MediCal QAWeb Agent
Gebruikershandleiding
(Deze pagina werd opzettelijk leeg gehouden.)
2
Inleiding
Inleiding Minimale systeemvereisten MediCal QAWeb Agent wordt ondersteund door de volgende besturingssystemen: • Windows XP Professional • Windows 7 Home Premium • Windows 7 Professional • Windows 7 Ultimate Gebruik een van de volgende webbrowsers: • Microsoft Internet Explorer, versie 6.0 of recenter • Mozilla Firefox, versie 3.5 of recenter • Safari, versie 4 of recenter • Google Chrome, versie 3 of recenter Pre-installatievoorwaarden • Om MediCal QAWeb Agent te installeren, dient u over beheerdersrechten te beschikken. • Als u een verbinding met de MediCal QAWeb Server nodig hebt, stelt u een permanente verbinding in tussen het werkstation en de QAWeb Relay (resp. poort 80 en poort 443). • Om de mogelijkheid tot een externe installatie te activeren op het werkstation, gaat u als volgt te werk: • Activeer Extern bureaublad (Deze computer > Eigenschappen > Extern > Extern bureaublad) • Desactiveer Windows Firewall • Als u de firewall niet wilt desactiveren, activeert u de uitzondering Bestands- en printerdeling in Windows Firewall (Configuratiescherm > Windows Firewall > Uitzonderingen) • Desactiveer Eenvoudig delen van bestanden (Windows Verkenner > Extra > Mapopties > Weergeven)
3
Inleiding Ondersteunde externe optische sensoren De volgende optische sensoren worden ondersteund voor beeldschermkalibratie: • Barco-lcd-sensor** • Wellhofer LXPlus (serieel)*/** • Wellhofer LXCan (USB)* • Minolta LS-100*/** • Minolta CA-210 (serieel, 9.600 baud)* • Minolta CA-310 (serieel, 9.600 baud)* • VeriLUM CPOD (serieel en USB)** • Gossen MAVO-SPOT 2 (USB)*/** • Gossen Mavomonitor (USB)*/** • Pehamed CD Lux (USB)*/** • Pehamed CD Lux Plus (USB)*/** • Pehamed CDmon (USB)*/** • Unfors Luxi (serieel en USB)* * Grijswaardensensor. Kan niet gebruikt worden voor kalibratie van kleurbeeldschermen. ** Gebruik deze sensor niet wanneer de beeldschermluminantie 1000 cd/m² of meer bedraagt. Systeemvaktoepassing Na de installatie van MediCal QAWeb Agent wordt een systeemvaktoepassing geïnstalleerd die u op een snelle manier toelaat: • de status van het werkstation te bekijken; • QAWeb Agent te starten; • QAWeb Server te starten. Zie "Opstarten via systeemvaktoepassing" op pagina 10 voor meer informatie.
4
Inleiding MediCal QAWeb MediCal QAWeb is een client-server QA-concept. Een complete installatie bestaat uit verschillende componenten. MediCal QAWeb Agent MediCal QAWeb Agent is de toepassing voor de client die op elk PACSwerkstation draait. De toepassing voorziet een aantal acties die lokaal kunnen worden gerealiseerd op de werkstations, zoals het automatisch kalibreren van de beeldschermen of het bekijken van testpatronen. Bovendien geeft MediCal QAWeb Agent veel nuttige informatie weer over het werkstation en de bijbehorende componenten. Indien MediCal QAWeb Agent niet verbonden is met MediCal QAWeb Server (zie hieronder), kunt u een beperkt QA-beleid toepassen op het lokale werkstation. MediCal QAWeb Server Afhankelijk van de licentieovereenkomst kan MediCal QAWeb Agent verbonden worden met en geregistreerd worden op de MediCal QAWeb Server. QA-managers kunnen verbinding maken met de QAWeb Server via een beveiligde internetverbinding en kunnen de prestaties van de verbonden werkstations controleren vanaf eender welke locatie en op eender welk tijdstip. Als MediCal QAWeb Agent verbonden is met MediCal QAWeb Server, dan wordt het QA-beleid volledig gedefinieerd op de servertoepassing. QA-beleid Een QA-beleid definieert de instellingen die gebruikt worden voor een beeldschermkalibratie en bevat een aantal soft copy QA-instellingen en -tests voor elk beeldscherm in een configuratie. Het QA-beleid definieert welke acties moeten worden uitgevoerd en met welke instellingen en frequentie dit moet gebeuren.
5
Inleiding MediCal QAWeb Relay Een set verbonden werkstations (bv. alle werkstations in een ziekenhuis) kunnen verbonden worden met MediCal QAWeb Server. In dit geval zijn de werkstations verbonden met de server via een QAWeb Relay. De QAWeb Relay doet dienst als een toegangspoort om alle QAWeb Agents in een afdeling of faciliteit met de QAWeb Server te verbinden aan de hand van een beveiligde internetlijn.
Indien er geen QAWeb Relay geïnstalleerd is, is een verbinding met de QAWeb Server niet mogelijk. Raadpleeg de webpagina www.barco.com/medical/qa/ voor meer informatie over hoe verbinding te maken met de QAWeb Server en hoe de centrale kwaliteitsgarantie te activeren op uw beeldschermen.
6
Installatie
Installatie Installatieprocedure Als u een Barco-beeldschermsysteem installeert, wordt de installatie van MediCal QAWeb Agent automatisch opgestart na het installeren van de stuurprogramma's. In geval van een autonome installatie van MediCal QAWeb Agent, opent u de installatiemap (op de cd-rom of op uw harde schijf) en dubbelklikt u op setup.exe. Als de wizard InstallShield start, volgt u de instructies op het scherm om succesvol de installatie van MediCal QAWeb Agent te voltooien. Speciaal geval: installatie van een aangepast QA-beleid Afhankelijk van de contractuele akkoorden is het mogelijk dat Barco een aangepaste QA-beleid verstrekt. Dit beleid wordt geleverd als een xml-bestand dat samen met MediCal QAWeb Agent geïnstalleerd moet worden. Voorbeelden van aangepaste beleiden zijn onder meer specifieke regionale QA-tests en tests voor mammografische beeldschermen (bv. MQSA-conformiteitstest). Opgelet: gebruik uitsluitend aangepaste beleidsbestanden die gemaakt en verstrekt zijn door Barco. Probeer de aangepaste beleidsbestanden niet te wijzigen of er zelf één te schrijven; dit kan de QA-acties doen mislukken.
7
Installatie MediCal QAWeb Agent installeren met een aangepast beleid: 1. Kopieer het aangepaste beleidsbestand naar de installatiemap.
2. Open een opdrachtvenster. 3. Verander de huidige map naar de installatiemap door middel van de opdracht "cd". 4. Voer de volgende opdrachtlijn in: setup /v"CUSTOMPOLICY=custompolicyfile.xml", waarbij "custompolicyfile.xml" de naam van het aangepaste beleidsbestand is.
5. Op die manier zal de installatie op dezelfde manier als bij een standaardinstallatie worden uitgevoerd. Als u MediCal QAWeb Agent na de installatie opent, zal het aangepaste beleid geïnstalleerd zijn tussen de acties. Opgelet: als MediCal QAWeb Agent met een aangepast beleidsbestand geïnstalleerd is op een werkstation en het werkstation geregistreerd wordt bij een QAWeb Server, zal het
8
Installatie aangepaste beleidsbestand altijd overschreven worden door het beleid dat gedefinieerd is in de QAWeb Server-omgeving. Als de registratie van het werkstation daarna verwijderd wordt bij de QAWeb Server, zal QAWeb Agent volledig opnieuw geïnstalleerd moeten worden om het aangepaste beleidsbestand te vervangen. Raadpleeg "De registratiestatus en de verbindingsstatus met de server bekijken" op pagina 32 voor meer informatie over de verbindingsstatus met de server.
9
Opstarten
Opstarten Opstarten via de knop Start U kunt MediCal QAWeb Agent opstarten door Alle programma's > Barco > MediCal QAWeb Agent te selecteren in het menu Start. Opstarten via systeemvaktoepassing Na het installeren van MediCal QAWeb Agent wordt er een toepassing geïnstalleerd in het systeemvak. Het pictogram varieert naargelang de status van het werkstation: •
: de status van het werkstation is OK
•
: de status van het werkstation is Not OK
Door te zweven met de muisaanwijzer over het systeemvakpictogram, krijgt u meer informatie over de status van het werkstation. Om MediCal QAWeb Agent te starten, dubbelklikt u op het systeemvakpictogram. U kunt eveneens met de rechtermuisknop op het pictogram klikken en Start QAWeb Agent selecteren. Automatische opstarttaken Als het programma start, zal het de volgende taken automatisch uitvoeren: • Nagaan welke medische beeldschermen en grafische kaarten van Barco geïnstalleerd zijn op het werkstation (zie opmerking hieronder); • Een automatische snelle kalibratie uitvoeren op de achtergrond voor alle medische beeldschermen van Barco (zie opmerking hieronder);
10
Opstarten • Bij alle Coronis- en New Coronis-beeldschermen: een conformiteitscheck op de achtergrond uitvoeren. Zolang MediCal QAWeb Agent geopend is, zullen geen geplande acties worden uitgevoerd. Opmerking:Automatische snelle kalibratie en automatische opsporing van geïnstalleerde beeldschermen worden enkel ondersteund op medische beeldschermen van Barco. Deze acties worden niet ondersteund voor beeldschermen van een ander merk. Aangesloten beeldschermen van een ander merk dan Barco moeten manueel toegevoegd worden in MediCal QAWeb Agent. Raadpleeg "Beeldschermen handmatig toevoegen aan de configuratie" op pagina 38 voor meer informatie. Voor meer informatie over hoe de kalibratie in zijn werk gaat voor beeldschermen van een ander merk dan Barco, raadpleegt u "Een ander type beeldscherm kalibreren:" op pagina 63.
11
Hoofdmenu
Hoofdmenu Overzicht
Als de automatische opstarttaken voltooid zijn, verschijnt het hoofdmenu. Dit menu bevat de volgende koppelingen en knoppen: • Switch User: klik hier om naar een Advancedgebruikersaccount te gaan. Het standaardwachtwoord voor het overschakelen naar een geavanceerde gebruiker is advanced. Raadpleeg "Gebruikersaccounts" op pagina 14 voor meer informatie over de gebruikersaccounts. • Options: klik hier om het venster Options te openen. Hier kan een geavanceerde gebruiker de standaardtaal veranderen, de verschillende gebruikerswachtwoorden aanpassen en configureren welke sensortypes gebruikt moeten worden bij het zoeken naar een externe sensor. • Help: klik hier om de toepassing Help te openen. • About: klik hier om informatie te bekijken over MediCal QAWeb Agent. • Exit: klik hier om MediCal QAWeb Agent te sluiten.
12
Hoofdmenu • Status: het Status-pictogram toont aan of de QA-status van het werkstation al dan niet OK is. Een groen vinkje in het pictogram geeft aan dat het werkstation conform het QAbeleid is. Een rood kruis geeft aan dat het werkstation niet conform het QA-beleid is. Een uitroepteken geeft aan dat er iets mis is met de QAWeb Server-verbinding. Klik op de knop Status om acties uit te voeren of te annuleren, de actiestatus en actie-informatie te bekijken en om de verbindingsstatus van de QAWeb Server te raadplegen. Raadpleeg "De status van het werkstation bekijken" op pagina 21 voor meer informatie over het venster Status. • Configuration: klik hier voor nuttige informatie over de componenten van het werkstation en het aanpassen van bepaalde beeldscherminstellingen. Raadpleeg "Informatie over de componenten van het werkstation bekijken" op pagina 42 voor meer informatie over het venster Configuration. • Test Patterns: klik hier om de testpatronen te bekijken. Raadpleeg "De QA-conformiteit verifiëren aan de hand van testpatronen" op pagina 71 voor meer informatie over het venster Test Patterns. • Service Level: klik hier om de huidige servicelevelinstellingen te raadplegen of het service level te upgraden. Deze functie werkt alleen als MediCal QAWeb Agent verbonden is met een QAWeb Server. Raadpleeg "Service en ondersteuning" op pagina 74 voor meer informatie over het venster Service.
13
Gebruikersaccounts
Gebruikersaccounts Over gebruikersaccounts MediCal QAWeb Agent voorziet 6 niveaus met gebruikersmachtigingen: Guest, Advanced, Service technician, DIN compliance tester, JESRA acceptance tester en JESRA constancy tester. De standaardgebruikersaccount bij het opstarten van het programma is "Guest". Terwijl het programma geactiveerd is, kunt u naar de gebruikersaccount "Advanced" overschakelen om toegang te krijgen tot geavanceerde functies. Een geavanceerde gebruiker kan bovendien het wachtwoord voor de geavanceerde gebruiker veranderen. Opmerking:De accounts Service Technician, DIN en JESRA zijn voorbehouden voor gekwalificeerd en opgeleid onderhoudspersoneel. Aanmelden als geavanceerde gebruiker 1. Klik op Switch User in het hoofdmenu.
14
Gebruikersaccounts 2. Een dialoogvenster verschijnt voor het invoeren van een wachtwoord. Voer het wachtwoord advanced in (hoofdlettergevoelig).
U bent nu aangemeld als geavanceerde gebruiker. Opmerking:Als een "Guest"-gebruiker een functie probeert te openen die machtigingen op het niveau "Advanced" vereist, opent het programma automatisch het aanmelddialoogvenster waar u zich kunt aanmelden als "Advanced"-gebruiker. Het wachtwoord voor de geavanceerde gebruiker veranderen: 1. Meld u aan als geavanceerde gebruiker. 2. Klik op Options in het hoofdmenu Het venster Options wordt weergegeven. Selecteer het tabblad Users. 3. Klik op Change Password naast "Advanced" in de gebruikerslijst. 4. Geef in het dialoogvenster Change Password het huidig wachtwoord, het nieuwe wachtwoord en nogmaals het nieuwe wachtwoord ter bevestiging in. Klik vervolgens op OK.
15
Gebruikersaccounts Het wachtwoord van de geavanceerde gebruiker is veranderd.
16
Internationale ondersteuning
Internationale ondersteuning Ondersteunde talen MediCal QAWeb Agent is beschikbaar in de volgende talen: • Engels (VS) • Spaans • Frans • Duits • Nederlands • Japans De standaardtaal veranderen: 1. Meld u aan als geavanceerde gebruiker (zie "Aanmelden als geavanceerde gebruiker" op pagina 14). 2. Klik op Options in het hoofdmenu Het venster Options wordt weergegeven. Selecteer het tabblad Language. 3. Klik op de gewenste standaardtaal.
17
Internationale ondersteuning Opgelet: na het veranderen van de standaardtaal, moet u MediCal QAWeb Agent herstarten om de veranderingen door te voeren.
18
Zoekvolgorde van externe sensoren
Zoekvolgorde van externe sensoren Zoeken naar externe sensoren Telkens als MediCal QAWeb Agent een externe sensor nodig heeft (bv. tijdens beeldschermkalibratie, conformiteitstests, het meten van testpatronen, serviceacties enz.), zoekt het programma naar een aangesloten externe sensor. MediCal QAWeb Agent zoekt standaard naar alle ondersteunde sensortypes. De eerst gevonden aangesloten sensor wordt gebruikt. U kunt instellen naar welke sensortypes er gezocht moet worden en in welke volgorde dit dient te gebeuren. De zoekvolgorde van de externe sensoren wijzigen: 1. Meld u aan als geavanceerde gebruiker (zie "Aanmelden als geavanceerde gebruiker" op pagina 14). 2. Klik op Options in het hoofdmenu Het venster Options wordt weergegeven. Selecteer het tabblad Sensors. 3. MediCal QAWeb Agent zoekt alleen naar de sensortypes die weergegeven worden in de kolom "Search for". De sensortypes die weergegeven worden in de kolom "Don’t search for" worden overgeslagen. Klik op een sensortype en gebruik de pijltoetsen om het betreffende type van de ene naar de andere kolom te verplaatsen. Opmerking:Om de tijd die MediCal QAWeb Agent nodig heeft om uw sensor te vinden te minimaliseren, raden wij u aan alle sensortypes die u niet gebruikt te verplaatsen naar de kolom "Don’t search for". 4. Om de volgorde waarin de sensortypes gezocht worden te wijzigen, klikt u op een sensortype in de kolom "Search for" en
19
Zoekvolgorde van externe sensoren gebruikt u de toetsen omhoog en omlaag om de zoekvolgorde te wijzigen. Opmerking:Om de tijd die MediCal QAWeb Agent nodig heeft om uw sensor te vinden te minimaliseren, raden wij u aan de frequentst gebruikte sensortypes boven aan de lijst te plaatsen.
20
Status en acties
Status en acties De status van het werkstation bekijken De status van het werkstation bekijken: 1. Klik op de knop Status in het hoofdmenu van MediCal QAWeb Agent. 2. Het venster Status wordt weergegeven. In het bovenste gedeelte kunt u zien welke acties bezig zijn. In het middelste gedeelte kunt u de QA-status van het werkstation, de geplande en de uit te voeren acties zien. U kunt ook acties doorvoeren, actieschema's veranderen en informatie raadplegen over de laatste resultaten van de actie. In het laatste gedeelte kunt u de verbindingsstatus met de QAWeb Server bekijken. De pictogrammen in het venster Status geven aan of de status al dan niet OK is.
21
Status en acties
De acties die bezig zijn bekijken Acties die bezig zijn Het bovenste gedeelte van het venster Status somt de acties op die op dat moment op het werkstation uitgevoerd worden. Een actie kan een test, kalibratie enz. zijn. Het aantal beschikbare acties hangt af van de aanwezigheid van een verbinding tussen MediCal QAWeb Agent en een QAWeb Server: • Als er geen verbinding is, zijn de beschikbare acties: • Auto-calibration • Compliance test • Visual test Opmerking:Als het programma geïnstalleerd werd met een aangepast QA-beleid, kunnen er andere acties beschikbaar zijn. Als er een verbinding is, kan de QA-administrator andere acties toevoegen, verwijderen of uitvoeren via de QAWeb Server. Opmerking:Voor beeldschermen die uitgerust zijn met de functie I-Luminate en/of een tekstmodus, worden alle geautomatiseerde en externe acties uitgesteld zolang een van deze functies geactiveerd is op het beeldscherm. Daarnaast is het niet mogelijk om I-Luminate of de tekstmodus te activeren terwijl de autokalibratie en conformiteitstest worden uitgevoerd.
22
Status en acties
Weergeven van de QA-status, geplande, regionale QA en uit te voeren acties Status Het middelste gedeelte in het venster Status toont of het werkstation op dat moment conform het gedefinieerde QA-beleid is. Het QA-beleid wordt normaal gezien gedefinieerd door de QAWeb Server. Indien MediCal QAWeb Agent niet verbonden is met een QAWeb Server, wordt er een standaard-QA-beleid gedefinieerd. U hebt beperkte mogelijkheden om dit beleid te wijzigen.
Geplande en uit te voeren acties Dit gedeelte somt ook de geplande en uit te voeren acties op dit werkstation op. Geplande acties vereisen geen gebruikersinteractie terwijl uit te voeren acties dit wel doen. De acties die kunnen worden gepland op het werkstation hangen af van het feit of er al dan niet een verbinding is met de QAWeb Server en van het service level voor de beeldschermen. Het service level dat standaard wordt gebruikt, is "Essential". Dit level voorziet dezelfde functionaliteit als een installatie van MediCal QAWeb Agent zonder verbinding met de QAWeb Server. Hieronder vindt u een korte beschrijving van de mogelijke taken volgens het service level. De "Essential"-taken worden standaard samen met MediCal QAWeb Agent geïnstalleerd; de andere taken moeten extern via de QAWeb Server geïnstalleerd worden. Als er een verbinding is met QAWeb Server, worden de resultaten van de actie verzonden naar de server. Service level Essential • Auto-calibration
23
Status en acties Deze actie kalibreert automatisch alle beeldschermen in de configuratie. Op Barco Coronis- en Nio-beeldschermen is dit standaard een snelle kalibratie, waarbij er geen gebruikersinteractie vereist is. De gebruiker kan deze kalibratie veranderen naar een volledige kalibratie (zie verder). Op andere Barco-beeldschermen en beeldschermen van andere merken is dit altijd een volledige kalibratie. Er is een externe lichtsensor en enige gebruikersinteractie vereist. Een snelle kalibratie verloopt snel en is voldoende nauwkeurig om de beeldschermen gekalibreerd te houden. Een volledige kalibratie (Zie Beeldschermen kalibreren met behulp van de knop Calibrate op pagina 55.) is nauwkeuriger maar duurt langer. Deze moet door een QA-verantwoordelijke worden uitgevoerd. Voor Barco Coronis- en Nio-beeldschermen kunt u de autokalibratie naar een volledige kalibratie veranderen door te klikken op Info naast het item Auto-calibration in het gedeelte Scheduled Actions in het venster Status. • Compliance test Deze actie meet de beeldschermcurve en gaat na of deze conform de doelspecificatie is. Indien er een verbinding is met de QAWeb Server, worden de resultaten naar de server verzonden. • Visual test Deze actie voert een reeks visuele tests uit aan de hand van testpatronen met bijbehorende vragen. In het onderdeel Modify van deze test kunt u een voorgedefinieerde visuele test of een aangepast bestand selecteren. Het aangepaste bestand moet een xml-document zijn dat de reeks testpatronen en de bijbehorende vragen definieert. Als u een aangepast bestand wenst, neemt u contact op met de ondersteuningsafdeling van Barco.
24
Status en acties Premium level Dezelfde acties als hierboven, plus: • Display test Deze actie gaat na of de achtergrondverlichting van het beeldscherm en de witluminantie zich nog altijd binnen de gedefinieerde marges bevinden. • Ambient light test Deze actie gaat op regelmatige basis na of het omgevingslicht (het licht in de ruimte rondom de beeldschermen) nog altijd binnen de toegelaten limieten valt. Deze limieten worden bepaald door de Reading Room die geselecteerd werd tijdens de kalibratie (Zie Kalibratie in een autonome toepassing op pagina 57.). Indien de gemeten omgevingslichtwaarde te hoog is voor de geselecteerde Reading Room, zult u maatregelen moeten nemen om het omgevingslicht in de zaal te veranderen of om een herkalibratie te doen met een andere Reading Roominstelling. Opmerking:Deze actie werkt enkel op de New Coronisbeeldschermen (kleur of grijswaarden) van Barco.
Regionale QA-acties Enkele regionale QA-tests (bv. DIN compliance test) zijn beschikbaar voor gebruikers die een extra licentie hebben. Om de tests te kunnen uitvoeren, moet u aangemeld zijn als de betreffende gebruiker. Om de DIN compliance test uit te voeren, moet u bijvoorbeeld aangemeld zijn als een DIN compliance tester. De DIN6868-57 compliance test moet afzonderlijk besteld en aangekocht worden. Contacteer hiervoor uw Barco-verkooppunt. Zie hieronder voor meer informatie over het activeren van deze optie. De regionale QA-tests activeren Voor u de regionale QA-tests kunt uitvoeren, moet u deze activeren.
25
Status en acties 1. Meld u aan als de betreffende gebruiker volgens de regionale QA-test (bv. DIN compliance tester). 2. In het hoofdmenu klikt u op Status om het venster Status te openen. 3. Om een regionale QA-test te activeren, klikt u op Activate naast de naam van de test. 4. Indien dit gevraagd wordt, voert u de licentiecode in die u ontvangen hebt. Zie hieronder voor meer details. De acties die overeenstemmen met de QA-test worden weergegeven. Een licentiecode voor regionale QA-tests verkrijgen Indien u de regionale testoptie DIN6868-57 wenst, gaat u als volgt te werk: 1. Bestel de optie via uw Barco-verkooppunt. 2. Na het bestellen zal het Barco-verkooppunt u een e-mail sturen met daarin een bestelnummer en een internetadres waar u zich dient te registreren. 3. Open de website http://www.barco.com/medical/en/ medreg/ en vul het formulier in (u zult het bestelnummer nodig hebben dat u via e-mail hebt ontvangen). Voltooi de registratie door te klikken op Register. 4. U zult nog een e-mail ontvangen met daarin de activeringssleutel die u nodig hebt om de optie in MediCal QAWeb Agent te activeren. Een regionale QA-test uitvoeren 1. De regionale test bevat tests met een externe sensor. Zorg ervoor dat u de sensor verbindt en kalibreert indien nodig. 2. In het venster Status klikt u op Run naast de naam van de test die u wilt uitvoeren. 3. Selecteer het tabblad Basic of Advanced naargelang uw voorkeur (zie verder voor meer informatie).
26
Status en acties 4. Volg de instructies op het scherm en vul de nodige gegevens in in de verschillende formulieren. Opmerking:Als de regionale QA-test mislukt, betekent dit niet dat de beeldschermstatus wijzigt naar Not OK. Manieren om een regionale QA-test uit te voeren: Basic of Advanced De regionale QA-tests verlopen stapsgewijs. Iedere stap bestaat uit een aantal formulieren die ingevuld moeten worden met gegevens (meetgegevens of algemene gegevens). Basic houdt in dat u een wizard verkrijgt die u stapsgewijs door alle formulieren begeleidt. Bij Advanced krijgt u één pagina per stap te zien. Op die pagina kunt u snel alle formulieren selecteren die tot dezelfde stap behoren vooraleer u naar de volgende stap gaat. Basic gaat het trager maar biedt u meer begeleiding en informatie. Deze manier is bedoeld voor de beginnende gebruiker, terwijl Advanced bedoeld is voor ervaren gebruikers. Op eender welk moment in het proces kunt u van Basic naar Advanced schakelen en vice versa. Algemene testgegevens Tijdens de test moeten steeds bepaalde algemene test- en gebruikersgegevens ingevuld worden. U kunt de algemene gegevens importeren en exporteren zodat u deze bij de volgende uitvoering van de test niet opnieuw hoeft in te geven. De algemene gegevens worden opgeslagen op het werkstation na de voltooiing van de test. Bekijken en afdrukken van regionale QA-rapporten 1. Klik op Info naast de test waarvan u het rapport wenst te bekijken. 2. Selecteer in het venster met de geschiedenis en rapporten het beeldscherm waarop het testrapport van toepassing is. 3. Selecteer in de lijst met rapporten het rapport dat u wenst te bekijken.
27
Status en acties 4. Om het rapport te bekijken (PDF-formaat), klikt u op View. Om het rapport rechtstreeks af te drukken, klikt u op Print.
Informatie en resultaat van de actie bekijken Informatie over een actie bekijken: Klik op Info naast de actienaam.
Het programma geeft specifieke actie-informatie weer. Voorbeelden hiervan: • Het resultaat van de actie. • Het tijdstip van de laatste uitvoering. • Het tijdstip van de volgende uitvoering. • De uitvoeringsfrequentie. • Het gedetailleerde resultaat van de actie.
28
Status en acties Details te bekijken over het laatste resultaat van de actie: Klik op View Detailed Result in het venster Info van de actie. Opmerking:Deze optie is niet beschikbaar voor alle acties. Voor sommige acties (bv. conformiteitstest) betreft het een grafiek, voor andere een gegevenslijst.
Hierboven vindt u een voorbeeld van een gedetailleerd resultaat van een conformiteitstest. U kunt de grafiek afdrukken of u kunt deze opslaan als PDF-document.
Acties uitvoeren Een actie onmiddellijk uitvoeren: Klik op Run naast de actienaam in het venster Status. U moet als geavanceerde gebruiker aangemeld zijn om de actie AutoCalibration te kunnen uitvoeren.
29
Status en acties
Acties wijzigen De actieparameters veranderen: Klik op Info naast de actienaam.
Klik op Modify naast een van de aanpasbare parameters in het venster Info van de actie. Indien u nog niet bent aangemeld als geavanceerde gebruiker, zal het programma het aanmelddialoogvenster weergeven. U moet als geavanceerde gebruiker aangemeld zijn om de parameters te kunnen veranderen. Raadpleeg "Aanmelden als geavanceerde gebruiker" op pagina 14 voor meer informatie over het aanmelden.
De geschiedenis van alles acties en resultaten bekijken De geschiedenis van de acties raadplegen: 1. Klik op de koppeling View history of all actions on this workstation in het venster Status.
30
Status en acties 2. Het venster met de geschiedenis van de acties wordt weergegeven. Hierin worden alle acties opgesomd die op dit werkstation uitgevoerd werden gedurende de geselecteerde periode. U kunt de resultaten van een bepaalde periode bekijken door de datums From en To te selecteren.
31
Status en acties Details bekijken van het resultaat van een actie: Klik op het actieresultaat (OK of NOT OK) om een rapport van de betreffende actie te bekijken.
Hierboven vindt u een voorbeeld van een gedetailleerd resultaat van een beeldschermgelijkstelling. U kunt de grafiek afdrukken of u kunt deze opslaan als PDF-document.
De registratiestatus en de verbindingsstatus met de server bekijken Het laatste gedeelte in het venster Status geeft de registratiestatus en de verbindingsstatus met de QAWeb Server weer.
32
Status en acties Not Registered Dit is de standaardregistratiestatus als er geen QAWeb Relayverbinding gevonden werd bij het opstarten van MediCal QAWeb Agent. Klik op de koppeling Register this workstation on the QAWeb Server om op zoek te gaan naar een beschikbare QAWeb Relay of om handmatig een QAWeb Relay-hostnaam of -IP-adres in te geven. Als dit goed verloopt, verandert de registratiestatus naar 'Waiting for Acceptance' (zie verder).
33
Status en acties Waiting for Acceptance Dit is de standaardstatus wanneer MediCal QAWeb Agent een QAWeb Relay-verbinding gevonden heeft maar het werkstation nog niet aanvaard werd op de QAWeb Server. Uw QA-administrator dient uw werkstation op de QAWeb Server te aanvaarden. U kunt de relevante pagina op de server openen door te klikken op de koppeling Consult the QAWeb Server en u aan te melden op de server. Zodra uw werkstation aanvaard is op de QAWeb Server, verandert de registratiestatus naar 'Registered' (zie verder). Als u klikt op de koppeling Register this workstation on the QAWeb Server, wordt de registratieprocedure herstart en verschijnt een nieuw probleem 'Workstation not registered' op de relevante pagina op de QAWeb Server.
34
Status en acties Registered De registratiestatus verandert naar 'Registered' indien MediCal QAWeb Agent een QAWeb Relay-verbinding gevonden heeft en indien de registratie van het werkstation aanvaard is op de QAWeb Server. De prestaties van het werkstation zijn nu volledig controleerbaar via de QAWeb Server en het QA-beleid is nu volledig gedefinieerd op de servertoepassing. Als u op de koppeling Consult the QAWeb Server klikt, verschijnt de QAWeb Server-aanmeldpagina. Als u zich aanmeldt, verschijnt de betreffende pagina op de server.
35
Status en acties Inactive Connection De verbindingsstatus zal wijzigen van 'Active' naar 'Inactive' als MediCal QAWeb Agent zijn verbinding met de QAWeb Relay verliest in de registratiestatus 'Waiting for Acceptance' of 'Registered'. Dit kan door verschillende verbindingsproblemen veroorzaakt worden. U kunt zelf de verbinding proberen te herstellen door te klikken op de koppeling Restore or check connection. Deze zal de QAWeb Relayverbinding trachten te herstellen of zal u toelaten de hostnaam of het IP-adres van QAWeb Relay zelf in te geven indien deze onbereikbaar is. Als deze methode de inactieve verbinding niet oplost, controleert u de verbinding en de beschikbaarheid van de QAWeb Relay of raadpleegt u uw QA-administrator.
36
Status en acties
37
Beeldschermen toevoegen en verwijderen
Beeldschermen toevoegen en verwijderen Barco-beeldschermen Barco Coronis-, New Coronis-, Nio- en New Nio-beeldschermen zijn automatisch aan de configuratie toegevoegd als MediCal QAWeb Agent opstart. U hoeft geen extra actie te ondernemen om deze beeldschermen toe te voegen. Deze verschijnen automatisch in het venster Configuration. Voor andere types van Barco-beeldschermen is het echter zo dat deze niet automatisch opgespoord en toegevoegd worden aan de configuratie. U moet deze de eerste keer dat MediCal QAWeb Agent opstart na het installeren van de beeldschermen handmatig toevoegen. Zie hieronder voor meer informatie. Beeldschermen van andere merken Beeldschermen van een ander merk dan Barco worden niet automatisch gedetecteerd en toegevoegd aan de configuratie. U moet deze de eerste keer dat MediCal QAWeb Agent opstart na het installeren van de beeldschermen handmatig toevoegen. Zie hieronder voor meer informatie. Beeldschermen handmatig toevoegen aan de configuratie Om beeldschermen handmatig toe te voegen, moet u aangemeld zijn als geavanceerde gebruiker. Zie Aanmelden als geavanceerde gebruiker op pagina 14. Opmerking:Vooraleer u beeldschermen toevoegt aan de configuratie, dient u na te gaan of deze wel degelijk geïnstalleerd zijn in het configuratiescherm met beeldschermeigenschappen (juiste resolutie enz.). Handmatig toegevoegde beeldschermen verdwijnen uit de configuratie na het herverdelen van de connectoren van de grafische kaart in Windows. Beeldschermen toevoegen:
38
Beeldschermen toevoegen en verwijderen 1. Klik op de knop Configuration in het hoofdmenu van MediCal QAWeb Agent. 2. Het venster Configuration wordt weergegeven. Een of meer beeldschermpictogrammen bevatten een vraagteken (?)
3. Klik op het pictogram dat het beeldscherm dat u wenst toe te voegen weergeeft. Indien u niet zeker bent welk beeldscherm dat is, klikt u op de knop Identify. 4. Klik op Add display. Het dialoogvenster Add new display wordt weergegeven.
5. Vul de beeldschermgegevens in: merk, type, serienummer en kleurtype (kleur of grijswaarden). Klik vervolgens op Add. Het nieuwe beeldscherm verschijnt nu in het venster Configuration.
39
Beeldschermen toevoegen en verwijderen Beeldscherminformatie bewerken Als u een beeldscherm handmatig hebt toegevoegd, kunt u de identificatie-informatie ervan bewerken. Beeldscherminformatie in MediCal QAWeb Agent bewerken: 1. Klik op de knop Configuration in het hoofdmenu van MediCal QAWeb Agent. 2. Klik op het pictogram van het beeldscherm dat u wilt bewerken. Indien u niet zeker bent welk beeldscherm dat is, klikt u op de knop Identify.
3. Klik op Edit display. De beeldscherminformatie wordt weergegeven. 4. Bewerk de informatie en klik op Save. Beeldschermen verwijderen uit de QAWeb-configuratie • Om een Barco Coronis-, New Coronis-, Nio- of New Niobeeldscherm te verwijderen, koppelt u het beeldscherm los van het werkstation en herstart u MediCal QAWeb Agent. Het beeldscherm wordt automatisch verwijderd uit de configuratie.
40
Beeldschermen toevoegen en verwijderen • Beeldschermen van een ander merk of andere types van Barco-beeldschermen moeten handmatig verwijderd worden. Om beeldschermen handmatig te verwijderen, moet u aangemeld zijn als geavanceerde gebruiker. Zie Aanmelden als geavanceerde gebruiker op pagina 14. Beeldschermen handmatig verwijderen: 1. Klik op de knop Configuration in het hoofdmenu van MediCal QAWeb Agent. 2. Klik op het pictogram van het beeldscherm dat u wenst te verwijderen. Indien u niet zeker bent welk beeldscherm dat is, klikt u op de knop Identify.
3. Klik op Remove display. Een boodschap verschijnt om te vragen of u zeker bent van het verwijderen van het beeldscherm uit de configuratie. 4. Klik op Yes om het beeldscherm te verwijderen. Het beeldscherm is nu verwijderd en de beeldkwaliteit ervan wordt niet langer door MediCal QAWeb Agent gecontroleerd.
41
Informatie over de componenten van het werkstation bekijken
Informatie over de componenten van het werkstation bekijken Informatie over de componenten van het werkstation bekijken: 1. Klik op de knop Configuration in het hoofdmenu van MediCal QAWeb Agent. 2. Het venster Configuration wordt weergegeven.
Dit venster toont een grafische weergave van de huidige configuratie: de verbonden beeldschermen en de grafische kaarten. De configuratie wordt automatisch gedetecteerd als MediCal QAWeb Agent opstart. Opmerking:Als u beeldschermen verbindt of loskoppelt terwijl het programma bezig is, zult u de MediCal QAWeb Agent moeten heropstarten om de configuratiewijzigingen op te sporen.
42
Informatie over de componenten van het werkstation bekijken Klik op het tabblad Displays om de beeldschermen in de configuratie en de verschillende toepassingsfuncties op de beeldschermen weer te geven. Klik op het gepaste beeldschermpictogram om specifieke beeldscherminformatie weer te geven of om acties toe te passen op het beeldscherm. Klik op het tabblad Graphic Boards om de grafische kaarten in de configuratie weer te geven. Klik op het pictogram van de gewenste grafische kaart om specifieke informatie over de grafische kaart weer te geven.
Beeldscherminformatie en -instellingen bekijken en veranderen General (displays) Om algemene informatie over een beeldscherm te bekijken, klikt u op het tabblad Displays in het venster Configuration. Selecteer het beeldscherm waarover u informatie wilt bekijken en klik op het tabblad General.
43
Informatie over de componenten van het werkstation bekijken Dit tabblad bevat de volgende informatie: Brand Het merk van het geselecteerde beeldscherm. Type Het beeldschermtype Serial number Het serienummer van het geselecteerde beeldscherm Color type Het kleurtype van het geselecteerde beeldscherm (kleur of grijswaarden) Resolution De standaardresolutie van het lcd-scherm Display orientation De huidige beeldschermoriëntatie (liggend of staand) Physical size De fysieke grootte van het beeldscherm Calibration Om kalibratie-informatie over een beeldscherm te bekijken, klikt u op het tabblad Displays in het venster Configuration. Selecteer het
44
Informatie over de componenten van het werkstation bekijken beeldscherm waarover u informatie wilt bekijken en klik op het tabblad Calibration. Opmerking:Voor Barco Coronis- en Nio-beeldschermen is er meer informatie beschikbaar dan voor andere beeldschermen.
Dit tabblad geeft de volgende informatie weer over het geselecteerde beeldscherm: Calibration status Duidt aan of het beeldscherm gekalibreerd is of niet. Indien het gekalibreerd is, toont dit item ook de datum en het tijdstip van de laatste kalibratie. Display function De beeldschermfunctie die gebruikt wordt voor het kalibreren van het beeldscherm. Luminance De luminantie-instelling die gebruikt wordt voor het kalibreren van het beeldscherm.
45
Informatie over de componenten van het werkstation bekijken Chroma De chroma-instelling die gebruikt wordt voor het kalibreren van het beeldscherm (enkel voor kleurbeeldschermen). U kunt de chroma definiëren in Kelvin (K) of in coördinaten (x, y). Black Luminance De zwartluminantie-instelling die gebruikt wordt voor het kalibreren van het beeldscherm. Reading Room De leeszaalselectie die gebruikt wordt voor het kalibreren van het beeldscherm. Calibration Method De methode die gebruikt wordt voor de kalibratie (als het beeldscherm al eerder werd gekalibreerd). U kunt de kalibratie-instellingen veranderen als u een kalibratieactie start. Raadpleeg Zie Handmatig invoeren van kalibratieinstellingen op pagina 68. voor meer informatie. Extended Het tabblad Extended is alleen beschikbaar als u aangemeld bent als geavanceerde gebruiker. Zie Aanmelden als geavanceerde gebruiker op pagina 14.. Om meer informatie te zien over een beeldscherm, klikt u op het tabblad Displays in het venster Configuration. Selecteer het
46
Informatie over de componenten van het werkstation bekijken beeldscherm waarover u informatie wilt bekijken en klik op het tabblad Extended.
Dit tabblad bevat de volgende informatie: Opmerking:Voor Barco Coronis- en Nio-beeldschermen is er meer informatie beschikbaar dan voor andere beeldschermen. Firmware version De versie van de interne beeldschermsoftware (firmware) Display Runtime Geeft de totale bedrijfstijd van het beeldscherm aan, inclusief de stand-bytijd. Backlight Runtime Geeft de totale bedrijfstijd van het beeldscherm aan, exclusief de stand-bytijd. Dit is de totale tijd dat de achtergrondverlichting van het beeldscherm geactiveerd was.
47
Informatie over de componenten van het werkstation bekijken DPMS Geeft weer of de energiebesparende stand van het beeldscherm in- of uitgeschakeld is. Internal temperature De intern gemeten temperatuur in graden Celsius en Fahrenheit. Power LED Het ledlampje geeft aan of het beeldscherm aan of uit staat. Afhankelijk van de beeldschermversie kunt u het ledlampje activeren of desactiveren in MediCal QAWeb Agent of in QAWeb Server als dit werkstation geregistreerd is bij de server. Stabilizer Geeft aan of de I-Guard-stabilisatie in- of uitgeschakeld is. Front Control Buttons U kunt de bedieningsknoppen vooraan op het beeldscherm activeren of desactiveren in MediCal QAWeb Agent of in QAWeb Server als dit werkstation geregistreerd is bij de server. Als dit gedesactiveerd is, kan de gebruiker het beeldschermmenu niet gebruiken (OSD). Power Off Button Bij sommige beeldschermtypes kunt u de aan/uit-knop op het voorpaneel van het beeldscherm activeren of desactiveren in MediCal QAWeb Agent of in QAWeb Server als dit werkstation geregistreerd is bij de server.
48
Informatie over de componenten van het werkstation bekijken
Informatie over de grafische kaart bekijken General (Graphic boards)
Om algemene informatie te bekijken over een grafische kaart, klikt u op het tabblad Graphic Boards in het venster Configuration. Selecteer de kaart waarover u informatie wilt bekijken en klik op het tabblad General Info. Dit tabblad bevat de volgende informatie: Name Het type grafische kaart Serial number Het serienummer van de geselecteerde grafische kaart (enkel beschikbaar voor BarcoMed-kaarten) Number of heads Het aantal video-uitgangen die de geselecteerde kaart bevat Firmware version De firmwareversie van de kaart
49
Informatie over de componenten van het werkstation bekijken Driver version De versie van het stuurprogramma van de grafische kaart geïnstalleerd op de werkstation-pc Head x
Om informatie te bekijken over de connectoren van de grafische kaart, klikt u op het tabblad Graphic Boards in het venster Configuration. Selecteer de kaart waarover u informatie wilt bekijken en raadpleeg het tabblad Head. Dit tabblad bevat de volgende informatie: Location De coördinaten van de locatie van de connectoren zoals die getoond worden in het configuratiescherm met beeldschermeigenschappen Resolution De resolutie die gebruikt wordt door de connector Gamma table Geeft aan of de connector al dan niet een gammatabel bevat
50
Informatie over de componenten van het werkstation bekijken Opmerking:Sommige items zijn enkel beschikbaar voor BarcoMed of kleur BarcoMed grafische kaarten.
51
Beeldschermen kalibreren
Beeldschermen kalibreren Barco Coronis-, New Coronis-, Nio- of New Niobeeldschermen Verschillende manieren om beeldschermen te kalibreren MediCal QAWeb Agent voorziet 2 manieren om Coronis- en Niobeeldschermen te kalibreren: a) Het standaard-QA-beleid van MediCal QAWeb Agent bevat de actie Automatic Calibration. Voor meer informatie, Zie Auto-calibration op pagina 23. b) Het venster Configuration bevat een knop Calibrate voor beeldschermen. Met behulp van deze functie kunt u ook kalibratie-instellingen veranderen, wat niet mogelijk is met de actie Automatic Calibration. Indien de configuratie verschillende beeldschermen van hetzelfde type bevat, zullen deze samen worden gekalibreerd met behulp van dezelfde kalibratieinstellingen. Voor Coronis- en Nio-beeldschermen is de standaardautokalibratie een snelle kalibratie. Voor Coronis- en Nio-beeldschermen kan deze echter als volgt gewijzigd worden naar een volledige kalibratie: 1. Meld u aan als geavanceerde gebruiker. 2. Klik in het hoofdmenu op Status om het venster Status te openen. 3. Klik op Info naast Auto-calibration in het gedeelte Scheduled Actions. 4. Klik op Modify naast Calibration Method in het venster Autocalibration. 5. Selecteer Full Calibration als kalibratiemethode.
52
Beeldschermen kalibreren 6. Klik op OK. Een snelle kalibratie verloopt snel en is voldoende nauwkeurig om de beeldschermen gekalibreerd te houden. Een volledige kalibratie is nauwkeuriger maar duurt langer. Indien een volledige kalibratie uitgevoerd wordt als autokalibratie, loopt deze automatisch en is er geen gebruikersinteractie vereist. Indien een volledige kalibratie uitgevoerd wordt als handmatige kalibratie (door de knop Calibrate te gebruiken), is er gebruikersinteractie vereist op Nio-beeldschermen. Deze moet door een QA-verantwoordelijke worden uitgevoerd.
Beeldschermen kalibreren met behulp van Automatic Calibration Ondersteunde beeldschermen Deze functie wordt ondersteund op Barco Coronis-, New Coronis-, Nioen New Nio-beeldschermen. De functie wordt niet ondersteund op beeldschermen van een ander merk of op andere Barco-beeldschermtypes. De actie Automatic Calibration gebruiken: 1. Klik op Status in het hoofdmenu.
53
Beeldschermen kalibreren 2. Klik op Run naast Automatic Calibration onder Scheduled Actions in het venster Status.
Alle ondersteunde medische beeldschermen van Barco in de configuratie zullen automatisch gekalibreerd worden. Wanneer de automatische kalibratie voltooid is, verschijnt er een gedetailleerd rapport.
54
Beeldschermen kalibreren
U kunt dit rapport afdrukken of opslaan als PDF-bestand.
Beeldschermen kalibreren met behulp van de knop Calibrate Een geselecteerd beeldscherm kalibreren met behulp van de knop Calibrate: 1. Indien u een externe optische sensor gebruikt voor de kalibratie, dient u ervoor te zorgen dat deze aangesloten is. 2. Klik op Configuration in het hoofdmenu van MediCal QAWeb Agent. 3. Selecteer op het tabblad Displays het pictogram van het beeldscherm dat u wenst te kalibreren. 4. Klik op het tabblad Calibration.
55
Beeldschermen kalibreren 5. Klik op Calibrate.
U moet als geavanceerde gebruiker aangemeld zijn om te kunnen kalibreren. Zie Aanmelden als geavanceerde gebruiker op pagina 14. Er is een verschil in de kalibratieprocedure tussen autonome toepassingen en toepassingen verbonden met de MediCal QAWeb Server: a) Als er geen verbinding is met de QAWeb Server, wordt het dialoogvenster Calibration weergegeven. Hier kunt u de instellingen veranderen voor het uitvoeren van de kalibratie. Zie verder. b) Als er een verbinding is met de QAWeb Server, worden de kalibratie-instellingen bepaald op de server. De MediCal QAWeb Agent laat u echter toe te experimenteren met de kalibratie-instellingen. Zie hieronder.
56
Beeldschermen kalibreren Kalibratie in een autonome toepassing Vooraleer de kalibratie te starten, kunt u de geschikte kalibratieinstellingen selecteren.
U kunt de volgende beeldschermfuncties selecteren: DICOM Selecteer een DICOM-beeldschermfunctie voor het merendeel van de medische beeldvormingstoepassingen. De DICOM-functie zorgt voor meer zichtbare grijswaarden in de beelden. Dynamic Gamma 2.2/1.8 Dit zijn gammafuncties die opgeschoven worden om rekening te houden met de restluminantie van een lcdscherm bij een "zwart" signaal. Deze zijn bijzonder nuttig in CT-toepassingen om de perceptie van de lage Haunsfield-waarden te verbeteren. Gamma 2.2/1.8 Selecteer een van deze beeldschermfuncties als het beeldscherm een CRT-beeldscherm vervangt met een gamma van respectievelijk 1.8 of 2.2.
57
Beeldschermen kalibreren U kunt de volgende luminantie-instellingen selecteren: Maximize lifetime Bij deze instelling is de luminantie ingesteld op de standaardwaarde. De levensduur van het lcd-scherm is gemaximaliseerd. Maximize luminance Bij deze instelling is de luminantie ingesteld op de maximumwaarde. Als gevolg hiervan zal de luminantie zo hoog mogelijk zijn, wat de levensduur negatief beïnvloedt. U kunt de volgende chroma-instellingen selecteren (enkel kleurbeeldschermen): Clearbase Simulatie van de clearbase-kleurtemperatuur Bluebase Simulatie van de bluebase-kleurtemperatuur Native white De natuurlijke, ongewijzigde kleurtemperatuur van het lcdscherm. De instelling Reading Room maakt het u mogelijk een leeszaaltype te selecteren dat overeen moet stemmen met het omgevingslicht in de ruimte waarin het werkstation geplaatst is. Bij deze instelling wordt er
58
Beeldschermen kalibreren tijdens de kalibratie rekening gehouden met de invloed van het omgevingslicht in dit type ruimte. U kunt de volgende leeszaalinstellingen selecteren: X-Ray Diagnostic Reading Room Stemt overeen met het licht in zalen voor het stellen van diagnoses voor computergestuurde radiologie, digitale radiologie of mammografie. Deze instelling geeft het laagste maximale omgevingslicht weer (0->10 lux). CT/MR/NM Reading Room Stemt overeen met het licht in zalen voor het stellen van diagnoses voor computergestuurde tomografie, magnetische resonantie of nucleaire medische scans (10->60 lux). Staff Office Stemt overeen met het licht in kantoorruimtes (60->180 lux). Clinical Viewing Room Stemt overeen met het licht in diagnostische leeszalen voor klinische beeldvorming(180->250 lux). ER Room Stemt overeen met het licht op eerstehulpafdelingen (250>300 lux). OR Room Stemt overeen met het licht in operatiekamers. Deze instelling geeft het hoogst maximale omgevingslicht weer (300->400 lux).
59
Beeldschermen kalibreren Klik op Advanced om de geavanceerde instellingen te openen:
De volgende geavanceerde instellingen zijn beschikbaar: Absolute luminance U kunt hier de luminantiedoelwaarde handmatig bepalen. U kunt de luminantie bepalen in cd/m². Black luminance U kunt hier de zwartluminantie veranderen. Geef hiervoor een contrastverhouding tussen 50 en 1500 in. Hoe hoger het cijfer, hoe donkerder de zwartluminantie zal zijn. U kunt ook "Equalize with displays of the same type" selecteren. In het laatste geval zullen alle beeldschermen van hetzelfde type dezelfde zwartluminantie krijgen. Custom chroma (enkel kleurbeeldschermen) U kunt hier de chroma of de kleurtemperatuur handmatig bepalen. U kunt de chroma in Kelvin of in x,y-coördinaten uitdrukken.
60
Beeldschermen kalibreren Full calibration Als deze optie geselecteerd is, is de kalibratie een volledige kalibratie. De kalibratie is nauwkeuriger maar duurt langer. No ambient light compensation Selecteer deze optie als er geen omgevingslicht in de ruimte is. ULT Met dit selectievakje kunt u het Uniform Luminance Technology-systeem in- of uitschakelen. Dit systeem compenseert de verschillen in uniformiteit over de volledige schermoppervlakken en voorziet een uniforme luminantie voor het volledige scherm. Zie ook de onderstaande opmerking. Deze optie is niet beschikbaar op sommige beeldschermtypes. Klik op Calibrate om de kalibratie met de geselecteerde instellingen te starten. Over ULT (Uniform Luminance Technology) en PPU (Per Pixel Uniformity) Bij het stellen van een diagnose is het cruciaal de kleinste en meest subtiele beelddetails te onderscheiden. Minimale percentages van luminantieverschillen die zich op de rand bevinden van wat een menselijk oog zou kunnen onderscheiden, geven relevante diagnostische informatie weer. Daarom zijn Barco's meest geavanceerde beeldschermen uitgerust met de unieke technologie ULT op New Coronis-beeldschermen en PPU op Coronis-beeldschermen voor mammografie. Deze eigen technologie meet en stelt de luminantie bij en zorgt hierbij voor DICOM-conformiteit over het hele scherm. Kalibratie als er een verbinding is met de MediCal QAWeb Server Als u de kalibratie start, kunt u kiezen voor de kalibratie van het geselecteerde beeldscherm volgens het QA-beleid gedefinieerd op de
61
Beeldschermen kalibreren QAWeb Server of kunt u beslissen om te experimenteren met de kalibratie-instellingen.
Selecteer Calibrate to the central QA policy om de kalibratie uit te voeren volgens de gedefinieerde instellingen op de QAWeb Server. In dit geval kunt u de kalibratie-instellingen niet lokaal veranderen. Selecteer Calibrate to a temporary QA policy om te experimenteren met de kalibratie-instellingen. In dit geval kunt u de kalibratieinstellingen veranderen zoals u dit wenst. Raadpleeg "Kalibratie in een autonome toepassing" op pagina 57 voor meer informatie over de kalibratie-instellingen. Als de kalibratie voltooid is, biedt MediCal QAWeb Agent u de volgende opties:
• Selecteer Test patterns om de kalibratie te evalueren volgens de veranderde instellingen. • Selecteer Apply the local policy permanently to QAWeb Server om de veranderde instellingen toe te passen op het QA-beleid op de QAWeb Server. De veranderde instellingen moeten handmatig aanvaard worden op de server.
62
Beeldschermen kalibreren • Selecteer Retry the calibration with a different temporary policy om de kalibratie te negeren en opnieuw te proberen met andere kalibratie-instellingen. • Selecteer Restore the calibration with the central QA policy om de veranderingen van de tijdelijke kalibratie ongedaan te maken.
Andere beeldschermen (MFCD 1218, MFCD 1219, MDRC en andere merken) Een ander type beeldscherm kalibreren: U moet als geavanceerde gebruiker aangemeld zijn om te kunnen kalibreren. Zie Aanmelden als geavanceerde gebruiker op pagina 14. 1. Zorg ervoor dat de externe optische sensor aangesloten is. 2. Klik op Configuration in het hoofdmenu van MediCal QAWeb Agent. 3. Selecteer op het tabblad Displays het pictogram van het beeldscherm dat u wenst te kalibreren.
63
Beeldschermen kalibreren 4. Klik op het tabblad Calibration.
5. Klik op Calibrate. Het dialoogvenster Calibrate wordt weergegeven; hier kunt u de geschikte kalibratie-instellingen selecteren.
64
Beeldschermen kalibreren U kunt de volgende beeldschermfuncties selecteren: DICOM GSDF Selecteer een DICOM-beeldschermfunctie voor het merendeel van de medische beeldvormingstoepassingen. De DICOM-functie zorgt voor meer zichtbare grijswaarden in de beelden. Dynamic Gamma 2.47/2.2/1.8 Dit zijn gammafuncties die opgeschoven worden om rekening te houden met de restluminantie van een lcdscherm bij een "zwart" signaal. Deze zijn bijzonder nuttig in CT-toepassingen om de perceptie van de lage Haunsfield-waarden te verbeteren. Gamma 2.2/1.8 Selecteer een van deze beeldschermfuncties als het beeldscherm een CRT-beeldscherm vervangt met een gamma van respectievelijk 1.8 of 2.2. cie Selecteer deze beeldschermfunctie als u dient te beantwoorden aan de DIN- of IEC-normen. U kunt de volgende luminantie-instellingen selecteren: Current luminance In deze instelling wordt het beeldscherm gekalibreerd volgend de huidige luminantie. U kunt de volgende chroma-instellingen selecteren (enkel kleurbeeldschermen): Clearbase Simulatie van de clearbase-kleurtemperatuur Bluebase Simulatie van de bluebase-kleurtemperatuur
65
Beeldschermen kalibreren Native white De natuurlijke, ongewijzigde kleurtemperatuur van het lcdscherm. De instelling Reading Room maakt het u mogelijk een leeszaaltype te selecteren dat overeen moet stemmen met het omgevingslicht in de ruimte waarin het werkstation geplaatst is. Bij deze instelling wordt er tijdens de kalibratie rekening gehouden met de invloed van het omgevingslicht in dit type ruimte. U kunt de volgende leeszaalinstellingen selecteren: X-Ray Diagnostic Reading Room Stemt overeen met het licht in zalen voor het stellen van diagnoses voor computergestuurde radiologie, digitale radiologie of mammografie. Deze instelling geeft het laagste maximale omgevingslicht weer (0->10 lux). CT/MR/NM Reading Room Stemt overeen met het licht in zalen voor het stellen van diagnoses voor computergestuurde tomografie, magnetische resonantie of nucleaire medische scans (10->60 lux). Staff Office Stemt overeen met het licht in kantoorruimtes (60->180 lux). Clinical Viewing Room Stemt overeen met het licht in diagnostische leeszalen voor klinische beeldvorming(180->250 lux). ER Room Stemt overeen met het licht op eerstehulpafdelingen (250>300 lux). OR Room Stemt overeen met het licht in operatiekamers. Deze instelling geeft het hoogst maximale omgevingslicht weer (300->400 lux).
66
Beeldschermen kalibreren Klik op Advanced om de geavanceerde instellingen te openen:
De volgende geavanceerde instellingen zijn beschikbaar: Absolute luminance U kunt hier de luminantiedoelwaarde handmatig bepalen. U kunt de luminantie bepalen in cd/m² of in footlamberteenheden. Black luminance U kunt hier de zwartluminantie veranderen. Geef hiervoor een contrastverhouding tussen 50 en 1500 in. Hoe hoger het cijfer, hoe donkerder de zwartluminantie zal zijn. U kunt ook "Equalize with displays of the same type" selecteren. In het laatste geval zullen alle beeldschermen van hetzelfde type dezelfde zwartluminantie krijgen. Custom chroma (enkel kleurbeeldschermen) U kunt hier de chroma of de kleurtemperatuur handmatig bepalen. U kunt de chroma in Kelvin of in x,y-coördinaten uitdrukken.
67
Beeldschermen kalibreren Full calibration Als deze optie geselecteerd is, is de kalibratie een volledige kalibratie. De kalibratie is nauwkeuriger maar duurt langer. No ambient light compensation Selecteer deze optie als er geen omgevingslicht in de ruimte is. Klik op Calibrate om de kalibratie met de geselecteerde instellingen te starten. Handmatig invoeren van kalibratie-instellingen Als het beeldscherm gekalibreerd werd met behulp van een eigen (DICOM uit de verpakking) of een andere tool (bv. een andere kalibratiesoftware), selecteert u External Tool. In dat geval dient u ook de Display function en de instellingen voor het omgevingslicht (Reading Room) die gebruikt moeten worden voor het kalibreren van het beeldscherm in te stellen. Op die manier wordt het beeldscherm niet gekalibreerd door QAWeb Agent. U kunt echter wel de conformiteitstest gebruiken om de conformiteit met de geselecteerde
68
Beeldschermen kalibreren Display function na te gaan in het onderstaande venster Change settings. Als er een verbinding is met de QAWeb Server, wordt de informatie naar de QAWeb Server verzonden. Klik op Change settings op het tabblad Calibration om de instellingen in te voeren.
U kunt de volgende instellingen invoeren: Calibration tool Klik op het keuzemenu en selecteer External tool. De overige instellingen zijn nu ook beschikbaar. Display function Selecteer de beeldschermfunctie die gebruikt wordt voor het kalibreren van het beeldscherm. Reading Room Selecteer het leeszaaltype dat gebruikt wordt voor het kalibreren van het beeldscherm.
69
Beeldschermen kalibreren Geavanceerde instellingen: Klik op de knop Advanced om de geavanceerde instellingen weer te geven.
De volgende geavanceerde instellingen zijn beschikbaar: No ambient light compensation Selecteer deze optie als het beeldscherm al gekalibreerd werd zonder compensatie van het omgevingslicht. Klik op Save na het invoeren van de kalibratie-instellingen.
70
De QA-conformiteit verifiëren aan de hand van testpatronen
De QA-conformiteit verifiëren aan de hand van testpatronen De QA-conformiteit verifiëren aan de hand van testpatronen: 1. Klik op de knop Test Patterns in het hoofdmenu van MediCal QAWeb Agent. 2. Het venster Test Patterns wordt weergegeven.
In dit venster kunt u verschillende testpatronen selecteren om een QA-check door te voeren. Sommige testpatronen worden gebruikt voor visuele controles, andere voor het uitvoeren van optische metingen. In dit laatste geval kunt u een optische sensor aansluiten. Het testpatroon RapidFrame is een dynamisch patroon dat gebruikt kan worden voor Barco-beeldschermen die de functie RapidFrame ondersteunen. Opmerking:Voor het testpatroon RapidFrame is een specifieke DirectX-functionaliteit vereist die mogelijk niet standaard geïnstalleerd is op uw Windows-besturingssysteem. Als MediCal
71
De QA-conformiteit verifiëren aan de hand van testpatronen QAWeb Agent detecteert dat de vereiste DirectX-functionaliteit ontbreekt, verschijnt er een foutmelding op het scherm. Installeer in dit geval de recentste DirectX End-User Runtime (deze kunt u verkrijgen via de ondersteuningsdienst van Barco of de Microsoft-website). Klik gewoon op de linkermuisknop om het actieve testpatroon te sluiten. De lijst met testpatronen in het venster Test patterns filteren: 1. Klik op Filter Disabled om het dialoogvenster van de testpatroonfilter te openen.
2. Vink de selectievakjes aan van de testpatrooncategorieën die u wilt bekijken. 3. Klik op OK om de filter toe te passen. Testpatronen van beeldbestanden Naast een set van vooringestelde testpatronen kunt u ook uw eigen persoonlijke testpatronen van beeldbestanden gebruiken. Deze moeten .gif-, .png-, .jpg- of .bmp-bestanden zijn. U dient deze op te slaan in de map Images in de installatiemap van MediCal QAWeb Agent. Opmerking:De map Images in de installatiemap van MediCal QAWeb Agent bevat ook een aantal standaard-Barcobeeldbestanden. Een testpatroon van een beeldbestand weergeven: 1. Selecteer Image File in het venster Test patterns. Het dialoogvenster Select image wordt weergegeven.
72
De QA-conformiteit verifiëren aan de hand van testpatronen Het dialoogvenster geeft de beschikbare testpatronen in de beeldmap weer. 2. Klik op de naam van het patroon dat u wilt weergeven en klik vervolgens op Select image.
73
Service en ondersteuning
Service en ondersteuning De serviceopties bekijken: 1. Klik op de knop Service Level in het hoofdmenu van MediCal QAWeb Agent. 2. Het venster Service Level wordt weergegeven. De servicemogelijkheden hangen af van het feit of MediCal QAWeb Agent al dan niet verbonden is met de MediCal QAWeb Server en van het service level van het werkstation.
Het huidige service level bekijken Service level
In dit gedeelte kunt u informatie raadplegen over uw huidige service level. Klik hiervoor op Consult Online Portfolio. Raadpleeg "Wat is een portfolio" op pagina 75 voor meer informatie over de portfolio. Deze functie werkt alleen als de QAWeb Agent verbonden is met de QAWeb Server.
74
Service en ondersteuning
Over de serviceportfolio Wat is een portfolio Een portfolio bevat de licentiedetails voor de medische faciliteit. Licenties zijn beeldschermgebaseerd en variëren naargelang het service level. U kunt de bestaande licenties of service levels op ieder moment updaten via uw serviceprovider. Wat is een service level Een service level bestaat uit meerdere serviceopties die gebundeld zijn in een profiel in combinatie met soft copy QA-eigenschappen. Deze QA-eigenschappen worden gecombineerd tot een QA-beleid. De combinatie van het serviceprofiel en het QA-beleid is vastgelegd voor elk service level. De reeks services wordt opgenomen in een Service Level Agreement (SLA) die goedgekeurd moet worden binnen de medische faciliteit. Twee service levels Er zijn twee service levels: • Service level 1: Essential - Fleet Management. Dit level is voor beeldschermen die verbonden zijn met QAWeb, bv. indien het beeldscherm verbonden is met QAWeb zonder een geldige licentie. • Service level 2: Premium - Full QA Management. Dit is het hoogste level. Dit level garandeert complete service- en kwaliteitsgarantie van uw BARCO-beeldschermsystemen. Ook de soft copy QA-eigenschappen worden gegarandeerd.
75
Service en ondersteuning
Een probleem rapporteren Beeldkwaliteitsprobleem Dit gedeelte laat u toe een beeldschermprobleem te rapporteren. Klik hiervoor op Report Image Quality Problem. Deze functie werkt alleen als de QAWeb Agent verbonden is met de QAWeb Server.
De QAWeb-knowledgebase raadplegen MediCal QAWeb knowledge base Dit gedeelte laat u toe de QAWeb-knowledgebase te raadplegen. Klik hiervoor op Consult MediCal QAWeb knowledge base. Deze functie werkt alleen als er verbinding is met een QAWeb Server.
Serviceacties Belangrijk Serviceacties kunnen enkel uitgevoerd worden door gebruikers die aangemeld zijn als Service technician. Deze acties zijn voorbehouden voor gekwalificeerd en opgeleid servicepersoneel. Beeldschermen gelijkstellen Door toleranties is het mogelijk dat beeldschermen die verbonden zijn met hetzelfde werkstation een andere luminantie vertonen, ook al meten hun interne sensoren dezelfde waarde. In dat geval kunnen deze gelijkgesteld worden om hun luminantiedoelwaarde op hetzelfde niveau te krijgen. De luminantie na de gelijkstelling varieert afhankelijk van het type externe sensor dat wordt gebruikt. Als er een door Barco gecertificeerde sensor werd gebruikt (Unfors Luxi of Minolta CA-210 of CA-310), dan zal de luminantie na de gelijkstelling gelijk zijn aan de
76
Service en ondersteuning vooropgestelde luminantie voor de beeldschermen. Voor alle andere sensortypes zal de luminantie na de gelijkstelling de laagste luminantiewaarde zijn van alle betrokken beeldschermen vóór de gelijkstelling. Het gelijkstellen van beeldschermen is enkel mogelijk op Barco Coronis- en Nio-beeldschermen. De gelijk te stellen beeldschermen moeten verbonden zijn met hetzelfde werkstation en moeten van hetzelfde type zijn. Voorbeeld: een MDCC-2121-beeldscherm kan alleen met andere MDCC-2121beeldschermen gelijkgesteld worden. Ga als volgt te werk: 1. Zorg ervoor dat de beeldschermen minstens 1 uur opgewarmd zijn. 2. Verbind de externe sensor met het werkstation. 3. Dim het licht in de ruimte. 4. Meld u aan als Service technician. Zie Over gebruikersaccounts op pagina 14.. 5. Klik op de knop Configuration in het hoofdmenu. 6. Klik op het pictogram van een van de beeldschermen waarvan u de luminantie gelijk wilt stellen. 7. Klik op het tabblad Service. 8. Kies The white luminance of the display is different from the white luminance of other displays of the same type en klik op Next.
77
Service en ondersteuning 9. Kies No, there is only a luminance difference en klik op Next.
10. Kies het sensortype dat u zult gebruiken. Er zijn drie mogelijkheden: a) Een door Barco gecertificeerde sensor: kies de eerste optie, sluit uw sensor aan en klik op Search sensor.
Opmerking:Als u gebruik maakt van een Unfors Luxi-sensor, dient deze tweejaarlijks door Unfors gekalibreerd te worden. Doet u dit niet, dan aanvaardt MediCal QAWeb Agent deze sensor niet als een door Barco gecertificeerde sensor. Als de recentste kalibratie van de Unfors Luxi langer dan een jaar geleden is, wordt er een melding weergegeven dat u de Unfors Luxi binnenkort zult moeten herkalibreren. Als de recentste kalibratie van de Unfors Luxi langer dan twee jaar geleden is, kan deze niet gebruikt worden als een door Barco gecertificeerde sensor. U kunt de sensor wel blijven gebruiken als een niet door Barco gecertificeerde sensor.
78
Service en ondersteuning b) Een ander type sensor dat ondersteund wordt door MediCal QAWeb: kies de optie Sensor that is not Barco certified, sluit uw sensor aan en klik op Search sensor.
c) Een ander type sensor dat niet ondersteund wordt door MediCal QAWeb: kies de optie Sensor that is not Barco certified, kies Manual data entry en voer de instellingen van de sensor in.
11. Wanneer de sensor gedetecteerd/geselecteerd is, klikt u op Next om door te gaan.
79
Service en ondersteuning 12. QAWeb Agent geeft een overzicht van de acties die uitgevoerd zullen worden. Om de acties te starten, vult u uw naam in in het veld "Service technician" en klikt u op Finish.
Opmerking:Als de beeldschermen die gelijkgesteld worden Nio-kleurbeeldschermen zijn en een van de opgesomde acties een volledige kalibratie is, zal u gevraagd worden een extra kleurensensor aan te sluiten om de volledige kalibratie te kunnen uitvoeren. 13. De software geeft een patch op het scherm weer die gemeten moet worden door de externe sensor. Volg de instructies op het scherm. Als de externe sensor niet ondersteund wordt door MediCal QAWeb Agent, dient u de gemeten waarden handmatig in te voeren. 14. Na de metingen wordt een grafiek weergegeven die de verschillen tussen de verschillende beeldschermen aangeeft.
80
Service en ondersteuning Klik op Apply om de beeldschermen gelijk te stellen. Klik op Cancel om terug te keren zonder het gelijkstellen toe te passen.
15. Na de gelijkstelling wordt een beeldschermkalibratie uitgevoerd. Herkalibratie van de I-Guard-sensor Normaal worden kalibraties en tests voor Coronis-beeldschermen uitgevoerd met de ingebouwde I-Guard-sensor. Sommige klanten geven echter de voorkeur aan een eigen externe sensor voor het uitvoeren van metingen en tests. Omdat elk sensormodel verschillend is, is het mogelijk dat een beeldscherm DICOM-conform is wanneer dit wordt gemeten met de I-Guard, maar niet conform is bij een meting met een externe sensor. Daarom is het mogelijk om de I-Guard-sensor af te stemmen op de externe (referentie)sensor. Na de herkalibratie is de I-Guard-curve identiek aan de curve van de externe sensor. Dit betekent dat alle acties die uitgevoerd worden met de I-Guard dezelfde resultaten zullen opleveren als met de externe sensor. De herkalibratie van de I-Guard kan enkel uitgevoerd worden op beeldschermen met een I-Guard. De herkalibratie past de kenmerken van de I-Guard-sensor in het beeldscherm zelf aan als aan de volgende voorwaarden is voldaan: • De externe sensor is gecertificeerd door Barco (Unfors Luxi of Minolta CA-210 of CA-310);
81
Service en ondersteuning • Het beeldscherm is een van de volgende types: MFGD 5621 HD, MDMG 5121, MFGD 5421, MDCG 3120, MDCG 2121 of MFGD 3621. Aangezien de wijzigingen in het beeldscherm zelf worden doorgevoerd, blijft de herkalibratie van de I-Guard gelden als het beeldscherm later naar een ander werkstation wordt verplaatst. Als een van de voorgaande voorwaarden niet vervuld is (verschillend type sensor en/of beeldscherm), zullen de kenmerken van de IGuard-sensor in het beeldscherm niet gewijzigd worden tijdens de herkalibratie. In plaats daarvan worden de I-Guard-sensormetingen door MediCal QAWeb Agent aangepast in de software om ervoor te zorgen dat deze overeenstemmen met de metingen van de externe sensor. Dit betekent dat de herkalibratie opnieuw zal moeten worden uitgevoerd als het beeldscherm later naar een ander werkstation wordt verplaatst. Ga als volgt te werk: 1. Zorg ervoor dat het beeldscherm minstens 1 uur opgewarmd is. 2. Verbind de externe sensor met het werkstation. 3. Zorg ervoor dat er geen omgevingslicht op de I-Guard en de externe sensor valt. 4. Meld u aan als Service technician. Zie Over gebruikersaccounts op pagina 14. 5. Klik op de knop Configuration in het hoofdmenu. 6. Klik op het pictogram van het beeldscherm waarvan u de IGuard wilt herkalibreren. 7. Klik op het tabblad Service.
82
Service en ondersteuning 8. Kies The display is not DICOM GSDF compliant according to my sensor while it is compliant according to the I-Guard sensor en klik op Next.
9. Kies het sensortype dat u zult gebruiken. Er zijn drie mogelijkheden: a) Een door Barco gecertificeerde sensor: kies de eerste optie, sluit uw sensor aan en klik op Search sensor.
Opmerking:Als u gebruik maakt van een Unfors Luxi-sensor, dient deze tweejaarlijks door Unfors gekalibreerd te worden. Doet u dit niet, dan aanvaardt MediCal QAWeb Agent deze sensor niet als een door Barco gecertificeerde sensor. Als de recentste kalibratie van de Unfors Luxi langer dan een jaar geleden is, wordt er een melding weergegeven dat u de Unfors Luxi binnenkort zult moeten herkalibreren. Als de recentste kalibratie van de Unfors Luxi langer dan twee jaar geleden is, kan deze niet gebruikt worden als een door Barco gecertificeerde sensor. U kunt de sensor wel blijven gebruiken als een niet door Barco gecertificeerde sensor.
83
Service en ondersteuning b) Een ander type sensor dat ondersteund wordt door MediCal QAWeb: kies de optie Sensor that is not Barco certified, sluit uw sensor aan en klik op Search sensor.
c) Een ander type sensor dat niet ondersteund wordt door MediCal QAWeb: kies de optie Sensor that is not Barco certified, kies Manual data entry en voer de instellingen van de sensor in.
10. Wanneer de sensor gedetecteerd/geselecteerd is, klikt u op Next om door te gaan.
84
Service en ondersteuning 11. QAWeb Agent geeft een overzicht van de acties die uitgevoerd zullen worden. Om de acties te starten, vult u uw naam in in het veld "Service technician" en klikt u op Finish.
12. De software geeft een patch op het scherm weer die gemeten moet worden door de externe sensor. Volg de instructies op het scherm. Als de externe sensor niet ondersteund wordt door MediCal QAWeb Agent, dient u de gemeten waarden handmatig in te voeren. 13. Na de metingen wordt een grafiek weergegeven die de verschillen aangeeft tussen de metingen met de I-Guard en met de externe sensor. Klik op Apply om de I-Guard-sensor af te stemmen op de externe sensor. Klik op Cancel om terug te gaan zonder het afstemmen toe te passen.
Opmerking:De grafiek wordt alleen weergegeven als de IGuard-sensormetingen in de software gecorrigeerd werden door
85
Service en ondersteuning MediCal QAWeb. Deze wordt niet weergegeven als de I-Guardkenmerken in het beeldscherm zelf werden aangepast. Fabrieksinstellingen herstellen Door de fabrieksinstellingen van de interne sensor te herstellen, zullen eerder uitgevoerde gelijkstellingen en I-Guard-herkalibraties ongedaan gemaakt worden. Ga als volgt te werk: 1. Meld u aan als Service technician. Zie Over gebruikersaccounts op pagina 14.. 2. Klik op de knop Configuration in het hoofdmenu. 3. Klik op het pictogram van het beeldscherm waarvoor u de fabrieksinstellingen van de interne sensor wilt herstellen. 4. Klik op het tabblad Service. 5. Kies I know how to handle my issue. Let me specify the actions to take. en klik op Next.
86
Service en ondersteuning 6. Vink de actie Revert the I-Guard sensor to its factory settings aan en klik op Next.
7. QAWeb Agent geeft een overzicht van de acties die uitgevoerd zullen worden. Om de acties te starten, vult u uw naam in in het veld "Service technician" en klikt u op Finish.
De geschiedenis van de serviceacties weergeven U kunt de geschiedenis van de serviceacties samen met de geschiedenis van andere acties bekijken. Ga als volgt te werk: 1. Meld u aan als Service technician. Zie Over gebruikersaccounts op pagina 14.. 2. Klik op de knop Configuration in het hoofdmenu. 3. Klik op het pictogram van het beeldscherm waarvoor u de geschiedenis van de serviceacties wilt bekijken. 4. Klik op het tabblad Service.
87
Service en ondersteuning 5. Kies I know how to handle my issue. Let me specify the actions to take. en klik op Next.
6. Klik op View action history.
88
Appendix
Appendix In de toepassing MediCal QAWeb Agent worden de beeldschermtypes gebundeld in categorieën die beeldschermfamilies genoemd worden. Een aantal functies en beleiden zijn gebaseerd op dit concept van beeldschermfamilies. Voor een gebruiker kan het soms niet duidelijk zijn tot welke beeldschermfamilie een bepaald beeldscherm behoort. Daarom volgt hier een overzicht van de verschillende beeldschermfamilies en de overeenstemmende beeldschermtypes.
New Coronis Color • Beeldschermtypes die beginnen met MDCC, bv. MDCC-3120 DL.
New Coronis Grayscale • Beeldschermtypes die beginnen met MDCG, bv. MDCG-3120.
Coronis Color • Beeldschermtypes die beginnen met MFCD, bv. MFCD 2321. Uitzonderingen zijn MFCD 1218 en MFCD 1219 (TS).
Coronis Grayscale • Beeldschermtypes die beginnen met MFGD, bv. MFGD 3621.
Nio Color • Beeldschermtypes die beginnen met MDNC, bv. MDNC 3120. • Beeldschermtypes die beginnen met E- en eindigen op C, bv. E-2320 C.
Nio Grayscale • Beeldschermtypes die beginnen met MDNG, bv. MDNG 5121.
89
Appendix • Beeldschermtypes die beginnen met E- en niet eindigen op C, bv. E-2621.
Mammography Grayscale • Beeldschermtypes die beginnen met MDMG, bv. MDMG-5121.
Clinical Review Color • Beeldschermtypes die beginnen met MDRC, bv. MDRC-1119. • MFCD 1218 en MFCD 1219 (TS).
Beeldschermen van andere merken • Elk beeldscherm van een ander merk dan Barco.
90
Appendix
91
K5902009-08 Juni 2011
www.barco.com