Medewerkerinformatie
Beademing Informatie over beademing en uitleg over bijkomende gevolgen
1234567890-terTER_
Beademing Informatie over beademing en uitleg over bijkomende gevolgen. Uw naaste is opgenomen op de afdeling Intensive Care. Onze artsen en medewerkers doen er alles aan om uw naaste met de beste zorg te omringen en zijn/haar verblijf in het ziekenhuis zo aangenaam mogelijk te maken.
Ter voorbereiding op het verblijf van uw naaste, informeren we u met deze folder over de gang van zaken rondom beademing. Daarnaast zetten we een aantal praktische zaken en nuttige informatie voor u op een rij. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Achterop vindt u de contactgegevens van de betreffende afdeling. De medewerkers van de afdeling of uw behandelaar beantwoorden uw vragen graag.
Algemeen Het is soms nodig dat bij een patiënt de ademhaling door een beademingsmachine moet worden overgenomen. Dit is vaak een ingrijpende gebeurtenis voor de patiënt, maar ook voor naasten is het ingrijpend. Het overnemen van de ademhaling door een machine is bijvoorbeeld nodig als de patiënt ten gevolge van een ziekte te zwak is om goed te ademen. Met deze folder proberen we een aantal vragen voor u te beantwoorden. Ook willen we het voor u wat makkelijker maken om uw naaste/familielid tijdens de beademingsperiode te benaderen.
3
Beademing Bij de patiënt wordt via de mond (of soms via de neus) een buisje ingebracht. Dit buisje noemen we een ‘tube’. De tube loopt door tot in de luchtpijp. We verbinden de beademingsmachine via een slangensysteem met de tube. De in- en uitademing van de patiënt gaat nu via de beademingsmachine. De beademingsmachine neemt de ademhaling in principe geheel over, maar soms hoeft de machine alleen maar ondersteuning te geven. Het kan voor de patiënt een vervelende ervaring zijn om aan de beademingsmachine te liggen. Als het nodig is, krijgt de patiënt medicijnen om in een slaap- of sluimertoestand te raken. Ook zorgen we voor een goede pijnstilling (zeker als de patiënt zelf geen pijn aan kan geven). Door het toedienen van de slaapmedicijnen kan het persoonlijk contact moeilijk zijn en soms is contact zelfs onmogelijk. De patiënt kan dan nog wel onwillekeurige bewegingen maken of hoesten. In zeldzame gevallen is het nodig om de patiënt spierverslappende medicijnen te geven. In dat geval kan de patiënt zich niet meer zelf bewegen en ligt helemaal stil.
Andere gevolgen van de beademing Gezwollen lichaamsdelen Een lichaam is niet gewend om lang stil te liggen. Ook is het lichaam niet gewend om door een machine zuurstof ingeblazen te krijgen. Daarnaast heeft de patiënt vaak extra veel vocht nodig. Hierdoor kunnen de armen en benen opzwellen. Ook het gezicht kan dan dikker worden. Communicatie Door de toediening van de slaapmedicijnen lijkt het dat de patiënt niet meer aanspreekbaar is.Toch is het mogelijk dat de patiënt alles hoort en voelt. De verpleegkundige praat daarom ook gewoon met uw naaste. Ook u kunt uw naaste gewoon dingen vertellen, een kus geven of aanraken. Voor patiënten die wel aanspreekbaar zijn, blijft praten toch onmogelijk. Dit komt doordat de tube in de luchtpijp zit. We proberen dan om toch een communicatiemethode te vinden zoals bijvoorbeeld:
4
• ‘ja of nee’ laten schudden op vragen; • één tot twee keer in uw handen laten knijpen als antwoord.
Eten en drinken Patiënten die aan een beademingsmachine liggen kunnen niet normaal eten of drinken. Zij krijgen daarom een voedingssonde: een slangetje dat via de neus of de mond tot in de maag wordt ingebracht. Via deze sonde kan sondevoeding worden toegediend. In sondevoeding zitten alle voedingsstoffen die de patiënt nodig heeft. Voor elke patiënt rekenen we de juiste hoeveelheid uit. Het lichaam kan sondevoeding op een normale manier, dus via maag en darmen, opnemen. Soms is sondevoeding niet mogelijk. Bijvoorbeeld als de darmen na een operatie nog niet werken of omdat de darmen nog niet mogen worden belast. In dit geval dienen we de voeding via een infuus toe. De voeding wordt dan direct in het bloed opgenomen. Als de patiënt zelf niet eet of drinkt, drogen de mond en lippen uit. We verzorgen de mond en lippen regelmatig om dit te voorkomen. U mag zelf natuurlijk ook uw eigen voorkeur lippenbalsem meenemen.
Slijmproductie De longen produceren slijm. Omdat de patiënt dit niet zelf kan ophoesten, moet dit meerdere keren per dag worden weggehaald. Dit weghalen gaat via een dun slangetje dat kortdurend in de tube gaat. Veel mensen vinden het weghalen van slijm geen prettig gezicht. Om die reden vragen we dan aan het bezoek om op de gang te wachten. Soms hoest de patiënt wel zelf. De beademingsmachine kan dan op alarm gaan. De verpleegkundige reageert op het alarm en zuigt het slijm weg als dit het probleem is.
Delier en fixatie Beademing kan door de patiënt als vervelend worden ervaren. Sommige patiënten kunnen door het ziek zijn en de slaapmedicatie verward worden. We noemen dit een delier. Hierdoor kunnen patiënten soms aan de tube trekken, wat een gevaarlijke situatie is, aangezien de patiënt niet zonder tube kan. Om dit te voorkomen kan het soms noodzakelijk 5
zijn om de handen van de patiënt te fixeren door middel van polsbandjes. Dit is dan een normaal onderdeel van de behandeling. Voor andere vormen van fixatie (‘vastbinden’) vragen we altijd eerst om uw toestemming. Voor meer informatie zie de folder Fixatie.
Afleiding Praat met uw naaste over de gewone dagelijkse dingen. Praat bijvoorbeeld over dingen uit uw buurt, dorp of stad. Dit geeft de nodige afleiding. Ook cd’s met de eigen muziekkeus van uw naaste zorgen vaak voor welkome afleiding. De meeste patiënten waarderen het ook om naar foto’s van thuis te kijken (denk aan foto’s van bijvoorbeeld gezin/familie, huisdier, tuin, vakanties e.d.). Op het whiteboard in de patiëntenkamer hangt een poster waarop deze informatie vermeld kan worden en waarop een foto geplakt kan worden. Dit kan ook handige informatie zijn voor de verpleegkundigen.
Weer zelfstandig ademen Wanneer de toestand van de patiënt verbetert, proberen we de patiënt weer zelf te laten ademen. Het is vooraf niet te zeggen hoe lang dit gaat duren. Meestal is de ontwenningsperiode korter als de periode van beademen niet lang heeft geduurd.
TER-5135-nl--0816-1 © Tergooi 000231815 07082014
Als een patiënt langdurig is beademd is het vaak nodig om met kleine stapjes te ‘ontwennen’. De hulp van de machine verminderen we dan stapsgewijs en de patiënt regelt zijn/haar ademhaling steeds meer zelf. Zodra de patiënt helemaal zelf kan ademen, verwijderen we de tube. De eerste tijd kan de patiënt nog wat hees zijn en moeilijk spreken. In sommige gevallen kan deze periode van herstel nog langer zijn. Ook een bezoek aan de KNO arts is soms noodzakelijk om te controleren of de stembanden niet zijn beschadigd. De patiënt mag na het verwijderen van de tube nog niet direct eten en drinken. Eerst moet het gevoel in de keel terug zijn zodat we zeker weten dat het slikken goed gaat.
Dagboek Uw naaste zal waarschijnlijk een groot deel van zijn/haar opname op de afdeling Intensive Care niet bewust meemaken. Door het bijhouden van een dagboek kan uw naaste op een later tijdstip lezen wat er allemaal heeft plaatsgevonden. Meer informatie hierover kunt u lezen in onze folder ‘Dagboek Intensive Care’.
Meer informatie Meer informatie over de afdeling Intensive Care kunt u vinden op www.tergooi.nl > Specialismen & afdelingen > Intensive Care.
Tot slot Als u nog vragen heeft, beantwoordt de verpleegkundige deze graag. Voor medische vragen kunt u altijd een gesprek aanvragen met de intensivist of met de arts-assistent van de afdeling Intensive Care. U kunt de afdeling telefonisch bereiken. Locatie Blaricum,T 088 753 21 30 Locatie Hilversum,T 088 753 12 80 of 088 753 26 41
Links onder het beademingsapparaat, rechts boven de bewakingsmonitor
T 088 753 1 753 www.tergooi.nl Locatie Blaricum Rijksstraatweg 1 1261 AN Blaricum Locatie Hilversum Van Riebeeckweg 212 1213 XZ Hilversum Locatie Weesp C.J. van Houtenlaan 1b 1381 CN Weesp