Meditatie dienstdoende predikant Als ik op mijn sterfbed lig, zal ik het fijn vinden als een imam even langs komt
Nog maar een paar dagen in Alanya en nog nauwelijks thuis in de pastorie en in de Nederlandse Interkerkelijke Gemeente Alanya is er een vergadering van de kerngroep gepland. Op de agenda staat dat ik de opening mag verzorgen. En natuurlijk vraag me af: wat zal ik lezen en waarom? Ik besluit om de brief van Jeremia te lezen (Jeremia 29: 1-8). De profeet schrijft deze brief vanuit Jeruzalem aan de ballingen in Babel. Waarschijnlijk is deze brief hier in Alanya vaker gelezen, zo begin ik mijn toelichting. De aanwezigen herinneren het zich niet. Waarom ik deze brief las en er nu in Kruispunt over schrijf? Om te beginnen liggen Jeruzalem en Babel dichter bij Alanya dan bij Lochem. In de tweede plaats zijn de Nederlanders hier geen ballingen, maar ze zijn wel ver van huis. Ook is de leef- en woonsituatie een andere dan die in Nederland. En hoe leef je nu hier als Nederlanders in een aantrekkelijk maar toch vreemd land? Geniet je van de zon en van het lekkere klimaat en houd je je verder afzijdig van alles? Of voel je je betrokken en participeer je zoveel als mogelijk in de samenleving hier in en rond Alanya? Dit nu is precies het punt waar Jeremia aan zijn volksgenoten over schrijft. Houd je niet afzijdig, wil hij zeggen. Bouwt huizen en woont daarin; legt tuinen aan en eet van de vrucht daarvan; neemt vrouwen en verwekt zonen en dochters. Een compleet inburgeringsprogramma zouden we vandaag zeggen. En meer dan dat. Want de profeet komt uiteindelijk tot
HET KRUISPUNT Informatiebulletin van de NIGA 6e jaargang nr.3 , oktober 2014 redactie: Ds.Jan van Pijkeren, Henk Brons Opmaak: Ernst H.F. Meijer
1
het volgende: Zoekt de vrede voor de stad (…) en bidt voor haar tot de HEER, want in haar vrede zal uw vrede gelegen zijn. Geen pleidooi voor IS-praktijken, maar een oproep tot precies het omgekeerde. Ik vind deze woorden uit de brief van Jeremia zo bemoedigend en zo inspirerend. De omgeving, de plaats waar jij woont, -ook al is dat maar tijdelijk- dat laat je niet koud en onverschillig. Daar zet je je voor in. Want in haar vrede, haar welzijn, zal jouw vrede, jouw welzijn, gelegen zijn. En niet alleen dat: je bidt ook voor de stad, voor de samenleving waar je woont. Nogmaals: ook al is dat maar tijdelijk. Vanuit deze visie van Jeremia wil de Nederlandse Interkerkelijke Gemeente Alanya in deze samenleving present zijn. Dat blijkt uit haar diaconale schoenenproject. Dat blijkt ook uit de manier waarop zij middels haar predikanten present wil zijn in de ziekenhuizen. Niet alleen onder gemeenteleden daar, maar onder ieder die onze taal spreekt (of een verwante taal natuurlijk). Dit gebaar van nabijheid blijkt niet altijd even welkom. Een Turkse arts, die in Nederland is geboren en onze taal perfect spreekt, benadert mij en vraagt of ik een ernstig zieke Nederlandse vrouw wil bezoeken. Deze vrouw kan niet praten en wij wisselen wat uit middels briefjes. Ik wens haar “vrede en alle goeds”. Toevallig –wat heet?- kom ik op de gang die Turkse arts weer tegen. Zij zegt mij dat de man van deze vrouw het naar haar indruk erg moeilijk heeft met de situatie. Zij vraagt mij of ik deze man wil bellen. Dan zal zij mij zijn telefoonnummer geven. Zo gezegd zo gedaan. Ik bel op, maar kom van een hele koude kermis thuis. De man vraagt wie ik ben en namens wie ik zijn vrouw bezocht heb. Als ik zeg dat ik predikant ben ten dienste van de Nederlandse Interkerkelijke Gemeente Alanya is de wereld te klein. Van de kerk? U hebt haar zeker verteld over God en de hemel en Jezus en nu wil ze natuurlijk dood. Ik probeer te zeggen, dat ik God en de hemel en Jezus niet genoemd heb, maar … de man geeft mij geen gelegenheid uit te spreken. Hij is razend, brult dat hij atheïst is en verbiedt mij zijn vrouw nog weer te bezoeken. Een week later vraag ik in het ziekenhuis om een gesprek met de Turkse arts. Kan ik u even spreken? Ik weet waarover, zegt zij, en ik wil u ook graag spreken. De man in kwestie heeft haar weten te vinden. Hij heeft mij uitgemaakt voor van alles en nog wat, zegt ze. Hij dacht dat u een priester
was, die nog even langs kwam met het “laatste oliesel” vóór zijn vrouw zou sterven. Ik heb hem proberen uit te leggen, dat u komt voor sociale contacten, tenzij mensen om meer vragen. Dat klopt, zeg ik. ‘t Ja, zegt zij, wíj doen ons best om mensen het beste te bieden. Maar dit vind ik typisch een overspannen reactie van een atheïst met een verkeerd beeld van de kerk. Ze kijkt mij aan en zegt tenslotte: Als ik op mijn sterfbed lig, zal ik het fijn vinden als een imam even langs komt. Als ik weer terug fiets naar de pastorie, denk ik: deze dokter heeft het begrepen. Dit is nu precies wat Jeremia in zijn brief van heel lang geleden bedoeld heeft. Wij zoeken de vrede voor de stad, want in haar vrede zal onze vrede gelegen zijn. Om met Franciscus van Assisi te spreken: vrede en alle goeds! Jan van Pijkeren
Uit de Pastorie De pastorie in Alanya hadden we nog maar net betrokken of we hebben er ons eerste feestje gevierd. Op 9 september waren wij 43 jaar getrouwd. In 1971 vond het verplicht ceremonieel plaats op het gemeentehuis van de Gemeente Ermelo te Nunspeet. De kerkelijke inzegening vervolgens in de Gereformeerde kerk in hetzelfde dorp, het dorp waar wij beiden geboren zijn. Francien in 1948 en Jan in 1947. Wij hebben drie zonen (geboren 1975, 1978 en 1981), twee schoondochters en een schoonzoon en vier kleinkinderen. Aan onze geboortejaren te zien ligt het voor de hand dat wij beiden gepensioneerd zijn. Francien heeft gewerkt bij profit- en nonprofitorganisaties in Nunspeet, Kampen, Breda, De Bilt, Utrecht, Zeist en Eindhoven. Dit alles naast de jaren dat ze thuis was en voor onze toen nog kleine kinderen zorgde. Naast haar werk thuis en buiten de deur heeft ze altijd veel vrijwilligerswerk gedaan voor een SOS-Telefonische Hulpdienst, voor het onderwijs, voor kerkelijke gemeenten en als schuldhulpmaatje. Sinds begin 2014 is Francien secretaris van de stichting Interkerkelijk Pastoraat onder Nederlanders in Zuid Europa (I.P.N.Z.E.).
2
Jan heeft vijf kerkelijke gemeenten gediend als predikant: MeliskerkeBiggekerke-Zoutelande, Hilversum, Breda, Doorn en Eindhoven. Daarnaast is hij in het kader van het Samen op Wegproces twaalf jaar adviseur geweest van de synodes van de drie kerken die nu in de Protestantse Kerk in Nederland verenigd zijn. En later zeven jaar synodelid. Meer dan een kwart eeuw was hij in opdracht van de generale synode deputaat voor de oecumene en gedurende zeven jaar adviseur van de katholieke Vereniging voor Oecumene. Nadat hij met emeritaat is gegaan heeft hij zich uit de meeste bestuurlijke taken teruggetrokken. Op dit moment is hij bestuurslid van de Bond van Nederlandse Predikanten. Het jaar 2014 is voor ons een jaar vol veranderingen. In april zijn we verhuisd van Eindhoven naar Lochem, de parel van de Achterhoek. In dit mooie stadje zijn we nog maar nauwelijks thuis, want op 4 september zijn we op het vliegtuig gestapt naar Alanya. Eigenlijk zouden we aan onze tuin in Lochem moeten werken, maar toen we in januari 2013 de afspraak maakten om hier elf weken in Alanya te zijn, was er van verhuizen nog helemaal geen sprake. Voor ons geldt: afspraak is afspraak. En die tuin in Lochem, dat komt volgend voorjaar wel weer bij leven en welzijn. Voorlopig zijn we hier en dat bevalt ons heel goed. Francien en Jan van Pijkeren
dit huis een naam gegeven: ’t Hemeltje. Natuurlijk naar de naam van de straat waaraan het huis staat, maar tegelijk om meer dan dat. Voor hen heeft het iets van een hemel op aarde. Dit opvanghuis is een oecumenisch initiatief van diaconieën van verschillende kerken in en rond Eindhoven. Toen dit pand na een renovatie en uitbreiding enkele jaren geleden weer opnieuw in gebruik werd genomen, hield de voorzitter van het bestuur een toespraak voor vertegenwoordigers van de gemeentelijke overheid (wethouders en ambtenaren), van de kerken (diakenen, gemeenteleden, pastoors en predikanten), vele vrijwilligers en niet te vergeten journalisten van regionale kranten en lokale TV. De voorzitter sprak voortdurend over DCE zus en DCE zo, maar dat het hier ging over het Diaconaal Centrum Eindhoven als een oecumenisch initiatief van de kerken in stad en regio heeft hij niet één keer genoemd. Ik vond dat toen een ernstige misser. Wij mogen er zijn als kerken en wij willen er zijn in onze dienst aan de wereld en vooral aan die mensen die uit de boot dreigen te vallen of al gevallen zijn. De dak- en thuislozen waren met de door hen gegeven naam ’t Hemeltje duidelijker dan de voorzitter met zijn DCE. En nu de NIGA. Ik heb een shirt gekocht met daarop NIGA en als onderschrift Nederlandse Interkerkelijke Gemeente Alanya. Dit shirt trek ik aan als ik mijn wekelijkse tocht langs de vier ziekenhuizen in Alanya maak. Een soort “ambtsgewaad” dus. Ik wil herkenbaar zijn door dit shirt zoals priesters (en ook sommige predikanten tegen-woordig in Nederland) aan hun boordje. Wanneer ik mij bij de recepties (afdeling foreigner department) van de ziekenhuizen meld, wijs ik naar het logo van de NIGA op mijn shirt en zeg dat ik kom namens de “Dutch Ecumenical Church in Alanya”. In lijn met het voorafgaande wil ik zeggen: NIGA is niks. Maar de Nederlandse Interkerkelijke Gemeente Alanya, dat is wat! Mijn pleidooi is duidelijk: laten we de afkorting NIGA niet teveel gebruiken. NIGA is goed voor het logo en voor de website, maar mensen moeten voor een optimale communicatie direct snappen waar het over gaat. Misschien zou ik “Nederlandse Oecumenische Gemeente Alanya” nog wel iets mooier vinden dan de huidige naam. Hoewel hierin een gevaar schuilt, want de afkorting zou dan “NOGA” worden. En misschien zou ik die afkorting dan toch teveel gaan gebruiken, want noga vind ik heel lekker … Jan van Pijkeren
Noga vind ik heel lekker Het valt mij op dat velen hier met het grootste gemak over de NIGA praten. Maar wat is de NIGA eigenlijk? Bij de vereniging in 2004 van de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden tot Protestantse Kerk in Nederland was ik lid van de Generale Synode. Tijdens synodevergaderingen spraken vele afgevaardigden steeds over “de PKN”. Synodevoorzitter ds. Jan-Gerd Heetderks vond dit allemaal maar niks. Want, zei hij, PKN is niks. De Protestantse Kerk, dát is onze verenigde kerk. Iedere spreker kreeg vervolgens één euro boete voor iedere keer dat zij of hij PKN zei in plaats van Protestantse Kerk. En nog gebeurde het te vaak. Een ander voorbeeld: in Eindhoven staat op het adres Hemelrijken 117 een huis. Niet zomaar een huis, het is een diaconaal opvangcentrum voor daken thuislozen. Het is een plaats waar mensen met hun verhaal, hun zorgen en vragen een luisterend oor kunnen vinden. In de huiskamer kun je een ander ontmoeten en mag je zijn wie je bent. De dak- en thuislozen hebben
3
Uit de kerngroep Terug naar onze laatste vergadering. Om het bovenstaande mogelijk te maken moet er veel geregeld worden. Daarom hebben we afgesproken om alle leden van de gemeente via de mail te vragen ieder op zijn eigen wijze een stukje invulling te willen geven aan ons gemeente-zijn in Alanya. Dit kan zijn voor, in en na de dienst. Maar ook buiten de kerkdiensten om zijn er mogelijkheden om actief mee te werken. We hopen op een goede respons. Daarnaast hebben we gesproken over andere mogelijkheden van gemeente-zijn op langere termijn. Eén van de opties is het vormgeven van een pioniersplek. Met advisering en ondersteuning vanuit de PKN in Nederland moet er dan een concreet plan komen om vorm en invulling te geven aan een missionaire opdracht voor de gemeente. Na mogelijkheden en belemmeringen besproken te hebben moesten we helaas tot de conclusie komen dat er op dit moment te weinig continuïteit en menskracht is om deze verantwoordelijke taak op ons te nemen. Misschien komen er later nieuwe kansen
De redactie van Kruispunt en de Kerngroep vinden het fijn U allen ons eerste Kruispunt van het seizoen 2014-2015 te kunnen aanbieden. Het is opnieuw een “lijvig” nummer geworden vooral dank zij onze huidige predikant Jan van Pijkeren en onze adviseur Alfred Bronswijk.In de open rubriek deze keer twee bijdragen. De eerste is van Francien van Pijkeren die heel direct betrokken is bij het werk van IPNZE. Deze organisatie is ook voor onze gemeente heel belangrijk. U leest in haar bijdrage waarom. Daarnaast vertelt Ali Kaya over zijn ervaringen bij ons in de gemeente. Knap dat hij dit voor ons in het Nederlands doet en mooi dat hij eindigt met de kernwaarden respect en liefde. In de rubriek Uit de Kerngroep leest U over enkele zaken die op de laatste vergadering aan de orde zijn geweest. De Kerngroep vergadert één keer per maand. Omdat drie van de vier leden maar een deel van het jaar in Alanya/Mahmutlar wonen zijn we maar enkele vergaderingen per jaar voltallig. Daarom hebben we ook een vergadersysteem afgesproken waarbij ook de leden die in Nederland zijn actief kunnen meedenken en meebeslissen. Op de vergaderingen waar we compleet zijn bespreken we naast lopendeook beleidszaken. Zo hebben we tijdens onze septembervergadering twee belangrijke onderwerpen besproken. Beide hebben te maken met de samenstelling van de gemeente. Er is maar een smalle kern, waarvan ook nog het grootste deel Alanya als tweede woonplaats heeft. Naast deze kern hebben we onze gasten, de Nederlanders die in Alanya met vakantie komen. We vinden het fijn hen in onze diensten te ontvangen. Samen luisteren, samen bidden en samen zingen. Samen koffie drinken, bijpraten en ervaringen uitwisselen. Wanneer we na afloop kunnen zeggen “het was een goede dienst, een warme samenkomst”, dan is onze missie voor de zondag geslaagd.
Laten we in ieder geval blijven werken aan en bidden voor onze gemeente in Alanya. Een opdracht, maar vooral ook een uitdaging! Henk Brons
De financiën van de NIGA Het jaar vordert met krasse schreden, op het gevaar af dat u mij vervelend begint te vinden, vraag ik toch, in het vervolg van mijn schrijven in de vorige uitgave, om ook aan de materiele kant van onze gemeente te denken. Mocht u dit jaar nog geen bijdrage hebben overgemaakt dan stellen wij het op prijs als u dat de komende tijd wilt doen. Ook verzoeken wij om de donateurs, als dit nog niet is gedaan, hun donatie over te maken. Verder zou het fijn zijn als u in uw kerkelijke gemeente onze kerk in Alanya onder de aandacht op wilt brengen, wellicht dat er een collecte of gift gegenereerd kan worden. U wilt toch ook dat onze kerk in Alanya blijft bestaan?
4
Bankrekening NIGA:NL82INGB0755199707 t.n.v. Ernst H.F. Meijer, o.v.v. bijdrage NIGA en uw naam en adres. Belastingaftrek voor uw gift gewenst? Stort dan uw bijdrage via rek. nr. NL76INGB0004989205 van Stichting Vrienden van de NIGA, o.v.v. uw naam en adres.
Tussen zoute drop en Turks fruit Alfred C. Bronswijk
Wie beweert, dat godsdienst vandaag uit de tijd is, zit er lelijk naast. Juist het tegendeel is waar. Zelfs de wereldagenda wordt momenteel stevig door religie bepaald. De centrale figuur achter dit alles is, for better or worse, niemand minder dan Abraham. 'Onze Abraham'? zult u vragen. Ja, we hebben het over dezelfde. Die van de heilige verhalen. Zijn invloed is deze dagen merkbaar in heel het Nabije Oosten. Zelfs in Nederland. Want door Abraham moest mijn Coby deze week in ons Deventer 'Turkenstraatje' een eurietje méér neerleggen voor haar lamskoteletjes. 'Offerfeest mevrouw' was de vriendelijke verklaring. Het Slacht- of Offerfeest - Turks Kurban bayrami, Arabisch Eid al-Adha werd dit jaar gevierd van 4 tm 7 oktober. Dit feest verwijst naar Abraham (Ibrahim), die als bewijs van zijn trouw aan God bereid was om zijn zoon te offeren. Uit genade en waardering stond God hem toe, in plaats van zijn zoon, maar een schaap te offeren. U kent het verhaal uit Genesis (22:124). Volgens de bijbeltekst ging het daarbij om Izak. Maar, hoewel de Koran zélf geen naam noemt, houden de meeste moslims het liever op de tweede zoon, Ismaël. Bijbelvervalsing zouden wij misschien zeggen...
Ernst H.F. Meijer
Open rubriek hallo lieve vrienden, ali mijn naam. Ik ben turk en ik leef in turkije .ik heb een nederlandse bedrijft gewerkt , mijn verhaal begon acht jaar geleden. Mijn collega'swaren erg behulpzaam. maar we spraken Engels. ik begreep hun niet dan als zij nederlands spreken . ik kocht boeks . eerste vond ik heel moeijlijk , maar ik heb de praktijk met collega's gedaan . Aan het einde van het derde jaar is in volle gang en ik ben Nederlandse. nodig is om een dialoog met de mensen te vestigen in hun taal, begrijpen de cultuur was fantastisch voor mij een heel goed gevoel. Ik wilde naar de universiteit en verhuisde vervolgens naar alanya. Na school ik wilde doen in de Nederlandse meester. maar ik moetnederlandse lessen en de praktijk is het zeer moeilijk, zeer moeilijk onderwerp kwam naar me toe. Ik onderzocht een beetje en toen hoorde ik dat de kerk alanyadan Nederland. Ik kwam naar de kerk, dan is een markt met september. Ik ben al onderworpen aan de Turkse mensen hebben een goede blik op het eerste. nederlands voor de eerste keer na zo blij dat ik weet en wil deelnemen aan de kerk vertelde me. gerçektenb zei dat ik naar huis kon en er komen altijd aan het einde van een paar weken heb ik veel waardevolle vrienden gemaakt. MijnNederlands is echt beter onderwerp, natuurlijk, dan is beter voor de kerk koos Christendom voelde ik de juiste plaats op het juiste moment van het leven uiteindelijk worden doorberekend. herkes respect en liefde ... Ali Kaya
Mohammed droeg zijn volgelingen op om, als herinnering, op deze dag ook een schaap te slachten. Het vlees wordt in drie stukken verdeeld. Een deel is voor de familie, een deel is voor de buren of vrienden en een deel is voor de armen. Naast dit delen, staat de overgave aan Allah en het willen-zijn als Abraham centraal bij het vieren van het Offerfeest. Joden, christenen en mohammedanen hebben samen één onbesproken figuur gemeen: aartsvader Abraham. Met het Offerfeest in het achterhoofd zou je je kunnen afvragen, of Abraham misschien een bijdrage kan leveren aan de vandaag zo ernstig bedreigde wereldvrede. Abraham als vredesduif? Abraham als symbool van een nieuwe wereld-oecumene?
5
In 1977 was de Egyptische president Anwar Sadat die gedachte overigens wél toegedaan. Bij zijn historisch bezoek aan de Israëlische Knesset sprak hij: ‘Abraham – vrede zij met hem – overgrootvader van Arabieren en joden, bracht een groot offer. Niet uit lafheid, maar uit vrije wil, voortkomend uit het onwankelbare geloof in de idealen die het leven diepgaande betekenis geven.’
bijvoorbeeld de basispapieren van de PKN, waar de bijzondere plaats van het volk Israël in Gods verhaal wordt erkend. De islam doet dit allerminst. Daar beschouwt men juist zichzelf als de echte en enige bloedlijn van Abraham. De offerbereidheid van Abraham en de bereidheid van Ismaël om te sterven spelen daarbij een fikse rol. Vooral die van Ismaël. Want dit voorval zet de deur wagenwijd open voor het brengen van heilige offers. En niet minder voor de bereidheid om zélf voor God te sterven. Staat bijvoorbeeld in de Koran duidelijk te lezen, dat je daadwerkelijk bereid moet zijn om voor God te sterven. Radicale moslims zien dit echter als een rechtvaardiging om je eigen leven en dat van anderen ook letterlijk te offeren voor God in een bewuste oorlog en terroristische daad.
Hoe verbonden hun oorsprong ook is, in de loop der eeuwen zijn Jodendom, christendom en islam uit elkaar gegroeid. De dramatische gevolgen vullen dagelijks onze kranten. Maar de meeste joden, christenen en mohammedanen hebben nauwelijks meer weet van de oorsprong van hun eigen religie. Noch van het gemeenschappelijke erfgoed dat zij met elkaar delen. En niet alleen is de oorsprong vergeten. Ook de interpretaties zijn elkaar in de weg gaan staan. En vooral de interpretatie van het offer van Abraham. Dat offer is Abrahams bekendste daad. Omdat hij bereid was zijn zoon te offeren wordt Abraham gezegend en krijgt de belofte van een eigen land en van ontelbare nakomelingen.
In het boek 'Een geschiedenis van God' maakt de Amerikaanse theologe Karen Armstrong duidelijk dat het bij het verhaal van Abraham en zijn zonen niet zozeer gaat om de vroegere mannen uit Kanaan, Egypte of Mesopotamië zijn. Het zijn vooral de huidige mannen en vrouwen van de Torah, de Bijbel en de Koran. De joden, de christenen, de moslims. Kortom: wij zijn wat we – eeuwen later – van Abraham hebben gemaakt en wat wij nog steeds van hem maken.
Die belofte heeft, lang vóórdat er van christendom of mohammedanisme sprake was, aan joodse zijde het idee gevoed, dat zij het door God ‘uitverkoren volk’ zouden zijn. Ook de aanspraken op het Heilige Land hebben er alles mee te maken. Maar wie zichzelf als zodanig beschouwt, vraagt om problemen. Die kwamen dan ook en zullen helaas nog eeuwen duren – tot op de dag van vandaag. Binnen het christendom ontstond de zogenaamde vervangings-leer. Die vertelde, dat niet het volk Israël, maar juist de kerk het uitverkoren volk was, het ware nageslacht van Abraham was. Christenen waren dus de echte erfgenamen. De joden hadden afgedaan.
Als wij inderdaad zijn ‘veroordeeld tot religie’, is het dan niet van levensbelang dit gegeven te erkennen en het recht op individuele beleving te respecteren? Want één ding is 2500 jaar na de geboorte van het jodendom, 2000 jaar na die van Jezus en 1400 jaar na die van Mohammed, duidelijk: geen van de drie monotheïstische godsdiensten kan de ander domineren of uitroeien. Dat is vaak geprobeerd en nooit gelukt. De kernvraag is: kunnen Abrahams kinderen in vrede naast elkaar leven?
Hoe vernietigend deze leer heeft doorgewerkt zien we in de Middeleeuwse pogroms. Met in het verlengde de Holocaust en het antisemitisme. Maar het moet worden gezegd: in de vorige eeuw hebben protestanten en katholieken zich scherp gedistantieerd van deze oude gedachte. Zie
6
Abrahams rol is dus nog niet is uitgespeeld. Sterker nog: misschien moet zijn grootse rol nog worden gespeeld: als nieuw spiritueel baken, als universeel vredesstichter....
Geef, dat ik met die twee of drie mij op weg durf te begeven, mij van harte wil inzetten, mij persoonlijk geroepen weet uit honger naar recht en rede, uit dorst naar echte vrede, om waarheid te doen en te spreken. Wil zo tastbaar aanwezig zijn als bron van mijn leven.
Over zoute drop. En over Turks fruit. Dáár zullen we het ook in het volgden Kruispunt weer over hebben. Alle goeds, Alfred C. Bronswijk
Alfred C. Bronswijk
Waar twee of drie Christus, waar twee of drie in uw naam geloof delen, hoop koesteren, liefde schenken, elkaar de hand toe steken, elkaars zwakte dragen, elkaar levenskracht geven, dáár bent U in hun midden als bron van leven Met maar twee of drie durft u het aan een nieuw begin te maken, een andere weg te wijzen, de toekomst te openen voor het gedeelde brood, voor het levende water, voor de klare wijn. Zó verandert U éénlingen in een volk dat samen samengaat.
7
Stichting Interkerkelijk Pastoraat voor Nederlanders in Zuid Europa (IPNZE)
Ook zijn er selectiecriteria voor het werven van nieuwe predikanten/voorgangers opgesteld. De gemeenten hebben hierin mee kunnen denken. Hiermee zal met ingang van 2015 gewerkt gaan worden.
Wat is IPNZE?
Het komend jaar zal een nieuwe website ontwikkeld worden die moderner van opzet zal zijn en beter toegankelijk.
Dit is een stichting in Nederland die gemeenten (als deze in Alanya) in Zuid Europa ondersteunt. Ze helpt en adviseert deze gemeenten bij problemen zowel van pastorale, diaconale als financiële aard. Zij heeft een klein en slagvaardig bestuur dat bestaat uit 6 personen (incl. notulist). Het bestuur vergadert vier keer per jaar.
Voor meer informatie kunt u terecht op de website: www.IPNZE.nl Francien van Pijkeren, Secretaris IPNZE
Wat doet ze? Ze werft predikanten/voorgangers voor de zogenaamde predikantenlijst. Gemeenten kunnen deze lijst hanteren. Ze organiseert elke twee jaar een predikantendag waarvoor alle predikanten van de lijst worden uitgenodigd. Ook predikanten die interesse getoond hebben zijn welkom. Tijdens de dag wordt uitleg gegeven over het werken in de gemeenten in Zuid Europa aan de hand van een presentatie. In 2013 was het thema: ” Missies, mensen en mogelijkheden” door ds. Alfred Bronswijk. Het andere jaar wordt er een algemene vergadering georganiseerd waar afgevaardigden van alle gemeenten elkaar kunnen ontmoeten. Hier bestaat de mogelijkheid ideeën uit te wisselen en te horen hoe andere gemeenten bepaalde problemen aanpakken en oplossen. Op de algemene vergadering is met ingang van dit jaar hetzelfde thema gekozen als op de predikantendag. Predikanten en gemeenten krijgen zodoende dezelfde informatie. De IPNZE is bezig met het ontwikkelen van een nieuw PR plan om in Nederland meer bekendheid te geven aan de gemeenten in Spanje, Portugal, Turkije (Alanya), Gran Canaria. We doen dit onder andere door artikelen te plaatsen in de landelijke kerkelijke bladen.
8