MERCER'S INBRENG VOOR DE NATIONALE PENSIOENDIALOOG 29 NOVEMBER 2014
NATIONALE PENSIOENDIALOOG
1 Toekomstvisie Het Nederlandse pensioenstelsel behoort tot de mondiale top. Volgens de 2014 editie van de Melbourne Mercer Global Pension Index (bijgevoegd) neemt Nederland, na Denemarken en Australië, de derde plaats in op de ranglijst van beste pensioensystemen ter wereld. De Global Pension Index vergelijkt de oudedagsvoorziening van 25 landen, goed voor bijna 60% van de wereldbevolking. Absoluut gezien scoort het Nederlandse pensioenstelsel beter dan vorig jaar. Op een schaal van 0 tot 100 krijgt het Nederlandse stelsel 79,2 punten, tegenover 78,3 vorig jaar. De Global Pension Index noemt – in algemene termen – de volgende verbeterpunten voor het Nederlandse pensioenstelsel: · · · ·
Het introduceren van een harde minimum pensioenleeftijd, zodat voor iedereen duidelijk is welke uitkeringen bedoeld zijn voor pensioenen. Meer sparen door huishoudens voor hun oudedagsvoorziening, naast de AOW en het pensioen van de werkgever. Verhogen van de arbeidsparticipatie van oudere werknemers. Betere bescherming van het opgebouwde kapitaal tegen fraude, slecht management of faillissement van de werkgever.
Richten we nu onze blik naar het Nederlandse pensioenlandschap met in ons achterhoofd de vergrijzing, de veranderende maatschappelijke opvattingen en (ge)wijzigende arbeidspatronen over de afgelopen decennia dan constateren wij het volgende. Volgens Mercer wordt de toekomst van het Nederlandse pensioenlandschap gedomineerd door vergaande consolidatie, met als resultaat een beperkte groep van (zeer) grote aanbieders in een level playing field. Het ligt voor de hand dat er in een dergelijk scenario vrije keuze (voor sociale partners) bestaat om zich aan te sluiten bij één van deze aanbieders. Afhankelijk van de behoefte van sociale partners, zal dan gekozen kunnen worden voor meer of minder individuele transparantie en collectiviteit/solidariteit. Voorts zal in een dergelijke omgeving marktwerking zorgen voor een goede aansluiting van het aanbod op de vraag van werkgevers en werknemers. Is er veel vraag naar collectieve producten, dan zullen partijen dat aanbieden. Is er meer vraag naar individuele producten, dan wordt in dat aanbod voorzien. Bij voldoende vraag kunnen beide systemen ook goed naast elkaar bestaan. Vraag en aanbod zullen vermoedelijk in de tijd mee blijven veranderen. Door de marktwerking en de vrije aanbiederskeuze zal het belang van professioneel bestuur vermoedelijk onverminderd hoog blijken.
MERCER
Nationale Pensioendialoog 2014
1
NATIONALE PENSIOENDIALOOG
2 Aandachtspunten Aangenomen dat het voorgaande een juist beeld van de toekomst is, zijn er enkele zaken die aandacht behoeven. Dit zijn achtereenvolgens (1) diversiteit van solvabele uitvoerders, (2) plaats voor het APF en (3) meer eenduidigheid en eenvoud. (1) Diversiteit van solvabele uitvoerders Wat het verleden ons heeft geleerd, is dat aandacht voor solvabiliteit van uitvoerders van groot belang is. Deze aandacht moet niet doorslaan, want doorslaan kan er voor zorgen dat de pensioenpot steeds harder groeit, terwijl het indexatiepotentieel daalt. Daarom ziet Mercer in een toekomstig stelsel een beperkt aantal grote, solvabele, aanbieders die een keuze bieden tussen individuele óf collectieve opbouw van pensioen(kapitaal), maar waarbij risico’s die individueel niet gedragen kunnen/mogen worden, aan een collectiviteit kunnen worden overgedragen. Het ligt voor de hand aan te nemen dat aanbieders de mogelijkheid hebben om toe te staan dat deelnemers kunnen kiezen voor (geheel of gedeeltelijke) uitkering ineens van het pensioen en/of (geheel of gedeeltelijk) uitruil van pensioen voor bijvoorbeeld zorg of aflossing van hypotheek. De vraag uit de markt zal bepalen of hier behoefte aan is. Afhankelijk van de behoefte, profiel en specifieke situatie van de werkgever en/of zijn werknemer(s) wordt gekozen voor het soort vehikel: individueel, collectief, rente, kapitaal, enz. Verplichte aansluiting bij een specifiek vehikel past daar niet bij, keuze wordt geboden op bedrijfs- of wellicht zelfs ooit werknemersniveau. (2) Een duidelijke plaats voor het APF In dit licht ziet Mercer het Algemeen Pensioenfonds (APF) als een zeer welkome aanbieder binnen het Nederlandse pensioenveld en als stap die in lijn ligt met het geschetste toekomstperspectief. Overwogen kan worden de verplichtstelling zoals die momenteel op bedrijfstakniveau geldt, niet langer meer te verbinden aan de uitvoerder van de pensioenregeling maar aan de pensioenregeling zelf. Hier staat tegenover dat ook bestaande bedrijfstakpensioenfondsen meerdere pensioenregelingen moeten mogen uitvoeren. Algemeen Pensioenfondsen en Bedrijfstakpensioenfondsen kunnen dan – in een level playing field – naast elkaar bestaan. In het kader van eenvoud kunnen de begrippen verzekeraar, pensioenfonds en PPI, allen vervangen worden door Algemeen Pensioenfonds of bijvoorbeeld Pensioen (Uitvoerings en) Verzekerings Organisatie.
MERCER
Nationale Pensioendialoog 2014
2
NATIONALE PENSIOENDIALOOG
(3) Meer eenduidigheid en eenvoud In een toekomstig pensioenmodel zal meer sprake moeten zijn van eenduidigheid en eenvoud van de pensioenregeling, zodat die beter uitvoerbaar en communiceerbaar is. Dat is een van de grote manco’s van het huidige stelsel. Hierbij hoort ook het afrekenen met het verleden, verbannen van overgangsbepalingen en nieuwe eenduidige opbouw vanaf 1 januari 2015 voor iedereen die deelneemt aan het stelsel. Dit leidt automatisch tot eenvoudigere administratie, en daarmee kostenbesparing, en begrijpelijkere communicatie. In een dergelijk pensioenmodel heeft de deelnemer een helder individueel beeld bij hoeveel geld voor hem inmiddels is gespaard, welke bijdragen voor of door hem/haar zijn gedaan en hoeveel kosten daarvan af zijn gehaald. Mogelijk gaat dat dan om individuele eigenaarschap over pensioenpotjes, maar niet noodzakelijkerwijs. De technologische ontwikkelingen volgen elkaar in rap tempo op, dus via moderne portals en planners kan een indicatie worden verkregen van wat de verwachte uitkering is bij pensioneren, overlijden en arbeidsongeschiktheid. Daarbij is een holistische blik op de persoonlijke financiën van de deelnemers van groot belang. Er wordt dus niet alleen gekeken naar pensioen, maar ook naar zaken als kosten van levensonderhoud, hypotheeklasten vermogensbezit, in het vooruitzicht gestelde erfenissen e.d. Pensioen is immers slechts één van de vermogenscomponenten bij pensionering, net zoals de Global Pension Index naar alle componenten van pensioneren kijkt en niet alleen naar de tweede pijler. Conclusie Het Nederlandse pensioenstelsel staat voor een grote uitdaging. Wil Nederland een top-pensioenstelsel behouden, dan is aanpassing aan de hedendaagse maatschappelijk opvattingen onontkoombaar. Volgens Mercer horen de begrippen diversiteit van solvabele uitvoerders, een duidelijke plaats voor het APF en meer eenduidigheid een eenvoud daarbij een belangrijke rol te spelen. Dat kan slechts bereikt worden door breed en innovatief te denken.
MERCER
Nationale Pensioendialoog 2014
3
Mercer (Nederland) B.V. Conradstraat 18 - NL 3013 AP Rotterdam P.O. Box 124 - NL 3000 AC Rotterdam +31 10 40 60 800