meting 2012
Onderzoek naar de omvang van de groep kwetsbare Oosterhouters
Onderzoek naar de omvang van de groep kwetsbare Oosterhouters Wat is de omvang van de kwetsbare groepen in de wijken en buurten van de gemeente Oosterhout en in welke mate komt cumulatie van problemen bij (kwetsbare) burgers voor in Oosterhout? Dit onderzoek geeft antwoord op deze vragen. Startpunt is een lijst met risicofactoren die bijdragen aan kwetsbaarheid, sociale uitsluiting en maatschappelijke uitval. Dit onderzoek is niet uitgevoerd in de vorm van een steekproef of enquête, maar door analyse van beschikbare (gemeentelijke) registraties. Op individueel niveau zijn gegevens over burgers bijeen gebracht, die optellen tot een risicoprofiel. Hiervoor is een gevalideerde lijst met risicofactoren gebruikt waarvan bekend is dat die bijdragen aan kwetsbaarheid, sociale uitsluiting en maatschappelijke uitval. Daarbij gaat het niet om het bepalen van de (exacte) problemen van elk individu, maar wordt aan de hand van een aantal risicofactoren de kans op kwetsbaarheid van elke burger in beeld gebracht. De belangrijkste risicofactoren hebben te maken met psychisch en fysiek welbevinden. Risico op verlies van zelfredzaamheid is er vooral als negatieve scores op deze factoren samenvallen met negatieve scores op andere risicofactoren zoals een laag inkomen of een lage opleiding. Aan de hand van de lijst met risicofactoren zijn risicoprofielen opgesteld. Ruim twee derde van alle Oosterhouters (77%) behoort tot geen enkele risicogroep. Bijna 12 procent heeft twee of meer risicofactoren en ruim 2½ procent heeft drie of meer risicofactoren. De kwetsbaarheid is groter bij jeugdigen en bij (hoog) bejaarden. In een aantal woonbuurten in de stad Oosterhout wonen meer burgers die kwetsbaar zijn dan in andere stadsdelen of de kerkdorpen.
maart 2014
Een uitgave van de gemeente Oosterhout rapporteur: gereed: oplage: vindplaats:
vakgroep Onderzoek & Statistiek (O&S) van de afdeling Service en Ondersteuning (SO) 10 – 2 – 2014 (concept); 31 – 3 – 2014 (definitief) digitale pdf-versie www.oosterhout.nl/over-de-gemeente/feiten-en-cijfers/onderzoek/
2
1
Inleiding
Bij het Wmo-beleid nieuwe stijl alsmede bij de drie transities in het sociale domein (invoering Participatiewet, transitie van de Jeugdzorg, en overheveling AWBZ-begeleiding naar Wmo) staat de zelfredzaamheid van burgers centraal. Zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie zijn in grote mate afhankelijk van het sociale netwerk, inkomen, huishoudenssamenstelling, gezondheid en etnische herkomst van bewoners. Bepaalde inwoners lopen meer risico dan anderen en zijn daardoor kwetsbaarder. Maar hoe groot is de groep burgers in Oosterhout die kwetsbaar is omdat ze een groter risico loopt? Om hier een goed antwoord op te kunnen geven, is een totaalbeeld nodig van de risicogroepen in de gemeente Oosterhout. Dat is nu voor de eerste keer, over het jaar 2012, integraal in kaart gebracht. Het voorliggend onderzoek is geen studie door middel van een steekproef of enquête, maar een analyse van beschikbare (gemeentelijke) registraties. Daarmee kunnen op individueel niveau gegevens over alle burgers bijeen worden gebracht, die optellen tot een risicoprofiel. Uitgangspunt daarbij is een gevalideerde lijst met risicofactoren, waarvan bekend is dat die bijdragen aan kwetsbaarheid, sociale uitsluiting en maatschappelijke uitval. Daarbij gaat het niet om het bepalen van de (exacte) problemen van een persoon, maar om de kans daarop (mate van kwetsbaarheid) van elke burger aan de hand van die risicofactoren.
3
4
2
Doel en opzet van het onderzoek
Bij het Wmo-beleid nieuwe stijl alsmede bij de drie transities in het sociale domein (invoering Participatiewet, transitie van de Jeugdzorg, en overheveling AWBZ-begeleiding naar Wmo) staat de zelfredzaamheid van burgers centraal. Maar hoe groot is de groep kwetsbare burgers in de gemeente nu eigenlijk? Om hier een goed antwoord op te kunnen geven, is een totaalbeeld nodig van de risicogroepen in de gemeente Oosterhout. Er bestaat geen eenduidige algemene lijst met risicoprofielen. Wel zijn er talloze studies, rapportages en instrumenten die inzicht geven in de mogelijke factoren die bijdragen aan kwetsbaarheid, sociale uitsluiting en maatschappelijke uitval. Op basis hiervan is een beredeneerde lijst van risicodomeinen opgesteld die kan dienen als onderlegger voor verdere analyse. Het gaat hierbij om huisvesting, gezondheid, opleiding, huishoudenssamenstelling, etniciteit en sociaaleconomische status. De beschikbaarheid van gegevens en meetbaarheid van de variabelen staat daarbij voorop. Op basis van deze criteria en de resultaten van een literatuurstudie door Nicis Institute naar kwetsbaarheid 1) op grond van risicofactoren is een handzame lijst met risicofactoren opgesteld. Deze gelden in principe voor de gehele bevolking, maar er zijn wel verschillen naar leeftijdsgroep waarmee rekening moet worden gehouden. Ook mag niet uit het oog worden verloren dat de risicofactoren elkaar niet geheel uitsluiten, maar vaak enige overlap vertonen. Dit hangt samen met de aard van kwetsbaarheid die vaak de resultante is van meervoudige problemen (multiproblematiek). De vraagstelling van dit onderzoek is: 1. Wat is de omvang van de kwetsbare groepen in de wijken en buurten van de gemeente Oosterhout? 2. In welke mate komt cumulatie van risicofactoren (kwetsbaarheid) bij burgers voor? 3. In welke mate worden de (kwetsbare) burgers bereikt door de gemeente (en haar partners)? Om deze vragen te beantwoorden heeft Onderzoek & Statistiek (O&S) van de gemeente Oosterhout bestanden opgevraagd bij gemeentelijke afdelingen en maatschappelijke partners ten behoeve van een kwantitatieve analyse op basis van de indicatoren uit het schema op de volgende pagina. Voor deze analyse zijn alleen bestanden gebruikt die jaarlijks beschikbaar zijn, gegevens op individueel niveau bevatten én koppelbaar zijn. Koppeling van bestanden maakt het outcome mogelijk om de exacte omvang van de groep kwetsbare prijs Oosterhouters te bepalen en de mate van kwetsbaarheid / de cumulatie van risico’s vast te stellen bij alle inwoners binnen de gemeente. Het resultaat van deze analyse levert de input voor de indicator 2) “bereik” in het Toetsingskader. Het model (zie afbeelding) is een zeshoekige piramide (hexagoon) met in de top de outcome: de maatschappelijke baat oftewel effectiviteit. Het grondvlak staat voor de kwaliteit van de inzet aan activiteiten door de partners (input output), waaronder het bereik van de doelgroep. trap synergie bereik
De zes Toetsingsindicatoren: 1. Bereik: aantal bereikte kwetsbare personen (doelgroep). 2. Tevredenheid: van cliënt / klant en stakeholders. 3. Vakmanschap: output in de perceptie van de professionals. 4. Prijs: kosten per bereikte kwetsbare persoon. 5. Synergie: afstemming en samenwerking (meer dan som der delen). 6. Verantwoordelijkheids trap: mate van zelfredzaamheid. 1)
prijs
tevredenheid
vakmanschap
NICIS – Risicofactoren kwetsbare burgers (2011): literatuurstudie in de vorm van een quickscan door Nicis Institute in opdracht van de afdeling Onderzoek & Informatie van de gemeente Breda. 2) M&S Breda – M&S Toetsingskader versie 1.1 (juni 2012): instrument dat wordt gebruikt door M&S Breda, een netwerk van organisaties die er samen voor zorgen dat de kwetsbare burger in Breda mee kan (blijven) doen.
5
Tabel 2.1 Indicatoren voor het bepalen van risicofactoren Domein Indicator / risicofactor Huisvesting: Welbevinden / gezondheid:
Opleiding:
Huishoudenssamenstelling: Etniciteit: Sociaaleconomische status:
- woont in instelling of tehuis - dak- of thuisloos - gebruikt individuele WMO-voorziening - gebruikt doelgroepenvervoer (leerlingenvervoer, deeltaxi) - hoogbejaard (80 jaar of ouder) - volwassenen met vmbo als hoogst afgeronde opleiding (basis en kader) - kinderen / jongeren op het speciaal onderwijs of een vmbo-opleiding volgend in het lagere echelon (basis en kader) - jongeren die ongeoorloofd schoolverzuimen, vroegtijdig de school hebben verlaten en/of geen startkwalificatie hebben (én 18 t/m 23 jaar zijn én niet-studeren) - eenoudergezin / kind in eenoudergezin - alleenstaand en 75 jaar of ouder 3) - eerste of tweede generatie niet-westerse allochtoon - laag inkomen (gebruik bijstand, bijzondere bijstand, kwijtschelding gemeentelijke belastingen) - zelf / ouders werkloos - zelf / ouders met financiële problemen
Noot: indien een persoon op één of meer indicatoren per domein ‘scoort’, loopt hij of zij voor dat domein een risico.
Bij het opvragen van de bestanden is gebleken dat verschillende externe partners erg huiverig waren om gegevens op individueel niveau aan te leveren ten behoeve van dit onderzoek. Daarom is de derde vraag in de centrale vraagstelling naar een latere onderzoeksfase verplaatst en wordt in deze rapportage alleen ingegaan op de eerste twee deelvragen. Dit betekent ook dat hierdoor in dit onderzoek in het domein welbevinden / gezondheid geen aandacht is voor bijvoorbeeld personen met een chronische ziekte of geestelijke problemen die niet in een instelling of tehuis wonen. Verder ontbreekt in dit onderzoek nog het domein veiligheid. Alle cijfers in deze rapportage zijn afgerond op vijftallen. Indien sprake is van aantallen kleiner dan 5, zijn de cijfers vervangen door een “sterretje” (). De gehanteerde percentages zijn gebaseerd op de absolute, niet-afgeronde cijfers. 4) De resultaten van dit onderzoek kunnen ook worden gebruikt om de “Atlas van Oosterhout” verder uit te bouwen. Hiermee krijgen de wijk- en buurtprofielen in de digitale Atlas ook een sociale component: sociale atlas. Het voorliggende onderzoek kan worden beschouwd als een nulmeting. Om de ontwikkelingen in de tijd te kunnen volgen, is het raadzaam om dit onderzoek jaarlijks te herhalen.
3)
Niet-westerse allochtonen volgens de definitie van het CBS. Hierbij wordt de etniciteit bepaald aan de hand van het geboorteland van de persoon zelf of, als die persoon in Nederland is geboren, door het geboorteland van de moeder of vader. Tot de categorie ‘niet-westers’ behoren allochtonen afkomstig uit Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië (met uitzondering van Indonesië en Japan). 4) De Atlas is te vinden op: www.oosterhout.nl/metamenu/over-de-gemeente/feiten-en-cijfers/onderzoek/atlas-van-oosterhout/.
6
3
Resultaten
Bij het Wmo-beleid nieuwe stijl alsmede bij de drie transities in het sociale domein (invoering Participatiewet, transitie van de Jeugdzorg, en overheveling AWBZ-begeleiding naar Wmo) staat de zelfredzaamheid van burgers centraal. Zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie zijn in grote mate afhankelijk van het sociale netwerk, inkomen, huishoudenssamenstelling, gezondheid en etnische herkomst van bewoners. Bepaalde inwoners lopen een groter risico dan anderen en zijn daardoor kwetsbaarder. Maar hoe groot is de groep burgers in Oosterhout die kwetsbaar is omdat ze een groter risico loopt? Om hier een goed antwoord op te kunnen geven, is een totaalbeeld nodig van de risicogroepen in de gemeente Oosterhout. Dat is nu voor de eerste keer, over het jaar 2012, integraal in kaart gebracht. Het onderzoek is niet uitgevoerd door middel van een steekproef of enquête, maar via een analyse van beschikbare (gemeentelijke) registraties. Daarmee zijn op individueel niveau gegevens over alle Oosterhoutse burgers bijeengebracht, die optellen tot een risicoprofiel. Uitgangspunt daarbij is een gevalideerde lijst met risicofactoren, waarvan bekend is dat die bijdragen aan kwetsbaarheid, sociale uitsluiting en maatschappelijke uitval. Daarbij gaat het niet om het bepalen van de (exacte) problemen van een persoon, maar om de kans daarop (volgens die risicofactoren) in kaart te brengen. Dit geeft een beeld van de mate van kwetsbaarheid van de Oosterhoutse burgers. Risicofactoren In 2012 woonden er in totaal bijna 56 duizend personen het gehele jaar of een deel van het jaar in de gemeente Oosterhout. Op basis van zes risicoprofielen is, per risicogroep, het aantal kwetsbare Oosterhoutse burgers in 2012 in beeld gebracht. Afb. 3.1 Aantal kwetsbare Oosterhouters per risicofactor in 2012 in zelfstandige woning (n=55.280):
in tehuis of instelling (n=715):
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek
Risicoprofiel 1 heeft betrekking op de huisvesting. Kwetsbaar zijn de Oosterhouters die niet zelfstandig (kunnen) wonen, maar in een instelling of tehuis verblijven dan wel dak- of thuisloos zijn. In 2012 ging het om 715 personen in een instelling of tehuis en 60 dak- of thuislozen: ruim 1 procent van het totaal aantal personen. Een groot deel van de kwetsbare personen in een instelling of tehuis heeft problemen met de gezondheid en is hoogbejaard (80 jaar of ouder). Risicoprofiel 2 heeft betrekking op het welbevinden / de gezondheid van de Oosterhouters. Kwetsbaar zijn de mensen die vanwege hun gezondheid gebruik maken van individuele Wmo-voorzieningen en/of van doelgroepenvervoer (leerlingenvervoer en deeltaxi). Ook personen die hoogbejaard zijn (80-plussers) lopen een verhoogd risico. In 2012 ging het om 675 personen in een instelling of tehuis en 4.605 Oosterhouters in een zelfstandige woning: ruim 8 procent van alle Oosterhouters in een zelfstandige woning. Naar mate men ouder wordt, nemen de gezondheidsproblemen toe. In vijf woonbuurten kampt meer dan 10 procent van de inwoners in een zelfstandige woning met (potentiële) gezondheidsproblemen: Paterserf (30%), Centrum (20%), Slotjes-West (13%), Bloemenbuurt (10%) en Slotjes-Oost (10%). 7
Risicoprofiel 3 heeft betrekking op het opleidingsniveau van de Oosterhouters. Kwetsbaar zijn de mensen die ten hoogste een VMBO-diploma (basis en kader) hebben gehaald. In 2012 ging het om 20 personen in een instelling of tehuis en 2.125 Oosterhouters in een zelfstandige woning: bijna 4 procent van alle Oosterhouters in een zelfstandige woning. Kinderen en jongeren die hun opleiding nog niet hebben afgerond lopen een risico als ze speciaal onderwijs volgen, ongeoorloofd school verzuimen, vroegtijdig de school hebben verlaten (zonder diploma) en geen startkwalificatie hebben. Hierdoor loopt bijna een op de vijf jongeren in de leeftijd van 15 tot 20 een risico. Risicoprofiel 4 heeft betrekking op de huishoudenssamenstelling van de Oosterhouters. Kwetsbaar zijn personen die in eenoudergezinnen wonen en alleenstaanden van 75 jaar of ouder. De volwassenen in deze huishoudens hebben geen partner (meer) die, indien nodig, mantelzorg kan verlenen. Ook de kinderen en jongeren in deze huishoudens lopen een (groter) risico. In 2012 ging het om 305 personen in een instelling of tehuis en 9.095 Oosterhouters in een zelfstandige woning: bijna 16½ procent van alle Oosterhouters in een zelfstandige woning. Bij drie groepen is het aandeel dat een risico loopt vanwege de huishoudenssamenstelling hoger dan gemiddeld: kinderen (0-14 jaar), jongeren (15-24 jaar) en senioren (75-plussers). In zes woonbuurten is het aandeel kwetsbare personen 20 procent of meer: Paterserf (26%), Centrum (22%), Bosgebied bij Dorst (21%), Statendam (20%), Kastelenbuurt (20%) en Sterrenbuurt (20%). Risicoprofiel 5 heeft betrekking op de etnische herkomst van de Oosterhouters. Kwetsbaar zijn de eerste en tweede generatie niet-westerse allochtonen. In 2012 ging het om 30 personen in een instelling of tehuis en 5.310 Oosterhouters in een zelfstandige woning: ruim 9½ procent van alle Oosterhouters in een zelfstandige woning. Het aandeel niet-westerse allochtonen is het grootst in de leeftijdsgroep tot 35 jaar. In vijf woonbuurten is het aandeel eerste en tweede generatie niet-westerse allochtonen groter dan 20 procent: Schrijversbuurt (35%), Bloemenbuurt (27%), Slotjes-Midden (26%), Paterserf (21%) en Natuurkundigenbuurt (21%). Risicoprofiel 6 heeft betrekking op de sociaaleconomische status van de Oosterhouters. Kwetsbaar zijn alle personen die deel uitmaken van een huishouden dat moet rondkomen van een laag inkomen en/of kampt met financiële problemen en personen die werkloos zijn. In 2012 ging het om 25 personen in een instelling of tehuis en 4.700 Oosterhouters in een zelfstandige woning: 8½ procent van alle Oosterhouters in een zelfstandige woning. Hoewel een lage sociaaleconomische status in alle leeftijdsgroepen voorkomt, is het aandeel het grootst in de leeftijdsgroep 20 tot 40 jaar en het kleinst bij de zelfstandig wonende 65plussers. In vier Oosterhoutse woonbuurten is het aandeel financieel kwetsbare inwoners groter dan 15 procent: Schrijversbuurt (25%), Paterserf (23%), Bloemenbuurt (19%) en Slotjes-Midden (18%). Cumulatie van risico’s Naar mate burgers meer risicofactoren hebben, wordt hun kwetsbaarheid groter waardoor ze mogelijk meer ondersteuning nodig hebben. Praktisch iedere bewoner van een instelling of tehuis is kwetsbaar (1 of meer risicofactoren) en bijna de helft is zeer kwetsbaar (3 of meer risicofactoren). Van de Oosterhouters in een zelfstandige woning behoort twee derde (66%) tot geen enkele risicogroep. Van de anderen (34%), heeft ruim twee derde één risicofactor en bijna een derde twee of meer. Ruim 2 procent van de inwoners in een zelfstandige woning is zeer kwetsbaar (3 of meer risicofactoren). Afb. 3.2 Mate van kwetsbaarheid (cumulatie van risicofactoren) van de Oosterhouters (2012)
150 985 4.770 12.795 36.580 aantal personen in zelfstandige woning (afgerond op vijftallen)
verhoudingsgewijs © gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek
8
Van de jongste leeftijdsgroepen (0-9 jaar) behoort ongeveer de helft tot de groep kwetsbare burgers, terwijl dit bij de jongeren (15-19 jaar) vier op de tien is. Bij de senioren tot 75 jaar is het aandeel kwetsbare burgers ongeveer twee op de tien, om daarna snel op te lopen: bij de 80-plussers is nagenoeg iedereen kwetsbaar. Afb. 3.3 Ontwikkeling van kwetsbaarheid bij inwoners in een zelfstandige woning naar leeftijd
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek
Bijna 34 procent van de Oosterhouters in een zelfstandige woning is kwetsbaar (1 of meer risicofactoren). In vijf woonbuurten is het aandeel kwetsbare personen 40 procent of meer: in de Schrijversbuurt (61%), Paterserf (61%), Bloemenbuurt (54%), Slotjes-Midden (51%) en Natuurkundigenbuurt (42%). Ruim 2 procent van de Oosterhouters in een zelfstandige woning is zeer kwetsbaar (3 of meer risicofactoren). In vijf woonbuurten is het aandeel zeer kwetsbare inwoners 5 procent of meer: de Schrijversbuurt (8%), Paterserf (7%), Slotjes-Midden (6%), Bloemenbuurt (5%) en Natuurkundigenbuurt (4%).
9
Afb. 3.4 Zeer kwetsbare Oosterhouters in een zelfstandige woning per woonbuurt (2012)
Aandeel zeer kwetsbare personen per buurt (3 of meer risicofactoren): 5,0% of meer 2,5% t/m 4,9% 1,0% t/m 2,4% 0,5% t/m 0,9% minder dan 0,5% minder dan 10 inwoners
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek
10
Factsheet kwetsbaarheid in de gemeente Oosterhout (2012) Algemene kengetallen: - aantal inwoners (gedurende hele jaar): Δ - aantal bewoners in instelling of tehuis: - aantal particuliere huishoudens: - gemiddelde huishoudensgrootte: - besteedbaar huishoudinkomen (2011): - huishoudens met laag inkomen (2011):
Kengetallen kwetsbaarheid: Δ - aantal niet kwetsbare inwoners: - aandeel niet kwetsbare inwoners: - aantal kwetsbare inwoners: - aandeel kwetsbare inwoners: - aantal zeer kwetsbare inwoners: - aandeel zeer kwetsbare inwoners:
55.280 715 23.340 2,3 € 35.500 36%
36.580 66% 18.700 34% 1.135 2%
Woonvorm:
Risicofactoren: Δ
in tehuis 1%
60
Huisvesting
4.605
Gezondheid
2.125
Opleidingsniveau
zelfstandig Δ 99%
9.095
Huishoudens Etniciteit
5.310
Sociaalecon. status
4.700
Mate van kwetsbaarheid (cumulatie van risicofactoren): Δ 1 23%
0 66%
150 985 4.770 12.795 36.580
aantallen personen
verhoudingsgewijs
4 of meer < 1%
2 3 9% 2%
Aantal niet-kwetsbare, kwetsbare en zeer kwetsbare inwoners naar leeftijd: Δ
5-14 jaar
5.120
45-54 jaar
55-64 jaar
65-74 jaar
Noten: alle cijfers afgerond op vijftallen | aantallen kleiner dan 5 | Δ wonend in zelfstandige woning
11
105
895
1.025 35
60
140
140
35-44 jaar
1.400
2.000
2.240 105
25-34 jaar
3.225
3.785 1.820 190
15-24 jaar
75+
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek
0-4 jaar
310
50
1.270 1.400
2.500
3.170 3.090
4.000
zeer kwetsbaar (3 of meer risicofactoren)
5.240
kwetsbaar (1 of meer risicofactoren)
6.370
6.730
niet kwetsbaar (0 risicofactoren)
Wijk- en buurtindeling gemeente Oosterhout 2012
1000
0902
0606 0607 0901
0603
1100
0602
0604 0701
1109
1209 0605
0601
0900
0600
0300
0301 0401
0700
1200
0200 0201
0000 0400
0102
0101
1001
0801
0504 Buurten Oosterhout-stad: 0000 Centrum 0100 Slotjes-Oost 0101 Slotjes-Midden 0102 Slotjes-West 0200 Oud-West 0201 Kanaleneiland 0300 Vogelbuurt 0301 Kastelenbuurt 0400 Leijsenakkers 0401 Molenbuurt 0500 Bloemenbuurt 0501 Schrijversbuurt 0502 Natuurkundigenbuurt 0503 Componistenbuurt 0504 Warandebuurt 0505 Paterserf 0600 Kruidenbuurt 0601 Sterrenbuurt 0602 Donkenbuurt 0603 Larenbuurt 0604 Beemdenbuurt 0605 Schildersbuurt 0606 Dammenbuurt 0607 Staatsliedenbuurt 0700 Vrachelen-Zuidoost 0701 Vrachelen-Noord 0702 Vrachelen-Zuidwest 0800 Vijf Eiken 0801 Everdenberg 0900 Statendam 0901 Weststad-Zuid 0902 Weststad-Noord 1000 Oranjepolder 1001 Bosgebied bij Oosterhout
1208
0100
0505
0500
0503
0800
0501 0502
1309
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek
0702
1308
1300
1307
Buurten Kerkdorpen: 1100 Den Hout (dorpskern) 1109 Buitengebied bij Den Hout 1200 Oosteind (dorpskern) 1208 Buitengebied Oosteind-Zuid 1209 Willemspolder 1300 Dorst (dorpskern) 1307 Buitengebied Dorst-Zuid 1308 Bosgebied bij Dorst 1309 Steenoven
12
Wijkindeling: 00 Centrum 01 Slotjes 02 West 03 Strijen 04 Leijsenakkers 05 Oosterheide 06 Dommelbergen 07 Vrachelen 08 Industrieterreinen Zuid 09 Industrieterreinen Noord 10 Buitengebied bij Oosterhout 11 Kerkdorp Den Hout 12 Kerkdorp Oosteind 13 Kerkdorp Dorst