Pedagogisch Werkplan Werkwijze peuterspeelzaal Duimelot Inleiding Basis van dit pedagogisch werkplan is het pedagogisch beleidsplan van Stichting Speel Wijs. Het werkplan is de praktische uitvoering van het pedagogisch beleidsplan en beschrijft hoe en op welke wijze wij het pedagogisch beleid in de praktijk van de speelzaal vormgeven. Het werkplan is er om de ouders te informeren. Daarnaast is het pedagogisch werkplan een leidraad voor de leidsters Onze belangrijkste uitgangspunten zijn: - bieden van vertrouwen, veiligheid en geborgenheid - de eigenheid van het individuele kind respecteren en zelfstandigheid stimuleren - kinderen stimuleren om met elkaar te spelen en van elkaar te leren Meer informatie over peuterspeelzaal Duimelot is beschikbaar via de website van Speel Wijs, de informatie brochure en het Pedagogisch Beleidsplan. Huisvesting en inrichting Peuterspeelzaal Duimelot is gevestigd in Wilnis aan de Marktschipper 2. In dit gebouw is ook het kinderdagverblijf van de Klimboom gevestigd. De inrichting van de groepsruimte is zo overzichtelijk mogelijk waarbij we ervoor zorgen dat de peuters voldoende ruimte en mogelijkheden hebben om ervaringen op te doen en kennis te maken met verschillende materialen. Er zijn verschillende hoeken zoals een huishoek, een leeshoek en een fantasiehoek . Ook is er een aparte tafel waar met de kinderen individueel ‘gewerkt ’kan worden in het kader van VVE. Als er sprake is van een thema wordt de speelzaal hier ook op ingericht, bv bij het thema ‘supermarkt’ wordt een deel van de speelzaal tot heuse supermarkt omgetoverd. De hoge banken en tafels hebben een vaste plek, de overige hoeken kennen een variabele inrichting. De toiletruimte voor de peuters grenst aan het lokaal. De locatie heeft een grote tuin die veilig en goed afgeschermd is. Deze tuin wordt gedeeld met de Klimboom. Er zijn fietsen en ander rijdend materieel en de kinderen kunnen er rennen, klimmen, met ballen en hoepels spelen enz. Samenstelling groepen Op Duimelot hebben we 5 ochtend groepen met maximaal 16 peuters van 2 tot 4 jaar. Alle groepen hebben een vaste samenstelling. Op elke groep werken twee gediplomeerde leidsters. VVE speelzaal Duimelot is een VVE speelzaal. VVE staat voor Voor- en Vroegschoolse Educatie en heeft het doel al op jonge leeftijd zodanig te ondersteunen dat zij zonder achterstand op de basisschool kunnen beginnen. Dat betekent dat wij werken met een educatief programma waarbij de leidsters bewust nadruk leggen op activiteiten die de ontwikkeling van de kinderen bevorderen, . Vooral taal krijgt daarbij de aandacht: het begrijpen van taal, het uitbreiden van de woordenschat en het communiceren met behulp van taal, Daarnaast is er aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling, de motorische ontwikkeling en de cognitieve ontwikkeling/ontluikende rekenvaardigheid. Methode ‘ doe meer met Bas’
Wij werken met het VVE programma ‘doe meer met Bas’ . Er wordt met wisselende en herkenbare thema’s gewerkt waarbij de belevenissen van Bas centraal staan. We zijn met z’n allen met woorden en door middel van allerlei verschillende activiteiten met een thema bezig. Een herkenbare structuur, veel herhalen en veel visualiseren, ook door het gebruik van dagritmekaarten, is zeer belangrijk. Een peuter leert vooral ook door herhaling. Ook doordat de peuters vaker komen en dan min of meer hetzelfde aanbod krijgen, worden ze extra gestimuleerd in hun ontwikkeling. De pop Bas doet mee met [kring] activiteiten en wordt een vriendje van de peuters. Bas gaat regelmatig logeren bij een peuter, de belevenissen van Bas kunnen thuis in een schrift geschreven of getekend worden. In de kring wordt dan door de leidster, zo mogelijk samen met de peuter die Bas meehad, wat voorgelezen of verteld over de belevenissen thuis. Op Duimelot werken we naast ‘Bas’ ook met de programma’s en activiteiten voortkomend uit de LEA, zoals de observaties door logopedisten en Boekenpret. De Boekenpretthema’s worden aangepast aan de thema’s van ‘Bas’. Intake Minimaal 2 weken van te voren wordt er een uitnodigingskaartje gestuurd. Is dat niet mogelijk, omdat de peuter al eerder geplaatst wordt, dan zal de leidster telefonisch contact opnemen. Het kennismakingsgesprek is tijdens eerste speelzaalbezoek, nadat de groep is opgestart en alle andere ouders weg zijn. De leidsters hebben op deze manier de tijd om rustig met de ouders te praten, voor het kind is het overzichtelijker doordat alleen de andere kinderen en leidsters er zijn. Tijdens dit kennismakingsgesprek bespreekt de leidster met u de gang van zaken op de groep, de gewoonten en de bijzonderheden van uw kind en de wenperiode voor uw kind. De ouders vullen zelf de gegevens op het plaatsingsformulier in. . De eerste keer en wenperiode Voor de peuter is het belangrijk dat hij de tijd krijgt om rustig te wennen aan de speelzaal. De eerste keer kijken we eerst samen rond, voordat we de intake gaan doen. Bij het eerste speelzaalbezoek wordt op de ochtend zelf afgesproken of de ouder die ochtend bij het kind blijft of [even] weg gaat. Dat zal afhangen van hoe het kind reageert op de nieuwe omgeving en gebeurt natuurlijk in onderling overleg. De praktijk leert dat het wennen bij de meeste kinderen soepel verloopt. Soms kost het wat meer tijd of moeite. In overleg met de ouders worden afspraken gemaakt over hoe om te gaan met het kind dat wat moeilijker went. Hoe lang een wenperiode duurt is verschillend, dit ligt aan verschillende factoren. De leidster observeert het wenproces in de eerste weken nauwlettend. Het kan ogenschijnlijk goed gaan, maar soms is er ineens een terugval. De peuter mag als het nodig is in het begin iets vertrouwds van huis meenemen. Dat vergroot het gevoel van veiligheid. Na verloop van tijd wordt het meenemen van een knuffel weer afgebouwd: de peuter moet zich ook zonder knuffel vrij kennen bewegen en zich veilig voelen. We hebben liever niet dat de speen meegaat naar de speelzaal. Afscheid nemen Afscheid nemen is een belangrijk onderdeel. Voor een peuter is het belangrijk dat degene die hem brengt duidelijk is over het feit dat hij weggaat. Weggaan zonder iets te zeggen is slecht voor het vertrouwen van een kind. Zeggen dat u weggaat en het vervolgens ook snel daarna te doen is het meest duidelijk. Dat geldt ook als een kind verdrietig is. Door het vertrek te rekken kan ook het verdriet groter worden.
Samen met de leidster zwaaien en zeggen: "tot straks" als de ouders weg gaan is duidelijk. Ook geeft het de peuter het idee dat hij niet alleen achter blijft als hij samen met de leidster gedag zwaait. Mocht een kind toch langere tijd verdrietig blijven na het afscheid dan kan het nodig zijn om de ouders te bellen met het verzoek eerder te komen. We vragen dan aan de ouder of deze samen met het kind tot het einde op de groep blijft. Leidsters kunnen goed inschatten of dit nodig is. Ouders mogen natuurlijk ook altijd zelf bellen om te vragen hoe het gaat. Breng-en haalcontacten Bij aankomst in de speelzaal worden de peuters en de ouders door de pedagogisch medewerkers begroet. De ouders kunnen dan even blijven om met het kind een puzzeltje te maken of een boekje te lezen. De breng-en haalcontacten zijn belangrijke momenten voor ouders: de pedagogisch medewerkers en de ouders kunnen elkaar dan informeren over het kind, ook als er niets bijzonders is. In verband met het dagprogramma is het belangrijk de peuter op tijd te brengen en te halen. Wanneer de peuter op een ander tijdstip dan gewoonlijk of door iemand anders wordt gehaald, vragen wij de ouders dit vooraf aan de leidster mee te delen. Op de hoek van het aanrecht ligt de agenda waarin de ouder in dat geval ook op schrijven wie er komt halen. Een dagdeel op Duimelot binnenkomst ’s Ochtends tussen 8.45 en 9.00 uur kan het kind gebracht worden. Bij aankomst in de speelzaal worden de peuters en de ouders door de pedagogisch medewerkers begroet. De ouders kunnen dan even blijven om met het kind een puzzeltje te maken of een boekje te lezen. In verband met het dagprogramma is het belangrijk de peuter op tijd te brengen en te halen. vrij spel Vanaf 9.00 uur begint het dagdeel met vrij spel. Aan het begin hiervan noemen wij de namen van de kinderen, deze reageren hier op door op hun manier te zeggen dat ze er zijn Het vrij spel wordt begeleid door één leidster. knutselactiviteiten zijn ook mogelijk dan. De andere leidster gaat in kleine groepjes met VVE-peuters aan de slag. Halverwege het dagdeel gaan we met z’n allen opruimen, hier gaat een ritueel aan vooraf.. de kring Hierna gaan we in de kring: fruit eten en drinken. Ook wordt er in de kring gezongen, voorgelezen, een spelletje gedaan of bij voorbeeld een verjaardag gevierd. Groepsactiviteit Na de kring doen we meestal iets in de grote groep, zoals een knutselactiviteit, een spel, een dansje of gaan we lekker naar buiten. afsluiten en ophalen Aan het eind van een dagdeel sluiten wij gezamenlijk af met een liedje, waarna alle peuters tegelijk worden opgehaald om 11.30 uur. Wanneer de peuter op een ander tijdstip dan gewoonlijk of door iemand anders wordt gehaald, vragen wij de ouders dit vooraf aan de leidster mee te delen en/of op te schrijven in de agenda.. Informatie aan ouders en ouderbetrokkenheid Informatie aan ouders gebeurt op verschillende manieren: Van de algemene ontwikkelingen binnen de stichting worden ouders op de hoogte gehouden via een nieuwsbrief van de coördinator van de stichting. De activiteitencommissie geeft middels briefjes informatie over het reilen en zeilen binnen Duimelot, dit gebeurt in overleg met en namens de ouders. Tevens ondersteunt de activiteitencommissie bij de organisatie van sint, kerst, het uitje naar de boerderij etc.
Ook wordt de hulp van ouders gevraagd bij een versieravond of schoonmaakmiddag. Twee keer per jaar wordt er een koffieochtend georganiseerd, in het voorjaar ter voorbereiding op het boerderijbezoek, in het najaar vanwege de decembermaand. Elke keer als er, in het kader van het VVE programma, met een nieuw thema gestart wordt gaat er een Bas bericht mee naar huis met uitleg over het thema en tips om te thuis te doen, zoals boekjes lezen over het thema. Aan het eind van een thema wordt dit soms afgesloten met de ouders. Zij komen dan wat eerder op de groep en de kinderen kunnen laten zien wat zij gemaakt en geleerd hebben. Wij proberen de ouders zoveel mogelijk te betrekken bij het meedraaien als hulpouder. Dit wordt zeer gewaardeerd door leidsters en peuters, maar is niet verplicht. Het betreffende kind waarvan de ouder aanwezig is, staat dat dagdeel in de belangstelling en mag de leidster met een aantal zaken helpen, zoals fruit en bekers uitdelen. De ouder heeft zo de gelegenheid zijn eigen kind te zien functioneren in de groep. De ouder wordt door de leidsters bij een aantal klusjes gevraagd te helpen, zoals fruit schoonmaken en helpen bij knutselactiviteiten. In het belang van de taalontwikkeling wordt door zowel ouders als medewerkers tegen elkaar en tegen de kinderen op de speelzaal nederlands gesproken. Inspraak van ouders De Activiteitencommissie vergadert ongeveer 6x per jaar en maakt 2x per jaar een nieuwsbrief voor ouders van Duimelot met daarin nieuws over Duimelot. 2 keer per jaar is er een schoonmaakavond en 3 keer per jaar een versieravond ( sint, kerst en zomerfeest) waarbij hulp van ouders wordt gevraagd. Koffie ochtenden worden incidenteel georganiseerd, bijv. voorafgaand op het uitstapje naar de boerderij in de lente waarbij ook hulp van ouders nodig is. De ouder die namens Duimelot in de OR [ouderrraad] van de stichting zit, komt indien nodig bij de activiteitencommissie verslag uitbrengen. Waar zorgt de peuterspeelzaal voor en wat neemt u zelf mee Drinken, luiers, luierdoekjes en schone kleding dienen ouders zelf in de tas van het kind mee te geven. Alles met naam erop. 1 a 2 keer per week moet er fruit meegenomen worden, hier is op de groep een schema voor. Zieke kinderen Zieke kinderen vragen extra zorg en aandacht. In een groep is het niet altijd mogelijk deze zorg en aandacht te geven. Voor zieke kinderen is het daarom het beste als ze in hun eigen omgeving zijn. In geval van twijfel beslist de leidster samen met de ouders of het verstandig is om de peuter op de speelzaal achter te laten. De ouders (of oppas) moeten dan wel bereikbaar zijn om, als het niet goed blijkt te gaan, hun kind direct op te komen halen. Wanneer een kind onverwacht ziek wordt tijdens de speelzaaluren, neemt de leidster contact op met de ouders. Zij worden geacht hun peuter op te (laten) halen. Aan de vraag of een leidster het kind koortsverlagende middelen wil toedienen gedurende de speelzaaluren geeft zij geen gehoor, het kind hoort met koorts niet in de speelzaal te verblijven. Besmettelijke ziekten In het geval van besmettelijke ziekten houden wij ons aan de landelijke richtlijnen van de GGD. Wij willen graag op de hoogte zijn van de ziekte van een kind, omdat er aantal ziektegevallen zijn die wij aan de GGD moeten melden of die wij intern kenbaar moeten maken omdat er risico’s zijn voor bijvoorbeeld zwangere vrouwen. Omgaan met geneesmiddelen en geneesmiddelenverstrekking
Leidsters kunnen in sommige specifieke gevallen kinderen geneesmiddelen toedienen, mits zij door de ouders hierover geïnstrueerd zijn en de ouders hiervoor schriftelijk toestemming hebben gegeven. Zindelijkheid Zindelijk worden is voor peuters een heel proces, een kind moet hier aan toe zijn.. Als ouders aangeven dat ze er thuis mee bezig zijn volgen wij dat op de speelzaal. Wij adviseren ouders in die periode het kind een luierbroekje aan te doen en stimuleren alle kinderen te gaan zitten bij het plassen. Als het kind thuis geen luier meer omheeft, doen wij dat ook niet meer op de speelzaal. Een ongelukje hoort er gewoon bij in het begin. Op de speelzaal is de voorbeeldfunctie van de andere kinderen groot. De peuter ziet andere kinderen naar de wc gaan, de leidster let op de reactie van de andere kinderen en zal af en toe voorstellen om mee naar de wc te gaan en stimuleren het zelf ook te proberen. Wil het kind zelf nog niet, dan is dat ook prima. Doet het kind wel een plasje op de wc dan zal de leidster het kind daarvoor prijzen. Bij het zindelijk worden, leert het kind zelf de wc door te spoelen meteen de handen te wassen. Ruimte geven en grenzen stellen Kinderen worden aangesproken op de dingen die ze zelf kunnen. Zodra een leidster ziet dat een kind bijvoorbeeld motorisch in staat is om zelf de jas aan of uit te doen laat ze dit het kind ook zelf doen. Aangezien een peuter van twee andere dingen kan en wil dan een peuter die bijna naar school gaat doen wij een beroep op de kinderen afhankelijk van hun mogelijkheden Kinderen helpen op de peuterspeelzaal met dagelijkse dingen: uitdelen van de drinkbekers, klaarzetten van spullen. Ook een schoonmaakklusje als de tafel afvegen kunnen kinderen al jong doen. Hiermee stimuleren we de eigenwaarde van het kind. Tegelijkertijd leert een kind ook dat hij zelf hoort te helpen bij de dingen waar hij gebruik van maakt. Bij het vrij spelen mogen de peuters zelf kiezen waar ze mee willen spelen. Ze krijgen de tijd en de ruimte om zelf te pakken wat ze willen. Wel moet het speelgoed uit een bepaalde hoek, bij voorbeeld de keukenhoek, in die hoek blijven en moeten puzzels aan tafel gemaakt worden. Bij activiteiten met de hele groep of in kleine groepjes, zoals knutselen, worden alle kinderen gestimuleerd om mee te doen, maar ze worden er niet toe verplicht. Als we met de hele groep een activiteit doen hoeft de peuter die dat niet wil niet mee te doen, maar moet hij er wel bij zitten aan tafel. Wij werken met thema’s maar spelen ook in op de interesses van de kinderen op het moment. Komt een peuter bijvoorbeeld ’s ochtends met een enthousiast verhaal binnen dan gaan wij daarop in en passen indien nodig ons programma daar op aan of maken er ruimte voor in de kring. Bij een werkje gaat het ons niet zo zeer om het resultaat, maar vooral om het plezier en de ervaring die de kinderen op kunnen doen door het werken met verschillende materialen en technieken. We laten ze dan ook zoveel mogelijk zelf de dingen doen. Het opruimen van het speelgoed doen we, na een vast ritueel met een opruimliedje, op een positief stimulerende manier met z’n allen. Bij conflicten tussen peuters kijken we eerst of de peuters er zelf uit komen. Lukt dit niet goed , dan geven we sturing door erbij te komen, te verwoorden wat er aan de hand is en helpen we ze onderhandelen. Binnen mogen de kinderen niet rennen, dit mag wel buiten. Rituelen Jonge kinderen hebben behoefte aan herkenning en herhaling, daarom gebruiken we de vaste dagindeling en verschillende rituelen op de groep. Een belangrijk ritueel is het samen uitzwaaien als de ouder weggaat.
Bij het opruimen wordt een ‘opruimliedje’ gezongen waarbij alle peuters gestimuleerd worden om mee te helpen opruimen. Ook bij het eten en drinken worden vaste liedjes gezongen en er is altijd hetzelfde ‘stopliedje’ als de kinderen weer opgehaald worden.
Bijzondere activiteiten Verjaardagen: Ieder kind mag zijn/haar verjaardag bij ons vieren, in overleg met ouders vieren wij dat op één of op twee groepen. Er wordt een verjaardags muts gemaakt, de vlag wordt uitgehangen, het kind mag op de grote stoel zitten en er worden verjaardagsliedjes gezongen , daarbij heeft iedere leidster haar eigen rituelen. Ook is er een klein cadeautje voor de jarige en de kinderen die afscheid nemen krijgen een versierde verjaardagskalender met een verhaaltje van de leidster en een duimelot-tasje mee naar huis als aandenken. Als ritueel maken we met z’n allen een ‘afscheidsttrein’naar de basisschool. Sinterklaas: Er komt twee dagdelen een zwarte piet en we vieren de verjaardag van Sint met taart. Ook krijgt elk kind een cadeau. De ouders die in de activiteitencommissie zitten, zijn ter ondersteuning bij de viering aanwezig Kerst: De groep wordt in kerstsfeer gebracht tijdens een versieravond, meestal in de laatste week vieren de groepen kerstfeest met een kinderkerstbuffet waarbij de ouders voor hapjes zorgen. De ouders kunnen een kwartier eerder komen ophalen, zodat we de tijd hebben om elkaar allemaal een goed kerstfeest te wensen en samen af te sluiten. Tijdens de inloop op het laatste dagdeel voor de vakantie wordt er met de ouders een kerststukje gemaakt. Juffenfeest in de laatste week voor de voorjaarsvakantie vieren de juffen hun verjaardag. De kinderen mogen dan verkleed komen en de juffen zorgen voor wat lekkers. Uitstapje naar de boerderij: In de lente kunnen we met de kinderen en de ouders naar de boerderij gaan.Soms op de fiets, soms met de auto. Na afloop eten we samen pannenkoeken, die door ouders zijn gebakken. Ook kan het zijn dat we een dier, bij voorbeeld een lammetje, op de speelzaal laten komen. Zomerfeest: Als afsluiting van het speeljaar vieren we in de één na laatste week voor de zomervakantie het zomerfeest. Elk jaar hebben we hiervoor een ander thema, er worden allerlei spelletjes gedaan met behulp van ouders er wordt iets lekkers gegeten en gedronken. Uiteraard wordt van tevoren de groep in de juiste sfeer versierd. Afscheid en overgang naar basisschool Ongeveer 4 weken voordat een peuter naar de basisschool gaat, wordt een overdrachtsformulier ingevuld door de leidster, alle ontwikkelingsgebieden komen hierbij aan de orde. Dit formulier wordt met ouders besproken en, met toestemming van de ouders opgestuurd naar de basisschool. Indien nodig kan de pedagogisch begeleidster een warme overdracht naar de intern begeleidster van de basisschool doen.
*