesloten nadat het faxbericht is verzonden.
1 Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de papierinvoer.
2 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 3, 5. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 3, 5.
5.INTERNATIONAAL
3 Druk op of om AAN of UIT te selecteren. 4 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. Op het LCD-scherm verschijnen afwisselend onderstaande meldingen:-
GEACCEPTEERD VOLGENDE 1.JA 2.NEE
5 Druk op 1 als u verder nog instellingen wilt maken (op het LCDscherm verschijnt het menu VERZEND MENU) –OF– druk op 2 als u klaar bent en verder geen instellingen meer wilt maken en door wilt gaan naar stap 6.
63
64
HOOFDSTUK ZES
6 Voer het gewenste faxnummer in. 7 Druk op Start.
Oproepreservering (met een extern toestel) Met de functie Oproepreservering kunt u een faxbericht versturen en vervolgens met de ontvanger spreken. Nadat uw fax bij de andere partij is afgedrukt, gaat daar de faxmachine over alsof het een normaal telefoongesprek betreft. Zodra iemand aan de andere kant opneemt, gaat uw faxmachine over. Neem de hoorn van de externe telefoon op en druk op Tel om het gesprek te beginnen. Als u Oproepreservering en Terugbelbericht heeft geactiveerd, laat uw faxmachine een boodschap achter als de andere partij niet opneemt.
1 Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de papierinvoer.
2 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 3, 6. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 3, 6. Op het LCD-scherm verschijnt de huidige instelling voor Oproepreservering.
RESERVERING:UIT RESERVERING:AAN
3 Druk op of om AAN of UIT te selecteren. 4 Als u Oproepreservering activeert, drukt u op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. Op het LCD-scherm verschijnt de huidige instelling voor het terugbelbericht.
TERUGBELLEN:UIT TERUGBELLEN:AAN
5 Druk op of om AAN of UIT te selecteren. 6 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. Op het LCD-scherm verschijnen afwisselend onderstaande meldingen:-
GEACCEPTEERD VOLGENDE 1.JA 2.NEE
DE VERZENDING INSTELLEN
7 Druk op 1 als u verder nog instellingen wilt maken (op het LCDscherm verschijnt weer het menu VERZEND MENU) –OF– druk op 2 als u klaar bent en verder geen instellingen meer wilt maken en naar stap 8 wilt gaan. U wordt gevraagd het gewenste faxnummer in te voeren.
8 Voer het gewenste faxnummer in en druk op Start. 9 Als u Oproepreservering had geactiveerd, neemt u de hoorn van de externe telefoon op en drukt u op Tel zodra de bel van de faxmachine overgaat. Met Oproepreservering kan een nummer niet automatisch opnieuw worden gekozen. Oproepreservering kan niet worden gebruikt in combinatie met uitgestelde verzendingen of met pollen. Als u het terugbelbericht wilt gebruiken, moet de stations-ID zijn ingesteld.
Het terugbelbericht afdrukken 1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 3, 6. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 3, 6.
2 Druk op of 3 Druk op Set. 4 Druk op Start.
om PRINT VOORBEELD te selecteren.
Uitgestelde verzendingen (tijdklok) Met deze functie kunnen faxberichten maximaal 24 uur later worden verzonden. Bij gebruik van de FAX-8750P kunt u op Delayed Transmit drukken en doorgaan naar stap 3 hieronder.
1 Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de papierinvoer.
2 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 3, 7. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 3, 7.
3 Voer in 24-uurs formaat in om hoe laat het faxbericht verzonden moet worden. Als om kwart voor acht ‘s avonds moet worden begonnen, voert u dus 19:45 in.
4 Druk op Set. Op het LCD-scherm verschijnt onderstaande melding:1.DOC 2.GEHEUGEN
65
66
HOOFDSTUK ZES
5 Druk op 1 om DOC. te selecteren –OF– druk op 2 om GEHEUGEN te selecteren. Als u 1.DOC selecteert, begint de machine het document pas op de ingestelde tijd in te lezen. U moet het document in de invoer laten zitten.
GEACCEPTEERD VOLGENDE 1.JA 2.NEE
6 Druk op 1 als u verder nog instellingen wilt maken (op het LCDscherm verschijnt weer het menu VERZEND MENU) –OF– druk op 2 als u klaar bent en verder geen instellingen meer wilt maken en naar stap 7 wilt gaan. U wordt gevraagd het gewenste faxnummer in te voeren.
GEEF FAX NUMMER DRUK DAN START
7 Voer het gewenste faxnummer in en druk op Start. Het faxbericht zal op het door u gespecificeerde tijdstip worden verzonden.
Uitgestelde batch-transmissies Voordat uitgestelde faxen verzonden worden, zal uw Brother-machine eerst alle documenten in het geheugen sorteren op bestemming en tijdstip van verzending. Alle faxen die wachten om gelijktijdig naar hetzelfde faxnummer verzonden te worden, worden in één transmissie naar het nummer in kwestie verzonden.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 3, 0. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 3, 0.
2 Druk op
of
tom AAN (of UIT) te selecteren en druk op Set.
VERZAMELEN:AAN KIES,DRUK SET
3 Druk op Stop.
DE VERZENDING INSTELLEN
Groepsverzenden Met deze functie kunt u faxberichten automatisch naar meerdere locaties tegelijk sturen. Met de toets Help/Broadcast of Broadcast kunt u maximaal 32 locaties met de directkiesnummers, 100 locaties met de snelkiesnummers en 50 locaties met de normale kiestoetsen selecteren (maximaal 182 locaties als u aan geen van de locaties een groep, toegangscode of creditcardnummer heeft toegewezen). Hoeveel geheugen er beschikbaar is, hangt echter af van de in het geheugen opgeslagen taken en het aantal locaties dat voor groepsverzenden wordt gebruikt. Als u naar meer dan het maximale aantal beschikbare locaties verzendt, heeft u geen toegang meer tot de functie voor dubbel gebruik en de tijdklok. De eenvoudigste manier om groepsverzenden te gebruiken, is om eerst veel-gebruikte snelkies- en directkiesnummers in een groep te combineren en deze groep onder een directkiestoets op te slaan. (U kunt maximaal zes groepen hebben en in een groep kunnen ook directkiesnummers worden opgenomen.) Als u tussen elke locatie op Help/Broadcast of Broadcast drukt, kunt u in één groepsverzenden het faxbericht ook sturen naar directkiesnummers, snelkiesnummers, groepen en met de normale kiestoetsen gekozen nummers. Gebruik TelIndex om de benodigde nummers op te zoeken. Na de groepsverzending wordt automatisch een rapport afgedrukt, zodat u de resultaten kunt controleren.
1 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de papierinvoer.
2 Voer een nummer in m.b.v. de directkiestoetsen, snelkiestoetsen, Zie “Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen” in hoofdstuk 7
groepsnummers, Tel - Index of de normale kiestoetsen. Voorbeeld: Groepsnummer
3 Druk op Help/Broadcast of Broadcast. U wordt gevraagd het volgende nummer in te voeren.
4 Voer het volgende nummer in Voorbeeld: Snelkiesnummer.
5 Druk op Help/Broadcast of Broadcast. 6 Voer het volgende nummer in. Voorbeeld: Met normale kiestoetsen gekozen nummer.
7 Druk op Start. De machine zal het faxbericht nu in het geheugen inlezen. Nadat het hele bericht is ingelezen, wordt het faxbericht automatisch naar de door u opgegeven faxnummers verzonden.
67
68
HOOFDSTUK ZES
■ Druk op Stop om het groepsverzenden te onderbreken. U wordt
gevraagd of u alle locaties wilt annuleren, of uitsluitend de locatie waar op dat moment naar wordt gefaxt. ■ Lange nummers worden op de gebruikelijke wijze ingevoerd, maar u
dient er rekening mee te houden dat elke toets als een locatie wordt beschouwd, wat betekent dat u dan minder locaties kunt gebruiken. ■ Als de lijn bezet is, of er om enige reden geen verbinding werd
verkregen, zal de faxmachine het nummer in kwestie automatisch opnieuw kiezen. ■ Als het geheugen vol raakt, drukt u op Stop om de taak te
annuleren, of op Start om het reeds ingelezen gedeelte te verzenden (indien er meer dan een pagina is ingelezen).
Verzenden met meerdere resoluties Gebruik deze functie als u een faxbericht van meerdere pagina’s wilt verzenden met verschillende resoluties. Dit komt vooral van pas wanneer u een fax wilt verzenden met pagina’s met tekst en pagina’s met foto’s, of met pagina’s met normale tekst en pagina’s met kleine lettertjes. Nadat het faxbericht is verstuurd, wordt de resolutie automatisch teruggesteld naar STAND..
1 Plaats de documenten in de papierinvoer. Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 3, 4. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 3, 4.
2 Druk op
of om de resolutie voor de eerste pagina te selecteren en druk vervolgens op Set.
3 Herhaal stap 2 voor de volgende pagina’s. Druk op Stop wanneer u alle verschillende resoluties heeft ingesteld. Op het LCD-scherm verschijnen afwisselend onderstaande meldingen:-
GEACCEPTEERD VOLGENDE 1.JA 2.NEE
4 Druk op 1 als u verder nog instellingen wilt maken (op het LCDscherm verschijnt weer het menu VERZEND MENU) –OF– druk op 2 als u klaar bent en verder geen instellingen meer wilt maken en naar stap 5 wilt gaan.
5 Voer het gewenste faxnummer in en druk op Start. Als u een kopie met meerdere resoluties wilt maken, drukt u in stap 5 op Copy.
DE VERZENDING INSTELLEN
Verzend Pollen instellen Verzend Pollen betekent dat uw faxmachine met een document in de invoer wacht totdat ze door een ander faxapparaat wordt gebeld om dit document op te vragen.
1 Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de papierinvoer.
2 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 3, 8. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 3, 8.
3 Op het LCD-scherm verschijnen afwisselend onderstaande meldingen:-
POLLING:STAND. KIES,DRUK SET
4 Druk op of om STAND. te selecteren. 5 Druk op Set. Op het LCD-scherm verschijnt onderstaande melding:1.DOC 2.GEHEUGEN
6 Druk op 1 om DOC te selecteren als het document moet worden ingelezen op het moment dat het wordt gepolld –OF– druk op 2 om GEHEUGEN te selecteren.
GEACCEPTEERD VOLGENDE 1.JA 2.NEE
7 Druk op 1 als u verder nog instellingen wilt maken (op het LCDscherm verschijnt weer het menu voor VERZEND MENU) –OF– druk op 2 als u klaar bent en verder geen instellingen meer wilt maken en naar stap 8 wilt gaan
8 Druk op Start. Zie “De tijdklok en Verzend Pollen onderbreken” elders in dit hoofdstuk
Als u in stap 6 op 1 heeft gedrukt, moet het document in de invoer blijven totdat uw machine wordt gepolld. U kunt de polling-wachtstand echter onderbreken als u een faxbericht wilt verzenden.
69
70
HOOFDSTUK ZES
Verzend Pollen instellen met een beveiligingscode Als u POLLING:BEVEILIG activeert, moet eenieder die uw faxmachine pollt een identificatienummer invoeren om documenten te kunnen opvragen.
1 Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de papierinvoer.
2 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 3, 8. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 3, 8.
3 Op het LCD-scherm verschijnen afwisselend onderstaande meldingen:-
POLLING:STAND. KIES,DRUK SET
4 Druk op of om BEVEILIG te selecteren, en druk op Set. 5 Voer een viercijferig nummer in en druk op Set. 1.DOC 2.GEHEUGEN
6 Druk op 1 om DOC te selecteren als het document moet worden ingelezen op het moment dat het wordt gepolld –OF– druk op 2 om GEHEUGEN te selecteren. Op het LCD-scherm verschijnen afwisselend onderstaande meldingen:-
GEACCEPTEERD VOLGENDE 1.JA 2.NEE
7 Druk op 1 als u verder nog instellingen wilt maken (op het LCDscherm verschijnt weer het menu VERZEND MENU) –OF– druk op 2 ials u klaar bent en verder geen instellingen meer wilt maken en naar stap 8 wilt gaan.
8 Druk op Start en wacht totdat uw documenten worden opgevraagd.
Een taak annuleren tijdens het inlezen van het document Druk op Stop als u een taak wilt annuleren wanneer het document nog in het geheugen wordt ingelezen. Druk nogmaals op Stop om het document uit te werpen.
DE VERZENDING INSTELLEN
Een taak in het geheugen annuleren Taken die u in het geheugen heeft opgeslagen, kunnen desgewenst geannuleerd worden.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 4. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 4. Op het LCD-scherm verschijnen alle taken die in de wachtlijst staan. Als er niets in de wachtlijst staat, verschijnt de melding GEEN OPDRACHTEN.
4.REST.OPDRACHT.
2 Als er meer dan twee taken in de wachtrij staan, drukt u op
of om de te annuleren taak te selecteren. Druk op Set zodra de taak in kwestie op het LCD-scherm staat. —OF— Als er slechts één taak in de wachtrij staat, gaat u door naar stap 3.
#02 SALES REPORT 1.WIS 2.STOP
3 Druk op 1 om de taak te annuleren –OF– druk op 2 om af te sluiten zonder een taak te annuleren. Herhaal deze procedure vanaf stap 2 als u nog een taak wilt annuleren.
4 Druk op Stop. Volg stap 1 en 2 hierboven om te controleren welke taken er nog in het geheugen zitten.
De tijdklok en Verzend Pollen onderbreken Zelfs als er documenten in de invoer zitten en de tijdklok is geactiveerd of de machine in de polling-wachtstand staat, kunt u een faxbericht verzenden zonder de tijdklok of de wachtstand te onderbreken. Wanneer u de tijdklok onderbreekt om “nieuwe” documenten te verzenden, kan er echter niet automatisch opnieuw worden gekozen als een nummer in gesprek is. Als u de tijdklok of de wachtstand onderbreekt, kan de programmeerstand ook niet worden gebruikt.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 5. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 5.
2 Wacht twee seconden en verwijder de documenten die wachten op verzending.
PLAATS DOCUMENT
71
72
HOOFDSTUK ZES
3 4 5 6
Plaats het document dat u nu wilt verzenden in de invoer. Voer het gewenste faxnummer in. Druk op Start. Nadat dit faxbericht is verzonden, plaatst u de in stap 2 verwijderde documenten weer in de invoer.
7 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 5. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 5.
7
H O O F D S T U K
73 Z E V E N
Snelkiesnummers instellen
Nummers om snel te kiezen opslaan U kunt uw faxmachine op drie verschillende manieren laten snelkiezen: met snelkiesnummers, met de directkiesnummers en met Groepen voor het groepsverzending van faxberichten.
Directkiesnummers opslaan Zie “Directkiezen” in hoofdstuk 8
U kunt 32 fax- en telefoonnummers opslaan die met één druk op een toets gekozen worden. Samen met deze nummers kunnen ook namen worden opgeslagen. Wanneer u op een directkiestoets drukt, verschijnt op het LCD-scherm de naam of het nummer dat wordt gekozen. De directkiestoetsen zijn niet de normale kiestoetsen, het zijn de 16 toetsen (nummer 1-32) links van de kiestoetsen. U krijgt toegang tot directkiestoets 17-32 door Shift ingedrukt te houden en op de directkiestoets in kwestie te drukken.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 6, 1. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 6, 1.
2 Druk op de directkiestoets waaronder u het nummer wilt opslaan. Op het LCD-scherm staat het nummer van de door u gekozen directkiestoets.
3 Voer een nummer in (maximaal 20 tekens). 4 Druk op Set. U wordt gevraagd een naam in te voeren. NAAM: VOER IN & SET
5 Voer met behulp van de normale kiestoetsen een naam in van maximaal 15 tekens (raadpleeg het schema in hoofdstuk 4) –OF– ga door naar stap 6 als u geen naam wilt invoeren.
74
HOOFDSTUK ZEVEN
6 Druk op Set. U wordt gevraagd aan te geven wat voor nummer het is (fax, telefoon of beide). Druk op selecteren. FAX TEL F/T
of
om het type nummer te
is een faxnummer is een telefoonnummer is een gecombineerd fax/telefoonnummer
7 Druk op Set. 8 Herhaal deze procedure vanaf stap 2 on nog een directkiesnummer op te slaan –OF– Druk op Stop. Wanneer u op een directkiestoets drukt, verschijnt op het LCD-scherm de naam van de persoon wiens nummer wordt gekozen. Als u geen naam had ingevoerd, wordt het nummer getoond. ■ Het kan zijn dat er bij aanschaf van de machine reeds een nummer onder directkiestoets #32 is opgeslagen. Dit nummer is door de dealer geregistreerd. ■ De gebruiker kan de naam en het faxnummer onder directkiestoets #32 desgewenst wijzigen, in welk geval het geregistreerde nummer op het bestelformulier zal worden gebruikt (zie Bestelformulier in hoofdstuk 10). Zie “Snelkiezen” in hoofdstuk 8
Snelkiesnummers opslaan U kunt snelkiesnummers opslaan, die met een druk op slechts drie toetsen worden gekozen. Er zijn 100 snelkieslocaties beschikbaar. Zelfs als de stroom uitvalt, blijven deze in het geheugen opgeslagen nummers bewaard.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 6, 2. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 6, 2. U wordt gevraagd een locatie in te voeren.
SNELKIES NR? # VOER IN & SET
2 Voer met de normale kiestoetsen een tweecijferige locatie in (00-99). 3 Druk op Set. De door u ingevoerde locatie wordt op het LCDscherm getoond en u wordt gevraagd het nummer in te voeren dat hier moet worden opgeslagen.
#05: VOER IN & SET
4 Voer het nummer in (maximaal 20 cijfers).
SNELKIESNUMMERS INSTELLEN
5 Druk op Set. U wordt gevraagd de bij het nummer horende naam in te voeren.
NAAM: VOER IN & SET
6 Voer met behulp van de normale kiestoetsen een naam in van maximaal 15 tekens (raadpleeg het schema in hoofdstuk 4) –OF– druk op Set en ga naar stap 8 als u geen naam wilt invoeren bij het nummer.
7 Druk op Set. 8 U wordt gevraagd aan te geven wat voor nummer het is (fax, telefoon of beide). Druk op selecteren. FAX TEL F/T
of
om het type nummer te
is een faxnummer is een telefoonnummer is een gecombineerd fax/telefoonnummer
9 Druk op Set. 10 Herhaal deze procedure vanaf stap 2 on nog een snelkiesnummer op te slaan –OF– Druk op Stop.
Snelkiesnummers en directkiesnummers wijzigen Als u probeert om een nummer op te slaan op een locatie waar al een nummer aan is toegewezen, wordt op het LCD-scherm de naam getoond die daar momenteel is opgeslagen en wordt u gevraagd of u deze wilt wijzigen of wilt afsluiten.
*01:BROTHER 1.WIJZIG 2.STOP
1 Druk op 1 als u het opgeslagen nummer wilt wijzigen, of druk op 2 als u wilt afsluiten zonder wijzigingen aan te brengen.
2 Voer het nieuwe nummer in. ■ Als u het nummer wilt wissen, drukt u op Clear wanneer de cursor uiterst links van de cijfers staat.
Zie “Snelkiesnummers opslaan” en “Directkiesnummers opslaan” elders in dit hoofdstuk
of om de ■ Als u een van de cijfers wilt wijzigen, gebruikt u cursor onder het cijfer in kwestie te zetten, waarna u het nieuwe cijfer invoert.
3 Volg de instructies voor het opslaan van een snelkiesnummer of directkiesnummer.
75
76
HOOFDSTUK ZEVEN
Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen Met nummergroepen kunt u een en hetzelfde faxbericht naar een groot aantal nummers sturen met slechts één druk op een directkiestoets (dit noemen we groepsverzenden). Eerst moet elk faxnummer als een directkiesnummer of snelkiesnummer worden opgeslagen. Daarna combineert u deze nummers in groepen. Elke nummergroep gebruikt een directkiestoets. U kunt maximaal zes kleine nummergroepen hebben, of maximaal 131 nummers toewijzen aan één grote groep. U kunt maximaal 32 directkieslocaties of maximaal 100 snelkieslocaties opnemen. Als u naar meer dan het maximale aantal beschikbare locaties verzendt, heeft u geen toegang meer tot de functie voor dubbel gebruik en de tijdklok.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 6, 3. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 6, 3. Op het LCD-scherm verschijnt onderstaande melding:-
KIES DIRECTKIES
2 Selecteer de directkiestoets waar u het nummer wilt opslaan (kies bijvoorbeeld directkiestoets 02 als de groep).
INSTEL GROEP:GO VOER IN & SET
3 Voer het groepsnummer in met behulp van de normale kiestoetsen (druk bijvoorbeeld op 1 voor groep 1). Druk op Set.
4 Druk op Set. Voer de snelkiesnummers en de directkiesnummers voor deze groep in. Voor directkieslocatie 05 drukt u bijvoorbeeld op directkiestoets 05. Voor snelkieslocatie 09 drukt u eerst op Speed Dial en vervolgens op kiestoets 0, 9. Op het LCD-scherm verschijnt 05, #09.
G01:*05#09_ VOER IN & SET
5 Druk op Set. U wordt gevraagd een naam in te voeren. NAAM: VOER IN & SET
6 Voer met behulp van de normale kiestoetsen een naam in (raadpleeg het schema in hoofdstuk 4). Bijvoorbeeld NIEUWE KLANTEN.
7 Druk op Set. 8 Druk op Stop. U kunt een lijst afdrukken van alle snelkiesnummers en alle directkiesnummers. Groepsnummers staan in de kolom“GROUP”. (Zie “Rapporten afdrukken” in hoofdstuk 10.)
8
H O O F D S T U K
77 A C H T
Gebruik als telefoon
Telefoongesprekken voeren via een externe telefoon Als u een externe telefoon op de faxmachine aansluit, kunt u uw faxmachine tevens voor normale telefoongesprekken gebruiken. Nummers kunnen met de hand worden gekozen, met de snelkiestoetsen of met de directkiestoetsen.
Met de hand kiezen Om een nummer met de hand te kiezen toetst u gewoon het telefoonnummer in.
1 Neem de hoorn van de externe telefoon op. 2 Wacht totdat u de kiestoon hoort en gebruik vervolgens de normale kiestoetsen om het nummer te kiezen.
3 Als u wilt ophangen legt u de hoorn weer neer.
Directkiezen Zie “Directkiesnummers opslaan” in hoofdstuk 7
1 Neem de hoorn van de externe telefoon op. 2 Wacht totdat u de kiestoon hoort en druk vervolgens op de directkiestoets waaronder het te kiezen nummer is opgeslagen.
3 Als u wilt ophangen legt u de hoorn van de externe telefoon neer. Als u een directkiestoets gebruikt waaraan nog geen nummer is toegewezen, hoort u een waarschuwingstoon en verschijnt op het LCDscherm de melding NIET OPGESLAGEN. Deze melding verdwijnt na twee seconden. Als u een faxbericht verzendt, drukt u op Start nadat u op de betreffende directkiestoets heeft gedrukt. Als u de hoorn in uw hand heeft, drukt u op Start zodra u de faxtonen van het andere faxapparaat hoort.
78
HOOFDSTUK ACHT
Zie “Snelkiesnummers opslaan” in hoofdstuk 7
Snelkiezen 1 Neem de hoorn van de externe telefoon op. 2 Wacht totdat u de kiestoon hoort, druk op Speed Dial en toets vervolgens het tweecijferige snelkiesnummer in. 3 Als u wilt ophangen legt u de hoorn van de externe telefoon neer. Als u een faxbericht verzendt, drukt u op Start nadat u het snelkiesnummer heeft ingetoetst. Als u de hoorn in uw hand heeft, drukt u op Start zodra u de faxtonen van het andere faxapparaat hoort.
Pauze Druk op Redial/Pause om een pauze in te voegen tussen de cijfers die worden gekozen. Als uw faxmachine is aangesloten op een centrale waarbij u een nummer moet kiezen voor toegang tot een buitenlijn, moet u vóór de fax/ telefoonnummers wellicht een extra cijfer (bijv. 9) en een pauze invoeren om toegang te krijgen tot een buitenlijn. Als u op Redial/Pause drukt, verschijnt op het LCD-scherm een streepje (-). Wanneer u in een nummer een pauze opneemt, wacht de faxmachine op de kiestoon.
Kiezen met de hoorn op de haak 1 Kies het nummer met behulp van de normale kiestoetsen, de directkiestoetsen, of gebruik Speed Dial en een tweecijferig snelkiesnummer. 2 Op het LCD-scherm verschijn het nummer dat u kiest, of de naam die onder de directkiestoets of snelkiestoets is opgeslagen. 3 Druk op Start. 4 Zodra u de stem aan de andere kant van de lijn hoort, neemt u de hoorn van de externe telefoon op en drukt u op Tel. Wanneer u iemand opbelt en na het kiezen van het nummer op Start drukt, kunt u weliswaar luisteren naar de persoon aan de andere kant van de lijn, maar deze persoon kan u alleen horen wanneer u de hoorn van het externe toestel opneemt. Als u per ongeluk op Tel drukt voordat u de hoorn van de externe telefoon heeft opgenomen, wordt de verbinding verbroken.
Nummers in de telefoon-index opzoeken Zie “Directkiesnummers opslaan” en “Snelkiesnummers opslaan” in hoofdstuk 7
Nadat een naam en nummer als een directkies- of een snelkiesnummer is opgeslagen, kunt u deze in alfabetische volgorde in de telefoon-index terugvinden.
1 Druk op Tel-Index, en gebruik de normale kiestoetsen om het eerste teken van de opgeslagen naam in te voeren.
GEBRUIK ALS TELEFOON
2 Druk op of om de naam op te zoeken 3 Zodra de gewenste naam op het LCD-scherm staat, drukt u op Start om het nummer te kiezen.
4 Neem de hoorn van het externe toestel op en druk op Tel zodra de andere partij opneemt. (De luidspreker werkt in slechts één richting, de andere persoon kan u alleen horen wanneer u de hoorn van het externe toestel opneemt.)
5 Leg de hoorn van het externe toestel weer neer om de verbinding te verbreken.
Lange nummers Lange nummers kunnen worden opgesplitst en als directkiesnummers of snelkiesnummers worden opgeslagen. Voor het kiezen van lange nummers kunt u gebruik maken van combinaties van twee of meer directkiestoetsen en/of snelkiestoetsen en normale kiestoetsen. Deze kunnen in elke gewenste combinatie worden gebruikt. Nadat u op Start heeft gedrukt, worden alle delen van het nummer gekozen in de volgorde waarin u het heeft ingevoerd. Bijvoorbeeld Onder directkiestoets 01 heeft u “555” opgeslagen en onder directkiestoets 02 “7000”. Druk nu op directkiestoets 01 en 02 en vervolgens op Start om telefoonnummer “555-7000” te kiezen. Als u een nummer tijdelijk wilt wijzigen, kunt u een deel van het nummer met de normale kiestoetsen invoeren. Als u directkiestoets 01 indrukt en vervolgens “7001” met de normale kiestoetsen intoetst, wordt telefoonnummer “555-7001” gekozen De functie voor het kiezen van lange nummers maakt het gebruik van toegangscodes een stuk gemakkelijker. Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat u voor een internationaal telefoontje verschillende telecommunicatiebedrijven kunt gebruiken, met afwijkende tarieven, afhankelijk van de bestemming en de tijd waarop u belt. Om te profiteren van lage tarieven is daarom handig de toegangscodes van deze bedrijven als directkiesnummers of snelkiesnummers op te slaan. Zie “Een stand voor het beantwoorden selecteren” in hoofdstuk 5
F/T-stand (FAX/TEL) Wanneer u één lijn gebruikt voor uw telefoongesprekken en uw faxtransmissies, zal de faxmachine in de F/T-stand zelf waarnemen of het inkomende telefoontje een gesprek of een faxbericht is.
79
80
HOOFDSTUK ACHT
De Tel-toets Als u in de F/T-stand de hoorn van een externe telefoon heeft opgenomen, kunt u het telefoontje met een druk op deze toets overnemen. Neem de hoorn van de externe telefoon op en druk vervolgens op Tel om het gesprek over te nemen. Als u op Tel drukt wanneer u via de externe telefoon een gesprek voert, wordt het telefoongesprek overgeschakeld naar de luidspreker van de faxmachine en kunt u de hoorn van de externe telefoon niet meer gebruiken. Druk nogmaals op Tel om het gesprek weer over te schakelen naar de externe telefoon.
9
H O O F D S T U K
81 N E G E N
Opties voor afstandsbediening
Fax Opslaan instellen Zet deze functie AAN als u wilt dat inkomende faxberichten in het geheugen worden opgeslagen. U kunt dan functies als Fax Doorzenden en Op Afstand Opvragen gebruiken om uw faxberichten op een andere locatie te ontvangen/op te vragen. Op het LCD-scherm wordt aangegeven of er berichten zijn opgeslagen.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 8, 2. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 8, 2. U wordt gevraagd een instelling te selecteren.
FAX OPSLAAN:UIT KIES,DRUK SET
2 Druk op of om het AAN of UIT te selecteren. 3 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 4 Druk op Stop. Als er faxberichten in het geheugen zitten en u de functie Fax Opslaan uitschakelt, wordt u gevraagd of u alle opgeslagen faxberichten wilt wissen.
WIS ALLE DOC.? 1.JA 2.NEE Zie “Een faxbericht vanuit het geheugen afdrukken” in hoofdstuk 5
Als u op 1 drukt, worden alle faxberichten gewist en wordt de functie Fax Opslaan uitgeschakeld. Als de faxgegevens in het geheugen nog niet waren afgedrukt, worden deze eerst afgedrukt, pas dan worden ze gewist. Als u op 2 drukt, worden de faxberichten niet gewist en blijft Fax Opslaan geactiveerd.
82
HOOFDSTUK NEGEN
Fax Doorzenden Om Fax Doorzenden te kunnen gebruiken, moet de functie Fax Opslaan zijn geactiveerd.
Een nummer programmeren waar faxberichten naar doorgestuurd moeten worden Zie “Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten moeten worden doorgestuurd” elders in dit hoofdstuk
Wanneer Fax Doorzenden is geactiveerd, worden inkomende faxberichten eerst in het geheugen opgeslagen. Vervolgens kiest de faxmachine het door u geprogrammeerde faxnummer en wordt het bericht naar dat nummer doorgestuurd.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 8, 1. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 8, 1.
2 Druk op
of
om het AAN of UIT te selecteren.
FAX DOORZ:AAN
3 Druk op Set. U wordt gevraagd om het nummer in te voeren waar de faxberichten naar doorgestuurd moeten worden.
DOORZ#: VOER IN & SET
4 Voer het nummer in (maximaal 20 tekens). 5 Druk op Set. 6 Druk op Stop. U kunt deze functie ook vanaf een externe locatie activeren, of vanaf een externe locatie het nummer wijzigen waarnaar faxen moeten worden doorgestuurd: u belt gewoon uw faxmachine op.
OPTIES VOOR AFSTANDSBEDIENING
De code voor toegang op afstand wijzigen Zodra de faxmachine opneemt, voert u uw code voor toegang op afstand in. U kunt uw machine dan op afstand bedienen. Deze code voor toegang op afstand is in de fabriek ingesteld op 159 , maar indien gewenst kunt u deze code wijzigen.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 8, 3. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 8, 3.
2 Voer een driecijferig nummer in (000-999). Het sterretje ( ) kan niet worden gewijzigd, Zorg ervoor dat u een code kiest die niet hetzelfde is als de code voor het op afstand activeren of uitschakelen van uw faxmachine.
3 Druk op Set. 4 Druk op Stop.
Op Afstand Opvragen Uw code voor toegang op afstand gebruiken Als u uw faxberichten wilt opvragen, moet u bellen vanaf een faxmachine die kiest m.b.v. tonen. Indien gewenst, kunt u uw faxberichten ook vanaf een toetstelefoon opvragen door ze naar een andere faxmachine door te sturen. Als er in uw hotelkamer bijvoorbeeld geen faxmachine staat, kunt u het nummer van de faxmachine in de receptie invoeren.
1 Kies op een toetstelefoon het nummer van uw faxmachine. 2 Zodra u de toon van uw faxmachine hoort, toetst u uw code voor toegang op afstand in (159 ).
3 De faxmachine geeft aan of er faxberichten zijn ontvangen. 1 lange toon = faxbericht(en) ontvangen geen toon = geen faxberichten ontvangen
4 Uw faxmachine geeft twee korte piepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren. Als u na dertig seconden nog geen opdracht invoert, wordt de verbinding verbroken. Als u een ongeldige opdracht invoert, hoort u drie piepjes.
83
84
HOOFDSTUK NEGEN
5 Druk nadat u klaar bent op 9 0 om de machine terug te stellen. 6 Hang op. Ook als uw faxmachine in de handmatige stand staat kunt u verbinding krijgen, en wel door de telefoon ongeveer 100 seconden te laten overgaan. Na 100 seconden neemt uw faxmachine op en heeft u weer 30 seconden de tijd om de code voor toegang op afstand in te voeren.
Opdrachten voor afstandsbediening U kunt uw faxmachine bedienen met behulp van onderstaande opdrachten voor afstandsbediening. Wanneer u uw faxmachine opbelt en de code voor toegang op afstand (159 ) invoert, hoort u twee korte piepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren.
De instellingen voor Fax Doorzenden wijzigen Druk op 9 5 en vervolgens op 1 - om Fax Doorzenden uit te schakelen op 2 - om Fax Doorzenden te activeren op 4 - om een nummer voor Fax Doorzenden te programmeren. De faxmachine zal de functie Fax Doorzenden dan automatisch activeren. op 6 - om Fax Opslaan te activeren op 7 - om Fax Opslaan uit te schakelen (uitsluitend mogelijk als er geen faxberichten in het geheugen zitten, of als alle faxberichten zijn gewist (met afstandsbedieningscode 9 6 3).
Een faxbericht opvragen Druk op 9 6 en vervolgens op 1 - om een geheugenstatuslijst op te vragen. Voer vervolgens het nummer van de externe faxmachine in en druk op # #. Wacht totdat u het piepje hoort, hang op en wacht tot de lijst wordt afgedrukt. op 2 - om alle faxberichten op te vragen. Voer vervolgens het nummer van de externe faxmachine in en druk op # #. Wacht totdat u het piepje hoort, hang op en wacht op uw faxbericht(en). op 3 - om alle faxberichten te wissen. Als er faxgegevens in het geheugen zitten die nog niet zijn afgedrukt, worden deze eerst afgedrukt, pas dan worden ze gewist.
OPTIES VOOR AFSTANDSBEDIENING
Controleren of er faxberichten zijn ontvangen Druk op 9 7 en vervolgens op 1 - om te zien of er faxberichten zijn ontvangen. 1 lange toon = faxbericht(en) ontvangen 3 korte piepjes toon = geen faxberichten ontvangen
De stand voor het beantwoorden wijzigen Druk op 9 8 en vervolgens op 1 - voor Antwoordapparaat op 2 - voor Fax/Telefoon op 3 - voor Alleen fax
Afstandsbediening afsluiten Druk op 9 0
De geheugenstatuslijst opvragen U kunt een geheugenstatuslijst opvragen om te controleren of er faxberichten zijn ontvangen.
1 Kies het nummer van uw faxmachine. 2 Voer na het piepje onmiddellijk uw code voor toegang op afstand in (1 5 9 ).
3 Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst u met de kiestoetsen 9 6 1 in. 4 Toets met de kiestoetsen het nummer van de externe faxmachine in (maximaal 20 tekens) waar de lijst moet worden afgedrukt en druk op # #. U kunt en # niet als kiesnummers gebruiken, maar u kunt # wel gebruiken om een pauze in een nummer in te voegen.
5 Wacht totdat u het piepje hoort, hang op en wacht. Uw faxmachine kiest nu het door u gespecificeerde nummer en stuurt u de geheugenstatuslijst.
Faxberichten opvragen 1 Kies het nummer van uw faxmachine. 2 Voer na het piepje onmiddellijk uw code voor toegang op afstand in (1 5 9 ).
85
86
HOOFDSTUK NEGEN
3 Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst u met de kiestoetsen 9 6 2 in. 4 Toets met de kiestoetsen het nummer van de externe faxmachine in (maximaal 20 tekens) waar de faxberichten moeten worden afgedrukt en druk op # #. U kunt en # niet als kiesnummers gebruiken, maar u kunt # wel gebruiken om een pauze in een nummer in te voegen.
5 Wacht totdat u het piepje hoort, hang op en wacht. Uw faxmachine kiest nu het door u gespecificeerde nummer en stuurt u de in het geheugen opgeslagen faxberichten.
Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten moeten worden doorgestuurd U kunt vanaf een externe faxmachine het nummer wijzigen waarnaar uw faxberichten moeten worden doorgestuurd.
1 Kies het nummer van uw faxmachine. 2 Voer na het piepje onmiddellijk uw code voor toegang op afstand in (1 5 9 ).
3 Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst u met de kiestoetsen 9 5 4 in. 4 Toets met de kiestoetsen het nieuwe nummer in waar de faxberichten naar moeten worden doorgestuurd (maximaal 20 tekens) en druk op # #. U kunt en # niet als kiesnummers gebruiken, maar u kunt # wel gebruiken om een pauze in een nummer in te voegen. Als uw faxmachine is aangesloten op een centrale (PBX), drukt u eerst op #, pas dan kiest u het nummer van uw faxmachine. De #-toets werkt op dezelfde wijze als de R-toets.
5 Wacht totdat u twee korte piepjes hoort en druk op 9 6 1 om de geheugenstatuslijst op te vragen.
6 Voer met de kiestoetsen het nummer in van de externe faxmachine (maximaal 20 tekens) en druk vervolgens op # #.
7 Zodra u het piepje van uw faxmachine hoort, hangt u op. Uw faxmachine kiest nu het nummer van de externe faxmachine en stuurt u de geheugenstatuslijst. In deze lijst staat nu het nieuwe nummer waarnaar faxberichten moeten worden doorgestuurd.
8 Controleer of dit nummer juist is. Als u een verkeerd nummer heeft ingevoerd, herhaalt u deze procedure vanaf stap 1.
10
H O O F D S T U K
T I E N
Rapporten afdrukken
Instellingen van de machine en journaal U kunt onderstaande rapporten en lijsten afdrukken
1.VERZ. RAPPORT
U kunt zelf bepalen of er na elk faxbericht dat verzonden wordt, een verzendrapport wordt afgedrukt.
2.JOURNAAL
In dit rapport staat informatie over de laatste 50 faxberichten die zijn ontvangen/verzonden. TX betekent verzonden, RX betekent ontvangen.
3.KIESLIJST
Dit is een lijst van namen en nummers die in het geheugen zijn opgeslagen onder de snelkiestoetsen en de directkiestoetsen. Ze staan in numerieke volgorde in de lijst.
4.TEL.INDEX
Een lijst van onder snelkies- en directkiestoetsen opgeslagen namen, op alfabetische volgorde.
5.SYSTEEM INST.
Dit is een lijst van instellingen voor STAND.INSTEL., ONTVANGST MENU, PRINT LIJSTEN, AFSTAND OPTIES en DIVERSEN.
6.GEH. STATUS
In de geheugenstatuslijst staat hoeveel geheugen er gebruikt is.
87
88
HOOFDSTUK TIEN
7.BESTEL DOC.
Als deze functie is ingesteld op AAN en de melding VERVANG TONER of DRUM BIJNA OP op het LCD-scherm staat, wordt er als u op Start drukt een bestelformulier voor toebehoren afgedrukt.
Een rapport afdrukken 1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 7. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 7.
2 Voer het nummer in van het rapport dat u wilt afdrukken. Druk bijvoorbeeld op 4 als u de telefoon-index wilt afdrukken. Als u een of op om verzendrapport wilt afdrukken, drukt u op “Afdrukken” te selecteren en drukt u op Set.
3 Druk op Start. 4 Is het rapport geprint druk dan op Stop.
Verzendrapport Het verzendrapport bewijst dat een faxbericht verzonden is. In dit rapport staan de naam en het nummer van de ontvangende partij, de datum en de tijd waarop het faxbericht was verzonden, en of de transmissie foutloos is verlopen. Wanneer deze functie uitstaat, wordt dit rapport uitsluitend automatisch afgedrukt als er tijdens de transmissie een fout is opgetreden. Als er in het rapport een fout wordt aangegeven, moet u het faxbericht opnieuw verzenden. Als het rapport aangeeft dat bepaalde pagina’s misschien niet goed leesbaar zijn, moet u deze pagina’s opnieuw verzenden. Als u meerdere faxen naar dezelfde bestemming stuurt, heeft u in het rapport wellicht een herinnering nodig om deze faxtransmissies te kunnen identificeren. U kunt UIT+BEELD of AAN+BEELD selecteren om op het rapport een deel van de eerste pagina van het faxbericht af te drukken.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 7, 1. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 7, 1.
2 Druk op
of te selecteren
om UIT, UIT+BEELD, AAN en AAN+BEELD
3 Druk op Set. 4 Druk op Stop. Als de faxmachine inactief is, kunt u controleren of het laatste faxbericht foutloos was verzonden door op Verify te drukken. Er wordt dan een verzendrapport afgedrukt.
RAPPORTEN AFDRUKKEN
Regelmaat van journaal Het journaal (ook wel activiteitenrapport genoemd) kan op bepaalde, door u gespecificeerde tijden worden afgedrukt: elk uur (1 uur), elke 3 uur, elke 6 uur, elke 12 uur, elke 24 uur, elke 2 dagen, elke 4 dagen of elke 7 dagen. Als u het journaal uitschakelt, kunt u dit rapport volgens de hierboven beschreven procedure afdrukken.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 7, 2. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 7, 2.
2 Druk op
of
totdat onderstaande melding op het LCD-scherm
staat:-
JOURNAAL PER.
3 Druk op Set. 4 Druk op of
om de instelling van uw keuze te selecteren. Als u 7 dagen kiest, wordt u gevraagd aan te geven op welke dag van de week het journaal moet worden afgedrukt.
5 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 6 Voer in 24-uurs formaat in om hoe laat het journaal moet worden afgedrukt (bijvoorbeeld 19:45 als dit om kwart voor acht ‘s avonds moet gebeuren).
7 Druk op Set. 8 Druk op Stop.
Bestelformulier Indien ingesteld op AAN, kunt u een bestelformulier voor toebehoren voor uw dealer afdrukken wanneer de drum of de tonercassette vervangen moet worden. Als de melding VERVANG TONER of DRUM BIJNA OP op het LCD-scherm staat, wordt er als u op Start drukt een bestelformulier voor toebehoren afgedrukt.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P drukt u op Menu, 7, 7. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P drukt u op Menu, 1, 7, 7.
2 Gebruik of 3 Druk op Set. 4 Druk op Stop.
om AAN of UIT te selecteren.
89
90
HOOFDSTUK TIEN
91
11
H O O F D S T U K
E L F
Kopiëren
Gebruik van de kopieerfunctie U kunt uw machine als een fotokopieermachine gebruiken en maximaal 99 kopieën van een document maken. De machine kan uw kopieën stapelen en sorteren.
Uw machine kan tekst en beelden lezen tot ongeveer 4mm afstand van de rand van het papier.
(4mm)
Niet-scanbaar gedeelte
(4mm)
92
HOOFDSTUK ELF
Contrast voor het kopiëren U kunt het contrast voor het kopiëren afstellen, zodat u kopieën donkerder of lichter kunt maken.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P, drukt u op Menu, 0, 3. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P, drukt u op Menu, 1, 0, 3.
3.CONTRAST KOPIE
2 Druk op
om een kopie lichter te maken, of druk op kopie donkerder te maken en druk vervolgens op Set.
om een
3 Druk op Stop. 4 Druk op Copy.
Eén enkele kopie maken De standaardresolutie voor één enkele kopie is Standaad. U kunt deze instelling gebruiken voor documenten die tekst en foto's bevatten, maar u kunt desgewenst ook Superfijn en Foto selecteren.
1 Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de papierinvoer.
2 Druk op Copy, wacht vijf seconden totdat het document wordt ingevoerd –OF– druk nogmaals op Copy. Tijdens het kopiëren NIET aan het papier trekken.
Meerdere kopieën maken Meerdere kopieën kunnen op twee manieren worden gemaakt: STAPELEN (eerst het gewenste aantal kopieën van de eerste pagina, vervolgens het gewenste aantal kopieën van de tweede pagina, enz.) of SORTEREN (er wordt telkens een kopie van het hele document gemaakt). Als standaardresolutie voor meerdere kopieën wordt Standard gebruikt.
Meerdere kopieën stapelen 1 Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de papierinvoer.
2 Druk op Copy. 3 Voer in hoeveel kopieën u wenst (1-99). 4 Wacht vijf seconden –OF– druk op Copy.
KOPIËREN
Meerdere kopieën sorteren 1 Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de papierinvoer.
2 Druk op Sort. 3 Voer in hoeveel kopieën u wenst (1-99). 4 Wacht vijf seconden –OF– druk op Copy.
Als het geheugen vol raakt Als tijdens het inlezen van uw document het geheugen vol raakt, verschijnen op het LCD-scherm afwisselend onderstaande meldingen:-
GEHEUGENVOL P.01 DRUK OP STOP Als de eerste pagina van het te kopiëren document wordt ingelezen, drukt u op Stop om het kopiëren te annuleren. Begin opnieuw, maar maak ditmaal enkelvoudige kopieën. Als het geheugen vol raakt tijdens het inlezen van de volgende pagina’s van een document met meerdere pagina’s, kunt u op Copy drukken om het reeds ingelezen gedeelte te kopiëren –OF– drukt u op Stop om het kopiëren te annuleren.
Kopieën vergroten of verkleinen Met AUTO zal de machine automatisch het verkleiningspercentage bepalen dat past bij het door u gebruikte papierformaat. Met HND. kunt u in stappen van 1% een percentage van 50%-100% instellen.
1 Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de papierinvoer.
2 Druk op Enlarge of Reduce. 3 Druk op of op om AUTO, 200%, 150%, 125%, 120%, 100%, 93%, 87%, 50%, of HND. te selecteren (het vergrotings- of het verkleiningspercentage wordt weergegeven).
4 Druk op Copy zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 5 Voer in hoeveel kopieën u wenst (1-99). 6 Wacht vijf seconden –OF– druk op Copy.
93
94
HOOFDSTUK ELF
Foto’s kopiëren Druk op Photo als u een foto wilt kopiëren, u hoeft dan niet op Resolution te drukken.
1 Plaats de foto’s met de bedrukte zijde naar beneden in de papierinvoer.
2 Druk op Photo. 3 Gebruik de normale kiestoetsen om in te voeren hoeveel kopieën u wenst (1-99).
4 Wacht vijf seconden –OF– druk op Copy.
12
H O O F D S T U K
95
T W A A L F
De machine en computer instellen om samen te werken (Alleen voor de MFC-9650/FAX-8750P)
De Brother-machine met uw PC gebruiken Met Multi-Function Link® Unimessage Pro (MFL Unimessage Pro) wordt uw Brother-machine een multifunctioneel centrum, waarbij u uw faxmachine kunt gebruiken als een printer en een scanner en u zelfs kunt faxen via de Windows®-toepassingen op uw computer. De MFC-9650 is een “5 in 1” multifunctioneel centrum. Installeer MultiFunction Link® Unimessage Pro en de andere Brother-software vanaf de meegeleverde CD-ROM. De FAX-8750P is een “3 in 1” multifunctioneel centrum: een fax, copier en printer. Als u via de Windows®-toepassingen op uw computer wilt afdrukken, volgt u de instructies in dit hoofdstuk voor het op uw computer aansluiten van de Brother-machine en voor het installeren van Brother’s printer driver vanaf de meegeleverde CD-ROM.
96
H O O F D S T U K T WA A L F
Voordat u Multi-Function Link ® Unimessage Pro installeert Als u een USB-kabel gebruikt (alleen voor Windows® 98) verwijzen wij u naar “De Brother-machine met een USB-kabel op uw PC aansluiten” verderop in dit hoofdstuk. Als u geen USB-kabel gebruikt, verwijzen wij u naar “De Brothermachine met een parallelle kabel op uw PC aansluiten” verderop in dit hoofdstuk.
Systeemvereisten Voor gebruik van het bijgeleverde communicatiepakket worden de volgende systeemvereisten aanbevolen: •
Windows® 95, 98. NT® Workstation 4.0
•
IBM PC Pentium 75 of hoger
•
16 MB RAM of meer (32MB wordt ten sterkste aanbevolen)
•
50 MB ruimte op de harde schijf van de PC
•
CD-ROM-station
Opmerking Gebruik een afgeschermde interfacekabel die voldoet aan IEEE 1284 en niet langer is dan 2 meter, of gebruik een USB-kabel. Speciale software voor Win 3.1/3.11 kan desgewenst bij Brother worden besteld.
DE MACHINE EN COMPUTER INSTELLEN OM SAMEN TE WERKEN
De MFC-9650 met een USB-kabel op uw PC aansluiten (Alleen voor Windows® 98) Zorg ervoor dat u uw Windows® 98 CD-ROM bij de hand heeft voordat u begint.
Met uw Brother-machine wordt geen USB-kabel meegeleverd. U dient eerst een USB-kabel aan te schaffen, pas dan kunt u de USB-interface gaan installeren. Als u liever de parallelle kabel gebruikt, verwijzen wij u naar “De Brother-machine met een parallelle kabel op uw PC aansluiten” elders in dit hoofdstuk.
1 Stel eerst de MFC op en controleer dat de machine naar behoren werkt, dat ze aanstaat en dat uw PC uitstaat.
2 Sluit de USB-kabel aan op zowel de MFC als uw PC.
3 Zet uw PC aan.
97
98
H O O F D S T U K T WA A L F
4 Klik op Volgende als het scherm Nieuwe hardware gevonden verschijnt.
5 Selecteer (Aanbevolen) en klik op Volgende.
De Brother-software installeren als u een USB-kabel gebruikt 1 Plaats de MFL Unimessage Pro CD-ROM in uw CD-ROM-station. 2 Selecteer Geef een locatie aan,verwijder andere selectiemarkeringen en klik vervolgens op Bladeren om het bestand te zoeken.
DE MACHINE EN COMPUTER INSTELLEN OM SAMEN TE WERKEN
3 Dubbelklik op het pictogram van de CD en klik op de submap win98usb en klik vervolgens op OK.
4 Selecteer Geef een locatie aan en klik op Volgende.
5 Selecteer (Aanbevolen) en klik op Volgende.
99
100
H O O F D S T U K T WA A L F
6 Bevestig dat uw keuze Brother MFC Samengesteld USB-apparaat is en klik op Volgende.
7 Wanneer de wizard Schijf plaatsen verschijnt, verwijdert u de MFL CD-ROM en plaatst u de Windows® 98 CD-ROM (om de standaard driver van Windows® 98 te installeren) en klikt u op OK.
8 Nadat het bestand is gekopieerd, verschijnt de wizard Nieuwe hardware toevoegen opnieuw. Neem de Windows® 98 CD-ROM uit het CD-station, plaats de MFL CD-ROM weer en klik op Voltooien.
DE MACHINE EN COMPUTER INSTELLEN OM SAMEN TE WERKEN
9 Nadat het MFC Samengesteld USB-apparaat is geïnstalleerd, klikt u in de wizard Nieuwe hardware toevoegen op Volgende.
10 Selecteer (Aanbevolen) en klik op Volgende.
11 Selecteer Geef een locatie op en klik op Volgende.
101
102
H O O F D S T U K T WA A L F
12 Bevestig dat uw keuze Brother MFC USB Poort(FaxModem) is en klik op Volgende.
13 Wanneer de wizard Nieuwe hardware toevoegen meldt dat de installatie van de FaxModem en de USB-driver is voltooid, klikt u op Voltooien.
Herhaal stap 9-13 tweemaal (voor de scanner driver en vervolgens voor de printer driver).
14 Nadat het samengestelde USB-apparaat, de faxmodem en de scanner en printer drivers geïnstalleerd zijn, selecteert u BRUSB: USBprinterpoort als de printerpoort en klikt u op Volgende.
DE MACHINE EN COMPUTER INSTELLEN OM SAMEN TE WERKEN
15 Typ als printernaam de naam MFL Pro Printer II en klik op Voltooien.
16 Selecteer de taal van uw keuze en klik op OK.
17 Wanneer de wizard Nieuwe hardware toevoegen meldt dat de installatie van de software (drivers voor FaxModem, scanner en printer) is voltooid, klikt u op Voltooien.
103
104
H O O F D S T U K T WA A L F
18 Klik op OK. Windows wordt automatisch opnieuw opgestart.
19 Start uw PC opnieuw op. De MFL Unimessage Pro CD-ROM wordt automatisch gestart. Volg de instructies op uw scherm en installeer de Multi Function Link® Unimessage Pro software zoals beschreven in de installatiehandleiding van de software (geleverd met de MFL Unimessage Pro CD-ROM). Als u beide USB-drivers geïnstalleerd heeft (elders in dit hoofdstuk beschreven) en ook de Resource Manager (die de parallelle poort gebruikt), kan de volgende vraag worden gesteld. Klik op Nein om de software via de USB-poort te gebruiken.
Nadat Multi-Function Link® Unimessage Pro is geïnstalleerd en u uw PC opnieuw heeft opgestart, verschijnt het dialoogvenster Setup voor afstandsbediening op uw computerscherm. Met MFC’s Setup voor afstandsbediening kunt u uw MFC snel instellen door te profiteren van het gemak en de snelheid van programmering op uw PC. Wanneer u deze toepassing gebruikt, worden de instellingen van de MFC op uw computerscherm getoond, zodat u ze desgewenst kunt wijzigen en vervolgens naar de MFC kunt downloaden.
DE MACHINE EN COMPUTER INSTELLEN OM SAMEN TE WERKEN
De FAX-8750P met een USB-kabel uw PC aansluiten (Alleen voor Windows® 98) Met uw FAX-8750P wordt geen USB-kabel meegeleverd. U dient eerst een USB-kabel aan te schaffen, pas dan kunt u de USB-interface gaan installeren. Als u liever de parallelle kabel gebruikt, verwijzen wij u naar “De Brother-machine met een parallelle kabel op uw PC aansluiten” elders in dit hoofdstuk
1 Stel uw machine eerst op en controleer dat ze naar behoren werkt en aanstaat en dat uw PC uitstaat.
2 Sluit de USB-kabel aan op zowel de MFC als uw PC.
3 Zet uw PC aan. De wizard Nieuwe hardware toevoegen verschijnt. Klik op Volgende.
105
106
H O O F D S T U K T WA A L F
4 Selecteer (Aanbevolen) en klik op Volgende.
Brother’s printer driver installeren als u de USB-kabel gebruikt 1 Plaats de CD-ROM met de printer driver. 2 Selecteer Geef een locatie op, verwijder andere selectiemarkeringen en klik vervolgens op Bladeren om het bestand te zoeken.
DE MACHINE EN COMPUTER INSTELLEN OM SAMEN TE WERKEN
3 Dubbelklik op het pictogram van de CD en klik op de submap win98usb en klik vervolgens op OK.
4 Klik op Volgende.
5 Selecteer (Aanbevolen) en klik op Volgende.
107
108
H O O F D S T U K T WA A L F
6 Bevestig dat uw keuze Brother MFL Pro Printer II is en klik op Volgende.
7 Selecteert BRUSB: USB-printerpoort en klik op Volgende.
8 Typ als printernaam de naam MFL Pro Printer II en klik op Voltooien.
DE MACHINE EN COMPUTER INSTELLEN OM SAMEN TE WERKEN
9 Selecteer de taal van uw keuze en klik op OK.
10 Klik op Voltooien. De installatie van de printer en de USB-driver is nu voltooid.
De TrueType-lettertypen installeren TrueType-lettertypen zijn de lettertypen die gebruikt worden in Windows®-besturingssystemen. Als u de TrueType-lettertypen van Brother installeert, zijn er meer lettertypen voor Windows®-toepassingen beschikbaar.
Voor Windows® 95/98 en Windows NT® Workstation 4.0:
1 2 3 4
Plaats Brother’s CD-ROM met TrueType-lettertypen. Klik op Start en vervolgens op Instellingen en Configuratiescherm. Dubbelklik in het Configuratiescherm op de map Lettertypen. Selecteer in het venster Lettertypen onder het menu Bestand de optie Nieuw lettertype installeren.
5 Selecteer uw CD-ROM-station en selecteer de map met lettertypen. 6 Selecteer de lettertypen die u wilt installeren en klik op OK.
109
110
H O O F D S T U K T WA A L F
Software voor uw MFC-9650/ FAX-8750P Software / Drivers Met gebruik van de volgende software kan optimaal gebruik worden gemaakt van de functies van de MFC-9650 en voor de FAX-8750P is Brother’s printer driver meegeleverd. De software kan worden gebruikt in Windows® 95, 98 en NT4.0. ■ Printer driver*
De printer driver zorgt voor de afdrukgegevens van de applicaties, voor de transmissie en voor de printerinstellingen. De printer driver is vereist om vanaf de PC op de MFC-9650/FAX-8750P te kunnen afdrukken.
■ Scanner driver* De MFC-9650 scanner driver voldoet aan TWAIN. De scanner kan rechtstreeks vanuit TWAINapplicaties worden gebruikt. Het programma van de scanner driver bevat de instellingen voor uw scanner. ■ Onderhoudsprogramma voor DOS Dit is een hulpprogramma dat in MS-DOS loopt. Als uw PC niet op Windows loopt, kunt u afdrukken op de machine met gebruik van HP/ Laserjet IIP-emulatie. Dit hulpprogramma geeft u tevens de beschikking over bepaalde instellingen die uniek zijn voor uw machine en voor het uitvoeren van onderhoud. ■ MFL Unimessage Pro software Met deze software kunt u via uw PC faxen verzenden en ontvangen. Raadpleeg de installatiehandleiding voor meer informatie hierover. De Brother Resource Manager is vereist om deze software te kunnen gebruiken. * Deze drivers zijn in de Brother Resource Manager opgenomen.
DE MACHINE EN COMPUTER INSTELLEN OM SAMEN TE WERKEN
De Brother-machine met een parallelle kabel op uw PC aansluiten 1 Controleer of uw interfacekabel voldoet aan de normen van IEEE 1284 en bi-directioneel is.
2 Ontkoppel het telefoonsnoer en verwijder vervolgens de stekker van de machine uit het stopcontact voordat u de interfacekabel aansluit.
3 Zorg dat uw computer is uitgezet en de stekker uit het stopcontact is verwijderd voordat u de interfacekabel aansluit.
4 Sluit de interfacekabel aan op de parallelle interfacepoort aan de achterkant van uw machine, en zet de kabel vast met de draadklemmen.
5 Sluit de interfacekabel aan op de printerpoort van de computer, en zet de kabel vast met de twee schroeven. (Raadpleeg de handleiding van uw computer voor informatie over de locatie van de printerpoort.)
6 Controleer dat de machine aanstaat voordat u de stekker van de PC in een stopcontact steekt, en schakel dan de PC in.
111
112
H O O F D S T U K T WA A L F
Als u Windows® 95 gebruikt en u de Brother-machine op uw PC heeft aangesloten, kan tijdens het opstarten de melding “Nieuwe hardware gevonden: Brother MFCXXXX” verschijnen. U kunt “Geen stuurprogramma laden (de vraag wordt niet opnieuw gesteld)” selecteren en op OK klikken, zodat Windows® dit dialoogvenster niet opnieuw toont, —OF— Als de melding “Apparaatstuurprogramma bijwerken” verschijnt, klikt u op Volgende om de Plug&Play-schermen van Windows® over te slaan. Klik vervolgens op Voltooien. Als u Windows® 98 gebruikt, kan tijdens het opstarten de melding “Nieuwe hardware toevoegen” verschijnen. Volg de instructies van het installatieprogramma en klik op Volgende. Klik op Voltooien wanneer deze optie wordt gegeven.
OPMERKING VOOR PC GEBRUIKER In de met uw MFC-9650/FAX-8750P meegeleverde vinyl zak zit een kleine ferrietring en kabelklem. HET IS ZAAK DAT U DEZE ONDERDELEN BEWAART. U heeft deze namelijk nodig wanneer u de MFC-9650/FAX-8750P op een PC wilt aansluiten. Voor optimale prestaties raden wij u aan om de dubbel afgeschermde parallelle interfacekabel met de meegeleverde ferriet-ring en kabelklem te gebruiken. Wanneer u uw MFC-9650/FAX-8750P samen met een PC wilt gebruiken, moeten de meegeleverde ferrietring en kabelklem op de dubbel afgeschermde parallelle interfacekabel worden aangesloten.
DE FERRIETRING OP DE DUBBEL AFGESCHERMDE PARALLELLE INTERFACEKABEL AANSLUITEN:
1 Breng de kabelklem aan op maximaal 50 mm afstand van de parallelle interfaceconnector. Dubbel afgeschermde parallelle interfacekabel
naar MFC
50mm
Parallelle interface-connector
Kabelklem
Kabelklem
Dubbel afgeschermde parallelle interfacekabel
DE MACHINE EN COMPUTER INSTELLEN OM SAMEN TE WERKEN
2 Breng de ferrietring aan tussen de parallelle interfaceconnector en de kabelklem. U hoort een klik zodra hij goed is vastgedrukt. Ferrietring
naar MFC
Kabelklem
Ferrietring
Dubbel afgeschermde parallelle interfacekabel
De software/drivers voor de MFC-9650 in Windows® installeren Alle software en drivers staan op één CD. Een automatisch installatieprogramma leidt u door het overgrote deel van de installatieprocedure.
1 Controleer dat uw MFC-9650 op uw computer is aangesloten en dat de MFC-9650 is ingeschakeld.
2 Zet uw computer aan en start Windows®. 3 Plaats de CD-ROM in uw CD-ROM station. Windows® 95/98/NT4.0 worden automatisch waargenomen en, indien mogelijk, zal het installatieprogramma automatisch worden opgestart. Als het installatieprogramma na een paar seconden niet wordt opgestart, gaat u als volgt te werk:A) Klik op de Start knop en selecteer Uitvoeren uit het Startmenu. B) Typ X:\SETUP.EXE (waarbij “X” de letter is van uw CDROM-station) in de opdrachtregel. C) Klik op OK. U KUNT HET INSTALLATIEPROGRAMMA OP ELK GEWENST MOMENT AFSLUITEN DOOR TE KLIKKEN OP HET PICTOGRAM IN DE HOEK RECHTS ONDERAAN UW SCHERM.
4 In het automatische installatieprogramma selecteert u de taal van uw keuze door er met de muisknop op te dubbelklikken.
5 De MFC-9650/FAX-8750P is een parallel laser-apparaat en ook deze optie dient te worden geselecteerd door erop te dubbelklikken.
113
114
H O O F D S T U K T WA A L F
6 Selecteer STAP 1 en installeer de Brother Resource Manager. U kunt deze software nu installeren, of een set diskettes* maken (om de software te installeren op een PC zonder CD-ROM-station). Volg de instructies op uw scherm. Start u uw computer, wanneer dit wordt gevraagd, opnieuw op. Als u MFL Unimessage Pro wilt installeren, herhaalt u stap 3 t/m 5 en selecteert u vervolgens STAP 2 om MFL Unimessage Pro te installeren. Volg weer de instructies op uw scherm. Start u uw computer, wanneer dit wordt gevraagd, opnieuw op.
7 Als de installatie is voltooid, kunt u de CD-ROM weer uit de machine verwijderen. * Bij het maken van sets diskettes, geeft u de eerste diskette het label diskette 1, de tweede diskette het label diskette 2 enz., totdat het programma is voltooid. Om het programma vanaf diskette te installeren, plaats u diskette 1 in uw diskettestation en typt u “A:\SETUP.EXE” waarbij “A” de letter is van uw diskettestation (raadpleeg stap 3 voor meer informatie hierover).
DE MACHINE EN COMPUTER INSTELLEN OM SAMEN TE WERKEN
De printer driver voor de FAX-8750P installeren Bij gebruik van Windows NT® Workstation, versie 4.0:
1 Plaats de CD-ROM met de printer driver voor de FAX-8750P in CDROM-station.
2 Klik op de Start knop in de takenbalk. 3 Selecteer Uitvoeren 4 Voer het volgende in: X:\winnt\setup (waarbij “X” de letter is van uw CD-ROM-station).
Bij gebruik van Windows® 95 of 98:
1 Plaats de CD-ROM met de printer driver voor de FAX-8750P in CDROM-station.
2 Klik op de Start knop in de takenbalk. 3 Selecteer Uitvoeren 4 Voer het volgende in: X:\win9598\setup (waarbij “X” de letter is van uw CD-ROM-station).
115
116
H O O F D S T U K T WA A L F
Het hulpprogramma installeren in MS-DOS® Deze printer met het DOS-hulpprogramma gebruiken Alvorens de programma’s te gebruiken die in DOS lopen, dient u in uw applicaties te controleren of de naam van uw MFC in de keuzelijst van printers staat. Zo niet, dan dient u de printer driver te installeren die bij de HP LaserJet IIP emulatie hoort. Onderstaande tabel toont mogelijke combinaties van printer drivers en printeremulaties. Voor een optimale werking van uw MFC raden wij u aan om een HP printer driver in uw software te installeren. Printer driver die in uw software wordt ondersteund
Emulatie die met het programma voor de externe printerconsole (Remote Console) geselecteerd moet worden
HP LaserJet IIP™
HP LaserJet IIP emulatie
HP LaserJet II™
Autom. emulatieselectie
•
Voor optimale afdrukresultaten moet u in uw software altijd de juiste printer driver kiezen.
•
De afdrukresolutie moet in uw DOS-software zijn ingesteld op 300 dpi.
Hoe werkt de Remote Printer Console? De Remote Printer Console (RPC) is een hulpprogramma dat onder DOS draait en bestaat uit de twee hieronder beschreven programma’s.
De Remote Printer Console Met dit programma kunt u de verschillende printerinstellingen zoals emulatie, afdrukkwaliteit, lettertypen, pagina-opmaak enz. vanaf uw computerscherm aanpassen. De meeste DOS-programma’s hebben zelf een menu voor printerinstellingen, en de daar gekozen instellingen annuleren de instellingen die zijn gemaakt met behulp van onze Remote Printer Console programma; u zult dit hulpprogramma waarschijnlijk dus weinig gebruiken. Het programma komt van pas wanneer u software gebruikt waarmee printerinstellingen en -kenmerken niet kunnen worden aangepast.
DE MACHINE EN COMPUTER INSTELLEN OM SAMEN TE WERKEN
Printer Status Monitor Met dit hulpprogramma kunt u de printerstatus volgen via bi-directionele parallelle communicatie. Het programma is resident in het geheugen van de computer opgenomen (Terminate-and-Stay-Resident Programma) en werkt op de achtergrond.
De Remote Printer Console installeren Voordat u met de installatie van dit programma begint, moet u zorgen dat u onderstaande hardware en software heeft: DOS
Versie 3.3 of later
Beeldscherm
EGA/VGA of compatibel
Toebehoren
Muis; de muis driver moet geïnstalleerd zijn. (Dit programma kan ook via het toetsenbord bestuurd worden.)
Om de Remote Printer Console te installeren, gaat u als volgt te werk:
1 Controleer dat uw MFC is aangesloten op de computer en on-line staat.
2
Zet uw computer aan en ga naar de DOS-prompt. Bent u in Windows®, sluit Windows dan af en keer terug naar de DOS-prompt.
3
Plaats de Brother CD-ROM in uw CD-ROM-station (vervang de letter “X” met de letter voor uw CD-ROM-station).
4 Typ X: (of de letter van uw CD-ROM-station) na de DOS-prompt (C:>), en druk op Enter. C:\>X:
5 Typ CD DOS en druk op Enter. X:\>CD DOS
6 Typ RPCSETUP en druk op Enter. X:\DOS>RPCSETUP
7 Volg de instructies die op het scherm verschijnen.
117
118
H O O F D S T U K T WA A L F
Gebruik van de Remote Printer Console Typ C:\RPCX>RPCX en druk op Enter om de Remote Printer Console te starten. Het Hoofdscherm verschijnt op uw computerscherm. LET OP: ■ Dit programma kan niet worden gebruikt vanuit een DOSvenster dat via Windows is geopend.
13
H O O F D S T U K
119
D E R T I E N
De machine als printer gebruiken (Alleen voor de MFC-9650/FAX-8750P)
Speciale printerfuncties Afdrukken in Windows® Zie “Brother Drivers” in hoofdstuk 12
De speciale printer driver en de TrueType™-compatibele fonts voor Microsoft“ Windows 95, 98 en Windows NT® Workstations versie 4.0, zijn te vinden op de CD-ROM die met uw MFC is meegeleverd. U kunt deze via het installatieprogramma probleemloos in uw Windows®systeem installeren. Deze driver ondersteunt onze unieke compressiemodus die de printsnelheid binnen Windows®-toepassingen aanzienlijk verhoogt en waarmee u diverse printerinstellingen kunt maken, waaronder besparingsstand en aangepast papierformaat.
Ondersteuning van populaire printer emulaties Deze printer ondersteunt de HP Laserjet IIP printeremulatie. Als u toepassingen gebruikt die onder DOS draaien, dan kunt u deze emulatie gebruiken om uw printer te gebruiken. De printeremulatie kan worden ingesteld met gebruik van de Remote Printer Console.
De Remote Printer Console voor DOS Het hulpprogramma Remote Printer Console (RPC) staat op de CDROM die met uw MFC wordt geleverd. Wanneer u uw computer in DOS (Disk Operating System) gebruikt, kunt u met dit programma de standaardinstellingen van uw printer probleemloos wijzigen, zoals bijvoorbeeld de fonts, pagina-instelling, emulaties enz.
120
HOOFDSTUK DERTIEN
Dit RPC-programma geeft u bovendien de beschikking over een Status Monitor, een programma dat resident in het geheugen aanwezig is (Terminate-and-Stay-Resident of TSR). Dit programma loopt op de achtergrond en controleert de printerstatus. De huidige status en eventuele foutberichten worden op het scherm weergegeven.
Bi-directionele parallelle interface De parallelle interface van dit apparaat maakt bi-directionele communicatie met een computer mogelijk. De MFC kan via deze interface belangrijke informatie, zoals bijvoorbeeld de hoeveelheid geïnstalleerd geheugen en ander printerinstellingen, doorgeven aan de computer. De Remote Printer Console en de driver voor Windows® 95, 98 of NT® Workstation versie 4.0 ondersteunen de bi-directionele modus, en kunnen de printerstatus doorgeven aan de computer.
Verbeterd geheugenbeheer De MFC-9650/FAX-8750P beschikt over een eigen gegevenscompressiesysteem, waarmee grafische gegevens automatisch worden gecomprimeerd en fonts op efficiënte wijze naar het geheugen van de printer (faxmachine) worden geladen. Met het standaardgeheugen van de MFC-9650/FAX-8750P kunt u geheugenfouten voorkomen en kunt u de meeste 600dpi grafische en tekstgegevens afdrukken.
Afdrukken maken vanaf uw PC Papiercassette De papiercassette van deze machine kan normaal papier en transparanten invoeren. Wanneer de machine gegevens van de computer ontvangt, begint het afdrukproces met het laden van papier vanuit de papiercassette. ■ Selecteer de afdrukopdracht op uw PC. Uw computer zal nu een printopdracht en printgegevens naar de machine sturen. De datum en tijd verschijnen op het scherm, en het bericht ONTVANGST wordt weergegeven. Als het document meerdere pagina’s bevat, wordt automatisch de volgende pagina afgedrukt. Als alle gegevens zijn afgedrukt, wordt de stand on-line weer geactiveerd. In de door u gebruikte software kunt u de gewenste papierbron, papierafmetingen en afdrukstand instellen.
DE MACHINE ALS PRINTER GEBRUIKEN
Zie de sectie “Papierspecificaties” in dit hoofdstuk.
Ondersteunt uw software het door u gekozen papierformaat niet, dan selecteert u de afmeting die net even iets groter is en past u de breedte van het afdrukgebied gebied aan door in uw software de rechter- en de linkerkantlijn opnieuw in te stellen. Als u etiketten, enveloppen, Organizer-papier, karton of dikker papier gebruikt, dient u de handinvoer te gebruiken.
Aan twee zijden afdrukken (handmatig duplex afdrukken) Met de meegeleverde printer driver voor Windows® 95, 98 en NT® Workstation versie 4.0, is het mogelijk duplex (ofwel tweezijdige) afdrukken te maken. (Verdere informatie kunt u vinden in het Helpscherm van de printer driver). De machine drukt eerst alle even pagina’s af. De Windows® driver laat u vervolgens via een schermbericht weten dat u het papier opnieuw moet invoeren. Zorg ervoor dat de stapel altijd netjes ligt alvorens deze geplaatst wordt, anders kan het papier vastlopen. Het gebruik van zeer dun of zeer dik papier wordt afgeraden.
Als u de handmatige duplexfunctie gebruikt, kan het papier vastlopen en kan de afdrukkwaliteit minder goed zijn dan normaal.
De handmatige papierinvoer Zie “Afdrukken op dikker papier en op karton” in dit hoofdstuk
De sleuf voor handinvoer bevindt zich boven de papiercassette. Plaats enveloppen of speciale afdrukmedia vel voor vel in de handinvoer. Het is niet nodig om het papier uit de papiercassette te verwijderen (raadpleeg de papierspecificaties elders in dit hoofdstuk voor nadere informatie over te gebruiken papiersoorten). Gebruik de handinvoer voor het afdrukken of kopiëren op etiketten, enveloppen, karton of dikker papier. De etiketten of die u enveloppen gebruikt, dienen geschikt te zijn voor gebruik in een laserprinter. Ongeschikte typen kunnen het oppervlak van de drum beschadigen of verontreinigen en problemen veroorzaken.
121
122
HOOFDSTUK DERTIEN
Eén vel papier invoeren Het is niet nodig om handinvoer te selecteren in het insteldialoogvenster van uw printer driver. Plaats het vel papier staand (verticaal) of liggend (horizontaal) en met de te bedrukken zijde naar boven in de sleuf voor handinvoer.
1 Plaats het papier precies in het midden van de handinvoer en zorg dat het tot de uiterste positie wordt doorgevoerd.
2 Stel de papiergeleider van de handinvoer in op de breedte van het gebruikte papier.
Sleuf voor handinvoer
Meerdere vellen tegelijk laden
1 Open het dialoogvenster Instellingen van de Windows® printer driver en selecteer Handinvoer in het vakje Papierbron. Volg de bovenstaande stappen 1 en 2 om de eerste pagina te laden. De machine begint automatisch af te drukken.
2 Als de eerste pagina is afgedrukt, verschijnt op het LCD-scherm de melding:
HAND INVOER DRUK FF/CONT Plaats het volgende vel papier om door te gaan met afdrukken.
3 Herhaal de stappen 1 en 2 totdat alle pagina’s zijn afgedrukt. •
Bij gebruik van de handmatige papierinvoersleuf, worden de beste resultaten behaald als eerst op Print Priority wordt gedrukt. De gegevens van de PC worden dan afgedrukt zonder dat de kans bestaat dat de handeling wordt onderbroken door een inkomend faxbericht. Inkomende faxberichten zullen in plaats daarvan in het geheugen van de machine worden opgeslagen. (Alleen voor de MFC9650)
DE MACHINE ALS PRINTER GEBRUIKEN
•
Als u de handinvoer niet meer wilt gebruiken of opnieuw wilt instellen, dient u de machine off-line te zetten door op de toets On/ Off Line te drukken. Vervolgens drukt u op Shift en Test/Reset –OF– u kunt de opdracht afbreken met een PC-opdracht. (Alleen voor de MFC-9650)
•
Als u de handmatige papierinvoer niet heeft geselecteerd en toch een vel papier in de handinvoer plaatst, zal de machine de eerste pagina via de handinvoer invoeren en de volgende pagina’s vanuit de papiercassette.
123
Afdrukken op dikker papier of op karton Als u de achterklep optilt, krijgt u toegang tot het rechte papierdoorvoerpad van de machine, van de handinvoer naar de achterkant van de machine. Gebruik deze papierinvoer- en uitvoermethode als u wilt afdrukken op enveloppen, dikker papier of op karton.
1 Selecteer in de printer driver de stand voor handinvoer. 2 Stuur de afdrukgegevens op de gebruikelijke wijze naar de machine. 3 Til de achterklep van de machine op.
4 Stel de geleiders van de handinvoer in op de breedte van het gebruikte papier.
5 Plaats één vel papier zo ver in de sleuf voor handinvoer, dat de voorste rand van het papier de papierrollen raakt. Laat het papier pas los wanneer de machine het een stukje invoert.
6 Nadat de machine het bedrukte vel heeft uitgeworpen, herhaalt u stap 5 voor het plaatsen van het volgende vel. De machine wacht totdat u het volgende vel geplaatst heeft. Herhaal stap 5 en 6 voor elke pagina die u wilt afdrukken.
7 Wanneer u klaar bent met afdrukken, sluit u de achterklep.
124
HOOFDSTUK DERTIEN
Teneinde te voorkomen dat transparanten vlekken als ze op de uitvoerlade worden opgestapeld, is het zaak dat u elk vel verwijdert onmiddellijk nadat het is uitgeworpen.
Face-down uitvoer De machine werpt het papier met de bedrukte zijde naar beneden uit. Trek de steun van de face-down uitvoer uit om het papier op te vangen. Teneinde te voorkomen dat transparanten vlekken als ze op de uitvoerlade worden opgestapeld, is het zaak dat u elk vel verwijdert onmiddellijk nadat het is uitgeworpen.
Tegelijkertijd afdrukken en faxen Het is mogelijk om uw machine te laten afdrukken op hetzelfde moment dat er een faxbericht wordt verstuurd of binnenkomt, of terwijl er informatie in de computer wordt ingescand. Als de machine echter bezig is een kopie te maken of als er een fax binnenkomt op papier, wordt de PC-handeling gepauzeerd en gaat pas weer verder als de kopie is gemaakt of de fax is ontvangen. Als er een fax wordt verzonden, gaat de machine gewoon door met afdrukken.
DE MACHINE ALS PRINTER GEBRUIKEN
125
Toetsen op het bedieningspaneel (Alleen voor de MFC-9650)
De toets On/Off Line Met deze toets wordt de printer on-line (klaar om gegevens te ontvangen) of off-line (niet klaar om gegevens te ontvangen) gezet. Drukt u tijdens het afdrukken op deze toets, dan wordt het afdrukken onmiddellijk stopgezet. Als u nogmaals op On/Off Line drukt, wordt de afdrukopdracht weer hervat.
De toets FF/Cont Deze toets op het bedieningspaneel heeft twee functies: papiertoevoer (Form Feed) en/of hervatten (Cont). Wanneer u op het LCD-scherm de melding “MEER GEGEVENS” ziet, drukt u op On/Off Line en vervolgens op FF/Cont. De in het geheugen achtergebleven gegevens zullen dan automatisch worden afgedrukt. Als er een fout optreedt, bijvoorbeeld als het geheugen vol is, drukt u op FF/Cont om de fout te verwijderen en de handeling te hervatten.
De toets Test/Reset Deze toets wordt gebruikt om een testpagina af te drukken. Zitten er nog gegevens in het geheugen, dan drukt u op On/Off Line om de printer off-line te zetten, en vervolgens op Test/Reset (als de printer on-line staat, kan er geen testpagina worden afgedrukt). De machine maakt een afdruk van de testpagina. Wanneer u tegelijk op Test/Reset en Shift drukt, worden alle gegevens uit het geheugen gewist. De printer wordt opnieuw ingesteld en de standaardinstellingen worden hersteld.
De toets Print Priority Als u op Print Priority drukt, wordt de printerstand geactiveerd; inkomende faxberichten kunnen nu niet op papier worden afgedrukt. In plaats daarvan worden de inkomende berichten in het geheugen opgeslagen totdat u nogmaals op Print Priority drukt.
126
HOOFDSTUK DERTIEN
Functies in het printermenu (Alleen voor de MFC-9650/FAX-8750P) De interne fontlijst afdrukken Als u wilt zien welke fonts uw machine bevat of welk font u wilt gebruiken, kunt u een overzicht afdrukken van alle interne (residente) fonts.
1 2 3 4
Druk op Menu. Druk op 2, 1, 1. Druk op Start. De machine maakt een afdruk van de fonts. Druk op Stop.
De printerconfiguratie afdrukken U kunt een overzicht afdrukken van alle instellingen van uw printer.
1 2 3 4
Druk op Menu. Druk op 2, 1, 2. Druk op Start. De machine maakt een afdruk van de configuratie. Druk op Stop.
De fabrieksinstellingen herstellen Indien gewenst, kunt u altijd de fabrieksinstellingen van de machine weer herstellen. De permanente fonts worden hierbij hersteld, maar macro’s raken verloren. De gebruikersinstellingen kunnen worden gewijzigd met gebruik van het programma Remote Printer Console.
1 Druk op Menu 2, 2, 1. Op het scherm verschijnt het volgende: 1.HERSTEL 2.STOP
2 Kies 1 als u de fabrieksinstellingen wilt herstellen –OF– druk op 2 als u de optie wilt afsluiten zonder wijzigingen in te voeren.
3 Druk op Stop.
PC-gegevens afdrukken als hexadecimale gegevens De MFC-9650/FAX-8750P kan gegevens als hexadecimale waarden afdrukken, zodat u gegevensfouten en problemen kunt controleren. Als u HEX DUMP MODE selecteert, worden alle computergegevens in hexadecimaal formaat afgedrukt. Terugstellen door tegelijkertijd op Shift en op Clear te drukken.
DE MACHINE ALS PRINTER GEBRUIKEN
127
1 Druk op Menu 2, 2, 2. Op het scherm verschijnt het volgende: 1.INSTEL
2.STOP
2 Kies 1 als u de gegevens hexadecimaal wilt afdrukken –OF– druk op 2 als u de optie wilt afsluiten.
3 Druk op Stop.
Papierspecificaties Om de beste resultaten te bereiken met uw machine, is het uiterst belangrijk dat de juiste soort papier wordt gebruikt. Wanneer de machine als een printer wordt gebruikt, kunt u in de MFC papier gebruiken dat aan de volgende specificaties voldoet. Houd er rekening mee dat u faxberichten UITSLUITEND op losse vellen A4-papier kunt opvragen. Soort papier
Papierformaat
Losse vellen
A4, Letter, B5, A5, A6, Executive, Aangepast formaat 70-216 x 116-356 mm
Enveloppen
DL, C5, COM-10, Monarch
Briefkaart
70-216 x 116-356 mm
Organizer
Day-Timer® J, K, L, M 70-216 x 116-356 mm
Etiketten en trasnparanten
70-216 x 116-356 mm
Capaciteit van papiercassette max. 27 mm hoog (tot aan de markering). Ongeveer 250 vel van 75g/m2 of 10 transparanten Losse vellen Basisgewicht
64 to 105 g/m2
Dikte
0,08 to 0,13 mm
Vochtgehalte
4% to 6% per gewight
Gladheid
100 to 250 (Sheffield)
Sleuf voor handinvoer Losse vellen
Enveloppen
Basisgewicht
64 to 158 g/m2
75 to 90 g/m2
Dikte
0,08 to 0,2 mm
0,084 to 0,14 mm
Vochtgehalte
4% to 6% per gewight
4% to 6% per gewight
Gladheid
100 to 250 (Sheffield)
100 to 250 (Sheffield)
Aanbevolen papiersoorten: Losse vellen: Xerox 4200 Etiketten: Avery laser of gelijksoortig Transparenten: 3M CG3300 for laser printers or equivalent Uitvoerlade: Ongeveer. 150 vel papier met een gewicht van 75 g/m2 A4/Letterformaat.
128
HOOFDSTUK DERTIEN
129
14
H O O F D S T U K
V E E R T I E N
Optionele accessoires
Geheugenkaart
De geheugenkaart wordt op de hoofdbesturingskaart binnenin het apparaat geïnstalleerd. Door een extra geheugenkaart te plaatsen, verhoogt u de prestatie van de faxfuncties.
Optioneel geheugen voor faxbewerkingen De FAX-8350P en de MFC-9650 hebben 2 MB geheugen en de FAX8750P heeft 6 MB geheugen. In de FAX-8350P en de MFC-9650 kan 2 MB (ME2050) of 4 MB (ME4050) optioneel geheugen worden gebruikt. Zorg ervoor dat u het juiste geheugen voor uw werkzaamheden gebruikt.
Voor de fax Er is extra geheugen verkrijgbaar waarmee het geheugen voor het ontvangen van faxen kan worden uitgebreid. Naam van model
optioneel geheugen
Totaal
FAX-8350P/MFC-9650 met atandaardgeheugen 2 MB (maximaal 130 Pagina's)
2 MB of 4 MB
4 MB (maximaal 260 Pagina's) of 6 MB (maximaal 390 Pagina's)
Niet verkrijgbaar
—
FAX-8750P met atandaardgeheugen 6 MB (maximaal 460 Pagina's)
Met gebruik van de ITU-T # 1 Chart met MMR-codering en standaardresolutie
Optionele geheugenkaart is niet verkrijgbaar voor de FAX-8750P.
130
HOOFDSTUK VEERTIEN
Los verkrijgbare papiercassette U kunt een tweede papierbak kopen (LT400) die als een derde papierbron gebruikt kan worden. Deze papiercassette kan maximaal 250 vellen papier van 75 g/m2 bevatten.
Netwerkkaart (LAN) (Alleen voor de MFC-9650/FAX-8750P) Als u de netwerkkaart (LAN) installeert (NC-8000), kunt u uw machine aansluiten in een netwerk en de functies voor Internet FAX, FAX Gateway, Netwerkscanner en Netwerkprinter gebruiken.
15
H O O F D S T U K
131
V I J F T I E N
Belangrijke informatie
Belangrijke veiligheidsinstructies
1 Lees alle instructies aandachtig door. 2 Bewaar ze op een veilige plaats, zodat u ze later kunt raadplegen. 3 Volg alle waarschuwingen en instructies die op het apparaat worden aangegeven.
4 Sluit de telefoonaansluiting af en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat schoonmaken. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen en ook geen spuitbussen. Gebruik voor het schoonmaken een vochtige doek.
5 Zet het apparaat niet op een onstabiel oppervlak. 6 Gleuven en openingen in de behuizing en de achter- en onderkant zijn voor de ventilatie: om zeker te zijn van betrouwbare werking van het apparaat en om het te beschermen tegen oververhitting, mogen deze openingen beslist nooit worden afgesloten of afgedekt. De openingen mogen beslist nooit worden afgedekt door het apparaat op een bed of een kleed of op een soortgelijk oppervlak te zetten. Zet het apparaat nooit in de buurt van of boven een radiator of een verwarmingsrooster. Het apparaat mag nooit in een kast worden ingebouwd, tenzij voldoende ventilatie aanwezig is.
7 Dit apparaat moet worden aangesloten op een spanningsbron zoals op het etiket staat aangegeven. Als u niet zeker weet welke soort stroom geleverd wordt, raadpleeg dan uw dealer of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf.
8 Dit apparaat is voorzien van een 3-draads geaard snoer en een geaarde stekker. De stekker mag om veiligheidsoverwegingen alleen in een geaard stopcontact worden gebruikt. Kan de stekker niet met uw stopcontact worden gebruikt, raadpleeg dan een elektricien en vraag hem uw oude stopcontact te vervangen. Het is absoluut noodzakelijk dat een geaarde stekker en een geaard stopcontact worden gebruikt.
132
HOOFDSTUK VIJFTIEN
9 Plaats nooit iets op het netsnoer en zet het apparaat niet op een plaats waar mensen over de snoeren kunnen lopen.
10 Zorg ervoor de opening voor ontvangen faxberichten nooit wordt geblokkeerd. Plaats nooit een voorwerp in het pad van inkomende faxberichten.
11 Raak een document tijdens het afdrukken niet aan. 12 Steek nooit voorwerpen door de openingen in het apparaat, hierdoor kunnen spanningspunten worden aangeraakt of kortgesloten, wat kan leiden tot brand of elektrische schokken kan veroorzaken. Zorg dat er nooit vloeistof op het apparaat geknoeid wordt.
13 Probeer nooit om dit apparaat zelf te repareren. Wanneer u het apparaat opent of bepaalde onderdelen verwijdert, kunt u namelijk worden blootgesteld aan gevaarlijke spanningspunten of aan andere gevaren. Neem voor reparaties en onderhoud altijd contact op met de servicedienst.
14 Dit product heeft geen stroomschakelaar. Het is derhalve van essentieel belang dat het wordt opgesteld nabij een makkelijk toegankelijk stopcontact, zodat de stekker in noodgevallen snel uit het stopcontact kan worden getrokken.
15 In onderstaande omstandigheden de stekker van het apparaat uit het stopcontact halen en de hulp inroepen van een erkend servicemonteur:A Wanneer het netsnoer is gerafeld of beschadigd. B Wanneer er vloeistof over het apparaat is geknoeid. C Wanneer het apparaat in de regen of in water heeft gestaan. D Wanneer het apparaat niet normaal werkt en de
gebruiksinstructies zijn opgevolgd. U mag de bediening uitsluitend bijstellen zoals in de gebruikershandleiding wordt beschreven, aangezien een verkeerde afstelling van andere functies kan leiden tot schade, wat vaak een uitgebreid onderzoek vereist door een erkende service-monteur om het apparaat weer naar behoren te laten werken. E Wanneer het apparaat is gevallen of wanneer de behuizing is
beschadigd. F Wanneer het apparaat duidelijke veranderingen in het
functioneren vertoont, wat betekent dat het hoog tijd is voor een servicebeurt.
B E L A N G R I J K E I N F O R M AT I E
IEC 825 Specificatie Dit faxapparaat is een Klasse 1 laserproduct volgens de definitie in IEC 825 specificaties. Onderstaand label is op het apparaat bevestigd in de landen waarin dit wordt vereist.
CLASS 1 LASER PRODUCT APPAREIL À LASER DE CLASSE 1 LASER KLASSE 1 PRODUKT
Dit apparaat heeft een Klasse 3 laserdiode die in de scanner unit onzichtbare laserstraling uitstraalt. De scanner unit mag onder geen beding worden geopend. LET OP Indien u andere knoppen gebruikt of afstellingen of procedures uitvoert die niet in deze handleiding worden beschreven, kan dit resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling. Onderstaand waarschuwingslabel is in de buurt van de scanner unit bevestigd.
CAUTION ADVARSEL VARNING VARO!
INVISIBLE LASER RADIATION WHEN OPEN AND INTERLOCK OEFEATED. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. CLASS 3B LASER PRODUCT.
ADVARSEL ATTENTION VORSICHT
USYNLIG LASERSTRÅLING, UNNGÅ DIREKTE KONTAKT MED LASERENHETEN NÅR TOPPDEKSELET ER ÅPENT. KLASSE 3B LASERPRODUKT.
ATENCIÓN
RADIACIÓN LASER INVISIBLE CUANDO SE ABRE LA TAPA Y EL INTERRUPTOR INTERNO ESTÁ ATASCADO. EVITE LA EXPOSICIÓN DIRECTA DE LOS OJOS. PRODUCTO LASER CLASE 3B.
USYNLIG LASER STRÅLING NÅR KABINETLÅGET STÅR ÅBENT. UNGDÅ DIREKTE UDSÆTTELSE FOR STRÅLING. KLASSE 3B LASER. OSYNLIG LASERSTRÅLNING HÄR DENNA DEL ÄR ÖPPNAD OCH SPÄRRAR ÄR URKOPPLADE. STRÅLEN ÄR FARLIG. KLASS 3B LASER APPARAT. AVATTAESSA JA SUOJALUKITUS OHITETTAESSA OLET ALTTIINA NÄKYMÄTTÖMÄLLE LASERSÄTEILYLLE. ÄLÄ KATSO SÄTEESEEN. LUOKAN 3B LASERLAITE.
RADIATIONS LASER INVISIBLES OUAND OUVERT ET VERROUILLAGE ENLEVE. EVITER EXPOSITIONS DIRECTES AU FAISCEAU. PRODUIT LASER CLASSE 3B. UNSICHTBARE LASERSTRAHLUNG WENN ABDECKUNG GEÖFFNET UND SICHERHEITSVERRIEGELUNG ÜBERBRÜCKT. NICHT DEM STRAHL AUSSETZEN. SICHERHEITSKLASSE 3B.
133
134
HOOFDSTUK VIJFTIEN
Radiostoring Dit apparaat voldoet aan EN55022 (CISPR Publicatie 22)/Klasse B en EN55024.
Voor uw eigen veiligheid Om veilige werking van het apparaat te kunnen garanderen, mag de meegeleverde stekker alleen worden gebruikt in een daarvoor geschikt standaardstopcontact, dat naar behoren via de huisbedrading is geaard. Het feit dat het apparaat naar behoren functioneert, wil niet zeggen dat de stroomvoorziening is geaard en dat het apparaat op veilige wijze is geïnstalleerd. Het is in het belang van uw eigen veiligheid om in twijfelgevallen een erkend elektricien te raadplegen.
IEC 825 Laser Class (Voortr 220-240 V) LASER KLASSE 1
Aansluiting Het apparaat moet worden geplaatst in de buurt van een stopcontact waar U gemakkelijk bij kunt.
135
16
H O O F D S T U K
Z E S T I E N
Problemen oplossen en onderhoud
Problemen oplossen Foutmeldingen
Het kan gebeuren dat u problemen krijgt met uw faxmachine of uw telefoonlijn. In een dergelijk geval kan de machine het probleem doorgaans zelf identificeren en wordt een foutmelding getoond. FOUTMELDINGEN FOUTMELDING DRUM BIJNA OP
OORZAAK
WAT TE DOEN
De drum is bijna opgebruikt.
Als de kwaliteit van de afdrukken te wensen overlaat, moet de drum worden vervangen.
De drumteller was niet teruggesteld.
1. Maak de voorkap open en druk op Clear. 2. Druk op 1 om terug te stellen.
CONTR. BAK NR: 1 CONTR. BAK NR: 2
Het papier in de machine is op, of het papier is niet goed in de papiercassette geplaatst.
Plaats nieuw papier of verwijder het huidige papier en plaats dit opnieuw.
COMM. FOUT
Er is een communicatiefout ontstaan vanwege slechte verbinding.
Probeer opnieuw te bellen.
GEEN CONTACT
U heeft de polling-functie opgeroepen, maar de andere faxmachine staat niet in de polling-stand.
Controleer de polling-instellingen van de andere partij.
136
HOOFDSTUK ZESTIEN
FOUTMELDING
OORZAAK
WAT TE DOEN
AFKOELEN
Wanneer de temperatuur van de U dient te wachten totdat het drum of de tonercassette te hoog apparaat gereed is om verder te wordt, onderbreekt het apparaat de gaan met afdrukken. huidige afdrukopdracht en schakelt over naar de afkoelstand. Tijdens de afkoelperiode hoort u de ventilator draaien en op het LCD scherm verschijnt de melding “AFKOELEN”.
KAP OPEN
De kap of de kap van de cassette is niet helemaal gesloten.
Maak deze kappen open en sluit ze weer.
OPGEHANGEN
De verbinding is door de andere partij verbroken.
Probeer de andere partij op te bellen om uit vinden wat er aan de hand is.
DOC. VASTGELOPEN
De documenten waren niet goed geplaatst, werden niet op juiste wijze ingevoerd, of waren te lang.
Lees eerst het onderdeel “Doc.l vastgelopen” in dit hoofdstuk, pas dan mag u de documenten verwijderen.
MACHINE FOUT XX
Mechanische fout in machine.
Trek de stekker uit het stopcontact en neem contact op met de klantenservice van Brother.
GEHEUGEN VOL (Kan gebeuren wanneer de faxmachine als een printer wordt gebruikt.)
De download-buffer is vol.
Trek de stekker van de faxmachine uit het stopcontact en steek hem er weer in. In het geheugen achtergebleven gegevens worden gewist.
GEHEUGENVOL (Kan gebeuren wanneer de faxmachine als een printer wordt gebruikt.)
Het geheugen van uw machine is vol.
• Trek de stekker van de faxmachine uit het stopcontact en steek hem er weer in. In het geheugen achtergebleven gegevens worden gewist. • Als u de Windows® driver heeft geïnstalleerd, dient u de stand TrueType in te stellen op “Print as Graphics” in het menu AFDRUKKEN van uw applicatie, waarna u het nogmaals kunt proberen. • Selecteer een lagere resolutie of maak de afdruk minder gecompliceerd. • Breid het geheugen uit met een optionele geheugenkaart (ME2050 of ME4050). (Alleen voor FAX-8350P/ MFC-9650)
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ONDERHOUD
FOUTMELDING
OORZAAK
WAT TE DOEN
GEEN ANTW/BEZET
Het door u gekozen nummer is in gesprek of er wordt niet opgenomen. Het is ook mogelijk dat u een nummer heeft gekozen dat niet op een faxmachine is aangesloten.
Controleer het nummer en probeer opnieuw.
REINIG DRUM
De primaire coronadraad van de drumkit is vuil.
Reinig de primaire coronadraad van de drumkit (raadpleeg “De drumkit reinigen” elders in dit hoofdstuk).
NIET OPGESLAGEN
Onder het door u gekozen directkiesnummer of snelkiesnummer is geen nummer opgeslagen.
U moet een nummer registreren (zie hoofdstuk 7).
PRINTER PROBLEEM
Het papier waarop inkomende faxberichten worden afgedrukt is vastgelopen.
Lees eerst de volgende pagina, pas dan mag u het papier verwijderen.
TONER OP
Er is geen tonercassette geplaatst. De toner is op en u kunt niet meer afdrukken.
Plaats er een. Plaats een nieuwe tonercassette (zie “De tonercassette vervangen” elders in dit hoofdstuk).
VERVANG TONER
Op het LCD-scherm verschijnt de melding “VERVANG TONER” terwijl het tonerlampje op het bedieningspaneel gaat knipperen. U kunt nog steeds afdrukken maken, maar de toner zal binnenkort op zijn.
Bestel een nieuwe tonercassette.
OPEN DEKSEL
Er is mogelijk een pagina, een stukje papier, een paperclip of iets dergelijks vastgelopen in de machine.
Maak de voorkap open. Als u vastgelopen papier of een ander vastgelopen voorwerp ziet, trekt u dit er voorzichtig uit en sluit u de kap. Verdwijnt de foutmelding niet, maak de voorkap dan nogmaals open en sluit deze weer. Als de machine zichzelf niet kan terugstellen en i.p.v. de tdatum en tijd de melding MACHINE FOUT XX verschijnt, dient u contact op te nemen met uw Brother-dealer.
137
138
HOOFDSTUK ZESTIEN
Doc. vastgelopen De documenten waren niet goed geplaatst, werden niet op juiste wijze ingevoerd, of waren te lang.
1 Maak het bedieningspaneel open. 2 Trek het document voorzichtig naar u toe, naar de voorkant van de machine.
3 Sluit het bedieningspaneel en druk op Stop.
Printer probleem Voordat u vastgelopen papier gaat verwijderen, moet u eerst uitvinden waar het is vastgelopen. Gebruik onderstaand procedures om uit te vinden waar het is vastgelopen.
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ONDERHOUD
WAARSCHUWING Trek het vastgelopen papier nooit met kracht uit de papierlade; dit kan de machine beschadigen en er kan dan toner worden geknoeid. Nadat de machine is gebruikt, zijn sommige onderdelen in het inwendige zeer HEET! Wanneer u de voorkap of de achterklep van de machine openmaakt, mag u de in onderstaande afbeelding gearceerde delen beslist nooit aanraken.
HEET!
Vooraanzicht
HEET!
Achteraanzicht
Papier is vastgelopen in de multifunctionele papiercassette
1 Trek de papiercassette uit de machine. 2 Verwijder gekreukelde vellen.
3 Stel de papiergeleiders af op het gebruikte papierformaat. 4 Druk de stapel omlaag, zodat deze plat in de papiercassette ligt. 5 Plaats de papiercassette weer in de machine.
139
140
HOOFDSTUK ZESTIEN
Papier is vastgelopen in de buurt van de drum
1 Maak de voorkap open. 2 Verwijder de drum, maar gebruik geen kracht als deze niet gemakkelijk verwijderd kan worden. Trek in plaats daarvan het vastgelopen papier uit de cassette.
3 Trek het vastgelopen papier er voorzichtig uit. 4 Plaats de drum weer in de machine. 5 Sluit de voorkap. Papier is vastgelopen in de fuser
1 Maak de achterklep open. 2 Trek het vastgelopen papier uit de machine. Als u het papier via de achterkant uit de machine moet trekken, kan de fuser met toner bevuild worden en kunnen de eerste paar pagina’s die u daarna afdrukt er vuil uitzien. Druk een paar exemplaren van de testpagina af totdat de pagina’s er normaal uitzien.
3 Sluit de achterklep.
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ONDERHOUD
Andere problemen Als u denkt dat uw faxmachine niet naar behoren werkt, maak dan eerst een kopie. Als de kopie er goed uitziet, heeft het probleem waarschijnlijk niet met uw faxmachine te maken. Controleer onderstaande punten en volg de instructies die worden gegeven. PROBLEEM
OPLOSSING
LCD-scherm
De datum en tijd staan niet op het LCD-scherm
Als uw machine in de stroombespaarstand staat, staan datum en tijd niet op het LCD-scherm wanneer de machine inactief is. Schakel de stroombespaarstand uit om de datum en tijd op het LCD-scherm te krijgen.
Problemen met het afdrukken en ontvangen van faxberichten
Tekst staat te dicht op elkaar en Ziet een kopie er wel goed uit, dan ligt dit wellicht aan een slechte horizontale strepen, of boven- en verbinding. Ziet een kopie er ook niet goed uit, neem dan contact op met onderkant van tekst ontbreekt. uw Brother-dealer.
Problemen met de telefoonlijn of aansluiting
Problemen met het verzenden van faxberichten
Er staan verticale strepen op de faxen die u ontvangt.
Het kan gebeuren dat op de faxen die u ontvangt verticale strepen of zwarte strepen staan. De primaire coronadraad waarmee uw faxmachine afdrukt, of de scanner van de faxmachine van de verzendende partij is wellicht vuil. Reinig de coronadraad of vraag de andere partij een kopie te maken om te zien of het probleem misschien bij hun ligt. Probeer de fax op een andere machine te ontvangen. Kunt u het probleem niet oplossen, neem dan contact op met uw Brother-dealer.
De faxmachine beschouwt een normaal telefoontje als een faxbericht.
Is uw faxmachine ingesteld op “Fax Waarnemen: AAN”, dan gaat zij er bij elk telefoontje vanuit dat het een faxbericht betreft. Zet deze functie uit.
Horizontale strepen.
Het kan gebeuren dat op de faxen die u ontvangt horizontale strepen staan of dat er regels ontbreken. Dit is doorgaans het resultaat van een slechte verbinding. Vraag de andere partij de fax nogmaals te verzenden.
U kunt niet kiezen.
Controleer of er een kiestoon is. Controleer alle telefoonaansluitingen. Controleer tevens of het netsnoer goed is aangesloten. Neem de hoorn van de externe telefoon op en probeer met de hand een faxbericht te versturen. Wacht totdat u de faxontvangsttonen hoort en druk op Start.
Faxapparaat geeft geen gehoor bij oproep.
Controleer of de juiste ontvangststand is ingesteld (Fax, F/T of TAD). Controleer of er een kiestoon hoorbaar is. Indien mogelijk, belt u uw eigen apparaat om te zien wat er gebeurt. Neemt uw faxmachine niet op, controleer dan de telefoonaansluiting. Gaat de bel niet over wanneer u uw faxmachine belt, vraag uw telecommunicatiebedrijf dan om de lijn te controleren.
Geen kiestoon wanneer u de hoorn van de externe telefoon opneemt.
Neem de hoorn van de externe telefoon op –OF– druk op een van de normale kiestoetsen en vervolgens op Start. Hoort u geen kiestoon, controleer dan de aansluitingen van het snoer tussen de machine en het telefoonstopcontact. Controleer of de externe telefoon goed op de machine is aangesloten (op EXT.-ingang). Test het telefoonstopcontact met een ander telefoontoestel. Hoort u ook dan geen kiestoon, dan moet u contact opnemen met uw telecommunicatiebedrijf.
Slechte kwaliteit van faxtransmissies.
De resolutie-instelling is waarschijnlijk niet voldoende. Stuur de fax nogmaals, ditmaal met de fijne of superfijne resolutie (zie hoofdstuk 6). Maak een kopie om te controleren of de scanner van uw faxmachine misschien vuil is.
141
142
HOOFDSTUK ZESTIEN
PROBLEEM
OPLOSSING
Het verzendrapport drukt een fout af.
Er is waarschijnlijk een tijdelijke storing of ruis op de lijn. Probeer het faxbericht nogmaals te verzenden. Blijft het probleem zich voordoen, neem dan contact op met uw telecommunicatiebedrijf.
De ontvangende partij zegt dat uw faxen niet duidelijk doorkomen.
De resolutie-instelling is waarschijnlijk niet voldoende. Stuur de fax nogmaals, ditmaal met de fijne of superfijne resolutie. Maak een kopie om te controleren of de scanner van uw faxmachine misschien vuil is.
De ontvangende partij zegt dat er De scanner van uw faxmachine, of de printkop van de machine van de verticale strepen staan op de andere partij is wellicht vuil. Reinig de scanner en maak een kopie te faxen die u verzendt. maken om te zien of het probleem misschien bij u ligt. Problemen met inkomende telefoontjes
Problemen met afdrukken (Alleen voor de MFC-9650/ FAX-8750P)
Dubbele bel in de F/T-stand.
De machine weet dat het inkomende telefoontje geen faxbericht is en waarschuwt u dat u de hoorn van de externe telefoon moet opnemen en op Tel moet drukken. Neem de hoorn van het externe toestel op en druk op Tel, of neem de hoorn van een tweede toestel op en voer de code voor uitschakelen op afstand in (#51).
Een faxoproep doorverbinden naar de faxmachine.
Als u het telefoontje had aangenomen bij uw faxmachine, drukt u op Start, waarna u onmiddellijk ophangt. Als u het telefoontje had aangenomen op een tweede toestel, voert u uw driecijferige code voor activeren op afstand in (de fabrieksinstelling is 51). Zodra uw faxmachine opneemt, legt u de hoorn weer neer.
De printer drukt niet af.
Controleer of de printer aanstaat, of de tonercassette en de drumkit op juiste wijze geplaatst zijn, of de interfacekabel tussen de computer en de printer goed is aangesloten en kijk of er misschien een foutmelding wordt weergegeven
De printer drukt ongevraagd iets Trek de stekker uit het stopcontact. Controleer de belangrijkste instellingen af, of drukt wartaal af. in uw software om te zien of uw software juist is ingesteld op het gebruik van deze machine. De printer kan geen hele pagina’s van mijn document afdrukken.
De printer heeft een erg ingewikkelde opdracht ontvangen en kon een deel van de pagina niet verwerken. Dit kan op onderstaande wijze verholpen worden: gebruikt u Windows® 95, 98 of Windows NT® Workstation versie 4.0 met de meegeleverde printer driver, raadpleeg dan het onderdeel “Afdrukproblemen in Windows®”. Maak uw document minder ingewikkeld of verlaag de afdrukresolutie.
De printer drukt de eerste paar pagina’s goed af, maar op sommige pagina’s ontbreekt er een gedeelte van de tekst.
Uw computer herkent het signaal “Buffer vol” van de printer niet. Controleer of de printerkabel goed is aangesloten.
De printer kan geen hele Reduceer de printerresolutie. Maak uw document minder ingewikkeld pagina’s van mijn document. en probeer opnieuw. Reduceer in uw applicatie de grafische kwaliteit of afdrukken. De melding gebruik minder fontgrootten. “GEHEUGENVOL” verschijnt.
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ONDERHOUD
PROBLEEM
OPLOSSING
De kop- en voettekst van mijn document verschijnt wel op het scherm maar wordt niet afgedrukt.
De meeste laserprinters kunnen een bepaald deel van de pagina (over het algemeen de eerste en laatste twee regels) niet bedrukken. Zodoende zijn er dus 62 bedrukbare regels. Stel de boven- en ondermarge in uw document hierop af.
Afdrukproblemen in Windows® (Alleen voor de MFC-9650/ FAX-8750P)
Ik kan niet afdrukken vanuit mijn software.
Controleer of de meegeleverde Windows® printer driver geïnstalleerd is, en of deze is geselecteerd in uw software.
Afdrukproblemen in DOS (Alleen voor de MFC-9650/ FAX-8750P)
Ik kan niet afdrukken vanuit mijn software.
Controleer of de interface-instellingen van uw DOS-software overeenkomen met uw printer: als u bijvoorbeeld een parallelle printerkabel gebruikt, printerpoort voor de DOS-software waarschijnlijk LPT1. Controleer of er een foutmelding wordt weergegeven.
De printer drukt wel af, maar hij drukt de verkeerde informatie af. Soms drukt hij een paar tekens af en werpt het dan uit, enz.
Dit betekent dat de emulatie-instelling in uw software en die van uw printer niet overeenkomen. Controleer in uw software of u wel de juiste printer driver heeft geselecteerd.
Het apparaat voert geen papier in. Op het LCD-scherm verschijnt “KIJK PAPIER NA” of “PRINTER PROBLEEM”.
Controleer of de melding “KIJK PAPIER NA” of “PRINTER PROBLEEM” op het LCD-scherm staat. In dat geval is het papier in de papiercassette mogelijk op of is deze niet goed geplaatst. Als de cassette leeg is, plaatst u een nieuwe stapel papier. Als er wel papier in de cassette ligt, legt u de stapel recht. Gekruld papier moet recht worden gestreken. Soms helpt het om de stapel te verwijderen, om te draaien en weer in de cassette te leggen. Plaats minder papier in de cassette en probeer opnieuw. Controleer of in de printer driver misschien de handinvoer is geselecteerd (MFC-9650/FAX-8750P).
Problemen met papierdoorvoer
De faxmachine voert geen papier Voer het papier opnieuw en diep genoeg in, één vel tegelijk. in via de opening voor Controleer dat in de printer driver de handinvoer is geselecteerd handinvoer. (MFC-9650/FAX-8750P). Hoe kan ik papierdoorvoerstoringen verhelpen?
Raadpleeg het onderdeel “Papierdoorvoerstoringen”.
Problemen met kopiëren
Er staan verticale strepen op de kopieën.
Het kan gebeuren dat er verticale strepen op uw kopieën staan. Dit betekent dat de scanner of de primaire coronadraad waarmee wordt afgedrukt vuil is. Reinig deze.
Problemen met afdrukken
De afdrukken zijn te donker of te licht.
Gebruik de functie voor het afstellen van de printdichtheid om de afdrukkwaliteit af te stellen. De standaardinstelling is de middenpositie. Zie ook “De printdichtheid instellen” in hoofdstuk 5.
143
144
HOOFDSTUK ZESTIEN
PROBLEEM
OPLOSSING
Er staan witte strepen op de afdruk.
Dit probleem kunt u oplossen door het scannervenster met een zacht doekje te reinigen. Zie ook “Regelmatig onderhoud” en “De drumkit reinigen” elders in dit hoofdstuk. Als de melding “DRUM BIJNA OP” op het LCD-scherm staat, moet een nieuwe drumkit worden geplaatst. Controleer de omgeving van de machine. Omstandigheden zoals vochtigheid, hoge Witte strepen of vage afdruk temperatuur, enz. kunnen dit probleem veroorzaken.
Er staan tonervlekken of verticale Reinig de binnenkant van het apparaat en de primaire coronadraad van de strepen op de afdruk. drumkit. Zie ook “Regelmatig onderhoud” en “De drumkit reinigen” elders in dit hoofdstuk. Het plaatje van de coronadraad moet in de beginstand staan. Blijft het probleem aanwezig en blijft ook de melding “DRUM BIJNA OP” op het LCD-scherm staan, dan moet een nieuwe drumkit worden geplaatst. Donkere strepen of tonervlekken Op de afgedrukte pagina’s staan witte vlekken in zwarte letters en grafische afbeeldingen.
Zorg ervoor dat u het juiste papier gebruikt (controleer de specificaties). Een ruw oppervlak of te dik papier kan de oorzaak zijn van dit probleem. Blijft het probleem aanwezig en verschijnt de melding DRUM BIJNA OP, plaats dan een nieuwe drum. Controleer de omgeving van de machine. Omstandigheden zoals vochtigheid, hoge temperatuur, enz. kunnen dit probleem veroorzaken.
Witte vlekken Tonervlekken over het hele vel.
Tonervlekken
De hele pagina wordt zwart afgedrukt.
Gebruik de functie voor het afstellen van de printdichtheid om de afdrukkwaliteit af te stellen. Reinig het inwendige van het apparaat. Zie ook “Regelmatig onderhoud” en “De drumkit reinigen” elders in dit hoofdstuk. Zorg ervoor dat u het juiste papier gebruikt (controleer de specificaties in hoofdstuk 13). Blijft het probleem aanwezig en staat de melding “DRUM BIJNA OP” op het LCD-scherm, dan moet een nieuwe drumkit worden geplaatst. Controleer de omgeving van de machine. Omstandigheden zoals vochtigheid, hoge temperatuur, enz. kunnen dit probleem veroorzaken. Reinig het inwendige van de machine en de primaire coronadraad van de drum. Gebruik nooit hittegevoelig papier, omdat dit een dergelijk probleem kan veroorzaken. Blijft het probleem aanwezig en staat de melding “DRUM BIJNA OP” op het LCD-scherm, dan moet een nieuwe drumkit worden geplaatst. De drum is mogelijk beschadigd.
Zwarte pagina Er wordt niets op de pagina afgedrukt.
Controleer of de tonercassette misschien leeg is. Reinig de elektrische aansluitpunten (zie ook “Regelmatig onderhoud” en “De drumkit reinigen”). Controleer of er geen afgescheurd stukje papier op het scannervenster zit.
Witte pagina De afgedrukte pagina’s zijn op Dit probleem verdwijnt soms vanzelf. Probeer een aantal pagina’s achter witte regelmatige afstand gevlekt. elkaar af te drukken om dit probleem te verhelpen, vooral als het apparaat langere tijd niet is gebruikt. Als het oppervlak van de drumkit bekrast of beschadigd is, moet de drum vervangen worden.
Vlekken op regelmatige afstand
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ONDERHOUD
PROBLEEM
OPLOSSING
Er staan vlekken midden op de afgedrukte pagina, of op de zijkant ervan.
Dit kan worden veroorzaakt door diverse omstandigheden, zoals vochtigheid, hoge temperaturen, enz. Het apparaat moet op een plat, horizontaal oppervlak staan. Verwijder de drumkit compleet met tonercassette en schud deze enige malen heen en weer. Het probleem wordt misschien verholpen door het scannervenster met een zachte doek schoon te wrijven (zie ook “Regelmatig onderhoud” en “De drumkit reinigen”). Blijft het probleem aanwezig en blijft ook de melding “DRUM BIJNA OP” op het LCD-scherm staan, dan moet een nieuwe drumkit worden geplaatst.
Pagina’s met vlekken Vage afdruk van vorige pagina pagina’s. ,,,,,, ,,,,,, ,,,,,, ,,,,,, ,,,,,, ,,,,,, ,,,,,, ,,,,,, ,,,,,, ,,,,,, ,,,,,, ,,,,,, ,,,,,,
Gebruik de functie voor het afstellen van de printdichtheid om de afdrukkwaliteit af te stellen. Zorg ervoor dat u het juiste papier gebruikt (controleer de specificaties). Een ruw oppervlak of te dik papier kan de oorzaak zijn van dit probleem. Zorg dat u in de printer driver het juiste mediatype selecteert (MFC-9650/FAX-8750P).
Vage afdruk vorige pagina
De drumkit is een verbruiksartikel en moet zo af en toe worden vervangen.
145
146
HOOFDSTUK ZESTIEN
Problemen met applicaties met speciale comms-drivers, zoals HP Pavilion PC en de screen-saver HP DEMO Er zijn een aantal applicaties die hun eigen comm-drv bestanden gebruiken, en die problemen veroorzaken met de bestanden die MFL Unimessage Pro gebruikt. In dit geval moet het bestand SYSTEM.INI als volgt worden gewijzigd: Wanneer de screen-saver HP DEMO op uw HP Pavilion PC wordt geïnstalleerd nadat u de MFL Unimessage Pro software heeft geïnstalleerd, wordt het bestand SYSTEM.INI overschreven en kunt u de Brother MFC niet gebruiken om af te drukken, te scannen of voor instellen op afstand. Het bestand SYSTEM.INI moet dan als volgt worden gewijzigd: [boot] ;comm.drv=comm115.drv comm.drv=brmfcomm.drv [386Enh] DEVICE=C:\WINDOWS\SYSTEM\Bi-Di.386 Als u SYSTEM.INI niet wilt wijzigen, dient u een andere screen-saver te kiezen en MFL Unimessage Pro opnieuw te installeren.
Bi-directionele parallelle poorten (de standen ‘nibble’ en ‘byte’) De machine ondersteunt parallelle poorten in zowel Nibble (AT) als Byte (bi-directioneel). Als uw PC de byte-stand gebruikt, verloopt het scannen en de ontvangst van faxberichten sneller. Als u de werkingsstand van uw parallelle poort wilt wijzigen of controleren, dient u de BIOS van uw systeem te controleren in CMOS Setup, of dient u contact op te nemen met de fabrikant van uw computer voor verdere hulp. Enkele van de oudere computers ondersteunen alleen de stand Nibble. De nieuwe modellen ondersteunen over het algemeen beide standen.
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ONDERHOUD
147
De “Machine Connect Failure” of Bi-directionele communicatiefout Sinds kort worden bepaalde printers voorzien van een functie waarmee de printerstatus op het PC-scherm kan worden weergegeven. Deze printers maken gebruik van de bi-directionele parallelle communicatiepoort op de printer en de PC. Onze printer is ook voorzien van een bi-directionele parallelle poort. Als er twee of meer verschillende bi-directionele device drivers in Windows® worden geïnstalleerd, kunnen deze in conflict raken en de nodige problemen veroorzaken. Controleer of de driver van de machine is geïnstalleerd door SETUPEXE te starten vanaf uw CD-ROM-station, volgens de instructies op het etiket van de CD-ROM. Indien u deze driver installeert met gebruik van Toevoegen in het menu Printers van het configuratiescherm, bestaat de kans dat de bi-directionele communicatie is uitgeschakeld. Als u de drivers heeft geïnstalleerd, start u Windows® opnieuw op. Eventuele conflicten tussen printer drivers dienen te worden verwijderd. Raadpleeg de sectie die van toepassing is op de extra printer drivers die u heeft geïnstalleerd in uw Windows® software. Brother HL-6/6V/10h/630series/660series/960/1260/WL-660 HP LaserJet series II, IID, IIP, IIP+, III, IIID,IIIP or IV Plus NEC SuperScript 610/660 EPSON ActionLaser 1100/1400 LexMark WinWriter 200
Brother HL-6/6V/10h/630series/660series/960/1260/ WL-660: De Resource Manager voor de machine werkt wellicht niet als de printer driver voor de bovengenoemde modellen is geïnstalleerd nadat de printer driver van de faxmachine is geïnstalleerd. In dit geval dient u de printer driver van de faxmachine opnieuw te installeren of BI-DI.386 van de CD-ROM te kopiëren naar de Windows/ Systeemdirectory. (LET OP: BI-DI.386 op disk 1 is niet gecomprimeerd.)
HP LaserJet series II, IID, IIP, IIP+, III, IIID, IIIP of IV Plus Als het Microsoft Windows® Printing System voor de bovenstaande modellen wordt gebruikt, moet het bestand win.ini (in de directory Windows) worden gewijzigd om de bi-directionele functie van de printer uit te schakelen. U wordt aanbevolen een backup te maken voordat u het bestand WIN.INI of SYSTEM.INI wijzigt.
148
HOOFDSTUK ZESTIEN
Open het bestand “win.ini” met gebruik van het programma Notepad. In de [spooler] sectie, vindt u de volgende regel: [spooler] QP.LPT1 = wpsljqp.dll Om deze functie uit te schakelen, dient u een puntkomma te zetten aan het begin van de regel: [spooler] ;QP.LPT1 = wpsljqp.dll Open vervolgens het bestand “system.ini” met gebruik van het programma Notepad. In de sectie [386Enh] vindt u de volgende regel: [386Enh] device=wpsljvpd.386 WPSLPT1=1 Om deze functie uit te schakelen, dient u een puntkomma te zetten aan het begin van de regel: ;device=wpsljvpd.386 ;WPSLPT1=1 Om deze wijzigingen in het systeem in te voeren, dient u Windows® opnieuw op te starten. De wijziging schakelt de functie voor weergave van de printerstatus uit; u kunt de machine verder helemaal probleemloos gebruiken.
HP LaserJet 4 Plus: De hoofdstatusvensters (Main Status) dienen te worden verwijderd door te dubbelklikken op Uninstall Status windows in de HP LaserJet groep.
NEC SuperScript 610/660: De NEC SuperScript driver dient te worden verwijderd door NECDELET.EXE te starten in Diskette 1, die bij NEC-printers wordt geleverd.
EPSON ActionLaser 1100 / 1400: De EPSON ActionLaser 1100/1400 driver dient te worden verwijderd door EPDELETE.EXE te starten in Windows® Printer Driver (printerstuurprogramma).
Lexmark WinWriter 200: De bestanden win.ini en “system.ini” (in de Windows® directory) moeten worden gewijzigd om de bi-directionele functie van de printer uit te schakelen.
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ONDERHOUD
149
U wordt aanbevolen een backup te maken van WIN.INI en SYSTEM.INI voordat u de wijzigingen aanbrengt. Open het bestand “win.ini” met gebruik van het programma Notepad. In de sectie [windows] vindt u de volgende regel: [windows] run=C:/WINDOWS/SYSTEM/WPSIOMON Om deze functie uit te schakelen, dient u een puntkomma te zetten aan het begin van de regel: [windows] ;run=C:/WINDOWS/SYSTEM/WPSIOMON In de [spooler] sectie, vindt u de volgende regel:. [spooler] QP.LPT1=wpslbq.dll Om deze functie uit te schakelen, dient u een puntkomma te zetten aan het begin van de regel: [spooler] ;QP.LPT1=wpslbq.dll Vervolgens opent u het bestand “system.ini” met gebruik van het programma Notebook. In de sectie [386Enh] vindt u de volgende regels: [386Enh] device=wpscomd.386 device=wpsljvpd.386 WPSLPT1=1 Om deze functie uit te schakelen, dient u een puntkomma te zetten aan het begin van de regels: [386Enh] ;device=wpscomd.386 ;device=wpsljvpd.386 ;WPSLPT1=1 Om deze wijzigingen in het systeem in te voeren, dient u Windows® opnieuw op te starten. De wijziging schakelt de functie voor weergave van de printerstatus uit; u kunt de machine verder helemaal probleemloos gebruiken.
Grafische afbeeldingen of tekst ontbreekt op de afdruk Dit kan veroorzaakt worden door de Display Driver software. Neem contact op met de winkel waar u uw beeldscherm heeft gekocht, en vraag informatie over de nieuwste versie van de driver. Ook kunt u proberen om de instelling in Windows® voor uw scherm te wijzigen in standaard VGA of SVGA; neem contact op met de winkel of met de technische hulp van Microsoft als u de instelling voor uw scherm in Windows® wilt veranderen of nieuwe software voor de Display Driver wilt installeren.
150
HOOFDSTUK ZESTIEN
De machine inpakken en vervoeren Gaat u de faxmachine vervoeren, gebruik dan de originele verpakking. Volg onderstaande stappen om het apparaat goed in te pakken, anders kan het beschadigd worden en kan de garantie vervallen.
1 Haal eerst het telefoonsnoer uit het telefoonstopcontact en daarna het netsnoer uit het stopcontact.
2 Maak de voorkap open. 3 Neem de drumkit uit de machine. WAARSCHUWING Neem de drumkit met de tonercassette uit de faxmachine. Laat de tonercassette in de drum zitten.
4 Verpak de drumkit met de tonercassette in de plastic zak en sluit deze goed af.
5 Sluit de voorkap. Vouw de steun voor uitvoer via de voorzijde in. Verwijder het telefoonsnoer, de documentlade en de documentensteun en pak deze in
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ONDERHOUD
151
6 Verpak de faxmachine in de plastic zak en zet haar in het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal in de doos waarin ze geleverd werd.
7 Stop ook de andere onderdelen (zoals snoeren en dergelijke) en de documentatie (zoals deze handleiding) in de doos. (Alleen voor MFC-9650/ FAX-8750P)
8 Sluit de kartonnen doos en plak deze met plakband goed dicht.
152
HOOFDSTUK ZESTIEN
Regelmatig onderhoud U kunt uw faxmachine in optimale conditie houden door haar regelmatig te reinigen. Het is verstandig om tijdens het reinigen ook de tonercassette en de drumkit te reinigen. Vermijd het gebruik van verdunningsmiddelen of andere organische oplosmiddelen en gebruik nooit water.
De scanner reinigen 1 Trek eerst het telefoonsnoer uit het contact en haal vervolgens de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Wanneer u deze snoeren later weer aansluit, moet u eerst de stekker van het netsnoer in het stopcontact steken, pas dan mag u het telefoonsnoer weer aansluiten.
2 Til de hendel van het bedieningspaneel op. 3 Reinig de witte balk en de glazen plaat. Bevochtig een zachte, pluisvrije doek met zuivere alcohol en verwijder stof en vuil voorzichtig van de glazen plaat en van de witte balk van de scanner.
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ONDERHOUD
De printer reinigen WAARSCHUWING ■ Gebruik geen schoonmaakalcohol voor het reinigen van het bedieningspaneel. Alcohol kan barsten in het bedieningspaneel veroorzaken. ■ Gebruik geen schoonmaakalcohol voor het reinigen van het scannervenster. ■ Het scannervenster nooit met uw vingers aanraken. ■ Ga voorzichtig met de tonercassette om, er zit toner in. Als toner op uw handen of kleren terechtkomt, deze onmiddellijk afvegen of met koud water wassen.
1 Maak de voorkap open. 2 Verwijder de complete drumkit. WAARSCHUWING Nadat de machine is gebruikt, zijn sommige onderdelen in het inwendige zeer HEET! Wanneer u de bovenkap openmaakt, mag u de in onderstaande afbeelding gearceerde delen beslist nooit aanraken.
HEET!
3 Reinig het scannervenster voorzichtig met een schone, zachte doek. Gebruik geen schoonmaakalcohol.
Scannervenster
153
154
HOOFDSTUK ZESTIEN
De drumkit reinigen Pas op dat er geen toner wordt geknoeid. Plaats de drumkit bij voorkeur op een stuk papier of op een doek.
1 Reinig de primaire coronadraad binnenin de drumkit door het plaatje enkele malen heen en weer te schuiven.
2 Zet het plaatje weer in de beginstand (bij de ▼ markering) voordat u de drumkit weer plaatst.
Coronadraad
Plaatje
Beginstand (
)
LET OP Vergeet niet om het plaatje weer in de beginstand te zetten, daar er anders verticale strepen op de afgedrukte pagina’s komen te staan.
3 Plaats de drumkit terug in het apparaat. Raadpleeg ook het onderdeel “De drumkit vervangen” in dit hoofdstuk.
4 Sluit de voorkap. 5 Steek de stekker weer in het stopcontact en zet de stroomschakelaar AAN.
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ONDERHOUD
De tonercassette vervangen De faxmachine kan met één tonercassette met hoge capaciteit (TN-6600) maximaal 6000 A4-vellen bedrukken. Wanner de toner bijna op is, verschijnt op het LCD-scherm de melding “TONER BIJNA OP”. De machine wordt geleverd met een normale tonercassette (TN-6300) die na ongeveer 3000 pagina’s vervangen moet worden. Hoeveel pagina’s u daadwerkelijk kunt afdrukken, is afhankelijk van het type document dat u doorgaans afdrukt. Wij raden u aan om altijd een nieuwe tonercassette bij de hand hebben voor het geval u een waarschuwing krijgt dat de toner bijna op is. Gooi de lege tonercassette weg volgens de geldende regels en voorschriften. Raadpleeg bij twijfel uw Brother-dealer. Zorg dat u de tonercassette goed afsluit, zodat er geen toner kan worden gemorst. Gooi de tonercassette nooit met het huisvuil weg. Wij raden u aan om telkens wanneer u de tonercassette vervangt ook de faxmachine te reinigen.
Het tonerlampje Wanneer de toner bijna op is, verschijnt de melding “VERVANG TONER” en gaat het tonerlampje op het bedieningspaneel knipperen. LCD-scherm
Tonerlampje
Als de toner op is, gaat het tonerlampje branden en verschijnt op het LCD-scherm de melding “TONER OP”. Uw faxmachine kan dan pas weer afdrukken nadat u een nieuwe tonercassette heeft geplaatst.
155
156
HOOFDSTUK ZESTIEN
Om de tonercassette te vervangen gaat u als volgt te werk: WAARSCHUWING Nadat de machine is gebruikt, zijn sommige onderdelen in het inwendige zeer HEET! Wanneer u de bovenkap openmaakt, mag u de in onderstaande afbeelding gearceerde delen beslist nooit aanraken.
HEET!
1 Maak de voorkap open en trek de drum uit de machine.
Pas op dat er geen toner wordt geknoeid. Plaats de drumkit bij voorkeur op een stuk papier of op een doek.
2 Duw de sluithendel aan de rechterkant naar beneden en trek de tonercassette uit de drumkit.
Sluithendel
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ONDERHOUD
WAARSCHUWING Ga voorzichtig met de tonercassette om. Knoeit u toner op uw handen of uw kleren, veeg deze dan onmiddellijk af of was ze onmiddellijk in koud water.
3 Pak de nieuwe tonercassette uit. Plaats de oude tonercassette in de aluminium zak en gooi deze weg volgens de geldende regels en voorschriften.
WAARSCHUWING ■ Pak een nieuwe tonercassette pas uit wanneer u deze in het apparaat gaat installeren. Wanneer de tonercassette gedurende langere tijd zonder verpakking wordt opgeslagen, gaat de tonercassette minder lang mee. ■ Gebruik alleen originele Brother-tonercassettes (TN-6300/TN-6600serie), omdat deze speciaal ontworpen zijn en optimale prestaties leveren. Bij gebruik van andere merken vervalt de garantie van uw faxmachine.
4 Schud de nieuwe tonercassette voorzichtig vijf à zes keer heen en weer.
5 Verwijder de bescherming.
157
158
HOOFDSTUK ZESTIEN
6 Installeer de nieuwe tonercassette in de drumkit; de cassette schiet met een klik op zijn plaats.
Drum Unit
Tonercassette
7 Reinig de primaire coronadraad in de drumkit door het blauwe plaatje voorzichtig een aantal malen heen en weer te schuiven. Vergeet niet om dit plaatje weer in de beginstand te zetten voordat u de drumkit installeert.
Coronadraad
Plaatje
Beginstand (
)
8 Installeer de drumkit weer in de machine en sluit de voorkap.
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ONDERHOUD
159
Overwegingen m.b.t. de gebruiksduur van de drumkit van uw Brother-faxmachine Voor het afdrukken van documenten gebruikt uw Brother-faxmachine een drum met een tonercassette. Hoe lang de toner meegaat, is afhankelijk van de zwarting van de pagina’s. De drumkit kan ongeveer 77 uur aan een stuk gebruikt worden, wat bij normaal gebruik 20.000 pagina’s A4-papier betekent. Hoeveel pagina’s er daadwerkelijk afgedrukt worden, is echter afhankelijk van het aantal pagina’s dat per dag wordt afgedrukt, de tussenpozen tussen de afdruktaken (en/of inkomende faxen) en de kwaliteit van het papier waarop wordt afgedrukt. De drumkit is een verbruiksartikel en dient vervangen te worden wanneer hij bijna opgebruikt is. Afdrukkwaliteit is een subjectief iets en de drumkit dient vervangen te worden wanneer de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt. De afdrukkwaliteit neemt tijdens de gebruiksduur van de drumkit geleidelijk aan af. Door de drumkit te vervangen wordt weer een optimale afdrukkwaliteit verkregen. Om de gebruiker te helpen zal de machine een waarschuwing geven wanneer er nog ongeveer 15% (3.000 pagina’s) van de gebruiksduur resteert. Op het LCD-scherm staat DRUM BIJNA OP. Dit wordt berekend aan de hand van de totale duur van afdrukken. Wanneer deze melding verschijnt, is het raadzaam om een nieuwe drum bij de hand te hebben, zodat u deze op een geschikt tijdstip kunt vervangen. De melding blijft gedurende een minuut op het LCD-scherm staan en zodra de machine op enige wijze wordt gebruikt, verdwijnt de melding. Als de gebruiker op Stop drukt, verdwijnt de melding echter slechts tijdelijk. Nadat de melding is geannuleerd, verschijnt deze na elke 50 afgedrukte pagina’s opnieuw om de gebruiker te herinneren. Door te drukken op de volgende toetsen, kan de gebruiker controleren hoe lang de drum nog zal meegaan.
1 Bij gebruik van de FAX-8350P, drukt u op Menu, 0, 1. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P, drukt u op Menu, 1, 0, 1.
2 De volgende melding verschijnt gedurende 5 sec. op het LCDscherm, waarna automatisch wordt overgeschakeld naar het menu DIVERSEN.
LEVENSDUUR RESTEREND:###%
3 Druk op Stop. Op het LCD-scherm wordt in procenten aangegeven hoe lang de drum nog meegaat. Als 0% wordt aangegeven, kan er nog wel worden afgedrukt maar dient u er rekening mee te houden dat de kwaliteit minder zal zijn.
160
HOOFDSTUK ZESTIEN
De drumkit vervangen Deze faxmachine gebruikt een drumkit om tekst en beelden op papier te zetten. Wanneer op het LCD-scherm de melding “DRUM BIJNA OP” verschijnt, betekent dit dat de drumkit bijna op is. U wordt aangeraden een nieuwe drumkit bij de hand te houden (deze moet wellicht worden besteld). Als de melding “DRUM BIJNA OP” verschijnt, kunt u nog even doorgaan met afdrukken. Ingeval de kwaliteit beduidend minder wordt, zelfs voordat bovenstaande melding verschijnt, moet de drumkit worden vervangen. Wanneer de drumkit wordt vervangen, is het verstandig om ook de machine te reinigen.
WAARSCHUWING Ga voorzichtig te werk bij het verwijderen van de drumkit, er zit nog toner in. De drumkit is een verbruiksartikel en moet af en toe vervangen worden. Er zijn vele factoren die invloed hebben op de eigenlijke levensduur van de drum, zoals temperatuur, vochtigheid, gebruikte papiersoort en toner, aantal pagina’s per afdrukbewerking, enz. De drumkit kan ongeveer 20.000 pagina’s bij opdrachten van 1 pagina. Deze cijfers zijn slechts een benadering en het aantal pagina’s dat uw drum werkelijk zal afdrukken, kan beduidend lager liggen. Wij hebben geen invloed op de vele factoren die de levensduur van een drum bepalen en kunnen derhalve geen minimum aantal pagina’s garanderen dat door uw drum zal worden afgedrukt. Voor de beste prestaties raden wij u aan om alleen originele Brother toner te gebruiken. Dit product dient in een schone, stofvrije omgeving met voldoende ventilatie te worden gebruikt.
WAARSCHUWING Nadat de machine is gebruikt, zijn sommige onderdelen in het inwendige zeer HEET! Wanneer u de bovenkap openmaakt, mag u de in onderstaande afbeelding gearceerde delen beslist nooit aanraken.
HEET!
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ONDERHOUD
Voor het vervangen van de drumkit gaat u als volgt te werk:
1 Maak de voorkap open. 2 Verwijder de oude drumkit. Pas op dat er geen toner wordt geknoeid. Plaats de drumkit bij voorkeur op een stuk papier of op een doek.
3 Duw de sluithendel met uw rechterhand omlaag en trek de tonercassette uit de drumkit. Raadpleeg “De tonercassette vervangen” voor nadere informatie hierover.
Sluithendel
Gooi de lege tonercassette weg volgens de geldende regels en voorschriften. Zorg dat u de drum goed afsluit, zodat er geen toner kan worden gemorst. Gooi de drum nooit met het huisvuil weg.
161
162
HOOFDSTUK ZESTIEN
4 Wacht met het uit de zak halen van de nieuwe drumkit tot het moment van installatie. Stop de oude drumkit in de aluminium zak en gooi deze weg volgens de geldende regels en voorschriften. ■ Pak een nieuwe drumkit pas uit wanneer u deze gaat installeren. Blootstelling gedurende langere tijd aan fel zonlicht of kunstlicht, kan de drumkit beschadigen. ■ Ga voorzichtig met de tonercassette en de drumkit om. Knoeit u toner op uw handen of uw kleren, veeg deze dan onmiddellijk af of was ze onmiddellijk in koud water. ■ Het scannervenster nooit met uw vingers aanraken.
5 Zet de tonercassette in de nieuwe drumkit. Raadpleeg ook “De tonercassette vervangen” elders in dit hoofdstuk.
6 Installeer de nieuwe drumkit en sluit de voorkap. 7 Druk op Clear. VERVANG DRUM? 1.JA 2.NEE
8 Druk op 1 en sluit de voorkap zodra op het LCD-scherm de melding GEACCEPTEERD staat.
Let op Als u toner op uw kleren of uw handen knoeit, dient u deze onmiddellijk schoon te vegen of met koud water af te spoelen.
17
H O O F D S T U K
Z E V E N T I E N
Specificaties
Type
Desktop faxmachine
Compatibiliteit
ITU-T Groep 3
Coderingssysteem
FAX-8350P/MFC-9650: MH/MR/MMR FAX-8750P: MH/MR/MMR/JBIG
Snelheid v an modem
14400 - 2400 bps; Automatische fallback (FAX-8350P/ MFC-9650) 33600 - 2400 bps; Automatische fallback (FAX-8750P)
Breedte gebruikte documenten 148 mm tot 216 mm Lengte gebruikte documenten
100 mm tot 360 mm
Breedte scannen
207 mm
Breedte afdrukken
208 mm
Automatische documentinvoer
30 pagina’s
Capaciteit van cassette
250 vellen (75 g/m2)
Printertype
Laserprinter
Grijswaardenschaal
64 niveaus
Display
LCD-scherm, 16 tekens x 2
Polling-typen
Standaard, beveiligd, uitgesteld, opeenvolgend
Contrastreg eling
Automatisch/licht/donker (handmatige instelling)
Resolutie
• Horizontaal 8 dots/mm • Verticaal standaard 3,85 lijnen/mm Fijn, foto 7,7 lijnen/mm Superfijn, foto (kopiëren) 15,7 lijnen/mm
Directkiez en
32 locaties
Snelkiezen
100 locaties
163
164
HOOFDSTUK ZEVENTIEN
Automatisch herkiezen
3 keer met een tussenpoos van 2 minuten
Type luidspreker
Monitor
Automatische beantwoording
Na 2, 3 of 4 keer overgaan
Comm unicatiebr on
Openbaar telefoonnetwerk
Printerspecificaties Emulaties
Brother Printing System voor Windows®, emulatie HP van HP LaserJet IIP (PCL-niveau 4: MFC-9650/FAX-8750P)
Printer Driver
Windows® 95, 98 en Windows NT® Workstation versie 4.0 driver met ondersteuning voor Brother Native Compression en bi-directionele functies.
Interface
Bi-directionele parallelle kabel (IEEE-1284) USB-interface (universele seriële bus) alleen met Windows® 98 (MFC-9650/FAX-8750P)
Geheugen
3 MB (MFC-9650/FAX-8750P)
Printermethode
Elektrofotografisch via halfgeleidende laserscanning
Resolutie
600 dots per inch
Afdrukkwaliteit
Normale afdrukstand Spaarstand (bespaart maximaal 50% op normaal gebruik van toner)
Afdruksnelheid
12 pagina’s pet minuut (bij gebruik van A4-papier in de multifunctionele papiercassette)
Afdrukmedia
Tonercassette: Levensduur: max. 6000 pagina’s/tonercassette met grote capaciteit (TN- 6600) max. 3000 pagina’s/tonercassette met normale capaciteit (TN- 6300) (bij gebruik van A4- of Letter-formaat met een bedekking van 5%) Levensduur van de toner is afhankelijk van het type van de gemiddelde afdrukopdracht.
S P E C I F I C AT I E S
Drumkit: (DR - 6000) Levensduur: max. 20.000 pagina’s 77 uur onafgebroken afdrukken De werkelijke levensduur van een drumkit wordt sterk beïnvloed door factoren zoals temperatuur, vochtigheid, papiersoort, gebruikte toner, aantal pagina’s per afdrukopdracht, enz. TrueType f onts op CD-R OM TrueType-compatibele soft-fonts voor Windows® op (alleen voor de MFC-9650/FAX-8750P) de meegeleverde CD-ROM.
Specificaties - elektrisch en omgeving Temperatuur
In bedrijf: 10-32,5°C Opslag: 0-40°C
Opwarmduur
Max. 45 seconden bij 23°C
Eerste afdruk
Na 15 seconden (bij gebruik van Letter-papier in de papiercassette)
Stroombr on
220~240 volt wisselstroom 50/60 Hz
Stroomverbruik
In bedrijf (kopiëren): 850 watt of minder (25°C) Slaapstand: 9 watt of minder Stand-by: 30 watt of minder (25°C)
Lawaai
In bedrijf: Stand-by:
50 dBA of minder 39 dBA of minder
Voc htigheid
In bedrijf: Opslag:
20-80% (zonder condensvorming) 20-80% (zonder condensvorming)
Afmetingen
377 x 442 x 323 mm
Gewicht
12 kg
Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
165
166
HOOFDSTUK ZEVENTIEN
Specificaties parallelle interface (Alleen voor de MFC-9650/FAX-8750P) Interfaceconnector
Printerkant:
Amfenol FNC-685J036-L/X of equivalent Er dient een afgeschermde kabel te worden gebruikt.
Pintoewijzing Pinnr.
Signaal
Richting
Pinnr.
Signaal
Richting
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
DATA STROBE DATA 1 DTAT 2 DATA 3 DATA 4 DATA 5 DATA 6 DATA 7 DATA 8 ACKNLG BUSY PE SLCT AUTO FEED N.C. 0V (S.G.) 0V (S.G.) +5V
In In In In In In In In In Uit Uit Uit Uit In -
19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
0V(S.G.) 0V(S.G.) 0V(S.G.) 0V(S.G.) 0V(S.G.) 0V(S.G.) 0V(S.G.) 0V(S.G.) 0V(S.G.) 0V(S.G.) 0V(S.G.) 0V(S.G.) INPUT PRIME FAULT N.C. N.C. N.C. SLCT IN
In Uit In
RESIDENTE FONTS De volgende bitmapfonts zijn resident aanwezig in het geheugen van de machine: Brougham 10 (12 punt)
rechtop/normaal rechtop/vet cursief/normaal cursief/vet
S P E C I F I C AT I E S
Brougham 12 (10 punt)
Letter Gothic 16.66 (8.5 punt)
rechtop/normaal rechtop/vet cursief/normaal cursief/vet rechtop/normaal rechtop/vet cursief/normaal cursief/vet
De bovenstaande fonts kunnen zowel in staande als in liggende afdrukken worden gebruikt.
SYMBOLEN- EN TEKENSETS *HP-stand • ISO14 JIS ASCII
• Roman 8
• ISO57 Chinees
• ISO Latin 1
• ISO11 Zweeds
(ECMA-94)
• HP Spaans
• ISO60 Noors 1
• ISO17 Spaans
• ISO61 Noors 2
• ISO10 Zweeds
• ISO4 UK
• ISO16 Portugees
• ISO25 Frans
• ISO84 Portugees
• ISO69 Frans
• ISO85 Spaans
• HP Duits
• PC-8
• ISO21 Duits
• PC-8 D/N
• ISO15 Italiaans
• PC-8 Turks
• ISO6 ASCII
• PC-850
• Legal
• PC-852
• ISO2 IRV
• PC-860 • PC-863 • PC-865 Als u wilt weten welke tekens de sets bevatten, kunt u het bestand CHARSETS.PRN afdrukken met gebruik van de optie “The Print Form” in het menu Direct Access van het programma Remote Printer Console.
167
168
HOOFDSTUK ZEVENTIEN
In de onderstaande tabel worden de tekens getoond die in de bijbehorende tekensets beschikbaar zijn. De nummers bovenaan de tabel zijn de codes waarmee de tekens worden vervangen in de tekenset Roman 8. Andere tekens kunt u vinden in de tekenset Roman 8.
169
Verklarende woordenlijst Activeren op afstand Als u op een tweede toestel een telefoontje aanneemt en het een inkomend faxbericht blijkt te zijn, kunt u dit doorverbinden naar uw faxmachine. Annuleren Met deze functie kunt u een geprogrammeerde taak annuleren, zoals bijv. uitgestelde faxtransmissies of pollingopdrachten. Automatisch een fax verzenden Een fax verzenden zonder de hoorn van de externe telefoon op te nemen. Automatisch voorblad Een voorgeprogrammeerd voorblad dat vanuit het geheugen met uw faxbericht wordt meegezonden. Zo hoeft een voorblad niet met de hand te worden geschreven/getypt. Automatische papierinvoer verwijst naar het aantal pagina’s dat in de papierinvoer kan worden geplaatst en dat vel voor vel zal worden ingevoerd. Belvertraging Het aantal keren dat de telefoon overgaat voordat de faxmachine opneemt (de stand voor beantwoorden moet zijn ingesteld op F/T of op FAX). Code voor toegang op afstand Een code van vier tekens waarmee u vanaf een externe locatie toegang krijgt tot uw machine. Communicatiefout (Comm.fout) Een fout tijdens het verzenden of ontvangen van een faxbericht, doorgaans veroorzaakt door ruis of statische elektriciteit op de lijn. Contrast Met deze functie kunt u lichtere documenten donkerder maken, en donkere documenten lichter. Directkiestoetsen Toetsen op het bedieningspaneel waaronder u nummers kunt opslaan die dan met één druk op de toets in kwestie worden gekozen. Voor elk directkiesnummer moet een afzonderlijke toets worden gebruikt. Drum unit Een onderdeel dat uw faxmachine gebruikt om af te drukken. Dubbel gebruik Uw machine kan faxberichten die op een later tijdstip verzonden moeten worden, in het geheugen inlezen terwijl er een faxbericht wordt verzonden of een inkomend faxbericht wordt afgedrukt. ECM-stand oftewel foutencorrectie Deze functie controleert tijdens een faxtransmissie of er fouten optreden en verzendt de pagina’s zo nodig opnieuw.
170
VERKLARENDE WOORDENLIJST
F/T-beltijd Met deze functie kunt u instellen hoe vaak de dubbele bel van de faxmachine overgaat om u te waarschuwen dat u een normaal telefoontje moet aannemen (de stand voor beantwoorden moet zijn ingesteld op F/T). Fax doorzenden Met deze functie wordt een faxbericht doorgestuurd naar een vooraf geprogrammeerd nummer. Fax opslaan Hoewel de FAX-8350P/MFC-9650/FAX-8750P geen Message Center heeft, kunnen faxberichten toch in het geheugen worden opgeslagen en vanaf een externe locatie worden opgevraagd. Faxontvangsttonen De tonen die tijdens faxtransmissies door de faxmachines worden uitgezonden. Faxtonen De speciale tonen die een faxmachine tijdens automatische transmissies uitzendt om de faxmachine aan de andere kant van de lijn te laten weten dat het een faxtransmissie betreft. Fijne resolutie Dit is een resolutie van 196 x 203 dpi en wordt gebruikt voor faxberichten met kleine lettertjes en afbeeldingen. Foto-resolutie Een resolutie die verschillende grijstinten gebruikt, zodat foto’s optimaal worden gereproduceerd. Geheugenstatuslijst Deze lijst toont hoeveel geheugen er gebruikt wordt, hoeveel geheugen er vrij is en wat voor berichten er in het geheugen zijn opgeslagen. Grijswaardenschaal De grijstinten die voor het kopiëren en faxen van foto’s worden gebruikt. Groepscompatibiliteit Dit betekent dat de ene faxmachine kan communiceren met een andere faxmachine. Compatibiliteit tussen faxmachines uit ITU-T groepen is gegarandeerd. Groepsnummer Een combinatie van snelkiesnummers en/of directkiesnummers. Een groepsnummer wordt opgeslagen onder een van de directkiestoetsen en wordt gebruikt voor groepsverzenden. Groepsverzenden Een en hetzelfde faxbericht naar meerdere locaties zenden. Handmatig verzonden faxberichten Als u de hoorn van de externe telefoon opneemt, wacht u totdat u de faxtonen van de ontvangende machine hoort. Vervolgens drukt u op Start om uw faxbericht te verzenden. Internationaal In deze stand worden de faxtonen tijdelijk gewijzigd, zodat ruis en statische elektriciteit op de lijn onderdrukt wordt. Journaal In het journaal staat informatie over de laatste 50 faxberichten die zijn ontvangen en verzonden. TX betekent verzonden, RX betekent ontvangen. Kiesschijf Schijf voor het kiezen van nummers (werkt met pulsen). LCD-scherm Dit is het schermpje op uw faxmachine waarop tijdens het programmeren meldingen verschijnen. Wanneer de machine inactief is, wordt op dit schermpje de datum en de tijd aangegeven.
VERKLARENDE WOORDENLIJST
Lijst van systeeminstellingen Dit is een lijst met een overzicht van de huidige instellingen van uw faxmachine. Onderbreken Met deze functie wordt een taak in de wachtrij tijdelijk geblokkeerd, zodat u een andere bewerking kunt uitvoeren Ontvangst zonder papier (Ontvangst in geheugen) Als deze functie is geactiveerd en het papier in uw faxmachine op is, worden ontvangen faxberichten in het geheugen opgeslagen. Opmerking op voorblad Een door u geprogrammeerde opmerking die op het voorblad komt te staan. Oproepreservering Met deze functie kunt u een faxbericht zenden en aan het einde van de transmissie met de ontvangende partij spreken. Pause Met deze toets kunt u een pauze van 3,5 seconde in een snelkiesnummer of een directkiesnummer invoeren. Polling Een faxmachine belt een andere faxmachine en vraagt daar documenten op. Regelmaat van journaal Met deze functie kunt u aangeven hoe vaak het journaal automatisch wordt afgedrukt. U kunt het journaal zonder deze instelling op te heffen desgewenst ook op een ander tijdstip afdrukken. Resolutie Het aantal horizontale en verticale lijnen per inch. Zie ook Standaard-, Fijne, Superfijne en Foto-resolutie. Resterende taken U kunt controleren welke taken er nog in het geheugen zitten en deze desgewenst taak voor taak annuleren. Snelkieslijst Een lijst van nummers en namen die onder de snelkiestoetsen en de directkiestoetsen zijn opgeslagen (ze staan op numerieke volgorde in de lijst). Snelkiezen Een voorgeprogrammeerd nummer dat wordt gekozen met een druk op Speed Dial en een tweecijferige code die met de normale kiestoetsen wordt ingevoerd. Standaardresolutie Dit is een resolutie van 98 x 203 dpi en wordt gebruikt voor normale tekst. Het is de snelste methode voor faxtransmissies. Stations-ID De opgeslagen informatie die bovenaan de gefaxte pagina’s wordt afgedrukt, zoals naam en faxnummer van afzender. Superfijne resolutie Dit is een resolutie van 392 x 203 dpi en wordt gebruikt voor documenten met zeer kleine lettertjes en lijntekeningen. Tel - Index Een elektronisch telefoonboek met een lijst van de opgeslagen directkiesnummers, snelkiesnummers en groepsnummers (op alfabetische volgorde). Terugbelbericht Met deze functie kunt u een faxbericht zenden en de ontvangende partij vragen u terug te bellen.
171
172
VERKLARENDE WOORDENLIJST
Tijdelijke instelling Voor elke faxtransmissie kunnen bepaalde opties worden geselecteerd zonder dat de standaardinstellingen gewijzigd hoeven worden. Tijdklok Met deze functie kunt u een faxbericht op een later tijdstip verzenden, zoals Uitgesteld Verzenden of Uitgesteld Ontvang Pollen. Toegang op afstand Met deze functie krijgt u vanaf een toetstelefoon op een externe locatie toegang tot uw machine. Tonercassette Een onderdeel dat toner bevat voor de drum van Brother's lasermodellen. Tonerspaarstand Een stand waarin minder toner wordt gebruikt, waardoor de tonercassette langer meegaat. Afgedrukte documenten zien er dan beduidend lichter uit. Transmissie Het verzenden van een faxbericht vanaf uw faxmachine, of het ontvangen van een faxbericht van een andere faxmachine. TrueType-lettertypen De lettertypen die in de Windows“besturingssystemen worden gebruikt. Als u de TrueType-lettertypen van Brother gebruikt, zijn er meer lettertypen voor de Windows“toepassingen beschikbaar. Uitgesteld verzenden Met deze functie kunt u een faxbericht op een later tijdstip verzenden (max 24 uur later). Verkleinen Als deze functie is geactiveerd, wordt een inkomend faxbericht verkleind afgedrukt, zodat het op één pagina past. Verzendrapport Dit is een lijst met een overzicht van alle faxverkeer. In deze lijst staan gegevens zoals Beller-ID, datum, tijd en aantal pagina’s. Volume van bel Met deze functie stelt u het volume van de bel van de machine in. Volume van luidspreker Met deze functie stelt u het volume van de luidspreker in die gebruikt wordt wanneer de hoorn op de haak ligt. Volume van waarschuwingstoon Met deze functie kunt u instellen hoe luid het geluidssignaal is dat u hoort telkens wanneer u een toets indrukt, een vergissing maakt en aan het einde van faxtransmissies. Voorblad Als deze functie is geactiveerd, wordt er op de faxmachine van de andere partij een pagina afgedrukt met de naam van de afzender, naam en faxnummer van de geadresseerde, aantal pagina’s en eventueel een opmerking. Een automatisch voorblad kan met in het geheugen voorgeprogrammeerde informatie worden gegenereerd, maar u kunt het ook afdrukken en deze pagina samen met de andere pagina’s van uw faxbericht verzenden. Waarschuwingstoon Het geluidssignaal dat u hoort telkens wanneer u een toets indrukt, een vergissing maakt en aan het einde van faxtransmissies.
173
Index A
E
Aansluiten (parallelle kabel) .................... 111 Aansluiten (USB-kabel voor MFC-9650) 97 Aansluiten (USB-kabel voor FAX-8750P) ............................................................ 105 Aansluiten ................................................. 20 Aansluiting op meerdere lijnen ................ 20 Afdrukken ................................................. 50 Afstandsbedieningsopdrachten ................. 81 Annuleren ................................................. 70 Antwoordapparaat aansluiten ................... 20 Automatisch verzenden ............................ 57
ECM-stand (Foutcorrectie) ......................... 3 Extern antwoordapparaat (TAD) .............. 20 Extern toestel ...................................... 22, 48
B Batch-transmissies .................................... BEANTWOORDER-stand ....................... Belvertraging ............................................ Belvolume ................................................. Bestelformulier ......................................... Beveiligd pollen ........................................
66 41 43 35 89 50
C Code voor activeren op afstand ................ Code voor toegang op afstand .................. Code voor uitschakelen ............................ Codes voor afstandsbediening .................. Contrast ..................................................... Corrigeren .................................................
49 83 48 48 56 32
D Datum en tijd ............................................ 29 Directkiesnummers ................................... 73 Directkiezen .............................................. 77 Document ................................................. 55 Drumkit (vervangen) .............................. 160
F F/T, dubbele bel ........................................ 43 F/T-beltijd ................................................. 43 Fax doorzenden ........................................ 82 Fax opslaan ............................................... 57 Fax waarnemen ......................................... 44 Fax/Telefoon ............................................. 42 Faxnummer herkiezen .............................. 47 Fax-stand .................................................. 42 Fijne resolutie ........................................... 56 Fotoresolutie ............................................. 56 Foutmeldingen ........................................ 135 Functies selecteren .................................... 24
G Geheugen .................................................. 45 Geheugenbeveiliging ................................ 36 Geheugenstatuslijst ................................... 87 Grijswaardenschaal ................................. 163 Groepen .................................................... 76 Groepsverzenden ...................................... 67
H Handmatig verzenden ............................... 57 Handmatige stand ..................................... 42 Help ............................................................ 1 Herkiezen .................................................. 57
174
INDEX
I
P
In elkaar zetten ......................................... 13 Installatie ................................................... 11 Instellen (met computer) ........................... 95 Internationaal ............................................ 63 Internationale gesprekken ......................... 63
Papier plaatsen .......................................... 17 Pauze ......................................................... 78 PBX .......................................................... 33 PC-interface .............................................. 53 Pollen ........................................................ 50 Printdichtheid ........................................... 46 Problemen oplossen ................................ 135 Programmeerstand .................................... 23 Programmeren op het scherm ................... 23
J Journaal ..................................................... 87
K Kiezen met de hoorn op de haak .............. Kopiëren (Foto) ........................................ Kopiëren (Vergroten) ................................ Kopiëren (Verkleinen) .............................. Kopiëren ................................................... Kopiëren, contrast .....................................
78 94 93 93 91 92
L Lijst van onderdelen .................................. 11 Lijst van opgeslagen telefoonnummers .... 87 Los verkrijgbare papiercassette .............. 130 Luidsprekervolume ................................... 35
M Meerdere kopieën ..................................... 92 Met de hand kiezen ................................... 77 Multi-Function Link® Pro installeren ....... 96
N Netwerkkaart (LAN) .............................. 130
O Onderbreken ............................................. 71 Onderhoud .............................................. 152 Onderste papiercassette (installeren) ........ 16 Onderste papiercassette ............................ 48 Opeenvolgend pollen ................................ 52 Oproepreservering .................................... 64 Opslag in geheugen .................................. 36 Optioneel geheugen ................................ 129
R Rapporten ................................................. 87 Real Time transmissies ............................. 58 Regelmaat van journaal ............................ 89 Reinigen, drumkit ................................... 154 Reinigen, printer ..................................... 153 Reinigen, scanner ................................... 152 Resolutie ................................................... 56
S Slaapstand ................................................. 34 Sleuf voor handinvoer .............................. 18 Snelkieslijst ............................................... 87 Snelkiesnummers ...................................... 73 Snelkiezen ................................................. 78 Spaties invoegen ....................................... 32 Speciale tekens ......................................... 32 Specificaties ............................................ 163 Stand voor beantwoorden ......................... 41 Standaardresolutie .................................... 56 Stations-ID ................................................ 30 Stroombespaarstand .................................. 34 Superfijne resolutie ................................... 56
T Taal ........................................................... TAD-stand ................................................ Tekst invoeren........................................... Tel-Index ................................................... Telefoonnummers .....................................
35 42 31 78 73
INDEX
Terugbelbericht ......................................... 65 Toets FF/Cont ......................................... 125 Toets On/Off Line ................................... 125 Toets Print Priority.................................. 125 Toets Tel .................................................... 80 Toets Test/Reset ...................................... 125 Tonerbespaarstand .................................... 46 Tonercassette (vervangen) ...................... 155 Tweede telefoontoestel ............................. 48
U Uitgesteld pollen ....................................... 52 Uitgesteld verzenden ................................ 65
V Vastgelopen papier .................................. 138 Veiligheidsinstructies .............................. 131 Verkleinen ................................................. 44 Verpakken en vervoer ............................. 148 Verzenden met meerdere resoluties .......... 68 Verzendrapport ......................................... 88 Voorblad .................................................... 59
W Waarschuwingstoon .................................. 32
Z Zomer/wintertijd instellen ........................ 34
175
176
INDEX
177
Lijst van accessoires Modelnaam
Beschrijving
Laserfax toner
TN-6300
Laserfax toner
TN-6600
Laserfax drum
DR-6000
Optionele papierbak
LT-400
*2 MB geheugenkaart
ME-2050
*4 MB geheugenkaart
ME-4050
**Netwerkkaart (LAN)
NC-8000
* ······· Optionele geheugenkaart zijn niet verkrijgbaar voor de FAX8750P. ** ····· Netwerkkaart (LAN) is niet verkrijgbaar voor de FAX-8350P.
Stand voor beantwoorden wijzigen Druk op 9 8 Dan, voor TAD, drukt u op 1. (F/T), drukt u op 2. FAX, drukt u op 3.
Afstandsbediening afsluiten Druk op 9 0.
Code voor toegang op afstand wijzigen 1 Bij gebruik van de FAX-8350P, drukt u op Menu, 8, 3. Bij gebruik van de MFC-9650/FAX-8750P, drukt u op Menu, 1, 8, 3. 2 Voer uw driecijferige code in. Het sterretje kan niet worden gewijzigd. 3 Druk op Set. 4 4 Druk op Stop.
KAART VOOR AFSTANDSBEDIENING De code voor toegang op afstand gebruiken 1 Kies op een toetstelefoon het nummer van uw faxmachine. 2 Zodra u de toon van uw faxmachine hoort, toetst u uw code voor toegang op afstand in (159 ). 3 De faxmachine geeft aan of er faxberichten zijn ontvangen. 1 lange toon — faxbericht(en) ontvangen geen toon — geen faxberichten ontvangen 4 Uw faxmachine geeft twee korte piepjes. Voer nu een opdracht in. 5 Druk nadat u klaar bent op 9 0 om de machine terug te stellen 6 Hang op. 1
178
L I J S T VA N A C C E S S O I R E S
Opdrachten voor afstandsbediening Instellingen voor Fax Doorzenden wijzigen Druk op 9 5 Dan, voor Deze functie uitschakelen drukt u op 1. Doorzenden activeren drukt u op 2. Nummer voor doorzenden invoeren drukt u op 4. Voer het nieuwe nummer in waar uw faxberichten naar moeten worden doorgestuurd en druk op # #. Druk na de twee piepjes op 9 6 1 voer het nummer van de externe faxmachine in en druk op # # om de geheugenstatuslijst op te vragen. Fax Opslaan activeren drukt u op 6. Fax Opslaan uitschakelen drukt u op 7. 2
Een fax opvragen Druk op 9 6 Dan, voor Geheugenstatuslijst drukt u op 1. Voer nu het nummer van de externe faxmachine in en druk op # #. Na de toon hangt u op. Wacht tot de lijst wordt afgedrukt. Alle faxberichten opvragen drukt u op 2. Voer het nummer van de externe faxmachine in en druk op # #. Wacht totdat u het piepje hoort, hang op en wacht op uw faxbericht(en). Alle faxberichten wissen drukt u op 3.
Controleren of er berichten zijn ontvangen Druk op 9 7 1. 1 lange toon— faxbericht(en) ontvangen 3 korte toon — geen berichten ontvangen
3
Conformiteitsverklaring Wij :
Brother International Europe Ltd. Brother House, 1, Tame Street, Audenshaw, Manchester, M34 5JE United Kingdom
verklaren dat deze faxmachine voldoet aan de eisen zoals vastgelegd in de volgende documenten: Veiligheid : EN 60950 : met inbegrip van amendementen A1:1993, A2:1993, A3:1995 en A4:1997 EMC : EN 55022 : 1998 EN 55024 : 1998 EN 61000 · 3 · 2 EN 61000 · 3 · 3 volgens de laagspanningsrichtlijnen 73/23/EEC en de richtlijnen inzake elektromagnetische compatibiliteit 89/336/EEC (met amendementen 91/ 263/EEC en 92/31/EEC).
®
Deze machine is uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land waarin zij gekocht is, lokale Brother-kantoren of hun dealers ondersteunen uitsluitend faxmachines die in het betreffende land gekocht zijn.
BEL-DUT LE1031008 Gedrukt in VK