Meetbaar Beter Boek
Deelnemende hartcentra
2014
Inzicht in kwaliteit van zorg voor mensen met hartaandoeningen Meetbaar Beter heeft zich in 2014 in meerdere dimensies succesvol doorontwikkeld. Het aantal hartcentra dat zich heeft aangesloten bij de stichting Meetbaar Beter is verder uitgebreid van acht naar twaalf centra. Graag bedanken wij alle deelnemende centra voor het vertrouwen dat zij in Meetbaar Beter gesteld hebben. Wij hopen de komende jaren op een krachtige samenwerking tussen de deelnemende hartcentra en zodoende aan de hand van de werkwijze van Meetbaar Beter gezamenlijk de zorg voor hartpatiënten in Nederland naar een nog hoger niveau te brengen. Eind 2013 en begin 2014 hebben meer dan dertig artsen en negen getrainde begeleiders uit de deelnemende centra gezamenlijk hard gewerkt aan de ontwikkeling van indicatoren sets voor veel voorkomende medische condities en behande lingen die nog niet opgenomen waren in de Meetbaar Beter rapportage van 2013. In het Meetbaar Beter Boek 2014 leidt deze inspanning tot publicatie van resultaten van de behandeling van coronairlijden, atriumfibrilleren, aortakleplijden en de combinatie van aortakleplijden en coronairlijden. Een mooi resultaat omdat daarmee voor meer dan 80% van de complexe zorg die geleverd wordt in de deelnemende hartcentra de resultaten van behandelingen openbaar worden gemaakt. In 2013 werden in de deelnemende hartcentra 27000 patiënten voor één van deze vier medische condities behandeld. Voor deze patiënten alsook de mensen in hun directe omgeving, en de behandelend artsen, verzekeraars en toezichthouders, worden de voor de patiënt meest relevante resultaten van behandelingen inzichtelijk. In 2014 heeft Meetbaar Beter een methodologisch onderbouwde onderhoudscyclus voor de indicatorensets voor coronairlijden en atriumfibrilleren geïntroduceerd welke opgenomen waren in de rapportage van 2013. Vanuit diverse perspectieven, waaronder medisch en datamanagement, is in een onderhoudscyclus feedback verzameld. Deze feedback is op gestructureerde wijze beoordeeld door het outcomes team, waarna de voorlopige conclusies zijn voorgelegd aan de experts van de Internationale Academische Adviesraad. Naast een beperkt aantal aanpassingen in de indicatorensets heeft dit proces geleid tot aanscherping van definities waardoor het dataverzamelingsproces in 2014 sterk verbeterd is. Voor u ligt de rapportage van de aan Meetbaar Beter deelnemende ziekenhuizen van 2014. Uit het oogpunt van transparantie en inzichtelijkheid van de resultaten is ervoor gekozen om vanaf 2014 de resultaten van de Meetbaar Beter hartcentra te presenteren in één boek. De ontwikkeling van
Meetbaar Beter wordt in deze publicatie op meerdere niveau’s zichtbaar. Er zijn meer dan twintig analyses opgenomen in deze publicatie waarbij de resultaten voor het risicoprofiel van de patiëntgroepen per hartcentrum gecorrigeerd worden. Lange-termijn effecten van een behandeling, zowel in de vorm van reïnterventies als lange-termijn overleving, worden voor meerdere patiëntgroepen gepubliceerd in het Meetbaar Beter Boek 2014. In deze publicatie is ervoor gekozen om bij alle medische condities per geselecteerde uitkomstindicator resultaten te rapporteren aan de hand van gelijke uitgangspunten welke zijn beschreven in het hoofdstuk datamanagement. Deze uitgangspunten zijn gedefinieerd om een balans te bewaren in de omvang van de publicatie en de relevantie van de geboden informatie enerzijds, en de balans tussen klinische relevantie en statistische significantie anderzijds. Ook voor innovatieve behandelingen met relatief kleine cohorten worden daarom gesegmenteerde figuren weergegeven. De deelnemende hartcentra hebben via de stichting Meetbaar Beter volledig toegang tot alle gesegmenteerde analyses die verbonden zijn aan de initiële condities die niet in dit boek zijn opgenomen. De figuren voor de significante initiële condities zijn terug te vinden op de website www.meetbaarbeter.com. Het verkrijgen van inzichten ten behoeve van verdere verbetering van kwaliteit van zorg wordt op deze manier maximaal gefaciliteerd. Deze analyses bieden nieuwe inzichten op basis waarvan gericht gewerkt kan worden aan verdere verbetering van kwaliteit van zorg voor hartpatiënten. Literatuuronderzoek heeft voor een aantal uitkomstindicatoren laten zien dat het prestatieniveau van de Nederlandse hartcentra in vergelijking met andere toonaangevende landen goed te noemen is. De resultaten uit 2013 zijn door de deelnemende centra geanalyseerd en aanleiding geweest voor diverse analyses en verbeterprojecten binnen de deelnemende hartcentra. Voorbeelden hiervan zijn opgenomen in dit Meetbaar Beter Boek. De Isala Safety Check is als best practice geselecteerd en wordt in een gezamenlijk project van Isala en Meetbaar Beter beschikbaar gesteld voor andere hartcentra. Ook in het komende jaar zal het selecteren van best practices en het stimuleren van lokale verbeterinitiatieven op basis van inzichten in uitkomsten een belangrijk facet zijn binnen Meetbaar Beter. We hopen hierdoor bij te dragen aan een transparante leer- en ontwikkelomgeving waarbinnen we gezamenlijk de zorg voor hartpatiënten kunnen blijven verbeteren.
Edgar Daeter Cardiothoracaal chirurg Voorzitter Raad van Bestuur Stichting Meetbaar Beter
1
Deelnemende hartcentra
Afkortingen
Academisch Medisch Centrum AMC Amphia Ziekenhuis Amphia St. Antonius Ziekenhuis Antonius Catharina Ziekenhuis Catharina Erasmus MC Erasmus HagaZiekenhuis Haga Isala Isala Medisch Centrum Leeuwarden MCL Medisch Spectrum Twente MST Onze Lieve Vrouwe Gasthuis OLVG Universitair Medisch Centrum Groningen UMCG Universitair Medisch Centrum Utrecht UMCU
Gebruikte afkortingen AF Atriumfibrilleren AV Atroventriculair AVA Aortic Valve Area AVR Aortic Valve Replacement BHN Begeleidingscommissie Hartinterventies Nederland CABG Coronary Artery Bypass Graft CVA Cerebro Vasculair Accident ECG Elektrocardiogram EU Europese Unie FFR Fractional Flow Reserve GFR Glomerular Filtration Rate ICD Implanteerbare Cardioverter Defibrillator ICHOM International Consortium for Health Outcomes Measurement LVEF Linkerventrikelejectiefractie MACCE Major Adverse Cardiac and Cerebral Events MACE Major Adverse Cardiac Event
2
MI Myocardinfarct MVR Mitral Valve Replacement NCDR National Cardiovascular Data Registry NVT Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie NVvC Nederlandse Vereniging voor Cardiologie NYHA New York Heart Association OMT Optimale Medicamenteuze Therapie PCI Percutane Coronaire Interventie PVI Pulmonaal Venen-Isolatie SF12 Short form 12 SF36 Short form 36 TAVI Percutane aortaklepplaatsing TIA Transient Ischaemic Attack TVR Target Vessel Revascularization VLAD Variable Life-Adjusted Display
Inhoudsopgave Deelnemende hartcentra 4 Ontwikkeling van Meetbaar Beter 6 Internationale Academische Adviesraad 8 Toekomstvisie 10 1 Coronairlijden 12 1.1 Geconsolideerd coronairlijden 13 1.2 Coronaire bypasschirurgie 18 Inzicht naar verbetering 30 1.3 Percutane coronaire interventie 31 Inzicht naar verbetering 38 1.4 Optimale medicamenteuze therapie 39 2 Atriumfibrilleren 44 2.1 Geconsolideerd atriumfibrilleren 48 2.2 Minimaal-invasieve chirurgische pulmonaal venen isolatie 50 2.3 Catheter pulmonaal venen isolatie 55 Van inzicht naar verbetering 61 3 Aortakleplijden 64 3.1 Geconsolideerd aortakleplijden 65 3.2 Aortaklepvervanging 71 Van inzicht naar verbetering 79 3.3 Transkatheter aortaklepimplantatie 80
4 Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden 90 4.1 CABG + AVR
93
5 Deelnemende hartcentra aan het woord 102 6 Datamanagement 110 6.1 Leeswijzer
114
7 Uitbreiding medische condities 118
Bijlage 1: Overzicht ruwe uitkomsten per segment
122
Bijlage 2: Meetbaar Beter organisatie
139
Interviews:
Margo Weerts (Hart&Vaatgroep) Dr. Jens Deerberg-Wittram MD (ICHOM) Dr. Victor Umans (NVvC) Prof. dr. Robbert Huijsman MBA (Achmea) Prof. dr. Diana Delnoij (Kwaliteitsinstituut) Prof. dr. Daniel Hommes (UCLA) Peter Hoppener (VGZ) Prof. dr. Domenico Pagano (EACTS)
11 42 43 89 100 101 116 117
3
Deelnemende hartcentra
De Meetbaar Beter hartcentra Het aantal hartcentra dat is aangesloten bij Meetbaar Beter is in het afgelopen jaar uitgebreid van acht naar twaalf van de in totaal zestien Nederlandse hartcentra. Door het groeiend aantal deelnemende hartcentra wordt een steeds groter percentage van de zorg voor hartpatiënten in Nederland transparant en worden steeds meer mogelijkheden gecreëerd voor het identificeren en verspreiden van best practices. 4
Voor elk hartcentrum wordt per medische conditie door middel van taartdiagrammen aangegeven hoeveel procent van de gegevens er is aangeleverd voor de Meetbaar Beter rapportage van 2014. Het maximum geeft de hoeveelheid gegevens aan dat een hartcentrum had kunnen aanleveren, welke is bepaald aan de hand van het totaal aantal uitkomstindicatoren en initiële condities vermenigvuldigd met het aantal jaren waarover gerapporteerd wordt.
Legenda: Coronairlijden
Complete data coronairlijden
Data niet geleverd/incompleet
Atriumfibrilleren Aortakleplijden
Complete data atriumfibrilleren
Data niet geleverd/incompleet
Complete data coronairlijden Data niet geleverd/incompleet
Data niet geleverd/incompleet
Complete data aortakleplijden
Data niet geleverd/incompleet
CABG+AVR
Complete data CABG + AVR
Data niet geleverd/incompleet
Complete data aortakleplijden
Complete data CABG + AVR
Data niet geleverd/incompleet
Data niet geleverd/incompleet
5
Ontwikkeling van Meetbaar Beter Meetbaar Beter heeft tot doel bij te dragen aan het verder verbeteren van de zorg voor mensen met hartaandoeningen in Nederland. De kern van Meetbaar Beter is dat op wetenschappelijk verantwoorde wijze, met behulp van een internationale adviesraad van medische en methodologische experts, een selectie wordt gemaakt van de voor de patiënt meest relevante uitkomstindicatoren. Deze uitkomstindicatoren vormen de basis voor een transparante rapportage naar patiënten en zorgverzekeraars over de resultaten van zorg, en dienen als uitgangspunt voor een verbetercyclus binnen elk van de betrokken hartcentra en het delen van best practices tussen de centra. Meetbaar Beter draagt door het creëren van inzichten, het stimuleren van leereffecten en het delen van best practices bij aan het onderbouwd nemen van beslissingen omtrent de zorg voor hartpatiënten in Nederland.
Artsgedreven Meetbaar Beter is een initiatief van en door artsen. Indicatorensets worden samengesteld en onderhouden door outcomes teams van artsen en de stichting Meetbaar Beter wordt via de Raad van Bestuur in afstemming met de Raad van Advies bestuurd door artsen. Te allen tijde zal het eigenaarschap van Meetbaar Beter daardoor blijven liggen bij de medicus. Dit is essentieel omdat artsen de regie voeren over de inhoudelijke organisatie van zorg, feedback willen en moeten krijgen op hun handelen en als enigen in staat zijn de uitkomsten te interpreteren en te gebruiken voor verdere verbetering van kwaliteit van zorg. Meetbaar Beter besteedt veel aandacht aan het delen van de Meetbaar Beter visie aan deelnemende centra. Waar mogelijk zijn artsen van deelnemende centra betrokken in outcomes teams. Voor de recent aangesloten hartcentra worden masterclasses door Meetbaar Beter georganiseerd. Daarnaast wordt tijdens interne events en symposia ruim aandacht besteed aan de Value Based Healthcare principes die ten grondslag liggen aan Meetbaar Beter.
Patiëntgericht In de methodologie die gehanteerd wordt binnen Meetbaar Beter wordt gewaarborgd dat de uitkomstindicatoren die geselecteerd worden maximaal patiëntgericht zijn. Factoren, zoals de impact op de kwaliteit van leven van een patiënt, wegen zwaar bij de selectie van uitkomstindicatoren. Resultaten worden transparant gerapporteerd. In samenwerking met De Hart & Vaatgroep wordt gewerkt aan een rapportagevorm die voor patiënten goed toegankelijk en begrijpelijk is, zodat de resultaten van zorg als beslissingsondersteunende informatie kunnen gaan dienen. Echter, door alleen het meten van indicatoren helpen we patiënten niet beter dan nu. Meetbaar Beter richt zich daarom ook sterk op het gebruik van deze uitkomstindicatoren en de verkregen inzichten binnen en tussen de hartcentra. Op basis van
6
de resultaten van behandelingen worden inzichten verkregen. Meetbaar Beter helpt en stimuleert hartcentra om aan de hand van deze inzichten verbeteringen in zorgprocessen door te voeren en faciliteert het delen van best practices.
Klinisch relevant Meetbaar Beter gaat uit van de relevante resultaten van behandelingen voor de patiënt. De prioriteit ligt daarom bij het verkrijgen van klinisch relevante inzichten. Meetbaar Beter ziet statistiek als een belangrijk hulpmiddel wanneer het verantwoord toegepast kan worden. Wanneer aan voldoende randvoorwaarden is voldaan kan de interpretatie van uitkomsten gefaciliteerd worden door statistiek te bedrijven en kan waar mogelijk op basis van correcties voor zorgzwaarte van de populatie een risicogecorrigeerde vergelijking tussen centra gemaakt worden. Statistische significantie is echter niet leidend, integendeel, het is ondergeschikt aan klinische relevantie. Deze prioritering is zowel in de Meetbaar Beter rapportage als in de leer- en verbetercycli binnen en tussen de deelnemende centra van toepassing.
Methodologie Meetbaar Beter faciliteert de keuze voor en definiëring van uitkomstindicatoren. Hierbij wordt gestreefd naar een beperkte en stabiele set indicatoren voor elk van de hartaandoeningen. Beperkt, omdat dit een goed overzicht geeft, beter hanteerbaar is voor realisatie van verbeteringen en datamanagement niet onnodig zwaar wordt belast. Stabiel, omdat vergelijking over de jaren alleen mogelijk is als de selectie en definitie niet te veel wijzigt. Om dit te realiseren wordt binnen Meetbaar Beter een gedegen proces van selectie, onderhoud en definitie van indicatoren doorlopen. Processtappen zijn zoveel mogelijk geobjectiveerd en volledig gedocumenteerd, zodat medisch inhoudelijke en methodologische keuzes en eventuele wijzigingen altijd herleidbaar zijn en geëvalueerd kunnen worden. Een gedetailleerde beschrijving van de methodiek is terug te vinden in de Meetbaar Beter Boeken 2012 en 2013. Om zorg te dragen voor eenduidigheid in de dataverzameling bij alle deelnemende centra zijn data-manuals opgesteld. In deze handleidingen zijn de concrete definities van de uitkomstindicatoren en initiële condities vastgelegd. De handleidingen zijn terug te vinden op www.meetbaarbeter.com. Op basis van een jaarlijkse onderhoudscyclus worden de manuals waar nodig aangescherpt. Meetbaar Beter voert een jaarlijkse audit uit bij elk van de Meetbaar Beter hartcentra en stelt onder andere kwaliteitseisen aan de volledigheid van de gegevens om de kwaliteit van de gepresenteerde resultaten te borgen.
Inzicht in patiëntrelevante resultaten Het aantal hartaandoeningen waarvoor indicatorensets beschikbaar zijn en waarover gerapporteerd wordt door de deelnemende hartcentra is sterk gegroeid. In 2013 en 2014 is door negen ontwikkelteams gewerkt aan de selectie en definitie van indicatorensets voor specifieke behandelingen van een groot aantal medische condities. Deze indicatorensets zullen gefaseerd geïntroduceerd worden in de Meetbaar Beter rapportage. In 2014 is de rapportage ten opzichte van 2013 uitgebreid met vier nieuwe indicatorensets: 1. Aortakleplijden; behandeling met a. de transkatheter aortaklepvervanging (TAVI) en b. de operatieve klepvervanging (AVR) 2. Atriumfibrilleren; behandeling door middel van minimaalinvasieve chirurgische ablatie. 3. Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden; behandeling met coronaire bypasschirurgie (CABG) en de operatieve klepvervanging (AVR) In de komende jaren zullen ook voor patiënten met mitraalkleplijden, chronisch hartfalen, tachycardie en een ‘plotse hartdood’ de resultaten in de rapportage opgenomen worden. Daarnaast zal in de komende jaren aandacht besteed worden aan het verder completeren van de medische condities, o.a. door bijvoorbeeld bij atriumfibrilleren en aortakleplijden op de juiste wijze de behandelresultaten van de groep patiënten die medicamenteus behandeld wordt mee te nemen in de rapportage.
Verbetering van zorg Aan de hand van de verkregen inzichten in de patiëntrelevante resultaten van de geleverde zorg worden binnen de deelnemende centra verbeterprojecten in gang gezet. Voorbeelden hiervan worden in dit Meetbaar Beter Boek gepresenteerd. Daarnaast bieden de inzichten in resultaten de mogelijkheid tot het selecteren van best practices. Wanneer één van de Meetbaar Beter hartcentra betere resultaten laat zien dan de andere hartcentra, wordt gekeken of er onderdelen in het zorgproces zijn die mogelijk als best practice kunnen worden aangemerkt. Meetbaar Beter faciliteert het uitdragen en delen van deze best practice. De Meetbaar Beter hartcentra kunnen er zelf voor kiezen om de best practice al dan niet te implementeren. Op basis van de resultaten van de Meetbaar Beter rapportage uit 2013 blijkt dat de mortaliteitscijfers voor chirurgische interventies bij Isala lager zijn dan bij de overige hartcentra. De best practice die in overleg met Isala is geselecteerd is de Isala Safety Check. Zeven hartcentra hebben aangegeven deze best practice geheel of gedeeltelijk te willen overnemen. De implementatie van de
Isala Safety Check zal plaatsvinden in 2014-2015. In de komende jaren zal de nadruk binnen Meetbaar Beter steeds meer verschuiven naar het gebruik van deze waardevolle informatie om de kwaliteit van zorg daadwerkelijk te verbeteren.
Internationale academische adviesraad Om de kwaliteit en onafhankelijkheid van de gehanteerde methodologie en geselecteerde uitkomstindicatoren te garanderen worden de belangrijke besluiten binnen Meetbaar Beter getoetst door de internationale academische adviesraad van Meetbaar Beter. Dit betreft zowel de indicatorensets zelf (getoetst door medisch experts) als ook de methodiek (getoetst door methodologisch experts) die binnen Meetbaar Beter continu verder wordt ontwikkeld om deze indicatorensets te bepalen, te onderhouden en te gebruiken. In de nabije toekomst zal de internationale academische adviesraad worden uitgebreid met experts op het terrein van datamanagement en statistiek, waardoor het fundament onder de analyses die gemaakt en gepresenteerd worden nog sterker zal worden. In 2014 is het aantal medische experts in de internationale academische adviesraad fors uitgebreid van 6 naar 22 leden. Dit vanwege het grote aantal aandoeningen waarvoor in 2013-2014 indicatorensets zijn ontwikkeld. Voor elke aandoening zijn leden toegevoegd aan de adviesraad met expertise specifiek op het gebied van de behandeling van deze aandoening. De leden van de internationale academische adviesraad zijn weergegeven op pagina 8 en 9.
Klankbordgroep Meetbaar Beter beoogt, naast een wetenschappelijk verantwoorde selectie en rapportage, een brede toepassing van de resultaten in het Nederlandse zorglandschap. Daarom zijn vrijwel alle direct belanghebbende partijen betrokken bij het programma in de vorm van een klankbordgroep. De klankbordgroep heeft een adviserende rol en zorgt ervoor dat de resultaten van het project aansluiten bij de informatiebehoefte van en gedragen worden door verschillende stakeholders. De klankbordgroep van Meetbaar Beter bestaat uit vertegenwoordigers van: • Hart & Vaatgroep • Inspectie voor de Gezondheidszorg • Zorgverzekeraars Achmea, CZ, Menzis en VGZ • Raad voor de Volksgezondheid & Zorg • Tweede Kamer der Staten Generaal
7
Internationale Academische Adviesraad
8
9
Toekomstvisie Implementatie Value Based Healthcare Meetbaar Beter is gebaseerd op het gedachtegoed van Value Based Healthcare zoals dat is ontwikkeld op Harvard Business School door prof. Porter. Centraal binnen Value Based Healthcare staat de overtuiging dat de zorg verder kan verbeteren door zich te richten op het maximaliseren van ‘waarde’ voor patiënten, gedefinieerd als uitkomsten van zorg afgezet tegen de kosten van de zorg. Deze visie heeft grote impact op de manier waarop de zorg wordt georganiseerd. Door te focussen op patiëntwaarde zal de manier van kijken naar de gezondheidszorg veranderen. Zo zal bijvoorbeeld een verschuiving optreden van specialismegeoriënteerde zorg naar aandoening-georiënteerde zorg. Bij Meetbaar Beter wordt daarom niet alleen gekeken naar de resultaten van een individuele behandeling of specialisme, maar naar de resultaten van de integrale zorg door verschillende specialismen binnen en buiten het ziekenhuis. Dit stimuleert specialismen om gezamenlijk de zorgketen nog beter te organiseren en heeft mogelijk implicaties voor de manier waarop de zorg in een bepaalde regio georganiseerd zou kunnen en moeten worden. Daarnaast biedt de explicitering van patiëntwaarde de mogelijk heid aan zorgverzekeraars om de zorginkoop te ontdoen van perverse prikkels en kwaliteit van zorg te belonen. Vanuit bestuurlijk perspectief binnen een ziekenhuis biedt de informatie over resultaten van zorg nieuwe mogelijkheden om de strategie van het ziekenhuis te verbinden met sturingsinstrumenten en kwaliteitscycli. Value Based Healthcare is ontwikkeld als theorie, maar een goed uitgewerkte aanpak voor implementatie bestaat er nog niet. Meetbaar Beter is sterk praktijkgericht en werkt continu aan de
10
implementatie van Value Based Healthcare. Ook in de komende jaren zal Meetbaar Beter zich blijven richten op de implementatie van Value Based Healthcare, waarbij de nadruk in toenemende mate zal liggen op het gebruik van de gegevens door artsen, patiënten en zorgverzekeraars. Het implementatiemodel van Meetbaar Beter omvat o.a. de systematiek voor selectie, definitie, meten, interpreteren en onderhouden van uitkomstindicatoren. Binnen het implementa tiemodel wordt hard gewerkt aan modellen voor het vormgeven van verbetercycli op basis van inzichten in uitkomsten, het delen van best practices en het hernieuwd vormgeven van relaties met samenwerkingspartners zoals verwijzende cardiologen en zorgverzekeraars.
Samenwerking De doelstelling van Meetbaar Beter is dat indicatorensets beschikbaar zijn voor de overgrote meerderheid van alle beschik bare behandelingen voor mensen met een hartaandoening en dat deze indicatorensets ook door alle zorgverleners daadwerkelijk gebruikt worden en ingebed zijn in een verbetercyclus. Het toegankelijk maken van de Meetbaar Beter werkwijze voor interventiecentra zonder cardiochirurgie on site zal één van de eerste vervolgstappen zijn in de verdere uitrol van Meetbaar Beter. De samenwerking met de NVvC, NVT, NCDR en BHN is daarbij van essentieel belang. In de statuten van de stichting Meetbaar Beter is de ambitie om deze samenwerking vorm te geven sterk verankerd. Inmiddels zijn hierin grote stappen gemaakt. Zowel het bestuur van de NVvC als de NVT bekleden een positie in de Raad van Toezicht van de stichting Meetbaar Beter. Met de NVvC en de NCDR is een project gestart om samenwerking in de nabije toekomst te concretiseren.
Meetbaar Beter: vertrouwen door te laten zien wat je doet
“
De kracht van Meetbaar Beter is vooral het feit dat de instellingen die meedoen, informatie willen geven over wat ze doen en hoe ze dat doen.
”
Margo Weerts Directeur Hart&Vaatgroep Den Haag
D
at patiënten een bewuste keuze maken om voor een behandeling naar een bepaalde instelling te gaan of weloverwogen een behandelaar kiezen die ze een ingreep toevertrouwen, komt veel voor. Men kent immers het ziekenhuis, heeft van de chirurg gehoord, de huisarts weet geen kwaad woord over die cardioloog en de buurman hadden ze daar toch maar mooi z’n leven gered. Kantje boord, dat wel, maar toch. Het zijn bewuste keuzes, waar weinig op aan te merken valt. Je hoeft niet meer te weten dan je nodig hebt om vertrouwen te hebben en vertrouwen is goed. Het stelt gerust, haalt de scherpe kantjes weg, bevordert herstel en maakt de toekomst hebbelijker. Dan blijken er van elders toch betere verhalen te komen, was de vriend van een kennis toch veel eerder thuis en kon vlot weer aan het werk, stond dat andere ziekenhuis alweer in de krant met een mooi succesje. En je oudste dochter zegt dat zij zelf toch echt eerst op websites zou gaan kijken om iets meer te weten te komen over dat ziekenhuis. Een open hartoperatie is tenslotte
geen ingegroeide teennagel. En de moeder van een collega heeft zo’n zelfde operatie niet overleefd. Eens kijken wat Zorgkaart Nederland zegt. En wat de huisarts weet, dat wil ik zelf ook wel weten. Daarna praten we over vertrouwen. Vertrouwen leunt altijd op informatie. Van informatie naar presentatie naar interpretatie scheelt steeds maar een paar letters, maar een heel alfabet aan betekenis. De kracht van Meetbaar Beter is vooral het feit dat de instellingen die meedoen, informatie willen geven over wat ze doen en hoe ze dat doen. Een begrijpelijke en vooral eenduidige presentatie daarvan is niet eenvoudig, maar essentieel. Dat de kwaliteit overal hoog is en de verschillen klein, is alleen maar goed. Dat ziekenhuizen weliswaar niet houden van ranglijstjes, maar er toch door geprikkeld worden, is ook goed. En dat we deugdelijke informatie kunnen interpreteren naar eigen behoefte, geeft vertrouwen.
11
Eigen foto/St. Antonius Ziekenhuis
1
12
CORONAIRLIJDEN
Hart- en vaatziekten leiden ieder jaar tot het overlijden van 1,9 miljoen mensen in de Europese Unie (EU) en zijn dan ook de belangrijkste doodsoorzaak in bijna alle landen van de EU (1,2). Van alle hart- en vaatziekten zijn vernauwingen in de kransslagaders van het hart (coronairen) de belangrijkste veroorzaker van een negatieve uitkomst voor de patiënt. Dergelijke vernauwingen worden veroorzaakt door atherosclerose en kunnen leiden tot een afname in de bloedvoorziening van het hart (myocardischemie). Myocardischemie resulteert in pijn op de borst ofwel angina pectoris. De aanwezigheid van myocardischemie leidt echter niet alleen tot klachten, maar verhoogt ook het risico op een hartinfarct of overlijden (3,4). Door behandeling van deze kransslagadervernauwingen kan de bloedstroom naar het hart herstellen, waardoor de klachten verdwijnen en de prognose verbetert. Behandelmogelijkheden voor coronairlijden zijn medicamenteuze therapie (OMT) en revascularisatie middels percutane coronaire interventie (PCI) of coronaire bypasschirurgie (CABG). Invasieve therapeutische opties als PCI en CABG zijn hoogst effectief in het opheffen van myocardischemie (5).
Voor de meeste patiënten met een acuut hartinfarct is PCI de behandeling van eerste keus. Met de invoering van PCI als behandelmethode om de bloedstroom naar het hart te herstellen bij een acuut hartinfarct, is de levensverwachting van deze patiëntencategorie sterk toegenomen. Bij patiënten met stabiel coronairlijden wordt over het algemeen gestart met medicamenteuze therapie en wordt gekozen voor revascularisatie middels PCI of CABG, na bespreking in het Hartteam. Een Hartteam bestaat uit interventie-cardiologen en hartchirurgen die in gezamenlijk overleg de optimale revascularisatie-strategie bepalen voor een individuele patiënt na bestudering van onder andere de beelden van het coronairangiogram. De hartteambespreking is in de afgelopen jaren wereldwijd ingevoerd in alle belangrijke hartcentra en heeft een sterke kwaliteitsverbetering teweeg gebracht (6). Een andere innovatieve verbetering die de prognose van revascularisatie verder heeft verbeterd in de afgelopen jaren is de selectieve behandeling van enkel ischemie-producerende vernauwingen bij patiënten met meervatslijden met gebruik making van Fractionele Flow Reserve (FFR) metingen (7). 1. European Cardiovascular Disease Statistics 2012. Published by European Heart Network AISBL and European Society of Cardiology.European Heart Network AISBL 2. Beller GA, Zaret BL. Contributions of nuclear cardiology to diagnosis and prognosis of patients with coronary artery disease. Circulation. 2000;101:1465-1478. 3. Iskander S, Iskandrian AE. Risk assessment using single-photon emission computed tomographic technetium-99m sestamibi imaging. J Am Coll Cardiol. 1998;32:57-62. 4. Shaw LJ, Iskandrian AE. Prognostic value of gated myocardial perfusion SPECT. J Nucl Cardiol. 2004;11:171-185. 5. Shaw LJ, Berman DS, Maron DJ et al. Optimal medical therapy with or without percutaneous coronary intervention to reduce ischemic burden: results from the Clinical Outcomes Utilizing Revascularization and Aggressive Drug Evaluation (COURAGE) trial nuclear substudy. Circulation. 2008;117:1283-1291. 6. Tong BC, Huber JC, Ascheim DD et al. Weighting composite endpoints in clinical trials: essential evidence for the heart team. Ann Thorac Surg. 2012;94:1908-1913. 7. Tonino PA, De Bruyne B, Pijls NH et al. Fractional flow reserve versus angiography for guiding percutaneous coronary intervention. N Engl J Med. 2009 15;360:213-224.
In de figuren wordt voor de CABG- en PCI-behandeling de uitkomstindicator die het hoogste in de uitkomstindicatoren hiërarchie per behandeling staat een trend weergegeven over de tijd voor alle hartcentra samen. Voor PCI zijn over 2009 en 2010 niet voldoende gegevens beschikbaar voor rapportage. In de analyse zijn de hartcentra meegenomen die voldoen aan de gestelde normen beschreven in het hoofdstuk datamanagement. Op de x-as staan de jaren van rapportage vermeld. Op de y-as staat de ruwe uitkomst voor alle meegenomen hartcentra samen. Na de Meetbaar Beter publicatie van 2012 werd binnen het Catharina Ziekenhuis een onderzoek gestart naar de mortaliteit na PCI om eventueel verbeterpotentieel vast te stellen en een internationale vergelijking vorm te geven. In het Meetbaar Beter Boek werden de resultaten van dit onderzoek gepubliceerd. Dit onderzoek biedt een referentiekader voor de prestaties van alle Nederlandse hartcentra. Ten aanzien van de mortaliteit na PCI mag geconcludeerd worden dat de Nederlandse hartcentra op aansprekend niveau presteren. Coronairlijden -CABG 120-daagse mortaliteit (totaal van alle ziekenhuizen n=10) 8%
Coronairlijden - PCI 30-daagse mortaliteit (totaal van alle ziekenhuizen n=9)
© Stichting Meetbaar Beter
8%
7%
7%
6%
6%
5%
5%
4%
4%
3%
3%
2%
2%
1%
1%
0%
0% 2009
2010
2011
2012
2013
© Stichting Meetbaar Beter
niet in rapportage
niet in rapportage
2009
2010
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
2011
2012
2013
13
Ontwikkelingen in 2014
de logistische Euroscore I in plaats van de additieve Euroscore bij CABG en de toevoeging van reanimatie als initiële conditie bij PCI.
In het Meetbaar Beter Boek 2014 wordt voor het derde opeenvolgende jaar gerapporteerd over de uitkomsten van behandeling van patiënten met coronairlijden. Om de kwaliteit van de indicatorenset verder aan te scherpen is in 2014 voor het eerst een uitgebreide onderhoudscyclus doorlopen. Hierin zijn inzichten vanuit datamanagement, de meetresultaten van 2013 en nieuwe ontwikkelingen binnen de cardiologie en thoraxchirurgie meegenomen. Alle bij Meetbaar Beter aangesloten artsen en datamanagers hebben de gelegenheid gekregen input te geven, wat heeft geleid tot meer dan 75 feedbackpunten waardoor er in totaal 35 tot aanpassingen in de verschillende indicatorensets voor coronairlijden zijn uitgevoerd. De robuustheid van de indicatorenset is gebleken in deze onderhoudscyclus. Een aantal aanscherpingen zijn doorgevoerd in de details van de definities, zoals die in de manuals staan beschreven. De belangrijkste wijzigingen zijn de overstap naar
Het meten van een aantal indicatoren vereist dat lange-termijn follow-up gegevens worden verzameld. Deze gegevens zijn in vrijwel alle hartcentra niet standaard beschikbaar, mede omdat de follow-up van patiënten vaak door de verwijzend cardioloog wordt verzorgd. In het afgelopen jaar is veel extra inspanning geleverd om deze gegevens te verzamelen met als gevolg dat over meer indicatoren uit de indicatorenset voor coronairlijden wordt gerapporteerd. Inmiddels rapporteren vier, respectievelijk vijf hartcentra over ‘overleving vrij van coronaire reїnterventie’ en ‘overleving vrij van myocardinfarct’ na CABG. De indicator ‘heropname vanwege myocardinfarct’ na PCI wordt al door zeven hartcentra gerapporteerd. Ook de rapportage van de geconsolideerde indicatorenset is hierdoor uitgebreid. Voor het eerst worden de resultaten voor de indicator heropname vanwege myocardinfarct ook op dit niveau gepresenteerd, waardoor resultaten onafhankelijk van behandelkeuze inzichtelijk worden.
Hiërarchie gecombineerd voor Coronairlijden Hiërarchie
Generieke uitkomstindicatoren
CABG-specifieke uitkomstindicatoren
PCI-specifieke uitkomstindicatoren
Overleving
1-jaars mortaliteit
120-daagse mortaliteit 30-daagse over-/ondersterfte Lange-termijn overleving
30-daagse mortaliteit
Mate van herstel / gezondheid
Kwaliteit van leven
Angiografisch niet succesvol
OMT-specifieke uitkomstindicatoren
Pijn op de borst
Duur van herstel / hervatting van alledaagse activiteiten Schade van de behandeling (bijwerkingen, complicaties of medische fouten) Duurzaamheid van herstel of gezondheid
Chirurgische reëxploratie Diepe sternumwondinfectie CVA
Urgente CABG
Heropname vanwege myocardinfarct
Overleving vrij van - coronaire reїnterventie - myocardinfarct
Optreden van TVR
Overleving vrij van MACE
Generieke initiële condities
CABG-specifieke initiële condities
PCI-specifieke initiële condities
OMT-specifieke initiële condities
Diabetes mellitus
Logistische Euroscore I
Chronische totale occlusie
Eerdere CABG of PCI
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Urgentie van de procedure
Eerdere CABG
Eerder myocardinfarct
Geslacht
Eerder myocardinfarct
Meervatslijden
Leeftijd
Meervatslijden
Nierinsufficiëntie
Reanimatie
Gevolgen van de behandeling op lange termijn
Initële condities
Shock Urgentie van de procedure
Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben meegewerkt: dhr. E.J. Daeter, Dr. B. Rensing (St. Antonius Ziekenhuis), Dr. B.R.G. Brueren en Dr. A.H.M. van Straten (Catharina Ziekenhuis).
14
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
1.1 Geconsolideerd coronairlijden 2012. De indicatoren ‘1-jaars mortaliteit’ en ‘heropname vanwege myocardinfarct’ zijn gemeten door vier van de Meetbaar Beter hartcentra. Het OLVG is niet meegenomen in de analyses met betrekking tot ‘heropname vanwege myocardinfarct’ in verband met teveel ontbrekend gegevens. Behalve ‘ernstige linkerventrikeldysfunctie’ waarvoor bij een relatief groot aantal hartcentra geen gegevens beschikbaar zijn, zijn alle initiële condities meegenomen in de regressie-analyse.
De geconsolideerde indicatorenset voor coronairlijden bevat drie uitkomstindicatoren: ‘1-jaars mortaliteit’, ‘kwaliteit van leven’, en ‘heropname vanwege myocardinfarct’. Voor de patiënten die conservatief behandeld worden en de patiënten die een percutane coronaire interventie ondergaan wordt ‘kwaliteit van leven’ nog door geen van de hartcentra gemeten en dit is dan ook de enige van de drie indicatoren die nu nog niet als geconsolideerde indicator kan worden gepresenteerd. De inclusieperiode voor de rapportage over geconsolideerde uitkomsten van de behandeling van coronairlijden is het jaar
In de onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven.
Ruwe uitkomsten geconsolideerd coronairlijden AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
1-jaars mortaliteit
-
-
3,8
4,7
-
-
5,2
-
-
3,0
-
-
Heropname vanwege myocardinfarct
-
-
0,8
0,6
-
-
0,6
-
-
-
-
-
UMCG
UMCU
In de onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven.
Compleetheid gegevens geconsolideerd coronairlijden AMC Jaren
Amphia
Antonius
Catharina
2012
2012
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
2012
OLVG 2012
Uitkomstindicatoren 1-jaars mortaliteit Heropname vanwege myocardinfarct
Initiële condities Diabetes mellitus Ernstige linkerventrikeldysfunctie Geslacht Leeftijd Nierinsufficiëntie
Legenda
gegevens compleet
niet voldoende gegevens beschikbaar
gegevens niet geleverd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
15
1-jaars mortaliteit Geconsolideerd coronairlijden -1-jaars mortaliteit 210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170 150 130
Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
110 90 70 50 30 10 0
20
40
60
80 100 Voorspeld aantal events
120
140
160
180
Geconsolideerd coronairlijden -1-jaars mortaliteit leeftijd 14%
© Stichting Meetbaar Beter
12%
10%
8%
De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, duidt in de richting van een relatief gunstige uitkomst in het OLVG. De resultaten van Isala dienen zeer terughoudend geïnterpreteerd te worden. Dit enerzijds omdat uit aanvullende analyses blijkt dat het OMT-cohort een belangrijke bepalende factor is, waarbij nog nader onderzoek nodig is naar dit cohort in Isala (zie hoofdstuk 1.4). Anderzijds omdat toevoegen van ‘ernstige linkerventrikeldysfunctie’ bij de hartcentra waar deze voldoende bekend is (St. Antonius Ziekenhuis en Catharina Ziekenhuis), als initiële conditie leidt tot een positie van Isala binnen de betrouwbaarheidsgrenzen. De overige variate tussen de centra duidt op natuurlijke variatie.
6%
De C-statistic is 0,76 (redelijk).
4%
2%
Legenda
0% AMC (n=0)
Amphia (n=0)
Antonius (n=2351)
Catharina (n=3654)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=2350)
MCL (n=0)
MST (n=0)
OLVG (n=2079)
UMCG (n=0)
UMCU (n=0)
< 55
65-74
55-64
>= 75
Geconsolideerd coronairlijden -1-jaars mortaliteit nierinsufficiëntie 20%
© Stichting Meetbaar Beter
18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2%
Legenda
0% AMC (n=0)
16
Amphia (n=0)
Antonius (n=2309)
Catharina (n=3357)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=2288)
MCL (n=0)
MST (n=0)
OLVG (n=1995)
UMCG (n=0)
UMCU (n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
geen nierinsufficiëntie nierinsufficiëntie
Heropname vanwege myocardinfarct Geconsolideerd coronairlijden -Heropname vanwege myocardinfarct 210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170 150 130
Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
110 90 70
De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, toont een spreiding tussen de hartcentra die duidt op natuurlijke variatie tussen de centra.
50 30 10 0
10
20 30 Voorspeld aantal events
40
50
De C-statistic is 0,69 (matig).
Geconsolideerd coronairlijden -Heropname vanwege myocardinfarct ernstige linkerventrikeldysfunctie 5%
© Stichting Meetbaar Beter
4%
4%
3%
Isala en het OLVG ontbreken in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot respectievelijk de initiële conditie ‘ernstige linkerventrikeldysfunctie’ en de uitkomstindicator ‘heropname vanwege myocardinfarct’.
3%
2%
2%
1%
1%
Legenda
0% AMC (n=0)
Amphia (n=0)
Antonius (n=2247)
Catharina (n=3358)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=0)
MCL (n=0)
MST (n=0)
OLVG (n=0)
UMCG (n=0)
UMCU (n=0)
middel 30-50%
hoog > 50%
laag < 30%
Geconsolideerd coronairlijden -Heropname vanwege myocardinfarct leeftijd 3%
© Stichting Meetbaar Beter
2%
2%
1%
1%
Legenda
0% AMC (n=0)
Amphia (n=0)
Antonius (n=2366)
Catharina (n=3612)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=2308)
MCL (n=0)
MST (n=0)
OLVG (n=0)
UMCG (n=0)
UMCU (n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
< 55
65-74
55-64
>= 75
17
1.2 Coronaire bypasschirurgie alleen gegevens beschikbaar zijn voor 2012 en 2013. En voor het MCL en UMCG zijn gegevens geleverd voor de jaren 2011-2013.
Voor coronaire bypasschirurgie (CABG) bestaat de indicatorenset uit zeven uitkomstindicatoren. Voor het eerst worden de resultaten voor alle zeven indicatoren gepresenteerd. UMCU heeft geen gegevens aangeleverd en Erasmus MC heeft niet voldoende gegevens aangeleverd om meegenomen te worden in de rapportage. Tien van de twaalf hartcentra rapporteren vrijwel volledig mee op vier van de zeven indicatoren. De overige drie indicatoren worden door minder hartcentra gerapporteerd: ‘kwaliteit van leven’ (drie hartcentra), ‘overleving vrij van coronaire reïnterventie’ (4 hartcentra) en ‘overleving vrij van myocardinfarct’ (5 hartcentra). Voor het AMC en het HagaZiekenhuis geldt dat
Voor de initiële condities geldt dat alle initiële condities vrijwel volledig zijn aangeleverd door alle hartcentra. Enkel de gegevens met betrekking tot ‘nierinsufficiëntie’ in het AMC en ‘diabetes mellitus’ in het UMCG voldoen niet aan de compleetheidvereisten van Meetbaar Beter en worden daarom buiten de rapportage gelaten. Behalve de ‘logistische Euroscore I’ zijn alle initiële condities meegenomen in de regressie-analyses voor het maken van de funnelplots.
In onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven, voor zover deze gegevens beschikbaar zijn. De uitkomstindicatoren ‘30-daagse over-/ondersterfte’ en ‘lange-termijn overleving’ ontbreken in deze tabel omdat deze niet in een percentage uit te drukken zijn.
Ruwe uitkomsten coronairlijden - CABG AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
120-daagse mortaliteit
2,3
3,3
2,4
2,1
-
2,6
1,8
1,6
2,2
1,6
3,2
-
Chirurgische reëxploratie
5,8
5,4
3,2
4,9
-
2,8
4,3
6,9
6,5
3,7
7,0
-
Diepe sternumwondinfectie
0,7
0,7
0,9
1,2
-
-
0,7
1,4
1,4
1,3
1,9
-
CVA
1,2
0,4
0,4
0,7
-
1,4
1,0
0,5
0,7
0,8
0,1
-
UMCU
In de onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven.
Compleetheid gegevens coronairlijden - CABG
Jaren
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
2012-2013
2009-2013
2009-2013
2009-2013
2009-2013
2012-2013
2009-2013
2011-2013
2009-2013
2009-2013
2011-2013
Uitkomstindicatoren 120-daagse mortaliteit Kwaliteit van leven Chirurgische reëxploratie Diepe sternumwondinfectie CVA Overleving vrij van coronaire reïnterventie
2012
Overleving vrij van myocardinfarct
2012
Initiële condities Diabetes mellitus Ernstige linkerventrikeldysfunctie Geslacht Leeftijd Logistische Euroscore I Nierinsufficiëntie Urgentie van de procedure
Legenda
18
gegevens compleet
niet voldoende gegevens beschikbaar
gegevens niet geleverd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
120-daagse mortaliteit Coronairlijden -CABG 120-daagse mortaliteit 210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170
Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
150 130 110 90 70 50 30 10 0
20
40
60 Voorspeld aantal events
80
100
120
Coronairlijden -CABG 120-daagse mortaliteit ernstige linkerventrikeldysfunctie © Stichting Meetbaar Beter
45%
40%
35%
30%
25%
20%
15%
De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, duidt op een relatief gunstige uitkomst in Isala en een relatief ongunstige uitkomst in het Amphia Ziekenhuis. Uit analyses blijkt dat deze uitkomst van het Amphia Ziekenhuis met name bepaald wordt door het jaar 2009. Binnen het Amphia Ziekenhuis is in die periode vastgesteld dat de ziekenhuismortaliteit in het jaar 2009 significant hoger uitkomt dan in andere jaren. Het Amphia Ziekenhuis heeft in 2010, naar aanleiding van de mortaliteitscijfers 2009, procesverbetering doorgevoerd onder andere in de samenstelling en het functioneren van het hartteam. Een regressie-analyse over 2010-2013 toont het succes van deze verbeteracties. Binnen deze analyse ligt de risicogecorrigeerde uitkomst van het Amphia Ziekenhuis binnen het 95% betrouwbaarheidsinterval voor de ‘120-daagse mortaliteit’. De spreiding tussen de overige hartcentra duidt op natuurlijke variatie.
10%
De C-statistic is 0,82 (goed). 5%
Legenda
0% AMC (n=605)
Amphia (n=3572)
Antonius (n=3667)
Catharina (n=4535)
Erasmus (n=0)
Haga (n=886)
Isala (n=3379)
MCL (n=1381)
MST (n=2766)
OLVG (n=1789)
UMCG (n=1348)
UMCU (n=0)
> 50%
30-50% < 30%
Coronairlijden -CABG 120-daagse mortaliteit logistische Euroscore I © Stichting Meetbaar Beter
35%
30%
25%
20%
15%
Legenda
10%
laag < 10%
middel 10-20% hoog > 20%
5%
0% AMC (n=603)
Amphia (n=3588)
Antonius (n=3665)
Catharina (n=4617)
Erasmus (n=0)
Haga (n=886)
Isala (n=3380)
MCL (n=1381)
MST (n=2766)
OLVG (n=1788)
UMCG (n=1340)
UMCU (n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
19
30 daags over- / ondersterfte AMC
Amphia
140 120 100 80 60 40 20 0 1
1001
2001
2009 - 2013
© Stichting Meetbaar Beter
3001
4001
5001
Cumulatieve verschillen tussen verwachte en werkelijke sterfte
Cumulatieve verschillen tussen verwachte en werkelijke sterfte
2012 - 2013 160
140 120 100 80 60 40 20 0 1
1001
Antonius
2009 - 2013
© Stichting Meetbaar Beter
140 120 100 80 60 40 20 0 3001
4001
5001
Cumulatieve verschillen tussen verwachte en werkelijke sterfte
Cumulatieve verschillen tussen verwachte en werkelijke sterfte
2009 - 2013
2001
120 100 80 60 40 20 0 1
1001
3001
2009 - 2013
© Stichting Meetbaar Beter
140 120 100 80 60 40 20 0 3001
4001
Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd
5001
Cumulatieve verschillen tussen verwachte en werkelijke sterfte
Cumulatieve verschillen tussen verwachte en werkelijke sterfte
2001
4001
5001
Isala
2012 - 2013
20
© Stichting Meetbaar Beter
Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd
160
2001
5001
140
Haga
1001
4001
160
Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd
1
3001
Catharina
160
1001
2001
Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd
Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd
1
© Stichting Meetbaar Beter
160
© Stichting Meetbaar Beter
160 140 120 100 80 60 40 20 0 1
1001
2001
3001
4001
Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
5001
MCL
MST
140 120 100 80 60 40 20 0 1
1001
2001
2009 - 2013
© Stichting Meetbaar Beter
3001
4001
5001
Cumulatieve verschillen tussen verwachte en werkelijke sterfte
Cumulatieve verschillen tussen verwachte en werkelijke sterfte
2011 - 2013 160
140 120 100 80 60 40 20 0 1
Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd
1001
2011 - 2013
© Stichting Meetbaar Beter
140 120 100 80 60 40 20 0 3001
4001
5001
Cumulatieve verschillen tussen verwachte en werkelijke sterfte
Cumulatieve verschillen tussen verwachte en werkelijke sterfte
2009 - 2013
2001
3001
4001
5001
UMCG
160
1001
2001
Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd
OLVG
1
© Stichting Meetbaar Beter
160
© Stichting Meetbaar Beter
160 140 120 100 80 60 40 20 0 1
1001
2001
3001
4001
5001
Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd
Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd
Toelichting Tien van de twaalf hartcentra zijn opgenomen in de rapportage van de ‘30-daagse over-/ondersterfte’. De periode waarover gerapporteerd wordt verschilt per ziekenhuis. Voor het AMC en HagaZiekenhuis zijn gegevens opgenomen voor de periode 2012-2013, voor het MCL en UMCG voor de periode 2011-2013 en voor de overige hartcentra voor de volledige periode 20092013. In de VLAD-curve wordt met behulp van de ‘logistische Euroscore I’ de voorspelde sterfte vergeleken met de werkelijke sterfte. Wanneer de sterfte lager is dan de door de ‘logistische Euroscore I’ voorspelde sterfte stijgt de grafiek.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
21
Lange-termijn overleving Coronairlijden - CABG Lange-termijn overleving 2009-2013
Coronairlijden - CABG Lange-termijn overleving 2012-2013
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,9 Cumulatief overlevingspercentage
0,9 Cumulatief overlevingspercentage
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,8
0,7
0,8
0,7
0,6
0,6
0,5
0,5 0
500
1000
1500
2000
0
Overlevingstijd (dagen)
100
200
300
400
500
600
700
800
Overlevingstijd (dagen)
Toelichting De ‘lange-termijn overleving’ geeft de overleving van patiënten weer met een maximale follow-up duur van 5 jaar. Omdat niet alle hartcentra deze gegevens beschikbaar hebben is de ‘langetermijn overleving’ in twee grafieken weergegeven. Eén voor de periode 2009-2013 de andere voor de periode 2012-2013, waarbij tien hartcentra in de rapportage zijn meegenomen. In deze grafiek is gecorrigeerd voor de losse initiële condities (exclusief ‘logistische Euroscore I’), behalve voor de ernst van de ‘linkerventrikeldysfunctie’. De methodiek van deze analyse wordt nader toegelicht in het hoofdstuk datamanagement.
Legenda AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
22
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
Analyse 2009-2013: Catharina Ziekenhuis (p=0,003), Amphia Ziekenhuis (p<0,001) en MST (p< 0,001) verschillen significant in ‘lange-termijn overleving’ van Isala. De overige hartcentra verschillen niet significant van Isala. Analyse 2012-2013: de binnen deze analyse waargenomen verschillen tussen de hartcentra in ‘lange-termijn overleving’ zijn niet statistisch significant.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Kwaliteit van leven Kwaliteit van leven (SF12) Antonius, CABG N = 715, respons = 26%
Gemiddelde scores
100
© Stichting Meetbaar Beter
Legenda
90
Vlak voor interventie
80
1 jaar na interventie
70
Algemene Nederlandse populatie
60 50
De ‘kwaliteit van leven’ is gemeten in drie hartcentra. Dit is gedaan met behulp van de SF12-vragenlijst (St. Antonius Ziekenhuis) en de SF36-vragenlijst (Isala en Catharina Ziekenhuis). De ‘kwaliteit van leven’ is gemeten vóór de interventie en één jaar na de interventie. De resultaten zijn vergeleken met de gemiddelde ‘kwaliteit van leven’ van de Nederlandse populatie. In het hoofdstuk datamanagement is een nadere toelichting opgenomen.
40 30 20 10 0
Gezondheidsdimensies
Kwaliteit van leven (SF36) Catharina, CABG N = 1362, respons = 36% 100
© Stichting Meetbaar Beter
90
Gemiddelde scores
80 70 60 50 40 30 20 10 0
Gezondheidsdimensies
Kwaliteit van leven (SF36) Isala, CABG N = 1617, respons = 60% 100
© Stichting Meetbaar Beter
90
Gemiddelde scores
80 70 60 50 40 30 20 10 0
Gezondheidsdimensies
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
23
Chirurgische reëxploratie Coronairlijden -CABG Chirurgische reëxploratie 210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170 150 130
Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
110 90 70 50 30 10 0
50
100 150 Voorspeld aantal events
200
250
De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, duidt in de richting van een relatief ongunstige uitkomst in het MCL en MST, en een relatief gunstige uitkomst in het St. Antonius Ziekenhuis en HagaZiekenhuis. De overige variatie tussen de centra duidt op natuurlijke variatie. De C-statistic is 0,60 (matig).
Coronairlijden -CABG Chirurgische reëxploratie logistische Euroscore I 30%
© Stichting Meetbaar Beter
25%
20%
15%
Binnen HagaZiekenhuis is geen ‘chirurgische reëxploratie’ waargenomen binnen het segment ‘logistische Euroscore I’ > 20%, welke bestaat uit 41 patiënten.
10%
5%
Legenda
0% AMC (n=603)
Amphia (n=3594)
Antonius (n=3718)
Catharina (n=4636)
Erasmus (n=0)
Haga (n=886)
Isala (n=3383)
MCL (n=1381)
MST (n=2772)
OLVG (n=1789)
UMCG (n=1340)
UMCU (n=0)
laag < 10%
middel 10-20% hoog > 20%
Coronairlijden -CABG Chirurgische reëxploratie urgentie van de procedure 40%
© Stichting Meetbaar Beter
35%
30%
25%
20%
15%
10%
5%
Legenda
0% AMC (n=550)
24
Amphia (n=3594)
Antonius (n=3725)
Catharina (n=4634)
Erasmus (n=0)
Haga (n=886)
Isala (n=3382)
MCL (n=1381)
MST (n=2772)
OLVG (n=1790)
UMCG (n=1352)
UMCU (n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
niet acuut acuut
Diepe sternumwondinfectie
Coronairlijden -CABG Diepe sternumwondinfectie diabetes mellitus 5%
© Stichting Meetbaar Beter
De follow-up van patiënten in HagaZiekenhuis met betrekking tot ‘diepe sternumwondinfectie’ is niet voldoende compleet, waardoor dit hartcentrum is uitgesloten in deze analyse.
4%
3%
2%
Het UMCG ontbreekt in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot de initiële conditie ‘diabetes mellitus’.
1%
Legenda
0% AMC (n=604)
Amphia (n=3594)
Antonius (n=3725)
Catharina (n=4617)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=3381)
MCL (n=1381)
MST (n=2772)
OLVG (n=1784)
UMCG (n=0)
UMCU (n=0)
geen diabetes mellitus diabetes mellitus
Coronairlijden -CABG Diepe sternumwondinfectie ernstige linkerventrikeldysfunctie 9%
© Stichting Meetbaar Beter
8%
7%
6%
5%
4%
Binnen het AMC (n=11), Isala (n=177) en UMCG (n=68) zijn geen ‘diepe sternumwondinfecties’ waargenomen binnen het segment ‘LVEF’ <30%.
3%
2%
1%
Legenda
0% AMC (n=605)
Amphia (n=3578)
Antonius (n=3720)
Catharina (n=4552)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=3382)
MCL (n=1381)
MST (n=2772)
OLVG (n=1790)
UMCG (n=1348)
UMCU (n=0)
> 50%
30-50% < 30%
Coronairlijden -CABG Diepe sternumwondinfectie logistische Euroscore I 12%
© Stichting Meetbaar Beter
10%
8%
Binnen het AMC (n=60), MST (n=68), en OLVG (n=58) zijn in het segment ‘logistische Euroscore I’ >20% geen ‘diepe sternumwondinfecties’ waargenomen. Dat geldt tevens voor het segment ‘logistische Euroscore I’ 10-20% in het AMC (n=60).
6%
4%
2%
Legenda
0% AMC (n=603)
Amphia (n=3594)
Antonius (n=3718)
Catharina (n=4636)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=3383)
MCL (n=1381)
MST (n=2772)
OLVG (n=1789)
UMCG (n=1340)
UMCU (n=0)
laag < 10%
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
middel 10-20% hoog > 20%
25
CVA
Coronairlijden -CABG CVA ernstige linkerventrikeldysfunctie 30%
© Stichting Meetbaar Beter
25%
20%
15%
10%
Binnen het UMCG zijn geen ‘CVA’s’ waargenomen binnen de segmenten ‘LVEF’ <30% en >50%.
5%
0% AMC (n=605)
Amphia (n=3578)
Antonius (n=3720)
Catharina (n=4552)
Erasmus (n=0)
Haga (n=886)
Isala (n=3382)
MCL (n=1381)
MST (n=2772)
OLVG (n=1790)
UMCG (n=1348)
UMCU (n=0)
Legenda > 50%
30-50% < 30%
Coronairlijden -CABG CVA geslacht 6%
© Stichting Meetbaar Beter
5%
4%
3%
2%
Binnen het UMCG zijn geen ‘CVA’s’ waargenomen bij vrouwelijke patiënten.
1%
0% AMC (n=605)
Amphia (n=3594)
Antonius (n=3725)
Catharina (n=4636)
Erasmus (n=0)
Haga (n=886)
Isala (n=3383)
MCL (n=1381)
MST (n=2772)
OLVG (n=1790)
UMCG (n=1352)
UMCU (n=0)
Legenda
man vrouw
Coronairlijden -CABG CVA logistische Euroscore I 18%
© Stichting Meetbaar Beter
16%
14%
12%
10%
Binnen het HagaZiekenhuis en het UMCG zijn geen ‘CVA’s’ waargenomen binnen het segment ‘logistische Euroscore I’ 10-20%. Dat geldt binnen het UMCG ook voor het segment ‘logistische Euroscore I’ <10.%
8%
6%
4%
2%
Legenda
0% AMC (n=603)
26
Amphia (n=3594)
Antonius (n=3718)
Catharina (n=4636)
Erasmus (n=0)
Haga (n=886)
Isala (n=3383)
MCL (n=1381)
MST (n=2772)
OLVG (n=1789)
UMCG (n=1340)
UMCU (n=0)
laag < 10%
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
middel 10-20% hoog > 20%
Overleving vrij van coronaire reïnterventie Coronairlijden CABG Overleving vrij van coronaire reïnterventie 2009-2013
Coronairlijden CABG Overleving vrij van coronaire reïnterventie 2012
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,9 Cumulatief overlevingspercentage
0,9 Cumulatief overlevingspercentage
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,8
0,7
0,8
0,7
0,6
0,6
0,5
0,5 0
100
200
300
400
0
Overlevingstijd (dagen)
100
200
300
400
500
600
700
800
Overlevingstijd (dagen)
Toelichting Voor Isala en MST zijn voldoende gegevens beschikbaar om de uitkomstindicator ‘overleving vrij van coronaire reïnterventie’ te rapporteren voor de jaren 2009-2013. Voor het AMC en het Catharina Ziekenhuis zijn gegevens beschikbaar over 2012. Binnen de overlevingsanalyse is gecorrigeerd voor alle losse initiële condities (exclusief ‘logistische Euroscore I’). Hoe vlakker de lijn loopt, hoe minder patiënten een coronaire reïnterventie hebben ondergaan in de periode na een CABG. Legenda AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
Analyse 2009-2013: MST (p< 0,001) verschilt significant in ‘overleving vrij van coronaire reïnterventie’ van Isala. Analyse 2012: de binnen deze analyse waargenomen verschillen tussen de hartcentra in ‘overleving vrij van coronaire reïnterventie’ zijn niet statistisch significant.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
27
Overleving vrij van myocardinfarct Coronairlijden CABG Overleving vrij van myocardinfarct 2009-2013
Coronairlijden CABG Overleving vrij van myocardinfarct 2009-2013
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,9 Cumulatief overlevingspercentage
0,9 Cumulatief overlevingspercentage
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,8
0,7
0,8
0,7
0,6
0,6
0,5
0,5 0
100
200
300
0
400
500
Coronairlijden CABG Overleving vrij van myocardinfarct 2012-2013
0,9 Cumulatief overlevingspercentage
Cumulatief overlevingspercentage
2000
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,9
0,8
0,7
0,8
0,7
0,6
0,6
0,5
0,5 0
100
200
300
400
500
Overlevingstijd (dagen)
28
1500
Coronairlijden CABG Overleving vrij van myocardinfarct 2012
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
1000 Overlevingstijd (dagen)
Overlevingstijd (dagen)
600
700
800
0
100
200
300
400
500
Overlevingstijd (dagen)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
600
700
800
Toelichting
Legenda AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
Voor meerdere hartcentra zijn over verschillende tijdsintervallen gegevens beschikbaar met betrekking tot de ‘overleving vrij van myocardinfarct’. In de publicatie zijn tijdsintervallen zo gekozen dat zo veel mogelijk beschikbare data gepubliceerd kunnen worden. Voor Isala en MST zijn gegevens beschikbaar over 2009-2013, waarbij er maximaal 1 jaar follow-up is voor de geïncludeerde patiënten. Voor het St. Antonius Ziekenhuis is er volledige follow-up beschikbaar voor 2009-2013. Binnen de overlevingsanalyse is gecorrigeerd voor alle losse initiële condities (exclusief ‘logistische Euroscore I’). Hoe vlakker de lijn loopt, hoe minder patiënten een myocardinfarct hebben gekregen in de periode na een CABG. Analyse 2009-2013 (1-jaars follow-up): MST (p< 0,001) verschilt significant in ‘overleving vrij van myocardinfarct’ van Isala. Analyse 2012-2013: de binnen deze analyse waargenomen verschillen tussen de hartcentra in ‘overleving vrij van myocardinfarct’ zijn niet statistisch significant. Analyse 2012: de binnen deze analyse waargenomen verschillen tussen de hartcentra in ‘overleving vrij van myocardinfarct’ zijn niet statistisch significant.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
29
Eigen foto/MCL
Van inzicht naar verbetering
30
Isala Safety Check
Reductie diepe sternumwondinfectie na CABG
Eén van de manieren waarop Meetbaar Beter zicht inspant om bij te dragen aan verdere verbeteringen in de hartzorg is door best practices te selecteren en de uitrol van deze best practice naar andere hartcentra te faciliteren. Een eerste voorbeeld hiervan is de Isala Safety Check. In de rapportage van Meetbaar Beter van 2013 werd inzichtelijk dat de 120-daagse mortaliteit na een CABG bij coronairlijden in Isala statistisch significant lager was dan in de overige aan Meetbaar Beter deelnemende hartcentra. Zeer waarschijnlijk is deze uitkomst in Isala direct gerelateerd aan de Isala Safety Check; een in Isala ontwikkelde werkwijze gebaseerd op een checklist om de peri-operatieve risicofactoren op een gestructureerde manier als team te bespreken en deze te combineren met de bevindingen uit een Trans Oesofagale Echo direct na inleiding. Waar nodig leidt deze informatie tot een aangepast operatief plan. In een gezamenlijk project van Isala en Meetbaar Beter wordt de Isala Safety Check aangeboden aan andere hartcentra.Het project, waarvoor inmiddels zeven hartcentra zich hebben ingeschreven, start eind 2014.
Op basis van inzicht in resultaten onderzocht het St. Antonius Ziekenhuis mogelijkheden om het percentage diepe sternumwondinfecties verder te verminderen. Meerdere procesverbeteringen zijn doorgevoerd, waaronder: - preventief toedienen van antibiotische neuszalf - preoperatief ontharen met de clipper ipv creme wat minder irritatie van de huid geeft - het gebruik van het MECC (minimaal extracorporele circulatie) systeem waardoor minder inflammatoire reactie optreedt - minder reinterventies voor nabloeding door minder bloedstollingstoornissen door o.a. normothermie en minder hemolyse bij het gebruik van het MECC systeem - postoperatief bij patienten een goede voedingsstatus nastreven door ze gemeenschappelijk te laten eten - op de postoperatieve afdeling zijn naast artsen, dedicated verpleegkundig specialisten werkzaam die de operatiewonden inspecteren Het percentage diepe sternumwondinfecties is na deze procesaanpassingen afgenomen van circa 1,5% naar circa 0,8%.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
1.3 Percutane coronaire interventie alleen gegevens beschikbaar zijn voor 2013. En voor het UMCU en UMCG zijn gegevens geleverd voor de jaren 2012-2013. ‘Kwaliteit van leven’ is gedefinieerd als een belangrijke uitkomst maat, echter geen van de hartcentra heeft deze informatie in het verleden verzameld. Binnen de deelnemende hartcentra wordt hard gewerkt aan de organisatie die nodig is voor het prospectief verzamelen van kwaliteit van leven informatie. De initiële condities zijn ten opzichte van de rapportage 2013 uitgebreid met reanimatie. De initiële conditie ‘ernstige linkerventrikeldysfunctie’ is bij vrijwel geen van de hartcentra voldoende volledig beschikbaar en deze initiële conditie is dan ook buiten de analyse gelaten.
Voor percutane coronaire interventie (PCI) bestaat de indicato renset uit zes uitkomstindicatoren. Alle twaalf deelnemende hartcentra rapporteren resultaten van de behandeling van coronairlijden door middel van een PCI aan de hand van één of meerdere van deze uitkomstindicatoren. Per indicator verschilt het welke van de hartcentra wel of niet mee rapporteren. Alle hartcentra rapporteren over de uitkomstindicatoren ‘30-daagse mortaliteit’ en ‘urgente CABG’. Over ‘optreden van TVR’ rapporteren dit jaar zes hartcentra. Dit is, mede gezien de inspanningen die geleverd moeten worden om deze informatie te verzamelen, een zeer aansprekende ontwikkeling binnen Meetbaar Beter. Voor het Amphia Ziekenhuis en het HagaZiekenhuis geldt dat
In de onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven.
Ruwe uitkomsten coronairlijden - PCI AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
30-daagse mortaliteit
3,2
3,0
2,0
3,3
3,4
4,4
2,0
2,4
1,2
1,8
3,2
3,2
1-jaars mortaliteit
6,2
-
4,0
6,1
7,1
-
5,2
4,5
3,1
4,2
6,1
6,4
Angiografisch niet succesvol
3,2
4,9
4,2
4,1
-
5,6
-
4,8
2,1
6,2
5,9
6,0
Optreden van TVR
2,5
-
6,5
7,9
-
-
7,7
-
3,6
-
-
12,6
Urgente CABG
0,1
0,3
0,4
0,6
0,3
0,3
0,6
0,5
0,4
0,2
0,6
0,1
Heropname vanwege myocardinfarct
0,6
0,5
0,9
1,1
-
-
0,6
-
0,1
-
-
0,8
In de onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven.
Compleetheid gegevens coronairlijden - PCI Jaren
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
2011-2013
2013
2011-2013
2011-2013
2011-2013
2013
2011-2013
2011-2013
2011-2013
2011-2013
2012-2013
2012-2013
Uitkomstindicatoren 30-daagse mortaliteit 1-jaars mortaliteit Angiografisch niet succesvol Optreden van TVR
2012
Urgente CABG
2012-2013
Heropname vanwege myocardinfarct
2012-2013
Initiële condities Chronische totale occlusie Diabetes mellitus Eerdere CABG Eerder myocardinfarct Ernstige linkerventrikeldysfunctie Geslacht Leeftijd Meervatslijden Nierinsufficiëntie Reanimatie
2012-2013 2012-2013
Shock Urgentie van de procedure
Legenda
gegevens compleet
niet voldoende gegevens beschikbaar
gegevens niet geleverd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
31
30-daagse mortaliteit Coronairlijden -PCI 30-daagse mortaliteit 210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170 150 130
Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
110 90 70 50 30 10 0
50
100 150 Voorspeld aantal events
200
250
Coronairlijden - PCI 30-daagse mortaliteit reanimatie 60%
© Stichting Meetbaar Beter
50%
Het Amphia Ziekenhuis, MST en MCL zijn in verband met te veel missende gegevens bij de initiële condities niet meegenomen in de regressie-analyse voor ‘30-daagse mortaliteit’. Daarnaast zijn bij een aantal hartcentra de betreffende initiële condities als onbekend meegenomen, conform de in het hoofdstuk datamanagement beschreven methodiek. Dit betreft het AMC (meervatslijden), Erasmus MC (reanimatie), HagaZiekenhuis (shock), UMCG (nierinsufficiëntie) en UMCU (shock). De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, toont een spreiding tussen de hartcentra die duidt op natuurlijke variatie tussen de centra.
40%
De C-statistic is 0,90 (goed). 30%
Erasmus MC, MCL en MST ontbreken in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot de initiële conditie ‘reanimatie’.
20%
10%
Legenda
0% AMC (n=2742)
Amphia (n=1379)
Antonius (n=4376)
Catharina (n=6936)
Erasmus (n=0)
Haga (n=1202)
Isala (n=4732)
MCL (n=0)
MST (n=0)
OLVG (n=5117)
UMCG (n=2705)
UMCU (n=1492)
geen reanimatie reanimatie
Coronairlijden -PCI 30-daagse mortaliteit shock 70%
© Stichting Meetbaar Beter
60%
50%
40%
Het HagaZiekenhuis, MCL, MST en UMCU ontbreken in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot de initiële conditie ‘shock’.
30%
20%
10%
Legenda
0% AMC (n=4415)
32
Amphia (n=1394)
Antonius (n=4375)
Catharina (n=6791)
Erasmus (n=4453)
Haga (n=0)
Isala (n=4945)
MCL (n=0)
MST (n=0)
OLVG (n=5115)
UMCG (n=2708)
UMCU (n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
geen shock shock
1-jaars mortaliteit Coronairlijden -PCI 1-jaars mortaliteit 210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170
Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
150
Binnen het Amphia Ziekenhuis en HagaZiekenhuis zijn niet voldoende gegevens beschikbaar met betrekking tot de uitkomsti ndicator ‘1-jaars mortaliteit’ waardoor zij niet meegenomen worden in de analyse.
130 110 90 70 50 30 10 0
50
100
150 200 Voorspeld aantal events
250
300
350
Coronairlijden -PCI 1-jaars mortaliteit reanimatie 100%
© Stichting Meetbaar Beter
MCL en MST zijn in verband met te veel missende gegevens bij de initiële condities niet meegenomen in de regressieanalyse voor de uitkomstindicator ‘1-jaars mortaliteit’. Daarnaast zijn bij een aantal hartcentra de betreffende initiële condities als onbekend meegenomen, conform de in het hoofdstuk datamanagement beschreven methodiek. Dit betreft AMC (meervatslijden), Erasmus MC (reanimatie), UMCG (nierinsufficiëntie) en UMCU (shock).
90%
De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, toont een spreiding tussen de hartcentra die duidt op natuurlijke variatie tussen de centra.
80% 70% 60% 50%
De C-statistic is 0,83 (goed).
40% 30% 20% 10% 0% AMC (n=1431)
Amphia (n=0)
Antonius (n=3025)
Catharina (n=4745)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=3186)
MCL (n=0)
MST (n=0)
OLVG (n=3478)
UMCG (n=1392)
UMCU (n=778)
Erasmus MC, MCL en MST ontbreken in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot de initiële conditie ‘reanimatie’. Legenda
geen reanimatie reanimatie
Coronairlijden -PCI 1-jaars mortaliteit shock 80%
© Stichting Meetbaar Beter
70%
60%
50%
40%
MCL, MST en UMCU ontbreken in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot de initiële conditie ‘shock’.
30%
20%
10%
Legenda
0% AMC (n=4410)
Amphia (n=0)
Antonius (n=4372)
Catharina (n=6791)
Erasmus (n=4439)
Haga (n=0)
Isala (n=4929)
MCL (n=0)
MST (n=0)
OLVG (n=5115)
UMCG (n=2708)
UMCU (n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
geen shock shock
33
Angiografisch niet succesvol Coronairlijden -PCI Angiografisch niet succesvol 210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170 150 130
Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
110 90
Binnen het Erasmus MC en Isala zijn niet voldoende gegevens beschikbaar met betrekking tot de uitkomstindicator ‘angio grafisch niet succesvol’, waardoor zij niet meegenomen worden in de analyse.
70 50 30 10 0
50
100
150 200 Voorspeld aantal events
250
300
Het Amphia Ziekenhuis, MCL en MST ontbreken in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens voor de initiële condities.
350
Coronairlijden -PCI Angiografisch niet succesvol chronische totale occlusie 35%
© Stichting Meetbaar Beter
30%
25%
20%
De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, duidt op een relatief gunstig resultaat in het Catharina Ziekenhuis en een relatief ongunstig resultaat in het OLVG. De waargenomen spreiding tussen de overige centra dient gezien te worden als een natuurlijke variatie tussen de centra. De C-statistic is 0,70 (redelijk).
15%
10%
5%
Legenda
0% AMC (n=4440)
Amphia (n=1388)
Antonius (n=4343)
Catharina (n=7257)
Erasmus (n=0)
Haga (n=1162)
Isala (n=0)
MCL (n=3552)
MST (n=4267)
OLVG (n=4636)
UMCG (n=2709)
UMCU (n=1479)
geen CTO CTO
Coronairlijden -PCI Angiografisch niet succesvol shock 60%
© Stichting Meetbaar Beter
50%
40%
30%
Het HagaZiekenhuis, MCL, MST en UMCU ontbreken in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot de initiële conditie ‘shock’.
20%
10%
Legenda
0% AMC (n=4440)
34
Amphia (n=1425)
Antonius (n=4342)
Catharina (n=6842)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=0)
MCL (n=0)
MST (n=0)
OLVG (n=5130)
UMCG (n=2706)
UMCU (n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
geen shock shock
Urgente CABG
Coronairlijden -PCI Urgente CABG meervatslijden 2%
© Stichting Meetbaar Beter
Het AMC ontbreekt in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot de initiële conditie ‘meervatslijden’. In het OLVG en UMCU zijn geen urgente CABG’s waargenomen in het segment ‘geen meervatslijden’.
1%
Legenda
0% AMC (n=0)
Amphia (n=1448)
Antonius (n=4377)
Catharina (n=7272)
Erasmus (n=4470)
Haga (n=1199)
Isala (n=5212)
MCL (n=3552)
MST (n=4267)
OLVG (n=4795)
UMCG (n=2668)
UMCU (n=1423)
geen meervatslijden meervatslijden
Coronairlijden -PCI Urgente CABG shock 16%
© Stichting Meetbaar Beter
14%
12%
10%
Bij het HagaZiekenhuis, MCL, MST en UMCU ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘shock’. In het Amphia Ziekenhuis zijn geen urgente CABG’s waargenomen in het segment ‘shock’.
8%
6%
4%
2%
Legenda
0% AMC (n=2758)
Amphia (n=1425)
Antonius (n=4376)
Catharina (n=6842)
Erasmus (n=4488)
Haga (n=0)
Isala (n=5016)
MCL (n=0)
MST (n=0)
OLVG (n=5132)
UMCG (n=2699)
UMCU (n=0)
geen shock shock
Coronairlijden -PCI Urgente CABG urgentie van de procedure 2%
© Stichting Meetbaar Beter
In het AMC, St. Antonius Ziekenhuis, HagaZiekenhuis, MCL en UMCU zijn geen urgente CABG’s waargenomen in het segment ‘urgent’. Dit geldt tevens voor het UMCU in het segment ‘gepland’. Het HagaZiekenhuis heeft andere definities gehanteerd voor de initiële conditie ‘urgentie van de procedure’, hierdoor ontbreekt het segment ‘urgent’.
1%
Legenda
0% AMC (n=2697)
Amphia (n=1452)
Antonius (n=4377)
Catharina (n=7269)
Erasmus (n=4487)
Haga (n=1201)
Isala (n=5267)
MCL (n=3552)
MST (n=4267)
OLVG (n=5128)
UMCG (n=2702)
UMCU (n=1463)
gepland
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
urgent acuut
35
Optreden van TVR Coronairlijden -PCI Optreden van TVR 210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170 150 130
Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
110 90
AMC, St. Antonius Ziekenhuis, Catharina Ziekenhuis, Isala, MST en UMCU hebben voldoende gegevens aangeleverd met betrekking tot de uitkomstindicator ‘optreden van TVR’ om meegenomen te worden in de analyse.
70 50 30 10 0
50
100
150
200 250 Voorspeld aantal events
300
350
400
Het MST ontbreekt in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens voor de initiële condities.
Coronairlijden -PCI Optreden van TVR chronische totale occlusie 40%
© Stichting Meetbaar Beter
35%
De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, duidt op natuurlijke variatie tussen de centra. De C-statistic is 0,65 (matig).
30%
25%
20%
15%
10%
5%
Legenda
0% AMC (n=1377)
Amphia (n=0)
Antonius (n=3029)
Catharina (n=4819)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=3222)
MCL (n=0)
MST (n=2813)
OLVG (n=0)
UMCG (n=0)
UMCU (n=725)
geen CTO CTO
Coronairlijden -PCI Optreden van TVR meervatslijden 25%
© Stichting Meetbaar Beter
20%
15%
10%
AMC ontbreekt in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot de initiële conditie ‘meervatslijden’.
5%
Legenda
0% AMC (n=0)
36
Amphia (n=0)
Antonius (n=3029)
Catharina (n=4819)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=3176)
MCL (n=0)
MST (n=2813)
OLVG (n=0)
UMCG (n=0)
UMCU (n=670)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
geen meervatslijden meervatslijden
Heropname vanwege myocardinfarct
Coronairlijden -PCI Heropname vanwege myocardinfarct meervatslijden 3%
© Stichting Meetbaar Beter
2%
Het AMC ontbreekt in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot de initiële conditie ‘meervatslijden’. In MST zijn geen ‘heropnames vanwege myocardinfarct’ waargenomen in het segment ‘meervatslijden’.
2%
1%
1%
Legenda
0% AMC (n=0)
Amphia (n=1448)
Antonius (n=4377)
Catharina (n=7065)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=5106)
MCL (n=0)
MST (n=4235)
OLVG (n=0)
UMCG (n=0)
UMCU (n=670)
geen meervatslijden meervatslijden
Coronairlijden -PCI Heropname vanwege myocardinfarct shock 20%
© Stichting Meetbaar Beter
18% 16% 14% 12% 10% 8% 6%
Binnen het Erasmus MC, HagaZiekenhuis, MCL en UMCG zijn geen gegevens beschikbaar en bij het OLVG zijn niet voldoende gegevens beschikbaar met betrekking tot de uitkomstindicator ‘heropname vanwege myocardinfarct’, waardoor zij niet meegenomen worden in de analyse. Bij het MST en UMCU ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘shock’.
4% 2%
Legenda
0% AMC (n=2649)
Amphia (n=1425)
Antonius (n=4376)
Catharina (n=6652)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=4913)
MCL (n=0)
MST (n=0)
OLVG (n=0)
UMCG (n=0)
UMCU (n=0)
geen shock shock
Coronairlijden -PCI Heropname vanwege myocardinfarct urgentie van de procedure 7%
© Stichting Meetbaar Beter
6%
5%
4%
3%
Binnen MST zijn geen heropnames vanwege myocardinfarct waargenomen in de segmenten ‘gepland’ en ‘urgent’.
2%
1%
Legenda
0% AMC (n=2595)
Amphia (n=1452)
Antonius (n=4377)
Catharina (n=7064)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=5159)
MCL (n=0)
MST (n=4235)
OLVG (n=0)
UMCG (n=0)
UMCU (n=699)
gepland
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
urgent acuut
37
Eigen foto/MST HCK
Van inzicht naar verbetering
PCI patiënten met nierinsufficiëntie
Onderzoek stent trombose binnen 30 dagen
In het OLVG bleek tijdens analyse van de Meetbaar Beter resultaten 2013 dat patiënten met nierfunctiestoornissen die een PCI ondergingen minder goede resultaten kenden dan patiënten met normale nierfunctie (verwacht) maar ook minder goed dan vergelijkbare patiënten in Catharina Ziekenhuis (onverwacht). Twee aandachtspunten werden in het zorgproces geïdentificeerd: 1) Prehydratie: stratificatie van patiënten 2) Contrastbelasting: in het OLVG werden diverse verbeteracties doorgevoerd: a. Electieve patiënten zonder GFR/kreatine bepaling worden niet ingepland b. Stratificatie laag (jong, geen kleplijden, redelijk/goed LVEF) en hoog (oud, kleplijden, slecht LVEF) risico patiënten. De eerste groep krijgt prehydratie op de PCI lounge zoals gebruikelijk, de tweede groep krijgt een aangepast prehydratie protocol (klinisch) c. Bij het hartteam wordt de maximale contrastdosis berekend als input voor de time-out procedure, wat meer alertheid creëert van de operatoren ten aanzien van contrastbelasting d. Staged procedures worden minimaal 4 weken uitgesteld (vroeger was het 1-2 weken) e. Het gebruik van 5F catheters wordt aangemoedigd (minder contrastbelasting)
Onderzoek naar stent trombose (de belangrijkste oorzaak voor ‘myocardinfarct binnen 30 dagen’ na PCI) in een cohort van 2334 PCI- patiënten toonde aan dat stent trombose in het Catharina Ziekenhuis bij 4,5% van de spoedpatiënten voorkwam en bij 0,9% van de electieve patiënten. Een vergelijking met rapportages in de literatuur werd gemaakt. Diverse onderzoeken rapporteren bandbreedtes van 2 tot 11% stent trombose bij spoedpatiënten en 0,5 tot 2,0% bij electieve patiënten. Een gestructureerde analyse per patiënt om verbetermogelijkheden vast te stellen leverde geen structureel verbeterpotentieel op. Op basis van een vergelijking in populatiekenmerken mag geconcludeerd worden dat de uitkomsten in het Catharina Ziekenhuis in vergelijking met de literatuur goed te noemen zijn. Binnen de Meetbaar Beter rapportage 2014 voor de uitkomstindicator ‘myocardinfarct binnen 30 dagen’ kan deze analyse een internationaal referentiekader bieden voor de interpretatie van de resultaten van alle deelnemende hartcentra.
Het OLVG verwacht hiermee de uitkomsten voor patiënten met nierinsufficiëntie die een PCI ondergaan verder te verbeteren.
38
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
1.4 Optimale medicamenteuze therapie Alle vier van deze hartcentra rapporteren op ‘1-jaars mortaliteit’. Drie van de vier hartcentra (behalve Isala) rapporteren op ‘overleving vrij van MACE’.
De indicatorensets voor de conservatieve behandeling, Optimale Medicamenteuze Therapie (OMT), van patiënten met coronairlijden bestaat uit vier indicatoren. Het St. Antonius Ziekenhuis, Catharina Ziekenhuis, Isala en OLVG hebben voor deze indicatorenset gegevens aangeleverd. Het volume geïncludeerde patiënten in het OMT-cohort vertoont voor Isala een aspecifiek patroon ten opzichte van de andere hartcentra. In Isala zijn minder patiënten dan verwacht geïncludeerd. Bij controles en de uitgevoerde audit zijn geen inconsistenties vastgesteld. Het lager dan verwacht aantal OMT-patiënten zal door Isala en de stichting Meetbaar Beter nader onderzocht worden. De resultaten van Isala met betrekking tot het OMT zullen met terughoudendheid geïnterpreteerd moeten worden.
Alleen Isala is opgenomen in de rapportage met betrekking tot de uitkomstindicator ‘pijn op de borst’ na OMT. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft hiervoor geen gegevens aangeleverd. Binnen het OLVG en het Catharina Ziekenhuis zijn niet voldoende gegevens beschikbaar, waardoor zij niet meegenomen worden in de analyse. Binnen Isala bevat het patiënten cohort voor de uitkomstindicator ‘pijn op de borst’ 1 patiënt. Hierdoor is besloten om geen analyses uit te voeren voor de betreffende uitkomstindicator. Geen van de hartcentra heeft voldoende gegevens beschikbaar voor een rapportage over ‘kwaliteit van leven’.
In de onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven.
Ruwe uitkomsten coronairlijden - OMT 1-jaars mortaliteit
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
-
-
3,3
3,1
-
-
10,3
-
-
2,6
-
-
UMCG
UMCU
In de onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven.
Compleetheid gegevens coronairlijden - OMT AMC Jaren
Amphia
Antonius
Catharina
2012-2013
2011-2012
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
2011-2013
OLVG 2011-2013
Uitkomstindicatoren 1-jaars mortaliteit Pijn op de borst Kwaliteit van leven Overleving vrij van MACE
Initiële condities Diabetes mellitus Eerdere CABG of PCI Eerder myocardinfarct Ernstige linkerventrikeldysfunctie Geslacht Leeftijd Meervatslijden Nierinsufficiëntie
Legenda
gegevens compleet
niet voldoende gegevens beschikbaar
gegevens niet geleverd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
39
1-jaars mortaliteit
Coronairlijden -OMT 1-jaars mortaliteit ernstige linkerventrikeldysfunctie © Stichting Meetbaar Beter
35%
30%
25%
Het St. Antonius Ziekenhuis, Catharina Ziekenhuis , OLVG en Isala hebben voldoende gegevens met betrekking tot de ‘1-jaars mortaliteit’ om meegenomen te worden in de analyse. Isala ontbreekt in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot de initiële conditie ‘ernstige linkerventrikeldysfunctie’. In het Catharina Ziekenhuis is geen sterfte waargenomen in het segment ‘LVEF’ <30%.
20%
15%
10%
5%
Legenda
0% AMC (n=0)
Amphia (n=0)
Antonius (n=169)
Catharina (n=849)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=0)
MCL (n=0)
MST (n=0)
OLVG (n=194)
UMCG (n=0)
UMCU (n=0)
30-50%
> 50%
< 30%
Legenda
70-79
< 70
>= 80
Coronairlijden -OMT 1-jaars mortaliteit leeftijd 60%
© Stichting Meetbaar Beter
50%
40%
30%
20%
10%
0% AMC (n=0)
Amphia (n=0)
Antonius (n=183)
Catharina (n=906)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=58)
MCL (n=0)
MST (n=0)
OLVG (n=196)
UMCG (n=0)
UMCU (n=0)
Coronairlijden -OMT 1-jaars mortaliteit nierinsufficiëntie 60%
© Stichting Meetbaar Beter
50%
40%
30%
Het Catharina Ziekenhuis ontbreekt in de analyse in verband met te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot de initiële conditie ‘nierinsufficiëntie’.
20%
10%
Legenda
0% AMC (n=0)
40
Amphia (n=0)
Antonius (n=177)
Catharina (n=0)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=56)
MCL (n=0)
MST (n=0)
OLVG (n=192)
UMCG (n=0)
UMCU (n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
geen nierinsufficiëntie nierinsufficiëntie
Overleving vrij van MACE Coronairlijden - OMT Overleving vrij van MACE 2011-2013
Coronairlijden - OMT Overleving vrij van MACE 2012
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
© Stichting Meetbaar Beter 1,0
0,9 Cumulatief overlevingspercentage
Cumulatief overlevingspercentage
0,9
0,8
0,7
0,8
0,7
0,6
0,6
0,5
0,5 0
200
400
600
800
1000
1200
0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
Overlevingstijd (dagen)
Overlevingstijd (dagen)
Toelichting
Legenda AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
De figuren tonen de resultaten voor de indicator ‘overleving vrij van MACE’ voor twee verschillende perioden, namelijk voor de periode 2011-2013 en voor 2012. Voor de eerste volledige periode rapporteert alleen het OLVG en voor de tweede periode rapporteren het St. Antonius Ziekenhuis, het Catharina Ziekenhuis en het OLVG. Analyse 2012: St. Antonius Ziekenhuis (p=0,02) verschilt significant in ‘lange-termijn overleving’ van Catharina Ziekenhuis.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
41
A journey of outcome transparency
“
MEETBAAR BETER is a true pioneer exploring the exciting opportunities of value-based health care, and the participating heart centers in the Netherlands should truly be admired for their willingness to collect outcome data, share them with others and even make them transparent to a greater public.
”
Dr. Jens Deerberg-Wittram MD Founding President Member of the Executive Board International Consortium for Health Outcomes Measurement (ICHOM) Cambridge, USA
A
round the globe we see more and more health care organizations and even whole systems moving away from case volume and procedure complexity towards value. The outcomes we achieve when we treat patients with their particular medical conditions over the whole cycle of care are the true measure for success for clinicians and caregivers in hospitals, outpatient centers and home care. MEETBAAR BETER is a true pioneer exploring the exciting opportunities of Value Based Healthcare, and the participating heart centers in the Netherlands should truly be admired for their willingness to collect outcome data, share them with others and even make them transparent to a greater public. We at the International Consortium for Health Outcomes Measurement (ICHOM) are impressed by the scientific accuracy, the rigor and the passion of the Meetbaar Beter community, and we are grateful for the close cooperation between our institutions. In the first three years of its work Meetbaar Beter has already achieved a lot: It was able to launch a transinstitutional outcome comparison between two leading heart centers in the Netherlands, and to even extend the group of participants to twelve academic and non academic centers. The ones who have embarked on this journey of outcome transparency have
42
learned a lot, not only how to measure systematically what matters to our patients but also to improve daily care processes. However this is only the beginning: The more we speak with patient representatives and outcome experts, the more we learn what information is still missing. Patients and physicians alike are interested in the long term effects of care and particularly the patients’ quality of life. Thus, Meetbaar Beter will need to consider to measure more patient-reported outcomes over longer period of times. This is not only a challenge for the existing IT infrastructure, it also includes the search for new devices that help us to measure without sending questionnaires back and forth. Moreover, learning needs to happen on an international level, since health care innovation and best practices are often found in places outside our radar. ICHOM and Meetbaar Beter are working together to develop comprehensive, global standard sets of outcomes and to measure them systematically. In a few years we will organize the first global outcome comparison networks, and Meetbaar Beter will be a cornerstone of these initiatives. Those who join in the effort today will be the leaders of tomorrow. I encourage you to be among them.
Daadwerkelijk en structureel verbeteren
“
De Meetbaar Beter groep is er ook dit jaar weer in geslaagd om een groeiende groep cardiologen, cardiothoracaal chirurgen en ziekenhuisbestuurders te faciliteren in het verzamelen, rapporteren en interpreteren van uitkomsten van zorg die voor de patiënten belangrijk zijn.
”
Dr. Victor Umans Voorzitter Nederlandse Vereniging voor Cardiologie Utrecht
H
et bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie wil met deze bijdrage allereerst alle Meetbaar Beter medewerkers, bestuursleden en collega’s van de deelnemende centra feliciteren met het openbaar maken van de behandelresultaten zoals die in dit Meetbaar Beter Boek zijn verschenen. De Meetbaar Beter groep is er ook dit jaar weer in geslaagd om een groeiende groep cardiologen, cardiothoracaal chirurgen en ziekenhuisbestuurders te faciliteren in het
verzamelen, rapporteren en interpreteren van uitkomsten van zorg die voor de patiënten belangrijk zijn. Dit initiatief geeft ook een nieuwe dimensie aan uitkomstrapportages. Allereerst door te kiezen voor eindpunten die van belang zijn om de patiëntenzorg zichtbaar te verbeteren. Maar anderzijds door ons ook de weg te wijzen hoe we die uitkomsten kunnen verzamelen. Hiermee is de volgende stap in het nadenken over kwaliteit dichtbij: daadwerkelijk en structureel bezig zijn met onze kwaliteit en zoeken naar verbetermogelijkheden.
43
Sylvia Germes Fotografie/UMCG
2
44
Atriumfibrilleren
Atriumfibrilleren (AF) is de meest voorkomende hartritmestoornis in de klinische praktijk. Het voorkomen van AF neemt toe met de leeftijd, met een prevalentie van 0,5% bij vijftigers tot bijna 10% bij tachtigers. 70% van de mensen met AF is tussen de 65 en 85 jaar oud (1,2). AF kan gemakkelijk worden gediagnosticeerd met een oppervlakte ECG. Het abnormale ritme is niet alleen geassocieerd met een verscheidenheid aan symptomen, zoals hartkloppingen, duizeligheid, kortademigheid of andere tekenen van hartfalen, maar ook met een toegenomen risico op een beroerte (vervijfvoudigd risico), hartfalen (verdrievoudigd risico) en mortaliteit. Diverse cardiale ziekten zoals hypertensie, coronaire hartziekte, pericarditits, mitralisklepziekte en congenitale hartziekte, zijn predisponerende factoren voor AF. AF komt ook voor bij personen zonder enige aanwijsbare hartziekte of systemische ziekte, dit noemt men lone-AF. De behandeling van atriumfibrilleren kan afhankelijk van o.a. het klachtenpatroon, het patroon van het atriumfibrilleren en
de leeftijd van de patiënt bestaan uit medicamenteuze therapie (OMT), catheter-behandeling (pulmonaal venen-isolatie, PVI), of chirurgische behandeling middels een MAZE procedure (minimaal invasieve chirurgische PVI). Bij de MAZE procedure en de PVI wordt de bron van de ritme stoornissen in het linkeratrium geïsoleerd. In zowel Europese als Amerikaanse richtlijnen vormt symptomatisch paroxysmaal AF een klasse Ia indicatie voor katheterablatie, gebaseerd op een grote hoeveelheid wetenschappelijk bewijs dat aantoont dat ablatie superieur is aan behandeling met medicatie (3,4,5). Huidige medicamenteuze behandelstrategieën omvatten controle van het hartritme dan wel de hartfrequentie. De chirurgische behandeling kent meerdere varianten variërend van een ritmeingreep aan de linkerboezem in het kader van een open hartoperatie, zoals een klepreparatie, tot en met een op zichzelf staande minimaal invasieve ingreep.
1. Go AS et al. Atrial fibrillation in adults. ATRIA study. JAMA 2001; 285:2370-2375. 2. Camm et al. Guidelines for the management of atrial fibrillation; ESC. Europace 2010; 12:1360-1420. 3. Camm et al. 2012 focused update of ESC guidelines for the management of atrial fibrillation. Eur heart journal august 2012; published online. 4. Calkins H et al. 2012 HRS/EHRA/ECAS expert concensus statement on catheter and surgical ablation of atrial fibrillation: recommendations for patient selection, procedural techniques, patient management and follow-up, definitions, endpoints and research trial design. Europace 2012. 5. Jais et al. Catheter ablation versus antiarrhythmic drugs for atrial fibrillation: The A4 study. Circulation 2008; 118:2498-2505. 6. Cappato R et al. Worldwide survey on the methods, efficacy and safety of catheter ablation for human atrial fibrillation. Circulation 2005;111:1100-5 7. Dunning J et al. Guideline for the surgical treatment of atrial fibrillation. Eur J Cardiothorac Surg. 2013;44:777-791.
In de figuur wordt voor de uitkomstindicator ‘cardiale tamponade of effusie’ na behandeling met catheter PVI een trend weergegeven over de tijd voor alle hartcentra samen. In de analyse zijn de hartcentra meegenomen die voldoen aan de gestelde normen beschreven in het hoofdstuk Datamanagement. Over 2009 en 2010 zijn niet voldoende gegevens beschikbaar voor rapportage. Voor de medische behandeling minimaal-invasieve chirurgische PVI is geen analyse uitgevoerd over de tijd omdat deze behandeling slechts in een beperkt aantal hartcentra wordt uitgevoerd. Op de x-as staan de jaren van rapportage vermeld. Op de y-as staat de ruwe uitkomst voor alle meegenomen hartcentra samen. Atriumfibrilleren -Catheter PVI cardiale tamponade of effusie (totaal van alle ziekenhuizen n=10) 8%
© Stichting Meetbaar Beter
7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0%
niet in rapportage
niet in rapportage
2009
2010
2011
2012
2013
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
45
Ontwikkelingen in 2014 Met de ontwikkeling van een set uitkomstindicatoren voor de chirurgische PVI en de consolidatie van uitkomstindicatoren voor de verschillende behandelingen van atriumfibrilleren, is de Meetbaar Beter rapportage voor patiënten met atriumfibrilleren verder uitgebreid. De outcomes teams voor de catheter-PVI en de minimaal-invasieve chirurgische PVI hebben gezamenlijk de samenhang tussen de beide indicatorensets vormgegeven. Voor de uitkomstindicatoren en initiële condities geselecteerd voor de catheter-PVI is in 2014 een onderhoudscyclus vormgegeven. Artsen en datamanagers uit alle deelnemende hartcentra hebben, met name op basis van ervaringen opgedaan rondom de Meetbaar Beter rapportage van 2013, op gestructureerde wijze feedback gegeven op de set uitkomstindicatoren en initiële condities. Van de 53 punten
die aangedragen zijn door de deelnemers heeft het outcomes team er 35 overgenomen en in de vorm van een verbeterde set voorgelegd aan de internationale academische adviesraad. In de tabel hieronder zijn de geselecteerde uitkomstindicatoren en initiële condities voor atriumfibrilleren weergegeven, geordend volgens de uitkomsthiërarchie. Alle generieke indicatoren zijn per definitie van toepassing bij de catheter-PVI en de minimaal-invasieve chirurgische PVI. Per behandeling zijn, waar relevant, specifieke uitkomstindicatoren toegevoegd. Hetzelfde geldt voor de generieke initiële condities en de behandelingsspecifieke initiële condities. In 2014 publiceren 11 Nederlandse hartcentra transparant patiëntrelevante resultaten van de behandeling van atriumfibrilleren. Een sterke ontwikkeling van de beschikbaarheid van uitkomsten ten opzichte van 2013.
Hiërarchie gecombineerd voor Atriumfibrilleren Hiërarchie
Generieke uitkomstindicatoren
Overleving
30-daagse mortaliteit
Mate van herstel / gezondheid
Kwaliteit van leven
Minimaal-invasieve chirurgische PVI-specifieke indicatoren
Catheter PVI-specifieke indicatoren
Duur van herstel / hervatting van alledaagse activiteiten Schade van de behandeling (bijwerkingen, complicaties of medische fouten)
Trombo-embolische complicaties Bloedingscomplicaties
Cardiale tamponade of effusie
Duurzaamheid van herstel of gezondheid
Herhaalde PVI binnen 1 jaar 1-jaar niet succesvol
Herhaalde PVI binnen 3 jaar
Gevolgen van de behandeling op lange termijn Generieke initiële condities
Minimaal-invasieve chirurgische PVI- specifieke initiële condities
CHA2DS2-VASc Score
Obesitas
Catheter PVI-specifieke initiële condities
Duur persisterend AF Eerdere ablatie voor AF Eerder CVA Initële condities
Ernstige linkerventrikeldysfunctie Grootte van het linkeratrium Mitralisklepinsufficiëntie Type AF
Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben meegewerkt: Dr. P.F.H.M. van Dessel, dhr. A. Driessen, mevr. U. Hopman (AMC), Dr. J.C. Balt, Dr. L. Boersma (St. Antonius Ziekenhuis), Dr. T. Simmers, Dhr. P.H. van der Voort (Catharina Ziekenhuis) en Dr. W. Stooker (OLVG).
46
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Op een aantal onderdelen is daarbij nog verbetering mogelijk. Tijdens de dataverzameling 2014 zijn een aantal verbetermogelijkheden vastgesteld. Dit geldt onder andere voor de definitie van bloedingscomplicaties, met name in relatie tot de catheter-PVI. Belangrijke complexiteit bestaat rondom de uitkomstindicator ‘1-jaar niet succesvol’. Door de verschillende manieren van evalueren van het resultaat van de behandeling binnen de deelnemende centra ontstaan essentiële verschillen in de informatiewaarde van de beschikbare gegevens. Een aantal hartcentra evalueert ‘vrijheid van atriumfibrilleren’ na een jaar door middel van een 24-uurs holter, andere doen dat niet. De kans dat atriumfibrilleren wordt vastgesteld is vanzelfsprekend hoger wanneer gewerkt wordt met een holter, waardoor de gegevens te wezenlijk verschillend tot stand komen om gerapporteerd te kunnen worden. Deze verbetermogelijkheden zullen worden opgenomen in de komende onderhoudscyclus.
De uitkomstindicatoren en initiële condities voor de medicamenteuze behandeling van atriumfibrilleren zijn weergegeven in hoofdstuk 7 van dit boek. In 2014 is deze behandeling nog niet opgenomen in de rapportage. Dit is primair gedaan vanwege een hogere prioritering van andere behandelingen, waarbij de impact van de behandeling op de patiënt groter is vanwege het invasieve karakter van de behandeling. Secundair is deze keuze gemaakt vanwege het gebrek aan historische gegevens binnen de deelnemende centra. In een latere fase van Meetbaar Beter zal aan de hand van de methodologie beoordeeld worden of en voor welke patiëntengroep de medicamenteuze therapie onderdeel zal uitmaken van de consolidatie.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
47
2.1 Geconsolideerd atriumfibrilleren Ten gevolge van relatief beperkte beschikbaarheid van gegevens worden in dit Meetbaar Beter Boek voor de geconsolideerde uitkomstindicatoren bij de behandeling van atriumfibrilleren alleen de resultaten gepresenteerd voor de uitkomstindicator ‘30-daagse mortaliteit’. De inclusieperiode voor de rapportage over geconsolideerde uitkomsten van de behandeling van atriumfibrilleren is het jaar 2013. Uitkomstindicatoren met een langere follow-up zoals ‘trombo-embolische complicaties’ en ‘herhaalde PVI binnen 1 jaar’ komen daardoor in deze publicatie te vervallen. Voor de initiële conditie ‘type AF’ geldt dat patiënten met een eerste presentatie van ‘atriumfibrilleren’ of permanent ‘atriumfibrilleren’ zelden, en in de meeste hartcentra niet, in de analyse voorkomen.
De resultaten van de chirurgische behandeling van atriumfibrilleren worden door vijf hartcentra gepubliceerd. Het Amphia Ziekenhuis heeft niet voldoende gegevens aangeleverd voor de behandeling van atriumfibrilleren middels een catheter-PVI. De rapportage van geconsolideerde uitkomsten van atriumfibrilleren bestaat daardoor uit uitkomsten van vier hartcentra. Bij een aantal uitkomstindicatoren is dit aantal lager. In afwijking van de andere hoofdstukken in dit boek, worden in dit hoofdstuk enkel de hartcentra gepresenteerd die op minimaal één uitkomstindicator voldoende gegevens beschikbaar hebben. Patiënten met een eerste presentatie van atriumfibrilleren of permanent atriumfibrilleren komen zelden, en in de meeste hartcentra niet, in de analyse voor.
In de onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven.
Ruwe uitkomsten geconsolideerd atriumfibrilleren
30-daagse mortaliteit
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
-
-
0,0
0,0
-
-
0,6
-
-
0,6
-
-
UMCG
UMCU
In de onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven.
Compleetheid gegevens geconsolideerd atriumfibrilleren AMC Jaren
Amphia
Antonius
Catharina
2013
2013
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
2013
Uitkomstindicatoren 30-daagse mortaliteit Kwaliteit van leven
Initiële condities CHAD2DS2-VASc score Duur persisterend AF Eerdere ablatie voor AF Eerder CVA Ernstige linkerventrikeldysfunctie Grootte van het linkeratrium Mitralisklepinsufficiëntie Type AF
Legenda
48
gegevens compleet
niet voldoende gegevens beschikbaar
gegevens niet geleverd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
OLVG 2013
30-daagse mortaliteit
Geconsolideerd atriumfibrilleren -30-daagse mortaliteit CHA2DS2-VASc Score 5%
© Stichting Meetbaar Beter
4%
3%
2%
1%
Legenda
0% Antonius (n=437)
Catharina (n=306)
Isala (n=144)
OLVG (n=171)
laag <= 1 hoog 2-7
De mortaliteit binnen zowel het OLVG als Isala wordt verklaard door 1 sterfgeval.
Geconsolideerd atriumfibrilleren -30-daagse mortaliteit ernstige linkerventrikeldysfunctie 9%
© Stichting Meetbaar Beter
8%
7%
6%
5%
4%
3%
2%
1%
Legenda
0% Antonius (n=420)
Catharina (n=311)
Isala (n=152)
OLVG (n=173)
hoog > 50%
middel 30-50% laag < 30%
Geconsolideerd atriumfibrilleren -30-daagse mortaliteit type AF 8%
© Stichting Meetbaar Beter
7%
6%
5%
4%
3%
2%
Legenda
1%
0% Antonius (n=437)
Catharina (n=315)
Isala (n=144)
OLVG (n=172)
eerste AF incident
persisterend
paroxysmaal
permanent
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
49
2.2 Minimaal-invasieve chirurgische pulmonaal venen-isolatie nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden. Gezien het nog jonge karakter van deze behandeling is het echter juist van waarde om patiëntrelevante uitkomsten te monitoren en te delen, zodat deze uitkomsten een basis kunnen zijn voor verbeterprojecten waar mogelijk.
De chirurgische behandeling van atriumfibrilleren wordt nog niet in alle Nederlandse hartcentra uitgevoerd. In het Meetbaar Beter Boek publiceren vijf Nederlandse hartcentra hun resultaten. Niet alle vijf hartcentra hebben gegevens beschikbaar voor alle uitkomstindicatoren. Het Catharina Ziekenhuis en HagaZiekenhuis hebben binnen de inclusieperiode een beperkt aantal chirurgische PVI’s uitgevoerd, respectievelijk zes en vijf. Het is uniek dat resultaten van een behandeling die zich nog in een relatief vroege ontwikkelingsfase bevindt worden gepubliceerd.
Gezien de mogelijke klinische relevantie worden de resultaten van de behandeling van ‘atriumfibrilleren’ door middel van een ‘chirurgische’ PVI gesegmenteerd weergegeven voor de initiële condities ‘CHA2DS2-VASc Score’, ‘ernstige linkerventrikeldysfunctie’ en ‘obesitas’.
Vanwege het relatief beperkt aantal behandelingen in de analyse bij een aantal hartcentra dienen deze getallen met de
In de onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven.
Ruwe uitkomsten atriumfibrilleren - Minimaal-invasieve chirurgische PVI AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
30-daagse mortaliteit
-
-
0,4
0,0
-
0,0
1,5
-
-
1,1
-
-
Trombo-embolische complicaties
-
-
-
-
-
-
2,1
-
-
2,8
-
-
Bloedingscomplicaties
-
-
3,4
0,0
-
0,0
-
-
-
2,1
-
-
Herhaalde PVI binnen 1 jaar
-
-
-
-
-
-
4,3
-
-
0,0
-
-
UMCG
UMCU
In de onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven.
Compleetheid gegevens atriumfibrilleren - Minimaal-invasieve chirurgische PVI AMC Jaren
Amphia
Antonius
Catharina
2011-2013
2013
Erasmus
Haga
Isala
2013
2011-2013
MCL
MST
Uitkomstindicatoren 30-daagse mortaliteit Kwaliteit van leven Trombo-embolische complicaties Bloedingscomplicaties Herhaalde PVI binnen 1 jaar
Initiële condities CHAD2DS2-VASc score Duur persisterend AF Eerdere ablatie voor AF Eerder CVA Ernstige linkerventrikeldysfunctie Grootte van het linkeratrium Mitralisklepinsufficiëntie Obesitas Type AF
Legenda
50
gegevens compleet
niet voldoende gegevens beschikbaar
gegevens niet geleverd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
OLVG 2011-2013
30-daagse mortaliteit
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI 30-daagse mortaliteit CHA2DS2-VASc Score 8%
© Stichting Meetbaar Beter
7%
6%
5%
In het Catharina Ziekenhuis en HagaZiekenhuis is de ‘30-daags mortaliteit’ binnen een klein cohort (resp. 6 en 5 chirurgische PVI’s) 0%. In het St. Antonius Ziekenhuis, Isala en OLVG wordt de ‘30-daagse mortaliteit’ verklaard door 1 sterfgeval.
4%
3%
2%
1%
Legenda
0% Antonius (n=263)
Catharina (n=6)
Haga (n=5)
Isala (n=0)
laag <= 1 hoog 2-7
OLVG (n=95)
Bij Isala ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘CHA2DS2-VASc Score’.
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI 30-daagse mortaliteit ernstige linkerventrikeldysfunctie 18%
© Stichting Meetbaar Beter
16%
14%
12%
10%
8%
6%
4%
2%
Legenda
0% Antonius (n=0)
Catharina (n=6)
Haga (n=5)
Isala (n=68)
OLVG (n=95)
hoog > 50%
middel 30-50% laag < 30%
Bij het St. Antonius Ziekenhuis ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘ernstige linkerventrikeldysfunctie’.
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI 30-daagse mortaliteit obesitas 6%
© Stichting Meetbaar Beter
5%
4%
3%
2%
1%
Legenda 0% Antonius (n=262)
Catharina (n=6)
Haga (n=5)
Isala (n=68)
OLVG (n=95)
BMI < 18,5
BMI 18,5-24,99 BMI >= 25
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
51
Trombo-embolische complicaties
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Trombo-embolische complicaties CHA2DS2-VASc Score 18%
© Stichting Meetbaar Beter
16%
14%
De uitkomstindicator ‘Tromboembolische complicatie’ wordt in verband met beschikbaarheid van gegevens gepresenteerd voor Isala en OLVG.
12%
10%
8%
Bij Isala ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘CHA2DS2-VASc Score’.
6%
4%
2%
Legenda
0% Antonius (n=0)
Catharina (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=0)
OLVG (n=36)
laag <= 1 hoog 2-7
De uitkomsten bij Isala en OLVG worden verklaard door 1 ‘trombo-embolische complicatie’.
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Trombo-embolische complicaties ernstige linkerventrikeldysfunctie 12%
© Stichting Meetbaar Beter
10%
8%
6%
4%
2%
Legenda
0% Antonius (n=0)
Catharina (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=47)
OLVG (n=36)
hoog > 50%
middel 30-50% laag < 30%
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Trombo-embolische complicaties obesitas 35%
© Stichting Meetbaar Beter
30%
25%
20%
15%
10%
5%
Legenda
0% Antonius (n=0)
52
Catharina (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=47)
OLVG (n=36)
BMI < 18,5
BMI 18,5-24,99 BMI >= 25
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Bloedingscomplicaties
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Bloedingscomplicaties CHA2DS2-VASc Score 12%
© Stichting Meetbaar Beter
10%
Bij Isala ontbreken de gegevens voor de uitkomstindicator ‘bloedingscomplicaties’, waardoor dit hartcentrum niet is meegenomen in de analyse.
8%
6%
4%
2%
Legenda
0% Antonius (n=261)
Catharina (n=6)
Haga (n=5)
Isala (n=0)
OLVG (n=95)
laag <= 1 hoog 2-7
In het Catharina Ziekenhuis en HagaZiekenhuis zijn binnen het in omvang zeer beperkte cohort wat is meegenomen in deze analyse geen ‘bloedingscomplicaties’ waargenomen.
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Bloedingscomplicaties ernstige linkerventrikeldysfunctie 30%
© Stichting Meetbaar Beter
25%
20%
15%
10%
5%
Legenda
0% Antonius (n=234)
Catharina (n=6)
Haga (n=5)
Isala (n=0)
OLVG (n=95)
hoog > 50%
middel 30-50% laag < 30%
De uitkomst voor het segment ‘LVEF’ 30-50% is in het St. Antonius Ziekenhuis (1/32) en OLVG (2/17) gebaseerd op relatief kleine cohorten.
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Bloedingscomplicaties obesitas 12%
© Stichting Meetbaar Beter
10%
8%
6%
4%
2%
Legenda
0% Antonius (n=261)
Catharina (n=6)
Haga (n=5)
Isala (n=0)
OLVG (n=95)
BMI < 18,5
BMI 18,5-24,99 BMI >= 25
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
53
Herhaalde PVI binnen 1 jaar
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Herhaalde PVI binnen 1 jaar CHA2DS2-VASc Score Binnen de hartcentra met voldoende volledige gegevens zijn geen ‘Herhaalde PVI’s binnen 1 jaar’ waargenomen. Deze uitkomst wordt daarom niet visueel weergegeven.
De analyse is gebaseerd op de jaren 2011 en 2012. Het Catharina Ziekenhuis en HagaZiekenhuis ontbreken daardoor in de analyse. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft niet voldoende gegevens beschikbaar voor de analyse met betrekking tot de uitkomstindicator ‘herhaalde PVI binnen 1 jaar’. Bij Isala ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘CHA2DS2-VASc Score’. De uitkomsten in Isala worden bepaald door 2 herhaalde PVI’s binnen 1 jaar. En bij het OLVG is geen ‘herhaalde PVI binnen 1 jaar’ waargenomen.
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Herhaalde PVI binnen 1 jaar ernstige linkerventrikeldysfunctie 18%
© Stichting Meetbaar Beter
16%
14%
12%
10%
8%
6%
4%
2%
Legenda
0% Antonius (n=0)
Catharina (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=47)
OLVG (n=36)
hoog > 50%
middel 30-50% laag < 30%
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Herhaalde PVI binnen 1 jaar obesitas 12%
© Stichting Meetbaar Beter
100%
10%
8%
6%
4%
2%
Legenda
0% Antonius (n=0)
54
Catharina (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=47)
OLVG (n=36)
BMI < 18,5
BMI 18,5-24,99 BMI >= 25
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
2.3 Catheter pulmonaal venen-isolatie over de uitkomstindicatoren ‘trombo-embolische complicaties’ en ‘herhaalde PVI binnen 1 jaar’ omdat niet voldoende gegevens aangeleverd zijn.
Tien van de aan Meetbaar Beter deelnemende hartcentra publiceren in deze Meetbaar Beter rapportage uitkomsten van de catheter-PVI bij atriumfibrilleren. Een enorme ontwikkeling in vergelijking met het Meetbaar Beter Boek 2013.
De uitkomstindicator ‘herhaalde PVI binnen 3 jaar’ is niet opgenomen in de rapportage omdat de geїncludeerde patiënten nog niet een follow-up duur van drie jaar hebben.
De uitkomstindicatoren ‘bloedingscomplicaties’ en ‘1-jaar niet succesvol’ worden niet gepubliceerd in verband met onvoldoende consistentie tussen de datasets van de deelnemende hartcentra.
Uitkomsten worden gepresenteerd in segmentaties naar CHA2DS2VASc Score, ernstige linkerventrikeldysfunctie, en ‘type AF’. Binnen het Erasmus MC zijn geen gegevens beschikbaar voor ‘ernstige linkerventrikeldysfunctie’ en ‘type AF’ waardoor het Erasmus MC bij deze segmentaties buiten de analyse wordt gelaten.
Het Amphia Ziekenhuis en HagaZiekenhuis hebben geen gegevens met betrekking tot catheter-PVI bij atriumfibrilleren aan kunnen leveren voor het Meetbaar Beter Boek 2014. Deze hartcentra ontbreken daarom voor de rapportage over deze behandeling van atriumfibrilleren. Erasmus MC ontbreekt bij de rapportage
In de onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven.
Ruwe uitkomsten atriumfibrilleren - Catheter PVI AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
30-daagse mortaliteit
0,0
-
0,0
0,1
0,0
-
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Trombo-embolische complicaties
0,0
-
0,3
1,2
-
-
1,3
1,1
0,9
0,6
1,8
0,0
Cardiale tamponade of effusie
1,0
-
0,3
1,8
1,5
-
0,4
1,1
0,3
0,7
2,2
0,0
Herhaalde PVI binnen 1 jaar
20,0
-
21,8
26,1
-
-
20,9
16,7
29,6
14,7
28,8
13,6
In de onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven.
Compleetheid gegevens atriumfibrilleren - Catheter PVI AMC Jaren
2011-2013
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
2011-2013
2011-2013
2013
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
2011-2013
2012
2011-2013
2011-2013
2011-2013
2012-2013
Uitkomstindicatoren 30-daagse mortaliteit Kwaliteit van leven Trombo-embolische complicaties Cardiale tamponade of effusie Herhaalde PVI binnen 1 jaar
Initiële condities CHAD2DS2-VASc score Duur persisterend AF Eerdere ablatie voor AF Eerder CVA Ernstige linkerventrikeldysfunctie Grootte van het linkeratrium Mitralisklepinsufficiëntie Type AF
Legenda
gegevens compleet
niet voldoende gegevens beschikbaar
gegevens niet geleverd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
55
30-daagse mortaliteit
Atriumfibrilleren -Catheter PVI 30-daagse mortaliteit CHA2DS2-VASc Score 1%
© Stichting Meetbaar Beter
In het Catharina Ziekenhuis wordt de ‘30-daagse mortaliteit’ verklaard door 1 sterfgeval. Legenda
0% AMC (n=96)
Amphia (n=0)
Antonius (n=1066)
Catharina (n=991)
Erasmus (n=133)
Haga (n=0)
Isala (n=483)
MCL (n=90)
MST (n=373)
OLVG (n=309)
UMCG (n=276)
UMCU (n=299)
laag <= 1 hoog 2-7
Atriumfibrilleren -Catheter PVI 30-daagse mortaliteit ernstige linkerventrikeldysfunctie 1%
© Stichting Meetbaar Beter
In het Catharina Ziekenhuis wordt de ‘30-daagse mortaliteit’ verklaard door 1 sterfgeval. Legenda
0% AMC (n=95)
Amphia (n=0)
Antonius (n=990)
Catharina (n=949)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=459)
MCL (n=90)
MST (n=350)
OLVG (n=291)
UMCG (n=254)
UMCU (n=281)
hoog > 50%
middel 30-50% laag < 30%
Atriumfibrilleren -Catheter PVI 30-daagse mortaliteit type AF 2%
© Stichting Meetbaar Beter
1%
Bij het Erasmus MC ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘type AF’. Legenda 0% AMC (n=96)
56
Amphia (n=0)
Antonius (n=1047)
Catharina (n=1003)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=458)
MCL (n=89)
MST (n=369)
OLVG (n=303)
UMCG (n=276)
UMCU (n=298)
eerste AF incident
persisterend
paroxysmaal
permanent
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Kwaliteit van leven Kwaliteit van leven (SF36) Isala, Catheter PVI N = 31, respons = 69%
Gemiddelde scores
100
© Stichting Meetbaar Beter
Legenda
90
Vlak voor interventie
80
1 jaar na interventie
70
Algemene Nederlandse populatie
60 50 40 30 20 10 0
Gezondheidsdimensies
De ‘kwaliteit van leven’ van patiënten die behandeld worden met catheter PVI is gemeten binnen Isala. Dit is gedaan met de SF36-vragenlijst. De ‘kwaliteit van leven’ is gemeten vóór de interventie en één jaar na de interventie. De resultaten zijn vergeleken met de gemiddelde ‘kwaliteit van leven’ van de Nederlandse populatie.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
57
Trombo-embolische complicaties
Atriumfibrilleren -Catheter PVI Trombo-embolische complicaties CHA2DS2-VASc Score 10%
© Stichting Meetbaar Beter
9% 8% 7%
De analyse is gebaseerd op de jaren 2011 en 2012. Voor het Erasmus MC zijn onvoldoen de gegevens beschikbaar voor de uitkomstin dicator ‘trombo-embolische complicaties’ om deze op te nemen in de rapportage.
6%
De uitkomst in het UMCG en OLVG bij patiënten met een hoge ‘CHA2DS2-VASc Score’ en in Isala bij patiënten met een lage ‘CHA2DS2-VASc Score’ wordt verklaard door 1 ‘trombo-embolische complicatie’.
5% 4% 3% 2% 1%
Legenda
0% AMC (n=60)
Amphia (n=0)
Antonius (n=685)
Catharina (n=638)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=312)
MCL (n=90)
MST (n=224)
OLVG (n=177)
UMCG (n=170)
UMCU (n=147)
laag <= 1 hoog 2-7
Atriumfibrilleren -Catheter PVI Trombo-embolische complicaties ernstige linkerventrikeldysfunctie 25%
© Stichting Meetbaar Beter
20%
15%
De uitkomsten bij MCL en OLVG worden verklaard door 1 ‘trombo-embolische complicatie’. Dit geldt ook voor de uitkomsten bij respectievelijk de segmentatie van Catharina Ziekenhuis (30-50% en <30%) en UMCG (30-50%).
10%
5%
Legenda
0% AMC (n=60)
Amphia (n=0)
Antonius (n=637)
Catharina (n=603)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=303)
MCL (n=90)
MST (n=208)
OLVG (n=160)
UMCG (n=159)
UMCU (n=134)
hoog > 50%
middel 30-50% laag < 30%
Atriumfibrilleren -Catheter PVI Trombo-embolische complicaties type AF © Stichting Meetbaar Beter
8%
7%
6%
5%
De uitkomsten bij het St. Antonius Ziekenhuis, MCL, MST en OLVG worden verklaard door 1 ‘trombo-embolische complicatie’ per segment.
4%
3%
2%
1%
Legenda
0% AMC (n=60)
58
Amphia (n=0)
Antonius (n=672)
Catharina (n=643)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=291)
MCL (n=89)
MST (n=222)
OLVG (n=173)
UMCG (n=170)
UMCU (n=146)
eerste AF incident
persisterend
paroxysmaal
permanent
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Cardiale tamponade of effusie
Atriumfibrilleren -Catheter PVI Cardiale tamponade of effusie CHA2DS2-VASc Score 10%
© Stichting Meetbaar Beter
9% 8%
Binnen het UMCU is geen ‘cardiale tamponade of effusie’ waargenomen.
7% 6%
De uitkomsten in het AMC (1/33), Erasmus MC (2/75), MCL (1/46) en UMCG (2/66 bij een hoge ‘CHA2DS2-VASc Score’) zijn gebaseerd op relatief kleine patiëntgroepen.
5% 4% 3% 2% 1%
Legenda
0% AMC (n=100)
Amphia (n=0)
Antonius (n=1044)
Catharina (n=973)
Erasmus (n=133)
Haga (n=0)
Isala (n=479)
MCL (n=90)
MST (n=371)
OLVG (n=280)
UMCG (n=276)
UMCU (n=300)
laag <= 1 hoog 2-7
Atriumfibrilleren -Catheter PVI Cardiale tamponade of effusie ernstige linkerventrikeldysfunctie 18%
© Stichting Meetbaar Beter
16%
14%
Bij het Erasmus MC ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘ernstige linkerventrikeldysfunctie’.
12%
10%
8%
De uitkomsten in het Catharina Ziekenhuis (1/22 bij <30%) en MST (1/18 bij 3050%) zijn gebaseerd op relatief kleine patiëntgroepen.
6%
4%
2%
Legenda
0% AMC (n=99)
Amphia (n=0)
Antonius (n=970)
Catharina (n=930)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=456)
MCL (n=90)
MST (n=348)
OLVG (n=265)
UMCG (n=254)
UMCU (n=282)
hoog > 50%
middel 30-50% laag < 30%
Atriumfibrilleren -Catheter PVI Cardiale tamponade of effusie type AF © Stichting Meetbaar Beter
14%
12%
Bij het Erasmus MC ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘type AF’.
10%
8%
De uitkomsten bij het AMC, MCL en MST worden verklaard door 1 ‘cardiale tamponade of effusie’ in het betreffende segment.
6%
4%
2%
Legenda 0% AMC (n=100)
Amphia (n=0)
Antonius (n=1025)
Catharina (n=984)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=454)
MCL (n=89)
MST (n=367)
OLVG (n=275)
UMCG (n=276)
UMCU (n=299)
eerste AF incident
persisterend
paroxysmaal
permanent
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
59
Herhaalde PVI binnen 1 jaar Atriumfibrilleren -Catheter PVI Herhaalde PVI binnen 1 jaar 210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170 150 130
Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
110 90
De analyse is gebaseerd op de jaren 2011 en 2012. Het Erasmus MC ontbreekt daardoor in de analyse.
70 50 30 10 0
50
100 Voorspeld aantal events
150
200
Atriumfibrilleren - Catheter PVI Herhaalde PVI binnen 1 jaar CHA2DS2-VASc Score 60%
© Stichting Meetbaar Beter
In de regressie-analyse is niet gecorrigeerd voor ‘duur persisterend AF’, ‘grootte van het linkeratrium’ en ‘mitralisklepinsufficiëntie’. De criteria die gehanteerd worden om te besluiten of een initiële conditie wordt opgenomen in de regressie-analyse worden beschreven in hoofdstuk datamanagement. Voor ‘CHA2DS2VASc Score’ is niet gecorrigeerd omdat losse elementen uit de ‘CHA2DS2-VASc Score’ (deels) al in de regressie-analyse zijn meegenomen.
50%
De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, duidt op een relatief gunstig resultaat in het OLVG. De waargenomen spreiding tussen de overige centra dient gezien te worden als een natuurlijke variatie tussen de centra.
40%
30%
20%
De C-statistic is 0,59 (matig).
10%
Legenda
0% AMC (n=60)
Amphia (n=0)
Antonius (n=693)
Catharina (n=680)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=339)
MCL (n=90)
MST (n=223)
OLVG (n=177)
UMCG (n=170)
UMCU (n=147)
laag <= 1 hoog 2-7
Atriumfibrilleren -Catheter PVI Herhaalde PVI binnen 1 jaar type AF 100%
80%
© Stichting Meetbaar Beter
70%
60%
50%
40%
De uitkomst bij MST in het segment ‘permanent’ wordt verklaard door 1 patiënt.
30%
20%
10%
Legenda
0% AMC (n=60)
60
Amphia (n=0)
Antonius (n=680)
Catharina (n=685)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=314)
MCL (n=89)
MST (n=221)
OLVG (n=173)
UMCG (n=170)
UMCU (n=146)
eerste AF incident
persisterend
paroxysmaal
permanent
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Eigen foto/UMCG
Van inzicht naar verbetering Tamponades bij Catheter PVI De vaststelling van de indicatorensets voor Meetbaar Beter en de initiële dataverzameling voor de eerste rapportages maakte voor de sectie elektrofysiologie van het Catharina Ziekenhuis belangrijke informatie beschikbaar. Het aantal tamponades was voor het ambitieniveau van het Catharina Ziekenhuis te hoog. Reeds voor de Meetbaar Beter publicatie 2013 werden succesvolle maatregelen doorgevoerd welke beschreven werden in het Meetbaar Beter boek 2013. Inmiddels is het percentage tamponades in het Catharina Ziekenhuis verder afgenomen. Van 3,6% in 2011 naar 1,3% in 2012 en 0,7% in 2013.
61
Eigen foto/Catharina Ziekenhuis
3
62
AORTAKLEPLIJDEN
De aortaklep is een 3-slippige hartklep, die zich bevindt tussen de linkerkamer van het hart en de grote lichaamsslagader (aorta). De aortaklep kan bij sommige mensen gedurende het leven gaan lekken (aortaklepinsufficiëntie) of gaan vernauwen (aortaklepstenose). De aortaklepstenose is de meest voorkomende verkregen hartklepafwijking in westerse landen en komt bij mannen twee keer vaker voor dan bij vrouwen (1). Bij een ernstige aortaklepstenose (of -insufficiëntie) en daaruit voortvloeiende klachten bedraagt de gemiddelde overleving maar 2 tot 3 jaar (2). Medicatie heeft geen effect op het ziekteproces van de aortaklepstenose. Ingrijpen moet dus invasief gebeuren. De huidige richtlijnen van de European Society of Cardiology (ESC) en American College of Cardiology (ACC) adviseren chirurgische klepvervanging bij patiënten met een ernstige aortaklepstenose en klachten of een verminderde pompfunctie van het hart. De chirurg kan een biologische of mechanische hartklep implanteren. Met chirurgische klepvervanging wordt een verbetering van de overleving en klachten verkregen (3). Recente chirurgische innovaties zijn de minimaal invasieve hartklepvervanging en hechtingloze aortakleppen.
Klepchirurgie is echter niet zonder risico en dat risico neemt met name toe bij meer co-morbiditeit (4). Bij oudere patiënten zijn een verlenging van de ziekenhuisopname, noodzakelijk ontslag naar revaildatietehuis en heropname frequent complicerende factoren (5). Sedert enkele jaren kunnen patiënten met een te hoog risico voor een chirurgische klepvervanging behandeld worden met een zogenaamde percutane aortaklepvervanging (TAVI). Met deze techniek wordt via een slagader (meestal de liesslagader) of via de punt van het hart, een biologische aortaklep geplaatst. TAVI heeft de levensverwachting van mensen die voorheen niet aan hun klep geholpen konden worden, sterk verbeterd (6,7). Recente innovaties op het gebied van TAVI, zoals sterke afname in catheterdiameter en nauwkeurigere klepplaatsingsmethodes, zullen leiden tot belangrijke afname in het complicatie-risico van deze behandeling. In Nederland wordt TAVI toegepast in de ziekenhuizen met hartchirurgie. In het Hartteam wordt besloten of een patiënt in aanmerking komt voor chirurgische klepvervanging of TAVI.
1. Nkomo VT, Gardin JM, Skelton TN et al. Burden of valvular heart diseases: a population-based study. Lancet. 2006 Sep 16;368(9540):1005-11 2. Turina J, Hess O, Sepulcri F et al. Spontaneous course of aortic valve disease. Eur Heart J. 1987:471-83. 3. Bonow RO CB, Chatterjee K, de Leon AC et al. ACC/AHA 2006 practice guidelines for the management of patients with valvular heart disease: executive summary. J Am Coll Cardiol. 2006;48:598-675. 4. Alexander KP, Anstrom KJ, Muhlbaier LH et al. Outcomes of cardiac surgery in patients > or = 80 years: results from the National Cardiovascular Network. J Am Coll Cardiol. 2000;35:731-8. 5. Goodney PP, Stukel TA, Lucas FL et al. Hospital volume, length of stay, and readmission rates in high-risk surgery. Ann Surg. 2003;238:161-7. 6. Thomas M, Schymik G, Walther T et al. One-year outcomes of cohort 1 in the Edwards SAPIEN Aortic Bioprosthesis European Outcome (SOURCE) registry: the European registry of transcatheter aortic valve implantation using the Edwards SAPIEN valve. Circulation. 2011;124:425-33. 7. Tamburino C, Capodanno D, Ramondo A et al. Incidence and predictors of early and late mortality after transcatheter aortic valve implantation in 663 patients with severe aortic stenosis. Circulation. 2011;123:299-308.
In de figuren wordt voor de AVR- en TAVI-behandeling de uitkomstindicator die het hoogste in de uitkomstindicatorenhiërarchie per behandeling staat een trend weergegeven over de tijd voor alle hartcentra samen. In de analyse zijn de hartcentra meegenomen die voldoen aan de gestelde normen beschreven in het hoofdstuk Datamanagement. Voor TAVI zijn over 2009 en 2010 niet voldoende gegevens beschikbaar voor rapportage. Op de x-as staan de jaren van rapportage vermeld. Op de y-as staat de ruwe uitkomst voor alle meegenomen hartcentra samen. Aortakleplijden -AVR 120-daagse mortaliteit (totaal van alle ziekenhuizen n=10) 8%
Aortakleplijden -TAVI procedurele mortaliteit (totaal van alle ziekenhuizen n=9)
© Stichting Meetbaar Beter
8%
7%
7%
6%
6%
5%
5%
4%
4%
3%
3%
2%
2%
1%
1%
© Stichting Meetbaar Beter
0%
0% 2009
2010
2011
2012
2013
2009
2010
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
2011
2012
2013
63
Ontwikkelingen in 2014 Door drie outcomes teams is in onderlinge samenhang gewerkt aan het selecteren van patiëntrelevante uitkomstindicatoren voor patiënten met aortakleplijden. Zowel voor de operatieve (AVR), transcatheter (TAVI) als medicamenteuze behandeling zijn uitkomstindicatoren geselecteerd. De samenwerking tussen cardiologen en cardiothoracaal chirurgen rondom TAVI’s is ook in de samenstelling van en de samenwerking tussen de outcomes teams binnen Meetbaar Beter vormgegeven. Zowel een geconsolideerde set uitkomstindicatoren als een behandeling specifieke set uitkomstindicatoren voor AVR en TAVI zijn geselecteerd en gevalideerd door internationale experts. De medicamenteuze behandeling is in 2014 buiten de rapportage gelaten vanwege de impact van de behandeling op de patiënt en de beperkte beschikbaarheid van historische gegevens. De consolidatie van uitkomsten voor patiënten met aortakleplijden is
in deze fase daarom gebaseerd op de behandeling door middel van AVR en TAVI. De uitkomstindicatoren en initiële condities voor de medicamenteuze behandeling van aortakleplijden zijn weergegeven in hoofdstuk 5 van dit boek. In een latere fase van Meetbaar Beter zal aan de hand van de methodologie beoordeeld worden of er een conservatief behandelde groep patiënten met aortakleplijden bestaat die onderdeel uit hoort te maken van de consolidatie. In 2014 publiceren elf Nederlandse hartcentra transparant patiëntrelevante resultaten van de behandeling van aortakleplijden door middel van AVR en negen centra voor TAVI. De Meetbaar Beter rapportage groeit daardoor in 2014 ook in de dimensie van het aantal veelvoorkomende hartaandoeningen waarvoor resultaten van behandelingen openbaar worden gemaakt. Dit is een sterke ontwikkeling van de beschikbaarheid van uitkomsten ten opzichte van 2013. De verbetermogelijkheden die tijdens de dataverzameling zijn vastgesteld zullen worden verwerkt in de onderhoudscyclus die eind 2014 gestart zal worden.
Hiërarchie gecombineerd voor aortakleplijden Hiërarchie
Generieke uitkomstindicatoren
Overleving
120-daagse mortaliteit Lange-termijn overleving
Mate van herstel / gezondheid
Kwaliteit van leven NYHA klasse
AVR-specifieke uitkomstindicatoren
TAVI-specifieke uitkomstindicatoren Procedurele mortaliteit 30-daagse mortaliteit
Duur van herstel / hervatting van alledaagse activiteiten Schade van de behandeling (bijwerkingen, complicaties of medische fouten)
CVA Implantatie nieuwe permanente pacemaker
Duurzaamheid van herstel of gezondheid
Overleving vrij van klepreïnterventie
Diepe sternumwondinfectie
Vasculaire complicaties
Generieke initiële condities
AVR-specifieke initiële condities
TAVI-specifieke initiële condities
Eerdere hartoperatie
Diabetes mellitus
Eerder mitraalkleplijden
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Eerdere CVA
Frailty
Geslacht
Endocarditis
STS score
Gevolgen van de behandeling op lange termijn
Leeftijd Logistische Euroscore I Nierinsufficiëntie Urgentie van de procedure
Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben meegewerkt: Dr. M. Vis (AMC), Dr. M. Bentala, Dr. P. den Heijer (Amphia Ziekenhuis), dhr. T.L. de Kroon (St. Antonius Ziekenhuis), Dr. B.R.G. Brueren, Dr. A.H.M. van Straten en Dr. D. Veldman-Schulz (Catharina Ziekenhuis).
64
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
3.1 Geconsolideerd aortakleplijden kunnen geven. Er zijn niet voldoende gegevens beschikbaar om te rapporteren over kwaliteit van leven. De inclusieperiode voor de rapportage over geconsolideerde uitkomsten van de behandeling van aortakleplijden zijn de jaren 2012 en 2013.
In 2014 hebben zeven Nederlandse hartcentra voldoende gegevens aangeleverd om de resultaten van de behandeling van aortakleplijden, onafhankelijk van de behandelstrategie AVR of TAVI, te publiceren. Het UMCU heeft geen gegevens aangeleverd met betrekking tot de AVR. Gegevens van het HagaZiekenhuis, MCL en OLVG met betrekking tot de TAVI’s ontbreken. Bij het Erasmus MC waren te veel gegevens onbekend bij AVR om consolidatie van uitkomsten voor dit hartcentrum vorm te
Gegevens met betrekking tot de ‘NYHA-klasse’ voor en na de behandeling zijn in meerdere hartcentra niet voldoende beschikbaar en is daarom als uitkomstmaat buiten de analyse gelaten.
In onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven.
Ruwe uitkomsten geconsolideerd aortakleplijden AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
120-daagse mortaliteit
7,2
4,3
6,6
5,4
-
-
4,2
-
5,0
-
8,8
-
CVA
2,6
0,2
0,8
1,6
-
-
1,0
-
0,4
-
4,2
-
-
-
-
4,5
-
-
-
-
2,9
-
-
-
UMCG
UMCU
Implantatie nieuwe permanente pacemaker
In onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven.
Compleetheid gegevens geconsolideerd aortakleplijden
Jaren
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
2012-2013
2012-2013
2012-2013
2012-2013
2012-2013
Haga
Isala
MCL
2012-2013
MST 2012-2013
OLVG
2012-2013
Uitkomstindicatoren 120-daagse mortaliteit Kwaliteit van leven CVA Implantatie nieuwe permanente pacemaker Overleving vrij van klepreïnterventie
Initiële condities Eerdere hartoperatie Ernstige linkerventrikeldysfunctie Geslacht Leeftijd Logistische Euroscore I Nierinsufficiëntie Urgentie van de procedure
Legenda
gegevens compleet
niet voldoende gegevens beschikbaar
gegevens niet geleverd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
65
120-daagse mortaliteit Geconsolideerd aortakleplijden - 120-daagse mortaliteit 210
© Stichting Meetbaar Beter
Gesta nda a rdiseerde uitkomstra tios
190 170 150 130 110
Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
90 70
De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, toont een spreiding tussen de hartcentra die duidt op natuurlijke variatie tussen de centra.
50 30 10
0
5
10
15
20
25
30
35
40
Voorspeld aantal events
De C-statistic is 0,74 (redelijk).
Geconsolideerd aortakleplijden -120-daagse mortaliteit ernstige linkerventrikeldysfunctie 70%
© Stichting Meetbaar Beter
60%
50%
40%
30%
20%
10%
Legenda
0% AMC (n=421)
Amphia (n=487)
Antonius (n=519)
Catharina (n=428)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=311)
MCL (n=0)
MST (n=283)
OLVG (n=0)
UMCG (n=284)
UMCU (n=0)
hoog > 50%
middel 30-50% laag < 30%
Geconsolideerd aortakleplijden -120-daagse mortaliteit logistische Euroscore I 45%
© Stichting Meetbaar Beter
40%
35%
30%
25%
20%
15%
10%
5%
Legenda
0% AMC (n=430)
66
Amphia (n=488)
Antonius (n=519)
Catharina (n=429)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=311)
MCL (n=0)
MST (n=283)
OLVG (n=0)
UMCG (n=284)
UMCU (n=0)
laag < 10%
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
middel 10-20% hoog > 20%
Lange-termijn overleving Geconsolideerd aortakleplijden Lange-termijn overleving 2012-2013 © Stichting Meetbaar Beter 1,0
Cumulatief overlevingspercentage
0,9
0,8
0,7
0,6
0,5 0
100
200
300
400
500
600
700
800
Overlevingstijd (dagen)
Toelichting
Legenda AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
De ‘lange-termijn overleving’ geeft de overleving van patiënten weer met een maximale follow-up duur van vijf jaar. Voor zes hartcentra zijn de gegevens voldoende compleet voor rapportage. Deze grafieken zijn gecorrigeerd voor alle initiële condities, behalve de ‘logistische Euroscore I’ (omdat enkele aparte elementen daarvan al in de regressie-analyse zitten). Het St. Antonius Ziekenhuis (p=0,01) verschilt significant in ‘lange-termijn overleving’ van het Amphia Ziekenhuis. De overige hartcentra verschillen niet significant van het Amphia Ziekenhuis.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
67
CVA
Geconsolideerd aortakleplijden -CVA ernstige linkerventrikeldysfunctie 30%
© Stichting Meetbaar Beter
25%
20%
15%
De uitkomsten in het AMC (<30%), Isala (<50%) en UMCG (<30%) worden verklaard door 1 patiënt met ‘CVA’ in een cohort van minder dan 50 patiënten.
10%
5%
Legenda
0% AMC (n=421)
Amphia (n=483)
Antonius (n=523)
Catharina (n=428)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=311)
MCL (n=0)
MST (n=283)
OLVG (n=0)
UMCG (n=284)
UMCU (n=0)
hoog > 50%
middel 30-50% laag < 30%
Geconsolideerd aortakleplijden -CVA logistische Euroscore I © Stichting Meetbaar Beter
25%
20%
15%
De uitkomsten in het AMC (>20%) en Isala (>20%) worden verklaard door respectievelijk 1 en 3 keer een patiënt met ‘CVA’ in een cohort van minder dan 50 patiënten.
10%
5%
0% AMC (n=430)
Amphia (n=)
Antonius (n=523)
Catharina (n=429)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=311)
MCL (n=0)
MST (n=283)
OLVG (n=0)
UMCG (n=284)
UMCU (n=0)
Legenda laag < 10%
middel 10-20% hoog > 20%
Geconsolideerde aortakleplijden -CVA nierinsufficiëntie 18%
© Stichting Meetbaar Beter
16%
14%
12%
10%
8%
In het AMC zijn niet voldoende gegevens beschikbaar voor de ‘initiële conditie nierinsufficiëntie’ om meegenomen te worden in de rapportage.
6%
4%
2%
0% AMC (n=0)
Amphia (n=484)
Antonius (n=523)
Catharina (n=428)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=311)
MCL (n=0)
MST (n=283)
OLVG (n=0)
UMCG (n=284)
UMCU (n=0)
Legenda
geen nierinsufficiëntie nierinsufficiëntie
68
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Overleving vrij van klepreïnterventie Geconsolideerd aortakleplijden Overleving vrij van klepreïnterventie 2012-2013 © Stichting Meetbaar Beter 1,00 0,99
Cumulatief overlevingspercentage
0,98 0,97 0,96 0,95 0,94 0,93 0,92 0,91 0,90 0
100
200
300
400
500
600
700
800
Overlevingstijd (dagen)
Toelichting
Legenda AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
De ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ geeft de overleving weer van de patiënt vrij van een nieuwe interventie aan de aortaklep met een maximale follow-up duur van vijf jaar. Voor drie hartcentra zijn voldoende gegevens beschikbaar om de ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ te rapporteren. Binnen de overlevingsanalyse is gecorrigeerd voor alle losse initiële condities. Hoe vlakker de lijn loopt, hoe minder patiënten een klepreïnterventie hebben ondergaan in de periode na de klepreïnterventie. De binnen deze analyse waargenomen verschillen tussen de hartcentra in ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ zijn niet statistisch significant.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
69
Implantatie nieuwe permanente pacemaker Geconsolideerd aortakleplijden -Implantatie nieuwe permanente pacemaker 210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170 150 130
Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
110 90 70 50 30 10 0
5
10
15 Voorspeld aantal events
20
25
30
Geconsolideerd aortakleplijden -Implantatie nieuwe permanente pacemaker leeftijd 14%
© Stichting Meetbaar Beter
12%
Alleen van het Catharina Ziekenhuis en MST zijn voldoende gegevens beschikbaar voor een geconsolideerde regressie-analyse van ‘de implantatie van een nieuwe permanente pacemaker’. Op de ‘logistische Euroscore I’ na, zijn alle initiële condities meegenomen in de regressie-analyse voor het maken van deze funnelplot. De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, toont een spreiding tussen de hartcentra die duidt op natuurlijke variatie tussen de centra. De C-statistic is 0,70 (redelijk).
10%
8%
6%
4%
2%
Legenda
0% AMC (n=0)
Amphia (n=0)
Antonius (n=0)
Catharina (n=421)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=0)
MCL (n=0)
MST (n=281)
OLVG (n=0)
UMCG (n=0)
UMCU (n=0)
< 65
75-84
65-74
>= 85
Geconsolideerd aortakleplijden -Implantatie nieuwe permanente pacemaker nierinsufficiëntie 14%
© Stichting Meetbaar Beter
12%
10%
8%
6%
4%
2%
Legenda
0% AMC (n=0)
70
Amphia (n=0)
Antonius (n=0)
Catharina (n=420)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=0)
MCL (n=0)
MST (n=281)
OLVG (n=0)
UMCG (n=0)
UMCU (n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
geen nierinsufficiëntie nierinsufficiëntie
3.2 Aortaklepvervanging MC waren te veel gegevens onbekend. Voor het AMC en het HagaZiekenhuis geldt dat alleen gegevens beschikbaar zijn voor 2012 en 2013. En voor het MCL en UMCG zijn gegevens geleverd voor de jaren 2011-2013.
Elf Nederlandse hartcentra publiceren in dit Meetbaar Beter Boek de resultaten van de behandeling van aortakleplijden door middel van AVR. De transparantie rondom resultaten van zorg voor hartpatiënten ontwikkelt zich daarmee binnen Meetbaar Beter in 2014 verder door. De uitkomstindicator ‘NYHA-klasse’ voor en na de interventie wordt in verband met beperkte beschikbaarheid van gegevens niet opgenomen in de rapportage. De volledigheid van gegevens is dusdanig dat alle initiële condities zijn meegenomen in de regressie-analyse. Het UMCU heeft geen gegevens aangeleverd met betrekking tot AVR en bij het Erasmus
Bij de uitkomstindicator ‘implantatie nieuwe permanente pacemaker’ hebben het Catharina Ziekenhuis, het HagaZiekenhuis, en het MST in voldoende mate voldaan aan de vastgestelde eisen met betrekking tot een sluitende follow-up van patiënten.
In onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven.
Ruwe uitkomsten aortakleplijden - AVR AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
120-daagse mortaliteit
3,9
2,7
2,6
3,1
-
1,4
3,2
2,4
2,8
3,5
3,3
-
Diepe sternumwondinfectie
0,5
0,2
-
0,7
-
-
0,2
0,0
0,4
0,8
0,4
-
CVA
1,0
0,1
1,1
1,2
-
1,4
1,0
1,0
1,1
1,2
1,1
-
-
-
-
1,2
-
0,0
-
-
2,4
-
-
-
UMCU
Implantatie nieuwe permanente pacemaker
In onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven.
Compleetheid gegevens aortakleplijden - AVR
Jaren
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
2012-2013
2009-2013
2009-2013
2009-2013
2009-2013
2012-2013
2009-2013
2011-2013
2009-2013
2009-2013
2011-2013
Uitkomstindicatoren 120-daagse mortaliteit Kwaliteit van leven Diepe sternumwondinfectie CVA Implantatie nieuwe permanente pacemaker
2013
Overleving vrij van klepreïnterventie
Initiële condities Diabetes mellitus Eerdere CVA Eerdere hartoperatie Endocarditis
2013
Ernstige linkerventrikeldysfunctie Geslacht Leeftijd Logistische Euroscore I Nierinsufficiëntie Urgentie van de procedure
Legenda
gegevens compleet
niet voldoende gegevens beschikbaar
gegevens niet geleverd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
71
120-daagse mortaliteit
Aortakleplijden -AVR 120-daagse mortaliteit endocarditis 90%
© Stichting Meetbaar Beter
80%
70%
60%
50%
40%
De mortaliteit in het segment met een aanwezige ‘endocarditis’ is in alle hartcentra gebaseerd op relatief kleine cohorten (<30 patiënten).
30%
20%
10%
Legenda
0% AMC (n=207)
Amphia (n=919)
Antonius (n=798)
Catharina (n=688)
Erasmus (n=0)
Haga (n=47)
Isala (n=601)
MCL (n=208)
MST (n=763)
OLVG (n=509)
UMCG (n=257)
UMCU (n=0)
geen endocarditis
< 3wk behandeld met AB endocarditis, overig
Aortakleplijden -AVR 120-daagse mortaliteit ernstige linkerventrikeldysfunctie 60%
© Stichting Meetbaar Beter
50%
40%
30%
De mortaliteit in het segment met een ‘LVEF’ <30% is in alle hartcentra gebaseerd op relatief kleine cohorten (<30 patiënten).
20%
10%
Legenda
0% AMC (n=207)
Amphia (n=919)
Antonius (n=799)
Catharina (n=685)
Erasmus (n=0)
Haga (n=141)
Isala (n=601)
MCL (n=208)
MST (n=763)
OLVG (n=509)
UMCG (n=264)
UMCU (n=0)
hoog > 50%
middel 30-50% laag < 30%
Aortakleplijden -AVR 120-daagse mortaliteit logistische Euroscore I 60%
© Stichting Meetbaar Beter
50%
40%
30%
De mortaliteit in het segment met een ‘logistische Euroscore I’ >20% is in alle hartcentra gebaseerd op relatief kleine cohorten (<60 patiënten).
20%
10%
Legenda
0% AMC (n=207)
72
Amphia (n=920)
Antonius (n=799)
Catharina (n=688)
Erasmus (n=0)
Haga (n=141)
Isala (n=601)
MCL (n=208)
MST (n=762)
OLVG (n=509)
UMCG (n=271)
UMCU (n=0)
laag < 10%
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
middel 10-20% hoog > 20%
Lange-termijn overleving Aortakleplijden - AVR Lange-termijn overleving 2009-2013
Aortakleplijden - AVR Lange-termijn overleving 2012-2013
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,9
0,9 Cumulatief overlevingspercentage
Cumulatief overlevingspercentage
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,8
0,7
0,8
0,7
0,6
0,6
0,5
0,5 0
500
1000
1500
2000
0
100
200
300
400
500
600
700
800
Overlevingstijd (dagen)
Overlevingstijd (dagen)
Toelichting De ‘lange-termijn overleving’ geeft de overleving van patiënten weer met een maximale follow-up duur van 5 jaar. Omdat niet alle hartcentra deze gegevens beschikbaar hebben, is de lange termijn-overleving in twee grafieken weergegeven. De eerste grafiek toont de overlevingscurven voor de volledige periode van 2009-2013. In deze weergave waren zes van de twaalf hartcentra in staat om mee te rapporteren. In de tweede grafiek is dezelfde overlevingscurve weergegeven voor de periode 2012-2013, waarbij negen hartcentra in de rapportage zijn meegenomen. Deze grafieken zijn gecorrigeerd voor alle initiële condities, behalve de ‘logistische Euroscore I’ (omdat enkele aparte elementen daarvan al in de regressie-analyse zitten).
Legenda AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
Analyse 2009-2013: St. Antonius Ziekenhuis (p=0,04), MST (p<0,02) en OLVG (p< 0,03) verschillen significant in ‘lange-termijn overleving’ van het Catharina Ziekenhuis. De overige hartcentra verschillen niet significant van het Catharina Ziekenhuis. Analyse 2012-2013: De binnen deze analyse waargenomen verschillen tussen de hartcentra in ‘lange-termijn overleving’ zijn niet statistisch significant.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
73
Kwaliteit van leven 1 jaar na AVR Kwaliteit van leven (SF36) Catharina, AVR N = 222, respons = 42%
Gemiddelde scores
100
© Stichting Meetbaar Beter
Legenda
90
Vlak voor interventie
80
1 jaar na interventie
70
Algemene Nederlandse populatie
60 50 40 30
De ‘kwaliteit van leven’ van patiënten die behandeld worden met AVR is gemeten door het Catharina Ziekenhuis en Isala. Dit is bij beiden gedaan met de SF36vragenlijst. De ‘kwaliteit van leven’ is gemeten vóór de interventie en één jaar na de interventie. De resultaten zijn vergeleken met de gemiddelde ‘kwaliteit van leven’ van de Nederlandse populatie.
20 10 0
Gezondheidsdimensies
Kwaliteit van leven (SF36) Isala, AVR N = 333, respons = 79% 100
© Stichting Meetbaar Beter
90
Gemiddelde scores
80 70 60 50 40 30 20 10 0
Gezondheidsdimensies
74
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Diepe sternumwondinfectie
Aortakleplijden -AVR Diepe sternumwondinfectie diabetes mellitus 7%
© Stichting Meetbaar Beter
Binnen het St. Antonius Ziekenhuis en het HagaZiekenhuis zijn niet voldoende gegevens beschikbaar over het voorkomen van ‘diepe sternumwondinfectie’ waardoor zij niet meegenomen worden in de analyse. Bij het MCL zijn geen ‘diepe sternumwondinfecties’ waargenomen.
6%
5%
4%
3%
2%
Bij het UMCG ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘diabetes mellitus’.
1%
Legenda
0% AMC (n=207)
Amphia (n=920)
Antonius (n=0)
Catharina (n=688)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=601)
MCL (n=208)
MST (n=756)
OLVG (n=513)
UMCG (n=0)
geen diabetes mellitus
UMCU (n=0)
diabetes mellitus
Aortakleplijden -AVR Diepe sternumwondinfectie eerdere hartoperatie © Stichting Meetbaar Beter
5%
4%
De uitkomsten in het segment van patiënten met een ‘eerdere hartoperatie’ worden bij het Amphia Ziekenhuis en MST bepaald door 1 patiënt met een ‘diepe sternumwondinfectie’.
3%
2%
1%
Legenda 0% AMC (n=207)
Amphia (n=920)
Antonius (n=0)
Catharina (n=689)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=602)
MCL (n=208)
MST (n=756)
OLVG (n=513)
UMCG (n=257)
UMCU (n=0)
geen eerdere hartoperatie eerdere hartoperatie
Aortakleplijden -AVR Diepe sternumwondinfectie leeftijd © Stichting Meetbaar Beter
5%
4%
3%
2%
Legenda
1%
< 55
65-74
55-64
>= 75
0% AMC (n=207)
Amphia (n=920)
Antonius (n=0)
Catharina (n=689)
Erasmus (n=0)
Haga (n=0)
Isala (n=602)
MCL (n=208)
MST (n=756)
OLVG (n=513)
UMCG (n=271)
UMCU (n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
75
CVA
Aortakleplijden -AVR CVA eerdere hartoperatie © Stichting Meetbaar Beter
14%
12%
10%
8%
De uitkomsten in het segment van patiënten met een ‘eerdere hartoperatie’ zijn gebaseerd op een cohort tot maximaal 75 patiënten per hartcentrum.
6%
4%
2%
Legenda 0% AMC (n=207)
Amphia (n=920)
Antonius (n=811)
Catharina (n=689)
Erasmus (n=0)
Haga (n=141)
Isala (n=602)
MCL (n=208)
MST (n=764)
OLVG (n=513)
UMCG (n=257)
UMCU (n=0)
geen eerdere hartoperatie eerdere hartoperatie
Aortakleplijden -AVR CVA endocarditis 40%
© Stichting Meetbaar Beter
35%
30%
25%
20%
De uitkomsten in de segmenten met ‘endocarditis’ zijn in alle hartcentra gebaseerd op 1 of maximaal 2 waargenomen CVA’s.
15%
10%
5%
Legenda
0% AMC (n=207)
Amphia (n=919)
Antonius (n=810)
Catharina (n=688)
Erasmus (n=0)
Haga (n=47)
Isala (n=602)
MCL (n=208)
MST (n=764)
OLVG (n=513)
UMCG (n=257)
UMCU (n=0)
geen endocarditis
< 3wk behandeld met AB endocarditis, overig
Aortakleplijden -AVR CVA logistische Euroscore I 35%
© Stichting Meetbaar Beter
30%
25%
20%
15%
De uitkomsten in de segmenten met een ‘logistische Euroscore I’ >20% zijn gebaseerd op een relatief klein cohort patiënten (<60).
10%
5%
Legenda
0% AMC (n=207)
76
Amphia (n=920)
Antonius (n=811)
Catharina (n=688)
Erasmus (n=0)
Haga (n=141)
Isala (n=602)
MCL (n=208)
MST (n=763)
OLVG (n=513)
UMCG (n=271)
UMCU (n=0)
laag < 10%
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
middel 10-20% hoog > 20%
Implantatie nieuwe permanente pacemaker
Aortakleplijden -AVR Implantatie nieuwe permanente pacemaker diabetes mellitus 5%
© Stichting Meetbaar Beter
4%
Binnen de verzamelde gegevens (n=46) is in het HagaZiekenhuis is geen ‘implantatie van permanente pacemaker’ waargenomen.
3%
2%
1%
Legenda
0% AMC (n=0)
Amphia (n=0)
Antonius (n=0)
Catharina (n=668)
Erasmus (n=0)
Haga (n=46)
Isala (n=0)
MCL (n=0)
MST (n=756)
OLVG (n=0)
UMCG (n=0)
UMCU (n=0)
geen diabetes mellitus diabetes mellitus
Aortakleplijden -AVR Implantatie nieuwe permanente pacemaker endocarditis 30%
© Stichting Meetbaar Beter
25%
20%
15%
In het Catharina Ziekenhuis en MST is 1 ‘implantatie van permanente pacemaker’ waargenomen in de patiëntengroep met ‘endocarditis’.
10%
5%
Legenda
0% AMC (n=0)
Amphia (n=0)
Antonius (n=0)
Catharina (n=668)
Erasmus (n=0)
Haga (n=46)
Isala (n=0)
MCL (n=0)
MST (n=756)
OLVG (n=0)
UMCG (n=0)
UMCU (n=0)
geen endocarditis
< 3wk behandeld met AB endocarditis, overig
Aortakleplijden -AVR Implantatie nieuwe permanente pacemaker leeftijd 8%
© Stichting Meetbaar Beter
7%
6%
5%
Binnen het Catharina Ziekenhuis en MST zijn in de jongste leeftijdscategorie 1 respectievelijk 2 patiënten met een ‘implantatie van permanente pacemaker’ waargenomen.
4%
3%
2%
1%
Legenda
0% AMC (n=0)
Amphia (n=0)
Antonius (n=0)
Catharina (n=669)
Erasmus (n=0)
Haga (n=46)
Isala (n=0)
MCL (n=0)
MST (n=756)
OLVG (n=0)
UMCG (n=0)
UMCU (n=0)
< 55
65-74
55-64
>= 75
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
77
Overleving vrij van klepreïnterventie Aortakleplijden - AVR Overleving vrij van klepreïnterventie 2009-2013 © Stichting Meetbaar Beter
1,00 0,99
0,99
0,98
0,98
0,97 0,96 0,95 0,94 0,93
0,97 0,96 0,95 0,94 0,93
0,92
0,92
0,91
0,91
0,90
0,90 0
100
200
300
400
© Stichting Meetbaar Beter
1,00
Cumulatief overlevingspercentage
Cumulatief overlevingspercentage
Aortakleplijden - AVR Overleving vrij van klepreïnterventie 2009-2013
0
100
200
300
400
500
600
700
800
Overlevingstijd (dagen)
Overlevingstijd (dagen)
Aortakleplijden - AVR Overleving vrij van klepreïnterventie 2012-2013 © Stichting Meetbaar Beter
1,00
Toelichting
0,99
Cumulatief overlevingspercentage
0,98 0,97 0,96 0,95 0,94 0,93 0,92 0,91 0,90 0
100
200
300
400
500
Overlevingstijd (dagen)
Legenda AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
78
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
600
700
800
De ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ geeft de overleving weer van de patiënt vrij van een nieuwe interventie aan de aortaklep met een maximale follow-up duur van vijf jaar. De gegevens met betrekking tot ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ zijn niet in alle hartcentra in gelijke mate beschikbaar. Daarom is de ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ in drie grafieken weergegeven. Voor MST zijn gegevens beschikbaar over 2009-2013, waarbij er maximaal 1 jaar follow-up is voor de geïncludeerde patiënten getoond in eerste figuur. De tweede grafiek toont de curven voor de volledige periode van 2009-2013. In deze weergave waren twee van de twaalf hartcentra in staat om mee te rapporteren. In de derde grafiek is dezelfde overlevingscurve weergegeven voor de periode 2012-2013, waarbij vier hartcentra (Catharina Ziekenhuis, HagaZiekenhuis, Isala en MCL) in de rapportage zijn meegenomen. Binnen de overlevingsanalyse is gecorrigeerd voor alle losse initiële condities (exclusief ‘logistische Euroscore I’, omdat enkele aparte elementen daarvan al in de regressie-analyse zitten). Hoe vlakker de lijn loopt, hoe minder patiënten een klepreïnterventie hebben ondergaan in de periode na een AVR. Analyse 2009-2013: Het Catharina Ziekenhuis (p=0,009) verschilt significant in ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ van Isala. Analyse 2012-2013: De binnen deze analyse waargenomen verschillen tussen de hartcentra in ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ zijn niet statistisch significant.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Eigen foto/AMC
Van inzicht naar verbetering
Mortaliteit na AVR Op basis van inzichten in resultaten van behandelingen zoals die worden uitgevoerd in het Catharina Ziekenhuis, en de ambitie om een zo goed mogelijke kwaliteit van zorg te leveren, zijn er verbeteringen doorgevoerd in het zorgproces voor de operatieve patiënt, waaronder AVR patiënten. Het hartteam is verder versterkt doordat alle patiënten met een klepprobleem worden besproken in een specifiek kleppenteam waaraan altijd een imaging cardioloog deelneemt. Voor hoog risico patiënten is er aanvullend een overleg waarbij een (cardioloog-) intensivist aanwezig is. Op de pré-operatieve polikliniek is de rol van het senior staflid uitgebreid. Complexe patiënten worden voor de operatie waar nodig uitgebreider voorbehandeld om het hart bij aanvang van de operatie in een optimale conditie te hebben. Tot slot is de rol van de cardioloog(-intensivist) in het post-operatieve proces verder uitgebreid en is op verschillende niveau’s het dedication-principe verder doorgevoerd. Deze verbeteringen hebben geleid tot een daling van de ruwe mortaliteit bij AVR patiënten van 2,5% naar 1,1 %.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
79
3.3 Transkatheter aortaklepimplantatie cohort van patiënten. Bij hen dient, zoals ook bij het UMCG (n=182), mogelijk rekening gehouden te worden met de zogenaamde leercurve van een nieuwe behandeling bij de interpretatie van deze gegevens. De uitkomstindicator ‘NYHAklasse’ voor en na de interventie ontbreekt in de rapportage vanwege te veel missende gegevens in alle hartcentra. Voor de initiële condities ‘STS score’ en ‘frailty’ zijn onvoldoende gegevens beschikbaar om deze op te nemen in de rapportage.
Uitkomsten van de behandeling van aortakleplijden door middel van TAVI worden in het Meetbaar Beter Boek 2014 gepresenteerd door negen Nederlandse hartcentra. Mede gezien het innovatieve karakter van deze behandeling is deze uitbreiding van de Meetbaar Beter rapportage een unieke ontwikkeling. Van het HagaZiekenhuis, MCL en het OLVG zijn niet voldoende gegevens beschikbaar voor rapportage. Isala (n=49) en MST (n=23) zijn in 2012 gestart met TAVI-procedures en zijn in de rapportage opgenomen met een relatief klein
In onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven.
Ruwe uitkomsten aortakleplijden - TAVI AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
2,4
1,3
2,8
3,2
2,2
-
0,0
-
8,7
-
3,9
2,9
30-daagse mortaliteit
9,5
7,1
10,6
8,3
6,5
-
4,1
-
13,0
-
13,7
7,7
Vasculaire complicaties
14,8
4,0
8,9
11,2
18,8
-
2,0
-
26,1
-
11,6
22,5
CVA
4,2
2,7
1,3
2,6
4,4
-
4,1
-
4,4
-
8,2
4,4
Implantatie nieuwe permanente pacemaker
6,4
12,3
-
10,9
21,2
-
10,2
-
4,4
-
18,7
9,2
UMCG
UMCU
2011-2013
2009-2013
Procedurele mortaliteit
In onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven.
Compleetheid gegevens aortakleplijden - TAVI
Jaren
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
2009-2013
2009-2013
2009-2013
2009-2013
2009-2013
Haga
Isala
MCL
2012-2013
MST 2012-2013
Uitkomstindicatoren Procedurele mortaliteit 30-daagse mortaliteit Kwaliteit van leven Vasculaire complicaties CVA Implantatie nieuwe permanente pacemaker Overleving vrij van klepreïnterventie
Initiële condities Eerdere hartoperatie Eerder mitraalkleplijden Ernstige linkerventrikeldysfunctie Frailty Geslacht Leeftijd Logistische Euroscore I Nierinsufficiëntie STS score Urgentie van de procedure
Legenda
80
gegevens compleet
niet voldoende gegevens beschikbaar
gegevens niet geleverd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
OLVG
Procedurele en 30-daagse mortaliteit
Aortakleplijden -TAVI procedurele en 30-daagse mortaliteit 30%
© Stichting Meetbaar Beter
25%
20%
De verhouding tussen de ‘procedurele mortaliteit’ en de ‘30-daagse mortaliteit’ wordt, vanwege het korte tijdsinterval en de hoge patiëntrelevantie, aanvullend gepresenteerd in een geïntegreerde grafiek.
15%
10%
5%
Legenda
0% AMC (n=452)
Amphia (n=226)
Antonius (n=471)
Catharina (n=313)
Erasmus (n=321)
Haga (n=0)
Isala (n=49)
MCL (n=0)
MST (n=23)
OLVG (n=0)
UMCG (n=182)
UMCU (n=272)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
procedurele mortaliteit 30-daagse mortaliteit
81
Procedurele mortaliteit
Aortakleplijden -TAVI Procedurele mortaliteit eerdere hartoperatie 45%
© Stichting Meetbaar Beter
40%
Binnen Isala is geen sterfgeval waarge nomen binnen het geïncludeerde cohort.
35%
30%
25%
20%
Bij MST is 1 sterfgeval waargenomen in de patiëntengroep met een eerdere hartoperatie.
15%
10%
Legenda
5%
geen eerdere hartoperatie
0% AMC (n=447)
Amphia (n=226)
Antonius (n=471)
Catharina (n=313)
Erasmus (n=321)
Haga (n=0)
Isala (n=49)
MCL (n=0)
MST (n=23)
OLVG (n=0)
UMCG (n=182)
UMCU (n=272)
eerdere hartoperatie
Aortakleplijden -TAVI Procedurele mortaliteit eerder mitraalkleplijden 50%
20%
© Stichting Meetbaar Beter
18% 16% 14% 12% 10%
De mortaliteit bij MST in het segment met ‘eerder mitraalkleplijden’ wordt verklaard door 1 sterfgeval.
8% 6% 4%
Legenda
2%
eerder mitraalkleplijden
0% AMC (n=445)
Amphia (n=221)
Antonius (n=471)
Catharina (n=308)
Erasmus (n=321)
Haga (n=0)
Isala (n=49)
MCL (n=0)
MST (n=23)
OLVG (n=0)
UMCG (n=182)
UMCU (n=262)
geen eerder mitraalkleplijden
Aortakleplijden -TAVI Procedurele mortaliteit urgentie van de procedure 100%
20%
© Stichting Meetbaar Beter
18% 16% 14% 12% 10% 8%
De procedurele mortaliteit binnen MST in het segment ‘opgenomen’ wordt verklaard door 1 sterfgeval.
6% 4% 2%
Legenda
0% AMC (n=435)
82
Amphia (n=224)
Antonius (n=471)
Catharina (n=313)
Erasmus (n=321)
Haga (n=0)
Isala (n=49)
MCL (n=0)
MST (n=23)
OLVG (n=0)
UMCG (n=182)
UMCU (n=251)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
gepland opgenomen
30-daagse mortaliteit Aortakleplijden -TAVI 30-daagse mortaliteit 210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170 150 130
Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
110 90
De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, duidt in de richting van een relatief ongunstige uitkomst in het UMCG. De overige verschillen tussen de hartcentra duiden op natuurlijke variatie.
70 50 30 10 0
10
20 30 Voorspeld aantal events
40
50
De C-statistic is 0,62 (matig).
Aortakleplijden -TAVI 30-daagse mortaliteit ernstige linkerventrikeldysfunctie 60%
© Stichting Meetbaar Beter
50%
40%
30%
20%
10%
Legenda
0% AMC (n=442)
Amphia (n=220)
Antonius (n=471)
Catharina (n=305)
Erasmus (n=321)
Haga (n=0)
Isala (n=49)
MCL (n=0)
MST (n=23)
OLVG (n=0)
UMCG (n=182)
UMCU (n=272)
> 50%
30-50% < 30%
Aortakleplijden -TAVI 30-daagse mortaliteit logistische Euroscore I 40%
© Stichting Meetbaar Beter
35%
30%
25%
20%
15%
10%
5%
Legenda
0% AMC (n=451)
Amphia (n=226)
Antonius (n=471)
Catharina (n=312)
Erasmus (n=321)
Haga (n=0)
Isala (n=49)
MCL (n=0)
MST (n=23)
OLVG (n=0)
UMCG (n=182)
UMCU (n=272)
laag < 10%
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
middel 10-20% hoog > 20%
83
Lange-termijn overleving Aortakleplijden - TAVI Lange-termijn overleving 2009-2013
Aortakleplijden - TAVI Lange-termijn overleving 2012-2013
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,8
0,9 Cumulatief overlevingspercentage
Cumulatief overlevingspercentage
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,6
0,4
0,8
0,7
0,2
0,6
0,0
0,5 0
500
1000
1500
2000
0
100
200
300
400
500
600
700
800
Overlevingstijd (dagen)
Overlevingstijd (dagen)
Toelichting De ‘lange-termijn overleving’ geeft de overleving van patiënten weer met een maximale follow-up duur van vijf jaar. Omdat niet alle ziekenhuizen deze gegevens beschikbaar hebben, is de ‘langetermijn overleving’ in twee grafieken weergegeven. De eerste grafiek toont de overlevingscurven voor de volledige periode van 2009-2013. In deze analyse zijn zes hartcentra meegenomen. In de tweede grafiek is dezelfde overlevingscurve weergegeven voor de periode 2012-2013. In deze analyse zijn negen hartcentra meegenomen. Deze grafieken zijn gecorrigeerd voor alle initiële condities, behalve de ‘logistische Euroscore I’ (omdat enkele aparte elementen daarvan al in de regressie-analyse zitten).
Legenda AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
84
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
Analyse 2009-2013: Het St. Antonius Ziekenhuis (p=0,01) verschilt significant in ‘lange-termijn overleving’ van het Catharina Ziekenhuis. De overige hartcentra verschillen niet significant van het Catharina Ziekenhuis. Analyse 2012-2013: Het St. Antonius Ziekenhuis (p=0,03), MST (p=0,04) en UMCG (p=0,04) verschillen significant in ‘langetermijn overleving’ van UMCU. De overige hartcentra verschillen niet significant van het UMCU.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Vasculaire complicaties Aortakleplijden -TAVI Vasculaire complicaties 210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170 150 130
Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
110 90 70 50 30 10 0
10
20
30 Voorspeld aantal events
40
50
60
De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, duidt in de richting van een relatief gunstige uitkomst in het Amphia Ziekenhuis en St. Antonius Ziekenhuis en een relatief ongunstige uitkomst in het UMCU en Erasmus MC. De overige variatie tussen de centra duidt op natuurlijke variatie. De C-statistic is 0,60 (matig).
Aortakleplijden -TAVI Vasculaire complicaties eerder mitraalkleplijden 50%
45%
© Stichting Meetbaar Beter
40%
35%
30%
25%
20%
De uitkomst bij MST in het segment ‘eerder mitraalkleplijden’ wordt verklaard door 1 vasculaire complicatie.
15%
10%
Legenda
5%
geen eerder mitraalkleplijden
0% AMC (n=445)
Amphia (n=221)
Antonius (n=471)
Catharina (n=308)
Erasmus (n=320)
Haga (n=0)
Isala (n=49)
MCL (n=0)
MST (n=23)
OLVG (n=0)
UMCG (n=181)
UMCU (n=261)
eerder mitraalkleplijden
Aortakleplijden -TAVI Vasculaire complicaties geslacht 80%
© Stichting Meetbaar Beter
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
Legenda
0% AMC (n=450)
Amphia (n=227)
Antonius (n=471)
Catharina (n=313)
Erasmus (n=320)
Haga (n=0)
Isala (n=49)
MCL (n=0)
MST (n=23)
OLVG (n=0)
UMCG (n=181)
UMCU (n=271)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
man vrouw
85
CVA
Aortakleplijden -TAVI CVA geslacht 40%
© Stichting Meetbaar Beter
35%
30%
25%
20%
De uitkomst bij het Amphia Ziekenhuis, Isala en MST in het segment ‘man’ en bij Isala in het segment ‘vrouw’ wordt verklaard door 1 CVA.
15%
10%
5%
Legenda
0% AMC (n=450)
Amphia (n=220)
Antonius (n=471)
Catharina (n=313)
Erasmus (n=319)
Haga (n=0)
Isala (n=49)
MCL (n=0)
MST (n=23)
OLVG (n=0)
UMCG (n=182)
UMCU (n=272)
man vrouw
Aortakleplijden -TAVI CVA nierinsufficiëntie 40%
© Stichting Meetbaar Beter
35%
30%
25%
20%
15%
De uitkomst bij MST in het segment ‘geen nierinsufficiëntie’ wordt verklaard door 1 CVA.
10%
5%
0% AMC (n=447)
Amphia (n=220)
Antonius (n=471)
Catharina (n=311)
Erasmus (n=313)
Haga (n=0)
Isala (n=49)
MCL (n=0)
MST (n=23)
OLVG (n=0)
UMCG (n=182)
UMCU (n=270)
Legenda
geen nierinsufficiëntie nierinsufficiëntie
Aortakleplijden -TAVI CVA urgentie van de procedure 50%
© Stichting Meetbaar Beter
45% 40% 35% 30% 25%
De uitkomst bij AMC, Amphia Ziekenhuis, St. Antonius Ziekenhuis en UMCU in het segment ‘opgenomen patiënten’ wordt bepaald door respectievelijk 6, 1, 1 en 2 CVA’s in dit segment.
20% 15% 10% 5% 0% AMC (n=435)
Amphia (n=217)
Antonius (n=471)
Catharina (n=313)
Erasmus (n=319)
Haga (n=0)
Isala (n=49)
MCL (n=0)
MST (n=23)
OLVG (n=0)
UMCG (n=182)
UMCU (n=281)
Legenda
gepland opgenomen
86
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Implantatie nieuwe permanente pacemaker Aortakleplijden -TAVI Implantatie nieuwe permanente pacemaker 210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170 150 130
Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
110 90 70 50 30 10 0
10
20
30 Voorspeld aantal events
40
50
60
Het St. Antonius Ziekenhuis ontbreekt in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens. De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, duidt in de richting van een relatief gunstige uitkomst in het AMC en een relatief ongunstige uitkomst in het UMCG en Erasmus MC. De overige variatie tussen de centra duidt op natuurlijke variatie. De C-statistic is 0,62 (matig).
Aortakleplijden -TAVI Implantatie nieuwe permanente pacemaker eerder mitraalkleplijden 50%
45%
© Stichting Meetbaar Beter
40%
35%
30%
25%
De uitkomst bij MST in het segment ‘eerder mitraalkleplijden’ wordt verklaard door 1 ‘implantatie van een permanente pacemaker’.
20%
15%
10%
Legenda
5%
geen eerder mitraalkleplijden
0% AMC (n=444)
Amphia (n=216)
Antonius (n=0)
Catharina (n=308)
Erasmus (n=321)
Haga (n=0)
Isala (n=49)
MCL (n=0)
MST (n=23)
OLVG (n=0)
UMCG (n=182)
UMCU (n=262)
eerder mitraalkleplijden
Aortakleplijden -TAVI Implantatie nieuwe permanente pacemaker leeftijd 45%
© Stichting Meetbaar Beter
40%
35%
30%
25%
20%
15%
10%
5%
0% AMC (n=451)
Amphia (n=220)
Antonius (n=0)
Catharina (n=313)
Erasmus (n=321)
Haga (n=0)
Isala (n=49)
MCL (n=0)
MST (n=23)
OLVG (n=0)
UMCG (n=182)
UMCU (n=272)
Legenda
75-84
<75
>=85
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
87
Overleving vrij van klepreïnterventie Aortakleplijden - TAVI Overleving vrij van klepreïnterventie 2009-2013 © Stichting Meetbaar Beter
1,00 0,99
Cumulatief overlevingspercentage
0,98 0,97 0,96 0,95 0,94 0,93 0,92 0,91 0,90 0
500
1000
1500
2000
Overlevingstijd (dagen)
Toelichting De ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ geeft de overleving weer van de patiënt vrij van een nieuwe interventie aan de aortaklep met een maximale follow-up duur van vijf jaar. De gegevens met betrekking tot ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ na TAVI is in drie hartcentra (AMC, Catharina Ziekenhuis en UMCU) voldoende beschikbaar voor rapportage.
Legenda AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
88
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
Binnen de overlevingsanalyse is gecorrigeerd voor alle losse initiële condities (exclusief ‘logistische Euroscore I’, omdat enkele aparte elementen daarvan al in de regressie-analyse zitten). Hoe vlakker de lijn loopt, hoe minder patiënten een klepreïnterventie hebben ondergaan in de periode na een TAVI. Binnen deze analyse zijn geen statistisch significante verschillen waargenomen.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Daadwerkelijk en structureel verbeteren
“
Ga met alle hartcentra staan voor de beste zorg tegen de beste prijs. Maak je hard voor transparantie van uitkomsten, samen met patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars. Zo creëren we samen transparante en houdbare verbeterzorg.
”
Prof. dr. Robbert Huijsman MBA Senior Manager Kwaliteit & Innovatie Divisie Zorg & Gezondheid van Achmea Leiden Bijzonder hoogleraar Management & Organisatie van de Ouderenzorg Instituut Beleid & Management Gezondheidszorg, Erasmus Universiteit Rotterdam
H
art voor transparantie, dat is het unieke van de stichting Meetbaar Beter. De aangesloten hartcentra werken gezamenlijk hard aan het inzichtelijk maken en verbeteren van de uitkomsten van behandelingen bij hartproblemen. Helaas doen nog niet alle hartcentra mee, daar zou Meetbaar Beter zich hard voor moeten maken! Meetbaar Beter is inspirerend en doorloopt heldere stappen: 1) uitkomstindicatoren ontwikkelen 2) resultaten van behandelingen meten 3) uitkomsten op ziekenhuisniveau transparant maken 4) ziekenhuizen bespreken uitkomsten onderling om van elkaar te leren. Alleen zo kan de kwaliteit van zorg continu verbeteren. Daarbij hoort nog een vijfde stap: informeer de patiënten over de zorguitkomsten. Waarom wachten totdat álle informatie voor álle ziekenhuizen hónderd percent beschikbaar is?! Ziekenhuizen die al wel zo ver zijn, zoeken de transparantie eerder op. Bijvoorbeeld met toegankelijke infographics voor patiënten met coronairlijden. Dat zal anderen inspireren snel te volgen. Achmea werkt via haar programma Kwaliteit van Zorg van harte samen met Meetbaar Beter, want coronairlijden treft
in Nederland meer dan 700.000 mensen en jaarlijks worden ruim 11.000 bypassoperaties en 45.000 dotterbehandelingen uitgevoerd. Dat zijn grote aantallen, met een enorme impact op patiënten en hun sociale- en werkomgeving, op de zorgkosten maar ook de verzuimkosten bij werkgevers. Voor het verbeteren van de kwaliteit van zorg zet Achmea in op structurele samenwerking met het zorgveld. Daarbij ligt de focus op uitkomstindicatoren, als operationalisatie van toegevoegde waarde vanuit de theorie van Value Based Healthcare. Zo kunnen we de best mogelijke toegevoegde waarde tegen de meest aantrekkelijke prijs realiseren. Goede uitkomstindicatoren vanuit primaire bronregistraties, met kortcyclische feedback, werken in de verbetercyclus als signaalindicatoren voor verbetering en innovatie van onderliggende processen en structuren. Zo luidt althans de filosofie en nu worden in Nederland de eerste resultaten realiteit. Meetbaar Beter kan haar prachtige ontwikkelfunctie nog krachtiger inzetten door deze lijn verder op te pakken. Zijn we al zo ver dat added value kan worden ingekocht, bijvoorbeeld via prestatiecontractering? Ga met alle hartcentra staan voor de beste zorg tegen de beste prijs. Maak je hard voor transparantie van uitkomsten, samen met patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars. Zo creëren we samen transparante en houdbare verbeterzorg. Meetbaar Beter kan daarin één van de inspirerende koplopers worden. 89
Eigen foto/Afdeling cardiologie UMCU
4 90
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden
Bij patiënten met zowel afwijkingen van de aortaklep als van de kransslagaderen (coronairarteriën) bestaat de mogelijkheid om beide aandoeningen te behandelen door middel van een gecombineerde operatie waarbij de aortaklep wordt vervangen en er 1 of meerdere kransslagaderomleidingen worden gemaakt. Deze uitgebreide operatie is in de meeste gevallen risicovol; studies tonen aan dat het risico op overlijden groter is dan de risico’s van de afzonderlijke ingrepen bij elkaar opgeteld. (1-4) Vaak hebben deze patiënten meer comorbiditeiten zoals perifeer vaatlijden, diabetes en hypertensie. Ook is de leeftijd vaak hoger dan in de afzonderlijke groepen. Er is een trend om deze patiënten te opereren voordat er schade ontstaat aan de hartspier (4).
Het vervangen van de aortaklep nadat in het verleden een bypassoperatie (CABG) heeft plaatsgevonden (re-operatie) gaat gepaard met een hoger risico op complicaties. Het wordt derhalve aangeraden de aortaklep vroeger te vervangen dan wanneer het om geïsoleerd aortakleplijden zou gaan, als de patient al geopereerd moet worden aan de kransslagaders. (5) Natuurlijk zal individuele risico-inschatting doorslaggevend zijn in de keuze voor het al dan niet verrichten van deze combinatie ingreep. (6) Ook andere technieken worden verder ontwikkeld om hoog risico groep patienten succesvol te behandelen zoals percutane aortaklepplaatsing (TAVI) gecombineerd met stentplaatsing in de vernauwde kransslagader(s) (PCI).
1 Website Nederlandse vereniging voor thoraxchirurgie http://www.nvtnet. nl/?page_id=10. 2 Kasimir MT, Bialy J, Moidl R, Simon-Kupilik N, Mittlböck M, Hiesmayr M, Wolner E, Simon P: EuroSCORE predicts mid-term outcome after combined valve and coronary bypasssurgery. J Heart Valve Dis 2004, 13:439-43. 3 Kurlansky PA, Williams DB, Traad EA, Carrillo RG, Schor JS, Zucker M, Ebra G: The influence of coronary artery disease on quality of life after mechanical valve replacement. J Heart Valve Dis 2004, 13:260-71. 4 Bridgewater B, Kinsman R, Walton P, Gummert J, Kappetein AP: The 4th European Association for Cardio-Thoracic Surgery adult cardiac surgery database report. Interact Cardiovasc Thorac Surg 2011, 12:4-5. 4 Beach J, et al “Coronary artery disease and outcomes of aortic valve replacement for severe aortic stenosis” J Am Coll Cardiol 2013; 61: 837-848. 5 Smith WT 4th, Ferguson TB Jr, Ryan T, Landolfo CK, Peterson ED. Should coronary artery bypass graft surgery patients with mild or moderate aortic stenosis undergo concomitant aortic valve replacement? A decision analysis approach to the surgical dilemma. J Am Coll Cardiol 2004;44:1241 – 1247. 6 Guidelines on the management of valvular heart disease (version 2012), European Heart Journal (2012) 33, 2451-2496.
In de figuur wordt voor de medische behandeling CABG + AVR de uitkomstindicator die het hoogste in de uitkomstindicatorenhiërarchie staat een trend weergegeven over de tijd voor alle hartcentra samen. In de analyse zijn de hartcentra meegenomen die voldoen aan de gestelde normen beschreven in het hoofdstuk datamanagement. Op de x-as staan de jaren van rapportage vermeld. Op de y-as staat de ruwe uitkomst voor alle meegenomen hartcentra samen. Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR 30-daagse mortaliteit (totaal van alle ziekenhuizen n=10) 8%
© Stichting Meetbaar Beter
7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% 2009
2010
2011
2012
2013
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
91
Ontwikkelingen in 2014 Het outcome team CABG + AVR heeft, in nauwe samenwerking met de outcome teams CABG en AVR, een selectie gemaakt van de meest patiëntrelevante uitkomstindicatoren voor patiënten die behandeld worden door een gecombineerde CABG + AVR operatie. De patiëntengroep die een gecombineerde CABG +
AVR operatie ondergaat vanwege gecombineerd coronairlijden en aortakleplijden, is binnen de Meetbaar Beter systematiek een unieke groep. Het is de eerste medische conditie die bestaat uit een combinatie van pathologieën waarvoor patiëntrelevante uitkomstindicatoren zijn geselecteerd aan de hand van de binnen Meetbaar Beter gehanteerde methodologie.
Hiërarchie gecombineerd voor CABG + AVR Hiërarchie
CABG + AVR uitkomstindicatoren
Overleving
30-daagse mortaliteit 120-daagse mortaliteit
Mate van herstel / gezondheid
Kwaliteit van leven
Duur van herstel / hervatting van alledaagse activiteiten Schade van de behandeling (bijwerkingen, complicaties of medische fouten)
CVA Bloedtransfusie nodig
Duurzaamheid van herstel of gezondheid
Overleving vrij van reïnterventie
Gevolgen van de behandeling op lange termijn CABG + AVR initiële condities Atriumfibrilleren Chronische longziekte Diabetes mellitus Geslacht Leeftijd Logistische Euroscore I Nierinsufficiëntie Recent myocardinfarct
Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben meegewerkt: Dr. G.J. Brandon Bravo Bruinsma (Isala), dhr. J. Koster en dhr. T. W. Waterbolk (UMCG).
92
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
4.1 CABG + AVR ‘30-daagse mortaliteit ‘en de initiële condities (behalve ‘atriumfibrilleren’) voldoende beschikbaar voor de analyse. Bij de overige uitkomstindicatoren is het Erasmus MC, vanwege onvolledige gegevens, buiten de analyse gelaten. Het UMCG is niet meegenomen in de regressie-analyses vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot ‘atriumfibrilleren’, ‘diabetes mellitus’ en ‘recent myocardinfarct’.
De uitkomsten van deze gecombineerde behandeling zijn in de Meetbaar Beter rapportage 2014 voor het eerst opgenomen. Elf Nederlandse hartcentra presenteren in deze rapportage volledig transparant de resultaten van de geleverde zorg. Het UMCU heeft geen gegevens aangeleverd voor de patiëntengroep met gecombineerd coronairlijden en aortakleplijden. Voor het Erasmus MC zijn de gegevens met betrekking tot de
In onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven.
Ruwe uitkomsten gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
30-daagse mortaliteit
4,4
3,8
3,8
4,8
1,8
6,4
1,8
5,2
4,5
2,0
3,0
-
120-daagse mortaliteit
5,1
5,0
6,8
6,6
-
9,2
4,0
7,0
9,2
2,6
4,2
-
CVA
1,5
0,5
2,6
3,4
-
2,8
1,8
1,7
0,2
1,3
1,2
-
-
43,6
54,5
31,9
-
54,5
27,1
53,6
43,5
63,6
40,4
-
UMCU
Bloedtransfusie nodig
In onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven.
Compleetheid gegevens gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR
Jaren
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
2012-2013
2009-2013
2011-2013
2009-2013
2009-2013
2012-2013
2009-2013
2011-2013
2009-2013
2009-2013
2011-2013
Uitkomstindicatoren 30-daagse mortaliteit 120-daagse mortaliteit Kwaliteit van leven CVA Bloedtransfusie nodig Overleving vrij van reïnterventie
Initiële condities Atriumfibrilleren
2013
Chronische longziekte Diabetes mellitus Geslacht Leeftijd Logistische Euroscore I Nierinsufficiëntie Recent myocardinfarct
Legenda
gegevens compleet
niet voldoende gegevens beschikbaar
gegevens niet geleverd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
93
30-daagse mortaliteit
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR 30-daagse mortaliteit chronische longziekte 30%
© Stichting Meetbaar Beter
25%
20%
15%
10%
5%
Legenda geen chronische longziekte
0% AMC (n=137)
Amphia (n=637)
Antonius (n=338)
Catharina (n=502)
Erasmus (n=224)
Haga (n=109)
Isala (n=506)
MCL (n=172)
MST (n=444)
OLVG (n=308)
UMCG (n=166)
UMCU (n=0)
chronische longziekte
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR 30-daagse mortaliteit logistische Euroscore I © Stichting Meetbaar Beter
56%
50%
40%
30%
Het segment ‘logistische Euroscore I’ >20% bestaat enkel in het Amphia Ziekenhuis (n=78) en Isala (n=56) uit patiëntengroepen met een omvang groter dan 30 patiënten.
20%
10%
Legenda
0% AMC (n=136)
Amphia (n=637)
Antonius (n=339)
Catharina (n=502)
Erasmus (n=224)
Haga (n=109)
Isala (n=506)
MCL (n=172)
MST (n=444)
OLVG (n=308)
UMCG (n=166)
UMCU (n=0)
laag < 10%
middel 10-20% hoog > 20%
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR 30-daagse mortaliteit nierinsufficiëntie 30%
© Stichting Meetbaar Beter
25%
20%
15%
10%
Bij het AMC ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘nierinsufficiëntie’.
5%
Legenda
0% AMC (n=0)
94
Amphia (n=637)
Antonius (n=339)
Catharina (n=496)
Erasmus (n=224)
Haga (n=109)
Isala (n=506)
MCL (n=172)
MST (n=444)
OLVG (n=307)
UMCG (n=166)
UMCU (n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
geen nierinsufficiëntie nierinsufficiëntie
120-daagse mortaliteit Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden CABG + AVR 120-daagse mortaliteit 210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170 150 130
Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
110
Bij het AMC ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘nierinsufficiëntie’.
90 70 50 30 10 0
10
20 30 Voorspeld aantal events
40
50
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR 120-daagse mortaliteit logistische Euroscore I 56%
De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, duidt in de richting van een relatief gunstige uitkomst in het OLVG en een relatief ongunstige uitkomst in het MST. De overige variatie tussen de centra duidt op natuurlijke variatie. De C-statistic is 0,67 (matig).
© Stichting Meetbaar Beter
50%
40%
30%
De uitkomsten in het segment ‘logistische Euroscore I’ >20% in het AMC, HagaZiekenhuis, MCL, OLVG en UMCG zijn berekend binnen een patiëntengroep van minder dan 20 patiënten.
20%
10%
Legenda
0% AMC (n=136)
Amphia (n=637)
Antonius (n=339)
Catharina (n=502)
Erasmus (n=0)
Haga (n=109)
Isala (n=506)
MCL (n=172)
MST (n=444)
OLVG (n=308)
UMCG (n=166)
UMCU (n=0)
laag < 10%
middel 10-20% hoog > 20%
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR 120-daagse mortaliteit nierinsufficiëntie 35%
© Stichting Meetbaar Beter
30%
25%
20%
15%
10%
Bij het AMC ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘nierinsufficiëntie’.
5%
Legenda
0% AMC (n=0)
Amphia (n=637)
Antonius (n=339)
Catharina (n=496)
Erasmus (n=0)
Haga (n=109)
Isala (n=506)
MCL (n=172)
MST (n=444)
OLVG (n=307)
UMCG (n=166)
UMCU (n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
geen nierinsufficiëntie nierinsufficiëntie
95
Kwaliteit van leven Kwaliteit van leven (SF36) Catharina, CABG + AVR N = 181, respons = 47%
Gemiddelde scores
100
© Stichting Meetbaar Beter
Legenda
90
Vlak voor interventie
80
1 jaar na interventie
70
Algemene Nederlandse populatie
60 50 40 30
De ‘kwaliteit van leven’ van patiënten die behandeld worden met CABG + AVR is gemeten door het Catharina Ziekenhuis en Isala. Dit is bij beiden gedaan met de SF36-vragenlijst. De ‘kwaliteit van leven’ is gemeten vóór de interventie en één jaar na de interventie. De resultaten zijn vergeleken met de gemiddelde ‘kwaliteit van leven’ van de Nederlandse populatie.
20 10 0
Gezondheidsdimensies
Kwaliteit van leven (SF36) Isala, CABG + AVR N = 374, respons = 72% 100
© Stichting Meetbaar Beter
90
Gemiddelde scores
80 70 60 50 40 30 20 10 0
Gezondheidsdimensies
96
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Bloedtransfusie nodig Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden CABG + AVR Bloedtransfusie nodig 210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170 150 130
Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
110
Het AMC is niet meegenomen in de analyses met betrekking tot de uitkomstindicator ‘bloedtransfusie nodig’, in verband met het ontbreken van de betreffende gegevens.
90 70 50 30 10 0
50
100
150 Voorspeld aantal events
200
250
300
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR Bloedtransfusie nodig geslacht 100%
De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, duidt in de richting van een relatief gunstige uitkomst in het Catharina Ziekenhuis en Isala en een relatief ongunstige uitkomst in het St. Antonius Ziekenhuis en OLVG. De overige variatie tussen de centra duidt op natuurlijke variatie.
© Stichting Meetbaar Beter
De C-statistic is 0,68 (matig).
90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% AMC (n=0)
Amphia (n=637)
Antonius (n=343)
Catharina (n=504)
Erasmus (n=0)
Haga (n=33)
Isala (n=506)
MCL (n=168)
MST (n=444)
OLVG (n=308)
UMCG (n=166)
UMCU (n=0)
Legenda
man vrouw
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR Bloedtransfusie nodig recent myocardinfarct © Stichting Meetbaar Beter
120%
100%
80%
60%
Bij het UMCG ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘recent myocardinfarct’.
40%
20%
Legenda 0% AMC (n=0)
Amphia (n=637)
Antonius (n=343)
Catharina (n=498)
Erasmus (n=0)
Haga (n=33)
Isala (n=506)
MCL (n=168)
MST (n=444)
OLVG (n=308)
UMCG (n=0)
UMCU (n=0)
geen recent myocardinfarct recent myocardinfarct
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
97
CVA
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR CVA diabetes mellitus 12%
© Stichting Meetbaar Beter
10%
8%
6%
4%
Bij UMCG ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘diabetes mellitus’.
2%
Legenda
0% AMC (n=137)
Amphia (n=637)
Antonius (n=343)
Catharina (n=502)
Erasmus (n=0)
Haga (n=109)
Isala (n=506)
MCL (n=172)
MST (n=443)
OLVG (n=308)
UMCG (n=0)
geen diabetes mellitus diabetes mellitus
UMCU (n=0)
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR CVA geslacht 10%
© Stichting Meetbaar Beter
9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1%
Legenda
0% AMC (n=137)
Amphia (n=637)
Antonius (n=343)
Catharina (n=504)
Erasmus (n=0)
Haga (n=109)
Isala (n=506)
MCL (n=172)
MST (n=444)
OLVG (n=308)
UMCG (n=166)
UMCU (n=0)
man vrouw
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR CVA nierinsufficiëntie 16%
© Stichting Meetbaar Beter
14%
12%
10%
8%
6%
Bij AMC ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘nierinsufficiëntie’.
4%
2%
Legenda
0% AMC (n=0)
98
Amphia (n=637)
Antonius (n=343)
Catharina (n=498)
Erasmus (n=0)
Haga (n=109)
Isala (n=506)
MCL (n=172)
MST (n=444)
OLVG (n=307)
UMCG (n=166)
UMCU (n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
geen nierinsufficiëntie nierinsufficiëntie
Overleving vrij van reïnterventie Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR Overleving vrij van reïnterventie 2009-2013 © Stichting Meetbaar Beter
1,00 0,99
0,99
0,98
0,98
0,97 0,96 0,95 0,94 0,93
0,97 0,96 0,95 0,94 0,93
0,92
0,92
0,91
0,91
0,90
0,90
0
500
1000
1500
2000
© Stichting Meetbaar Beter
1,00
Cumulatief overlevingspercentage
Cumulatief overlevingspercentage
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR Overleving vrij van reïnterventie 2012-2013
0
Overlevingstijd (dagen)
100
200
300
400
Overlevingstijd (dagen)
Toelichting
Legenda AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga
Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU
Voor het Catharina Ziekenhuis zijn voldoende gegevens beschikbaar om de uitkomstindicator ‘overleving vrij van reïnterventie’ te rapporteren voor de jaren 2009-2013. Voor Isala en MST zijn gegevens beschikbaar over 2012 en 2013, waarbij er maximaal 1 jaar follow-up is voor de geïncludeerde patiënten. Binnen de overlevingsanalyse is gecorrigeerd voor alle losse initiële condities (exclusief ‘logistische Euroscore I’). Hoe vlakker de lijn loopt, hoe minder patiënten een reïnterventie hebben ondergaan in de periode na een CABG + AVR. Analyse 2012-2013 (maximaal 1 jaar follow-up): de binnen deze analyse waargenomen verschillen tussen de hartcentra in ‘overleving vrij van reïnterventie’ zijn niet statistisch significant.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
99
De mens centraal
“
Meetbaar Beter: gestart vanuit de professionals, maar met oog voor uitkomsten die relevant zijn voor patiënten.
”
Prof. dr. Diana Delnoij Hoofd Kwaliteitsinstituut Diemen Bijzonder hoogleraar Transparantie in de zorg vanuit patiëntenperspectief Universiteit van Tilburg Tilburg
H
et Kwaliteitsinstituut wil burgers helpen bij het beantwoorden van twee belangrijke vragen: wat is goede zorg bij mijn aandoening(en) of ondersteuningsbehoefte? En waar vind ik goede zorg? Wij hebben wettelijke bevoegdheden gekregen om te zorgen dat de burger antwoord op die vragen krijgt, bijvoorbeeld doordat we in uiterste gevallen zelf opdracht kunnen geven voor de ontwikkeling van een kwaliteitsstandaard die beschrijft wat goede zorg is en doordat we de verplichting tot het publiceren van kwaliteitsinformatie kunnen opleggen, zodat we de burger kunnen helpen bij het vinden van goede zorg. Als professionals, gedreven door nieuwsgierigheid en de wil om te verbeteren, zelf aan de slag gaan om uit te zoeken wat voor welke patiënt goede zorg is en als die professionals de verantwoordelijkheid voelen om de uitkomsten van die zorg openbaar te maken, dan hoeft het Kwaliteitsinstituut zijn wettelijke instrumenten niet in te zetten. Dat zien we natuurlijk veel liever. Meetbaar Beter is zo’n initiatief: gestart vanuit de professionals, maar met oog voor uitkomsten die relevant zijn voor patiënten. Omdat de uitkomsten relevant zijn voor patiënten mogen die ook meteen meekijken hoe de verschillende centra het doen.
100
Meetbaar Beter is begonnen in twee centra, maar inmiddels uitgebreid tot 12 van de 16 Nederlandse hartcentra. Nog 4 te gaan en dan heeft de hartpatiënt écht een volledig overzicht. Dat juichen wij van harte toe, want in de lijst van indicatoren die ziekenhuizen aan ons loket op www.zorginzicht.nl moeten aanleveren, ontbreken tot nu toe indicatoren met betrekking tot hartziekten. Dat kan eigenlijk niet. We hebben het tenslotte over doodsoorzaak nummer 2. Hebben we als overheid verder nog iets te wensen? Nou, er zijn nog wel een paar zaken die wij belangrijk vinden. Zo zou het bijvoorbeeld mooi zijn als de kennis die binnen Meetbaar Beter wordt opgedaan over wat bij welk type hartpatiënt goede zorg is, snel zijn weg vindt naar de diverse richtlijnen en vooral ook terecht komt in patiëntenfolders en keuzehulpen. Daarbij is uitleg over de effecten op kwaliteit van leven essentieel. Het is goed dat Meetbaar Beter ook daar inzicht in biedt, want het gaat niet alleen om overleven en ook niet alleen om het verhelpen van de hartkwaal. De mens als geheel moet centraal staan.
Seismografische transformatie van de gezondheidszorg
“
Zonder twijfel helpt Meetbaar Beter mee aan één van de belangrijkste en meest betekenisvolle stappen die genomen moeten worden in de sterk veranderde zorg van vandaag.
”
Prof. dr. Daniel W. Hommes MD Professor of Medicine University of California, Los Angeles Los Angeles, USA
Z
onder twijfel helpt Meetbaar Beter mee aan één van de belangrijkste en meest betekenisvolle stappen die genomen moeten worden in de sterk veranderde zorg van vandaag. Niets kan veranderd worden zonder het eerst meetbaar te maken. Het succes van dit initiatief kan alleen maar groter worden als meer centra en stakeholders zich aan gaan sluiten bij dit initiatief. Maar niet alleen zorgverleners moeten zich aangesproken voelen, maar juist ook zorgverzekeraars, overheden en de biomedische industrie. Een groot dilemma van de huidige kwaliteitsinitiatieven in de zorg is het feit dat dit vaak gepaard gaat met stijgende kosten. Dit kan verklaard worden door een toenemend aantal verrichtingen, het aanschaffen van nieuwe apparatuur of informatietechnologie, ofwel door het implementeren van nieuwe zorgprocessen. Deze processen worden niet vaak afgewogen tegen de uiteindelijke individuele gezondheidswinst. In de VS wordt er hard gewerkt aan soortgelijke initiatieven. Geïnspireerd op hetzelfde gedachtegoed als Meetbaar Beter hebben wij binnen UCLA het zgn “Value-Quotient” of “vQ”-model ontwikkeld. Binnen het model, dat in 2011 is geïntroduceerd, worden individuele gezondheidswinst en geassocieerde kosten direct gekoppeld. Om dit mogelijk te maken is een geavanceerde IT infrastructuur gekoppeld aan het electronisch medisch dossier met
applicaties voor patiënten, zorgverleners en verzekeraars. Het is essentieel gebleken om verzekeraars direct te laten deelnemen aan het proces, niet in de laatste plaats vanwege het feit dat historische verzekeringsdata belangrijk voorspellend vermogen hebben in het inschatten van het toekomstige gezondheidsrisico. Het UCLA vQ-model staat enorm in de belangstelling en wordt nu over 16 chronische ziektebeelden uitgerold waaronder atriumfibrilleren. Binnen het model voor atriumfibrilleren speelt de ketenzorg een belangrijke rol. Het model geeft inzicht in de organisatie en praktische uitrol van in hoge mate gecoördineerde zorg waarbij alle betrokkenen uit de keten een duidelijke rol en verantwoordelijkheid hebben en via technologie aan elkaar gekoppeld worden. De uiteindelijk behaalde gezondheidswinst gekoppeld aan een reductie in zorgkosten levert uiteindelijk zorgbesparingen op die gezamenlijk kunnen worden aangewend. Denk hierbij aan een zorgpremie reductie voor de participerende patiënt, of een prestatiebonus voor de participerende zorgverlener. In de VS is dit onder ‘Obama-care’ mogelijk gemaakt via het zgn. “shared-saving” zorgcontract. UCLA zal de komende jaren samen met Meetbaar Beter initiatieven ontwikkelen om methodieken te vergelijken en tot praktijkgerichte toepassingen te komen.
101
Pieter Crucq/AMC
5 102
Deelnemende hartcentra aan het woord
Het Academisch Medisch Centrum (AMC) en zijn Hartcentrum zijn internationaal erkend voor prestaties op het gebied van complexe cardiovasculaire zorg, opleiding en onderzoek. Dit betekent ook dat alle zorg - ook de relatief eenvoudige - van een goede kwaliteit is en ook patiëntvriendelijk moet zijn. Door de veelheid van taken en de grote hoeveelheid medewerkers is dit niet steeds gemakkelijk te realiseren. Daarom vragen wij niet alleen veel inzet van onze artsen maar ook van onze verpleegkundigen en richten wij al onze aandacht op veiligheid en patiëntvriendelijkheid. Zo doet het AMC mee aan het JCI accreditatieprogramma en wordt gewerkt met specialisten die door de ernst van de ziekte riskante interventies moeten uitvoeren, maar dit steeds verantwoord en veilig doen. Het programma Meetbaar Beter maakt het mogelijk om de resultaten van deze inspanning te vergelijken en ook te leren van slimme oplossingen bedacht in andere ziekenhuizen. Meetbaar Beter geeft ook de mogelijkheid om instrumenten te ontwikkelen om die kwaliteit voor een goede prijs te leveren en te toetsen. Het AMC Hartcentrum maakt zich vooral sterk dat de kennis van Meetbaar Beter met patiënten kan worden gedeeld en hen helpt bij het kiezen van voor hen de beste en veiligste behandeling.
De afdeling interventiecardiologie van het Amphia Ziekenhuis Breda doet voor het tweede jaar mee met Meetbaar Beter. Tot onze voldoening hebben wij thans de gegevens van onze dotterbehandelingen (PCI-data) grotendeels compleet kunnen aanleveren. Hiervoor is bijzonder veel werk verzet door onze projectleider en datamanager. Een enorme hoeveelheid gegevens is door een groep medisch studenten uit Antwerpen, met grote inzet en veel enthousiasme, ingevoerd in nieuwe databases. Hoe de PCI-uitkomsten zullen zijn, na bewerking volgens de Meetbaar Beter systematiek, weten wij op dit moment van schrijven nog niet. Wel hebben wij een goede indruk van de ruwe data. Een angiografisch succespercentage van 95% en een éénjaars mortaliteit van 3,6% zijn uitstekende cijfers voor een hartcentrum met regionale verwijzingsfunctie. Voor TAVI (hartklepvervanging via catheters, meestal via de lies) zijn voor het eerst gegevens verzameld voor Meetbaar Beter. Uit wetenschappelijke studie en registraties blijkt dat wereldwijd de uitkomsten van deze, relatief nieuwe ingreep, jaarlijks beter worden. Ook in het Amphia zien we een sterke daling van het aantal complicaties in 2013. Er was geen sterfte tijdens de ingreep en de ziekenhuisopname. Het belangrijke getal van éénmaands mortaliteit bedroeg 2%, hetgeen zeer laag is voor een dergelijke ingreep in een hoog-risico patiëntengroep met een gemiddelde leeftijd van boven de 80 jaar. Bij de interventiecardiologie heeft het Meetbaar Beter project tot een bewustwording geleid dat kwaliteitsindicatoren een belangrijke bijdrage leveren aan het verbeteren van de patiëntenzorg. De inspanningen die hier voor nodig zijn, leveren ook daadwerkelijk een toegevoegde waarde. Tijdens onze deelname aan Meetbaar Beter hebben we gezien en geleerd dat het registreren en het aanleveren van gegevens een hele klus is. Hier zijn al een aantal verbeteracties uit voort gekomen, zoals onder andere het verbeteren van onze systemen. We zorgen er ook voor dat we ieder jaar meer gegevens kunnen aanleveren. Zo lag vorig jaar onze focus met name op het CABG gedeelte. Zoals in het bovenstaande stuk geschreven, hebben we dit jaar een enorme slag kunnen slaan met onze PCI en TAVI gegevens. Voor volgend jaar zullen ook de elektrofysiologie gegevens aan de orde komen. Naast het aanleveren van gegevens, zijn we er ook bewust van geworden dat het van belang is om een juiste follow-up op te zetten. We zullen hier per 1 januari mee gaan starten, waardoor we een beter inzicht zullen gaan krijgen in het verdere verloop en herstel van onze patiënten. Door Meetbaar Beter krijgen we een beter inzicht in onze kwaliteit van zorg en kunnen we ons blijven verbeteren.
103
Hartcentrum Het St. Antonius Hartcentrum (SAH) is een hoogstaand hart behandelcentrum met een internationale reputatie. Onze topspecialisten streven, samen met de de andere Nederlandse Hartcentra, naar de best mogelijke behandeling van hartklachten en -aandoeningen. Het SAH staat bekend om de toepassing en ontwikkeling van de nieuwste behandelmethoden, zoals de hartoorsluiting, percutane mitralisklep clipping en minimaal invasieve hartchirurgie. Daarbij is wetenschappelijk onderzoek onmisbaar. Het hartcentrum heeft een eigen afdeling voor onder zoek naar nieuwe, verbeterde behandelingen van hartpatiënten. Motivatie Het SAH is mede-initiatiefnemer van Meetbaar Beter. Wij geloven sterk in het concept van het verbeteren van uitkomstindicatoren en (werk)processen door kwantitatief en kwalitatief inzicht te krijgen in uitkomstindicatoren. Verbeteracties Binnen het SAH is het afgelopen jaar veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van gegevensverzamelingen en procesbeschrijving. Er is een kwaliteitscommissie ingesteld voor het SAH die tweewekelijks bijeenkomt. Bovendien worden concrete stappen genomen om een geavanceerd Cardiologisch Informatie Systeem aan te schaffen, zodat uitkomstindicatoren beter gemonitord kunnen worden. De uitkomsten van Meetbaar Beter worden ook meegenomen als belangrijke gegevens binnen de zorgketen van samenwerkende verwijzende centra en ons hartcentrum. Zo werd tijdens het Meetbaar Beter intern event van 2 juli 2014 aan andere hartcentra getoond, wat het SAH heeft gedaan om het aantal diepe sternumwondinfecties verder te beperken. Het digitaliseren van de hartteambesprekingen en automatiseren van diverse planbureaus (ok, ptca, ritme etc) binnen het SAH is in volle gang en we hopen begin 2016 van start te gaan met een nieuw systeem waarbij patiëntenbespreking efficiënter verloopt en waarbij verwijzers hun patiënten kunnen volgen in de wachtlijst en het plantraject.
104
Het project Meetbaar Beter begint sinds 2013 aantoonbaar haar vruchten af te werpen in het Catharina Ziekenhuis, één van de initiatiefnemers van Meetbaar Beter, cardioloog Tim Simmers over de inmiddels opgestarte verbetercyclus: “Meetbaar Beter verandert onze manier van werken en de manier waarop wij naar onze uitkomsten kijken. Er worden nieuwe mogelijkheden gecreëerd om deze uitkomsten te verbeteren ten behoeve van de patiënt.” Een speciaal ingerichte kwaliteitsdatabase die wordt beheerd door hiervoor aangestelde en getrainde verpleegkundigen vormt de basis van deze kwaliteitscyclus. De Commissie Kwaliteit van het hartcentrum definieert aandachtspunten voor nader onderzoek en mogelijke verbetermaatregelen aan de hand van inzichten in uitkomsten. Onderzoek toonde o.a. aan dat de mortaliteitscijfers en in stenttromboses na PCI op uitstekend niveau zijn, ook in vergelijking met internationale literatuur. Verbeteracties werden succesvol doorgevoerd om tamponades als complicatie bij PVI’s te voorkomen. In 2014 is het percentage tamponades daardoor teruggebracht tot bijna 0%. Binnen de cardiochirurgie zijn verdere verbeteringen doorgevoerd in de zorgketen voor patiënten die een klepoperatie moeten ondergaan. Pre-operatief is een speciaal kleppenteam gestart met vaste deelname van een imaging cardioloog, interventiecardioloog, hartchirurg en anesthesioloogintensivist. De organisatie van de pre-operatieve poli en de rol van de cardioloog intensivist op de IC en cardiochirurgische verpleegafdeling zijn versterkt. Daarnaast wordt een aantal patiënten een dag voor de operatie op de IC voorbehandeld met het medicijn Levosimendan. Dit om het hart bij aanvang van de operatie in een optimale conditie te hebben. Deze proces verbeteringen hebben geresulteerd in een aansprekende verdere verbetering van de uitkomsten van het zorgproces. “De Meetbaar Beter resultaten 2014 zullen ons opnieuw inspireren om verdere verbetermogelijkheden te signaleren en door te voeren”, aldus cardiothoracaal chirurg Bart van Straten.
Na het bijwonen van het congres in november 2013 van Meetbaar Beter was het voor ons duidelijk dat het Erasmus MC ook moest participeren. In tegenstelling tot vele andere registraties waren de gerapporteerde uitkomstmaten relevant zeker gezien vanuit het perspectief van de patiënt. Geen registratie van honderden items waarvan tevoren reeds duidelijk is dat compleetheid een illusie is. Daarbij is het vergelijken van deze gegevens met andere centra iets wat de maatschappij en andere stakeholders van ons vragen. Het is een aanzet om de zorg voor al onze patiënten verder te verbeteren en optimaliseren. Hoewel rapporteren van gegevens iets is wat in wetenschappelijk onderzoek routine is bleek het aanleveren van gegevens aan Meetbaar Beter toch iets anders te zijn: definities van uitkomstmaten en initiële condities zijn vaak net anders en daardoor niet eenvoudig te vertalen en compleet aan te leveren. Deze eerste ervaring heeft ons geleerd dat we de organisatie moeten aanpassen om in 2015 complete gegevens aan te leveren. Een team van medewerkers wordt geformeerd rondom deze activiteiten met frequente rapportage naar de afdelingsleiding. De eerste stappen in deze zijn reeds gezet.
In 2003 is het Hartcentrum in het HagaZiekenhuis gestart met het doen van PCI’s en hartchirurgie. Het programma werd uitgebreid met ICD implantaties in 2009 en catheterablaties in 2011. Inmiddels werden 16000 PCI’s, 8700 hartoperaties en 1300 ablaties uitgevoerd in een stad met inwoners die bovengemiddeld veel risicofactoren hebben voor atherosclerotisch vaatlijden. Van oudsher was het risico te overlijden aan een acuut hartinfarct in de regio Den Haag ruim boven het landelijk gemiddelde. Dit heeft ertoe geleid dat we erg gemotiveerd waren om o.a. de keten van acute zorg effectief in te richten. Dit geldt in het bijzonder voor de groep van gereanimeerde patiënten, waarbij ons ziekenhuis landelijk gezien een van de grootste groepen telt. Om de kwaliteit, effectiviteit en veiligheid van de ingrepen te meten, bestonden in ons centrum diverse registraties. Omdat onze patiënten met een ziektebeeld keuze uit diverse behandelingstrategieën hebben, menen wij dat meten van aandoeningspecifieke uitkomstindicatoren de juiste manier is om de patiëntenzorg te verbeteren. Door deze indicatoren te meten komen dan ook de factoren aan het licht die betrekking hebben op de structuur van de organisatie en hoe de processen zijn ingericht. Met de organisatie en datasets van Meetbaar Beter kunnen we de uitkomstindicatoren goed meten. Hierdoor ontstaat meer zicht op de effectiviteit van onze behandelingen en op de kwaliteit hiervan en dit alles in een landelijk perspectief. Wij zijn er dan ook van overtuigd dat deze extra inzet om de gegevens te verzamelen en het evalueren van de indicatorensets de behandelingen van onze patiënten zal verbeteren.
105
“Isala zet zich in voor het optimaal herstellen, handhaven en versterken van de kwaliteit van leven van de mensen die aan haar zorg zijn toevertrouwd”. Met de methodiek van Meetbaar Beter werken we op basis van patiëntrelevante uitkomstindicatoren, op een artsgedreven én patiëntgerichte manier, aan de verbetering van kwaliteit en transparantie van zorg. Meetbaar Beter verbindt de uitkomstindicatoren en de initiële medische condities van de patiënt waardoor inzicht in de kwaliteit van medisch handelen ontstaat en de resultaten hiervan voor de patiënt transparant worden. De resultaten van de rapportage helpen de juiste keuzes te maken om de kwaliteit van onze zorg verder te verbeteren en daarmee de kwaliteit van leven van onze patiënten positief te beïnvloeden. Het actief volgen van patiënten na een ingreep zal in de toekomst verder worden uitgebreid om nog beter de lange-termijn effecten van een behandeling op de kwaliteit van leven inzichtelijk te maken. Het is belangrijk dat de gegevens die geanalyseerd wordt elke keer verder wordt toegespitst. Zo krijgen we steeds meer inzicht in de effecten van een behandeling. Daarnaast is inzage in de resultaten van collega Hartcentra buitengewoon waardevol om tot nieuwe inzichten en uitwisseling van ervaringen te komen. Meetbaar Beter maakt beide mogelijk. Dr. George Brandon Bravo Bruinsma: ̒Meetbaar Beter levert een andere kijk op onze uitkomsten en vraagt om flexibiliteit van het denken van medici over het herstel na een cardiale interventie. Cardiothoracaal chirurgen kunnen kennis nemen van de resultaten van andere centra en het is aan de deelnemers zelf om hun kennis te vergroten door goed presterende centra te bezoeken. Daarnaast betekent deelname aan Meetbaar Beter dat je bereid bent om over bestaande grenzen heen te stappen.̕ Dr. Jan-Henk Dambrink: ̒Dit jaar is de rapportage van Meetbaar Beter naar een nog hoger niveau getild. Er worden nog minder missing gegevens toegestaan en er wordt over meer ziektebeelden gerapporteerd door meer centra. Tegelijkertijd zien we een verschuiving optreden van het gebruik van registraties voor het vaststellen van de status quo naar het monitoren van verbeteracties. We gaan hiermee van alleen maar Meetbaar naar echt Meetbaar Beter.̕
106
Het Hartcentrum Friesland bestaat als onderdeel van het Medisch Centrum Leeuwarden inmiddels 10 jaar. Vanaf het begin hebben we meegedaan aan de bestaande registraties op dit gebied en ook een aantal keren een follow-up op langere termijn georganiseerd om te onderzoeken hoe het de in ons centrum behandelde patiënten is vergaan. We hadden al langer de wens om een systematische opvolging van de behandelde patiënten tot een vast onderdeel van onze werkwijze te maken. De deelname aan Meetbaar Beter heeft ons geholpen om de gegevensverzameling rond alle behandelingen naar een hoger plan te brengen. Zo hebben we in verband met de deelname aan Meetbaar Beter een koppeling met de Gemeentelijke Basis Administratie gerealiseerd die essentieel is om een goede follow-up te realiseren. Gaandeweg het project hebben we wel gemerkt dat er nog discussie mogelijk is met betrekking tot de definities die gebruikt worden. Op zich is dat uiteraard niet erg en ook logisch omdat je met patiënten uit de praktijk van alle dag te maken hebt en niet met een geselecteerde groep zoals in wetenschappelijke trials. Het heeft er al wel toe geleid dat we op een aantal punten de registratie van gegevens rond alle procedures verder hebben aangescherpt. Het lijkt ons ook dat er nog wel een uitdaging ligt om op een aantal punten verder discussie te voeren teneinde tot meer uniforme toepassing van de gebruikte definities te kunnen komen.
Het Thorax Centrum Twente van ziekenhuis MST bestaat sinds 1 september 2004 en is jaar op jaar gegroeid. Vanaf 1 september 2004 tot nu zijn in totaal 10.923 operaties uitgevoerd. Ook in personeel opzicht is de kliniek fors gegroeid. Op dit moment werken er 328 fte. Het Thorax Centrum Twente beschikt over een polikliniek, een hartfunctie-afdeling, drie operatiekamers, vier dotterkamers, een thorax-intensive care met tien bedden, een cardiocare unit, een vervolgafdeling met 36 bedden en nog eens tien bedden voor dotterpatiënten. Enschede is internationaal bekend om haar operaties op het kloppend hart. Op het gebied van elektrofysiologie staat Twente, na Eindhoven en Nieuwegein in de top drie in Nederland. Elektrofysiologie is zo’n bijzonder specialisme dat een substantieel deel van de patiënten van buiten Twente komt. Het Thorax Centrum Twente wil haar werkgebied uitbreiden ondermeer naar Duitsland. Het Duitse achterland is belangrijk voor de hartkliniek. Het centrum heeft een natuurlijk adherentiegebied van ruim honderd kilometer. Binnen die cirkel bieden zij in drie windrichtingen diensten aan, maar niet in oostelijke richting. Motivatie Het TCT onderschrijft de internationale ontwikkelingen zodat de kwaliteit van zorg meer transparant wordt, zowel extern, als onderdeel van de maatschappelijke verantwoording, als intern, als belangrijke stuurinformatie om de zorgprocessen continue te verbeteren. Het vergelijken van de resultaten van jaar tot jaar geeft intern aan of we op de goede weg zijn. De vergelijkingen tussen de centra biedt een uitstekend instrument om best-practices te identificeren en van elkaar te kunnen leren om zo de totale kwaliteit van zorg in Nederland te verbeteren. Meetbaar Beter biedt een uitstekend platform om deze ambities waar te maken.
De deelname aan Meetbaar Beter maakt dat wij nu naar patiënten toe transparant kunnen zijn over de uitkomsten van onze behandelingen. Door deze transparantie kunnen we kwaliteit van zorg nog meer inzichtelijk maken en gerichte verbetercycli in gang te zetten. “Meetbaar beter is voor ons een uitgelezen kans om onze resultaten te spiegelen aan andere klinieken. Confrontatie met andere hartcentra en specialisten over de definitie van uitkomsten bevordert het samenwerken en het besef van kwaliteit. Zo kunnen we eerder van elkaars oplossingen leren.” (Giovanni Amoroso, interventiecardioloog OLVG). “Heel interessant zijn de hartcentra die significant bovengemiddeld presteren. Informatie over hun processen en technieken kan ons helpen in ons continue streven naar nog meer kwaliteit.” (Wim Stooker, thoraxchirurg OLVG). Ervaringen en lessen De uitkomsten van 2013 zijn uitgebreid besproken en geanalyseerd in onze gezamenlijke vakgroepvergadering bestaande uit cardiologen en thoraxchirurgen. “Naar aanleiding van de uitkomsten van PCI patiënten met verminderde nierfunctie is de screening voor prehydratie aangescherpt. Tijdens de time-out procedure op de hartcathe terisatiekamers is de berekening van de maximale dosis contrast ingevoerd.” (Giovanni Amoroso, interventiecardioloog OLVG). Uitkomsten van onze behandelingen in verschillende patiëntensubsets “Deelname aan Meetbaar Beter maakt duidelijk hoeveel tijd en geld het kost om uitkomst-gegevens van goede kwaliteit te verzamelen. De gegevens zelf tonen dat de complicatierisico’s van onze ablatiebehandelingen lager zijn dan in de literatuur vermeldt. Zoals voor veel behandelingen geldt, zijn de succeskansen van ablatie in alle deelnemende klinieken in ‘real life’ lager dan in trials. Met betrouwbaardere en beter gerapporteerde initial conditions kunnen we de voorspelbaarheid verbeteren en in de toekomst patiënten meer geïndividualiseerde uitkomstinschattingen geven. Een interessante uitbreiding zou zijn om te kijken naar de kosten per behandeling (in euro’s, tijd en stralingsbelasting) die gemaakt worden in de verschillende klinieken. Aangezien de uitkomsten nu niet veel verschillen, zou het interessant zijn om te zien of er besparingsmogelijkheden zijn om voor minder kosten dezelfde uitkomst te krijgen.” (Jonas de Jong, electrofysioloog OLVG).
107
Het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) is één van de grootste ziekenhuizen in Nederland en de grootste werkgever van Noord-Nederland. De ruim 10.000 medewerkers werken in de patiëntenzorg en aan vooraanstaand wetenschappelijk onderzoek, waarbij de focus ligt op ‘gezond en actief ouder worden’. In het kader van wetenschappelijk onderzoek en onderwijs wordt nauw samen gewerkt met de Rijksuniversiteit Groningen. Patiënten komen in het UMCG voor basiszorg, maar ook voor zeer specialistische diagnostiek, onderzoek of behandeling. Het Thoraxcentrum van het UMCG is een samenwerkingsverband van de afdelingen Cardiologie en Cardiothoracale chirurgie en levert een totaalpakket van topreferente en topklinische zorg aan patiënten met cardiovasculaire en pulmonale aandoeningen. Het Thoraxcentrum van het UMCG is voor een groot deel van Noord Nederland het eindpunt van verwijzing op cardiologisch, cardiothoracaal en pulmonaal gebied. Voor het Thoraxcentrum staan kwaliteit van zorg, patiëntveiligheid en klantgerichtheid voorop. Het vraagt van het Thoraxcentrum een investering om dit aantoonbaar te maken. Verder is het Thoraxcentrum een innovatief centrum, constant op zoek naar verbetering van processen in de zorg dit zij biedt. Met Meetbaar Beter denken we tegemoet te kunnen komen aan deze vragen. Dit stelt ons niet alleen in staat om inzicht te geven in en verantwoording af te leggen voor de kwaliteit van de zorg die geboden wordt maar ook om deze constant te kunnen verbeteren.
108
Wij zijn intrinsiek gedreven om mee te doen aan Meetbaar Beter en willen de uitkomsten structureel onderdeel laten zijn van onze kwaliteitscyclus op de afdeling Cardiologie. Door transparant te zijn kunnen we meer van elkaar leren en uiteindelijk de kwaliteit van onze zorg voor de patiënten nog verder optimaliseren. Als professionals kijken wij kritisch naar de uitvraag van partijen om kwaliteitsinformatie aan te leveren. Immers, extra registratie en extractie van gegevens kost tijd en komt lang niet altijd ten goede aan het daadwerkelijk verbeteren van de zorg. Er zijn wat ons betreft teveel initiatieven die niet opbrengen waar ze voor bedoeld zijn vanwege onduidelijke doelstellingen. De kracht van Meetbaar Beter is dat zaken goed doordacht worden en we het vervolgens ook gaan doén. Daar leren we van en we kunnen de opgedane ervaring direct inzetten om te verbeteren. Wij hebben als UMC Utrecht dit jaar de eerste datasets aangeleverd en dit heeft ons inmiddels inzicht gegeven hoe wij onze processen van dataverzameling beter kunnen stroomlijnen en vanuit het patiëntperspectief beter kunnen organiseren. Het merendeel van onze patiënten doet mee aan cardiovasculaire studies en ontvangt vanuit diverse loketten (onderzoek en zorg) het verzoek om follow-up gegevens aan te leveren. Dit gaan we, indien mogelijk, integreren en optimaliseren. Daarnaast gaan we de uitkomstparameters integreren in onze eigen complicatiebesprekingen en gebruiken om onze zorg verder te verbeteren; daar waar het uiteindelijk allemaal om te doen is.
109
Eigen foto/OLVG
6 110
DATAMANAGEMENT
Organisatie datamanagement De kwaliteit van het datamanagement staat voorop bij Meetbaar Beter met het oog op het verkrijgen van betrouwbare inzichten over de kwaliteit van de hartzorg. Binnen Meetbaar Beter zijn daarom duidelijke werkafspraken gemaakt op het gebied van datamanagement, de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de gegevens, minimale vereisten aan de dataset voor verschillende niveaus van analyse en het eigenaarschap van de gegevens. Bij alle data-uitwisseling wordt voldaan aan de vigerende wet-en regelgeving. De deelnemende centra blijven eigenaar van de aangeleverde gegevens. Er zijn concrete afspraken over de standaardrapportages die opgeleverd worden vanuit de stichting Meetbaar Beter. Zonder expliciete toestemming van de deelnemende centra kan en mag er naast deze analyses niets gedaan worden met de aangeleverde gegevens. De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit, volledigheid en juistheid van de gegevens rust bij het deelnemende hartcentrum. De stichting Meetbaar Beter voert op verschillende niveaus kwaliteitscontroles uit, de verantwoordelijkheid blijft echter bij het deelnemende hartcentrum. Het is in het belang van het deelnemend hartcentrum om correcte gegevens aan te leveren, immers enkel op die manier kunnen relevante inzichten verkregen worden om waar mogelijk de kwaliteit van zorg verder te verbeteren.
de juiste selecties zijn gemaakt van patiënten in de betreffende cohorten en de gegevens volgens de door de stichting Meetbaar Beter gehanteerde definities verzameld zijn. De audits zijn goed verlopen in een prettige en open sfeer. Alle centra hebben zeer veel inspanning geleverd om kwalitatief hoogstaande gegevens te verzamelen, elk met een eigen methodologie of aanpak. Op basis van de audits zijn onder andere diverse verdere verbeteringen van de datasets vormgegeven waardoor de kwaliteit en kwantiteit van de rapportage verder is toegenomen. De audits waren een leerzaam proces voor zowel de deelnemende hartcentra als de stichting Meetbaar Beter, waarbij de noodzaak en wens tot verdere professionalisering van deze audits is gebleken. In 2015 worden deze audits gefaseerd en uitgebreid. Gefaseerd doordat de controle op procesniveau separaat en eerder in het jaar zal plaatsvinden, later in het jaar gevolgd door een audit op medisch inhoudelijk niveau. Uitgebreid doordat met name op medisch inhoudelijk niveau meer tijd geïnvesteerd zal gaan worden om tot meer relevante en detaillistische controles op de aangeleverde gegevens te komen. Deelnemende hartcentra zullen een standaardprotocol van controles aangeboden krijgen welke doorlopen moet worden voordat de gegevens aangeleverd kunnen worden aan de stichting Meetbaar Beter. De kwaliteit en efficiëntie van het datamanagementproces zal hierdoor verder verbeterd worden.
Follow-up Kwaliteit rapportage De kwaliteit van de rapportage wordt voor een relevant deel bepaald door de keuzes die worden gemaakt op het terrein van data-analyse en statistiek. Expertise op dit terrein is binnen de stichting goed georganiseerd en in 2014 uitgebreid met de adviesfunctie van Prof. dr. J.G.P. Tijssen (hoogleraar klinische epidemiologie van hart- en vaatziekten). In 2015 zal een datamanagementsectie aan de Internationale Academische Adviesraad worden toegevoegd. De datamanagementexperts zullen een sterk epidemiologisch/methodologisch profiel hebben en een belangrijke rol spelen in het valideren en waar mogelijk verder verbeteren van de keuzes die gemaakt worden binnen het datamanagement van de stichting Meetbaar Beter. Vanuit de stichting Meetbaar Beter zijn kwaliteitscontroles vormgegeven door audits uit te voeren op procesniveau, een analyse van de manier waarop gegevens verzameld worden, en op medisch inhoudelijk niveau. Daarbij geldt op onderdelen een expliciete gouden standaard, zoals bij mortaliteit de verificatie van overleving bij de Gemeentelijke Basis Administratie en het aantoonbaar vormgeven van een follow-up voor de totale populatie bij recidief / reïnterventie – indicatoren. Daarnaast is op diverse niveaus een controle uitgevoerd op opmerkelijke uitkomsten en/of statistische outliers. De stichting signaleert de afwijking en voert daar waar noodzakelijk samen met het hartcentrum reparaties uit om de publicatie zo goed en breed mogelijk te maken. De controle op juistheid van de gegevens blijft een verantwoordelijkheid van het deelnemend hartcentrum. Alle hartcentra hebben in een volledigheidsverklaring verklaard dat ze alle patiënten hebben geselecteerd per medische conditie en behandeling en aangeleverd hebben aan de stichting Meetbaar Beter conform de door Meetbaar Beter bepaalde inclusiecriteria.
Audit dataverzameling Twee medisch experts, verbonden aan de stichting Meetbaar Beter, hebben in 2014 audits uitgevoerd in alle deelnemende hartcentra. Het doel van deze audits was het controleren of de gegevens die gerapporteerd zijn aan de stichting Meetbaar Beter juist en volledig verifieerbaar zijn in de brondocumenten,
Diverse uitkomstmaten, zowel bij coronairlijden, atriumfibrilleren, aortakleplijden als gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden, betreffen reïnterventies, dan wel het optreden van bijvoorbeeld een myocardinfarct binnen een bepaalde periode. Om goed inzicht te krijgen in de uitkomsten van zorg in deze dimensies is het essentieel dat de totale populatie voor de betreffende periode van follow-up voorzien wordt. Enkel het registreren van reïnterventies binnen het betreffende hartcentrum leidt per definitie tot onderregistratie. Patiënten kunnen immers vrijwillig of noodgedwongen de reïnterventie ondergaan in een ander ziekenhuis. Het is onbekend hoe vaak dit gebeurt, en of dat bij ieder hartcentrum in dezelfde mate gebeurt. Impliciet betekent dit dat het onbekend is hoe groot de onderregistratie is. Binnen Meetbaar Beter is daarom besloten de betreffende indicatoren te rapporteren indien aantoonbaar sprake is van follow-up van de totale populatie. Het opvolgen van de totale patiëntenpopulatie is een intensieve opgave. De samenwerking met VEKTIS is het afgelopen jaar verder verkend. Aan de hand van declaratiegegevens, met medewerking van ZorgTTP als Trusted Third Party, wordt binnen deze samenwerking een analyse gemaakt van de resultaten van de betrokken hartcentra gemeten aan de hand van deze followup indicatoren. Eind 2014 verwachten we de pilot betreffende de validatie van de klinische gegevens met de VEKTIS-gegevens af te ronden om vervolgens op succesvolle wijze de lange-termijn follow-up van patiënten in samenwerking met VEKTIS te kunnen vormgeven.
Kwaliteit van leven Voor een beperkt aantal centra (Antonius Ziekenhuis, Catharina Ziekenhuis en Isala) worden gegevens over kwaliteit van leven gerapporteerd. Alle patiënten die een behandeling hebben ondergaan tot en met 31-12-2012 zijn geselecteerd. Daarnaast moet er zowel een voor- als nameting beschikbaar zijn van de patiënt en minimaal 50% van de items per schaal moeten zijn ingevuld. Het Antonius Ziekenhuis heeft de SF-12 gebruikt, Het Catharina Ziekenhuis de SF-36 versie 2 en Isala de SF-36 versie 1. Verder zijn de gegevens op verschillende manieren verzameld: 111
papier, internet, in het ziekenhuis en thuis. In de figuren zijn ook de normaalwaarden van de Nederlandse populatie opgenomen (Bron: Aaronson NK et al. Translation, validation, and norming of the Dutch language version of the SF-36 health survey in community and chronic disease populations. J Clin Epidemiol, 1998; 51: 1055-68 en website van Nationaal Kompas (http:// www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/functionerenen-kwaliteit-van-leven/kwaliteit-van-leven/kwaliteit-van-levengemeten-met-de-sf-36/). In 2014 is binnen Meetbaar Beter een start gemaakt met het ontwerpen van een standaardwerkwijze om kwaliteit van leven en morbiditeitsinformatie op een eenduidige manier te kunnen verzamelen. In de rapportage van 2014 wordt nog maar voor een beperkt aantal centra kwaliteit van leven gegevens gepresenteerd evenals complete gegevens voor follow-up informatie over morbiditeit. De doelstelling van de aan Meetbaar Beter deelnemende hartcentra is om per 1 januari 2015 deze werkwijze te implementeren.
Publicatievereisten Binnen Meetbaar Beter zijn criteria vastgesteld aan de hand waarvan besloten wordt of en hoe per deelnemend hartcentrum en per uitkomstindicator gepubliceerd wordt. De factoren die een rol spelen bij deze beslissing zijn: 1. Ontbrekende data 2. Power van de uitkomstindicator 3. Statistische significantie van de initiële condities 1. Ontbrekende data Binnen Meetbaar Beter is, mede op advies van de Raad van Advies waarin alle deelnemende centra vertegenwoordigd zijn (zie www.meetbaarbeter.com), de norm gesteld dat maximaal 10% van de gegevens per item (uitkomstindicator of initiële conditie) mogen ontbreken. Dit betekent dat uitkomstindicatoren en initiële condities die meer dan 10% ontbrekende gegevens hebben niet worden meegenomen in de rapportage voor het betreffende hartcentrum. Onderdelen die niet gerapporteerd worden vanwege meer dan 10% ontbrekende gegevens impliceren vaak dat de gegevens wel in de centra aanwezig zijn, maar bijvoorbeeld niet snel genoeg ontsloten kunnen worden uit de systemen. De deelnemende centra hebben op dit gebied in meerdere perspectieven leerervaringen opgedaan waardoor de rapportage de komende
jaren nog verder in kwaliteit en kwantiteit zal toenemen. Ten opzichte van de rapportage in 2013 zijn al grote stappen door de centra gezet. Met name voor de retrospectieve dataverzameling zijn lessen geleerd in de deelnemende centra en kan dit jaar op meer onderdelen gerapporteerd worden dan in het voorgaande jaar. Binnen Meetbaar Beter is een platform georganiseerd om ervaringen op het gebied van dataverzameling tussen de verschillende deelnemende centra te delen. In het verlengde van de 10% norm is voor de regressie-analyses binnen Meetbaar Beter vastgesteld dat initiële condities die bij 25% of meer centra niet voldoende volledig aanwezig zijn, niet meegenomen worden in de regressie-analyse. Dit besluit is een gedragen trade-off tussen de voorspellingskracht van de regressie-analyse en de mate van informatie die aan zorgprofessionals, patiënten en andere stakeholders geboden kan worden in deze fase van Meetbaar Beter, als basis voor verdere verbetering van kwaliteit van zorg. Indien een hartcentrum maximaal één van de initiële condities die zijn opgenomen in de regressie-analyse niet compleet heeft op basis van bovenstaande criteria, wordt het hartcentrum meegenomen in de regressie-analyse. De initiële conditie met meer dan 10% ontbrekende gegevens, wordt in de analyse voor alle patiënten als een onbekende variabele opgevoerd. Voor het betreffende hartcentrum wordt op deze manier niet gecorrigeerd voor deze variabele in de statistische analyse. Indien een hartcentrum voor twee of meer van de initiële condities die meegenomen worden in de regressie-analyse meer dan 10% ontbrekende gegevens heeft, dan wordt dit hartcentrum niet meegenomen in de regressie-analyse die uitgevoerd wordt voor de funnelplot en de overlevingsanalyses. 2. Power van de uitkomstindicator - funnelplots Enkel wanneer op basis van een powerberekening is vastgesteld dat de uitkomstindicator voldoende onderscheidend vermogen heeft om verschillen betrouwbaar weer te geven, wordt voor de uitkomstindicator een regressie-analyse uitgevoerd die wordt weergegeven in een funnelplot. Voor de powerberekening is gebruik gemaakt van het toetsingskader dat is vastgelegd in het rapport “Toetsingskader kwaliteitsstandaarden en meetinstrumenten” van het Zorginstituut Nederland (april 2014; pagina 28-29). Daarbij wordt er onderscheid gemaakt in ziekenhuis voldoet (groen), voldoet deels (geel) en voldoet niet (rood). Voor elk ziekenhuis is de power bepaald van de betreffende
Aortakleplijden - AVR Diepe sternumwondinfectie
Coronairlijden -PCI 30-daagse mortaliteit
220
210 190
180
170
160
Gestandaardiseerde uitkomstratios
Gestandaardiseerde uitkomstratios
200
140 120 100 80 60
130 110 90 70
40
50
20
30
0 0
Legenda
112
150
50
100 150 Voorspeld aantal events
95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens
200
AMC Amphia Antonius
250
10 0
Catharina Erasmus MC Haga
50
100 150 Voorspeld aantal events
Isala MCL MST
200
OLVG UMCG UMCU
250
uitkomstindicator en ingedeeld in voldoet, voldoet deels en voldoet niet. Wanneer 2/3 van de ziekenhuizen in de categorie voldoet dan wel voldoet deels valt, wordt er een regressieanalyse uitgevoerd, welke wordt weergegeven door middel van een funnelplot. Een voorbeeld van een funnelplot met voldoende power en een voorbeeld van een funnelplot met onvoldoende power is weergegeven in de funnelplots op de vorige pagina. In de regressie-analyse die ten grondslag ligt aan de funnelplot wordt voor alle initiële condities die aan de hiervoor beschreven criteria voldoen gecorrigeerd. Alle jaren waarover gegevens zijn aangeleverd door het betreffende hartcentrum worden meegenomen in de analyse. 3. Initiële condities – gesegmenteerde figuren Om inzichten te creëren in de uitkomsten van zorg en de invloed van een initiële conditie op de uitkomsten, worden per uitkomstindicator gesegmenteerde grafieken gepresenteerd voor de meest relevante initiële condities. Per uitkomstindicator is in een regressie-analyse vastgesteld welke initiële condities het meest significant zijn op basis van de Wald waarde, de odds ratio en de p-waarde. Indien er een funnelplot gepresenteerd wordt worden de twee meest significante initiële condities gepresenteerd. Indien er geen funnelplot gemaakt kan worden vanwege onvoldoende power in de analyse, dan worden gesegmenteerde figuren gemaakt voor de drie meest significante initiële condities. De deelnemende hartcentra hebben via de stichting Meetbaar Beter volledig toegang tot alle gegevens verbonden aan de initiële condities die op basis van bovenstaande criteria niet opgenomen zijn in het Meetbaar Beter Boek 2014. De figuren voor de significante initiële condities zijn terug te vinden op de website www.meetbaarbeter.com. Indien er geen of bijna geen patiënten zijn voor een bepaalde uitkomstindicator dan zal de rapportage slechts bestaan uit de ruwe uitkomsten. In de gesegmenteerde figuren (publicatie van maximaal drie per uitkomstindicator) zijn, bij de berekening van de percentages, de patiënten met een onbekende waarde op
de uitkomstindicator dan wel initiële conditie uitgesloten. De aantallen per segment zijn terug te vinden in de bijlage.
Interpretatie De diverse niveaus van de Meetbaar Beter rapportage dienen met de nodige expertise en voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden. Ruwe uitkomstindicatoren zijn niet vergelijkbaar omdat deze niet gecorrigeerd zijn voor populatiekenmerken (oftewel initiële condities). Op het niveau van statistische correctie middels regressie-analyses dient opgemerkt te worden dat de voorspellende waarde van de statistische vergelijkingen binnen Meetbaar Beter altijd beperkt zullen blijven tot maximaal circa 80%. Dit komt onder andere doordat er binnen Meetbaar Beter met een beperkt aantal initiële condities wordt gewerkt, maar ook doordat bij diverse initiële condities met binaire variabelen wordt gewerkt. Gezien de kwantiteit van de gegevens voor de Meetbaar Beter rapportage 2014 dient daarbij benadrukt te worden dat een beperkt aantal initiële condities (bv. ‘ernstige linkerventrikeldysfunctie bij PCI’) niet meegenomen zijn in de regressie-analyse. Uit de literatuur is bekend dat sommige van deze initiële condities een relevante rol spelen bij de te verwachten resultaten van interventies. Het gebrek aan gegevens leidt hierdoor tot een beperking in de voorspellende waarde van het model. Dit ten faveure van de mate van informatie die beschikbaar komt om als basis voor verdere verbetering van kwaliteit van zorg te fungeren.
Toekomstvisie Een uitstekende kwaliteit van gegevens is een essentiële randvoorwaarde voor een optimaal werkend kwaliteitssysteem dat Meetbaar Beter beoogt te faciliteren. Een goede prospectieve bronregistratie aan de hand van concreet gedefinieerde indicatoren is daarbij van groot belang. Binnen Meetbaar Beter zullen de deelnemende hartcentra de komende periode de definities van uitkomstindicatoren en initiële condities verder aanscherpen in de onderhoudscyclus en ervaringen en inzichten delen ten aanzien van opbouwen van prospectieve dataregistratie.
113
6.1 Leeswijzer Inzicht hebben in de resultaten van zorg opent de mogelijkheid om op basis van de resultaten bij te sturen en de resultaten van de geleverde zorg verder te verbeteren. Het is de doelstelling van Meetbaar Beter om dit proces te faciliteren. De gepresenteerde uitkomsten bieden gericht aanleiding voor nadere analyse van patiëntengroepen waarbij verbetering van resultaten mogelijk is of gewenst wordt gezien het ambitieniveau van de betrokken centra. Door het concrete karakter van de uitkomstindicatoren kunnen doelstellingen worden geformuleerd en kan een kwaliteitscyclus op basis van uitkomsten van zorg worden ingericht binnen de centra die aan Meetbaar Beter deelnemen. Statistische analyses kunnen belangrijke ondersteuning bieden bij het verkrijgen van inzicht in de resultaten van zorg. Met behulp van regressie-analyses kan, indien aan bepaalde randvoorwaarden is voldaan, in beeld worden gebracht hoe de daadwerkelijke resultaten van zorg zich verhouden tot de te verwachten resultaten van zorg. In een zogenaamde funnelplot kan deze analyse grafisch weergegeven worden.
Compleetheid gegevens In de tabel wordt de compleetheid van de gegevens voor een medische behandeling gepresenteerd per ziekenhuis, per uitkomstindicator en per initiële conditie. De kleuren representeren de mate van compleetheid: donkerblauw betekent gegevens compleet, lichtblauw betekent incomplete gegevens aangeleverd naar de norm zoals die binnen Meetbaar Beter wordt gehanteerd) en wit betekent geen gegevens aangeleverd. Wanneer voor een beperkt aantal jaren gegevens zijn aangeleverd wordt het jaartal weergegeven in het gekleurde vakje.
Ruwe uitkomsten Ruwe uitkomsten bieden inzicht in het resultaat van de geleverde zorg. Zonder te corrigeren voor populatiekenmerken wordt inzichtelijk hoe vaak een bepaalde patiëntrelevante uitkomst zich voordoet in de totale populatie die behandeld is in het betreffende hartcentrum. Interpretatie: Omdat ruwe uitkomsten niet gecorrigeerd zijn voor de zorgzwaarte van de patiëntpopulatie kunnen deze niet tussen hartcentra vergeleken worden. Op dit niveau van informatie kan de eerste motivatie voor nader onderzoek, analyse of verbeteracties ontstaan.
Overlevingsgrafieken Voor een aantal uitkomstindicatoren worden overlevingsgrafieken gepresenteerd met een maximale follow-up duur van 5 jaar. De overlevingscurven zijn gemaakt door gebruik te maken van een multivariate Cox proportional hazard analyse, waarbij gecorrigeerd is voor alle initiële condities (idem als voor de funnelplots). Op deze manier ontstaan er overlevingsgrafieken
114
gecorrigeerd voor verschillen in patiëntenkenmerken of casemix. Omdat niet alle hartcentra een follow-up duur van 5 jaar hebben, zijn er verschillende grafieken weergegeven. Het verschil tussen de grafieken wordt bepaald door de periode waarvoor de gegevens compleet zijn. In de eerste grafiek staan de overlevingscurven voor de complete periode van maximaal 5 jaar voor die ziekenhuizen die deze informatie beschikbaar hebben. In de tweede grafiek is dezelfde overlevingscurve weergegeven voor de periode waarvoor alle ziekenhuizen kunnen rapporteren die gegevens hebben aangeleverd. Voor het bepalen van de significante verschillen tussen de ziekenhuizen is het ziekenhuis met de beste overlevingscurve genomen als referentieziekenhuis. Ten opzichte van dit referentieziekenhuis is getoetst of de overleving in de andere ziekenhuizen significant afwijkt (p< 0,05).
Funnelplots Per geselecteerde uitkomstindicator wordt, indien er voldoende onderscheidend vermogen is, op basis van de powerberekening, een funnelplot gepresenteerd waardoor inzichtelijk wordt hoe de resultaten van een hartcentrum zich verhouden tot het totaal van de resultaten van andere centra. Per uitkomstindicator zijn strikt de in hoofdstuk Datamanagement beschreven vereisten aan de gegevens gehanteerd. Per uitkomstindicator kan het aantal hartcentra dat in de analyse is meegenomen daardoor verschillen. Op de X-as staat de door het regressiemodel voorspelde uitkomst per indicator voor het betreffende ziekenhuis. De verhouding tussen de voorspelde uitkomst en de daadwerkelijke uitkomst ((waargenomen uitkomst / voorspelde uitkomst) x 100), de zogenaamde gestandaardiseerde uitkomst, staat op de Y-as uitgezet. De gemiddelde voorspelde uitkomst van alle hartcentra in de analyse is uitgezet als de onderbroken streep (gemiddelde=100). De kromme lijnen geven de betrouwbaarheidsintervallen weer. De variatie tussen de groene en rode lijn dient daarbij gezien te worden als een natuurlijke variatie. Interpretatie: Hoewel de regressie-analyses corrigeren voor de binnen de populatie bekende initiële condities dienen de resultaten in termen van vergelijkbaarheid nog voorzichtig geïnterpreteerd te worden. Naast de in hoofdstuk datamanagement beschreven beperkingen zijn bij een aantal analyses - naar verwachting - relevante initiële condities buiten de analyse gelaten bij gebrek aan betrouwbare en volledige gegevens. De voorspellende waarde van het model kent daardoor beperkingen (weergegeven als C-statistic; hoe hoger deze waarde (met een maximum van 1), des te beter voorspelt het model). De statistische analyses dienen het primaire doel van Meetbaar Beter; professionals inzicht geven in patiëntrelevante resultaten van de zorg, waardoor zij aanknopingspunten kunnen zoeken en vinden voor verdere verbetering.
Gesegmenteerde figuren De invloed van een initiële conditie op het resultaat van de geleverde zorg wordt inzichtelijk door de patiëntpopulatie op te splitsen naar de verschillende segmenten van een initiële conditie en de uitkomst per segment te presenteren. Er worden minimaal twee en maximaal drie gesegmenteerde figuren gepresenteerd per uitkomstindicator. In het hoofdstuk datamanagement staat beschreven hoe deze keuze tot stand komt. Bij het berekenen van de percentages worden de patiënten met een onbekende waarde op de uitkomstindicator dan wel initiële conditie uitgesloten. Op de x-as staan de ziekenhuizen vermeld met daaronder het totaal aantal patiënten voor de
betreffende uitkomstindicator per ziekenhuis. Op de y-as staat het percentage patiënten vermeld waarbij de uitkomstindicator aanwezig is voor het betreffende segment. Interpretatie: Omdat gesegmenteerde uitkomsten niet gecorrigeerd zijn voor de zorgzwaarte van de patiëntpopulatie kunnen deze niet tussen hartcentra vergeleken worden. De invloed van de initiële conditie is uit de figuur af te lezen. Tevens kan op basis van inzicht in de uitkomst per patiëntgroep motivatie ontstaan voor nader onderzoek, analyse of verbeteracties.
115
Dit is nog maar het begin
“
Het knappe van Meetbaar Beter is dat de deelnemers het aandurven om uitkomsten te definiëren, ze te meten en daar transparant over te zijn.
”
Peter Hoppener Directievoorzitter divisie Zorg Coöperatie VGZ Arnhem
M
eetbaar Beter is qua uitgangspunten gebaseerd op het Value Based Healthcare concept van Michael Porter. Dit concept spreekt VGZ erg aan. In wezen is dit precies wat VGZ als zorgverzekeraar wil: zo veel mogelijk gezondheidswinst voor zijn verzekerden per euro premiegeld. Voordat je het concept inhoudelijk kan ontwikkelen voor een medische aandoening, moet je eerst een systeem van uitkomstenmeting hebben. Anders bouw je op drijfzand. Het knappe van Meetbaar Beter is dat de deelnemers het aandurven om die uitkomsten te definiëren, ze te meten en daar transparant over te zijn. Bedoeld om te kunnen leren en verbeteren, maar toch ook riskant omdat je je kwetsbaar opstelt. Voor mij is dit slechts de start. Meetbaar Beter meet vanuit de
116
hartpatiënt, niet vanuit de cardiologie. Maar hoe kunnen we het proces zodanig integraal inrichten dat er maximale resultaten worden gehaald? Resultaten vanuit patiëntperspectief. Binnen de processen kan de technische kwaliteit van de behandelingen geoptimaliseerd worden o.a. door het vergelijken van uitkomsten van verschillende professionals. VGZ hoopt dat bij de verdere ontwikkeling ook goed over de lijnen van de zorg (eerste, tweede, derde) heen gekeken zal worden. De deelnemers van Meetbaar Beter zijn pioniers in Nederland en dat vindt VGZ knap en gedurfd. Wij kijken met grote interesse hoe ze dit verder gaan ontwikkelen! Tevens hopen wij dat andere specialismen ook deze weg gaan volgen.
Integrated data collection is clearly the way forward
M
easuring outcomes has become the cornerstone for benchmarking and improving quality of care and although this principle has been adopted by different specialties, what we really need is an integrated system that looks at the disease different clinical pathways . The patients with coronary artery disease may be treated with medications, percutaneous coronary intervention or surgery. These treatment options may cross over with time and an integrated approach to data collection and analysis, such as realized by Meetbaar Beter, allows an holistic approach to identification of patients’ and whole disease outcomes and not only those relating to a single intervention.
“
Meetbaar Beter should be congratulated for trying to achieve integrated data collection across the three domains of quality.
One of the challenges is to create a system of healthcare based on providing and measuring the quality and effectiveness of pathways of care from primary care, prevention, intervention and secondary care. Meetbaar Beter goes somewhere towards this.
”
Traditionally registries and databases have concentrated on hard clinical endpoints like mortality reintervention rates etc. It is also important to look at the effects of all interventions on patient wellbeing and Prof. dr. Domenico Pagano patientrelated outcome measures, such as quality of life and patient satisfaction. Consultant Cardiothoracic Surgeon Meetbaar Beter should be congratulated for trying to achieve integrated data collection across the three domains of quality: effectiveness, safety, and patient satisfaction. This is clearly the way forward.
University Hospital Birmingham, United Kingdom Chair of the Quality Improvement Programme European Association for Cardiothoracic Surgery Windsor, United Kingdom
117
Eigen foto/Amphia
7 118
Uitbreiding medische condities
In het afgelopen jaar is door meer dan dertig artsen en negen begeleiders in negen outcomes teams hard gewerkt aan de ontwikkeling van negen nieuwe indicatorensets. Deze teams hebben in meerdere sessies de gedegen methodologische stappen van Meetbaar Beter doorlopen, waaronder het afbakenen en definiëren van de medische conditie, het beschrijven van de volledige waardeketen, de indeling en prioritering van indicatoren binnen de uitkomstenhiërarchie tot aan het vastleggen van de definities van de geselecteerde uitkomstindicatoren in een data-manual. De begeleiders zijn van tevoren getraind in het gedachtegoed van Value Based Healthcare en de gehanteerde methodiek door consultants vanuit The Decision Group. Voor vier van de ontwikkelde indicatorensets (binnen drie verschillende medische condities) zijn dit jaar door de hartcentra de gegevens verzameld en zijn de meetresultaten terug te vinden in dit boek: • Aortakleplijden; behandeling met de transkatheter aortaklep vervanging (TAVI) en de operatieve klepvervanging (AVR) • Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden; behandeling met coronaire bypasschirurgie (CABG) en de operatieve klepvervanging AVR • Atriumfibrilleren; behandeling door middel van minimaalinvasieve chirurgische pulmonaal venen-isolatie.
Plotse Hartdood behandeld middels ICD
Hiërarchie
Uitkomstindicatoren
Overleving
1-jaars mortaliteit
Mate van herstel / gezondheid
Kwaliteit van leven
Duur van herstel / hervatting van alledaagse activiteiten
Schade van de behandeling (bijwerkingen, complicaties of medische fouten)
Duurzaamheid van herstel of gezondheid Gevolgen van de behandeling op lange termijn Initiële condities
Van de vijf andere indicatorensets zijn er vier afgerond. Voor chronisch hartfalen is de set nog in ontwikkeling. Daarnaast is de conservatieve behandeling van atriumfibrilleren al eerder ontwikkeld, maar nog niet in de rapportage opgenomen. In totaal zitten er daarmee nu zes indicatorensets in de pijplijn: 1. Plotse Hartdood behandeld middels ICD (*) 2. AV knoop afhankelijke cirkeltachycardie behandeld middels ablatie (*) 3. Mitraakleplijden behandeld middels MVR (*) 4. Aortakleplijden behandeld middels OMT 5. Atriumfibrilleren behandeld middels OMT 6. Chronische hartfalen (in ontwikkeling)
Atriumfibrilleren Diabetes mellitus Ejectiefractie Gebruik van anticoagulantia en/of trombocytenaggregatieremmers Leeftijd Nierinsufficiëntie NYHA klasse
*Validatie door de internationale academische adviesraad loopt nog. Hierna zijn de indicatorensets weergegeven (excl. chronisch hartfalen). In de komende jaren zullen gefaseerd deze indicatorensets aan de rapportage worden toegevoegd. Hierbij zal de focus primair liggen op het verbeteren van de kwaliteit van de rapportages voor de medische condities waarover nu wordt gerapporteerd en secundair op het uitbreiden van de rapportages naar nieuwe medische condities.
Bloeding Cardiale tamponade of effusie Dislocatie draad Infectie Pneumothorax Onterechte shocks
QRS-duur
Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben meegewerkt: Dr. B. Hooft van Huysduynen (Amphia Ziekenhuis), mevr. A. Koch (Amphia Ziekenhuis) en dhr. P.H. van der Voort (Catharina Ziekenhuis).
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
119
AV knoop afhankelijke cirkeltachycardie behandeld middels ablatie
Mitraakleplijden behandeld middels MVR
Hiërarchie
Uitkomstindicatoren
Hiërarchie
Uitkomstindicatoren
Overleving
30-daagse mortaliteit
Overleving
Mortaliteit gedurende opname 30-daagse mortaliteit 1-jaars mortaliteit
Mate van herstel / gezondheid
Kwaliteit van leven
Mate van herstel / gezondheid
Kwaliteit van leven Graad van regurgitatie
Duur van herstel / hervatting van alledaagse activiteiten
Duur van herstel / hervatting van alledaagse activiteiten
Schade van de behandeling (bijwerkingen, complicaties of medische fouten)
Pericardeffusie Liescomplicaties Implantatie pacemaker
Schade van de behandeling (bijwerkingen, complicaties of medische fouten)
Heroperatie binnen 7 dagen Diepe sternumwondinfecties CVA met restletsel
Duurzaamheid van herstel of gezondheid
Terugkeren ritmestoornis Stoppen medicatie na succesvolle ablatie
Duurzaamheid van herstel of gezondheid
Reїnterventie binnen 1 jaar
Gevolgen van de behandeling op lange termijn
Gevolgen van de behandeling op lange termijn Initiële condities
Initiële condities
Andere ritmestoornis
Atriumfibrilleren
Anti-stollings medicatie
Eerder myocardinfarct
Atriumfibrilleren Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Congenitale hartziekte Documentatie aritmie op ECG
Leeftijd
Eerdere ablatie
Logistische Euroscore I
Geslacht
Nierinsufficiëntie
Obesitas NYHA klasse
Perifeer vaatlijden
Pulmonale hypertensie
Reanimatie buiten het ziekenhuis
Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben meegewerkt: Dr. J.C. Balt, dhr. G. Schaaij, Dr. E.F.D. Wever (St. Antonius Ziekenhuis) en Dr. J.S.S.G. de Jong (OLVG).
120
Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben meegewerkt: dhr. D. Buitelaar, Dr E. Kedhi, Dr. T. Markou, Dr. J.R. Timmer (Isala), Dr. A.F.M. van den Heuvel, Dr. E. Lipsic, Dr. J.P. van Melle en mevr. I.J. Wijdh-den Hamer (UMCG).
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Atriumfibrilleren behandeld middels OMT
Aortakleplijden behandeld middels OMT
Hiërarchie
Hiërarchie
Uitkomstindicatoren
Overleving
1-jaars mortaliteit 3-jaars mortaliteit Overleving vrij van MACCE
Mate van herstel / gezondheid
verslechtering van AVA
Duur van herstel / hervatting van alledaagse activiteiten
Tijd tot TAVI Tijd tot aortaklepchirurgie Tijd tot het ontstaan van symptomen
Uitkomstindicatoren
Overleving
Mate van herstel / gezondheid
Kwaliteit van leven Verbetering van symptomen
Duur van herstel / hervatting van alledaagse activiteiten Schade van de behandeling (bijwerkingen, complicaties of medische fouten)
Trombo-embolische complicaties Majeure bloeding Bijwerkingen van medicatie
Schade van de behandeling (bijwerkingen, complicaties of medische fouten)
Duurzaamheid van herstel of gezondheid
AF-gerelateerde ziekenhuisopnames
Duurzaamheid van herstel of gezondheid
Gevolgen van de behandeling op lange termijn
Gevolgen van de behandeling op lange termijn Initiële condities
Initiële condities
CHA2DS2-VASc Score
Diabetes
Diabetes mellitus
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Eerder herseninfarct of TIA
Geslacht
Eerder myocardinfarct
Hypercholesterolemie
Hypertensie
Hypertensie
Leeftijd
Leeftijd
Obesitas
Nierinsufficiëntie
Structurele hartaandoening (inclusief kleplijden)
Obesitas
Type AF
Roken
Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben meegewerkt: mevr. S.F.A.M.S. Rutten-de Jong (Elkerliek Ziekenhuis), Dr. R. de Nooijer (ZGT), dhr. P.E. Polak (St. Anna Ziekenhuis) en Dr. A. Meijer (Catharina Ziekenhuis).
Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben meegewerkt: dhr. J.A.S. van der Heijden (St. Antonius Ziekenhuis), Dr. L. van Heerebeek, mevr. E. Kop, mevr. S. Tenniglo en dhr. E. Wierda (OLVG).
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
121
Bijlage 1: Overzicht ruwe uitkomsten per segment Geconsolideerd coronairlijden Tabellen ruwe uitkomsten per segment
De teller betreft het aantal patiënten met de uitkomst in het bijbehorende segment en de noemer betreft het totaal aantal patiënten van het bijbehorende segment.
In de tabel wordt per uitkomtindicator en per initiële conditie die zijn opgenomen in de rapportage, een overzicht weergegeven van de aantallen per segment van de betreffende initiële conditie.
Geconsolideerd coronairlijden 1-jaars mortaliteit AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
< 55
-
-
3/408
12/613
-
-
6/386
-
-
3/394
-
-
55-64
-
-
9/640
15/945
-
-
22/600
-
-
6/593
-
-
65-74
-
-
28/780
54/1204
-
-
34/768
-
-
17/622
-
-
>= 75
-
-
49/523
90/892
-
-
59/596
-
-
36/470
-
-
geen nierinsufficiëntie
-
-
41/1883
66/2563
-
-
53/1842
-
-
33/1592
-
-
nierinsufficiëntie
-
-
47/426
80/794
-
-
66/446
-
-
26/403
-
-
Leeftijd
Nierinsufficiëntie
Geconsolideerd coronairlijden Heropname vanwege myocardinfarct AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
hoog > 50%
-
-
10/1786
19/3031
-
-
-
-
-
-
-
-
middel 30-50%
-
-
9/376
0/182
-
-
-
-
-
-
-
-
laag < 30%
-
-
0/85
0/145
-
-
-
-
-
-
-
-
< 55
-
-
3/413
0/606
-
-
1/366
-
-
-
-
-
55-64
-
-
6/646
4/936
-
-
0/587
-
-
-
-
-
65-74
-
-
7/782
4/1189
-
-
6/758
-
-
-
-
-
>= 75
-
-
3/525
13/881
-
-
7/597
-
-
-
-
-
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Leeftijd
122
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
Coronairlijden CABG
Coronairlijden CABG 120-daagse mortaliteit AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
> 50%
3/388
59/2764
28/2635
46/3768
-
10/586
22/2268
13/1003
33/2240
18/1395
13/818
-
30-50%
9/206
38/633
32/816
23/587
-
8/217
21/935
5/296
18/411
8/291
21/462
-
< 30%
2/11
20/175
27/216
23/180
-
5/83
18/176
4/82
9/115
3/103
9/68
-
laag < 10%
4/477
45/3026
43/3311
36/4186
-
11/761
26/2979
12/1229
28/2522
16/1631
21/1148
-
middel 10-20%
1/66
34/337
19/233
29/304
-
4/84
17/262
3/105
17/176
5/99
8/124
-
hoog > 20%
9/60
39/225
25/121
31/127
-
8/41
19/139
7/47
15/68
8/58
12/68
-
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Logistische Euroscore I
Coronairlijden CABG Chirurgische reëxploratie
Logistische Euroscore I 23/477
142/3031
92/3357
189/4203
-
24/761
111/2980
76/1229
145/2528
51/1631
77/1148
-
middel 10-20%
laag < 10%
4/66
31/337
18/240
19/305
-
1/84
17/262
11/105
22/176
5/100
11/124
-
hoog > 20%
8/60
21/226
11/121
17/128
-
0/41
16/141
8/47
12/68
10/58
5/68
-
23/472
156/3202
98/3403
187/4263
-
24/856
126/3199
90/1349
164/2710
63/1752
62/1204
-
8/78
38/392
23/322
38/371
-
1/30
18/183
5/32
15/62
3/38
33/148
-
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
geen diabetes mellitus
3/530
15/2685
19/2811
27/3604
-
-
11/2521
14/1095
23/2027
10/1264
-
-
diabetes mellitus
1/74
9/909
14/914
29/1013
-
-
11/860
5/286
17/745
14/520
-
-
> 50%
3/388
17/2769
17/2676
32/3784
-
-
19/2269
10/1003
30/2245
18/1396
18/818
-
30-50%
1/206
5/634
10/821
13/588
-
-
3/936
8/296
8/412
5/291
8/462
-
< 30%
0/11
1/175
6/223
9/180
-
-
0/177
1/82
2/115
1/103
0/68
-
laag < 10%
4/477
17/3031
26/3357
45/4203
-
-
20/2980
16/1229
34/2528
21/1631
21/1148
-
middel 10-20%
0/66
4/337
6/240
7/305
-
-
1/262
1/105
6/176
3/100
3/124
-
hoog > 20%
0/60
3/226
1/121
4/128
-
-
1/141
2/47
0/68
0/58
1/68
-
Urgentie van de procedure niet acuut acuut
Coronairlijden CABG Diepe sternumwondinfectie
Diabetes mellitus
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Logistische Euroscore I
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
123
Coronairlijden CABG CVA AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
Ernstige linkerventrikeldysfunctie > 50%
4/388
8/2769
8/2676
24/3784
-
6/586
15/2269
5/1003
13/2245
13/1396
0/818
-
30-50%
2/206
3/634
5/821
5/588
-
3/217
12/936
1/296
5/412
1/291
1/462
-
< 30%
1/11
1/175
3/223
1/180
-
3/83
5/177
1/82
1/115
1/103
0/68
-
man
4/484
8/2830
8/2912
18/3624
-
9/722
30/2611
2/1071
11/2223
10/1430
1/1055
-
vrouw
3/121
5/764
8/813
12/1012
-
3/164
2/772
5/310
8/549
5/360
0/297
-
laag < 10%
3/477
8/3031
10/3357
24/4203
-
9/761
23/2980
4/1229
12/2528
10/1631
0/1148
-
middel 10-20%
2/66
4/337
3/240
4/305
-
0/84
4/262
2/105
4/176
3/100
0/124
-
hoog > 20%
2/60
1/226
3/121
2/128
-
3/41
5/141
1/47
3/68
2/58
1/68
-
Geslacht
Logistische Euroscore I
124
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
Coronairlijden PCI
Coronairlijden PCI 30-daagse mortaliteit AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
geen reanimatie
47/2606
13/1302
46/4251
125/6643
-
53/1149
49/4560
-
-
79/5045
55/2590
16/1454
reanimatie
45/136
29/77
43/125
81/293
-
20/53
37/172
-
-
13/72
32/115
11/38
geen shock
54/4169
29/1370
52/4265
138/6474
41/4178
-
69/4894
-
-
72/5065
57/2621
-
shock
85/246
10/24
37/110
82/317
111/275
-
25/51
-
-
20/50
30/87
-
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
66/1359
-
93/2937
215/4564
-
-
132/3072
-
-
140/3468
66/1337
43/755
26/72
-
29/88
56/181
-
-
25/114
-
-
7/10
20/55
7/23
177/4164
-
142/4262
321/6474
168/4164
-
199/4878
-
-
175/5065
124/2621
-
92/246
-
42/110
94/317
128/275
-
31/51
-
-
21/50
36/87
-
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
121/4062
33/1221
151/4141
214/6728
-
78/1127
-
130/3393
52/3887
165/4063
131/2524
75/1373
19/378
32/167
33/202
85/529
-
6/35
-
41/159
38/380
134/573
28/185
14/106
122/4192
65/1400
166/4234
241/6521
-
-
-
-
-
294/5080
146/2619
-
18/248
3/25
18/108
39/321
-
-
-
-
-
21/50
14/87
-
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
geen meervatslijden
-
1/847
4/2204
16/3729
2/2454
1/628
5/2929
2/1671
16/3240
0/1912
1/1260
0/747
meervatslijden
-
2/601
13/2173
29/3543
8/2016
2/571
24/2283
15/1881
1/1027
7/2883
15/1408
1/676
geen shock
3/2586
3/1400
10/4266
29/6521
6/4211
-
24/4963
-
-
6/5082
13/2612
-
shock
2/172
0/25
7/110
10/321
5/277
-
4/53
-
-
1/50
4/87
-
gepland
1/1416
1/502
4/2001
17/3137
4/1280
2/627
4/1715
1/1189
6/1875
1/1937
2/768
0/850
urgent
0/308
1/279
0/990
2/1209
3/1604
0/0
3/1825
0/727
1/1041
3/1976
4/990
0/188
acuut
4/973
2/671
13/1386
26/2923
4/1603
1/574
23/1727
16/1636
10/1351
4/1215
11/944
1/425
Reanimatie
Shock
Coronairlijden PCI 1-jaars mortaliteit
Reanimatie geen reanimatie reanimatie Shock geen shock shock
Coronairlijden PCI Angiografisch niet succesvol
Chronische totale occlusie geen CTO CTO Shock geen shock shock
Coronairlijden PCI Urgente CABG
Meervatslijden
Shock
Urgentie van de procedure
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
125
Coronairlijden PCI Optreden van TVR AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
69/1259
-
176/2906
322/4445
-
-
222/3031
-
78/2545
-
-
76/665
6/118
-
21/123
59/374
-
-
25/191
-
23/268
-
-
15/60
geen meervatslijden
-
-
59/1501
141/2568
-
-
98/1849
-
64/2074
-
-
45/394
meervatslijden
-
-
138/1528
240/2251
-
-
143/1327
-
37/739
-
-
42/276
Chronische totale occlusie geen CTO CTO Meervatslijden
Coronairlijden PCI Heropname vanwege myocardinfarct AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
geen meervatslijden
-
5/847
14/2204
26/3617
-
-
12/2856
-
2/3214
-
-
1/394
meervatslijden
-
2/601
24/2173
48/3448
-
-
18/2250
-
0/1021
-
-
3/276
18/2485
5/1400
35/4266
64/6340
-
-
28/4861
-
-
-
-
-
6/164
2/25
3/110
8/312
-
-
1/52
-
-
-
-
-
7/1361
3/502
7/2001
30/3053
-
-
8/1683
-
0/1870
-
-
1/438
urgent
2/301
1/279
7/990
12/1199
-
-
10/1786
-
0/1031
-
-
1/46
acuut
14/933
3/671
24/1386
32/2812
-
-
12/1690
-
2/1334
-
-
3/215
Meervatslijden
Shock geen shock shock Urgentie van de procedure gepland
126
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
Coronairlijden OMT
Coronairlijden OMT 1-jaars mortaliteit AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
> 50%
-
-
1/126
18/691
-
-
-
-
-
1/129
-
-
30-50%
-
-
4/32
7/136
-
-
-
-
-
2/50
-
-
< 30%
-
-
1/11
0/22
-
-
-
-
-
2/15
-
-
< 70
-
-
1/98
6/506
-
-
2/32
-
-
1/135
-
-
70-79
-
-
3/63
16/299
-
-
2/17
-
-
3/51
-
-
> = 80
-
-
2/22
6/101
-
-
2/9
-
-
1/10
-
-
geen nierinsufficiëntie
-
-
4/133
-
-
-
1/40
-
-
3/143
-
-
nierinsufficiëntie
-
-
2/44
-
-
-
5/16
-
-
2/49
-
-
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Leeftijd
Nierinsufficiëntie
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
127
Geconsolideerd atriumfibrilleren
Geconsolideerd atriumfibrilleren 30-daagse mortaliteit Antonius
Catharina
Isala
OLVG
laag <= 1
0/244
0/173
0/100
0/102
hoog 2-7
0/193
0/133
0/44
1/69
hoog > 50%
0/376
0/290
1/124
0/134
middel 30-50%
0/42
0/17
0/27
1/37
laag < 30%
0/2
0/4
0/1
0/2
CHA2DS2-VASc Score
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Type AF eerste AF incident
128
0/3
0/0
0/0
0/1
paroxysmaal
0/318
0/269
0/128
0/122
persisterend
0/103
0/45
0/16
1/44
permanent
0/13
0/1
0/0
0/5
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
Atriumfibrilleren chirurgische PVI
Atriumfibrilleren chirurgische PVI 30-daagse mortaliteit Antonius
Catharina
Haga
Isala
OLVG
CHA2DS2-VASc Score laag <= 1
0/135
0/2
0/2
-
0/53
hoog 2-7
1/128
0/4
0/3
-
1/42
hoog > 50%
-
0/6
0/4
1/39
0/77
middel 30-50%
-
0/0
0/1
0/25
1/17
laag < 30%
-
0/0
0/0
0/4
0/1
BMI < 18,5
0/2
0/0
0/0
0/1
0/0
BMI 18,5-24,99
0/57
0/1
0/0
0/12
0/20
BMI >= 25
1/203
0/5
0/5
1/55
1/75
Antonius
Catharina
Haga
Isala
OLVG
laag <= 1
-
-
-
-
0/18
hoog 2-7
-
-
-
-
1/18
hoog > 50%
-
-
-
1/29
1/31
middel 30-50%
-
-
-
0/15
0/4
laag < 30%
-
-
-
0/3
0/1
BMI < 18,5
-
-
-
0/1
0/0
BMI 18,5-24,99
-
-
-
0/9
1/10
BMI >= 25
-
-
-
1/37
0/26
Catharina
Haga
Isala
OLVG
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Obesitas
Atriumfibrilleren chirurgische PVI Trombo-embolische complicaties
CHA2DS2-VASc Score
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Obesitas
Atriumfibrilleren chirurgische PVI Bloedingscomplicaties Antonius CHA2DS2-VASc Score laag <= 1
4/134
0/2
0/2
-
0/53
hoog 2-7
5/127
0/4
0/3
-
2/42
hoog > 50%
6/201
0/6
0/4
-
0/77
middel 30-50%
1/32
0/0
0/1
-
2/17
laag < 30%
0/1
0/0
0/0
-
0/1
BMI < 18,5
0/2
0/0
0/0
-
0/0
BMI 18,5-24,99
3/57
0/1
0/0
-
0/20
BMI >= 25
6/202
0/5
0/5
-
2/75
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Obesitas
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
129
Atriumfibrilleren chirurgische PVI Herhaalde PVI binnen 1 jaar Antonius
Catharina
Haga
Isala
OLVG
laag <= 1
-
-
-
-
0/18
hoog 2-7
-
-
-
-
0/18
hoog > 50%
-
-
-
2/29
0/31
middel 30-50%
-
-
-
0/15
0/4
laag < 30%
-
-
-
0/3
0/1
BMI < 18,5
-
-
-
1/1
0/0
BMI 18,5-24,99
-
-
-
0/9
0/10
BMI >= 25
-
-
-
1/37
0/26
CHA2DS2-VASc Score
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Obesitas
130
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
Atriumfibrilleren catheter PVI
Atriumfibrilleren catheter PVI 30-daagse mortaliteit AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
laag <= 1
0/65
-
0/609
0/540
0/75
-
0/343
0/44
0/255
0/170
0/210
0/179
hoog 2-7
0/31
-
0/457
1/451
0/58
-
0/140
0/46
0/118
0/139
0/66
0/120
hoog > 50%
0/90
-
0/922
1/862
-
-
0/402
0/79
0/331
0/241
0/194
0/224
middel 30-50%
0/5
-
0/61
0/65
-
-
0/57
0/11
0/18
0/45
0/55
0/56
laag < 30%
0/0
-
0/7
0/22
-
-
0/0
0/0
0/1
0/5
0/5
0/1
eerste AF incident
0/79
-
0/10
0/0
-
-
0/0
0/0
0/0
0/1
0/0
0/0
paroxysmaal
0/17
-
0/810
0/772
-
-
0/378
0/64
0/310
0/216
0/159
0/160
persisterend
0/0
-
0/200
1/225
-
-
0/80
0/25
0/53
0/78
0/117
0/119
permanent
0/0
-
0/27
0/6
-
-
0/0
0/0
0/6
0/8
0/0
0/19
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
laag <= 1
0/40
-
2/394
0/330
-
-
3/223
1/44
2/146
0/94
2/136
0/77
hoog 2-7
0/20
-
0/291
8/308
-
-
1/89
0/46
0/78
1/83
1/34
0/70
hoog > 50%
0/57
-
2/600
5/542
-
-
4/263
1/79
2/194
0/142
1/126
0/109
middel 30-50%
0/3
-
0/32
1/43
-
-
0/40
0/11
0/13
1/15
1/32
0/24
laag < 30%
0/0
-
0/5
1/18
-
-
0/0
0/0
0/1
0/3
0/1
0/1
eerste AF incident
0/50
-
0/7
0/0
-
-
0/0
0/0
0/0
0/0
0/0
0/0
paroxysmaal
0/10
-
1/507
5/462
-
-
3/230
1/64
1/181
1/119
2/78
0/78
persisterend
0/0
-
1/133
3/176
-
-
0/61
0/25
1/40
0/48
1/92
0/56
permanent
0/0
-
0/25
0/5
-
-
0/0
0/0
0/1
0/6
0/0
0/12
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
laag <= 1
0/67
-
1/593
9/527
2/75
-
1/340
0/44
1/253
0/156
4/210
0/180
hoog 2-7
1/33
-
2/451
9/446
0/58
-
1/139
1/46
0/118
2/124
2/66
0/120
hoog > 50%
1/94
-
3/902
17/846
-
-
2/399
1/79
0/329
2/220
6/194
0/225
middel 30-50%
0/5
-
0/61
0/62
-
-
0/57
0/11
1/18
0/42
0/55
0/56
laag < 30%
0/0
-
0/7
1/22
-
-
0/0
0/0
0/1
0/3
0/5
0/1
eerste AF incident
1/80
-
0/10
0/0
-
-
0/0
0/0
0/0
0/1
0/0
0/0
paroxysmaal
0/20
-
3/790
15/753
-
-
2/374
0/64
0/308
2/193
3/159
0/161
persisterend
0/0
-
0/198
3/225
-
-
0/80
1/25
1/53
0/73
3/117
0/119
permanent
0/0
-
0/27
0/6
-
-
0/0
0/0
0/6
0/8
0/0
0/19
CHA2DS2-VASc Score
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Type AF
Atriumfibrilleren catheter PVI Trombo-embolische complicaties
CHA2DS2-VASc Score
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Type AF
Atriumfibrilleren catheter PVI Cardiale tamponade of effusie
CHA2DS2-VASc Score
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Type AF
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
131
Atriumfibrilleren catheter PVI Herhaalde PVI binnen 1 jaar AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
laag <= 1
8/40
-
76/401
92/358
-
-
53/243
6/44
44/145
16/96
38/136
7/77
hoog 2-7
4/20
-
75/292
84/322
-
-
18/96
9/46
22/78
10/81
11/34
13/70
eerste AF incident
8/50
-
2/7
0/0
-
-
0/0
0/0
0/0
0/0
0/0
0/0
paroxysmaal
4/10
-
101/510
124/494
-
-
52/250
12/64
51/180
21/120
22/78
13/78
persisterend
0/0
-
40/137
55/186
-
-
16/64
3/25
13/40
4/47
27/92
5/56
permanent
0/0
-
6/26
1/5
-
-
0/0
0/0
1/1
1/6
0/0
1/12
CHA2DS2-VASc Score
Type AF
132
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
Geconsolideerd aortakleplijden
Geconsolideerd aortakleplijden 120-daagse mortaliteit AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
hoog > 50%
15/280
12/380
24/418
13/344
-
-
6/250
-
9/228
-
8/175
-
middel 30-50%
10/117
5/78
6/78
6/59
-
-
2/47
-
4/50
-
16/97
-
5/24
3/29
4/23
4/25
-
-
5/14
-
1/5
-
1/12
-
laag < 10%
8/203
7/320
9/308
8/259
-
-
4/224
-
4/188
-
5/165
-
middel 10-20%
3/120
5/99
8/107
5/103
-
-
4/56
-
2/64
-
9/79
-
hoog > 20%
20/107
9/69
17/104
10/67
-
-
5/31
-
8/31
-
11/40
-
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
hoog > 50%
6/280
1/377
3/422
5/344
-
-
1/250
-
1/228
-
3/175
-
middel 30-50%
3/117
0/78
1/78
2/59
-
-
1/47
-
0/50
-
8/97
-
laag < 30%
1/24
0/28
0/23
0/25
-
-
1/14
-
0/5
-
1/12
-
laag < 10%
4/203
0/320
2/312
1/259
-
-
0/224
-
0/188
-
4/165
-
middel 10-20%
3/120
1/97
1/107
3/103
-
-
0/56
-
0/64
-
3/79
-
hoog > 20%
3/107
0/67
1/104
3/67
-
-
3/31
-
1/31
-
5/40
-
geen nierinsufficiëntie
-
0/333
2/348
3/269
-
-
0/215
-
1/232
-
3/196
-
nierinsufficiëntie
-
1/151
2/175
4/159
-
-
3/96
-
0/51
-
9/88
-
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
laag < 30% Logistische Euroscore I
Geconsolideerd aortakleplijden CVA
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Logistische Euroscore I
Nierinsufficiëntie
Geconsolideerd aortakleplijden Implantatie nieuwe permanente pacemaker AMC
Amphia
Antonius
< 55
-
-
-
2/90
-
-
-
-
3/71
-
-
-
55-64
-
-
-
2/121
-
-
-
-
1/88
-
-
-
65-74
-
-
-
15/176
-
-
-
-
4/109
-
-
-
>= 75
-
-
-
0/34
-
-
-
-
0/13
-
-
-
geen nierinsufficiëntie
-
-
-
7/265
-
-
-
-
7/231
-
-
-
nierinsufficiëntie
-
-
-
12/155
-
-
-
-
1/50
-
-
-
Leeftijd
Nierinsufficiëntie
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
133
Aortakleplijden - AVR
Aortakleplijden - AVR 120-daagse mortaliteit AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
Endocarditis geen endocarditis
6/198
20/889
20/781
16/638
-
1/44
18/590
3/194
19/742
16/483
6/245
-
< 3wk behandeld met AB
2/5
4/23
1/11
0/18
-
0/1
0/0
0/0
1/12
2/26
0/0
-
ja, overig
0/4
1/7
0/6
5/32
-
0/2
1/11
2/14
1/9
0/0
1/12
-
hoog > 50%
4/150
17/800
16/715
15/603
-
2/112
11/497
2/166
15/635
12/434
4/192
-
middel 30-50%
4/53
5/89
4/66
4/66
-
0/22
3/86
3/36
4/108
6/62
4/67
-
laag < 30%
0/4
3/30
1/18
2/16
-
0/7
5/18
0/6
2/20
0/13
0/5
-
laag < 10%
5/158
11/713
12/680
9/533
-
2/104
6/469
3/168
9/579
12/428
2/215
-
middel 10-20%
0/33
5/148
7/97
2/105
-
0/22
7/94
0/31
5/139
4/59
4/45
-
hoog > 20%
3/16
9/59
2/22
10/50
-
0/15
6/38
2/9
7/44
2/22
3/11
-
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
geen diabetes mellitus
1/158
1/768
-
4/560
-
-
1/486
0/166
2/568
1/415
-
-
diabetes mellitus
0/49
1/152
-
1/128
-
-
0/115
0/42
1/188
3/98
-
-
1/207
1/852
-
5/615
-
-
1/559
0/191
2/681
4/480
1/236
-
0/0
1/68
-
0/74
-
-
0/43
0/17
1/75
0/33
0/21
-
< 55
0/21
0/85
-
1/81
-
-
0/41
0/32
0/69
0/47
0/49
-
55-64
0/39
0/167
-
2/143
-
-
0/117
0/39
0/143
0/113
0/67
-
65-74
1/80
1/309
-
0/234
-
-
1/217
0/73
1/252
3/190
0/78
-
>= 75
0/67
1/359
-
2/231
-
-
0/227
0/64
2/292
1/163
1/77
-
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
2/207
0/852
9/810
3/615
-
2/128
4/559
2/191
7/689
5/480
3/236
-
0/0
1/68
0/1
5/74
-
0/13
2/43
0/17
1/75
1/33
0/21
-
2/198
1/889
9/791
5/638
-
0/44
6/591
1/194
7/743
5/487
1/245
-
< 3wk behandeld met AB
0/5
0/23
0/13
1/18
-
0/1
0/0
0/0
1/12
1/26
2/12
-
ja, overig
0/4
0/7
0/6
2/32
-
0/2
0/11
1/14
0/9
0/0
0/0
-
laag < 10%
1/158
0/713
5/688
2/533
-
1/104
2/469
1/168
6/580
4/431
1/215
-
middel 10-20%
1/33
1/148
3/98
2/105
-
1/22
3/94
0/31
1/139
0/60
2/45
-
hoog > 20%
0/16
0/59
1/25
4/50
-
0/15
1/39
1/9
1/44
2/22
0/11
-
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Logistische Euroscore I
Aortakleplijden - AVR Diepe sternumwondinfectie
Diabetes mellitus
Eerdere hartoperatie geen eerdere hartoperatie eerdere hartoperatie Leeftijd
Aortakleplijden - AVR CVA
Eerdere hartoperatie geen eerdere hartoperatie eerdere hartoperatie Endocarditis geen endocarditis
Logistische Euroscore I
134
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
Aortakleplijden - AVR Implantatie nieuwe permanente pacemaker AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
geen diabetes mellitus
-
-
-
6/544
-
0/35
-
-
14/568
-
-
-
diabetes mellitus
-
-
-
2/124
-
0/11
-
-
4/188
-
-
-
geen endocarditis
-
-
-
7/620
-
0/43
-
-
17/735
-
-
-
< 3wk behandeld met AB
-
-
-
0/18
-
0/1
-
-
1/12
-
-
-
ja, overig
-
-
-
1/30
-
0/2
-
-
0/9
-
-
-
< 55
-
-
-
1/76
-
0/7
-
-
2/69
-
-
-
55-64
-
-
-
1/141
-
0/6
-
-
6/143
-
-
-
65-74
-
-
-
2/228
-
0/14
-
-
2/252
-
-
-
>= 75
-
-
-
4/224
-
0/19
-
-
8/292
-
-
-
Diabetes mellitus
Endocarditis
Leeftijd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
135
Aortakleplijden - TAVI
Aortakleplijden - TAVI Procedurele mortaliteit AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
geen eerdere hartoperatie
4/371
2/173
7/315
8/221
6/238
-
0/39
-
1/16
-
4/140
8/216
eerdere hartoperatie
5/76
1/53
6/156
2/92
1/83
-
0/10
-
1/7
-
3/42
0/56
geen eerder mitraalkleplijden
5/289
1/157
8/319
4/178
7/319
-
0/45
-
1/21
-
4/91
7/221
eerder mitraalkleplijden
5/156
1/64
5/152
6/130
0/2
-
0/4
-
1/2
-
3/91
1/41
gepland
6/333
2/196
13/464
10/313
7/321
-
0/49
-
1/22
-
7/182
5/210
opgenomen
4/102
1/28
0/7
0/0
0/0
-
0/0
-
1/1
-
0/0
3/41
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
> 50%
26/281
8/116
27/295
16/194
12/185
-
1/32
-
1/13
-
8/83
13/184
30-50%
3/95
4/83
17/138
4/62
6/108
-
0/12
-
2/10
-
14/87
6/67
< 30%
13/66
2/21
6/38
5/49
3/28
-
1/5
-
0/0
-
3/12
2/21
Eerdere hartoperatie
Eerder mitraalkleplijden
Urgentie van de procedure
Aortakleplijden - TAVI 30-daagse mortaliteit
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Logistische Euroscore I laag < 10%
2/90
3/33
2/40
8/65
4/85
-
0/11
-
0/1
-
3/33
2/66
middel 10-20%
11/177
4/84
11/156
8/134
11/139
-
1/19
-
1/9
-
9/80
12/129
hoog > 20%
30/184
9/109
37/275
10/113
6/97
-
1/19
-
2/13
-
13/69
7/77
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
geen eerder mitraalkleplijden
41/289
8/157
28/319
24/178
60/318
-
1/45
-
5/21
-
11/90
46/220
eerder mitraalkleplijden
26/156
1/64
14/152
11/130
0/2
-
0/4
-
1/2
-
10/91
9/41
man
23/182
2/99
17/207
17/149
24/173
-
1/23
-
3/8
-
5/83
20/122
vrouw
44/268
7/128
25/264
18/164
36/147
-
0/26
-
3/15
-
16/98
41/149
Aortakleplijden - TAVI Vasculaire complicaties
Eerder mitraalkleplijden
Geslacht
136
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
Aortakleplijden - TAVI CVA AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
Geslacht man
3/182
1/96
2/207
6/149
8/173
-
1/23
-
1/8
-
6/83
4/122
vrouw
16/268
5/124
4/264
2/164
6/146
-
1/26
-
0/15
-
9/99
8/150
geen nierinsufficiëntie
6/220
3/98
3/198
3/128
8/152
-
0/19
-
1/9
-
3/98
3/98
nierinsufficiëntie
13/227
3/122
3/273
5/183
6/161
-
2/30
-
0/14
-
12/84
9/172
gepland
13/333
4/191
5/464
8/313
3/319
-
2/49
-
1/22
-
15/182
8/240
opgenomen
6/102
1/26
1/7
0/0
0/0
-
0/0
-
0/1
-
0/0
2/41
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
Nierinsufficiëntie
Urgentie van de procedure
Aortakleplijden - TAVI Implantatie nieuwe permanente pacemaker AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
geen eerder mitraalkleplijden
25/289
19/154
-
17/178
68/319
-
5/45
-
0/21
-
18/91
21/221
eerder mitraalkleplijden
4/155
8/62
-
14/130
0/2
-
0/4
-
1/2
-
16/91
1/41
7/85
4/24
-
4/49
9/69
-
0/7
-
0/0
-
3/34
3/51
75-84
13/246
13/120
-
26/191
34/170
-
3/28
-
1/14
-
18/95
16/148
>=85
9/120
10/76
-
4/73
25/82
-
2/14
-
0/9
-
13/53
6/73
Eerder mitraalkleplijden
Leeftijd <75
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
137
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR 30-daagse mortaliteit AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
geen chronische longziekte
4/116
12/511
9/278
20/437
4/190
4/83
5/402
6/145
17/390
5/254
3/106
-
chronische longziekte
2/21
12/126
4/60
4/65
0/34
3/26
4/104
3/27
3/54
1/54
2/60
-
laag < 10%
2/88
6/415
6/238
11/361
2/172
2/50
3/342
1/125
10/312
2/231
3/119
-
middel 10-20%
2/30
8/144
2/72
8/105
1/37
1/45
2/108
3/38
5/102
2/59
1/38
-
hoog > 20%
2/18
10/78
5/29
5/36
1/15
4/14
4/56
5/9
5/30
2/18
1/9
-
Chronische longziekte
Logistische Euroscore I
Nierinsufficiëntie geen nierinsufficiëntie
-
6/441
6/239
9/307
1/154
3/78
4/363
7/120
14/340
3/210
3/116
-
nierinsufficiëntie
-
18/196
7/100
13/189
3/70
4/31
5/143
2/52
6/104
3/97
2/50
-
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR 120-daagse mortaliteit AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
laag < 10%
2/88
10/415
10/238
15/361
-
4/50
10/342
3/125
21/312
2/231
4/119
-
middel 10-20%
2/30
10/144
4/72
10/105
-
2/45
3/108
4/38
12/102
3/59
2/38
-
hoog > 20%
2/18
12/78
9/29
8/36
-
4/14
7/56
5/9
8/30
3/18
1/9
-
Logistische Euroscore I
Nierinsufficiëntie geen nierinsufficiëntie
-
8/441
14/239
13/307
-
5/78
12/363
9/120
25/340
3/210
5/116
-
nierinsufficiëntie
-
24/196
9/100
18/189
-
5/31
8/143
3/52
16/104
5/97
2/50
-
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR Bloedtransfusie nodig AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
man
-
149/449
113/233
99/336
-
11/23
50/319
55/117
114/301
116/210
42/118
-
vrouw
-
129/188
74/110
62/168
-
7/10
87/187
35/51
79/143
80/98
25/48
-
geen recent myocardinfarct
-
236/565
155/296
133/451
-
17/31
123/471
77/149
176/414
183/293
-
-
recent myocardinfarct
-
42/72
32/47
24/47
-
1/2
14/35
13/19
17/30
13/15
-
-
Geslacht
Recent myocardinfarct
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR CVA AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
geen diabetes mellitus
2/125
3/462
4/251
12/367
-
2/75
3/348
3/120
0/306
3/209
-
-
diabetes mellitus
0/12
0/175
5/92
5/135
-
1/34
6/158
0/52
1/137
1/99
-
-
man
1/97
2/449
4/233
11/336
-
2/72
7/319
1/120
1/301
2/210
2/118
-
vrouw
1/40
1/188
5/110
6/168
-
1/37
2/187
2/52
0/143
2/98
0/48
-
geen nierinsufficiëntie
-
2/441
6/241
6/309
-
1/78
5/363
2/120
0/340
1/210
1/116
-
nierinsufficiëntie
-
1/196
3/102
11/189
-
2/31
4/143
1/52
1/104
3/97
1/50
-
Diabetes mellitus
Geslacht
Nierinsufficiëntie
138
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
Bijlage 2: Meetbaar Beter organisatie Raad van Bestuur Dhr. E.J. Daeter, cardiothoracaal chirurg (St. Antonius Ziekenhuis), voorzitter Dr. J.J. Koolen, cardioloog (Catharina Ziekenhuis) Prof. Dr. Mr. B.A.J.M. de Mol, cardiothoracaal chirurg (Academisch Medisch Centrum Amsterdam) Dhr. H.P.A. van Veghel, portefeuille organisatie
Raad van Advies Dr. W.J. van Boven (Academisch Medisch Centrum Amsterdam) Dr. P. den Heijer (Amphia Ziekenhuis) Dr. B. Rensing (St. Antonius Ziekenhuis) Dr. A.H.M. van Straten (Catharina Ziekenhuis) Dr. T.W. Galema (Erasmus MC) Dhr. M. Bax (HagaZiekenhuis) Dr. J.H.E. Dambrink (Isala) Dhr. J. Haenen (Medisch Centrum Leeuwarden) Dr. J.M. van Opstal (Medisch Spectrum Twente) Dr. G. Amoroso (Onze Lieve Vrouwe Gasthuis) Dhr. T.W. Waterbolk (Universitair Medisch Centrum Groningen) Dr. P.R. Stella (Universitair Medisch Centrum Utrecht)
Raad van Toezicht Prof. Dr. R. Grol, voorzitter Dr. P. Batenburg (Catharina Ziekenhuis) Ir. D. Schraven (St. Antonius Ziekenhuis) Prof. Dr. F. van Eenennaam (The Decision Group) Dr. V. Umans (NVvC) Dr. L. Noyez (NVT)
Intern Projectleiders Ir. T.L. Nolst Trenité (Academisch Medisch Centrum Amsterdam) Mevr. P. Kottier (Amphia Ziekenhuis) Dhr. M. Bosschaert (St. Antonius Ziekenhuis) Dr. D. Veldman-Schulz (Catharina Ziekenhuis) Dr. T.W. Galema (Erasmus MC) Mevr. E. van Seventer (HagaZiekenhuis) Mevr. M. van den Enden (Isala) Dhr. M. van der Wal (Medisch Centrum Leeuwarden) Mevr. E.JL. Huiskes (Medisch Spectrum Twente) Mevr. E. Kop & Mevr. S. Tenniglo (Onze Lieve Vrouwe Gasthuis) Dhr. J. Koster (Universitair Medisch Centrum Groningen) Mevr. T.H. Dispa (Universitair Medisch Centrum Utrecht)
Datamanagers Dhr. J. Junggeburt (Academisch Medisch Centrum Amsterdam) Mevr. D. Baak (Amphia Ziekenhuis) Dhr. T. Oirbans (St. Antonius Ziekenhuis) Dhr. T. Brouwer (Catharina Ziekenhuis) Mevr. A.L. Venema (Erasmus MC) Mevr. E.T.W. van der Knaap & Mevr. A.E. van den Berg (HagaZiekenhuis) Dhr. H. Lafeber & Dhr. H. Wesselink (Isala) Mevr. H. Rijnhart-de Jong (Medisch Centrum Leeuwarden) Dhr. H. Verheij (Medisch Spectrum Twente) Mevr. E. Verbeek (Onze Lieve Vrouwe Gasthuis) Dhr. T.W. Waterbolk (Universitair Medisch Centrum Groningen) Dhr. J. Martens (Universitair Medisch Centrum Utrecht)
139
Colofon & Disclaimer Hoofdredactie H.P.A. van Veghel Programma Directeur
Datamanagement Dr. S. Houterman Manager Datamanagement M. Marteijn Business Analyst
Productiebegeleiding D.S. de Waard Manager Communicatie
Uitkomstindicatoren Dr. P. van der Nat Manager Ontwikkeling & Implementatie
Medische Experts J. Matola Cardiothoracaal chirurg Dr. P. Houthuizen Cardioloog
Methodologisch Partner The Decision Group
Productie Math Made, D&B Communicatie en Drukkerij Snep
Foto omslag Frans Paalman/Isala
© November 2014 Dit is een uitgave van de stichting Meetbaar Beter. De stichting stelt zich tot doel het bijdragen aan de verdere verbetering van de kwaliteit van zorg voor hartpatiënten door het ontwikkelen, verspreiden en implementeren van een kwaliteits systeem op basis van patiëntrelevante uitkomstindicatoren. De methodologische basis voor het programma Meetbaar Beter ligt in het gedachtegoed van Prof. M. Porter van Harvard Business School in Boston. De stichting Meetbaar Beter heeft een solide methodologische basis onder haar programma gelegd door een partnershipovereenkomst aan te gaan met The Decision Group. Een internationale adviesraad van medische en methodologische experts staan garant voor de wetenschappelijke onderbouwing en objectiviteit van Meetbaar Beter. Diverse stakeholders zoals patiëntenorganisaties, zorgverzekeraars en de IGZ zijn bij Meetbaar Beter betrokken via een klankbordgroep. 140
Methodologisch partner:
The
Decision Group
TM
Meetbaar Beter Boek
Deelnemende hartcentra
2014