Directie Inwoners
Ingekomen stuk D6 (PA 14 juli 2010)
Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsrealisatie & verantwoording
Aan de Gemeenteraad van Nijmegen
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47 Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Communicatie Verslag
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon
14024
Telefax
(024) 329 29 81
E-mail
[email protected]
Th. de Graaf Postadres 9105 P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H.Postbus Kunst, 6500 HG Nijmegen P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil M. Sofovic
Datum
Ons kenmerk
Contactpersoon
22 juni 2010
L120/10.000.9539
Janneke Willemsen
Onderwerp
Datum uw brief
Doorkiesnummer
ESF-subsidie Flex College
n.v.t.
(024)3299849
Aldus vastgesteld in de vergadering van:
Geachte leden van de Raad,
Met deze brief willen wij u informeren over de aanvraag van subsidie onder de regeling Europees Sociaal Fonds (ESF) voor het Flex College. Het Flex College is een unieke onderwijsvoorziening voor de dreigende uitvallers in voortgezet De voorzitter, De secretaris, onderwijs (VO) en MBO. Leerlingen op Nijmeegse scholen die overbelast raken om welke reden dan ook, vinden hier een plek om te voorkomen dat definitieve uitval (voortijdig schoolverlaten) plaatsvindt. Het Flex College is een gezamenlijke voorziening van de schoolbesturen VO en ROC en wordt bestuurd door de Stichting Samenwerkingsverband VO/ROC. Voor uitgebreidere informatie over het Flex College verwijzen wij naar de bijlage bij deze brief. De gemeente Nijmegen erkent al heel lang het belang van opvang op maat en op ieder niveau van het reguliere onderwijsaanbod. De voorlopers van het Flex College zoals Eigenwijs, Centrum voor Opvang en Onderwijs (COO) en de Arbeidsmarkt geKwalificeerde Assistenten (AKA) worden al enkele jaren gesubsidieerd door de gemeente. Dat maakt Nijmegen nu ook tot een van de eerste gemeenten met een volledig functionerende (plus)onderwijsvoorziening voor overbelaste leerlingen; het Flex College. Om de activiteiten van het Flex College op het huidige niveau voort te kunnen zetten heeft de gemeente voor 2010 een subsidie verleend van 1,1 mln. Om deze bijdrage vanuit de gemeente voor 2010 en eventueel ook daarna te kunnen financieren, heeft de gemeente mede in het licht van de toekomstige bezuinigingen ook nadrukkelijk gezocht naar mogelijkheden deze te dekken uit subsidies. De subsidieregeling ESF lijkt hier voor een belangrijk deel een mogelijkheid te bieden. Voor het schooljaar 2009/2010 en 2010/2011 zijn namens de gemeente ESF-subsidieaanvragen ingediend bij het Agentschap voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Voor 2009/2010 is door het Agentschap een voorlopige subsidie verleend aan de gemeente van maximaal € 959.840,-. Voor 2010/2011 is door het Agentschap een voorlopige subsidie verleend van
www.nijmegen.nl
brief aan de Raad ESF Flex College-def
1
Gemeente Nijmegen
Vervolgvel
2
maximaal € 1.467.650,-. De hoogte van de subsidie is gebaseerd op de kosten die zijn meegenomen bij de aanvraag. De uiteindelijk vast te stellen subsidie wordt pas achteraf bepaald op basis van de realisatie en verantwoording in de ESF- projectadministratie. De verantwoording voor ESF-subsidie vereist een gedetailleerde projectadministratie. Hierdoor is het noodzakelijk veel energie te steken in het opzetten van een ESF-conforme administratieve organisatie, afstemming hierover met de subsidiegever Agentschap SZW en vervolgens de invoering ervan binnen de gehele organisatie. Voor het Flex College geldt dit temeer daar het Flex College een nieuwe voorziening is en opgericht is vanuit verschillende onderwijssoorten en instellingen met ieder een eigen (deel)administratie en afwijkende werkwijze. Omdat het ESF-project betrekking heeft op het Flex College als geheel is het nodig deze samen te brengen onder één ESF-projectadministratie. Het resultaat is één administratie voor het Flex College die ook op andere terreinen dan ESF voor zowel het Flex College als de gemeente Nijmegen grote voordelen biedt. Waar voorheen vanuit diverse afzonderlijke administraties gegevens naar boven moesten worden gehaald om het rendement van het Flex College te monitoren, is dit nu vanuit één centrale administratie beschikbaar. Het ESF kent een strenge toetsing door controlerende instanties achteraf. Hoewel er zoveel mogelijk vooraf en tijdens het traject wordt afgestemd met de subsidiegever, moet er rekening mee worden gehouden dat anderen (binnen Agentschap SZW cq het Ministerie van Financiën als tweedelijnscontroleur) de uiteindelijke declaratie en projectadministratie zullen beoordelen die leidt tot de subsidievaststelling. Het blijft daardoor mogelijk dat een deel van de kosten achteraf toch niet wordt goedgekeurd. Om dit risico te beperken heeft de gemeente voor de coördinatie van het project en de inbreng van specifieke ESF-deskundigheid via een nationale aanbestedingsprocedure het adviesbureau European Consulting Group (ECG) ingehuurd. De projectadministratie is belegd bij het ESF-bureau van het ROC Nijmegen e.o. Bovendien wordt ook nadrukkelijk de vinger aan de pols gehouden middels eigen interne controles. Het project is inmiddels in volle gang en er wordt met gezamenlijke inspanning van de bestuurders van het Flex College, het ESF-bureau Flex College en de gemeente hard aan gewerkt om een zo goed mogelijk resultaat over het eerste jaar te behalen. Mede om voornoemde redenen betekent de invoering van ESF in de praktijk dat zeker in het eerste projectjaar de begroting lang niet altijd wordt gerealiseerd; landelijk kennen alle ESFprojecten een realisatie van gemiddeld ca. 50% van de begroting. In vervolgjaren, wanneer meer routine is opgebouwd, neemt dit vrijwel altijd toe.
Gemeente Nijmegen
Vervolgvel
2
Het risico van een lagere vaststelling van de ESF-subsidie is in 2010 afgedekt met middelen vanuit de decentralisatie-uitkering Onderwijsachterstandenbeleid en Jeugd. Met deze middelen heeft de gemeente de subsidie aan het Flex College over 2010 voorgefinancierd. De inzet van deze middelen past binnen de outputafspraken die door het Rijk aan deze decentralisatieuitkeringen zijn verbonden. In de tweede helft van 2010 ontvangt de gemeente een voorschot van de ESF-subsidie van het Agentschap. Zodra wij dit voorschot ontvangen hebben, leggen wij u een voorstel voor over hoe om te gaan met deze middelen in de begroting 2010 en verder. Definitieve zekerheid omtrent de uiteindelijke vastgestelde ESF-subsidie voor het schooljaar voor 2009/2010 ontstaat uiterlijk 31 oktober 2012. Wij hopen u voor nu voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De waarnemend Secretaris,
mr. Th.C. de Graaf
drs. R.J.M. van Wuijtswinkel MPA
FLEX College Nieuwe wegen in het onderwijs in Nijmegen
Nijmegen mei 2010
1
Inhoudsopgave: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Doel van deze notitie Wat aan het Flex College voorafging Het ontstaan van het Flex College Organisatie Flex College Hardware van het Flex College Hoeveel leerlingen kent het Flex College Kosten Flex College Huidige financiering
3 3 4 5 5 6 6 7
Bijlage 1: Specifieke kenmerken van het onderwijssysteem op het Flex College Bijlage 2: Concept opbouw financiering leerling Flex College
2
8 10
1. Doel van deze notitie Het Flex College is een unieke onderwijsvoorziening. Leerlingen van Nijmeegse scholen die overbelast 1 raken om welke reden dan ook vinden hier hun plek zodat uitval tot een minimum beperkt blijft. Het Flex College is nieuw - feitelijk een innovatie - en lijkt in bijna niets op een reguliere onderwijsvoorziening. Dit geldt voor de organisatie, de zorgstructuren, de onderwijsinhoud, maar ook voor de bekostiging. Deze notitie geeft u een beeld van het Flex College. 2. Wat aan het Flex College voorafging 2.1 Wat is het Flex College? Het Flex College is een nieuwe en unieke onderwijsvoorziening in Nijmegen waarmee een plek wordt geboden aan de zogenaamde overbelaste leerling. Het Flex College is een gezamenlijke voorziening van de schoolbesturen VO en het ROC en ressorteert onder de gezamenlijke stichting SWV VO ROC 2 . De doelgroep kan worden omschreven als leerlingen die binnen de kaders van een reguliere school ook met extra ondersteuning - niet adequaat geholpen kunnen worden. Tevens gaat het om leerlingen die niet voldoen aan de criteria die gelden om toegelaten te worden tot een vorm van regulier bekostigd speciaal voortgezet onderwijs (ZMOK, praktijkonderwijs). In het Flex College wordt de structuur en verbondenheid geboden die overbelaste jongeren nodig hebben. Dit vertaalt zich in kleinere groepen en (fysieke) nabijheid van zorg- en hulpverlenende instanties. Het Flex College is een nieuwe voorziening die volop in ontwikkeling is. Het Flex College heeft uitdrukkelijk de intentie om een structurele en duurzame voorziening te zijn waarin uiteindelijk alle bestaande voorzieningen zijn geïntegreerd. Zo ver is het nog niet. Er is nog veel tijd, energie en geld nodig om dit de komende jaren verder te ontwikkelen 2.2 Wat zijn de uitgangspunten van het Flex College? Verantwoordelijkheid van het reguliere onderwijs Scholen zijn individueel en gezamenlijk verantwoordelijk voor het bieden van passend en kwalificerend onderwijs. Primaat bij preventie In de eerste plaats moet het reguliere onderwijs er alles aan doen om leerlingen binnen de eigen school te houden. Door het aanbieden van voldoende zorg en ondersteuning in het onderwijs worden de kansen vergroot van leerlingen in het regulier onderwijs (waaronder ook het onderwijs binnen REC en Praktijkonderwijs omdat zij een eigen onderwijs- en zorgopdracht en bijpassende mogelijkheden hebben). De zorgstructuur in de reguliere scholen en de samenwerking met relevante zorginstellingen is van groot belang. Strikt toelatingsbeleid Het Flex College heeft een toelatingsbeleid gericht op het toelaten van de echte overbelaste leerling. De toelating wordt georganiseerd door één gezamenlijk ingesteld loket op basis van gezamenlijke vastgestelde criteria. In deze notitie is gekozen voor de term overbelaste leerling. Dit moet gelezen worden als overkoepelende term voor alle leerlingen, die te kampen hebben met diverse leer- en gedragsproblemen. 2 Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Regionaal Opleidingen Centrum 1
3
Flexibele toelating Een leerling kan op elk moment instromen in één van de onderdelen van het Flex College. Gericht op beheersing Het Flex College is er niet om als organisatie te groeien. Flexibiliteit en maatwerk De moeilijke doelgroep vraagt onderwijskundig om een individueel aanbod maar ook het zorgaanbod kan en moet per leerling worden opgezet. 2.3 Lectoraat Flex College Het Flex College – daartoe in staat gesteld door de Stichting Steunfonds NIBO – heeft ten behoeve van de medewerkers een bijzonder lectoraat ingesteld. Het gaat om de lector pedagogisch didactische methodiekontwikkeling ten bate van risicoleerlingen. Het doel van het lectoraat is een verbinding te leggen tussen de praktijk van het onderwijs aan en de begeleiding van risicoleerlingen en de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Het accent ligt daarbij op: het systematiseren van praktijkkennis systematische reflectie en toetsing aan wetenschappelijke inzichten op de praktijk van het geven van onderwijs aan- en het begeleiden van risicoleerlingen. het toegankelijk maken van de resultaten in een daarop geënte methodiek de professionaliteitontwikkeling van de medewerkers van het Flex College. Het lectoraat gaat vooral om een ‘evidence informed’ verbetering van de onderwijs- en begeleidingspraktijk in het Flex College en de publicatie van de resultaten daarvan, en niet zozeer om de invoering van een nieuw leerconcept, de toetsing van wetenschappelijke inzichten of de ontwikkeling van praktijktheorieën. De prioriteit ligt bij het zicht krijgen op wat er nu (binnen het Flex College) allemaal precies gebeurt rond de pedagogisch-didactische aanpak, wat de kritieke succesfactoren zijn (leerling-factoren, docentfactoren, onderwijskundige factoren, begeleidingsfactoren en factoren rond de setting) en welke aanbevelingen voor verbetering of ontwikkeling geformuleerd kunnen worden. De aandacht van het lectoraat is primair gericht op de onderwijs- en begeleidingsactiviteiten binnen het Centrum Beroep & Arbeid. De professionalisering ligt niet zozeer op het inhoudelijk vlak maar in het versterken van de onderzoekende en reflecterende houding van het team. 3. Het ontstaan van het Flex College 3.1 Het Flex College is ontstaan vanuit de volgende onderwijsvoorzieningen: Leefwerkschool Eigenwijs (vmbo-t, havo, vwo), bovenbouw De Technische school Jonkerbosch (vmbo b/k), onderbouw + bovenbouw De vmbo- leerwerkplaatsen (Mariken en Jonkerbosch), onderbouw + bovenbouw De AKA-opleiding van het ROC (mbo) De VAVO van het ROC (vmbo-t, havo, vwo), bovenbouw Voorzieningen van het Samenwerkingsverband VO (PCL, staf, Rebound)
4
4. Organisatie Flex College
MBO
Centrum Beroep & Arbeid (CBA) Expertisecentrum, één loket + Reboundvoorziening
Centrum algemeen vormend onderwijs (CAVO)
VO
Doelgroep Flex College De jongeren die op het Flex College zitten, worden ook wel "overbelaste jongeren" genoemd 3 . Het zijn jongeren die lijden onder een opeenstapeling van problemen: van minder goed ontwikkelde vaardigheden en gedragsproblemen tot gebroken gezinnen, chronische armoede en werkeloosheid, schulden en criminaliteit in de directe omgeving. Daardoor lopen zij een groot risico voortijdig uit te vallen uit het reguliere onderwijs, waardoor zij op de langere termijn geen blijvende passende arbeid vinden. Hierdoor ontstaat dus niet alleen een risico op schooluitval, maar uiteindelijk een risico op volledige maatschappelijke uitval. Het Onderwijs in het Flex College is opgedeeld in twee niveaus: Doelgroep CBA Jongeren vanaf 12 jaar die aangewezen zijn op arbeidsmarktgericht onderwijs in een bijzondere setting. Zij worden gekwalificeerd met een vmbo-diploma, diploma mbo niveau 1 of 2 of onderdelen daarvan. Doelgroep CAVO Jongeren vanaf 12 jaar die de potentie hebben om ten minste het diploma vmbo-t te halen en - waar mogelijk - havo of vwo. 5. Hardware van het Flex College Het Flex College is geen reguliere school in de zin van de onderwijswetgeving. Het Flex College ontvangt niet rechtstreeks geld van de overheid. Het Flex College is een samenwerking tussen verschillende onderwijsbesturen. De leerlingen blijven op hun eigen school ingeschreven. Als een leerling op het Flex College wordt geplaatst, betalen de scholen van herkomst een bedrag aan het Flex College. Het geld volgt de leerling dus naar het Flex College. Het personeel is in dienst van de afzonderlijke schoolbesturen en de gezamenlijke stichting SWV VO/ROC. Het SWV VO/ROC heeft per 1 augustus 2009 alle werknemers van de voormalige stichting Eigenwijs in dienst genomen. Voorafgaand hieraan zijn een aantal werknemers met een ID-baan in eigen dienst genomen. Op dit moment beschikt het Flex College over vier locaties.
3
WRR rapport "vertrouwen in de school", 2009
5
6. Hoeveel leerlingen kent het Flex College In onderstaande tabel wordt aangegeven om welke deelnemersaantallen het gaat. De gegevens zijn gebaseerd op één peilmoment in het schooljaar. Het gehele jaar door stromen er leerlingen in en uit op het Flex College.
CBA VMBO CBA AKA CAVO Eigenwijs CAVO VAVO** CAVO Rebound Totaal
Deelnemers Flex College op 1 februari 2009 118 131 71 291/87 19 630
Deelnemers Flex College op 1 januari 2010 123 69* 63 356/106 20 631
*AKA kent twee instroommomenten. Het getal 69 is van vóór het tweede instroommoment, waarschijnlijk ligt het aantal leerlingen dit jaar uiteindelijk op hetzelfde niveau als het jaar daarvoor. **Op het VAVO zitten naast risicojongeren ook de reguliere VAVO studenten. Het percentage risicojongeren van de VAVO wordt geschat op ca. 30%. 7. Kosten Flex College 7.1 Wat kost een leerling op het Flex College? De kosten van een leerling in het voortgezet onderwijs verschillen sterk per leerling. Gemiddeld genomen kost een leerling op het voortgezet onderwijs € 7000, -. De kosten van een leerling op het Flex College bedragen momenteel gemiddeld € 12.000. Dat is te vergelijken met de kosten van een Cluster 4 leerling. Cluster 4 scholen en REC's verzorgen het onderwijs aan en de begeleiding van leerlingen met ernstige gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen. 4 Dat is wat minimaal nodig is om het Flex College in zijn huidige vorm te kunnen bekostigen.
Onder Cluster 4 vallen de scholen voor ZMOK (zeer moeilijk opvoedbare kinderen), LZK (langdurig zieke kinderen zonder een lichamelijke handicap), evenals scholen die verbonden zijn aan de pedologische instituten (PI) en aan gesloten jeugdinrichtingen (justitie en jeugdzorg+). 4
6
7.2 Waarom zijn deze kosten hoger dan de kosten voor een leerling op een reguliere school? Het Flex College is een voorziening voor de overbelaste leerling. Het werken met en voor deze doelgroep betekent aanpassingen ten opzichte van het werken met reguliere leerlingen. Bij een leerling van het Flex College is er sprake van een aangepaste procedure voor werving, intake en toelating. Meer partijen (school, zorg, ouders) moeten (tijds)intensiever betrokken zijn bij dit proces. Ook ten aanzien van zorgtrajecten, burgerschapsontwikkeling en studie- en loopbaanoriëntatie is meer tijd en aandacht gewenst. Waar in het reguliere onderwijs gewerkt wordt met klassen tot maximaal 30 à 32 leerlingen, is dit binnen de doelen van het Flex College ondenkbaar. Onderwijs voor de overbelaste leerling moet op maat gesneden worden. Dit betekent in ieder geval meer kleinschalig onderwijs vertaald in een kleinere groepsgrootte. Onderwijsinhoudelijk en in de begeleiding is in de meeste gevallen, een andere benadering van de overbelaste leerling gewenst. Op de tijd en competentie van de professionals rondom de leerlingen wordt een groter beroep gedaan. 5 In bijlage 1 staat een opsomming van extra inspanningen op het Flex College in vergelijking met reguliere scholen. Een aantal kernpunten hieruit: - Toelating door een plaatsingscommissie, leerlingen testen en aan assessments blootstellen om te beoordelen waar de leerling behoefte aan heeft. - Groepsverkleining tot max. 9 leerlingen (i.t.t. ongeveer 30 leerlingen in regulier onderwijs) - Individuele roosters/ handelings- en scholingsplannen - Intensieve begeleiding en zorg 8. Huidige financiering 8.1 Hoe wordt het Flex College op dit moment gefinancierd? Het Flex College is sterk afhankelijk van additionele middelen. Het Flex College voor de overbelaste leerling is niet een zaak van het onderwijs alleen. Ook de gemeente Nijmegen en externe zorg- en hulpverlenende instanties zijn voor de hand liggende partners. De gezamenlijke schoolbesturen en ROC financieren het merendeel van de preventieve activiteiten en de ontwikkeling van de zorgstructuur in het onderwijs. Ook de activiteiten met betrekking tot toelating en instroom, het Expertisecentrum als ook de Reboundvoorziening komen geheel ten laste van de schoolbesturen. De gemeente Nijmegen heeft een financiële bijdrage geleverd aan voorlopers van het Flex College, het COO (inclusief voormalig Eigenwijs), de AKA opleiding en de VAVO. Op dit moment subsidieert de gemeente Nijmegen het Flex College als een geheel met 1,1 miljoen subsidie. In bijlage 2 vind u een globale berekening van de financiering van het Flex College in de huidige situatie.
Het is van belang het profiel van de leerling van het Flex College in gedachten te houden. De overbelaste leerling is in wisselende mate niet ontvankelijk voor onderwijs. Pas als belemmeringen min of meer uit de weg geruimd zijn, is er ruimte om te leren.
5
7
Bijlage 1: Specifieke kenmerken van het onderwijssysteem op het Flex College. TOELATING EN INSTROOM Toelating via de Plaatsings Commissie Leerlingen (PCL), Flexibele (dagelijkse) instroom, snelle procedure, afhandeling binnen één week, Complexe administratieve (wettelijk vereiste) handelingen, Intensieve warme overdracht toeleverende school, Uitgebreide intake (dossier, hulpverlenende instanties, school, ouders), Testen en assessment, aanvullend onderzoek door specialisten Expertisecentrum, Extra inspanningen om leerlingen die geen school van herkomst hebben in te schrijven. ONDERWIJS EN BEGELEIDING Groepsgrootte is maximaal 9 leerlingen, Per leerling moet een individueel handelingsplan opgesteld worden met daaraan gekoppeld een scholingsplan en een POP, Structureel geplande gesprekken met leerling over voortgang, Structureel geplande gesprekken met zorgteam over voortgang: bijstellen plannen, Korte lijnen naar specialistische ondersteuning voor mentoren, Flexibele instroom, geen gereguleerde instroommomenten en individuele trajecten betekenen maatwerk, Onderwijsassistenten zijn noodzakelijk, meer handen aan het bed, Elke leerling heeft vaste mentor, een mentor heeft een beperkt aantal leerlingen, Frequent overleg binnen kernteams over individuele leerlingen, Actief absentiebeheer, dus: ophalen van huis, thuisbezoeken, intensief contact met leerplicht/RMC, Korte lijnen naar externe zorg- en hulpverlening zoals schuldhulpverlening, politie, jeugdzorg, leerplicht, CJG, GGD et cetera. BURGERSCHAP Hulp bij de eigen bewustwording. Aandacht voor sociale en communicatieve vaardigheden. Wie ben ik, wat wil ik en wat kan ik? Loopbaanoriëntatie en loopbaanbegeleiding gerelateerd aan droom en realistisch perspectief, Hulp op het gebied van geldzaken, drugsgebruik, loverboys, seksualiteit, zinloos geweld, gezond leven, discriminatie, computerverslaving, gaming et cetera, Actief betrekken ouders en opvoeders bij traject op het Flex College dat hun kind loopt. CRISISOPVANG, HUISKAMER, VEILIGHEID, NASCHOOLSE OPVANG Op het Flex College gaat geen dag voorbij zonder incident. Er is dus een lijvige incidentenadministratie. Tevens moeten hulpverleners, politie en ouders veel ingezet worden, Veel aandacht en energie naar preventieve en curatieve acties op gebied van wapens, drugs, vechten en pesten, Investeren in naschoolse activiteiten zoals vrijetijdsbesteding, sport, opvang in schoolvakanties, opvang bij crisissituaties in thuissituatie. PERSPECTIEF Intensieve hulp bij oriëntatie op studie en beroep, Onderhouden van contacten vanuit Flex College met vervolgopleidingen en potentiële werkgevers, Hulp bij aanmelding en intake, 8
Warme overdracht naar vervolgopleiding, Ondersteuning bij zoeken naar werk en solliciteren, Op jacht naar voldoende aanbod stageplaatsen risicoleerlingen, Overleggen met en overdragen aan CWI/Jongerenloket/RMC).
9
Bijlage 2: concept opbouw financiering leerling Flex College Op grond van het geld volgt leerling-principe kan het Flex College van de leverende scholen gemiddeld de volgende bedragen per leerling ontvangen: Schooltype VMBO HAVO/VWO
personeel (OP/OOP) 4900 4500
AKA VAVO (Rutte) VAVO (niet-Rutte)
materieel (gemiddeld) en boekengeld 1400 870
totaal 6300 5370 6500 4400 of 2200
Volledige bekostiging door gemeente Nijmegen
Wanneer deze bedragen gezet worden naast de capaciteit, ontstaat het volgende beeld: Schooltype aantal leerlingen gemiddelde bijdrage per leerling inkomsten VMBO VMBO LWOO HAVO/VWO AKA
50 70 70 120
€ 6.300 € 9.000 € 5.370 € 6.500
€ 315.000 € 630.000 € 375.900 € 780.000
Totaal 310 € 2.100.900 Ruim twee miljoen euro verdeeld over 310 leerlingen geeft een gemiddeld bedrag van circa €6.800, per leerling. Uitgaande van de bij punt 1.1 genoemde benodigde €12.000, - voor een Cluster 4 leerling is er per leerling een tekort van ongeveer €5.250, -. Op een totaal van 310 leerlingen is er dan een tekort van ruim €1.622.000, -. Bij bovenstaande berekening zijn de VAVO-leerlingen buiten beschouwing gelaten. Voor deze leerlingen bestaat immers een aparte afspraak met de gemeente Nijmegen. Op dit moment zijn de VAVO-leerlingen niet bestempeld als risicoleerling door de PCL terwijl allerlei genoemde activiteiten (zie bijlage 1) wel plaats vinden. Geschat wordt dat hiervoor ongeveer 30% van de leerlingen tot de doelgroep horen. De bijdrage van de schoolbesturen In de afgelopen jaren hebben de schoolbesturen uit eigen middelen ongeveer €500.000, - bijgedragen om het onderwijs in het Flex College op peil te houden. De bijdrage van de gemeente Nijmegen De gemeente Nijmegen subsidieert het Flex College met een subsidie van 1,1 miljoen. Het totaal aan extra bijdragen (Gemeente Nijmegen en schoolbesturen) levert een sluitende begroting op voor het Flex College. Echter zonder deze extra bijdragen vervalt het Flex College tot een gewone school voor regulier onderwijs.
10