Meest materiële emissies (2014)
1
Versie
Datum
Wijzigingen
1.0
2 november 2015
Vrijgave voor publicatie
0.1
26 oktober 2015
Initiële versie
Inhoud 1.
Inleiding .................................................................................................................................................... 3 1.1 Doelstellingen ..................................................................................................................................... 3
2.
Uitgangspunten ........................................................................................................................................ 3
3.
Rangorde meest materiële scope 3 emissies .......................................................................................... 3 3.1
Relatieve belang sector .................................................................................................................. 6
3.2 Relatieve invloed van de Scope 3 categorieën .................................................................................. 7
4.
3.3
Potentiele invloed............................................................................................................................ 8
3.4
Rangorde ........................................................................................................................................ 8
Keuze van onderwerp ketenanalyse ........................................................................................................ 8
Bijlage 1: Rangorde scope 3 emissies Alfen ................................................................................................... 9 Bijlage 2: Onderbouwing van de gekozen rangorde ...................................................................................... 11 Bijlage 3: Activiteiten consumenten ............................................................................................................... 13 Bijlage 4: Kwantitatieve beoordeling van emissies ........................................................................................ 13 Bijlage 5: Datacollectie bij kwantitatieve beoordeling .................................................................................... 13
2
1. Inleiding In 2014 heeft Alfen, als onderdeel van Wolter en Dros, het C02-bewust certificaat niveau 4 behaald. Door de scheiding tussen Alfen en Wolter en Dros is dit certificaat echter niet meer geldig voor Alfen. In 2015 wil Alfen zelf gaan voor niveau 4. Hiervoor zullen de Scope 3 emissies van Alfen in kaart gebracht worden. Dit rapport bevat de rangorde van de meest materiële scope 3 emissiebronnen van Alfen. Hierbij is handboek 3.0 van de C02-prestatieladder gebruikt. In hoofdstuk 1.1 zijn de doelstellingen van Alfen op het gebied van de prestatieladder weergegeven. In hoofdstuk 2.0 staan de uitgangspunten voor dit document. In hoofdstuk 3.0 wordt de rangorde van de scope 3 emissiecategorieën besproken. Waarbij in 3.1 het relatieve belang van de sector bepaald wordt. in hoofdstuk 3.2 wordt het effect van aanpassingen in de verschillende categorieën besproken. In hoofdstuk 3.3 is de potentiele invloed van Alfen op de sector bepaald en in hoofdstuk 3.4 is de score bepaling beschreven voor de totstandkoming van de rangorde. In hoofdstuk 4 is er uit de rangorde één onderwerp uitgekozen voor een nadere analyse.
1.1 Doelstellingen De belangrijkste doelstelling die Alfen wil behalen met het uitvoeren van de ketenanalyse is de volgende: Meer inzicht krijgen in emissiestromen van derden (up en downstream) die het gevolg zijn van activiteiten van Alfen met als doel te komen tot een afname van emissies. Hiernaast moeten deze uitwerking voldoen aan eis 4.a.1 uit het handboek 3.0 van de C02-prestatieladder en moet het resultaat leiden tot een keuze voor een nader uit te werken ketenanalyse.
2. Uitgangspunten Bij de aanpak is eis 4.A.1 van de C02-prestatieladder, handboek 3.0 gevolgd. Bij het vaststellen van de scope 3 grenzen zijn de organisatiegrenzen gevolgd zoals die door Alfen zijn vastgesteld in Scope 1 en 2.
3. Rangorde meest materiële scope 3 emissies In bijlage 1 staat de rangorde van de emissie categorieën van Alfen. In dit hoofdstuk worden de uitkomsten hiervan toegelicht. Product Markt Combinaties, sectoren en activiteiten Alfen levert al meer dan 75 jaar producten en diensten voor de distributie van elektrische energie en is dé specialist op het gebied van compacte en betreedbare transformatorstations. Alfen ontwikkelt, ontwerpt, produceert en assembleert alle stations in eigen huis (Alfen, 2015).
3
Figuur 1: Diabolo Compact transformatorstation in Amsterdam
Daarnaast is Alfen sinds een aantal jaren actief bezig met het ontwikkelen, ontwerpen, produceren en assembleren van oplaadpunten voor elektrische auto’s en innovatieve concepten als energieopslag en smart grid technologie om het distributienetwerk klaar te maken voor de toekomst (Alfen, 2015). Voor zowel de laadpunten als de transformatorstations voert Alfen ook nog onderhoud en beheer uit.
Figuur 2: ICU Tube laadpaal
4
Met deze activiteiten is Alfen actief in de volgende sectoren:
Laadpalen
• Semipubliek • Publiek • Privaat
Transformatorstations
• • • • •
Netbeheer Glastuinbouw Industrie Gas Rail
De activiteiten veroorzaken zowel upstream als downstream Scope 3 C02-emissies, waarbij de volgende categorieën zijn geïdentificeerd:
Tabel 1: emissiecategorieën Alfen
Upstream
Downstream
Aangekochte goederen en diensten Kapitaal goederen Upstream transport en distributie Productieafval Woon-werkverkeer
Downstream transport en distributie Gebruik van verkochte producten End-of-life verwerking van verkochte producten
5
3.1 Relatieve belang sector In dit hoofdstuk zal het relatieve belang van alle relevante scope 3 categorieën ingeschat worden voor de 8 sectoren uit hoofdstuk 3.0. Het resultaat hiervan is terug te vinden in bijlage 1, kolom 3. Aan de hand van figuur 1 zal het relatieve belang van C02 belasting van de sector worden bepaald. Er is zo precies mogelijk een koppeling gemaakt tussen de 8 sectoren waarin Alfen actief is en de sectoren uit het figuur. In tabel 2 is de verdeling te zien.
Figuur 3: absolute emissiereeks (in kg) naar Lucht volgens IPCC ( bron: RIVM)
Tabel 2: Sectoren en bijbehorende bedrijven
Sectoren waarin Alfen actief is
Relatie met sectoren uit figuur 1
Gekozen bedrijf/alternatief
Netbeheer
Energiesector
Alliander
Glastuinbouw
Landbouw
Activiteiten agrarische sector
Industrie
Overige industrie
Alfen
Gas
Energiesector
Alliander
Rail
Verkeer en vervoer
ProRail
Publiek
Handel, Diensten en Overheid
Rivierendriesprong
Semipubliek
Handel, Diensten en Overheid
Rivierendriesprong
Privaat
Consumenten
Energietrends 2014
Aan de hand hiervan zijn de sectoren vergelijkbaar qua C02-uitstoot. Om dit vervolgens op het niveau van activiteiten in te delen is gebruik gemaakt van dominantieanalyses van één bedrijf in elke sector. Uit iedere
6
sector uit figuur 1 is één bedrijf met een certificaat niveau 4 of 5 gezocht om het relatieve belang van de C02 belasting van de sectoren te bepalen. Hierbij is de aanname gedaan dat als een activiteit niet bekend is bij het gekozen bedrijf, deze uitstoot niet relevant is en dus klein ten opzichte van de overige activiteiten van het bedrijf. De gekozen bedrijven zijn te zien in tabel 2. Het relatieve belang van de C02-belasting van de sector wordt dus bepaald aan de hand van de volgende twee factoren: 1. 2.
Hoe hoog is de totale uitstoot van de sector ten opzichte van de overige sectoren? Hoe hoog is de uitstoot van de scope 3 categorieën bij een bedrijf binnen de sectoren?
Beide gegevens worden gecombineerd om te komen tot een inschatting. Zo zullen de inschattingen minder afhangen van één bedrijf en toch specifiek genoeg zijn voor inschatting per categorie. Het kan hierdoor zo zijn dat een bedrijf in één categorie een hoge uitstoot heeft maar toch als middelmatig of klein beoordeeld wordt in kolom 3 van bijlage 1. Dit zal dan komen doordat de totale uitstoot van de sector kleiner is dan bij de overige sectoren. Gezien het beperkt aantal bedrijven op niveau 4 of 5 is het voor landbouw niet gelukt om 1 bedrijf te vinden. Hierbij is gekozen voor een andere aanpak. Op basis van de agrarische activiteiten is een inschatting gemaakt van de omvang van de uitstoot (Ministerie van infrastructuur en Milieu, 2015). In de lijst met activiteiten staan veel machines en gebouwen, verder wordt er uitgebreid gesproken over vervoer. Dit is de reden dat kapitaal goederen, en up- en downstream transport als hoogst worden beoordeeld. Gezien de geringe uitstoot van landbouw zullen deze echter alsnog als klein worden ingeschat. Verder is er voor de consumenten geen bedrijf gekozen. Hierbij zijn de activiteiten die van toepassing zijn op consumenten ingeschat op basis van de energietrends van 2014 (Energie-nederland, 2014). Verdere toelichting is terug te vinden in bijlage 3.
3.2 Relatieve invloed van de Scope 3 categorieën In dit onderdeel wordt een inschatting gemaakt van het effect van aanpassingen of verbeteringen van de scope 3 categorieën op de C02-emissie. Het resultaat van de inschattingen is terug te zien in kolom 4 van bijlage 1. Bij inschattingen in deze categorie is uitgegaan van de getallen uit bijlage 4. De relatieve invloed van de scope 3 categorieën kapitaal goederen en productieafval zijn te verwaarlozen. Dit komt door de geringe omvang van beide scope 3 emissies. Transport downstream en woon-werkverkeer zijn allebei klein tot middelgroot. Alfen kan op beide processen een aantal maatregelen doorvoeren die effect hebben op de emissie. Zo kan er voor woonwerkverkeer een cursus worden georganiseerd voor slim rijden of een beloningssysteem voor structureel zuinig rijden. Voor downstream transport kan de transporteur worden gestimuleerd om ook dergelijke maatregelen nemen. Daarnaast kan de transporteur van Alfen gebruik maken van euro 6 motoren om de uitstoot te beperken. Desondanks zijn beiden beperkt qua omvang en vandaar de waardering klein tot middelgroot. Voor transport upstream kunnen dezelfde maatregelen genomen worden als bij transport downstream. Deze categorie is echter groter, dus zal er ook een grotere invloed zijn op totale uitstoot. Deze categorie is gekwalificeerd als middelgroot. Aangekochte goederen en diensten, end-of-life verwerking van verkochte goederen en gebruik van verkochte producten zijn groot. Deze categorieën zijn meer dan 16 keer groter dan de eerstvolgende categorie (transport upstream). Alfen heeft wel beperkt invloed op deze categorieën doordat ongeveer 90% van de midden spanning schakelaars en 90% van de transformatoren niet door Alfen zelf wordt ingekocht. Dit maakt dat de mogelijke maatregelen worden beperkt. Het beïnvloedbare deel van deze categorieën is echter nog steeds aanzienlijk, vandaar de inschatting ‘groot’. End-of-life verwerking van verkochte producten heeft van alle categorieën de grootste beïnvloedbare uitstoot.
7
3.3 Potentiele invloed Bij zowel de verkoop van laadpalen als transformatorstations heeft Alfen een relatief groot marktaandeel (ongeveer 25% bij laadpalen en 65% bij transformatorstations). De gekozen sectoren zijn echter erg omvangrijk. Hierdoor is de uitstoot van Alfen alsnog erg klein vergeleken met het totaal. Dit is de reden dat de potentiele invloed van Alfen op alle gedefinieerde sectoren alsnog klein is.
3.4 Rangorde Op basis van relatief belang is een rangorde van de meest materiële scope 3 emissies van Alfen bepaald(zie kolom 6 van bijlage 1). Hierbij is op bedrijfsniveau gekeken omdat bijna alle vastgestelde activiteiten in alle sectoren voorkomen. Veranderingen die toepasbaar zijn op één sector, zijn ook toepasbaar op een andere sector. Hierbij is het zo dat de meest materiële scope 3 emissiebronnen samen de grootste bijdrage leveren aan de totale scope 3 emissie van het bedrijf. De rangorde is bepaald aan de hand van een scoringsysteem waarbij te verwaarlozen 1 punt waard is en groot 5 punten. Op basis van deze score is het gemiddelde berekend voor Alfen en de rangorde bepaald(zie bijlage 2). De meest materiële emissies komen bij Alfen voort uit het gebruik van verkochte producten, het end-of-life verwerken van verkochte producten en aangekochte goederen en diensten. Bij alle drie de emissie categorieën spelen de transformatorstations de grootste rol. Hierbij heeft het gebruik van verkochte producten de grootste totale uitstoot terwijl end-of-life verwerking van verkochte producten de grootste beïnvloedbare uitstoot heeft.
4. Keuze van onderwerp ketenanalyse Uit de rangorde van de scope 3 emissie categorieën zal één categorie door Alfen worden gekozen voor een ketenanalyse. De ketenanalyse dient te worden gemaakt voor één van de twee meest materiële emissies. Hierbij is bij Alfen gekozen voor een ketenanalyse van transformatorstations. In deze analyse zullen een aantal categorieën naar voren komen, namelijk: Up-en downstream transport, gebruik van verkochte producten, end-of life verwerking van verkochte producten en aangekochte goederen en diensten. Aan de hand van het project Alliander(als onderdeel van de netbedrijven)zal deze analyse uitgevoerd worden.. Bij de keuze is ook rekening gehouden met de factoren: Belanghebbende, invloed en omvang.
8
Bijlage 1: Rangorde scope 3 emissies Alfen
9
10
Bijlage 2: Onderbouwing van de gekozen rangorde
11
12
Bijlage 3: Activiteiten consumenten Informatie is alleen beschikbaar voor Alfen organisatie en ketenpartners!
Bijlage 4: Kwantitatieve beoordeling van emissies Informatie is alleen beschikbaar voor Alfen organisatie en ketenpartners!
Bijlage 5: Datacollectie bij kwantitatieve beoordeling Informatie is alleen beschikbaar voor Alfen organisatie en ketenpartners!
13