Vraag 19. Is er apparatuur aanwezig (alternatieve techniek) waardoor Legionellabacteriën in voldoende mate worden geëlimineerd en is de omschrijving daarvan opgenomen in de risicoanalyse?
Beoordeling
Ja
Geen gebrek
Er is apparatuur aanwezig (alternatieve techniek) waardoor Legionellabacteriën in voldoende mate worden geëlimineerd. Een ontheffing is aanwezig die verleend is door het CTB en de ILT is op de hoogte van het gebruik van de apparatuur in deze situatie. Alle verplichte gegevens zijn opgenomen in de risicoanalyse. De omschrijving voldoet aan onderstaande voorwaarden; Er wordt een alternatieve behandelingstechniek toegepast waardoor Legionellabacteriën in voldoende mate worden geëlimineerd. Er moet worden aangetoond dat deze techniek effectief is en geen onaanvaardbare neveneffecten heeft op de volksgezondheid of het milieu. Er is altijd een meetprogramma verplicht. Wettelijk kader en Richtlijnen: Drinkwaterbesluit Hoofdstuk 4 (Staatsblad 2011 nr. 293), artikel 44 Staatscourant 2011 nr. 10828, 29 juni 2011, bijlage 1.2.1 Staatscourant 2011 nr. 10842, 27 juni 2011, bijlage 3, tabel IIId; Meetprogramma worden opgesteld volgens de Staatscourant 2011 nr. 10842, 27 juni 2011, bijlage 3, tabel IIId NEN 1006 (artikel 4.6) Hulpmiddel: LCI-lijst ISSO 55.1 Model meetprogramma Behandeling Koper-zilverionisatie Vorming van koper- zilverionen door ionisatie. Deze techniek wordt aangemerkt als biocide, in de zin van artikel 1 van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962. De toepassing van koperzilverionisatie is in strijd met de Bestrijdingsmiddelenwet, tenzij op grond van artikel 18 van het besluit voor deze locatie ontheffing is verleend. Een van de voorwaarden voor plaatsing is, dat een deugdelijke risicoanalyse moet zijn uitgevoerd. Voor zover thermisch, fysisch of fotochemisch beheer naar het schriftelijke en gemotiveerde oordeel van het bedrijf, bedoeld in artikel 37 derde lid, en artikel 38, eerste lid, redelijkerwijs niet mogelijk is, kan, onverminderd artikel 14 van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden, worden gekozen voor elektrochemisch beheer, voor zover dit gecertificeerd is op basis van BRL K14010-2. Een reden voor toepassing van elektrochemisch beheer kan onder andere zijn: constatering en/of dreiging Legionella;
omvangrijke en/of complexe installatie; aanpassen/wijzigen installatie financieel onmogelijk.
Indien op een locatie koper-zilverionisatieapparatuur is geplaatst waarvoor nog geen toelating is verleend door het Ctgb, wordt alleen afgezien van handhavend optreden op basis van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, juncto artikel 1a van de Wet op de economische delicten (Wed) als aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan. Daarbij is de eigenaar/gebruiker van de installatie ervoor verantwoordelijk dat wordt voldaan aan de voorwaarden a) tot en met l), en is de leverancier ervoor verantwoordelijk dat wordt voldaan aan voorwaarden g), m) en n). a) De locatie moet vallen onder hetgeen bedoeld is onder “Reikwijdte” en moet middels zowel het Meldingsformulier Leverancier (bijlage 2) als het Meldingsformulier Gebruiker (bijlage 3) bij de IL&T zijn aangemeld. b) Er moet een Legionella-risicoanalyse zijn uitgevoerd overeenkomstig artikel 37 van het Drinkwaterbesluit. c) Er is sprake van een omvangrijke en herhaaldelijke legionellabesmetting, terwijl 1) alle aanpassingen zijn uitgevoerd die redelijkerwijs gevergd kunnen worden om de installatie te laten voldoen aan de geldende technische eisen, 2) de installatie op een deugdelijke wijze wordt beheerd, en 3) in de praktijk ondervonden is danwel redelijkerwijs verwacht mag worden dat het toepassen van fysische technieken op de betreffende locatie situatie onvoldoende effect heeft. d) De risicoanalyse als bedoeld in voorwaarde b moet zijn uitgebreid met een onderbouwing waaruit blijkt dat is voldaan aan voorwaarde c. e) Er moet overeenkomstig artikel 38 van het Drinkwaterbesluit een beheersplan zijn opgesteld en worden uitgevoerd dat gericht is op voortdurende borging van de effectiviteit van de apparatuur in de gehele achterliggende installatie en het voorkómen van ongewenste neveneffecten. f) Van de uitvoering van het beheersplan wordt verslag gedaan in het logboek, overeenkomstig artikel 40 van het Drinkwaterbesluit. g) Iedere keer als er een voornemen bestaat om koperzilverionisatieapparatuur op een bepaalde locatie voor het eerst in werking te stellen, dienen de leverancier en de gebruiker dit uiterlijk 2 weken voor de inwerkingstelling te melden door toezending van de volledig ingevulde en ondertekende meldingsformulieren (zie bijlagen 2 en 3) te zenden aan het daarop vermelde adres. h) Vanaf de inwerkingstelling wordt het volgende meetprogramma uitgevoerd overeenkomstig artikel 10 van de Drinkwaterregeling (Staatscourant 2011 nr. 10842, 27 juni 2011, bijlage 3 tabel IIId): maandelijkse
bemonstering op legionella, koper, zilver en koloniegetal. De maandelijkse bemonstering van een parameter kan worden vervangen door een 3maandelijkse, indien gedurende drie achtereenvolgende maandelijkse metingen geen waarden gevonden zijn boven de maximumwaarde die gesteld is in bijlage A van het besluit danwel-voor zilver-in noot 3. De 3maandelijkse metingen kunnen worden vervangen door halfjaarlijkse metingen, indien gedurende drie achtereenvolgende 3-maandelijkse metingen geen waarden gevonden zijn boven de maximumwaarde die gesteld is in bijlage A van het besluit danwel-voor zilver-in noot 3. Voor bepalen van het aantal meetpunten moet bijlage 3, behorend bij artikel 8 van de “Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater” Staatscourant 2011 nr. 10828, 29 juni 2011 (Drinkwaterbesluit, artikel 43, eerste lid); worden toegepast. De IL&T kan bepalen dat het de meetfrequentie of het aantal meetpunten verhoogd of verlaagd wordt. Met hierboven beschreven meetprogramma wordt invulling gegeven aan de plicht op grond van het Drinkwaterbesluit om bij behandeling van het water een meetprogramma op te stellen en uit te voeren. i) Bij de uitvoering van de analyses zijn artikel 9 van de Drinkwaterregeling (Staatscourant 2011 nr. 10842, 27 juni 2011) en Bijlage 4, behorend bij artikel 13 van de drinkwaterregeling (Staatscourant 2011 nr. 10842, 27 juni 2011) van toepassing. De meetresultaten worden vermeld in het logboek. j) In artikel 44 van het Drinkwaterbesluit is bepaald dat het koper-zilverionisatiesysteem moet zijn gecertificeerd ogv BRL 14010-2 en dat de eigenaar verantwoordelijk is voor het in acht nemen van de daarin opgenomen voorschriften. In BRL 14010-2 is bepaald: 2.6.9.1. Koper/zilver-ionisatie; - Dat de apparatuur zodanig moet zijn afgesteld dat overdosering van koper en of zilver wordt voorkomen; - het kopergehalte dient direct na de apparatuur onder 1.000 µg/l te blijven en op elk tappunt onder de wettelijke norm van 2.000 µg/l, en - het zilvergehalte dient direct na de apparatuur onder 50 µg/l te blijven. k) Eventueel kunnen door de daartoe bevoegde toezichthouders aanvullende gebruiks-voorwaarden worden opgelegd ter beperking van risico‟s voor werknemers, volksgezondheid of milieu. l) Eventuele overschrijding van de onder j) genoemde waarden dient terstond te worden gemeld aan de IL&T. m) Voor 20 augustus 2007 dient de leverancier; 1) in het kader van de Bestrijdingsmiddelenwet een volledige aanvraag voor een toelating in te dienen bij het Ctgb. De resultaten die zijn verkregen uit eventuele proefontheffingen, verleend door het Ctgb in het kader van de Bestrijdingsmiddelenwet danwel de Wet
gewasbeschermingsmiddelen en biociden, dienen onderdeel te zijn van deze aanvraag; 2) in het kader van het Waterleidingbesluit een Attest Toxicologische Aspecten (ATA) aan te vragen bij Kiwa. n) Voor leveranciers die op 20 februari 2007 nog geen koper-zilverionisatieapparatuur op de markt hebben gebracht, gaat de onder m) genoemde termijn van 6 maanden lopen op het moment dat apparatuur van die leverancier voor het eerst in Nederland wordt geplaatst. Verder zijn alle voorwaarden onverkort van toepassing. Gevolgen van niet-naleving van de voorwaarden Bij constatering dat aan een of meer van bovengenoemde voorwaarden niet is voldaan, zal de IL&T handhavend optreden jegens de verantwoordelijke voor de locatie waar de koper-zilverionisatieapparatuur is geplaatst en/of jegens de leverancier die de betreffende apparatuur op de markt brengt of heeft gebracht. Dit kan er toe leiden dat alle apparatuur die niet (meer) valt onder een ontheffing voor proefdoeleinden dan wel waarvoor (nog) geen toelating is verleend, dan onmiddellijk buiten bedrijf wordt gesteld. Geldigheidsduur van dit beleid Deze voorwaarden gelden tot uiterlijk 1 juli 2011 tenzij: 1) door het Ctgb een besluit is genomen over de aanvraag tot toelating van betreffende koperzilverionisatieapparatuur, ook in het geval tegen dit besluit bezwaar of beroep wordt ingesteld, of 2) in het kader van de Biocidenrichtlijn een voor Nederland bindend Europees besluit wordt genomen over koperzilverionisatie, of 3) (inter)nationaal een voor Nederland bindend besluit wordt genomen om de normen voor koper of zilver in drinkwater in belangrijke mate te verlagen. Verlenging geldigheidsduur “Landelijke aanpak koperzilverionisatie” Inmiddels is gebleken dat voor één van de middelen, waarvoor een toelating is aangevraagd, op die datum nog geen besluit is genomen door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Het Ctgb verwacht uiterlijk 1 januari 2013 een besluit op de toelating te hebben genomen. Daarom wordt – met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2011 – voor dat middel de geldigheidsduur van de “Landelijke aanpak koper-zilverionisatie” tot 1 januari 2013. Apparatuur met Ctgb-toelating; Bifipro (Holland Watertechnology BV) ICA-systems (Ateca Production BV) LiquiTech (Hatenboer-Water BV) Excellent (Excellent Ozone BV) Ion Technix Meg (Aqua Assistance BV) Waterman BCU Systemen (Waterman Environmental Systems) Behandeling anodische oxidatie
Door middel van elektroden worden in het water aanwezige stoffen (soms met toevoeging van zout) omgezet in desinfecterende stoffen (chloor). Voor zover thermisch, fysisch of fotochemisch beheer naar het schriftelijke en gemotiveerde oordeel van het bedrijf, bedoeld in artikel 37 derde lid, en artikel 38, eerste lid, redelijkerwijs niet mogelijk is, kan, onverminderd artikel 14 van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden, worden gekozen voor elektrochemisch beheer, voor zover dit gecertificeerd is op basis van BRL K14010-2. Een reden voor toepassing van elektrochemisch beheer kan onder andere zijn: constatering en/of dreiging Legionella; omvangrijke en/of complexe installatie; aanpassen/wijzigen installatie financieel onmogelijk. Indien op een locatie anodische oxidatieapparatuur is geplaatst waarvoor nog geen toelating is verleend door het Ctgb, wordt alleen afgezien van handhavend optreden op basis van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, juncto artikel 1a van de Wet op de economische delicten (Wed) als aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan. Daarbij is de eigenaar/gebruiker van de installatie ervoor verantwoordelijk dat wordt voldaan aan de voorwaarden a) tot en met l), en is de leverancier ervoor verantwoordelijk dat wordt voldaan aan voorwaarden g), m) en n). a) De locatie moet vallen onder hetgeen bedoeld is onder “Reikwijdte” en moet middels zowel het Meldingsformulier Leverancier (bijlage 2) als het Meldingsformulier Gebruiker (bijlage 3) bij de IL&T zijn aangemeld. b) Er moet een Legionella-risicoanalyse zijn uitgevoerd overeenkomstig artikel 37 van het Drinkwaterbesluit. c) Er is sprake van een omvangrijke en herhaaldelijke legionellabesmetting, terwijl; 1) alle aanpassingen zijn uitgevoerd die redelijkerwijs gevergd kunnen worden om de installatie te laten voldoen aan de geldende technische eisen, 2) de installatie op een deugdelijke wijze wordt beheerd, en 3) in de praktijk ondervonden is danwel redelijkerwijs verwacht mag worden dat het toepassen van fysische technieken op de betreffende locatie situatie onvoldoende effect heeft. d) De risicoanalyse als bedoeld in voorwaarde b) moet zijn uitgebreid met een onderbouwing waaruit blijkt dat is voldaan aan voorwaarde c). e) Er moet overeenkomstig artikel 38 van het Drinkwaterbesluit een beheersplan zijn opgesteld en worden uitgevoerd dat gericht is op voortdurende borging van de effectiviteit van de apparatuur in de gehele achterliggende installatie en het voorkómen van ongewenste neveneffecten.
f)
Van de uitvoering van het beheersplan wordt verslag gedaan in het logboek, overeenkomstig artikel 40 van het Drinkwaterbesluit. g) Iedere keer als er een voornemen bestaat om anodische oxidatieapparatuur op een bepaalde locatie voor het eerst in werking te stellen, dienen de leverancier en de gebruiker dit uiterlijk 2 weken voor de inwerkingstelling te melden door toezending van de volledig ingevulde en ondertekende meldingsformulieren (zie bijlagen 2 en 3) te zenden aan het daarop vermelde adres. h) Vanaf de inwerkingstelling wordt het volgende meetprogramma uitgevoerd overeenkomstig artikel 10 van de Drinkwaterregeling (Staatscourant 2011 nr. 10842, 27 juni 2011, bijlage 3 tabel IIId): maandelijkse bemonstering op legionella, trihalo-methanen, vrij chloor en totaal chloor. Totaal chloor wordt uitsluitend gemeten indien dit meettechnisch noodzakelijk is voor het bepalen van vrij chloor, gehalogeneerde azijnzuren (waaronder in ieder geval worden begrepen de parameters monochloorazijnzuur, dichloorazijnzuur en trichloorazijnzuur) worden gemeten 3 en 9 maanden na ingebruikname na ingebruikname van de apparatuur. De maandelijkse bemonstering van een parameter kan worden vervangen door een 3-maandelijkse, indien gedurende drie achtereenvolgende maandelijkse metingen geen waarden gevonden zijn boven de maximumwaarde die gesteld is in bijlage A van het besluit. De 3-maandelijkse metingen kunnen worden vervangen door halfjaarlijkse metingen, indien gedurende drie achtereenvolgende 3-maandelijkse metingen geen waarden gevonden zijn boven de maximumwaarde die gesteld is in bijlage A van het besluit. Voor bepalen van het aantal meetpunten moet bijlage 3, behorend bij artikel 8 van de “Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater” Staatscourant 2011 nr. 10828, 29 juni 2011 (Drinkwaterbesluit, artikel 43, eerste lid); worden toegepast. De IL&T kan bepalen dat het de meetfrequentie of het aantal meetpunten verhoogd of verlaagd wordt. Met hierboven beschreven meetprogramma wordt invulling gegeven aan de plicht op grond van het Drinkwaterbesluit om bij behandeling van het water een meetprogramma op te stellen en uit te voeren. i) Bij de uitvoering van de analyses zijn artikel 9 van de Drinkwaterregeling (Staatscourant 2011 nr. 10842, 27 juni 2011) en Bijlage 4, behorend bij artikel 13 van de drinkwaterregeling (Staatscourant 2011 nr. 10842, 27 juni 2011) van toepassing. De meetresultaten worden vermeld in het logboek. j) In artikel 44 van het Drinkwaterbesluit is bepaald dat de anodische-oxidatieapparatuur moet zijn gecertificeerd ogv BRL 14010-2 en dat de eigenaar verantwoordelijk is voor het in acht nemen van de daarin opgenomen voorschriften. In BRL 14010-2 is bepaald: 2.6.9.2. Anodische Oxidatie /
Elektrodiafragmalyse; De apparatuur moet zodanig zijn afgesteld dat de gehaltes aan trihalomethanen (THM) c.q. haloazijnzuren (HAA) aan de volgende eisen voldoen: - THM (de som van trihalomethanen): 25 µg/l (90percentiel met max. 50 µg/l), volgens bijlage 4, tabel II, Staatscourant 2011 nr. 10842, 27 juni 2011. De concentratie broomdichloormethaan mag niet hoger zijn dan 15 µg/l, volgens bijlage 4, tabel II, Staatscourant 2011 nr. 10842, 27 juni 2011. - HAA (haloazijnzuren; de som van de gehalogeneerde azijnzuren): 25 µg/l. Dat is gekozen voor een normwaarde die onder de „WHO-richtlijnen‟ ligt heeft als achtergrond dat in de praktijk onder „normale‟ omstandigheden de waarde van 25 µg/l niet wordt overschreden. - De anodische oxidatieapparatuur moet zijn beveiligd tegen onopgemerkte uitval van de apparatuur. k) Eventueel kunnen door de daartoe bevoegde toezichthouders aanvullende gebruiks-voorwaarden worden opgelegd ter beperking van risico‟s voor werknemers, volksgezondheid of milieu. l) Eventuele overschrijding van de onder j) genoemde waarden dient terstond te worden gemeld aan de IL&T. m) Binnen 6 maanden dient de leverancier; 1) in het kader van de Wgb (Wet Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden) een volledige aanvraag voor een toelating in te dienen bij het Ctgb. De resultaten die zijn verkregen uit eventuele verleende „Verklaringen van geen bezwaar‟ in het kader van de Drinkwaterwet of verleende proefontheffingen, danwel vrijstellingen voor proefdoeleinden, verleend in het kader van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, dienen onderdeel te zijn van deze aanvraag; 2) in het kader van het Waterleidingbesluit een Attest Toxicologische Aspecten (ATA) aan te vragen bij Kiwa. n) Voor leveranciers die op 5 maart 2008 nog geen anodische oxidatieapparatuur op de markt hebben gebracht, gaat de onder m) genoemde termijn van 6 maanden lopen op het moment dat apparatuur van die leverancier voor het eerst in Nederland wordt geplaatst. Verder zijn alle voorwaarden onverkort van toepassing. Gevolgen van niet-naleving van de voorwaarden Bij constatering dat aan een of meer van bovengenoemde voorwaarden niet is voldaan, zal de IL&T handhavend optreden jegens de verantwoordelijke voor de locatie waar de Anodische oxidatieapparatuur is geplaatst en/of jegens de leverancier die de betreffende apparatuur op de markt brengt of heeft gebracht. Dit kan er toe leiden dat alle apparatuur die niet (meer) valt onder een ontheffing voor proefdoeleinden dan wel waarvoor (nog) geen toelating is verleend, dan onmiddellijk buiten bedrijf wordt gesteld en/of verwijderd.
Geldigheidsduur van dit beleid Deze voorwaarden gelden tot uiterlijk 5 maart 2011 tenzij: 1) door het Ctgb een besluit is genomen over de aanvraag tot toelating van betreffende anodische oxidatieapparatuur, ook in het geval tegen dit besluit bezwaar of beroep wordt ingesteld, of 2) een voor Nederland bindend Europees besluit wordt genomen over anodische oxidatie, of 3) (inter)nationaal een voor Nederland bindend besluit wordt genomen om de van toepassing zijnde normen voor drinkwater in belangrijke mate te verlagen. Verlenging geldigheidsduur “Landelijke aanpak anodische oxidatie” Inmiddels is gebleken dat voor twee van de middelen, waarvoor een toelating is aangevraagd, op die datum nog geen besluit is genomen door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Het Ctgb verwacht uiterlijk 1 januari 2013 een besluit op de toelating te hebben genomen. Daarom wordt – met terugwerkende kracht vanaf 5 maart 2011 – voor die middelen de geldigheidsduur van de “Landelijke aanpak anodische oxidatie” tot 1 januari 2013. Apparatuur met Ctgb-toelating; Ecodis desinfectieapparaat (Newtec Water Systems NV) Ecapro ( SKW Biosytems) Behandeling Microfiltratie (MF), Ultrafiltratie (UF), Ultravioletlicht (UV), Pasteurisatie en AOT (Advanced Oxidation Technology) Onder fysisch beheer wordt verstaan: gebruik van microfiltratie (MF); ultrafiltratie (UF); ultravioletlicht (UV); pasteurisatie, danwel een combinatie van twee of meer van deze technieken. Microfiltratie (MF): Membraanfiltratie: Membraan met een poriegrootte van 0,1 tot 1,0 micron. Hiermee kunnen onopgeloste deeltjes en bacteriën worden verwijderd. Bacteriën kunnen bij deze typen echter door de poriën heengroeien, waardoor deze filtertypen een beperkte standtijd hebben. Geen toevoeging of introductie van stoffen in het drinkwater. Ultrafiltratie (UF): Membraanfiltratie: Membraan met een poriegrootte van 0,01 tot 0,1 micron. Hiermee worden onopgeloste deeltjes, bacteriën en grote virussen verwijderd. Geen toevoeging of introductie van stoffen in het drinkwater. UV-behandeling: Bij UV behandeling worden legionellabacteriën die zich vrij in de waterstroom bevinden geïnactiveerd door bestraling met UV
licht met een golflengte van circa 254 nm. Het is niet duidelijk of Legionella die zich in amoeben, protozoa of stukjes biofilm bevindt eveneens wordt geïnactiveerd. Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat dit niet of onvoldoende gebeurd. Daarom wordt een voorgeschakeld filter met een poriegrootte van maximaal 1 micron absoluut toegepast, waarmee deze stoffen worden tegengehouden. Geen toevoeging of introductie van stoffen in het drinkwater. Pasteurisatie: Techniek waarbij het drinkwater tenminste vijf minuten (300 seconden) ononderbroken op een temperatuur van minimaal 70˚C is verhit en daarna wordt teruggekoeld naar de gewenste distributietemperatuur. Geen toevoeging of introductie van stoffen in het drinkwater. Onder fotochemisch beheer wordt verstaan: gebruik van Advanced Oxidation Technology (AOT). AOT (Advanced Oxidation Technology): Hierbij worden met behulp van UV-licht en TiO2 hydroxylradicalen gevormd. De technologie is gebaseerd op het Advanced Oxidation Technology (AOT) principe. De geavanceerde oxidatie komt tot stand door de massale productie van hydroxyl radicalen (•OH). Deze radicalen vernietigen onherroepelijk het celwandmembraan van micro-organismen, waardoor de cel volledig afsterft. Voorwaarden: Er moet een Legionella- risicoanalyse zijn uitgevoerd overeenkomstig artikel 37 van het Drinkwaterbesluit en overeenkomstig artikel 38 van het Drinkwaterbesluit een beheersplan dat is toegesneden op de fysische techniek; op basis van artikel 39 van het Drinkwaterbesluit wordt een logboek bijgehouden, waarin de uitvoering van de beheersmaatregelen wordt genoteerd; dode stukken dienen voor de nulreiniging te zijn verwijderd en “glad” afgewerkt (niet afgedopt); er dient een nulreiniging en desinfectie te zijn uitgevoerd waarbij de gehele nageschakelde installatie is behandeld; de bypass dient gesloten en verzegeld te zijn, bij voorkeur middels een block-and-bleed principe. Dat wil zeggen dat de bypass voorzien is van twee, op de leidingen gemonteerde, afsluiters. De bypass zelf is voorzien van een aftapkraan en geheel leeggemaakt; het beheer van de “poortwachter” dient stipt te worden uitgevoerd; warmwater, gemeten op het einde van de retourleiding (en eventuele deelringen gemeten op het verste punt) dient aantoonbaar 50˚C (of hoger) te zijn. Bij eventuele besmettingen dient deze temperatuur tijdelijk te worden verhoogd naar 60˚C totdat er sprake is van beheerste risico‟s; consequenties van het gebruik van deze techniek aangeven;
nageschakelde installatie voorbehandelen voordat deze apparatuur in gebruik wordt gesteld; goede werking van de apparatuur bewaken en signaleren; omschrijving fabricaat en type/soort apparaat.
Ultrafiltratie (UF) Ultravioletlicht (UV) Pasteurisatie Advanced Oxidation Technology (AOT) Bij gebruik van ultrafiltratie ( UF), ultravioletlicht (UV), pasteurisatie en AOT is sprake van behandeling van het water in de zin van het Drinkwaterbesluit en moet een meetprogramma worden opgesteld en uitgevoerd overeenkomstig artikel 10 van de Drinkwaterregeling (Staatscourant 2011 nr. 10842, 27 juni 2011, bijlage 3 tabel IIId). Als de fysische bacteriologische barrière gefaald heeft, hoe kort dan ook, moet de eigenaar ervan uitgaan dat de nageschakelde installatie in principe besmet kan zijn. Het herstellen van de hygiënische nulsituatie is dan een noodzakelijke stap om het fysisch beheer weer operationeel te krijgen. Dit doet zich bijvoorbeeld voor: a) Bij ultrafiltratie: als er sprake is van membraanbreuk zonder dat er tweede poortwachter (zoals UV) operationeel is; b) bij UV of AOT: als de noodzakelijke voorbehandeling voor amoebeverwijdering faalt of doorslaat en/of de (enkelvoudige) UV lamp uitvalt door lampbreuk of stroomstoring; c) bij pasteurisatie: als de noodzakelijke tijdtemperatuur combinaties in de thermische barrière niet zijn gehaald. Fysisch en fotochemisch beheer, inclusief beheersconcept voor nageschakelde installatie moet voldoen aan BRL K14010-1; AOT moet tevens een Ctgb-toelating hebben en een ATA-certificaat (Attest Toxicologische Aspecten ) omdat deze techniek valt onder fotochemisch beheer; halfjaarlijkse periodieke bemonstering op Legionella volgens bijlage 3, behorend bij artikel 8 van de “Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater” Staatscourant 2011 nr. 10828, 29 juni 2011 (Drinkwaterbesluit, artikel 43, eerste lid); bij overschrijding van de norm, maatregelen nemen (tijdelijk inzetten van extra beheersmaatregelen, zoals additioneel spoelen en/of reinigen). Infrequent gebruik tappunten warm- en koudwater Fysisch beheer is gericht op beheersing van legionellarisico‟s die samenhangen met langdurig stilstaand water. Daarom is op een dergelijk tappunt géén periodieke (bijvoorbeeld wekelijks) spoelactie noodzakelijk om de legionella te beheersen (warm- en koud water); in NEN 1006 staat dat periodieke verversing op een tappunt is gewenst om geur, kleur en smaak van het
drinkwater optimaal te houden. Dit staat echter los van de beheersing van legionellarisico‟s. Het voorkomen van geur-, kleur- en smaakproblemen kan bijvoorbeeld ook plaatsvinden door de betreffende tappunten vóór gebruik door te (laten) spoelen (warm- en koud water). Opwarming van koud water tot temperaturen boven de 25 graden Celsius Het fysisch beheerssysteem is gericht op beheersing van legionellarisico‟s die samenhangen met opwarming van de koud watertemperatuur tot boven 25°C. Daarom zijn naast het fysisch beheer geen maatregelen nodig om een dergelijke opwarming te voorkomen. Uit esthetische overwegingen (drinkwater zou niet lauw moeten zijn) zou er wel naar gestreefd moeten worden de opwarming zoveel mogelijk te beperken. Dit staat echter los van de beheersing van legionellarisico‟s. Mengwatersystemen Het fysisch beheer is gericht op beheersing van legionellarisico‟s die voortkomen uit mengwatersystemen met een lengte van meer dan 5 meter. Daarom is naast het fysisch beheer niet nodig om deze mengwatersystemen periodiek thermisch te spoelen. Temperatuur van het warme tapwater kan worden verlaagd Het fysisch beheer is mede gericht op beheersing van legionellarisico‟s die samenhangen met het hanteren van een lagere warmtapwatertemperatuur dan 60°C. Bij fysisch beheer kan de temperatuur van het warm tapwater (aan tappunt) dan ook worden verlaagd tot (niet lager dan) 50°C. Bij gebruik van een circulatiesysteem geldt deze minimumwaarde op het eind van de retourleiding, bij eventuele deelringen geldt deze waarde op het verste punt. Opmerking: De verplichting tot herreiniging vervalt als de poortwachter apparatuur over een meervoudige barrière beschikt die de uitval van de eerste barrières opvangt. Deze additionele barrières dienen eveneens de minimale afdoding/retentie te bewerkstelligen (zie BRL K14010-1) Nee
Er is géén apparatuur aanwezig (alternatieve techniek) waardoor Legionellabacteriën in voldoende mate worden geëlimineerd.
Geen gebrek
Nee
Er vindt waterbehandeling plaats met UV-licht en/of ultrafiltratie (membraanfiltratie). UV-behandeling: Plaatselijke UV-straling doodt passerende bacteriën. Ultrafiltratie: Membraan weert onder andere bacteriën.
Verhoogd risico
De volgende gegevens ontbreken in de risicoanalyse: Er is geen meetprogramma opgesteld en uitgevoerd overeenkomstig artikel 10 van de Drinkwaterregeling
(Staatscourant 2011 nr. 10842, 27 juni 2011, bijlage 3 tabel IIId. Jaarlijks moeten hierbij minstens 2 monsters worden geanalyseerd op Legionella. De analyserapporten zijn niet aanwezig. Nee
Er vindt waterbehandeling door middel van Pasteurisatie. Techniek waarbij het drinkwater tenminste vijf minuten (300 seconden) ononderbroken op een temperatuur van minimaal 70˚C is verhit en daarna wordt teruggekoeld naar de gewenste distributietemperatuur.
Verhoogd risico
De volgende gegevens ontbreken in de risicoanalyse: Er is geen meetprogramma opgesteld en uitgevoerd overeenkomstig artikel 10 van de Drinkwaterregeling (Staatscourant 2011 nr. 10842, 27 juni 2011, bijlage 3 tabel IIId. Jaarlijks moeten hierbij minstens 4 monsters worden geanalyseerd op Legionella. De analyserapporten zijn niet aanwezig. Nee
Er vindt waterbehandeling door middel van Advanced Oxidation Technology (AOT) Hierbij worden met behulp van UV-licht en TiO2 hydroxylradicalen gevormd.
Verhoogd risico
De volgende gegevens ontbreken in de risicoanalyse: Er is geen meetprogramma opgesteld en uitgevoerd overeenkomstig artikel 10 van de Drinkwaterregeling (Staatscourant 2011 nr. 10842, 27 juni 2011, bijlage 3 tabel IIId. Jaarlijks moeten hierbij minstens 4 monsters worden geanalyseerd op Legionella. De analyserapporten zijn niet aanwezig. Nee
Er vindt waterbehandeling plaats door middel van koperzilverionisatie. Werking: Vorming van koper- zilverionen door ionisatie.
Verhoogd risico
De volgende gegevens ontbreken in de risicoanalyse: Er is géén meetprogramma opgesteld en uitgevoerd overeenkomstig artikel 10 van de Drinkwaterregeling (Staatscourant 2011 nr. 10842, 27 juni 2011, bijlage 3 tabel IIId): maandelijkse bemonstering op legionella, koper, zilver en koloniegetal bij 22°C. De analyserapporten zijn niet aanwezig. Nee
Er vindt waterbehandeling plaats door middel van anodische oxidatie. Werking: Door middel van elektroden worden in het water aanwezige stoffen (soms met toevoeging van zout) omgezet in desinfecterende stoffen (chloor). De volgende gegevens ontbreken in de risicoanalyse: Er is géén meetprogramma opgesteld en uitgevoerd overeenkomstig artikel 10 van de Drinkwaterregeling (Staatscourant 2011 nr. 10842, 27 juni 2011, bijlage 3 tabel IIId): maandelijkse bemonstering op legionella, trihalo-methanen en vrij chloor. De analyserapporten zijn niet aanwezig.
Verhoogd risico
Nee
Er vindt waterbehandeling plaats met UV-licht en/of ultrafiltratie (membraanfiltratie). UV-behandeling: Plaatselijke UV-straling doodt passerende bacteriën. Ultrafiltratie: Membraan weert onder andere bacteriën. Een of
Sterk verhoogd risico
meerdere tekortkomingen zijn geconstateerd: Het Beheersplan is niet aanwezig; Het BRL-certificaat is niet aanwezig; Bypass is geopend en niet verzegeld.
Omdat er sprake is van een “Sterk verhoogd risico” op gevaar voor de gezondheid, wordt het dossier aan de ILT ter handhaving overgedragen. Nee
Er vindt waterbehandeling door middel van Pasteurisatie. Techniek waarbij het drinkwater tenminste vijf minuten (300 seconden) ononderbroken op een temperatuur van minimaal 70˚C is verhit en daarna wordt teruggekoeld naar de gewenste distributietemperatuur.
Sterk verhoogd risico
Een of meerdere tekortkomingen zijn geconstateerd: Het Beheersplan is niet aanwezig; Het BRL-certificaat is niet aanwezig. Omdat er sprake is van een “Sterk verhoogd risico” op gevaar voor de gezondheid, wordt het dossier aan de ILT ter handhaving overgedragen. Nee
Er vindt waterbehandeling door middel van Advanced Oxidation Technology (AOT) Hierbij worden met behulp van UV-licht en TiO2 hydroxylradicalen gevormd. Een of
Sterk verhoogd risico
meerdere tekortkomingen zijn geconstateerd: Het Beheersplan is niet aanwezig; Het BRL-certificaat is niet aanwezig; Bypass is geopend en niet verzegeld.
Omdat er sprake is van een “Sterk verhoogd risico” op gevaar voor de gezondheid, wordt het dossier aan de ILT ter handhaving overgedragen. Nee
Er vindt waterbehandeling plaats door middel van koperzilverionisatie. Werking: Vorming van koper- zilverionen door ionisatie. Een of
meerdere tekortkomingen zijn geconstateerd: Het Beheersplan is niet aanwezig; Het BRL-certificaat is niet aanwezig; Bypass is geopend en niet verzegeld.
Omdat er sprake is van een “Sterk verhoogd risico” op gevaar voor de gezondheid, wordt het dossier aan de ILT ter handhaving overgedragen.
Sterk verhoogd risico
Nee
Er vindt waterbehandeling plaats door middel van anodische oxidatie. Werking: Door middel van elektroden worden in het water aanwezige stoffen (soms met toevoeging van zout) omgezet in desinfecterende stoffen (chloor). Een of
Sterk verhoogd risico
meerdere tekortkomingen zijn geconstateerd: Het Beheersplan is niet aanwezig; Het BRL-certificaat is niet aanwezig; Bypass is geopend en niet verzegeld.
Omdat er sprake is van een “Sterk verhoogd risico” op gevaar voor de gezondheid, wordt het dossier aan de ILT ter handhaving overgedragen. Nee
Er vindt waterbehandeling plaats door middel van chemisch beheer. Bij chemisch beheer worden stoffen gedoseerd in de drinkwaterinstallatie. Omdat de technieken op de 1e en 2e trede van de ladder van de ILT voldoende mogelijkheden bieden voor de beheersing van Legionella, is chemisch beheer niet toegestaan. Mocht in de toekomst een vorm van chemisch beheer door Ctgb worden toegelaten, dan ligt het voor de hand dat een tabel (uitbreiding tabel IIId?) zal worden toegevoegd met een daarop toegesneden meetprogramma, via een wijziging van de Drinkwaterregeling. Het is niet toegestaan deze techniek toe te passen. Omdat er sprake is van een “Sterk verhoogd risico” op gevaar voor de gezondheid, wordt het dossier aan de ILT ter handhaving overgedragen, of omdat geen afwijkende afspraak met de Inspectie Leefomgeving en Transport kan worden overlegd.
Sterk verhoogd risico