MDA Vario Gebruikershandleiding
!�T§==Mobile===
2
Lees dit alvorens verder te gaan Microsoft, MS-DOS, Windows, Windows NT, Windows Server, Windows Mobile, ActiveSync, Excel, Internet Explorer, MSN, Outlook, PowerPoint en Word zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. DIT APPARAAT IS NIET OPGELADEN WANNEER U HET UIT DE VERPAKKING HAALT. VERWIJDER DE BATTERIJ NIET WANNEER HET APPARAAT WORDT OPGELADEN. DE GARANTIE VERVALT ALS U DE BEHUIZING VAN HET APPARAAT OPENT OF AANPAST.
EXPLOSIEGEVAAR In gebieden met explosieve stoffen of brandbaar materiaal moet het product worden uitgeschakeld en moet de gebruiker alle aanwijzingen en instructies opvolgen. Vonken kunnen in dergelijke gebieden een explosie of brand veroorzaken, wat lichamelijk letsel of zelfs de dood tot gevolg kan hebben. Gebruikers wordt geadviseerd de apparatuur niet te gebruiken bij garages of benzinestations. Bovendien moeten gebruikers zich houden aan de met betrekking tot het gebruik van radioapparatuur in brandstofopslagplaatsen, chemische fabrieken of op locaties waar explosieven worden gebruikt. Gebieden met explosiegevaar worden meestal duidelijk aangegeven, maar niet altijd. Dit zijn onder andere benzinestations, het benedendek van schepen, faciliteiten voor het transport of de opslag van brandstoffen of chemische stoffen, en gebieden waar de lucht chemische stoffen of deeltjes bevat, zoals korreltjes, stof of metaalpoeder. PRIVACYBEPERKINGEN In bepaalde landen bent u verplicht het aan uw gesprekspartner te melden wanneer u een gesprek opneemt. Houd u altijd aan de geldende wetten en regels als u gebruik maakt van de opnamefunctie van de MDA Vario.
3
Belangrijke voorzorgsmaatregelen Neem bij gebruik van dit product de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht om wettelijke aansprakelijkheid en mogelijke schadevergoedingen te voorkomen.
ELEKTRISCHE VEILIGHEID Dit product is bedoeld voor gebruik met voeding van de batterij. Ander gebruik kan gevaarlijk zijn en maakt de goedkeuring die aan het product is verleend, ongeldig. VEILIGHEID IN VLIEGTUIGEN Omdat dit product mogelijk storing kan veroorzaken in het navigatiesysteem en communicatienetwerk van een vliegtuig, is het gebruik van de telefoonfunctie van dit product aan boord van een vliegtuig in de meeste landen verboden. Als u het toestel wilt gebruiken aan boord van een vliegtuig, moet u er aan denken de telefoon uit te schakelen door de vliegtuigmodus te activeren. OMGEVINGSBEPERKINGEN Gebruik dit product niet in de buurt van benzinestations. Het gebruik van dit product is tevens verboden in brandstofopslagplaatsen, chemische fabrieken en op locaties met explosieven. VEILIGHEID VOOR DE OMGEVING Gebruik dit product niet in benzinestations, brandstofopslagplaatsen, chemische fabrieken en op locaties met explosieven, of in een mogelijk explosieve omgeving, zoals installaties voor het tanken van brandstoffen, het benedendek van schepen, faciliteiten voor het transport of de opslag van brandstoffen of chemische stoffen, en gebieden waar de lucht chemische stoffen of deeltjes bevat, zoals korreltjes, stof of metaalpoeder. Houd er rekening mee dat vonken in dergelijke gebieden een explosie of brand kunnen veroorzaken, wat lichamelijk letsel of zelfs de dood tot gevolg kan hebben. VERKEERSVEILIGHEID Bestuurders mogen tijdens het rijden geen gebruik maken van mobiele telefoonservices, behalve in noodgevallen. In een aantal landen is het gebruik van handsfree-apparaten wel toegestaan.
4
STORING VAN MEDISCHE APPARATUUR Dit product kan ertoe leiden dat medische apparatuur niet juist werkt. In de meeste ziekenhuizen en medische instellingen is het gebruik van dit apparaat verboden. NIET-IONISERENDE STRALING Dit product mag alleen worden gebruikt onder de aanbevolen normale omstandigheden om problemen als gevolg van straling en storing te voorkomen. Net zoals bij andere mobiele apparatuur met een radiozender, wordt gebruikers aangeraden geen enkel deel van het lichaam te dicht bij de antenne te houden tijdens het gebruik van het apparaat voor een juiste werking van het apparaat en de veiligheid van het personeel.
5
Inhoud Hoofdstuk 1 Aan de slag 1.1 Kennismaking met de MDA Vario en de bijbehorende accessoires ...................................................................... 10 1.2 De SIM-kaart installeren .................................................... 16 1.3 Informatie over de batterij ................................................. 17 1.4 Opstarten ......................................................................... 20 1.5 Het scherm Vandaag......................................................... 23 1.6 De programma’s gebruiken............................................... 26
Hoofdstuk 2 Informatie invoeren en zoeken 2.1 Inleiding ........................................................................... 30 2.2 Het toetsenbord gebruiken ............................................... 31 2.3 Letterherkenning gebruiken .............................................. 32 2.4 Blokherkenning gebruiken ................................................ 33 2.5 Transcriber gebruiken ...................................................... 34 2.6 Phone Pad gebruiken........................................................ 38 2.7 Tekenen en schrijven op het scherm ................................. 41 2.8 Een notitie opnemen ......................................................... 43 2.9 Informatie zoeken ............................................................. 44
6
Hoofdstuk 3 Telefoonfuncties gebruiken 3.1 De telefoon gebruiken....................................................... 46 3.2 Een oproep plaatsen ......................................................... 49 3.3 Een oproep ontvangen ...................................................... 52 3.4 Smart Dialing .................................................................... 53 3.5 Opties tijdens oproepen .................................................... 56 3.6 Aanvullende kiesinformatie ............................................... 58
Hoofdstuk 4 De MDA Vario synchroniseren 4.1 ActiveSync gebruiken ....................................................... 56 4.2 Informatie synchroniseren ................................................ 58 4.3 Synchroniseren via infrarood en Bluetooth ........................ 60 4.4 Muziek, video en afbeeldingen synchroniseren ................. 61
Hoofdstuk 5 De MDA Vario beheren 5.1 De MDA Vario aanpassen.................................................. 64 5.2 Programma’s toevoegen en verwijderen............................ 72 5.3 Geheugen beheren ........................................................... 74 5.4 Back-up van bestanden maken ......................................... 76 5.5 De MDA Vario beveiligen................................................... 78 5.6 De MDA Vario opnieuw instellen........................................ 80
7
Hoofdstuk 6 Verbinding maken 6.1 Verbinding maken met internet ......................................... 84 6.2 Internet Explorer ............................................................... 86 6.3 Bluetooth gebruiken ......................................................... 89 6.4 Comm Manager gebruiken ................................................ 93 6.5 Terminal Services-client gebruiken ................................... 97
Hoofdstuk 7 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 7.1 E-mail- en SMS-berichten ................................................ 100 7.2 EmailWiz gebruiken ........................................................ 107 7.3 MMS-berichten ............................................................... 109 7.4 Pocket MSN Messenger .................................................. 116 7.5 Agenda........................................................................... 118 7.6 Contactpersonen ............................................................ 120 7.7 Taken ............................................................................. 122 7.8 Notities ........................................................................... 124
Hoofdstuk 8 Werken met multimedia 8.1 De camera gebruiken...................................................... 126 8.2 Afbeeldingen en video’s gebruiken ................................. 137 8.3 Windows Media Player gebruiken ................................... 142 8.4 Speler voor Streaming Video gebruiken........................... 148
8
Hoofdstuk 9 Andere toepassingen gebruiken 9.1 Word Mobile ................................................................... 152 9.2 Excel Mobile ................................................................... 154 9.3 Diavoorstellingen bekijken met PowerPoint Mobile ......... 156 9.4 ClearVue PDF gebruiken ................................................. 157 9.5 MIDlet Manager gebruiken .............................................. 159 9.6 ZIP gebruiken ................................................................. 164 9.7 Gesproken snelkeuze gebruiken ..................................... 168
Bijlage A.1 Wettelijke kennisgevingen .............................................. 174 A.2 Pc-vereisten om ActiveSync 4.0 uit te voeren ................... 181 A.3 Probleemoplossing ......................................................... 182 A.4 Specificaties .................................................................. 188 A.4 Index .............................................................................. 190
Hoofdstuk 1 Aan de slag
1.1 Kennismaking met de MDA Vario en de bijbehorende accessoires 1.2 De SIM-kaart installeren 1.3 Informatie over de batterij 1.4 Opstarten 1.5 Het scherm Vandaag 1.6 De programma’s gebruiken
!”T§==Mobile===
10
Aan de slag
1.1 Kennismaking met de MDA Vario en de bijbehorende accessoires Aanzicht voor-, boven- en linkerkant 1 2
15
3 4 5 6 7
14
8
9 10 11 12 13
Aan de slag
Nr. Item
Functie
1
Sleuf voor mini-SD-kaart Hier kunt u een geheugenkaart (mini-SD) plaatsen voor de opslag van gegevens.
2
Aan/uit-knop
Druk hierop om de MDA Vario tijdelijk uit te schakelen en in de inactieve stand te plaatsen. Houd deze knop gedurende ongeveer vijf seconden ingedrukt om de MDA Vario volledig uit te schakelen. Als de MDA Vario in de inactieve stand staat, kunt u de telefoonfunctie nog wel gebruiken om oproepen te ontvangen. Als u het toestel echter volledig uitschakelt, is de telefoonfunctie niet meer beschikbaar.
3
Meldings-LED 1
Tweekleurige LED aan de linkerkant: blauw voor Bluetoothsysteemmelding voor ingeschakeld en verzendklaar radiofrequentiesignaal, en groen voor Wi-Fi-status.
4
Speaker
Hiermee kunt u naar audiomedia of een telefoongesprek luisteren.
5
Meldings-LED 2
Tweekleurige LED aan de rechterkant: groen en oranje voor GSM in stand-by, SMS-bericht, GSM-netwerkstatus, meldingen, oplaadstatus batterij.
6
Internet Explorer
Druk hierop om Internet Explorer te starten.
7
Berichten
Druk hierop om snel Berichten te starten.
8
Touchscreen
Gebruik dit om met de pen te schrijven, te tekenen of een selectie te maken.
9
LINKERFUNCTIETOETS Hiermee wordt de opdracht uitgevoerd die boven de toets staat.
10 RECHTERFUNCTIETOETS Hiermee wordt de opdracht uitgevoerd die boven de toets staat. 11 Toets EINDE
Druk hierop om een oproep te beëindigen.
12 Navigatieknop
Druk deze knop voor meerdere richtingen omhoog, omlaag, links of rechts om menu’s en programma-instructies te doorlopen. Bevestig de selectie door op de knop in het midden te drukken.
13 Knop SPREKEN
Druk hierop om een inkomend gesprek aan te nemen of een nummer te kiezen.
14 Volumeregelaar
Druk de regelaar omhoog of omlaag om het volume aan te passen.
15 Comm Manager
Druk hierop om Comm manager te starten. Houd deze knop ingedrukt om de trilmodus in te schakelen.
11
12
Aan de slag
Aanzicht achter-, onder- en rechterkant
1
10
2 3 4 11 12
13
5 6 7 8 9
Aan de slag
Nr. Item
Functie
1
Aansluiting voor autoantenne
U kunt de MDA Vario aansluiten op een autoantenne om gebruik te maken van de betere ontvangstkwaliteit.
2
Flitser
Hiermee kunt u zelfs in het donker foto’s maken.
3
Spiegel voor zelfportret Houd de MDA Vario zo dat deze spiegel het beeld weerspiegelt dat u wilt vastleggen.
4
Cameralens
5
Vergrendeling van klep Druk op deze vergrendeling om de batterijklep te openen.
6
Pen en penopening
Met de pen kunt u schrijven en tekenen en items selecteren op het touchscreen.
7
Microfoon
Spreek in de microfoon wanneer u een telefoongesprek ontvangt of begint, of wanneer u een voice memo opneemt.
8
Mini-USB-aansluiting
Gebruik deze aansluiting om gegevens te synchroniseren of om de batterij op te laden.
9
Hoofdtelefoonaansluiting Hiermee kunt u naar media met geluid luisteren of de handsfree-set van de telefoon gebruiken.
Als de modus Camera actief is, komen de inkomende ‘live’ videobeelden via deze lens binnen.
10 Spraakopdracht
Druk hierop om snelkeuze via spraakherkenning te starten. Houd deze knop ingedrukt om een spraaknotitie op te nemen.
11 Infraroodpoort
Hiermee kunt u bestanden of gegevens draadloos uitwisselen met andere apparaten.
12 Knop RESET
Druk met de pen op de knop RESET om de MDA Vario elektronisch opnieuw in te stellen.
13 Knop CAMERA
Druk hierop om de camera te starten. Druk nogmaals om een foto te maken.
13
14
Aan de slag
Het QWERTY-toetsenbord De MDA Vario is uitgerust met een QWERTY-toetsenbord, dat lijkt op het standaardtoetsenbord van een pc. Schuif het schermpaneel naar rechts om het QWERTY-toetsenbord te gebruiken.
Met het QWERTY-toetsenbord kunt u het volgende doen:
Het QWERTY-toetsenbord
•= Als u kleine letters wilt typen, drukt u met uw vingers op de toetsen. •= Als u alleen hoofdletters wilt gebruiken, drukt u eerst op en vervolgens op
.
•= Als u één hoofdletter wilt typen, drukt u op en vervolgens op de gewenste toets. •= Als u een cijfer of symbool (rood weergegeven) wilt typen, drukt u op en vervolgens op de gewenste toets. •= Druk op de LINKER-/RECHTERFUNCTIETOETS opdracht uit te voeren die boven de toets staat.
/
om de
•= Druk op om de ingevoerde gegevens te controleren of om het gebruikte programma af te sluiten. •= Druk op om het menu Opstarten te openen. •= Druk op de pijltoetsen / / / betreffende richting.
voor verplaatsing in de
Aan de slag
Accessoires De volgende accessoires worden meegeleverd met de MDA Vario:
1
2
3
Nr. Item
Functie
1
Stroomadapter
Hiermee laadt u de batterij van het apparaat weer op.
2
USB-kabel
Hiermee sluit u de MDA Vario aan op een pc en synchroniseert u gegevens.
3
Stereohoofdtelefoon
Uitgerust met volumeregelaar en knop Verzenden/ Beëindigen. Met deze knop kunt u inkomende en uitgaande oproepen aannemen en beëindigen. Steek het stekkertje in de hoofdtelefoonaansluiting om naar geluidsbestanden te luisteren.
15
16
Aan de slag
1.2 De SIM-kaart installeren Voer de volgende stappen uit om een SIM-kaart (Subscriber Identity Module) te installeren die u van uw lokale netwerkserviceprovider hebt gekregen. De SIM-kaart bevat uw telefoonnummer, servicegegevens en het geheugen voor het telefoonboek en berichten. De MDA Vario ondersteunt zowel 1,8V als 3V SIM-kaarten. Sommige oudere SIM-kaarten zijn niet geschikt voor de MDA Vario. In dat geval moet de klant contact opnemen met diens serviceprovider voor een vervangende SIM-kaart. Hier kunnen kosten aan verbonden zijn. 1. Zorg dat de MDA Vario is uitgeschakeld. 2. Verschuif de vergrendeling van de batterijklep om de klep te openen.
3. Trek aan het plastic lintje om de batterij te verwijderen. Plaats vervolgens de SIM-kaart in de SIM-kaartsleuf met de gouden contactpunten omlaag (het afgeschuinde hoekje van de SIM-kaart moet overeenkomen met het afgeschuinde hoekje in de sleuf).
4. Plaats de batterij terug en duw deze voorzichtig omlaag totdat de batterij op zijn plaats vastklikt. 5. Plaats de batterijklep terug.
Aan de slag
17
1.3 Informatie over de batterij De MDA Vario bevat een oplaadbare polymere lithium-ionbatterij. Het toestel is ontworpen voor gebruik van uitsluitend door de fabrikant voorgeschreven originele batterijen en accessoires. De prestaties van de batterij zijn afhankelijk van een groot aantal factoren, zoals de netwerkconfiguratie van uw serviceprovider, de signaalsterkte, de temperatuur van de omgeving waarin u het toestel gebruikt, de functies en/of instellingen die u selecteert en gebruikt, items die op de verbindingspoorten van de MDA Vario zijn aangesloten en uw gebruikspatronen voor spraak, gegevens en andere programma’s. Geschatte levensduur van de batterij (bij benadering):
= Stand-bytijd: 150 — 200 uur = Spreektijd (scherm uit): 3,5 — 5 uur Waarschuwing!
Verklein de kans op brand en brandwonden.
= Probeer de batterij niet te openen, uit elkaar te halen of te onderhouden. indeuken, niet doorboren, geen kortsluiting veroorzaken via de = Niet externe contactpunten en niet in water of vuur gooien. = Niet blootstellen aan temperaturen boven 60 C. = Vervang de batterij alleen door een batterij die voor dit product is bedoeld. bij het recyclen of weggooien van een gebruikte batterij de = Neem plaatselijke voorschriften in acht. o
18
Aan de slag
Het batterijniveau controleren Tik het pictogram voor het batterijniveau (
) aan in het scherm Vandaag. = Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Systeem > Energie aan. =
Informatie over energie
De batterij opladen Nieuwe batterijen worden gedeeltelijk opgeladen verzonden. Voordat u de MDA Vario kunt gebruiken, moet u de batterij installeren en opladen. Sommige batterijen presteren het beste nadat ze een aantal keren volledig zijn opgeladen/ ontladen. U kunt de batterij opladen door:
= De MDA Vario rechtstreeks aan te sluiten op een externe voedingsbron. MDA Vario via de meegeleverde synchronisatiekabel aan te sluiten = De op een pc. Batterij bijna leeg
Als u wordt gewaarschuwd dat de batterij bijna leeg is, doet u het volgende:
= Sla onmiddellijk de huidige gegevens op. = Synchroniseer met de pc om de batterij op te laden. = Schakel de MDA Vario uit.
Aan de slag
19
1.4 Opstarten De MDA Vario in- en uitschakelen U schakelt de MDA Vario in door op de aan/uit-knop te drukken. Als u de MDA Vario voor het eerst inschakelt, wordt u gevraagd een kalibratieprocedure te doorlopen. Zie Het apparaat kalibreren op de volgende pagina voor meer informatie. U schakelt de MDA Vario uit door nogmaals op de aan/uit-knop te drukken. Opmerking Als u op de aan/uit-knop drukt, schakelt u de MDA Vario tijdelijk uit en bevindt het toestel zich in de inactieve stand. U kunt echter nog steeds berichten en oproepen ontvangen terwijl de MDA Vario zich in de inactieve stand bevindt.
Het toestel kalibreren U kalibreert het scherm van het apparaat door met de pen het midden van een kruis aan te tikken terwijl dit kruis over het scherm beweegt. Deze procedure zorgt ervoor dat een item dat u op het scherm aantikt met de pen, wordt geactiveerd. Als de MDA Vario niet nauwkeurig reageert op het aantikken van het scherm, voert u de volgende stappen uit om het opnieuw te kalibreren: 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Systeem > Scherm aan. 2. Tik op het tabblad Algemeen Scherm uitl. aan en volg de instructies op het scherm om de kalibratie te voltooien.
Het toestel kalibreren
20
Aan de slag
Toetsenvergrendeling Het is mogelijk de toetsen op de MDA Vario te vergrendelen zodat u niet per ongeluk een toepassing opstart. Zodra deze functie is geactiveerd, kan de MDA Vario alleen worden ingeschakeld met de aan/uit-knop. Instellingen voor toetsenvergrendeling configureren 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Knoppen aan. 2. Schakel op het tabblad Knopvergrendeling het selectievakje Alle knoppen vergrendelen behalve Aan/uit knop in om de toetsenvergrendelingsfunctie te activeren.
Scherminstellingen beheren Het touchscreen van het apparaat heeft drie weergavestanden: Staand, Liggend (naar rechts) en Liggend (naar links). In de weergavestand Staand kunt u bepaalde programma’s op de MDA Vario beter bekijken of besturen, terwijl de weergavestand Liggend optimaal kan zijn voor het bekijken van langere tekstbestanden. u de weergavestand wilt wijzigen, tikt u Opstarten > Instellingen > = Als tabblad Systeem > Scherm aan en kiest u de gewenste stand.
Stand Staand
Stand Liggend
Aan de slag
u de randen van lettertypen op het scherm voor een groot aantal = Als programma’s vloeiend wilt maken, schakelt u op het tabblad ClearType het
=
selectievakje ClearType inschakelen in. Als u de leesbaarheid wilt verbeteren of als u meer inhoud op het scherm wilt zien, past u de tekstgrootte aan met de schuifregelaar op het tabblad Tekengrootte.
Opmerking Als u het schermpaneel opzij schuift om het QWERTY-toetsenbord te openen, wordt de weergavestand automatisch veranderd.
21
22
Aan de slag
1.5 Het scherm Vandaag In het scherm Vandaag wordt belangrijke informatie weergegeven, zoals toekomstige afspraken en statuspictogrammen. U kunt een sectie in het scherm aantikken om het bijbehorende programma te openen.
= U opent het scherm Vandaag door Opstarten > Vandaag aan te tikken. u de weergave van het scherm Vandaag inclusief de = Als achtergrondafbeelding wilt aanpassen, tikt u Opstarten > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Vandaag aan. 1
2 34 5
6 7 8 9
1
Tik dit aan om het menu Opstarten te openen.
2
Tik dit aan om de verbindingsstatus te bekijken.
3
Geeft de sterkte van het radiosignaal aan. Tik dit aan om de telefooninstellingen te configureren.
4
Tik dit aan om het volumeniveau van het toestel/belsignaal te regelen.
5
Hier wordt de huidige tijd weergegeven. Houd dit aangetikt om de klokmodus te wijzigen: Analoog of Digitaal.
6
Hier wordt de huidige datum weergegeven. Tik dit aan om datum, tijd, alarmsignaal, enzovoort in te stellen.
7
Tik dit aan om een bijbehorend programma te starten vanuit het snelstartvenster.
8
Tik dit aan om informatie over de eigenaar in te stellen.
9
Uw dag in één oogopslag met herinneringen. Tik dit aan om het bijbehorende programma te openen: taken, berichten en afspraken.
10 11 12
13
14
10 Tik dit aan om de MDA Vario te blokkeren of deblokkeren. gedeblokkeerd.
: geblokkeerd;
:
11 Batterijstatus. Tik dit aan om het scherm met de energie-instellingen te openen.
12 Tik dit aan om Comm Manager te starten. 13 Tik dit aan om het scherm Agenda te openen. 14 Tik dit aan om het scherm Contactpersonen te openen.
Aan de slag
Pictogrammen Hier volgen enkele statuspictogrammen die op de MDA Vario kunnen worden weergegeven. Pictogram
Beschrijving Geeft aan dat de batterij volledig is opgeladen. Geeft aan dat de batterij bijna leeg is. Batterij wordt opgeladen. Geluid ingeschakeld. Geluid uitgeschakeld. Trilmodus ingeschakeld. Verbinding is actief. Verbinding is niet actief. Bezig met synchroniseren. Synchronisatiefout. Geeft de maximale signaalsterkte aan. Geen signaal. Telefoon is uitgeschakeld. Geen telefoondienst. Zoeken naar telefoondienst. Bezig met spraakoproep. Oproepen worden doorgeschakeld. Telefoongesprek in de wachtstand. Gemiste oproep.
23
24
Aan de slag
Pictogram
Beschrijving GPRS (General Packet Radio Services) beschikbaar. Nieuw e-mail- of tekstbericht. Nieuwe voicemail Er zijn nog meer meldingen. Tik dit pictogram aan om ze allemaal te bekijken. Geeft aan dat Wi-Fi is ingeschakeld. Geeft aan dat het toestel is geblokkeerd.
: Wi-Fi uit. : Toestel ontgrendeld.
Aan de slag
1.6 De programma’s gebruiken Het menu Opstarten Het menu Opstarten, dat zich in de linkerbovenhoek van het scherm Vandaag bevindt, bevat een lijst met programma’s. Met het menu kunt u een scherm sluiten en van het ene programma naar het andere overschakelen. U kunt een programma starten door in de lijst met programma’s te bladeren en vervolgens op ENTER te drukken, of door een programma aan te tikken met de pen. 1
1
Tik dit aan om over te schakelen naar het scherm Vandaag.
2
Tik dit aan om een programma te starten. Als u de items in het menu Opstarten wilt wijzigen, tikt u Opstarten > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Menu’s aan.
3
Tik dit aan om een onlangs gebruikt programma te starten.
4
Tik dit aan om meer op de MDA Vario geïnstalleerde programma’s weer te geven en te selecteren.
5
Tik dit aan om de apparaatinstellingen te wijzigen.
2
3 4 5
Het snelstartvenster U kunt enkele van de meestgebruikte programma’s ook openen met de mapopdrachten van het snelstartvenster dat in het scherm Vandaag wordt weergegeven. Met elke mapopdracht opent u een map met één of meerdere programma’s. Dit zijn:
•= T-Mobile Favourites ( ): hiermee opent u de website T-Mobile Favourites. •= Contactpersonen ( ): hiermee start u Contactpersonen of SIM Manager. •= Telefoon ( ): Hiermee opent u het scherm Telefoon. •= Berichten ( ): hiermee start u EmailWiz of Berichten. •= Agenda ( ): hiermee start u Rekenmachine, Agenda, Notities of Taken.
25
26
Aan de slag
Programmapictogrammen Hier volgen enkele pictogrammen voor programma’s die al op de MDA Vario zijn geïnstalleerd. Pictogram
Beschrijving ActiveSync Hiermee synchroniseert u informatie tussen de MDA Vario en een pc. Rekenmachine Tik Agenda > Rekenmachine aan om eenvoudige sommen en berekeningen uit te voeren, zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Agenda Tik Aggenda > Agenda aan om afspraken bij te houden en vergaderverzoeken te maken. Camera Hiermee kunt u foto’s maken of videoclips met geluid opnemen. ClearVue PDF Hiermee kunt u PDF-bestanden weergeven op de MDA Vario. Comm Manager Hiermee kunt u de verbinding van het toestel (zoals Wi-Fi, Bluetooth en ActiveSync) beheren en schakelen tussen de belsignaal-/trilmodus. Contactpersonen Tik Contactpersonen > Contactpersonen aan om vrienden en collega’s bij te houden. Downloadagent Verschaft informatie over de downloadstatus en de inhoud die u van internet hebt gedownload. Hiermee kunt u uw e-mailprovider selecteren in een lijst met beschikbare providers en kunt u gemakkelijker e-mailaccounts instellen. Excel Mobile Hiermee kunt u nieuwe werkmappen maken of Excel-werkmappen bekijken en bewerken. Verkenner Hiermee kunt u bestanden op de MDA Vario ordenen en beheren. Spelletjes Hiermee kunt u twee vooraf geïnstalleerde spelletjes spelen: Bubble Breaker en Solitaire. Help Hiermee kunt u Help-onderwerpen voor een programma op de MDA Vario bekijken. Internet Explorer Met Internet Explorer kunt u naar web- en WAP-sites surfen en nieuwe programma’s en bestanden downloaden van internet. MIDlet Manager Hiermee kunt u Java-toepassingen, zoals spelletjes en hulpprogramma’s, downloaden en op de MDA Vario installeren.
Aan de slag
Pictogram
Beschrijving Berichten Tik Agenda > Notities aan om e-mail- en tekstberichten te verzenden en ontvangen. Modemkoppeling Hiermee kunt u de MDA Vario gebruiken als modem. Notities Tik Agenda > Notities aan om handgeschreven of getypte notities, tekeningen en opnames te maken. Telefoon Hiermee voert u uitgaande en inkomende telefoongesprekken, schakelt u tussen gesprekken en stelt u telefonische vergaderingen in. Afbeeldingen en video’s Hiermee kunt u afbeeldings- en videobestanden verzamelen, ordenen en sorteren in de map Mijn afbeeldingen van de MDA Vario of op een opslagkaart. Pocket MSN Hiermee kunt u expresberichten uitwisselen met contactpersonen in MSN Messenger. PowerPoint Mobile Hiermee kunt u PowerPoint-dia’s en -presentaties bekijken en bewerken. Zoeken Hiermee kunt u zoeken naar contactpersonen, gegevens en andere informatie op de MDA Vario. SIM Manager Tik Contactpersonen > SIM Manager aan om de lijst met contactpersonen die op de SIM-kaart is opgeslagen, samen te stellen, te ordenen en te sorteren. SMSdiensten Hiermee kunt u toegang krijgen tot informatie en andere diensten die worden aangeboden door T-Mobile. Streaming Video Hiermee kunt u live videostromen afspelen. Taken Tik Agenda > Taken aan om uw taken bij te houden. Windows Media Dit programma maakt de multimediafunctie van de MDA Vario mogelijk. Voice Speed Dial U kunt stemlabels opnemen zodat u door alleen maar een woord uit te spreken een telefoonnummer kunt kiezen of een programma kunt starten. Word Mobile Hiermee kunt u nieuwe documenten maken of Worddocumenten bekijken en bewerken. Terminal Services-client Hiermee kunt u zich aanmelden bij een pc waarop Terminal Services of Remote Desktop wordt uitgevoerd, en vervolgens alle programma’s op de betreffende pc gebruiken vanaf uw mobiele toestel. ZIP Hiermee kunt u geheugenruimte besparen en de opslagcapaciteit van de MDA Vario vergroten door bestanden te comprimeren in de conventionele ZIP-indeling.
27
28
Aan de slag
Hoofdstuk 2 Informatie invoeren en zoeken
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
Inleiding Het toetsenbord gebruiken Letterherkenning gebruiken Blokherkenning gebruiken Transcriber gebruiken Phone Pad gebruiken Tekenen en schrijven op het scherm Een notitie opnemen Informatie zoeken
!�T§==Mobile===
30
Informatie invoeren en zoeken
2.1 Inleiding Wanneer u een programma start of een veld selecteert waarin tekst of cijfers moeten worden ingevoerd, wordt het invoerscherm automatisch beschikbaar. Met het invoerscherm krijgt u toegang tot de verschillende invoermethoden die beschikbaar zijn op de MDA Vario, zoals Blokherkenning, Toetsenbord, Letterherkenning, Phone Pad en Transcriber. Standaard geeft het pictogram Invoerscherm op de menubalk aan welke invoermethode er is geselecteerd. Met de pijl van Input Selector (rechts van het pictogram Invoerscherm) opent u een lijst met beschikbare invoermethoden. Invoerscherm weergeven of verbergen Tik het pictogram Invoerscherm op de menubalk aan.
=
Invoerscherm (toetsenbord) Pijl van Input Selector
Pictogram Invoerscherm
Pictogram
Invoermethode Het toetsenbord op het scherm. Letterherkenning of Blokherkenning. Phone Pad Transcriber
Informatie invoeren en zoeken
2.2 Het toetsenbord gebruiken Als u tekst, symbolen of cijfers wilt invoeren, kunt u die typen met het QWERTYtoetsenbord of met het gewone schermtoetsenbord. Raadpleeg hoofdstuk 1 als u het QWERTY-toetsenbord wilt gebruiken.
Het standaardtoetsenbord op het scherm gebruiken Het toetsenbord op het scherm is beschikbaar wanneer tekstinvoer mogelijk is. U kunt tekst invoeren door toetsen aan te tikken op het toetsenbord dat op het scherm wordt weergegeven. Tekst invoeren met het schermtoetsenbord 1. Tik in een programma de pijl van Input Selector aan en tik Toetsenbord aan. 2. Voer tekst in door de toetsen van het schermtoetsenbord aan te tikken. Het schermtoetsenbord vergroten 1. Tik de pijl van Input Selector aan en tik vervolgens Opties aan. 2. Selecteer Toetsenbord in de lijst Invoermethode. 3. Tik Grote toetsen aan.
31
32
Informatie invoeren en zoeken
2.3 Letterherkenning gebruiken Met Letterherkenning kunt u afzonderlijke letters, cijfers en leestekens schrijven, die vervolgens naar getypte tekst worden geconverteerd. Letterherkenning gebruiken 1. Tik in een programma de pijl van Input Selector aan en tik Letterherkenning aan. 2. Schrijf letters, cijfers en symbolen in het daartoe bestemde schrijfgebied.
•= Voer hoofdletters in door in het ABC-gebied (links) van het vak te schrijven. •= Voer kleine letters in door in het abc-gebied (midden) van het vak te schrijven. •= Voer cijfers in door in het 123-gebied (rechts) van het vak te schrijven. •= Voer leestekens en symbolen in door in een van de gebieden van het vak te tikken en vervolgens het gewenste teken te schrijven.
Opmerking Letterherkenning is beschikbaar als tekstinvoer mogelijk is. Tip
Tik het vraagteken naast het schrijfgebied aan voor hulp bij het schrijven van tekens met Letterherkenning.
Informatie invoeren en zoeken
2.4 Blokherkenning gebruiken Met Blokherkenning gebruikt u één haal om letters, cijfers, symbolen en leestekens te schrijven, die vervolgens naar getypte tekst worden geconverteerd. Blokherkenning gebruiken 1. Tik in een programma de pijl van Input Selector aan en tik Blokherkenning aan. 2. Schrijf letters, cijfers en symbolen in het daartoe bestemde schrijfgebied.
•= Voer letters in door in het abc-gebied (links) van het vak te schrijven. •= Voer cijfers in door in het 123-gebied (rechts) van het vak te schrijven. •= Voer leestekens en symbolen in door in een van de gebieden van het vak te tikken en vervolgens het gewenste teken te schrijven.
Opmerking Blokherkenning is beschikbaar als tekstinvoer mogelijk is. Tip
Tik het vraagteken naast het schrijfgebied aan voor hulp bij het schrijven van tekens met Blokherkenning.
33
34
Informatie invoeren en zoeken
2.5 Transcriber gebruiken Transcriber is een programma voor handschriftherkenning waarmee u cursief, in blokletters of in een combinatie hiervan kunt schrijven. Transcriber werkt op transparante wijze op de achtergrond van programma’s en herkent woorden met de bijbehorende geïntegreerde woordenlijst. Als Transcriber is ingeschakeld, wordt een penbeweging overal op het scherm geïnterpreteerd als geschreven invoer. Raadpleeg de Help van de MDA Vario voor meer informatie over het gebruik van Transcriber. Transcriber starten 1. Start een programma dat invoer door de gebruiker accepteert, zoals Word Mobile. 2. Tik de pijl van Input Selector aan en tik Transcriber aan. Het startscherm van Transcriber wordt weergegeven. Schrijven met Transcriber 1. Plaats in een programma de cursor op de positie waar u tekst wilt laten verschijnen. 2. Gebruik de pen om ergens op het scherm te schrijven. Vlak nadat u de pen van het scherm tilt, wordt het handschrift naar tekst geconverteerd. Interpunctietekens en symbolen invoeren Transcriber biedt een toetsenbord op het scherm waarmee u gemakkelijk interpunctietekens of een speciaal symbool kunt toevoegen aan bestaande tekst.
= Tik in een programma
aan op de werkbalk van Transcriber.
Het toetsenbord blijft zichtbaar totdat u de knop nogmaals aantikt. Tips
u het toetsenbord wilt verplaatsen, houdt u de titelbalk aangetikt en sleept = Als u het toetsenbord vervolgens naar de gewenste positie.
= Als er geen tekst is geselecteerd, kunt u het toetsenbord ook openen door de beweging
te maken.
Informatie invoeren en zoeken
Tekst bewerken 1. Trek in een programma een lijn door de tekst die u wilt bewerken. 2. Als u de pen van het scherm tilt, verdwijnt de lijn en is de geselecteerde tekst gemarkeerd. 3. Voer een van de volgende handelingen uit:
•= Schrijf de tekst opnieuw. •= Gebruik bewegingen om van kleine letters hoofdletters te maken, een spatie in te voegen, enzovoort. Zie ‘Transcriber-bewegingen’ in dit hoofdstuk voor informatie over het gebruik van bewegingen.
Transcriber-bewegingen Gebruik snelle bewegingen van de pen om de tekst te bewerken of een regelterugloop, spaties of tabs in te voegen. Beweging
Resultaat Een alineaterugloop invoegen bij de cursorpositie. Het horizontale deel van de beweging moet minstens twee keer zo lang zijn als het verticale deel. Een spatie invoegen bij de cursorpositie. Het horizontale deel van de beweging moet minstens twee keer zo lang zijn als het verticale deel. De cursor één positie terug verplaatsen en eventuele tekst wissen. Voer de beweging uit door een lijn van rechts naar links te trekken. Het menu met alternatieve woorden openen als een woord is geselecteerd of het Transcriber-toetsenbord weergeven als geen tekst is geselecteerd. Voer de beweging uit door een rechte lijn omlaag en weer omhoog te trekken. Het gebruik van hoofdletters/kleine letters wijzigen voor een geselecteerde letter of voor een geselecteerd woord of tekstblok. Voer de beweging uit door een rechte lijn omhoog te trekken.
35
36
Informatie invoeren en zoeken
Beweging
Tip
Resultaat De laatste handeling ongedaan maken. Voer de beweging uit door een rechte lijn omhoog en weer omlaag te trekken. De geselecteerde tekst kopiëren. Voer de beweging uit door een lijn van links naar rechts en weer terug te trekken. De geselecteerde tekst knippen. Voer de beweging uit door een lijn van rechts naar links en weer terug te trekken. Gekopieerde of geknipte tekst plakken. Voer de beweging uit door een lijn vanuit de linkerbenedenhoek diagonaal rechts naar boven en weer rechts naar beneden te trekken. Een tab invoegen. Het horizontale deel van de beweging moet minstens twee keer zo lang zijn als het verticale deel.
U kunt ook de knoppen Enter, Spatie en Backspace op de werkbalk van Transcriber gebruiken.
De werkbalk van Transcriber De werkbalk van Transcriber, die onder aan het scherm verschijnt wanneer Transcriber actief is, biedt gemakkelijke toegang tot verschillende hulpprogramma’s, de knoppen Enter, Spatie en Backspace en de knoppen Pijl-links en -rechts. Aantikken
Resultaat Het dialoogvenster Opties openen, waar u opties kunt instellen, bijvoorbeeld voor schrijfrichting, tekstinvoer en steno. Letter Shapes openen, waar u persoonlijke schrijfstijlen kunt instellen voor een optimale herkenning. Het minitoetsenbord gebruiken om snel cijfers, interpunctietekens en andere symbolen in te voeren.
Informatie invoeren en zoeken
Aantikken
Resultaat De tekenherkenningsmodus wijzigen.
Dit is de standaardmodus voor optimale = a-modus. handschriftherkenning. Cijfers en enkele letters zijn toegestaan en de = 123-modus. rekenmachine is geactiveerd. = A-modus. Alle letters worden automatisch hoofdletters. Als u in de A- of 123-modus werkt, wordt automatisch naar de standaard herkenningsmodus overgeschakeld zodra u de pen optilt. Een spatie invoegen bij de cursorpositie. Een alineaterugloop invoegen bij de cursorpositie. De cursor één positie naar links verplaatsen. De cursor één positie naar rechts verplaatsen. De cursor één positie terug verplaatsen en eventuele tekst wissen. De Help bij Transcriber openen.
37
38
Informatie invoeren en zoeken
2.6 Phone Pad gebruiken Phone Pad biedt een flexibele, alternatieve methode voor het invoeren van informatie. Met Phone Pad kunt u gemakkelijk schakelen tussen drie invoermodi: T9, Multi-aantikken en numeriek, met een handige lijst met symbolen voor extra gebruiksgemak. Phone Pad starten 1. Start een programma dat invoer door de gebruiker accepteert, zoals Word Mobile. 2. Tik de pijl van Input Selector aan en tik vervolgens Phone Pad aan.
Phone Pad, t9-modus
Tip
U kunt Phone Pad op elk gewenst moment starten, behalve als de modus Camera is geactiveerd of als het scherm Vandaag wordt weergegeven.
Informatie invoeren en zoeken
T9-invoermodus gebruiken Standaard werkt Phone Pad op het toestel in de T9-modus. Het is de gemakkelijkste en handigste manier om tekst in te voeren, omdat u tekst in alfanumerieke indeling kunt invoeren. Terwijl u alfanumerieke toetsen op het toetsenbord aantikt, wordt in de T9-modus automatisch geprobeerd om op basis van de letters die u hebt ingevoerd het meest waarschijnlijke volledige woord te vormen. Met de T9-invoermodus kunt u het volgende doen:
= Als u een woord wilt invoeren, tikt u de toetsen op het toetsenbord aan. = U kunt als volgt een woord invoegen in het huidige programmascherm: = Tik een woord aan in de lijst met woorden (vlak boven het toetsenblok). = Selecteer een woord en tik of aan om het woord in te voegen. = U kunt als volgt een cijfer invoegen: = Houd de gewenste cijfertoets aangetikt op het toetsenblok. = Selecteer de numerieke modus en tik het cijfer aan. = Als u een spatie of tab wilt invoegen, tikt u aan. = Als u door de lijst met woorden wilt bladeren, tikt u of aan. = Als u een hoofdletter wilt invoeren, tikt u aan. = U kunt als volgt symbolen toevoegen: Tik aan om de meestgebruikte symbolen in de lijst met woorden = weer te geven. = Tik aan om een symbool uit de hele lijst te kiezen. Invoermodus Multi-aantikken gebruiken De invoermodus Multi-aantikken is een alfabetische modus waarmee u handmatig losse letters kunt invoeren om zo woorden te vormen.
39
40
Informatie invoeren en zoeken
Numerieke invoermodus gebruiken Met de numerieke invoermodus kunt u telkens als u een cijfertoets aantikt, een cijfer invoeren. U kunt verschillende nummers in de lijst met woorden samenstellen en vervolgens aantikken om de nummers in te voegen op de huidige cursorpositie in het scherm.
Het scherm Opties gebruiken U kunt verschillende aspecten van Phone Pad aanpassen, waaronder de taaldatabase in het scherm Opties. U kunt op een van de volgende manieren toegang tot het scherm Opties van Phone Pad krijgen:
= Houd aangetikt op het toetsenbord. de pijl van Input Selector onder aan het scherm aan en tik Opties aan. = Tik Tik vervolgens op het tabblad Invoermethode van het scherm Invoer Opties aan. In dit scherm kunt u de volgende items instellen:
symboolinvoer inschakelen. Schakel dit selectievakje in om één = Eén-toets symbool tegelijk te kiezen. Overeenkomstige woordenlijst automatisch verbergen. Schakel dit = selectievakje in om de lijst met woorden te verbergen nadat u een woord hebt gekozen.
tikgeluid inschakelen. Schakel dit selectievakje in om telkens = Scherm wanneer u een toets aantikt een geluid weer te geven. Automatisch een spatie toevoegen nadat een woord is geselecteerd. = Schakel dit selectievakje in om aan het einde van elk woord automatisch een spatie toe te voegen.
inschakelen om door gebruiker opgegeven woorden te = Snelmenu verwijderen. Schakel dit selectievakje in om een snelmenu weer te geven zodra u een woord aantikt dat zich in de gebruikersdatabase bevindt.
Informatie invoeren en zoeken
Scherm Opties
41
42
Informatie invoeren en zoeken
2.7 Tekenen en schrijven op het scherm Met de MDA Vario kunt u rechtstreeks op het scherm tekenen of schrijven en notities opslaan in uw eigen handschrift. Hiervoor moet u de invoermodus in Notities instellen op Schrijven. Als u liever met de hand schrijft of regelmatig tekeningen toevoegt aan uw notities, kan het handig zijn om Schrijven in te stellen als de standaardinvoermodus. Als u de voorkeur geeft aan getypte tekst, stelt u Invoeren in als de standaardinvoermodus.
Tekenen op het scherm
Raadpleeg Notities in hoofdstuk 7 voor meer informatie over wat u kunt doen met Notities. De invoermodus voor Notities instellen 1. Tik Opstarten > Agenda > Notities aan. 2. Tik in de lijst met notities Menu > Opties aan. 3. Selecteer een van de volgende opties in het vak Standaardmodus:
•= Schrijven als u wilt tekenen of handgeschreven tekst wilt invoeren in een notitie. •= Invoeren als u een getypte notitie wilt maken.
4. Tik OK aan.
Informatie invoeren en zoeken
Een notitie schrijven 1. Tik Opstarten > Agenda > Notities aan. 2. Tik in de lijst met notities Nieuw aan. 3. Schrijf de tekst op het scherm. 4. Nadat u de tekening hebt gemaakt, tikt u OK aan om terug te keren naar de lijst met notities. Notities
= =
U selecteert handgeschreven tekst door naast de tekst te tikken en de pen op het scherm te houden. Zodra er puntjes verschijnen en voordat deze een volledige cirkel vormen, sleept u snel over de tekst. Als een letter wordt gekruist door drie getrokken lijnen, wordt deze behandeld als een tekening en niet als tekst.
Tekenen in een notitie 1. Tik Opstarten > Agenda > Notities aan. 2. Tik in de lijst met notities Nieuw aan. 3. Gebruik de pen als een balpen om op het scherm te tekenen. 4. Er verschijnt een selectievak om de tekening. 5. Nadat u de tekening hebt gemaakt, tikt u OK aan om terug te keren naar de lijst met notities. Opmerking U selecteert een tekening (bijvoorbeeld om deze te kopiëren of te verwijderen) door deze kort aangetikt te houden. Wanneer u de pen optilt, is de tekening geselecteerd.
43
44
Informatie invoeren en zoeken
2.8 Een notitie opnemen U kunt een zelfstandige opname (spraaknotitie) maken of u kunt een opname toevoegen aan een notitie. Zie Notities in hoofdstuk 7 voor meer informatie over het maken, wijzigen en opslaan van notities. Een spraaknotitie maken 1. Tik Opstarten > Agenda > Notities aan. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u een zelfstandige opname wilt maken, neemt u op vanuit de lijst met notities. Als u een opname aan een notitie wilt toevoegen, maakt of opent u een notitie. 3. Als u de Opnamewerkbalk niet ziet, tikt u Menu > Opnamewerkbalk weergeven aan.
= =
4. Tik het pictogram voor opnemen (
) aan om de opname te starten.
5. Houd de microfoon van het apparaat bij uw mond of bij een andere geluidsbron. 6. Tik het pictogram voor stoppen (
) aan om de opname te stoppen.
7. Als u een opname toevoegt aan een notitie, tikt u OK aan om terug te keren naar de lijst met notities nadat u de opname hebt gemaakt. 8. Als u opneemt in een geopende notitie, verschijnt er een pictogram in de notitie. 9. Als u een zelfstandige opname maakt, verschijnt de opname in de lijst met notities. Tip
Als u snel een opname wilt maken, houdt u de spraakopdrachttoets ingedrukt. Na een geluidssignaal kunt u dan beginnen met opnemen. Laat de knop los als de opname is voltooid.
Opname-indelingen wijzigen 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Invoer aan. 2. Tik het tabblad Opties aan en selecteer de gewenste indeling in de lijst Spraakopname-indeling. 3. Tik OK aan. Opmerking U kunt ook vanuit Notities opname-indelingen wijzigen. Tik in de lijst met notities Menu > Opties > Wereldwijde invoeropties (koppeling onder aan de pagina) aan.
Informatie invoeren en zoeken
2.9 Informatie zoeken U kunt zoeken naar bestanden en andere items die zijn opgeslagen in de map My Documents of op een in de MDA Vario geïnstalleerde opslagkaart. U kunt zoeken op bestandsnaam of op woorden die in het item staan. U kunt bijvoorbeeld zoeken in e-mailberichten, notities, afspraken, contactpersonen en taken, maar ook in de online Help. Zoeken naar een bestand of een item 1. Tik Opstarten > Programma’s > Zoeken aan. 2. Mogelijkheden in het veld Zoek naar:
•= Een bestandsnaam, woord of andere informatie invoeren om naar te zoeken. •= De pijl-omlaag ( ) aantikken en in de lijst een item selecteren waarnaar u al eerder hebt gezocht.
3. In het veld Type kunt u de pijl-omlaag ( ) aantikken en in de lijst een gegevenstype selecteren om de zoekbewerking te beperken. 4. Tik Zoeken aan. Het systeem begint met zoeken in de map My Documents en bijbehorende submappen. 5. Tik in de lijst Resultaten het item aan dat u wilt openen. Opmerking Het symbool voor opslagkaarten wordt weergegeven naast de namen van bestanden die zijn opgeslagen op een opslagkaart.
45
46
Informatie invoeren en zoeken
Hoofdstuk 3 Telefoonfuncties gebruiken
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
De telefoon gebruiken Een oproep plaatsen Een oproep ontvangen Smart Dialing Opties tijdens oproepen Aanvullende kiesinformatie
!�T§==Mobile===
48
Telefoonfuncties gebruiken
3.1 De telefoon gebruiken Net als bij een gewone mobiele telefoon kunt u de MDA Vario gebruiken om oproepen te plaatsen, ontvangen en volgen, en om SMS/MMS-berichten te verzenden. Terwijl u praat, kunt u notities maken, rechtstreeks vanuit Contactpersonen bellen en gemakkelijk SIM-contactpersonen kopiëren naar Contactpersonen op de MDA Vario.
Het scherm Telefoon Vanuit het scherm Telefoon hebt u toegang tot Opr.gesch., Snelkeuze en telefooninstellingen. Als u het scherm Telefoon wilt openen, voert u een van de volgende handelingen uit:
= Tik het item Telefoon aan in het snelstartvenster. Snelstartvenster
= Druk op de knop SPREKEN (
). Toets SPREKEN
De PIN-code invoeren Voor de meeste SIM-kaarten is vooraf een PIN-code (Personal Identification Number) ingesteld die wordt verstrekt door uw serviceprovider. Als u de MDA Vario wilt gebruiken, moet u altijd de PIN-code invoeren. 1. Voer de vooraf ingestelde PIN-code in die is toegewezen door uw serviceprovider. 2. Tik Enter aan. Opmerking Als u de PIN-code drie keer verkeerd hebt ingevoerd, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. Als dat gebeurt, kunt u de kaart deblokkeren met de PUK-code (PIN Unblocking Key) die u van uw serviceprovider hebt gekregen.
Telefoonfuncties gebruiken
Vliegtuigmodus in- en uitschakelen
In veel landen bent u wettelijk verplicht om een telefoon uit te schakelen aan boord van een vliegtuig. Het toestel wordt niet uitgeschakeld als u de voeding uitschakelt. U moet de vliegtuigmodus activeren om de telefoon uit te schakelen. U kunt de vliegtuigmodus inschakelen en de MDA Vario toch ingeschakeld laten en andere functies gebruiken. Tik het signaalpictogram ( ) aan en tik Vliegtuigmodus inschakelen aan om het toestel uit te schakelen.
= u de telefoonfunctie weer wilt activeren, schakelt u de vliegtuigmodus uit = Als door Vliegtuigmodus uitschakelen aan te tikken. Het volume van het apparaat aanpassen 1. Tik het luidsprekerpictogram (
) aan.
2. Voer onder Volume de volgende handelingen uit:
het volume van de telefoon ( ) of van het toestel ( ) op het = Zet gewenste niveau met de schuifregelaar. Aan, Trillen of Uit aan om de volume-instellingen van zowel het = Tik systeem als het belsignaal snel te wijzigen.
Volume aanpassen
49
50
Telefoonfuncties gebruiken
Opmerkingen
u het gespreksvolume van de telefoon wilt wijzigen, doet u dat tijdens =_Als een oproep. Als u het volume op een ander moment aanpast, heeft dat alleen betrekking op het geluidsniveau van het belsignaal, meldingen en MP3. u de modus Trillen activeert, wordt het geluid automatisch gedempt =-Als en trilt de MDA Vario als een inkomende oproep wordt ontvangen. Op de titelbalk wordt het pictogram voor de modus Trillen ( om aan te geven dat deze modus is geactiveerd.
) weergegeven
Telefoonfuncties gebruiken
3.2 Een oproep plaatsen U kunt met de MDA Vario een nummer kiezen vanuit Telefoon, Contactpersonen, Snelkeuze, Opr.gesch. en SIM Manager.
Telefoneren vanuit Telefoon
= Tik in het scherm Telefoon het gewenste nummer in en tik Spreken aan.
Toets SPREKEN
Het scherm Telefoon
Tip
Als u een verkeerd cijfer aantikt, tikt u de TERUG-pijl ( ) aan om afzonderlijke cijfers stuk voor stuk te wissen. Als u alle cijfers wilt verwijderen houdt u de TERUG-pijl aangetikt.
Telefoneren vanuit Contactpersonen
Opstarten > Contactpersonen > Contactpersonen aan of tik het item = Tik Contactpersonen in het scherm Vandaag aan. de gewenste contactpersoon aan, en druk twee keer op Spreken (een = Tik keer om het nummer naar het toetsenbord van Telefoon te sturen en een keer om het nummer te kiezen).
51
52
Telefoonfuncties gebruiken
kunt ook de gewenste contactpersoon aantikken in de lijst met = Ucontactpersonen en het telefoonnummer aantikken dat u wilt bellen. Eventueel houdt u de gewenste contactpersoon aangetikt en tikt in het snelmenu Werk bellen, Thuis bellen of Mobiel bellen aan. Het te kiezen nummer opgeven Als u belt vanuit Contactpersonen, wordt standaard het nummer van de mobiele telefoon (w) van een contactpersoon gekozen. U kunt echter opgeven dat in plaats daarvan een ander nummer moet worden gebruikt. 1. Tik Opstarten > Contactpersonen > Contactpersonen aan of tik het item Contactpersonen in het scherm Vandaag aan. 2. Druk de NAVIGATIETOETS omhoog of omlaag om de contactpersoon te selecteren. 3. Druk de NAVIGATIETOETS naar links of rechts. De letters die het nummer voorstellen, veranderen terwijl u erdoor bladert.
Telefoneren vanuit Oproepgeschiedenis 1. Tik in het scherm Telefoon de knop Opr.gesch. aan. 2. Tik Menu > Filter aan en tik een categorie aan. 3. Ga naar de gewenste contactpersoon of naar het gewenste telefoonnummer en tik Bellen aan.
Telefoneren vanuit Snelkeuze Gebruik Snelkeuze om veelgebruikte nummers met één keer aantikken te bellen. Als u bijvoorbeeld in Snelkeuze een contactpersoon toewijst aan locatie 2, kunt u gewoon in het scherm Telefoon aangetikt houden om het nummer van de contactpersoon te kiezen. Voordat u een Snelkeuze-item kunt maken, moet het nummer al bestaan in Contactpersonen. Een Snelkeuze-item maken 1. Tik in het scherm Telefoon Menu > Snelkeuze aan. 2. Tik Menu > Nieuw aan.
Telefoonfuncties gebruiken
3. Tik een contactpersoon aan. Tik het telefoonnummer aan waarvoor u een snelkeuzenummer wilt maken. 4. Selecteer in het vak Locatie een beschikbare locatie voor het nieuwe snelkeuzenummer. Opmerking Locatie 1 is doorgaans gereserveerd voor uw voicemail en standaard wordt de volgende beschikbare locatie toegewezen. Als u een nummer wilt plaatsen op een positie die al bezet is, wordt het reeds aanwezige nummer vervangen door het nieuwe nummer. Tips
u vanuit Contactpersonen een Snelkeuze-item wilt maken, houdt =_Als u de naam van de contactpersoon aangetikt, tikt u Toevoegen aan Snelkeuzenr aan en selecteert u een beschikbare locatie voor het nieuwe snelkeuzenummer. u een snelkeuzenummer wilt verwijderen uit de lijst met =_Als snelkeuzenummers, houdt u het gewenste item aangetikt en tikt u Verwijderen aan.
Telefoneren vanuit SIM Manager Met SIM Manager kunt u de inhoud van de SIM-kaart bekijken, vermeldingen in het SIM-telefoonboek overbrengen naar Contactpersonen op de MDA Vario en telefoneren vanaf de SIM-kaart. 1. Tik Opstarten > Contactpersonen > SIM Manager aan. Wacht tot de inhoud van de SIM-kaart is geladen. 2. Houd de naam of het telefoonnummer van degene die u wilt bellen aangetikt en tik Bellen aan.
53
54
Telefoonfuncties gebruiken
3.3 Een oproep ontvangen Als u een oproep ontvangt, verschijnt er een bericht en krijgt u de mogelijkheid om de inkomende oproep te beantwoorden of te negeren. Een inkomende oproep beantwoorden of negeren Tik Opnemen aan of druk op het toestel op Spreken als u een oproep wilt beantwoorden.
= = Tik Negeren aan of druk op het toestel op EINDE als u de oproep wilt weigeren. Een oproep beëindigen Tijdens een inkomend of uitgaand gesprek kunt u Beëindigen aantikken of op het toestel op EINDE drukken om het gesprek te beëindigen.
Telefoonfuncties gebruiken
3.4 Smart Dialing Smart Dialing is een programma waarmee u gemakkelijk een telefoonnummer kunt kiezen. Als u begint met het invoeren van nummers, worden de contactpersoonvermeldingen op de SIM-kaart, in Contactpersonen en de telefoonnummers in Opr.gesch. (waaronder inkomende, uitgaande en gemiste oproepen) automatisch doorzocht en gesorteerd. Vervolgens kunt u het gewenste nummer of de gewenste contactpersoon in de gefilterde lijst selecteren om te kiezen.
Smart Dialing starten Open het scherm Telefoon en tik het eerste cijfer aan van het nummer dat u wilt kiezen. Het scherm Smart Dialing wordt automatisch weergegeven. U kunt de grootte van het scherm naar behoefte wijzigen door aan te tikken.
Normaal scherm
Vergroot scherm
Er wordt gezocht naar nummers die overeenkomen met de reeks die u hebt ingevoerd. Telkens als u een extra cijfer aantikt of een cijfer verwijdert, wordt opnieuw gezocht en wordt het resultaat opnieuw weergegeven. De lijst kan telefoonnummers en/of namen van contactpersonen bevatten die horen bij de overeenkomende cijferreeksen.
55
56
Telefoonfuncties gebruiken
Telefoneren of een tekstbericht verzenden met Smart Dialing 1. Voer de eerste paar cijfers in. 2. Blader in het scherm Smart Dialing door de lijst door de pijlen ( / ) aan te tikken of de NAVIGATIETOETS omhoog of omlaag te drukken om de gewenste contactpersoon of het gewenste telefoonnummer te selecteren. 3. Als u de NAVIGATIETOETS omhoog of omlaag drukt, wordt het gemarkeerde item één regel verplaatst. Als u de pijlen aantikt, verschuift het gemarkeerde item één pagina. 4. Voer een van de volgende handelingen uit: Als de gewenste contactpersoon is geselecteerde, tikt u Spreken aan. Als u een andere telefoonnummer wilt kiezen dat bij de geselecteerde contactpersoon hoort, houdt u de contactpersoon aangetikt en tikt u op het nummer dat u wilt kiezen.
= =
Houd de contactpersoon aangetikt om het snelmenu weer te geven
u een tekstbericht naar de geselecteerde contactpersoon wilt verzenden, = Als houdt u de contactpersoon aangetikt en tikt u Tekstbericht verzenden aan. Tip
Als u informatie die bij de geselecteerde contactpersoon hoort wilt bekijken of bewerken, tikt u de naam van de contactpersoon aan in het snelmenu (alleen van toepassing op vermeldingen die in de MDA Vario in Contactpersonen zijn opgeslagen).
Telefoonfuncties gebruiken
Smart Dialing instellen 1. Tik in het scherm Telefoon Menu > Opties Smart Dialing aan. 2. Schakel op de tab Opties het selectievakje Smart Dialing inschakelen in.
het selectievakje Slepen-verschuiven inschakelen in om door = Schakel te schuiven door de bijbehorende lijst te bladeren. het selectievakje Dubbelklikken voor nummerkeuze in om = Schakel een nummer te kunnen kiezen door te dubbelklikken op een item in de bijbehorende lijst.
Schuifeenheid kunt u bladeropties instellen voor wanneer de = BijNAVIGATIETOETS omhoog of omlaag wordt gedrukt.
Opties Smart Dialing
57
58
Telefoonfuncties gebruiken
3.5 Opties tijdens oproepen Een oproep in de wachtstand zetten U wordt gewaarschuwd als u nog een inkomende oproep hebt en u krijgt de keuze om de oproep te negeren of te accepteren. Als u al in gesprek bent en de nieuwe oproep accepteert, hebt u de keuze om tussen de twee bellers te schakelen of om een telefonische vergadering met alledrie de partijen in te stellen. 1. Tik Opnemen aan om de tweede oproep aan te nemen en de eerste in de wachtstand te zetten. 2. Als u de tweede oproep wilt beëindigen en terug wilt keren naar de eerste oproep, tikt u Beëindigen aan of drukt u op EINDE op het toestel. Schakelen tussen twee oproepen Tik Wisselen aan.
=
Een telefonische vergadering instellen 1. Zet een oproep in de wachtstand en kies een tweede nummer of accepteer een tweede inkomende oproep terwijl u al in gesprek bent. 2. Tik Vergadering aan. Opmerking
Niet alle serviceproviders ondersteunen telefonisch vergaderen. Neem contact op met uw serviceprovider voor details.
De luidspreker in- of uitschakelen Dankzij de ingebouwde luidspreker van de MDA Vario kunt u handsfree praten of andere mensen mee laten luisteren met een oproep. tijdens een gesprek Luidspr. aan ingedrukt, of houd SPREKEN = Houd ingedrukt tot de luidspreker wordt ingeschakeld. Op de titelbalk wordt het luidsprekerpictogram (
) weergegeven.
de luidspreker uit door Luidspr. uit aan te tikken, of door nogmaals = Udeschakelt toets SPREKEN ingedrukt te houden tot de luidspreker is uitgeschakeld. Waarschuwing! Houd het apparaat niet tegen uw oor wanneer de luidspreker is ingeschakeld. Zo voorkomt u beschadiging van uw gehoor.
Telefoonfuncties gebruiken
Een oproep dempen U kunt de microfoon tijdens een oproep uitschakelen, zodat u wel de beller kunt horen, maar de beller u niet kan horen.
= Tik tijdens een gesprek Dempen aan. = Als de microfoon is uitgeschakeld, wordt op het scherm het pictogram voor
dempen ( ) weergegeven. Tik Demping uit aan om de microfoon weer in te schakelen.
59
60
Telefoonfuncties gebruiken
3.6 Aanvullende kiesinformatie Een alarmnummer bellen
= Voer het internationale alarmnummer voor uw land in en tik Spreken aan. Tip
De SIM-kaart kan aanvullende alarmnummers bevatten. Neem contact op met uw serviceprovider voor details.
Een internationaal oproep plaatsen 1. Houd op het toetsenbord van de telefoon aangetikt tot het teken + wordt weergegeven. De + vervangt het internationale kengetal van het land waarnaar u belt. 2. Voer het volledige telefoonnummer in dat u wilt kiezen en tik Spreken aan. Het volledige telefoonnummer omvat het landnummer, netnummer (zonder voorloopnul, indien van toepassing) en telefoonnummer.
STK (SIM Tool Kit) U kunt deze functie alleen gebruiken als er een SIM-kaart in de MDA Vario is geplaatst. Met deze functie kunt u toegang krijgen tot een reeks informatiediensten die wordt verstrekt door T-Mobile. 1. Tik Opstarten > Programma’s > pictogram SMSdiensten aan. Er verschijnt een lijst met aangeboden diensten. 2. Als u toegang tot een dienst wilt, tikt u het item in de lijst aan.
Hoofdstuk 4 De MDA Vario synchroniseren
4.1 4.2 4.3 4.4
ActiveSync gebruiken Informatie synchroniseren Synchroniseren via infrarood en Bluetooth Muziek, video en afbeeldingen synchroniseren
!�T§==Mobile===
56
De MDA Vario synchroniseren
4.1 ActiveSync gebruiken Met ActiveSync kunt u gegevens op de MDA Vario synchroniseren met gegevens op de pc, zoals de inhoud van Outlook. Met ActiveSync kunt u ook via een draadloos of mobiel netwerk synchroniseren met Microsoft Exchange Server, mits uw bedrijf of serviceprovider Microsoft Exchange Server uitvoert met Exchange ActiveSync. Wanneer u synchroniseert, worden de gegevens op de MDA Vario vergeleken met de gegevens op de pc en/of Exchange Server, en worden alle locaties bijgewerkt met de recentste gegevens. Met ActiveSync kunt u:
zoals informatie van Outlook E-mail, Contactpersonen, Agenda = Gegevens, of Taken, en afbeeldingen, video en muziek in de MDA Vario synchroniseren met de pc.
E-mail, Contactpersonen, Agenda-afspraken en Taken in de MDA = Outlook Vario rechtstreeks synchroniseren met Exchange Server, zodat u op de hoogte kunt blijven, zelfs wanneer de pc is uitgeschakeld.
= Bestanden uitwisselen tussen de MDA Vario en de pc zonder te synchroniseren. welke gegevenstypen worden gesynchroniseerd en opgeven = Selecteren hoeveel gegevens worden gesynchroniseerd. U kunt bijvoorbeeld kiezen hoeveel weken met oude afspraken u wilt synchroniseren. Voordat u informatie met een pc kunt synchroniseren, moet u eerst ActiveSync op de pc installeren en een synchronisatierelatie tussen de MDA Vario en de pc tot stand brengen. U kunt ActiveSync installeren vanaf de software-cd die wordt meegeleverd met de MDA Vario. ActiveSync is al geïnstalleerd op de MDA Vario. Nadat u ActiveSync hebt geïnstalleerd en een synchronisatierelatie hebt ingesteld, wordt de MDA Vario door de pc herkend als u deze op de pc aansluit en worden de synchronisatie-instellingen die u op de MDA Vario hebt opgegeven, automatisch overgebracht. Mogelijk kunt u de MDA Vario via uw bedrijf of serviceprovider synchroniseren met Exchange Server. Als u dat van plan bent, moet u de naam van Exchange Server, uw gebruikersnaam, wachtwoord en domeinnaam aan de beheerder vragen voordat u de wizard Sync Setup start.
De MDA Vario synchroniseren
ActiveSync installeren en instellen 1. Installeer ActiveSync op de pc zoals wordt beschreven op de software-cd. Nadat de installatie is voltooid, wordt de wizard Sync Setup automatisch gestart wanneer u de MDA Vario aansluit op de pc. 2. Volg de instructies op het scherm op om de wizard te voltooien. Voer in de wizard Sync Setup een van de volgende handelingen of beide handelingen uit:
= Breng een synchronisatierelatie tussen de pc en de MDA Vario tot stand. een verbinding met Exchange Server om rechtstreeks te = Configureer synchroniseren met Exchange Server.
3. Kies de typen gegevens die u wilt synchroniseren. Opmerking Wanneer u de wizard voltooit, wordt de MDA Vario automatisch gesynchroniseerd. Nadat de synchronisatie is voltooid, kunt u de MDA Vario loskoppelen van de pc.
57
58
De MDA Vario synchroniseren
4.2 Gegevens synchroniseren Als u de MDA Vario op de pc aansluit met een seriële of USB-kabel, een infraroodverbinding of een Bluetooth-verbinding, wordt de synchronisatie onmiddellijk uitgevoerd. Zolang de MDA Vario is aangesloten, wordt een synchronisatie uitgevoerd zodra u een wijziging aanbrengt op de pc of de MDA Vario.
Outlook-gegevens synchroniseren Als u een synchronisatierelatie tussen de MDA Vario en de pc tot stand hebt gebracht, blijven de Outlook-gegevens door synchronisatie op beide locaties upto-date. Standaard wordt een beperkte hoeveelheid informatie gesynchroniseerd om opslagruimte op de MDA Vario te besparen. U kunt de hoeveelheid informatie die voor een bepaald type informatie wordt gesynchroniseerd wijzigen in Instellingen voor dat type informatie. U kunt de MDA Vario zo instellen dat synchronisatie met meerdere pc’s of met een combinatie van een of meer pc’s en Exchange Server plaatsvindt. Als u met meerdere computers synchroniseert, verschijnen de items die u synchroniseert op alle computers waarmee ze worden gesynchroniseerd. Als u bijvoorbeeld synchronisatie met 2 pc’s hebt ingesteld (pc1 en pc2) die verschillende items bevatten, en als u Contactpersonen en Agenda op de MDA Vario synchroniseert met beide computers, is dit het resultaat: Locatie pc1 pc2 MDA Vario
Nieuwe status Alle Outlook-contactpersonen en agenda-afspraken die zich op pc2 bevonden, bevinden zich nu ook op pc1. Alle Outlook-contactpersonen en agenda-afspraken die zich op pc1 bevonden, bevinden zich nu ook op pc2. Alle Outlook-contactpersonen en agenda-afspraken die zich op pc1 en pc2 bevonden, bevinden zich nu op de MDA Vario.
Opmerking E-mail in Outlook kan slechts met één computer worden gesynchroniseerd.
Synchronisatie starten en stoppen Als u Outlook-gegevens en andere lokale gegevens op de pc wilt synchroniseren, waaronder mediabestanden, sluit u de MDA Vario op de pc aan met Bluetooth, infrarood (IR) of een kabel of houder.
=
De MDA Vario synchroniseren
59
u rechtstreeks met Exchange Server synchroniseert, kunt u deze verbinding = Als met de pc gebruiken om het netwerk te ‘bereiken’, maar u kunt ook synchroniseren zonder verbonden te zijn met de pc via een mobiel of Wi-Fi-netwerk.
in ActiveSync Sync aan. Als u de synchronisatie wilt beëindigen voordat = Tik deze is voltooid, tikt u Stoppen aan. Wijzigen welke informatie wordt gesynchroniseerd 1. Tik in ActiveSync op de MDA Vario Menu > Opties aan. 2. Voer een van de volgende handelingen of beide handelingen uit:
het selectievakje in voor de items die u wilt synchroniseren. Als = Schakel u een selectievakje niet kunt inschakelen, moet u het selectievakje voor hetzelfde type gegevens elders in de lijst mogelijk uitschakelen.
het selectievakje uit voor items die u niet meer wilt = Schakel synchroniseren.
3. Als u de synchronisatie met één pc volledig wilt stoppen, tikt u de pc aan en tikt u Verwijderen aan. Opmerkingen
=_E-mail in Outlook kan slechts met één computer worden gesynchroniseerd. u de beschikbare synchronisatie-instellingen wilt wijzigen, selecteert =_Als u het type informatie en tikt u Instellingen aan.
Rechtstreeks synchroniseren met Exchange Server U kunt synchronisatie met Exchange Server instellen op de MDA Vario, mits deze optie voor u beschikbaar is via uw bedrijf of serviceprovider. U moet echter eerst uw beheerder om de volgende informatie vragen en vervolgens doorgaan met de stappen: naam Exchange Server, uw gebruikersnaam, wachtwoord en domeinnaam. 1. Tik in ActiveSync op de MDA Vario Menu > Server configureren aan. Als u nog geen synchronisatie met Exchange Server hebt ingesteld, staat hier Serverbron toevoegen. 2. Voer in Serveradres de naam in van de server waarop Exchange Server wordt uitgevoerd en tik Volgende aan.
60
De MDA Vario synchroniseren
3. Voer uw gebruikersnaam, wachtwoord en domein in en tik Volgende aan. Als u de regels voor het oplossen van synchronisatieconflicten wilt wijzigen, tikt u Geavanceerd aan. 4. Schakel de selectievakjes in voor de typen informatie-items die u wilt synchroniseren met Exchange Server. 5. Als u de beschikbare synchronisatie-instellingen wilt wijzigen, selecteert u het type informatie en tikt u Instellingen aan. 6. Tik Voltooien aan.
De MDA Vario synchroniseren
4.3 Synchroniseren via infrarood en Bluetooth U kunt de MDA Vario op de pc aansluiten om te synchroniseren met lokale draadloze technologieën, zoals infrarood (IR) en Bluetooth. De vereisten voor deze technologieën lijken sterk op elkaar, met enkele kleine verschillen. Synchroniseren met een pc via infrarood 1. Volg de instructies in de Help bij ActiveSync op de pc op om de pc in te stellen voor de ontvangst van infraroodstralen. 2. Stel de infraroodpoorten (IR) op volgens de instructies in de documentatie van de fabrikant voor de MDA Vario en zorg dat er zich geen obstakels tussen de poorten bevinden en dat de poorten dicht bij elkaar zijn geplaatst. 3. Tik op de MDA Vario Opstarten > Programma’s > ActiveSync aan. 4. Tik Menu > Verbinding maken via IR aan. 5. Tik Sync aan. Synchroniseren met een pc via Bluetooth 1. Volg de instructies in de Help bij ActiveSync op de pc om Bluetooth op de pc te configureren voor ondersteuning van ActiveSync. 2. Tik op de MDA Vario Opstarten > Programma’s > ActiveSync aan. 3. Tik Menu > Verbinden via Bluetooth aan. Zorg ervoor dat de Bluetoothfunctie op de MDA Vario en pc is ingeschakeld en dat beide zich niet te ver bij elkaar vandaan bevinden. 4. Als dit de eerste keer is dat u via Bluetooth een verbinding met de pc maakt, moet u eerst de Bluetooth-wizard op de MDA Vario uitvoeren en een Bluetooth-verbinding tussen de MDA Vario en de pc instellen. Zie hoofdstuk 6 voor meer informatie over het inschakelen en configureren van Bluetooth. Opmerking U kunt ook de wizard Sync Setup gebruiken om de MDA Vario in te stellen voor externe synchronisatie met Exchange Server. Deze wizard wordt gestart wanneer u het mobiele apparaat op de pc aansluit nadat u ActiveSync op de pc hebt geïnstalleerd.
61
62
De MDA Vario synchroniseren
4.4 Muziek, video en afbeeldingen synchroniseren Als u uw muziek of andere digitale media wilt meenemen als u op reis gaat, kunt u ActiveSync gebruiken met Windows Media Player om muziek, video en afbeeldingen te synchroniseren met de MDA Vario. Op het selecteren van het te synchroniseren gegevenstype Media in ActiveSync na, moeten alle instellingen voor mediasynchronisatie in Windows Media Player worden ingesteld. Voordat media kunnen worden gesynchroniseerd, moet u het volgende doen:
= Windows Media Player versie 10 installeren op de pc. MDA Vario met een USB-kabel aansluiten op de pc. Als de MDA Vario = De momenteel via Bluetooth of infrarood is verbonden, moet u die verbinding verbreken voordat media kunnen worden gesynchroniseerd.
= Een opslagkaart in de MDA Vario plaatsen (32 MB of meer wordt aanbevolen). synchronisatieverbinding instellen tussen de opslagkaart en Windows = Een Media Player. Synchronisatie-instellingen voor Media wijzigen Nadat u in ActiveSync het informatietype Media hebt geselecteerd om te synchroniseren, kunnen al uw favoriete muziek-, video- en afbeeldingsbestanden in afspeellijsten van Windows Media Player worden gesynchroniseerd. U hoeft alleen maar synchronisatie voor die mediabestanden in te stellen in Windows Media Player. Een synchronisatierelatie met een opslagkaart instellen 1. Open Windows Media Player. 2. Klik op de tab Sync. 3. Selecteer de opslagkaart. 4. Klik op Set up Sync. Zie hoofdstuk 8 voor informatie over het gebruik van Windows Media Player op de MDA Vario.
Hoofdstuk 5 De MDA Vario beheren
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
De MDA Vario aanpassen Programma’s toevoegen en verwijderen Geheugen beheren Back-up van bestanden maken Het apparaat beveiligen De MDA Vario opnieuw instellen
!�T§==Mobile===
64
De MDA Vario beheren
5.1 De MDA Vario aanpassen Instellingen van het scherm Vandaag In het scherm Vandaag worden naderende afspraken, actieve taken en informatie over e-mailberichten weergegeven. U kunt het scherm Vandaag op de MDA Vario aanpassen. Het scherm Vandaag aanpassen 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Vandaag aan. 2. Selecteer op de tab Weergave het gewenste thema voor de achtergrond van het scherm Vandaag. 3. Selecteer op het tabblad Items de items die u wilt weergeven in het scherm Vandaag. Tip
Als u de volgorde wilt wijzigen van de items die in het scherm Vandaag worden weergegeven, tikt u een item aan en tikt u Omhoog of Omlaag aan om het item te verplaatsen.
Een aangepaste achtergrondafbeelding toevoegen U kunt een van uw eigen afbeeldingen gebruiken als achtergrondafbeelding voor het scherm Vandaag. Houd er rekening mee dat afbeeldingen de leesbaarheid van tekst in het scherm Vandaag kunnen beïnvloeden. 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Vandaag aan. 2. Schakel het selectievakje Deze afbeelding als achtergrond gebruiken in en tik Bladeren aan om een lijst met beschikbare afbeeldingsbestanden weer te geven. 3. Tik de bestandsnaam aan van de afbeelding die u wilt gebruiken. 4. Tik OK aan. Opties instellen voor de weergave van afspraken in het scherm Vandaag Als u een groot aantal afspraken hebt, wilt u wellicht het soort afspraken opgeven dat in het scherm Vandaag wordt weergegeven. 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Vandaag aan. 2. Tik de tab Items aan. 3. Selecteer Agenda en tik Opties aan.
De MDA Vario beheren
4. Voer een van de volgende handelingen uit:
Volgende afspraak als u alleen de volgende afspraak in de = Selecteer planning wilt weergeven of Eerstvolgende afspraken als u meerdere afspraken wilt weergeven.
het selectievakje Alle gebeurtenissen v.d. dag weerg. uit als = Schakel u geen gebeurtenissen wilt weergeven die voor de hele dag duren. Opties instellen voor de weergave van taken in het scherm Vandaag Als u een groot aantal taken hebt, wilt u wellicht het soort taken opgeven dat in het scherm Vandaag wordt weergegeven. 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Vandaag aan. 2. Tik de tab Items aan. 3. Selecteer Taken en tik Opties aan. 4. Voer een van de volgende handelingen uit:
bij Toon aantal het type taken dat u wilt weergeven in het = Selecteer scherm Vandaag. Selecteer in de lijst Categorie of u alleen taken wilt weergeven die zijn = toegewezen aan een bepaalde categorie, of dat u alle taken wilt weergeven.
Het menu Opstarten aanpassen U kunt kiezen welke items in het menu Opstarten worden weergegeven. 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Menu’s aan. 2. Schakel de selectievakjes in van de items die u wilt weergeven in het menu Opstarten. U kunt maximaal zeven items selecteren. Tip
U kunt ook mappen en snelkoppelingen maken om weer te geven in het menu Start. Klik in ActiveSync op de pc op Explore. Dubbelklik in het venster Mobile Device op My Windows Mobile-Based Device > Windows > Start Menu en maak vervolgens de gewenste mappen en snelkoppelingen. U ziet de toegevoegde items nadat u hebt gesynchroniseerd.
65
66
De MDA Vario beheren
Datum / tijd / taal / landinstellingen instellen U kunt de gewenste datum, tijd, taal en landinstellingen instellen. De tijd en datum instellen 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Systeem > Klok en alarmsignalen aan. 2. Selecteer de juiste tijdzone en wijzig de datum of de tijd. Opmerking Tijdens de synchronisatie wordt de tijd op het toestel bijgewerkt met de tijd op de pc.
Een alarmsignaal instellen 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Systeem > Klok en alarmsignalen > tabblad Alarmen aan. 2. Tik
aan en voer een naam in voor het alarmsignaal. 3. Tik de dag van de week voor het alarmsignaal aan. U kunt meerdere dagen selecteren door elke gewenste dag aan te tikken. 4. Tik de tijd aan om een klok weer te geven en de tijd voor het alarmsignaal in te stellen. ) aan om het gewenste type 5. Tik het pictogram voor het alarmsignaal ( alarmsignaal in te stellen. U hebt de keuze uit een knipperende lamp, één geluid, een zich herhalend geluid of trillen. 6. Als u kiest voor het afspelen van een geluid, tikt u de lijst naast het selectievakje Geluid afspelen aan en tikt u het gewenste geluid aan. De tijd en datum voor een andere locatie instellen Als u een bepaalde tijdzone regelmatig bezoekt of vaak communiceert met iemand uit een bepaalde tijdzone, kunt u die zone selecteren als u bezoektijdzone. 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Systeem > Klok en alarmsignalen aan. 2. Tik Op bezoek aan. 3. Selecteer de juiste tijdzone en wijzig de tijd of de datum.
De MDA Vario beheren
De taal en landinstellingen wijzigen De stijl waarin getallen, valuta, datums en tijden worden weergegeven, wordt opgegeven in de landinstellingen. 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Systeem > Landinstellingen aan. 2. Selecteer op de tab Regio uw land en taal. 3. Het land dat u selecteert, is bepalend voor welke opties op de andere tabs beschikbaar zijn. 4. Als u de instellingen nog verder wilt aanpassen, tikt u de desbetreffende tabs aan en selecteert u de gewenste opties.
Persoonlijke instellingen en systeeminstellingen
Mogelijk zijn op het apparaat al programma’s aan hardwareknoppen toegewezen. U kunt deze knoppen zo aanpassen dat u de programma’s die u het vaakst gebruikt ermee kunt openen, of dat u er bepaalde snelkoppelingen mee kunt uitvoeren zoals het wijzigen van de schermweergave, het openen van het scherm Vandaag of het openen van het invoerscherm.
Programma’s of snelkoppelingen opnieuw toewijzen aan programmaknoppen 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Knoppen aan. 2. Er wordt een lijst met knoppen en hun huidige toewijzing weergegeven op de tab Programmaknoppen. 3. Tik de knop aan die u opnieuw wilt toewijzen. Er zijn nummers en pictogrammen die de oorspronkelijke functie van de knop weergeven om u te helpen bij het identificeren van de knoppen. 4. Tik in het vak Wijs een programma toe het programma dat of de snelkoppeling die u wilt toewijzen aan. 5. Tik OK aan. De grootte van tekens op het scherm vergroten of verkleinen 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Systeem > Scherm > tabblad Tekengrootte aan. 2. Verplaats de schuifregelaar om de tekengrootte te vergroten of te verkleinen.
67
68
De MDA Vario beheren
Gegevens over de eigenaar invoeren Gegevens over de eigenaar invoeren en weergeven is een goede gewoonte: daardoor kunnen anderen het apparaat aan u retourneren als u het kwijt bent. 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Info over eigenaar aan. 2. Voer op de tab Identificatie uw persoonlijke gegevens in. Tip
Als in het scherm Vandaag gegevens over de eigenaar worden weergegeven, kunt u de gegevens rechtstreeks vanuit het scherm Vandaag openen en bewerken. Tik hiervoor eenvoudigweg die sectie van het scherm aan.
Kiezen hoe u wordt geïnformeerd over gebeurtenissen of acties 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Geluiden en meldingen aan. 2. Kies op de tab Geluiden hoe u gewaarschuwd wilt worden door de desbetreffende selectievakjes in te schakelen. 3. Tik op de tab Meldingen onder Gebeurt. een gebeurtenisnaam aan en kies hoe u wilt worden gewaarschuwd door de desbetreffende selectievakjes in te schakelen. U kunt uit verschillende opties kiezen, zoals een speciaal geluid, een bericht of een knipperend licht. Tip
De batterij raakt minder snel leeg als u geluiden en het knipperen uitschakelt.
De snelheid voor schuiven aanpassen Door de NAVIGATIETOETS omhoog of omlaag ingedrukt te houden (besturingselement omhoog/omlaag) schuift u door de items in een lijst. 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Knoppen > tabblad Omhoog/omlaag-knop aan. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: Verplaats de schuifregelaar bij Vertraging vóór eerste herhaling om de tijd die verstrijkt voordat het schuiven begint te verkorten of te verlengen. U wijzigt de tijd die het kost om van het ene item naar het andere te schuiven door de snelheid aan te passen met de schuifregelaar bij Herhalingssnelheid.
= =
De MDA Vario beheren
Het versienummer van het besturingssysteem zoeken Bovenaan in het scherm wordt de versie van het besturingssysteem van het apparaat vermeld.
= Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Systeem > Info aan. Gedetailleerde gegevens over het apparaat weergeven
= Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Systeem > Info aan. Op het tabblad Versie worden belangrijke gegevens over het toestel = weergegeven, zoals het type processor en de hoeveelheid geheugen die is geïnstalleerd. De apparaatnaam wijzigen 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Systeem > Info aan. 2. Tik de tab Apparaat-ID aan. 3. Voer een naam in. Opmerking De apparaatnaam moet beginnen met een letter, moet bestaan uit letters van A tot Z, cijfers van 0 tot 9 en mag geen spaties bevatten. Gebruik het onderstrepingsteken om woorden van elkaar te scheiden.
Waarom is de apparaatnaam belangrijk? De apparaatnaam wordt gebruikt om het apparaat in de volgende situaties te identificeren:
= Synchroniseren met een pc = Verbinding maken met een netwerk = Gegevens herstellen vanaf een back-up
Opmerking Als u meerdere toestellen synchroniseert met dezelfde pc, moet elk toestel een unieke naam hebben.
69
70
De MDA Vario beheren
Ervoor zorgen dat de batterij minder snel leeg raakt Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Systeem > Energie aan. Op de tab Geavanceerd kunt u opgeven wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld om stroom te besparen. Geef voor een optimale besparing 3 minuten of minder op. Gebruik waar mogelijk de stroomadapter om het apparaat aan te sluiten op een externe stroombron, vooral wanneer u een mini-SD-kaart gebruikt of wanneer u een modem of andere randapparatuur gebruikt. Pas de instellingen voor de verlichting aan.
= = =
De helderheid van de verlichting aanpassen 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Systeem > Verlichting > tabblad Helderheid aan. 2. Verplaats de schuifregelaar naar rechts voor meer helderheid of naar links voor minder helderheid. De verlichting zo instellen dat deze na een bepaalde tijd wordt gedimd 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Systeem > Verlichting aan. 2. Tik het tabblad Accustroom of het tabblad Externe energie aan. 3. Schakel het selectievakje Verl. uit als app. niet wordt gebr. ged. in en geef de vertragingstijd op.
Telefooninstellingen
U kunt telefooninstellingen aanpassen, zoals het type belsignaal en de beltoon voor inkomende oproepen, en de toon die u hoort als u telefoonnummers invoert op het toetsenbord. De beltoon wijzigen 1. Tik vanaf het toetsenbord van de telefoon Menu > Opties > tab Telefoon aan. 2. Tik in de lijst Beltoon het geluid aan dat u wilt gebruiken. Tip
Als u aangepaste *.wav-, *.mid-, *.mp3- of *.wma-bestanden wilt gebruiken als beltoon, moet u ActiveSync op de pc gebruiken om het bestand naar de map /Windows/Rings op het toestel te kopiëren. Vervolgens selecteert u het geluid in de lijst met beltonen. Raadpleeg de Help bij ActiveSync op de pc voor meer informatie over het kopiëren van bestanden naar het apparaat.
De MDA Vario beheren
71
Het belsignaal wijzigen U kunt de manier wijzigen waarop u wordt gewaarschuwd bij inkomende oproepen. U kunt bijvoorbeeld kiezen om gewaarschuwd te worden door een belsignaal, door een trilling of door een combinatie hiervan. 1. Tik vanaf het toetsenbord van de telefoon Menu > Opties > tab Telefoon aan. 2. Tik in de lijst Beltoontype de gewenste optie aan. De toon van het toetsenblok wijzigen U kunt de toon wijzigen die u hoort wanneer u een telefoonnummer invoert op het toetsenblok. Als u de toon instelt op Lange tonen, hoort u de toon net zo lang als het cijfer op het toetsenblok wordt ingedrukt. Gebruik deze instelling als u problemen hebt met de uitvoering van taken die afhankelijk zijn van tonen van de telefoon, zoals het verkrijgen van toegang tot berichten op een antwoordapparaat. Als u de toon instelt op Korte tonen, hoort u de toon slechts een of twee seconden. Als u de toon instelt op Uit, hoort u geen toon. 1. Tik vanuit het toetsenbord van de telefoon Menu > Opties > tabblad Telefoon aan. 2. Tik in de lijst Toetsenblok de gewenste optie aan.
Telefoondiensten Dankzij diensten op de telefoon, zoals Gesprek in wachtstand, kunt u kiezen hoe alle inkomende oproepen op het toestel worden afgehandeld. De diensten kiezen 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Telefoon > tabblad Services aan. 2. Selecteer de dienst die u wilt gebruiken en tik Instellingen ophalen aan.
Netwerken U kunt beschikbare draadloze netwerken bekijken, de volgorde bepalen waarin de MDA Vario toegang krijgt tot een ander netwerk als het huidige netwerk niet beschikbaar is en opgeven of u handmatig of automatisch van netwerk wilt veranderen. Raadpleeg de Help van de MDA Vario voor meer informatie over netwerkinstellingen.
72
De MDA Vario beheren
Telefoonnetwerkinstellingen wijzigen 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Persoonlijk > tabblad Telefoon > Netwerk aan. 2. Standaard geeft de MDA Vario het huidige netwerk weer zoals dat wordt aangeboden door uw serviceprovider. U kunt echter ook een voorkeursnetwerk instellen. Voorkeursnetwerken instellen 1. Tik Opstarten > Instellingen > Telefoon > tabblad Netwerk aan. Standaard is het veld Netwerkselectie ingesteld op Automatisch. U kunt het veld echter instellen op Handmatig zodat u op elk gewenst moment uw eigen netwerk kunt kiezen. 2. Tik Netwerken instellen aan. 2. Selecteer de netwerken in het scherm Telefoon: Voorkeursnetwerken en sorteer ze overeenkomstig uw voorkeuren. 3. Tik OK aan.
De MDA Vario beheren
73
5.2 Programma’s toevoegen en verwijderen Voordat u aanvullende programma’s voor de MDA Vario aanschaft, moet u de naam van de MDA Vario, de versie van Windows Mobile-software die op het apparaat wordt uitgevoerd, en het type processor noteren. Aan de hand van deze gegevens kunt u beter een programma selecteren dat compatibel is met de MDA Vario. Zie ‘Gedetailleerde gegevens over het apparaat weergeven’ en ‘Het versienummer van het besturingssysteem zoeken’ in dit hoofdstuk voor meer informatie. Programma’s die te koop worden aangeboden bevatten gewoonlijk een Setup-programma (doorgaans ‘setup.exe’ genaamd) dat u eerst op de pc moet installeren. Vervolgens kunt u ActiveSync gebruiken om programma’s aan de MDA Vario toe te voegen, of een programma rechtstreeks vanaf internet toevoegen. Programma’s toevoegen 1. Download het programma naar de pc (of plaats de cd of diskette met het programma in de pc). Mogelijk ziet u één *.exe-bestand, een *.zipbestand, een bestand Setup.exe, of verschillende versies van bestanden voor verschillende typen apparaten en processors. Zorg ervoor dat u een programma selecteert dat is ontworpen voor uw MDA Vario en processortype. 2. Lees eventuele documentatie of installatie-instructies die worden meegeleverd met het programma. Veel programma’s zijn voorzien van speciale installatie-instructies. 3. Sluit de MDA Vario aan op de pc. 4. Dubbelklik op het *.exe-bestand.
het uitvoerbare bestand een installatiewizard is, volgt u de instructies = Als op het scherm. Nadat het programma op de pc is geïnstalleerd, wordt het automatisch overgebracht naar de MDA Vario.
er geen installatiewizard wordt gestart, ziet u een foutbericht met de = Als mededeling dat het programma wel in orde is maar dat het is ontworpen voor een andere type computer. U moet dit programma kopiëren naar de MDA Vario. Als u geen installatie-instructies voor het programma kunt vinden, gebruikt u ActiveSync om het programma naar de map Program Files van de MDA Vario te kopiëren.
74
De MDA Vario beheren
Programma’s verwijderen U kunt alleen programma’s verwijderen die u hebt geïnstalleerd. Programma’s die met de MDA Vario zijn meegeleverd, kunnen niet worden verwijderd. 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Systeem > Programma’s verwijderen aan. 2. Selecteer in de lijst Programma’s in opslaggeheugen het programma dat u wilt verwijderen en tik Verwijderen aan. 3. Tik Ja aan. Als nog een bevestigingsbericht wordt weergegeven tikt u nogmaals Ja aan.
De MDA Vario beheren
5.3 Geheugen beheren Het kan zijn dat u een programma moet afsluiten als het onstabiel is geworden of als er weinig programmageheugen beschikbaar is. Kijken hoeveel geheugen beschikbaar is Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Systeem > Geheugen aan.
= het tabblad Hoofd wordt de hoeveelheid geheugen weergegeven = Op die is toegewezen voor de opslag van bestanden en gegevens versus de hoeveelheid voor de opslag van programma’s. Bovendien worden de hoeveelheid gebruikt geheugen en de hoeveelheid beschikbaar geheugen weergegeven. Beschikbaar geheugen op opslagkaart zien U kunt zien hoeveel geheugen beschikbaar is op een opslagkaart die in de MDA Vario is geplaatst. 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Systeem > Geheugen aan. 2. Tik de tab Opslagkaart aan. Tip
Als er meerdere kaarten zijn geplaatst, tikt u de keuzelijst aan en vervolgens de opslagkaart waarover u informatie wilt zien.
Programmageheugen vrijmaken Probeer het volgende om geheugen op de MDA Vario vrij te maken:
= Sluit programma’s die u momenteel niet gebruikt. = Verplaats e-mailbijlagen naar een opslagkaart. bestanden naar een opslagkaart. Tik Opstarten > Programma’s > = Verplaats File Explorer aan. Houd het bestand aangetikt en tik Knippen aan. Blader naar de map met opslagkaarten en tik Bewerken > Plakken aan.
overbodige bestanden. Tik Opstarten > Programma’s > File = Verwijder Explorer aan. Houd het bestand aangetikt en tik Verwijderen aan. grote bestanden. U kunt grote bestanden zoeken door = Verwijder Opstarten > Programma’s > Zoeken aan te tikken. Tik in de lijst Type Groter dan 64 kB aan en tik Zoeken aan.
75
76
De MDA Vario beheren
tijdelijke internetbestanden en wis geschiedenisgegevens in = Verwijder Internet Explorer Mobile. Zie Internet Explorer Mobile in hoofdstuk 6 voor meer informatie.
= Verwijder programma’s die u niet meer gebruikt. = Stel de MDA Vario opnieuw in. Een programma sluiten Meestal worden programma’s automatisch gesloten om benodigd geheugen vrij te maken, maar u kunt programma’s handmatig sluiten als u hier de voorkeur aan geeft. 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Systeem > Geheugen > tabblad Actieve programma’s aan. 2. Tik in de lijst Actieve programma’s het programma aan dat u wilt sluiten en tik Stoppen aan. Tip
In de meeste programma’s kunt u het programma ook afsluiten met de sneltoets CTRL+Q.
De MDA Vario beheren
5.4 Back-up van bestanden maken U kunt met ActiveSync een back-up van bestanden naar de pc maken, of bestanden kopiëren naar een opslagkaart die u in de MDA Vario plaatst. De MDA Vario heeft een uitbreidingssleuf die compatibel is met een assortiment SD- (Secure Digital) en MMC-opslagkaarten (MultiMedia Card). Met ActiveSync kunt u gegevens van de pc naar de MDA Vario kopiëren of verplaatsen en omgekeerd. Wijzigingen die u op de ene computer aanbrengt in de gegevens zijn niet van invloed op de gegevens op de andere computer. Als u gegevens automatisch wilt bijwerken op zowel de MDA Vario als de pc, moet u de gegevens synchroniseren. Raadpleeg de Help bij ActiveSync op de pc voor meer informatie over het kopiëren en synchroniseren van bestanden. Bestanden naar een opslagkaart kopiëren 1. Duw de opslagkaart in de opslagkaartsleuf totdat deze op zijn plaats vastklikt. De kaart zit vast als deze niet uitsteekt uit de basis. 2. Tik Opstarten > Programma’s > File Explorer aan en navigeer naar de juiste map. 3. Houd het bestand dat u wilt kopiëren aangetikt en tik Kopiëren aan. 4. Tik de lijst met mappen (standaard My Documents genaamd) aan en tik Opslagkaart aan. 5. Tik Menu > Bewerken > Plakken aan. Een bestand kopiëren met ActiveSync Het kopiëren van een bestand resulteert in afzonderlijke versies van een bestand op de MDA Vario en de pc. Aangezien de bestanden niet zijn gesynchroniseerd, zijn wijzigingen die in het ene bestand worden aangebracht niet van invloed op het andere bestand. 1. Sluit de MDA Vario aan op de pc. 2. Klik in ActiveSync op Explore zodat de map Mobile Device voor de MDA Vario wordt geopend. 3. Ga in de map Mobile Device naar het bestand dat u op de MDA Vario of de pc wilt kopiëren.
77
78
De MDA Vario beheren
4. Voer een van de volgende handelingen uit:
u het bestand naar de MDA Vario wilt kopiëren, klikt u met de rech= Als termuisknop op het bestand en klikt u op Copy. Klik met de rechtermuisknop op de gewenste map onder Mobile Device en klik op Paste.
u het bestand naar de pc wilt kopiëren, klikt u met de = Als rechtermuisknop op het bestand en klikt u op Copy. Klik met de
rechtermuisknop op de gewenste map op de pc en klik op Paste. Bestanden automatisch opslaan op een opslagkaart In de programma’s Word Mobile, Excel Mobile en Notities vindt u het wellicht handig om alle nieuwe documenten, notities en werkmappen rechtstreeks op te slaan op een opslagkaart. 1. Tik vanuit de lijst met programmabestanden Menu > Opties aan. 2. Terwijl er een opslagkaart in de MDA Vario is geplaatst, tikt u in het vak Opslaan in de juiste opslagkaart aan om nieuwe items automatisch op te slaan op de opslagkaart. 3. Tik OK aan. Opmerking In de lijst met bestanden of notities wordt een symbool voor opslagkaarten weergegeven naast de namen van bestanden die op een opslagkaart zijn opgeslagen.
De MDA Vario beheren
79
5.5 De MDA Vario beveiligen De MDA Vario heeft twee soorten beveiliging. U kunt de telefoon beschermen tegen onbevoegd gebruik door een zogenaamde PIN-code (Personal Identification Number) in te stellen. Daarnaast kunt u door middel van wachtwoordbeveiliging onbevoegde toegang tot elk onderdeel van het apparaat voorkomen. De eerste PIN-code krijgt u van uw serviceprovider. U kunt deze PIN-code later wijzigen. U maakt uw eigen wachtwoord wanneer u de MDA Vario voor het eerst gebruikt. De telefoon beveiligen met een PIN-code 1. Tik vanaf het toetsenbord van de telefoon Menu > Opties > tabblad Telefoon aan. 2. Tik PIN vereist als de telefoon wordt gebruikt aan. 3. U kunt de PIN-code op elk gewenst moment wijzigen door PIN wijzigen aan te tikken. Tip
Noodoproepen zijn altijd mogelijk zonder dat een PIN-code is vereist.
De MDA Vario beveiligen met een wachtwoord U kunt uw gegevens beter beveiligen door telkens wanneer het apparaat wordt ingeschakeld naar een wachtwoord te laten vragen. 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Wachtwoord aan. 2. Schakel het selectievakje Vragen indien apparaat niet gebruikt wordt in en selecteer in het vak rechts ervan hoe lang de MDA Vario uitgeschakeld moet zijn voordat een wachtwoord is vereist. Selecteer in het vak Wachtwoordtype het type wachtwoord dat u wilt gebruiken. Voer het wachtwoord in en bevestig het, indien nodig. Als de MDA Vario is geconfigureerd voor verbinding met een netwerk, gebruikt u een krachtig wachtwoord ter ondersteuning van de netwerkbeveiliging. 3. Typ op het tabblad Geheugensteun een woordgroep die u helpt herinneren aan uw wachtwoord, maar waardoor anderen uw wachtwoord niet kunnen raden. De tip wordt weergegeven nadat u vier keer een verkeerd wachtwoord hebt getypt. 4. Tik OK aan. De volgende keer dat het toestel wordt ingeschakeld, wordt u gevraagd om het wachtwoord in te voeren.
80
De MDA Vario beheren
Opmerkingen
= Telkens wanneer een verkeerd wachtwoord wordt ingevoerd, duurt
het langer voordat het toestel reageert, totdat het lijkt alsof het toestel helemaal niet meer reageert.
= Als u het wachtwoord vergeet, moet u de instructies in de
gebruikershandleiding opvolgen om het geheugen te wissen voordat u toegang kunt krijgen tot de MDA Vario.
Het wachtwoord wijzigen 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Wachtwoord aan. U wordt gevraagd om het huidige wachtwoord in te voeren. 2. Voer in het vak Wachtwoord het nieuwe wachtwoord in. 3. Typ op het tabblad Geheugensteun een woordgroep die u helpt herinneren aan uw nieuwe wachtwoord, maar waardoor anderen uw wachtwoord niet kunnen raden. De tip wordt weergegeven nadat u vier keer een verkeerd wachtwoord hebt getypt. 4. Tik OK aan. Gegevens over de eigenaar weergeven in het scherm Vandaag Als uw contactgegevens bij het opstarten in het scherm Vandaag worden weergegeven, kan gemakkelijk uw identiteit worden vastgesteld wanneer u het apparaat kwijt bent geraakt. 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Info over eigenaar aan. 2. Schakel op de tab Opties het selectievakje Identificatiegegevens in. 3. Schakel op de tab Opties het selectievakje Notities in als u aanvullende tekst wilt weergeven, zoals: Beloning bij terugbezorging. 4. Voer op de tab Notities de aanvullende tekst in. Tip
Als u gegevens over de eigenaar in het scherm Vandaag wilt weergeven, tikt u Opstarten > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Vandaag aan. Schakel op het tabblad Items het selectievakje Gegevens eigenaar in.
De MDA Vario beheren
81
5.6 De MDA Vario opnieuw instellen Mogelijk moet u de MDA Vario af en toe opnieuw instellen. Als de MDA Vario normaal (of elektronisch) opnieuw wordt ingesteld, wordt het actieve programmageheugen volledig gewist en worden alle actieve programma’s afgesloten. Dit kan nuttig zijn wanneer de MDA Vario trager werkt dan normaal of wanneer een programma niet goed functioneert. Elektronisch opnieuw instellen is ook noodzakelijk na de installatie van sommige programma’s. Als het apparaat elektronisch opnieuw wordt ingesteld terwijl programma’s actief zijn, gaan nietopgeslagen gegevens verloren. U kunt het apparaat ook niet-elektronisch opnieuw instellen (wordt ook wel volledig opnieuw instellen genoemd). Doe dit alleen uit als een systeemprobleem niet wordt opgelost met normaal opnieuw instellen. Nadat het apparaat volledig opnieuw is ingesteld, zijn alle standaardinstellingen hersteld zoals ze waren toen u het apparaat kocht en voor het eerst inschakelde. Alle programma’s die u hebt geïnstalleerd, gegevens die u hebt ingevoerd en instellingen die u hebt aangepast op de MDA Vario, gaan verloren. Alleen Windows Mobile-software en andere vooraf geïnstalleerde programma’s blijven aanwezig. Het apparaat normaal opnieuw instellen Gebruik de pen om de knop RESET aan de linkerkant van de MDA Vario voorzichtig ingedrukt te houden. De MDA Vario wordt opnieuw opgestart en het scherm Vandaag wordt weergegeven.
=
knop RESET
Waarschuwing!
Schakel de MDA Vario altijd uit voordat u het toestel elektronisch opnieuw instelt of de batterij of SIM-kaart plaatst/vervangt.
82
De MDA Vario beheren
Het apparaat volledig opnieuw instellen 1. Houd de toets Comm Manager en de spraakopdrachttoets op het toestel ingedrukt. 2. Blijf beide toetsen ingedrukt houden en houd gelijktijdig voorzichtig met de pen de knop RESET ingedrukt. Toets Comm Manager Toets Voice Command
knop RESET
Hoofdstuk 6 Verbinding maken
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Verbinding maken met internet Internet Explorer Bluetooth gebruiken Comm Manager gebruiken Terminal Services-client gebruiken
!�T§==Mobile===
84
Verbinding maken
6.1 Verbinding maken met internet De MDA Vario is voorzien van krachtige netwerkfuncties waarmee u verbinding met internet kunt maken via een GPRS-netwerk (General Packet Radio Service), een Bluetooth-modem of een WLAN-netwerk. GPRS is een nieuwe niet-spraakservice met toegevoegde waarde waarmee informatie kan worden verzonden en ontvangen via een netwerk voor mobiele telefonie. U kunt verbindingen met internet of met een bedrijfsnetwerk instellen om op internet te surfen en e-mail- of expresberichten uit te wisselen. De MDA Vario heeft twee groepen verbindingsinstellingen: T-Mobile Internet en Mijn Werk-netwerk. De instellingen van T-Mobile Internet worden gebruikt om verbinding met internet te maken, terwijl de instellingen van Mijn Werk-netwerk kunnen worden gebruikt om verbinding met een willekeurig privé- of bedrijfsnetwerk te maken. Verbinding met internet maken via ISP 1. Vraag de volgende gegevens aan bij T-Mobile: Telefoonnummer ISP-server Gebruikersnaam Wachtwoord
= = = = Naam toegangspunt (vereist voor GPRS-verbinding)
Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Verbindingen > Verbindingen aan. Tik Een nieuwe modemverbinding toevoegen aan. Voer een naam in voor de verbinding. Selecteer een modem in de lijst. Als u bijvoorbeeld het netwerk voor mobiele telefonie wilt gebruiken, selecteert u Mobiele verbinding. 6. Tik Volgende aan. 7. Voltooi de verbindingswizard door de vereiste gegevens in te voeren en tik Voltooien aan.
2. 3. 4. 5.
Opmerkingen
u aanvullende informatie voor een scherm wilt bekijken, tikt u het = Als pictogram voor Help ( ) aan u de verbindingsinstellingen wilt wijzigen, tikt u Bestaande verbindingen = Als beheren aan in het scherm Verbindingen en voltooit u de verbindingswizard.
Verbinding maken
Verbinding maken met een privé-netwerk 1. Vraag de volgende gegevens aan uw netwerkbeheerder:
= Telefoonnummer server = Gebruikersnaam = Wachtwoord = Domein (indien verstrekt door een ISP of een netwerkbeheerder)
2. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Verbindingen > Verbindingen aan. 3. Volg in Mijn Werk-netwerk de instructies voor elk type verbinding. 4. Voltooi de verbindingswizard en tik Voltooien aan. Opmerking Als u op internet of een privé-netwerk wilt surfen, tikt u Opstarten > Programma’s > Internet Explorer aan.
De netwerkkaartinstellingen van de MDA Vario opnieuw instellen of wijzigen 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Verbindingen > Netwerkkaarten aan. 2. Selecteer het tabblad Netwerkadapters. 3. Selecteer het juiste item in de lijst Mijn netwerkkaart maakt verbinding met: Internet als u via ISP of WLAN een verbinding met internet wilt = Selecteer maken om webpagina’s te bekijken met Internet Explorer. Werk als u een verbinding wilt maken met een privé-netwerk = Selecteer en met File Explorer de gedeelde map in het netwerk wilt bekijken.
4. Selecteer de juiste adapter in het veld Tik op een adapter om de inst. te wijzigen 5. Als u een netwerkkaart selecteert en het scherm voor instellingen wordt geopend, moet u de vereiste instellingen configureren. Selecteer Specifiek IP-adres gebruiken op het tabblad IP-adres en voer de vereiste gegevens in. Neem contact op met uw ISP of netwerkbeheerder om het IP-adres, het subnetmasker en de standaardgateway te verkrijgen. 6. Configureer de DNS- en WINS-instellingen op het tabblad Naamservers. Voor servers waarvoor een toegewezen IP-adres vereist is, is mogelijk ook een manier vereist om computernamen aan IP-adressen toe te wijzen. DNS en WINS zijn de omzetopties die op de MDA Vario worden ondersteund.
85
86
Verbinding maken
6.2 Internet Explorer Internet Explorer is een complete internetbrowser, die is geoptimaliseerd voor gebruik op de MDA Vario. Internet Explorer starten Tik Opstarten > Programma’s > Internet Explorer aan.
=
Een startpagina kiezen 1. Tik in Internet Explorer Menu > Extra > Opties > tabblad Algemeen aan. 2. Voer een van de volgende handelingen uit:
Huidige gebr. aan om de weergegeven pagina te gebruiken als = Tik startpagina. = Tik Stand. gebr. aan om de standaardstartpagina te gebruiken.
Tip
Tik Menu > Start aan om naar de startpagina te gaan.
Favorieten overbrengen vanaf de pc U kunt de favorieten die u op de pc hebt opgeslagen overbrengen naar de MDA Vario door de favorieten van Internet Explorer op de pc te synchroniseren met de MDA Vario. 1. Klik in het menu Tools van ActiveSync op de pc op Options en selecteer Favorites. 2. Sla in Internet Explorer op de pc favoriete koppelingen op in de submap Mobile Favorites van de lijst Favorites of verplaats ze naar deze submap. 3. Sluit de MDA Vario aan op de pc. Als de synchronisatie niet automatisch begint, klikt u op Sync. Een favoriet toevoegen 1. Ga in Internet Explorer naar de pagina die u wilt toevoegen. 2. Houd de pagina aangetikt en tik Toev. aan Favorieten aan. 3. Bevestig of wijzig de naam en selecteer een map om de favoriet in op te slaan.
Verbinding maken
87
Een favoriet of map verwijderen 1. Tik in Internet Explorer Menu > Favorieten > tabblad Toevoegen/Verwijderen aan. 2. Selecteer het item dat u wilt verwijderen en tik Verwijderen aan. De tekengrootte op webpagina’s wijzigen Tik in Internet Explorer Mobile Menu > In-/uitzoomen aan en tik de gewenste grootte aan.
=
Afbeeldingen op webpagina’s weergeven of verbergen
in Internet Explorer Mobile Menu > Beeld > Afbeeldingen weergeven = Tik aan. Een vinkje naast Afbeeldingen weergeven geeft aan dat afbeeldingen op webpagina’s worden weergegeven. De manier wijzigen waarop webpagina’s het scherm vullen 1. Tik in Internet Explorer Mobile Menu > Beeld aan. 2. Tik een van de volgende opties aan:
kolom. Hiermee schikt u de inhoud in één kolom die even breed als = Eén het scherm is. Dit betekent dat u vrijwel nooit horizontaal hoeft te schuiven. Hiermee behoudt u een indeling vergelijkbaar is met wat u = Standaard. op de computer ziet. De items worden echter kleiner weergegeven en de inhoud wordt zo geschikt dat u het meeste kunt zien zonder dat u horizontaal hoeft te schuiven.
Hiermee behoudt u dezelfde indeling en dezelfde grootte als op = Bureaublad. een computer. Dit betekent dat u zowel horizontaal als verticaal moet schuiven. De lijst Geschiedenis wissen 1. Tik in Internet Explorer Mobile Menu > Extra > Opties > tabblad Geheugen aan. 2. Tik Gesch. wissen aan.
88
Verbinding maken
Een afbeelding vanaf een webpagina opslaan 1. Houd in Internet Explorer Mobile de afbeelding aangetikt en tik Afbeelding opslaan aan. 2. Voer een van de volgende handelingen uit:
Ja aan om de afbeelding op de MDA Vario op te slaan in de map Mijn = Tik afbeeldingen. Opslaan als aan om de afbeelding op de MDA Vario op te slaan op = Tik een andere locatie, zoals een opslagkaart.
De instellingen voor cookies en beveiliging wijzigen Internet Explorer Mobile ondersteunt de protocollen die worden gebruikt door SSL (Secure Sockets Layer). Via een verbinding die SSL gebruikt, kunt u persoonlijke gegevens veiliger verzenden. Cookies zijn kleine bestanden die informatie over uw identiteit en voorkeuren bevatten zodat de informatie op een pagina aan uw behoeften kan worden aangepast. Het bestand wordt verzonden en opgeslagen op de MDA Vario. 1. Tik in Internet Explorer Mobile Menu > Extra > Opties > de tab Beveiliging aan. 2. Schakel de selectievakjes voor de gewenste opties in en tik OK aan. Tip
Schakel het selectievakje Cookies toelaten uit om te voorkomen dat Internet Explorer Mobile cookies accepteert.
Tijdelijke internetbestanden verwijderen Een gedeelte van de webinhoud wordt opgeslagen terwijl u de inhoud bekijkt, zodat pagina’s die u regelmatig bezoekt of die u al hebt gezien, sneller kunnen worden weergegeven. Wellicht wilt u deze bestanden verwijderen om opslagruimte vrij te maken. 1. Tik in Internet Explorer Mobile Menu > Extra > Opties > de tab Geheugen aan. 2. Tik Best. verw. aan. Alle pagina’s die op de MDA Vario zijn opgeslagen, waaronder offline inhoud van favorieten, worden verwijderd.
Verbinding maken
89
6.3 Bluetooth gebruiken Bluetooth is een draadloze communicatietechnologie met een kort bereik. Via apparaten met Bluetooth-functies kan informatie worden uitgewisseld over een afstand van ongeveer tien meter zonder dat een fysieke verbinding is vereist. U kunt zelfs informatie verzenden naar een toestel in een andere ruimte, zolang deze zich binnen het bereik van het Bluetooth-signaal bevindt. Met de software op de MDA Vario kunt u Bluetooth op de volgende manieren gebruiken:
zoals bestanden, afspraken, taken en visitekaartjes verzenden = Gegevens, tussen apparaten met Bluetooth-functionaliteit. inbelmodemverbinding tussen de MDA Vario en een Bluetooth-telefoon = Een tot stand brengen en vervolgens gegevens verzenden waarbij de Bluetoothtelefoon als modem wordt gebruikt. Bluetooth op de MDA Vario in- of uitschakelen 1. Tik op de MDA Vario Opstarten > Instellingen > tabblad Verbindingen > Bluetooth aan. 2. Schakel de selectievakjes Bluetooth inschakelen en Dit apparaat zichtbaar maken voor andere apparatuur in. 3. Tik OK aan.
Bluetooth-modi Bluetooth werkt op de MDA Vario in drie verschillende modi:
= Aan Bluetooth is ingeschakeld en u kunt Bluetooth-functies gebruiken. Bluetooth is uitgeschakeld. In deze modus kunt u gegevens verzenden = Uit noch ontvangen met Bluetooth. Wellicht wilt u de radio soms uitschakelen om energie te besparen of wanneer het gebruik van de radio verboden is, zoals aan boord van vliegtuigen en in ziekenhuizen.
Identificeerbaar Bluetooth is ingeschakeld en alle andere Bluetooth= apparaten binnen een bereik van 10 meter kunnen de MDA Vario detecteren.
90
Verbinding maken
Opmerking Bluetooth is standaard uitgeschakeld. Als u Bluetooth inschakelt en vervolgens de MDA Vario uitschakelt, wordt Bluetooth ook uitgeschakeld. Wanneer u de MDA Vario weer inschakelt, wordt Bluetooth automatisch ingeschakeld.
De MDA Vario identificeerbaar maken 1. Tik op de MDA Vario Opstarten > Instellingen > tabblad Verbindingen > Bluetooth aan. 2. Schakel de selectievakjes Bluetooth inschakelen en Dit apparaat zichtbaar maken voor andere apparatuur in. 3. Tik OK aan. Opmerking Bluetooth wordt ook ingeschakeld door het selectievakje Dit apparaat zichtbaar maken voor andere apparatuur in te schakelen.
Bluetooth-verbindingen Een Bluetooth-verbinding is een relatie die u tot stand kunt brengen tussen de MDA Vario en een ander Bluetooth-apparaat, zodat u op een veilige manier gegevens kunt uitwisselen. U maakt een verbinding tussen twee apparaten door op beide apparaten dezelfde PIN-code (Personal Identification Number) of sleutel in te voeren. U hoeft slechts eenmaal een verbinding tussen twee apparaten te maken. Nadat een verbinding tot stand is gebracht, kunnen de apparaten de verbinding herkennen en gegevens uitwisselen zonder dat de PIN-code opnieuw moet worden ingevoerd. Zorg ervoor dat de twee apparaten zich binnen een bereik van 10 meter van elkaar bevinden en dat Bluetooth is ingeschakeld en in de identificeerbare modus staat. Een Bluetooth-verbinding tot stand brengen 1. Tik op de MDA Vario Opstarten > Instellingen > tabblad Verbindingen > Bluetooth aan. 2. Tik op de tab Apparaten Nieuw partnerverband aan. De MDA Vario zoekt naar andere Bluetooth-apparaten en geeft deze weer in het vak. 3. Tik in het vak de gewenste apparaatnaam aan. 4. Tik Volgende aan. 5. Voer een sleutel in om een veilige verbinding tot stand te brengen. De sleutel moet tussen 1 en 16 tekens lang zijn.
Verbinding maken
6. Tik Volgende aan. 7. Voer de sleutel die u zojuist hebt ingevoerd ook in op het andere apparaat. U kunt echter een nieuwe naam voor het andere apparaat invoeren en bewerken. 8. Tik Voltooien aan. Een Bluetooth-verbinding accepteren 1. Zorg ervoor dat Bluetooth is ingeschakeld en in de identificeerbare modus werkt. 2. Tik Ja aan wanneer u wordt gevraagd om een verbinding met het andere apparaat tot stand te brengen. 3. Voer een sleutel in (dezelfde sleutel die is ingevoerd op het apparaat dat de verbinding aanvraagt) om een veilige verbinding tot stand te brengen. De sleutel moet tussen 1 en 16 tekens lang zijn. 4. Tik Volgende aan. 5. Tik Voltooien aan. U kunt nu informatie uitwisselen met het andere apparaat. De naam van een Bluetooth-verbinding wijzigen 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Verbindingen > Bluetooth aan. 2. Houd de verbinding aangetikt op de tab Apparaat. 3. Tik in het snelmenu Bewerken aan. 4. Voer een nieuwe naam in voor de verbinding. 5. Tik Opslaan aan. Een Bluetooth-verbinding verwijderen 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Verbindingen > Bluetooth aan. 2. Houd de verbinding aangetikt op de tab Apparaten. 3. Tik Verwijderen aan in het snelmenu.
91
92
Verbinding maken
Gegevens verzenden met Bluetooth
1. Houd op de MDA Vario een item aangetikt dat u wilt verzenden. Dit item kan een afspraak in uw agenda, een taak, een visitekaartje of een bestand zijn. 2. Tik Verzenden [type item] aan. 3. Tik de naam aan van het apparaat waarnaar u het item wilt verzenden. Het item wordt verzonden naar het apparaat dat u hebt geselecteerd. Opmerking Als het apparaat waarnaar u het item wilt verzenden niet in het vak wordt weergegeven, controleert u of het is ingeschakeld en zich dichtbij (binnen 10 meter) de MDA Vario bevindt.
Een Bluetooth-apparaat als modem gebruiken U kunt een telefoon met Bluetooth-mogelijkheden als modem voor de MDA Vario gebruiken. Dat doet u door op de MDA Vario een Bluetooth-modemverbinding tot stand te brengen en vervolgens via Bluetooth gegevens naar een ander apparaat te verzenden. Het apparaat geeft de gegevens door via het netwerk en zendt vervolgens eventuele gegevens die u hebt aangevraagd via de verbinding terug naar de MDA Vario. Nadat u een modemverbinding met de Bluetooth-telefoon tot stand hebt gebracht, kunt u deze verbinding op elk gewenst moment gebruiken om de telefoon als modem te gebruiken. Controleer of de MDA Vario en het doelapparaat zijn ingeschakeld, of Bluetooth is ingeschakeld en of de apparaten zich dichtbij elkaar bevinden. Een Bluetooth-apparaat als modem configureren en gebruiken 1. Tik op de MDA Vario Opstarten > Instellingen > tabblad Verbindingen > Verbindingen aan. 2. Tik Een nieuwe modemverbinding toevoegen aan. 3. Voer een naam in voor de verbinding. 4. Tik in de lijst Kies een modem Bluetooth aan. 5. Tik Volgende aan. 6. Als het apparaat wordt weergegeven in de lijst Mijn verbindingen gaat u verder naar stap 11.
Verbinding maken
7. Als het apparaat niet wordt weergegeven in de lijst Mijn verbindingen, tikt u Nieuw aan en voert u de resterende stappen uit. 8. Selecteer de apparaatnaam in de lijst en tik Volgende aan. 9. Voer een sleutel in en tik Volgende aan. 10. Voer dezelfde sleutel op het apparaat in en tik Voltooien aan. 11. Tik het apparaat aan in de lijst My Connections en tik Volgende aan. 12. Voer het te kiezen telefoonnummer in voor deze verbinding en tik Volgende aan. 13. Voer de vereiste aanmeldingsgegevens in voor deze verbinding en tik Voltooien aan. U kunt deze service gebruiken voor het programma dat de Bluetooth-verbinding gebruikt (zoals Inbox op de MDA Vario) om e-mail te verzenden en te ontvangen, of Internet Explorer om op het web te zoeken.
93
94
Verbinding maken
6.4 Comm Manager gebruiken Met Comm Manager kunt u de Wi-Fi-internetverbindingen en Bluetoothverbindingen op de MDA Vario beheren. Verder kunt u hiermee de functie voor belsignaal/dempen van de telefoon regelen en ActiveSync starten om te synchroniseren (zie hoofdstuk 4 voor uitgebreide informatie). U kunt de energiebesparende modus van het apparaat gebruiken om in de WLAN-netwerkomgeving optimaal gebruik te maken van de batterij, uiteenlopende gegevens bekijken met betrekking tot de huidige configuratie en de signaalkwaliteit, en de netwerkbeveiliging verbeteren. Als u Wi-Fi-functie van Comm Manager op de MDA Vario wilt gebruiken, hebt u toegang tot breedbandinternet nodig en het noodzakelijke toegangspunt of de router die WLAN-signalen afgeeft. Als u geen toegang tot breedbandinternet hebt, raadpleegt u uw ISP voordat u Wi-Fi probeert in te schakelen.
Scherm Comm Manager
Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk 1. Tik Opstarten > Programma’s > Comm Manager aan of tik het pictogram voor Comm Manager ( ) aan in het scherm Vandaag om het scherm Comm Manager te openen. 2. Tik de knop Wi-Fi aan om de draadloze functie in of uit te schakelen. Het pictogram voor Wi-Fi geeft de status van de draadloze verbinding aan.
Verbinding maken
= =
95
: Wi-Fi is ingeschakeld. : Wi-Fi is uitgeschakeld.
3. Tik in het scherm Wireless Manager Instellingen > Wi-Fi-instellingen aan om de vereiste instellingen te configureren. Als de configuratie is voltooid, kunt u met de MDA Vario een verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk. Tip
U kunt ook Opstarten > Instellingen > tabblad Verbindingen > Wireless LAN aantikken om het scherm Instellingen Wireless LAN te openen.
Batterijstroom besparen terwijl u verbonden bent met een Wi-Fi-netwerk Zet de schuifregelaar Stroombespaarmodus op het tabblad Instellingen van het scherm Wireless LAN Settings in een stand voor optimalisatie van de prestaties bij het laagste stroomverbruik.
=
de schuifregelaar bijvoorbeeld naar links (Beste prestaties) voor = Verplaats optimale WLAN-prestaties of naar rechts (Beste accu) voor een maximale gebruiksduur van de batterij.
96
Verbinding maken
De status van Wireless LAN controleren U kunt in de volgende drie schermen van de MDA Vario de huidige status van de draadloze verbinding controleren: Scherm Vandaag. Als u Wi-Fi inschakelt op de MDA Vario, verandert het pictogram voor Comm Manager in de ingeschakelde modus ( ).
=
Wi-Fi is ingeschakeld
Hoofdscherm Wireless LAN. De huidige verbindingsstatus en signaalkwaliteit = worden voor elk specifiek draadloos kanaal weergegeven in het scherm Wireless Manager, met de huidige configuratie.
Verbinding maken
Scherm Draadloze netwerken configureren. Tik Opstarten > Instellingen > = tabblad Verbindingen > Netwerkkaarten aan. In dit scherm worden de draadloze netwerken weergegeven die momenteel beschikbaar zijn en kunt u nieuwe netwerken toevoegen als deze beschikbaar zijn.
Opmerking Wi-Fi-netwerken identificeren zichzelf, wat inhoudt dat een verbinding tussen de telefoon en een Wi-Fi-netwerk zonder extra handelingen tot stand kan worden gebracht. Voor bepaalde gesloten, draadloze netwerken moet echter wel een gebruikersnaam en een wachtwoord worden opgegeven.
97
98
Verbinding maken
6.5 Terminal Services-client gebruiken Met Terminal Services-client kunt u zich aanmelden bij een pc waarop Terminal Services of Remote Desktop wordt uitgevoerd en kunt u alle bronnen gebruiken die beschikbaar zijn op die pc. In plaats van bijvoorbeeld Word Mobile op het apparaat uit te voeren, kunt u de pc-versie van Word uitvoeren en de docbestanden op die pc openen.
Verbinding maken met een Terminal Server 1. Tik op de MDA Vario Opstarten > Programma’s > Terminal Services-client aan. 2. Voer de servernaam in. 3. U kunt ook een servernaam in Recente servers selecteren als u onlangs verbonden bent geweest met een server. 4. Schakel het selectievakje Grootte serverbureaublad aanpassen aan scherm in als u programma’s wilt gebruiken met een formaat dat is aangepast voor gebruik op de MDA Vario. 5. Tik Verbinden aan.
Navigeren binnen Terminal Services-client Wanneer u verbonden bent met een externe server, ziet u soms meerdere horizontale en verticale schuifbalken op het scherm van de MDA Vario. Met deze balken kunt u door de inhoud op de pc schuiven of op het pc-scherm schuiven door middel van het venster van Terminal Services-client. Om er zeker van te zijn dat u over het pc-scherm schuift door middel van Terminal Services-client, gebruikt u de vijf-richtingsknoppen onder aan het venster Terminal Services-client. Als u wilt dat de gegevens beter op het scherm van de MDA Vario passen, schakelt u het selectievakje Grootte serverbureaublad aanpassen aan scherm in. Voor de beste resultaten moeten de programma’s op de pc zijn gemaximaliseerd.
Verbinding maken
De verbinding verbreken zonder een sessie te beëindigen 1. Tik in het scherm Terminal Services-client op de MDA Vario Opstarten > Afsluiten aan. 2. Tik Verbinding verbreken aan. Opmerkingen
= Gebruik niet het menu Opstarten op de MDA Vario. een netwerkbeheerder Terminal Services-client op de MDA Vario = _Als zo heeft geconfigureerd dat opnieuw een verbinding wordt gemaakt met sessies waarmee de verbinding is verbroken, en als eerder de verbinding met een Terminal Server is verbroken zonder dat de sessie is beëindigd, wordt de verbinding met die sessie hersteld door Terminal Services-client.
De verbinding verbreken nadat een sessie is beëindigd 1. Tik in het scherm Terminal Services-client op de MDA Vario Opstarten > Afsluiten aan. 2. Tik Afmelden aan.
99
100
Verbinding maken
Hoofdstuk 7 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8
E-mail- en SMS-berichten EmailWiz gebruiken MMS-berichten Pocket MSN Messenger Agenda Contactpersonen Taken Notities
!�T§==Mobile===
102
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
7.1 E-mail- en SMS-berichten In Berichten bevinden zich al uw e-mailaccounts en uw SMS-account. U kunt Outlook-e-mail, internet-e-mail via een internetprovider en SMS-berichten verzenden en ontvangen. U kunt ook toegang tot e-mail van uw werk krijgen via een VPN-verbinding. Raadpleeg de Help-informatie op het apparaat voor meer informatie over e-mail- en SMS-berichten. Een e-mailaccount instellen Voordat u berichten kunt verzenden en ontvangen, moet u een e-mailaccount bij een internetprovider of een account voor een verbinding met een VPN-server (gewoonlijk een werkaccount) instellen. 1. Tik Opstarten > Berichten > Berichten aan. 2. Tik Menu > Extra > Nieuwe account aan. 3. Voer uw e-mailadres in en tik Volgende aan. Met Autoconfiguratie wordt geprobeerd de benodigde e-mailserverinstellingen te downloaden, zodat u deze niet handmatig hoeft in te voeren. 4. Nadat Autoconfiguratie is voltooid, tikt u Volgende aan. 5. Voer uw naam (de naam die moet worden weergegeven wanneer u e-mail verzendt), uw gebruikersnaam en wachtwoord in en tik Volgende aan. Schakel het selectievakje Wachtwoord opslaan in als u het wachtwoord wilt opslaan, zodat u het niet opnieuw hoeft in te voeren. Als Autoconfiguratie is geslaagd, worden de velden Uw naam en Gebruikersnaam automatisch ingevuld. Tik Volgende aan en vervolgens Voltooien om het instellen van uw account te voltooien, of tik Opties aan voor meer instellingen. Bijvoorbeeld:
= Het interval voor het downloaden van nieuwe berichten wijzigen. aantal berichten beperken dat wordt gedownload en de = Het verificatiemethode voor uitgaande berichten instellen. = Bijlagen of delen van berichten downloaden.
Als Autoconfiguratie niet is geslaagd of als u een account hebt voor een verbinding met een VPN-server, neemt u contact op met uw internetprovider of netwerkbeheerder voor de volgende gegevens en voert u deze handmatig in:
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 103
Instelling Gebruikersnaam
Wachtwoord
Domein Accounttype Accountnaam Server voor inkomende e-mail Server voor uitgaande e-mail SSL-verb. vereist
Voor uitgaande e-mail is verificatie vereist Aparte instellingen gebruiken
Beschrijving Voer de gebruikersnaam in die u van uw internetprovider of netwerkbeheerder hebt gekregen. Dit is vaak het eerste deel van uw e-mailadres (het gedeelte voor het teken @). Kies een sterk wachtwoord. U kunt het wachtwoord opslaan, zodat u het niet steeds hoeft in te voeren wanneer u verbinding maakt met uw e-mailserver. Dit is niet vereist voor een account bij een internetprovider, maar mogelijk wel voor een werkaccount. Selecteer POP3 of IMAP4. Voer een unieke naam in voor de account, bijvoorbeeld Werk of Thuis. Deze naam kan later niet worden gewijzigd. Voer de naam in van uw e-mailserver (POP3 of IMAP4).
Voer de naam in van uw server voor uitgaande e-mail (SMTP).
Selecteer deze optie om er zeker van te zijn dat u e-mail voor deze account altijd verzendt via een SSL-verbinding. Zo kunt u persoonlijke gegevens veiliger verzenden. Let erop dat als u deze optie selecteert en uw internetprovider geen SSL-verbinding ondersteunt, u geen e-mail kunt verzenden. Selecteer deze optie als uw server voor uitgaande e-mail (SMTP) verificatie vereist. Hiervoor worden de gebruikernaam en het wachtwoord gebruikt die u hierboven hebt ingevoerd.
Selecteer deze optie als voor uw server voor uitgaande e-mail een andere gebruikersnaam en een ander wachtwoord zijn vereist dan u hierboven hebt ingevoerd.
104
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
Instellingen voor uitgaande server: Gebruikersnaam Voer uw gebruikersnaam in voor de server voor uitgaande e-mail. Wachtwoord Voer uw wachtwoord in voor de server voor uitgaande e-mail. Domein Voer het domein in van de server voor uitgaande e-mail. SSL vereisen Selecteer deze optie om er zeker van te zijn dat u e-mail voor voor uitgaande deze account altijd verzendt via een SSL-verbinding. Zo kunt e-mail u persoonlijke gegevens veiliger verzenden. Let erop dat als u deze optie selecteert en uw internetprovider geen SSLverbinding ondersteunt, u geen e-mail kunt verzenden. Tip
U kunt meerdere e-mailaccounts instellen naast uw e-mailaccount van Outlook.
Een bericht opstellen en verzenden 1. Tik in de berichtenlijst Menu > Accounts wisselen aan en selecteer een account. 2. Tik Nieuw aan. 3. Typ het e-mailadres of het SMS-adres van een of meer geadresseerden en gebruik een puntkomma als scheidingsteken. Als u toegang tot adressen en telefoonnummers wilt vanuit Contactpersonen, tikt u Aan aan. 4. Voer uw bericht in. Als u snel algemene berichten wilt toevoegen, tikt u Menu > Mijn tekst aan en tikt u het gewenste bericht aan. 5. Als u de spelling wilt controleren, tikt u Menu > Spelling controleren aan. 6. Tik Verzenden aan. Tips
= Als u symbolen wilt invoeren, tikt u Shift aan op het schermtoetsenbord. = Als u de prioriteit wilt instellen, tikt u Menu > Berichtopties aan. u offline werkt, worden e-mailberichten naar de map Outbox verplaatst en = Als verzonden wanneer u verbinding maakt. = Als u een SMS-bericht verzendt en wilt weten of het is ontvangen, tikt u voordat u het bericht verzendt Menu > Extra > Opties aan. Tik Tekst aan en schakel het selectievakje Bezorgbevestiging van bericht vragen in.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 105
Een bericht beantwoorden of doorsturen 1. Open het bericht en tik Beantwoorden of Menu > Allen beantwoorden of Menu > Doorsturen aan. 2. Voer uw antwoord in. Als u snel algemene berichten wilt toevoegen, tikt u Menu > Mijn tekst aan en tikt u het gewenste bericht aan. 3. Als u de spelling wilt controleren, tikt u Menu > Spelling controleren aan. 4. Tik Verzenden aan. Tips
= Schuif naar boven als u meer berichtkopgegevens wilt zien. u altijd het oorspronkelijke bericht wilt opnemen, tikt u in de lijstweergave = _Als Menu > Extra > Opties > tabblad Bericht aan en schakelt u het selectievakje Oorspronkelijke bericht in antwoord bijvoegen in. de Outlook-e-mailaccount verzendt u minder gegevens als u = _Met het oorspronkelijke bericht niet bewerkt. Dit kan de kosten voor gegevensoverdracht verlagen, afhankelijk van uw abonnement.
Een bijlage aan een bericht toevoegen 1. Tik in een geopend bericht Menu > Invoegen aan en tik het item aan dat u wilt koppelen: Afbeelding, Spraaknotitie of Bestand. 2. Selecteer het bestand dat u wilt toevoegen of neem een spraaknotitie op. Bijlagen ontvangen Een bijlage die met een e-mailbericht is verzonden of vanaf de server is gedownload, wordt weergegeven onder het onderwerp van het bericht. Als u de bijlage aantikt, wordt de bijlage geopend als deze volledig is gedownload, of gemarkeerd om te worden gedownload wanneer u de volgende keer e-mail verzendt en ontvangt. Als u een Exchange Server-e-mailaccount hebt, kunt u bijlagen ook automatisch met uw berichten downloaden. Als u een Outlook-e-mailaccount hebt, gaat u als volgt te werk: 1. Tik Opstarten > Programma’s > ActiveSync aan. 2. Tik Menu > Options aan. 3. Tik E-mail > Settings aan en selecteer vervolgens Include File Attachments.
106
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
Als u een IMAP4-e-mailaccount hebt bij een internetprovider of een account voor een verbinding met een VPN-server (gewoonlijk een werkaccount), gaat u als volgt te werk: 1. Tik Opstarten > Berichten > Berichten aan. 2. Tik Menu > Extra > Opties aan. 3. Tik de naam van de IMAP4-account aan. 4. Tik Volgende aan totdat u Serverinformatie bereikt en tik Opties aan. 5. Tik Volgende twee keer aan en selecteer Volledige kopieën van berichten downloaden en Bijlagen ophalen bij het ophalen van volledig bericht. Tip
Als u bijlagen liever op een geheugenkaart opslaat dan op het apparaat, tikt u Menu > Extra > Opties > tabblad Opslag aan en schakelt u het selectievakje Bijlagen opslaanop opslagkaart in.
Berichten downloaden De manier waarop u berichten downloadt, is afhankelijk van het type account dat u hebt:
u e-mail wilt verzenden en ontvangen voor een Outlook-e-mailaccount, = Als begint u de synchronisatie via ActiveSync. Zie Outlook-gegevens synchroniseren in hoofdstuk 4 voor meer informatie.
u e-mailberichten wilt verzenden en ontvangen voor een e-mailaccount bij = Als een internetprovider (ISP, Internet Service Provider) of een account voor een verbinding met een VPN-server (gewoonlijk een werkaccount), downloadt u berichten via een externe e-mailserver. Zie Berichten downloaden vanaf de server verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie.
ontvangt u automatisch wanneer de telefoon is ingeschakeld. = SMS-berichten Wanneer de telefoon is uitgeschakeld (in de vliegtuigmodus), worden berichten door de serviceprovider bewaard totdat u de telefoon inschakelt.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 107
Berichten downloaden vanaf de server Als u e-mailberichten wilt verzenden en ontvangen voor een e-mailaccount bij een internetprovider of voor een account voor een verbinding met een VPN-server (gewoonlijk een werkaccount), moet u eerst verbinding maken met internet of met het bedrijfsnetwerk (afhankelijk van de account). 1. Tik Menu > Accounts wisselen aan en tik de account aan die u wilt gebruiken. 2. Tik Menu > Verzenden/ontvangen aan. De berichten op de MDA Vario en op de e-mailserver worden gesynchroniseerd: nieuwe berichten worden gedownload naar de map Inbox op het apparaat, berichten in de map Outbox van het apparaat worden verzonden en berichten die van de server zijn verwijderd worden uit de map Inbox van het apparaat verwijderd. Tip
Als u het hele bericht wilt lezen, tikt u in het berichtvenster Menu > Bericht downloaden aan. Als de berichtenlijst wordt weergegeven, houdt u het bericht aangetikt en tikt u Menu > Bericht downloaden aan. Het bericht wordt gedownload wanneer u de volgende keer e-mail verzendt en ontvangt. Berichtbijlagen worden ook gedownload als u die opties hebt geselecteerd bij het instellen van de e-mailaccount.
Mappen beheren Elke Berichten-account heeft een eigen mappenhiërarchie met vijf standaardmappen: Postvak IN, Postvak UIT, Verwijderde items, Concepten en Verzonden items. De berichten die u met de account verzendt en ontvangt, worden opgeslagen in deze mappen. U kunt binnen elke hiërarchie ook extra mappen maken. De map Verwijderde items bevat berichten die van het apparaat zijn verwijderd. Het gedrag van de mappen Verwijderde items en Verzonden items is afhankelijk van de Berichtopties die u hebt gekozen. Als u een Outlook-e-mailaccount gebruikt, worden e-mailberichten in de map Postvak IN van Outlook automatisch gesynchroniseerd met de MDA Vario.
108
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
U kunt aangeven dat u ook andere mappen wilt synchroniseren. De mappen die u maakt en de berichten die u verplaatst worden gespiegeld op de emailserver. Als u bijvoorbeeld twee berichten vanuit de map Postvak IN naar een map met de naam Familie verplaatst en hebt opgegeven dat u de map Familie wilt synchroniseren, maakt de server een kopie van de map Familie en kopieert de berichten naar die map. U kunt de berichten dan lezen wanneer u niet bij uw pc bent. Als u een SMS-account gebruikt, worden berichten opgeslagen in de map Inbox. Als u een POP3-account gebruikt en e-mailberichten verplaatst naar een map die u hebt gemaakt, wordt de koppeling verbroken tussen de berichten op het toestel en de kopieën ervan op de e-mailserver. Wanneer u de volgende keer verbinding maakt, ontdekt de e-mailserver dat de berichten ontbreken in de map Postvak IN op het apparaat en worden deze van de e-mailserver verwijderd. Zo voorkomt u dubbele kopieën van een bericht, maar het betekent ook dat u geen toegang meer hebt tot berichten die u verplaatst naar mappen die u niet op het apparaat hebt gemaakt. Als u een IMAP4-account gebruikt, worden de mappen die u maakt en de e-mailberichten die u verplaatst, gespiegeld op de e-mailserver. U hebt daardoor altijd toegang tot de berichten wanneer u verbinding maakt met uw e-mailserver, zowel vanaf de MDA Vario als vanaf een pc. Mappen worden gesynchroniseerd als u verbinding maakt met de e-mailserver en als u nieuwe mappen maakt, mappen verwijdert of mappen een andere naam geeft wanneer u verbonden bent. U kunt ook voor elke map verschillende downloadopties instellen.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 109
7.2 EmailWiz gebruiken Voordat u e-mailberichten kunt verzenden of ontvangen, moet u een e-mailaccount instellen op het apparaat. Met EmailWiz kunt u heel eenvoudig een account instellen. Met dit hulpprogramma kunt u e-mailberichten ophalen van de meeste e-mailproviders wereldwijd. Een e-mailaccount instellen 1. Tik Opstarten > Berichten > EmailWiz aan. 2. Het welkomstscherm wordt weergegeven. Tik Volgende aan. 3. Voer uw e-mailadres in en tik Volgende aan om door te gaan.
110
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
4. Typ in de volgende velden de naam van uw e-mailserviceprovider, het adres voor inkomende berichten, uw gebruikersnaam, wachtwoord en gegevens over het servertype. Tik Volgende aan om door te gaan.
5. Geef in de verplichte velden het adres voor uitgaande berichten en de gegevens over verificatieservices op. Tik Volgende aan om door te gaan.
6. Tik Gereed aan om de instelprocedure te voltooien en de wizard af te sluiten. Nu kunt u uw e-mailberichten openen door Berichten aan te tikken in het scherm Vandaag.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 111
7.3 MMS-berichten Met de MDA Vario kunt u eenvoudig MMS-berichten maken en delen met vrienden en familie. Terwijl u een nieuw MMS-bericht opstelt, kunt u zelfs met de camera van het apparaat foto’s maken en videoclips opnemen en deze samen met het bericht verzenden.
MMS instellen Voordat u MMS kunt gebruiken, moet u de vereiste instellingen configureren op de MDA Vario. Toegang krijgen tot MMS Tik Opstarten > Berichten > Berichten aan.
=
Opmerkingen
kunt een MMS-bericht ook rechtstreeks verzenden vanuit de = Uprogramma’s Afbeeldingen en video’s en Camera. Voer een van de volgende handelingen uit: een afbeelding in Mijn afbeeldingen en tik Menu > = _Selecteer Verzenden aan. Tik in Selecteer een account MMS aan. een foto of neem een MMS-videoclip op met de camera en tik = _Maak Verzenden aan. Tik in Selecteer een account MMS aan.
112
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
Een MMS-account instellen 1. Als u de standaard-MMS-account wilt instellen, tikt u Opstarten > Berichten > Berichten aan. 2. Tik Menu > Accounts wisselen > MMS aan.
MMS-berichten beheren Nadat u de vereiste instellingen hebt geconfigureerd, kunt u beginnen met het opstellen en beheren van MMS-berichten. Een MMS-bericht opstellen U kunt MMS-berichten samenstellen met meerdere dia’s, waarbij elke dia kan bestaan uit een foto, een geluidsfragment of videoclip en/of tekst. 1. Tik Opstarten > Berichten > Berichten aan. 2. Tik Nieuw aan en selecteer vervolgens New Flix Message of New Pix Message. U kunt bijvoorbeeld New Pix Message selecteren om een MMSbericht met foto’s te versturen. 3. Voer bij Aan het telefoonnummer of het e-mailadres van de ontvanger in of tik Aan, Cc of Bcc aan om een telefoonnummer of e-mailadres van een contactpersoon te kiezen.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 113
4. Voer een onderwerp voor het bericht in. ) aan om een foto of videoclip te 5. Tik het pictogram voor invoegen ( selecteren en verzenden. Standaard wordt de map Mijn afbeeldingen geopend. Als u naar een andere map met afbeeldingen of video’s wilt gaan, tikt u de pijl omlaag ( ) aan die overeenkomt met de map Mijn afbeeldingen. 6. Selecteer een foto of videoclip. Als deze is geselecteerd, kunt u:
= aantikken om deze weer te geven. = aantikken om deze in te voegen in het MMS-bericht dat u opstelt. = aantikken om deze te wissen. miniatuur aangetikt houden om een snelmenu weer te geven met de = Devolgende opties: Bestandsinfo en Verwijderen. Selecteer Bestandsinfo om de bestandsgegevens van de foto of videoclip weer te geven. Selecteer Verwijderen om de geselecteerde foto of videoclip te verwijderen. 7. Tik op de desbetreffende gebieden om tekst in te voeren of geluidsfragmenten in te voegen. 8. Tik Verzenden aan om het bericht te verzenden. Opmerking De volgende pictogrammen zijn snelkoppelingen naar een aantal bewerkingen in het MMS-scherm:
= Tik
aan om een voorbeeld van het bericht weer te geven
= Tik
aan om naar de vorige dia te gaan
= Tik
aan om naar de volgende dia te gaan
114
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
Een MMS-bericht maken op basis van een sjabloon Tik Bewerken > Nieuw uit Sjabloon aan om een bericht op te stellen op basis van een vooraf gedefinieerde sjabloon.
=
Opmerking Als u een bericht wilt opslaan als een sjabloon, opent u het bericht en tikt u Bewerken > Bewaar als Sjabloon aan.
Vooraf gedefinieerde tekst toevoegen aan een MMS-bericht U kunt tekst uit een lijst met vooraf gedefinieerde woorden of zinnen, zogenaamde tekstblokken, toevoegen aan een dia.
= Tik aan als u tekst wilt toevoegen uit de lijst met Tekstblokken. u een zin in deze lijst wilt bewerken of verwijderen, houdt u de tekst = Als aangetikt en tikt u Bewerken of Verwijderen aan in het snelmenu. Als u een nieuwe tekst wilt maken en aan de lijst wilt toevoegen, tikt u Nieuw aan
Een geluidsfragment toevoegen aan een MMS-bericht U kunt geluidsfragmenten toevoegen aan een MMS-bericht. U kunt slechts één geluidsfragment per dia toevoegen.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 115
1. Tik Hierop drukken om een audioclip in te voeren aan. Standaard wordt de map My sounds geopend. Als u naar een andere map met afbeeldingen of video’s wilt gaan, tikt u de pijl omlaag ( ) aan die hoort bij de map My sounds. 2. Selecteer een geluidsbestand. Als u een bestand hebt geselecteerd, kunt u:
= aantikken om het geluidsfragment af te spelen. = aantikken om te pauzeren. = aantikken om te stoppen. = aantikken om het fragment in te voegen in het MMS-bericht dat u opstelt. = aantikken om het fragment te wissen. u een nieuw geluidsfragment wilt opnemen en aan het MMS-bericht = Als aan. De opnamemodus wordt geactiveerd wilt toevoegen, tikt u voor een nieuw geluidsfragment. Tik aan om de opname te starten en om de opname te stoppen. Het nieuwe geluidsfragment wordt automatisch ingevoegd in het MMS-bericht. Een MMS-bericht beantwoorden
Menu > Beantwoorden aan als u een antwoord wilt verzenden naar de afzender = Tik van het bericht of tik Menu > Allen beantwoorden aan als u een antwoord wilt verzenden naar alle personen in de velden Aan, Cc en Bcc van het bericht. Een MMS-bericht weergeven U kunt MMS-berichten op verschillende manieren weergeven.
= Gebruik de volgende besturingselementen voor afspelen: , en . Objecten aan om een lijst weer te geven met bestanden die in het bericht = Tik zijn opgenomen. Als u een bestand wilt opslaan, selecteert u het en tikt u =
Extra > Opslaan aan.
Schuif met de NAVIGATIETOETS door het bericht om de dia’s handmatig weer te geven.
116
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
Een MMS-bericht beantwoorden Tik Opties > Achtergrond aan om een achtergrondkleur te kiezen in de lijst.
= Opties > Tekst hierboven aan om de opgenomen tekst boven aan het = Tik bericht te plaatsen. Opties > Tekst hieronder aan om de opgenomen tekst onder aan het = Tik bericht te plaatsen. Opties > Berichtopties aan om de verzendtijd, geldigheid, prioriteit, = Tik klasse en andere instellingen voor een bericht te configureren en beheren. MMS-instellingen wijzigen
U kunt opties instellen om berichten bij te houden, berichten onmiddellijk te ontvangen, berichten te accepteren of te negeren en een ontvangst- of leesbevestiging te vragen. U kunt ook een resolutie opgeven voor afbeeldingen die u verzendt, het aantal bezorgpogingen opgeven en een server instellen voor toegang tot berichten. MMS-instellingen configureren 1. Tik Opstarten > Berichten > Berichten aan.
2. Tik Menu > MMS configuratie aan. 3. Selecteer een van de volgende opties:
onmiddellijk ophalen. Schakel dit selectievakje in als u = Berichten nieuwe berichten automatisch wilt downloaden zonder eerst een
= = =
melding te ontvangen. (Wanneer u verbinding maakt met een netwerk, ontvangt u gewoonlijk een melding wanneer u een nieuw bericht ontvangt.) U kunt ook aangeven dat u alleen berichten wilt downloaden wanneer u zich in uw thuisnetwerk bevindt. Verzonden berichten opslaan. Schakel dit selectievakje in als u een kopie wilt opslaan van berichten die u verzendt. Alle berichten weigeren. Schakel dit selectievakje in als u geen inkomende MMS-berichten wilt downloaden. Bezorgingsrapport toestaan en Gelezen rapport toestaan. Schakel deze selectievakjes in als u ontvangst- en leesbevestigingen wilt verzenden en ontvangen.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 117
gebruiken met deze account. Als u dit selectievakje = Handtekening inschakelt, kunt u een persoonlijke handtekening opnemen in MMSberichten. U kunt uw handtekening bewerken in het veld Handtekening.
= Selecteer in deze lijst een waarde voor de resolutie van = Fotoresolutie. afbeeldingen die u verzendt. Als u de oorspronkelijke resolutie verlaagt,
Pogingen voordat het opgeeft. Selecteer in deze lijst een waarde voor het aantal keren dat moet worden geprobeerd een bericht te verzenden.
worden berichten sneller verzonden en ontvangen.
Op dit tabblad kunt u een nieuwe server maken of een = Servers. bestaande server selecteren om berichten op te slaan en te beheren. U kunt ook een server als standaardserver instellen door Als standaard instellen aan te tikken.
118
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
7.4 Pocket MSN Messenger Met MSN Messenger beschikt u ook op de MDA Vario over de mogelijkheden van MSN Messenger. Met Pocket MSN Messenger kunt u het volgende doen:
= U kunt expresberichten verzenden en ontvangen. = U kunt zien welke contactpersonen online of offline zijn. kunt zich abonneren op actuele statusinformatie voor bepaalde = Ucontactpersonen zodat u weet wanneer deze online komen. kunt voorkomen dat contactpersonen uw status kunnen zien of u berichten = Ukunnen sturen. U kunt MSN Messenger alleen gebruiken als de MDA Vario is verbonden met internet. Zie Verbinding maken met internet in hoofdstuk 6 voor informatie over het instellen van een internetverbinding. Opmerking Om MSN Messenger te kunnen gebruiken moet u beschikken over een Microsoft .NET Passport- of Hotmail-account. Als u een e-mailadres hebt dat Hotmail.com of MSN.com bevat, beschikt u al over een Passport. Ga naar http://www.passport.com om een Passport-account in te stellen. Ga naar http://www.hotmail.com om een Hotmail-account in te stellen.
MSN Messenger starten 1. Tik Opstarten > Programma’s > Pocket MSN aan. 2. Tik MSN Messenger aan. Aanmelden of afmelden Tik het scherm van MSN Messenger aan om u aan te melden. Voer het e-mailadres en wachtwoord voor uw Passport- of Hotmail-account in en tik Aanmelden aan. Afhankelijk van de snelheid van uw verbinding kan het aanmelden enkele minuten duren.
=
= Tik Menu > Afmelden aan om u af te melden. Uw status verandert dan in Off line. Contactpersonen toevoegen of verwijderen Als u een contactpersoon wilt toevoegen, tikt u Menu > Contactpersoon toevoegen aan en volgt u de instructies op het scherm.
=
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 119
u een contactpersoon wilt verwijderen, houdt u de naam van die = Als contactpersoon aangetikt, en tikt u Contactpersoon verwijderen aan. Een expresbericht verzenden 1. Tik de naam aan van de contactpersoon aan wie u een bericht wilt verzenden. 2. Voer in het tekstgedeelte onder aan het scherm het bericht in en tik Verzenden aan. Tip
Als u snel algemene tekst wilt invoeren, tikt u Menu > Mijn tekst aan en selecteert u tekst in de lijst.
Contactpersonen blokkeren of deblokkeren Als u wilt voorkomen dat een contactpersoon uw status kan zien of u berichten kan sturen, houdt u de contactpersoon aangetikt en tikt u vervolgens Blokkeren aan in het snelmenu.
=
u een contactpersoon wilt deblokkeren, houdt u de geblokkeerde = Als contactpersoon aangetikt en tikt u vervolgens Deblokkeren aan in het snelmenu. Uw eigen Messenger-status controleren Houd uw eigen naam boven aan de pagina aangetikt. In de weergegeven lijst wordt uw huidige status aangegeven met een opsommingsteken.
=
De weergavenaam wijzigen 1. Tik Menu > Opties > tabblad Messenger aan. 2. Voer de naam in die u voor anderen wilt weergeven in MSN Messenger. Meer hulp bij MSN Messenger Tik in MSN Messenger Start > Help aan.
=
120
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
7.5 Agenda Met Agenda kunt u afspraken plannen, zoals vergaderingen en andere gebeurtenissen. Uw afspraken voor vandaag kunt u weergeven in het scherm Vandaag. Als u op de pc Outlook gebruikt, kunt u afspraken synchroniseren tussen de MDA Vario en de pc. U kunt in Agenda ook instellen dat u aan een afspraak wordt herinnerd met bijvoorbeeld een geluid of een knipperend lampje. U kunt afspraken op verschillende manieren weergeven (dag-, week-, maand-, jaar- of agendaweergave). Tik op een afspraak om gedetailleerde gegevens over de afspraak weer te geven. Een afspraak plannen 1. Tik Opstarten > Agenda > Agenda aan. 2. Tik Menu > Nieuwe afspraak aan. 3. Voer een naam in voor de afspraak, plus gegevens zoals de begin- en eindtijd. 4. Als u een afspraak wilt plannen die de hele dag duurt, tikt u Ja aan in het vak De hele dag. 5. Als u klaar bent, tikt u OK aan om terug te keren naar de agenda. Opmerkingen
die voor een hele dag gelden, nemen geen tijdblokken = Gebeurtenissen in beslag in Agenda, maar worden weergegeven in horizontale balken boven aan de agenda. u een afspraak wilt annuleren, tikt u de afspraak aan en tikt = Als u vervolgens Menu > Verwijderen aan.
Tip
Als u wilt dat de tijd automatisch wordt ingevoerd in de dagweergave, tikt u het tijdvak voor de nieuwe afspraak aan en tikt u Menu > Nieuwe afspraak. aan.
Een vergaderverzoek verzenden Met Agenda kunt via e-mail vergaderingen plannen met contactpersonen die Outlook of Outlook Mobile gebruiken. 1. Tik Opstarten > Agenda > Agenda aan. 2. Plan een nieuwe afspraak of open een bestaande afspraak en tik Bewerken aan. 3. Tik Genodigden aan
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 121
4. Typ de naam van de contactpersoon die u wilt uitnodigen. 5. Tik voor elke volgende genodigde Toevoegen en vervolgens de naam aan. 6. Tik OK aan. 7. Het vergaderverzoek wordt de volgende keer dat u de MDA Vario met de pc synchroniseert, naar de genodigden verzonden. Opmerking Wanneer genodigden uw vergaderverzoek accepteren, wordt de vergadering automatisch aan hun planningen toegevoegd. Wanneer hun antwoord naar u wordt verzonden, wordt uw agenda ook bijgewerkt.
Een standaardherinnering instellen voor alle nieuwe afspraken U kunt automatisch een herinnering inschakelen voor alle nieuwe afspraken die u plant. 1. Tik Opstarten > Agenda > Agenda aan. 2. Tik Menu > Opties > tabblad Afspraken aan. 3. Schakel het selectievakje Herinneringen instellen voor nieuwe items in. 4. Stel de tijd in waarop u gewaarschuwd wilt worden. 5. Tik OK aan om terug te keren naar de agenda.
122
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
7.6 Contactpersonen De functie Contactpersonen is uw adresboek en het gebied waar u gegevens opslaat over personen en bedrijven waarmee u communiceert. U slaat hier telefoonnummers, e-mailadressen, privé-adressen en andere gegevens op die betrekking hebben op een contactpersoon, zoals een verjaardag of een speciale datum. U kunt ook een afbeelding of een beltoon toewijzen aan een contactpersoon. Vanuit de lijst met contactpersonen kunt u snel met mensen communiceren. Tik op een contactpersoon in de lijst voor een overzicht van de gegevens van de contactpersoon. Van daaruit kunt u bellen of een bericht verzenden. Als u op de pc Outlook gebruikt, kunt u contactpersonen synchroniseren tussen de MDA Vario en de pc. Een contactpersoon maken 1. Tik Opstarten > Contactpersonen > Contactpersonen aan. 2. Tik Nieuw aan en voer de gegevens van de contactpersoon in. 3. Wanneer u klaar bent, tikt u OK aan. Tips
iemand die niet voorkomt in uw lijst met contactpersonen, u belt of een = _Als bericht stuurt, kunt u een contactpersoon maken vanuit de belgeschiedenis of vanuit het bericht door Menu > Opsl. in Contactpersonen aan te tikken. lijst met gegevens van contactpersonen ziet u waar u een afbeelding of = _Ineendebeltoon aan een contactpersoon kunt toewijzen.
Gegevens van een contactpersoon wijzigen 1. Tik Opstarten > Contactpersonen > Contactpersonen aan. 2. Tik de contactpersoon aan. 3. Tik Menu > Bewerken aan en voer de wijzigingen in. 4. Wanneer u klaar bent, tikt u OK aan.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 123
Werken met de lijst met contactpersonen U kunt de lijst met contactpersonen op verschillende manieren gebruiken en aanpassen. Hier volgen enkele tips: 1. Tik Opstarten > Contactpersonen > Contactpersonen aan 2. Ga in de lijst met contactpersonen op een van de volgende manieren te werk:
naamweergave kunt u een contactpersoon zoeken door een naam = Inof denummer in te voeren, of door de alfabetische index te gebruiken. Als u wilt overschakelen naar de naamweergave, tikt u Menu > Weergeven op > Naam aan.
u een overzicht wilt weergeven van de gegevens van een = Als contactpersoon, tikt u de contactpersoon aan. Van daaruit kunt u de contactpersoon ook bellen of een bericht verzenden.
u een lijst wilt weergeven met de beschikbare acties voor een = Als contactpersoon, houdt u de contactpersoon aangetikt. u een lijst wilt weergeven van contactpersonen bij een bepaald bedrijf, tikt = Als u Menu > Weergeven op > Bedrijf aan. Tik vervolgens de bedrijfsnaam aan. Een SIM-contactpersoon naar Contactpersonen kopiëren Als u contactpersonen op de SIM-kaart hebt opgeslagen, kunt u deze naar Contactpersonen op de MDA Vario kopiëren. 1. Tik Start > Contactpersonen > SIM Manager aan. 2. Selecteer het gewenste item en tik Extra > Opsl. in Contactpersonen aan. Een contactpersoon zoeken Er zijn verschillende manieren om een contactpersoon te zoeken wanneer de lijst erg lang is. 1. Tik Opstarten > Contactpersonen > Contactpersonen aan. 2. Als de naamweergave niet is geopend, tikt u Menu > Weergeven op > Naam aan.
124
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
3. Voer een van de volgende handelingen uit:
met het invoeren van een naam of telefoonnummer in het tekstvak, = Begin totdat de gewenste contactpersoon wordt weergegeven. Als u alle contactpersonen wilt weergegeven, tikt u het tekstvak aan en wist u de tekst of tikt u de pijl rechts van het tekstvak aan.
= Gebruik de alfabetische index boven aan de lijst met contactpersonen. de lijst op categorieën. Tik in de lijst met contactpersonen = Filter Menu > Filter aan. Tik vervolgens een categorie aan die u aan een contactpersoon hebt toegewezen. Als u alle contactpersonen wilt weergeven, selecteert u Alle contactpersonen.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 125
7.7 Taken Met de functie Taken kunt u dingen bijhouden die u nog moet doen. Een taak kan één keer voorkomen of herhaaldelijk terugkeren. U kunt herinneringen voor taken instellen en taken indelen in categorieën. Uw taken worden weergegeven in een takenlijst. Achterstallige taken worden rood weergegeven. Een taak maken 1. Tik Opstarten > Agenda > Taken aan. 2. Tik Nieuw aan, voer een onderwerp voor de taak in en vul gegevens zoals begin- en eindtijd en prioriteit in. 3. Wanneer u klaar bent, tikt u OK aan. Tip
U kunt eenvoudig een korte taak toevoegen. Tik het vak Tik hier voor nieuwe taak aan, voer een onderwerp in en druk op ENTER. Als het invoervak voor taken niet beschikbaar is, tikt u Menu > Opties aan en schakelt u het selectievakje Invoerbalk Taken weergeven in.
De prioriteit van een taak wijzigen Voordat u taken op prioriteit kunt sorteren, moet u voor elke taak een prioriteit opgeven. 1. Tik Opstarten > Agenda > Taken aan. 2. Tik de taak aan waarvan u de prioriteit wilt wijzigen. 3. Tik Bewerken aan en tik in het vak Prioriteit een prioriteit aan. 4. Tik OK aan om terug te keren naar de takenlijst. Opmerking Standaard wordt aan alle nieuwe taken de prioriteit Normaal toegewezen.
Een standaardherinnering instellen voor alle nieuwe taken U kunt automatisch een herinnering inschakelen voor alle nieuwe taken die u maakt. 1. Tik Opstarten > Agenda > Taken aan. 2. Tik Menu > Opties aan.
126
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
3. Schakel het selectievakje Herinneringen instellen voor nieuwe items in. 4. Tik OK aan om terug te keren naar de takenlijst. Opmerking Voor de nieuwe taken moeten einddatums zijn ingesteld als u herinneringen wilt laten weergeven.
Begin- en einddatums weergeven in de takenlijst 1. Tik Opstarten > Agenda > Taken aan. 2. Tik Menu > Opties aan. 3. Schakel het selectievakje Begindatum en einddatum weergeven in. 4. Tik OK aan. Een taak zoeken Wanneer de lijst met taken lang is, kunt u een subset van de taken weergeven of de lijst sorteren om snel een bepaalde taak te zoeken. 1. Tik Opstarten > Agenda > Taken aan. 2. Ga in de takenlijst op een van de volgende manieren te werk:
= Sorteer de lijst. Tik Menu > Sorteren op aan en tik een sorteeroptie aan. de lijst op categorie. Tik Menu > Filter aan en tik de categorie aan = Filter die u wilt weergeven.
Tip
Als u de taken verder wilt filteren, tikt u Menu > Filter > Actieve taken of Voltooide taken aan.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 127
7.8 Notities In Notities kunt u snel ideeën, vragen, herinneringen, lijsten met actiepunten en notulen van vergaderingen vastleggen. U kunt handgeschreven en getypte notities maken, spraaknotities opnemen, handgeschreven notities naar tekst converteren en notities naar anderen verzenden.
Gegevens invoeren in Notities Er zijn verschillende manieren om gegevens in te voeren in een notitie. U kunt getypte tekst invoeren met het toetsenbord op het scherm of handgeschreven tekst invoeren met software voor handschriftherkenning. U kunt ook met de pen rechtstreeks op het scherm schrijven of tekenen. Op apparaten met een opnamefunctie kunt u een zelfstandige opname maken of een opname insluiten in een notitie. De standaardinvoermethode voor Notities instellen Als u regelmatig tekeningen toevoegt aan uw notities, kan het handig zijn om Schrijven in te stellen als de standaardinvoermethode. Als u de tekst liever typt, selecteert u Invoeren. 1. Tik Opstarten > Agenda > Notities aan. 2. Tik in de lijst met notities Menu > Opties aan. 3. Tik in het vak Standaardmodus een van de volgende opties aan:
= Schrijven als u wilt tekenen of handgeschreven tekst wilt invoeren in een notitie. = Invoeren als u een getypte notitie wilt maken.
4. Tik OK aan. Een notitie maken 1. Tik Opstarten > Agenda > Notities aan. Tik in de lijst met notities Nieuw aan. 2. Tik de pijl Input Selector naast het pictogram Invoermethode op de menubalk aan, tik de gewenste invoermethode aan en voer de tekst in. 3. Als de pijl Input Selector niet wordt weergegeven, tikt u het pictogram Invoermethode aan. 4. Als u klaar bent, tikt u OK aan om terug te keren naar de lijst met notities.
128
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
Hoofdstuk 8 Werken met multimedia
8.1 8.2 8.3 8.4
De camera gebruiken Afbeeldingen en video’s gebruiken Windows Media Player gebruiken Speler voor Streaming Video gebruiken
!�T§==Mobile===
130
Werken met multimedia
8.1 De camera gebruiken Met de ingebouwde camera van het toestel kunt u gemakkelijk foto’s maken en videoclips met geluid opnemen. Schakelen naar een van de cameramodi Tik Opstarten > Programma’s > Camera aan, of
= = Tik Opstarten > Afbeeldingen en video’s > pictogram Camera aan, of = Druk op de knop CAMERA op het toestel. De knop CAMERA
Camerafunctie afsluiten Tik het pictogram voor afsluiten (
=
) aan.
De camera gebruiken Met de camera van het toestel kunt u op een flexibele manier met verschillende ingebouwde modi foto’s maken en videoclips opnemen. De cameramodus is standaard ingesteld op de modus voor fotograferen. Rechtsonder in het scherm wordt de actieve vastlegmodus weergegeven. Ga op een van de volgende manieren te werk om een andere vastlegmodus te kiezen:
= Tik of aan op het scherm. = Druk de NAVIGATIETOETS naar links of naar rechts.
Werken met multimedia 131
Huidige vastlegmodus
De camera beschikt over de volgende vastlegmodi: Foto: Hiermee maakt u standaardfoto’s. Video: Hiermee neemt u videoclips met of zonder geluid op. MMS Video: Hiermee neemt u videoclips op die geschikt zijn om via MMS te verzenden. Contacts Picture: Hiermee maakt u een foto die u onmiddellijk kunt toewijzen als foto-id voor een contactpersoon. Afbeeldingsthema: Hiermee maakt u foto’s die u in kaders plaatst. Sport: Hiermee maakt u automatisch een reeks foto’s (5 ~ 30) gedurende een korte tijd en met een bepaalde frequentie. Burst: Hiermee maakt u een reeks foto’s (maximaal 30) zolang u de knop CAMERA op het toestel of de knop ENTER op de NAVIGATIETOETS ingedrukt houdt.
= = = = = = =
Ondersteunde bestandsindelingen In bovenstaande vastlegmodi maakt de camera van het apparaat bestanden met de volgende indelingen: Opnametype Stilstaand beeld Video MMS Video Burst / Sport
Indeling BMP, JPEG Motion-JPEG AVI (.avi), MPEG-4 (.mp4) H.263 baseline (.3gp), MPEG-4 (.mp4) JPEG
132
Werken met multimedia
Snelkoppelingen gebruiken in de cameramodus In de cameramodus kunt u de volgende knoppen en pictogrammen op het apparaat als snelkoppelingen gebruiken voor verschillende bewerkingen. De knop ENTER Druk op ENTER om een foto te maken in de fotomodus. Druk op ENTER om een inkomende videogegevensstroom op te nemen. Druk opnieuw op deze knop om de opname te stoppen. De NAVIGATIETOETS Druk de NAVIGATIETOETS omhoog of omlaag om de zoomfactor te verhogen of verlagen.
= de NAVIGATIETOETS naar links of naar rechts om de vorige of de = Druk volgende vastlegmodus te kiezen. De knop CAMERA Druk op de knop CAMERA van het toestel om over te schakelen naar de cameramodus. Als de cameramodus al is geactiveerd, drukt u één keer om een foto te maken of de opname van een videoclip te starten. Pictogrammen voor cameramodi
Fotomodus
Videomodus
Werken met multimedia 133
voor huidige tijd. De tijdindicator geeft de huidige tijd aan = Indicator (bijvoorbeeld, in de afbeelding is de huidige tijd ). voor resterende opnamen. Het filmpictogram ( ) geeft = Indicator aan hoeveel opnamen er nog mogelijk zijn op basis van de huidige instellingen. voor resolutie. Het pictogram voor de resolutie ( / / / / ) = Indicator geeft de huidige resolutie aan. Indicator voor omgeving. Het pictogram voor omgeving ( / / / / / ) = geeft de huidige omgeving aan. voor zoomfactor. U kunt de pijl omhoog/omlaag ( / ) = Indicator aantikken op het scherm om in of uit te zoomen. om andere modus te kiezen. U kunt de pijl naar links/naar rechts ( / ) = Knop aantikken op het scherm om over te schakelen naar een andere vastlegmodus. voor zelfontspanner. Als de zelfontspanner is ingeschakeld, wordt = Indicator het pictogram voor de timer ( ) weergegeven op het scherm. Als u in deze modus op de knop ENTER of de knop CAMERA drukt om een foto te nemen, begint de timer terug te tellen en wordt de foto genomen nadat de ingestelde tijd is verstreken (5 of 10 seconden).
voor vorige/volgende sjabloon. Tik in modus Afbeeldingsthema = Knop het pictogram voor sjabloonkeuze ( ) aan om het vorige/volgende sjabloon in de reeks weer te geven.
/
Tik het gereedschapspictogram ( ) aan om het = Camera-instellingen. scherm Camera-instellingen te openen. Tik OK aan om terug te keren naar de cameramodus.
= Flitser. Tik het flitserpictogram aan om de flitser in of uit te schakelen. Het pictogram geeft aan dat de flitser is ingeschakeld en flitser is uitgeschakeld.
geeft aan dat de
Tik het pictogram voor de weergavefunctie ( ) aan om = Weergavefunctie. de foto of video in Afbeeldingen en video’s weer te geven. Tik het pictogram voor afsluiten ( ) aan om het programma = Afsluiten. Camera af te sluiten.
134
Werken met multimedia
Vastlegmodi voor foto’s gebruiken In de vastlegmodi voor foto’s, zoals Foto, Contacts Picture, Afbeeldingsthema, Sport en Burst, kunt u foto’s maken door op de knop CAMERA op het toestel of op de knop ENTER op de NAVIGATIETOETS te drukken. In de vastlegmodi voor foto’s worden de formaten BMP en JPEG ondersteund. U geeft het gewenste formaat op in het scherm Camera-instellingen. Wanneer u een opname maakt in de vastlegmodus Afbeeldingsthema, kunt u een ingebouwde sjabloon selecteren in de standaardmap met sjablonen. Als u de verschillende sjablonen wilt bekijken en een sjabloon wilt selecteren, tikt u het pictogram voor sjabloonkeuze of gereedschapspictogram aan om een sjabloon te kiezen in het scherm Camera-instellingen.
De vastlegmodus Video gebruiken In de vastlegmodus Video kunt u op de knop CAMERA of de knop ENTER drukken om het opnemen van een videoclip (al of niet met geluid) te starten. Druk nogmaals op de knop CAMERA of de knop ENTER om met opnemen te stoppen. Standaard wordt het eerste frame van de opgenomen videoclip afgespeeld in het voorbeeldscherm. Voordat u een videoclip opneemt, kunt u een limiet voor de opnametijd en de bestandsgrootte opgeven in het scherm Camera-instellingen, zodat de opname automatisch stopt wanneer de clip die limiet heeft bereikt. In het scherm Camera-instellingen kunt u het vastlegformaat instellen op MotionJPEG AVI of MPEG-4.
De vastlegmodus MMS Video gebruiken In de vastlegmodus MMS Video beschikt u over extra opties om gemakkelijk een videobestand op te nemen en via MMS te verzenden. Druk op de knop ENTER of de knop CAMERA drukken om het opnemen van een videoclip (al of niet met geluid) te starten. Druk nogmaals op de knop ENTER of de knop CAMERA om met opnemen te stoppen.
Werken met multimedia 135
Er is een vaste, vooraf ingestelde bestandsgrootte opgegeven voor videoclips die u in de modus MMS Video opneemt, om de grootte van videoclips die u via MMS wilt verzenden te beperken. De opname stopt automatisch wanneer deze limiet is bereikt. U kunt de opname echter ook handmatig stoppen voordat de opgegeven limiet wordt bereikt. De digitale tijdsindicator linksonder in het scherm geeft de tijdslimiet in seconden aan. Als formaat voor de opname kunt u H.263 of MPEG-4 opgeven in het scherm Camera-instellingen. Het ideale formaat voor MMS is echter H.263 (3GPP). Nadat u het videobestand hebt opgenomen, tikt u in het voorbeeldscherm op om het bestand via MMS te verzenden.
136
Werken met multimedia
Het voorbeeldscherm gebruiken Nadat u een foto hebt genomen of een videoclip hebt opgenomen, kunt u het resultaat bekijken in het voorbeeldscherm. Verder kunt u de foto of videoclip verzenden via e-mail of onmiddellijk verwijderen. Pictogrammen in de weergavemodus
Fotoweergavescherm
Videoweergave
naar voorbeeld. Tik aan om terug te keren naar de cameramodus = Terug om een opname te maken. = Versturen. Tik aan om de opname via e-mail/MMS naar iemand te verzenden. = Verwijderen. Tik aan om de opname te verwijderen. in Afbeeldingen. Tik aan om het programma Afbeeldingen = Weergeven en video’s te openen. De opname wordt weergegeven in de detailweergave. in Windows Media Player. Tik in de vastlegmodus Video aan om = Weergeven Windows Media Player te openen en de zojuist opgenomen video af te spelen. aan contactpersonen. Tik aan om het nieuwe bestand direct = Toewijzen naar iemand in de lijst met contactpersonen te verzenden. Het voorbeeldscherm openen 1. Tik in de cameramodus Extra > Opties > de tab Algemeen aan. 2. Schakel het selectievakje Weergeven na vastleggen in. Denk er aan dat dit selectievakje standaard is ingeschakeld zodat de foto of videoclip direct na de opname wordt weergegeven.
Werken met multimedia 137
In- en uitzoomen Wanneer u met de hoofdcamera een foto maakt of een videoclip opneemt, kunt u inzoomen om een object dichterbij te halen en uitzoomen om een object verder weg te plaatsen. In alle vastlegmodi gebruikt u de NAVIGATIETOETS op het apparaat of tikt u op het driehoekige pijltje omhoog naast de indicator voor de zoomfactor om in te zoomen op een foto of een inkomende videogegevensstroom. Wanneer de zoomlimiet is bereikt, hoort u een pieptoon. Druk de NAVIGATIETOETS omlaag of tik de pijl omlaag aan om uit te zoomen. Het zoombereik van de hoofdcamera voor een foto of een videoclip is afhankelijk van de vastlegmodus en de vastleggrootte. Hier volgt een overzicht. Vastlegmodus
Foto
Video en MMS Video Contacts Picture
Afbeeldingsthema
Sport
Burst
Instelling vastleggrootte Geschaald (1600 x 1280) 1,3 M (1280 x 1024) Groot (640 x 480) Normaal (320 x 240) Klein (160 x 120)
Zoombereik Zoomen is niet mogelijk 1,0 x tot 2,0 x 1,0 x tot 2,0 x 1,0 x tot 4,0 x 1,0 x tot 8,0 x
Normaal (176 x 144)
1,0 x tot 2,0 x
Klein (128 x 96)
1,0 x tot 2,0 x
Groot (640 x 480)
1,0 x tot 2,0 x
Normaal (320 x 240) Klein (160 x 120) Wordt bepaald door de huidige sjabloon Groot (640 x 480)
1,0 x tot 4,0 x 1,0 x tot 8,0 x Afhankelijk van de grootte van de geladen sjabloon 1,0 x tot 2,0 x
Normaal (320 x 240)
1,0 x tot 4,0 x
Klein (160 x 120) Groot (640 x 480) Normaal (320 x 240) Klein (160 x 120)
1,0 x tot 8,0 x 1,0 x tot 2,0 x 1,0 x tot 4,0 x 1,0 x tot 8,0 x
138
Werken met multimedia
Opmerking De beschikbare vastleggrootten voor bepaalde vastlegformaten variëren ook per vastlegmodus. Het zoombereik is berekend op basis van de volgende verhouding:
= _1,0 x = normale grootte (niet in- of uitgezoomd) = _2,0 x = dubbele grootte = _4,0 x = vierdubbele grootte = _8,0 x = achtdubbele grootte Het scherm Camera-instellingen gebruiken Tik tijdens het maken van een foto of videoclip in een van de vastlegmodi het gereedschapspictogram ( ) aan om het scherm Camera-instellingen te openen. In het scherm Camera-instellingen kunt u de opname-instellingen configureren.
U kunt de volgende instellingen configureren in het scherm Camera-instellingen.
Werken met multimedia 139
Instelling Vastlegmodus
Actie Een vastlegmodus selecteren
Vastlegformaat Vastleggrootte Opnamefrequentie Opnamebeperking
Een vastlegformaat selecteren Een vastleggrootte selecteren Een opnamefrequentie selecteren De maximale tijd of bestandsgrootte voor de opname opgeven Een sjabloon selecteren Naar een map gaan die sjablonen bevat Selecteren hoeveel opnamen automatisch worden gemaakt Een omgevingstype selecteren
Sjabloon Bladeren Burst aantal Ambiance
Nadat u de instellingen hebt geconfigureerd, tikt u in het scherm Camerainstellingen OK of Camera starten aan om terug te keren naar het camerascherm.
Het menu Werkset gebruiken Het menu Werkset in het scherm Camera-instellingen bevat de volgende geavanceerde opties om functies voor de cameramodus te configureren en aan te passen.
140
Werken met multimedia
Het item Aanpassen Tik Werkset > Aanpassen aan om de weergave-eigenschappen van de camera aan te passen, zoals Contrast, Helderheid, Verzadiging, Tint en Gamma. Selecteer een van deze eigenschappen in de lijst en verplaats de schuifregelaar (of tik de schuifregelaar aan) om de waarde te wijzigen. In het voorbeeldvenster van het scherm Aanpassen wordt het effect van de wijzigingen weergegeven. Tik OK aan om de instellingen op te slaan. U kunt op elk moment Opnieuw instellen aantikken om de standaardwaarden van alle eigenschappen te herstellen. Het item Opties Tik Werkset > Opties aan om het scherm Opties met de volgende drie tabbladen weer te geven: Tabblad Algemeen. Dit bevat de volgende opties: Sluitergeluid uitschakelen. Schakel dit selectievakje in om alle standaardgeluiden uit te schakelen die worden afgespeeld als u een foto maakt of een videoclip opneemt. Backlight ingeschakeld laten wanneer in vizier. Schakel dit selectievakje in zodat de verlichting ingeschakeld blijft als u de inkomende videogegevensstroom weergeeft. Hiermee overschrijft u de verlichtingsinstellingen van het toestel. Weergeven na vastleggen. Schakel dit selectievakje in als u de foto direct na de opname wilt weergeven. Het voorbeeldscherm bevat opties waarmee u verschillende bewerkingen kunt uitvoeren op het nieuwe bestand. Als u dit selectievakje uitschakelt, worden alle nieuw opgenomen bestanden opgeslagen met de standaardbestandsnaam en keert u terug naar het camerascherm. ‘Datum en tijd stempel’ toepassen tijdens vastleggen van afbeeldingen. Schakel dit selectievakje in om de huidige datum en tijd automatisch op te nemen in de opnamen. Trillingsaanpassing. Om een trillend beeld te voorkomen moet u de juiste frequentie (Auto, 50 Hz of 60 Hz) instellen voor het land waar het toestel wordt gebruikt. Opslaan naar. Geef aan waar u de bestanden wilt opslaan. U kunt de bestanden opslaan in het hoofdgeheugen of op een opslagkaart.
=
= = = = = =
Afbeelding. Hier staan afbeeldingsinstellingen voor opgenomen = Tabblad bestanden.
Werken met multimedia 141
type en Voorvoegsel reeks. Standaard krijgt elk nieuw = Voorvoegsel opgenomen afbeeldingsbestand de naam ‘IMAGE’ gevolgd door een
= = =
volgnummer, bijvoorbeeld: IMAGE_00001.jpg. Als u dit voorvoegsel wilt wijzigen, selecteert u Reeks in de lijst Voorvoegsel type en voert u de gewenste tekens in het vak Voorvoegsel reeks in. Teller index. Standaard bestaat de naam van nieuw opgenomen afbeeldingsbestanden uit een voorvoegsel en een volgnummer, zoals 00000, 00001, 00002, etc. Als u het eerste volgnummer voor opgenomen afbeeldingsbestanden opnieuw wilt instellen op 00001, tikt u Opnieuw instellen aan. JPEG kwaliteit. Selecteer de JPEG-kwaliteit voor alle opgenomen foto’s. U kunt kiezen uit SuperFijn, Fijn, Normaal en Basaal. Zelf-timer. Selecteer de optie voor de zelfontspanner bij het maken van opnamen: Uit, 5 seconden of 10 seconden. Als u 5 seconden of 10 econden selecteert, wordt de opname gedurende de aangegeven tijd uitgesteld nadat u op CAMERA of ENTER hebt gedrukt.
Video. Met de opties op dit tabblad kunt u de geavanceerde = Tabblad instellingen voor opgenomen videobestanden configureren. Voorvoegsel type en Voorvoegsel reeks. Standaard krijgt elk nieuw = opgenomen videobestand de naam ‘VIDEO’ gevolgd door een
= =
volgnummer, bijvoorbeeld: VIDEO_00001.avi. Als u dit voorvoegsel wilt wijzigen, selecteer u Reeks in de lijst Voorvoegsel type en voert u de gewenste tekens in het vak Voorvoegsel reeks in. Teller index. Standaard bestaat de naam van nieuw opgenomen videobestanden uit een voorvoegsel en een volgnummer, zoals 00000, 00001, 00002, etc. Als u het eerste volgnummer voor opgenomen videobestanden opnieuw wilt instellen op 00001, tikt u Opnieuw instellen aan. Opnemen met audio. Schakel dit selectievakje in als u videoclips met geluid wilt opnemen. Dit selectievakje is standaard ingeschakeld. Als u dit selectievakje uitschakelt en daarna een videoclip opneemt, wordt het geluid niet opgenomen.
142
Werken met multimedia
8.2 Afbeeldingen en video’s gebruiken Met het programma Afbeeldingen en video’s kunt u afbeeldingen en videoclips met de volgende indelingen verzamelen, ordenen en sorteren op het toestel. Bestandstype Afbeelding Video
Bestandsextensies *.bmp, *.jpg *.avi, *.wmv, *.mp4, *.3gp
U kunt de afbeeldingen als een diavoorstelling weergeven, via infrarood of via email verzenden, bewerken of als achtergrond voor het scherm Vandaag instellen. Een afbeelding of videoclip naar het toestel kopiëren U kunt afbeeldingen vanaf de pc naar het toestel kopiëren en daarop weergeven. de afbeeldingen vanaf de pc of vanaf een opslagkaart naar de map = Kopieer Mijn afbeeldingen op het toestel.
Zie de Help van ActiveSync op de pc voor meer informatie over het kopiëren van bestanden van een pc naar het toestel. Opmerking U kunt ook afbeeldingen door middel een geheugenkaart van een pc naar het toestel kopiëren. Plaats de geheugenkaart in de kaartsleuf van het toestel en kopieer de afbeeldingen van de pc naar de map die u op de geheugenkaart hebt gemaakt.
Afbeeldingen weergeven 1. Tik Opstarten > Afbeeldingen en video’s aan. De afbeeldingen in de map Mijn afbeeldingen worden standaard weergegeven als miniaturen. 2. Selecteer een afbeelding en tik Beeld aan. Als u een afbeelding niet kunt vinden in de standaardmap Mijn afbeeldingen, tikt u op de pijl-omlaag ( ) om naar een andere map te gaan.
Werken met multimedia 143
Pijl-omlaag Het mediapictogram
Tik dit aan om de geselecteerde afbeelding weer te geven. Afbeeldingen en video’s
Video’s met geluid afspelen 1. Tik Opstarten > Afbeeldingen en video’s aan. De videobestanden in de map Mijn afbeeldingen worden standaard weergegeven als miniaturen met een speciaal pictogram ( ). 2. Selecteer een video en tik de miniatuur aan om de video af te spelen met de ingebouwde Windows Media Player. Diavoorstellingen weergeven U kunt op het toestel afbeeldingen weergeven in de vorm van een diavoorstelling. Elke afbeelding wordt 5 seconden weergegeven in een volledig scherm. 1. Tik Opstarten > Afbeeldingen en video’s aan. 2. Tik Menu > Diavoorstelling starten aan. Opmerking U kunt opgeven hoe afbeeldingen worden geschaald om de weergave in een diavoorstelling te optimaliseren. Tik Menu > Opties aan en tik vervolgens Staande afbeeldingen of Liggende afbeeldingen aan op het tabblad Diavoorstelling.
Tik ergens op het scherm om de werkbalk Diavoorstelling weer te geven waarmee u onder andere de diavoorstelling kunt stoppen of onderbreken en de weergave kunt draaien. Druk de NAVIGATIETOETS naar rechts of links om de vorige of volgende dia weer te geven.
144
Werken met multimedia
Afbeeldingen en videoclips sorteren Als u een groot aantal afbeeldingen of videoclips op het toestel opslaat, kan het handig zijn om deze te sorteren, zodat u snel een bepaalde afbeelding of clip kunt vinden. U kunt sorteren op naam, datum en grootte. 1. Tik Opstarten > Afbeeldingen en video’s aan. 2. Tik de sorteerlijst (standaard met het label Datum) aan en selecteer het item waarop u wilt sorteren (Naam, Datum of Grootte). Een afbeelding of videoclip verwijderen Ga op een van de volgende manieren te werk om een afbeelding of videoclip te verwijderen:
een afbeelding of een videoclip in het scherm Afbeeldingen en video’s = Selecteer en tik Menu > Verwijderen aan. Tik Ja aan om het verwijderen te bevestigen. de miniatuur van de afbeelding die u wilt verwijderen aangetikt en tik = Houd Verwijderen aan. Een afbeelding of videoclip bewerken U kunt afbeeldingen draaien en bijsnijden en de helderheid en het kleurcontrast aanpassen. 1. Tik Start > Afbeeldingen en video’s aan. 2. Tik de afbeelding aan die u wilt bewerken. 3. Tik Menu > Bewerken aan en voer een van de volgende bewerkingen uit:
= Tik Draaien aan als u een afbeelding 90 graden linksom wilt draaien. Menu > Bijsnijden aan als u een afbeelding wilt bijsnijden. Tik en = Tik sleep vervolgens het gebied dat u wilt bijsnijden. Tik buiten het vak om te =
stoppen met bijsnijden. Tik Menu > Autocorrectie aan als u de helderheid en het contrast van een afbeelding wilt aanpassen.
Opmerking Tik Menu > Ongedaan maken aan als u een bewerking ongedaan wilt maken. Als u alle niet-opgeslagen wijzigingen wilt annuleren, tikt u Terug naar Opgeslagen aan.
Werken met multimedia 145
Een afbeelding instellen als achtergrond voor het scherm Vandaag U kunt een afbeelding gebruiken als achtergrond voor het scherm Vandaag. 1. Tik Opstarten > Afbeeldingen en video’s aan 2. Selecteer de afbeelding die u als achtergrond wilt instellen. 3. Tik Menu > Inst. als Achtergrond Vandaag aan. 4. Selecteer bij Doorzichtigheidsniveau een hoger percentage voor een transparantere afbeelding of een lager percentage voor een minder transparante afbeelding. 5. Tik OK aan. Afbeeldingen en videoclips verzenden via e-mail U kunt afbeeldingen en videoclips naar andere apparaten verzenden via e-mail. 1. Stel Berichten eerst in voor het verzenden en ontvangen van berichten. 2. Selecteer in het programma het item dat u wilt verzenden. 3. Tik Menu > Verzenden aan en selecteer een account (zoals Outlook E-mail of MMS) om het bijgevoegde item te verzenden. 4. Er wordt een nieuw bericht gemaakt waar het item is bijgevoegd. 5. Voer de naam van de ontvanger en het onderwerp in en tik Verzenden aan. De volgende keer dat u het toestel synchroniseert, wordt het bericht verzonden. Opmerking Afbeeldingen en videoclips worden automatisch opgeslagen voordat ze worden verzonden.
Een afbeelding via infrarood verzenden U kunt een afbeelding naar een vriend of een familielid verzenden via infrarood. 1. 2. 3. 4. 5.
Tik Opstarten > Afbeeldingen en video’s aan. Tik de afbeelding aan die u via infrarood wilt verzenden. Tik Menu > Verzenden aan. Selecteer een apparaat om de afbeelding te verzenden. Tik OK aan.
146
Werken met multimedia
Afbeeldingen aan contactpersonen toewijzen U kunt een afbeelding aan een contactpersoon toewijzen, zodat u de contactpersoon op elk moment eenvoudig kunt identificeren. 1. Tik Opstarten > Afbeeldingen en video’s aan 2. Selecteer de afbeelding die u wilt toewijzen aan een contactpersoon. 3. Tik Menu > Opslaan in Contactpersonen aan. 4. Tik de contactpersoon aan of navigeer en tik Selecteren aan om de contactpersoon te kiezen in uw lijst met contactpersonen. Geavanceerde opties gebruiken 1. Tik Opstarten > Afbeeldingen en video’s aan 2. Selecteer de afbeelding waarvoor u geavanceerde instellingen wilt configureren. 3. Tik Menu > Opties aan. Het scherm Opties wordt weergegeven. In dit scherm kunt u het volgende doen:
formaat van een afbeelding wijzigen, zodat u deze sneller via e-mail = Het kunt verzenden. weergave-instellingen voor diavoorstellingen configureren en = De schermbeveiligingsopties activeren. instellingen voor de camera en camcorder van het toestel = De configureren.
Werken met multimedia 147
8.3 Windows Media Player gebruiken Met Microsoft Windows Media Player 10 Mobile for Pocket PC kunt u digitale geluids- en videobestanden afspelen die zijn opgeslagen op het toestel of in een netwerk, bijvoorbeeld op een website. Met Windows Media Player kunt u zowel geluids- als videobestanden afspelen. De volgende bestandsindelingen worden ondersteund door deze versie van Windows Media Player. Ondersteunde bestandsindelingen
Bestandsextensies
Video
Media Video = Windows (eenvoudig profiel) = MPEG4 = H.263 JPEG = Motion = 3GPP2 Geluid Media Audio = Windows = MP3 = MIDI Narrow Band = AMR Wide Band = AMR = AAC = 3GPP2
wmv, .asf .mp4 .3gp .avi .3g2 .wma .mp3 .mid, .midi, .rmi .amr .awb .m4a .gcp
148
Werken met multimedia
De besturingselementen De volgende besturingselementen zijn beschikbaar in Windows Media Player. Opdracht
Actie
Opdracht
Actie
Een bestand afspelen.
Het volume verhogen.
Een bestand onderbreken.
Het volume verlagen.
Naar het begin van het huidige bestand of naar het vorige bestand gaan.
Het geluid in- of uitschakelen.
Naar het volgende bestand gaan. De voortgang aanpassen van een bestand dat wordt afgespeeld.
Een video afspelen in het volledige scherm. Een website weergeven waarop u muziek en video’s kunt vinden die u kunt afspelen.
Opmerking Als de hardware van het toestel dit ondersteunt, kunt u bestanden snel vooruit en achteruit spoelen door de besturingselementen Links/Rechts ingedrukt te houden.
De schermen en de menu’s Windows Media Player heeft drie hoofdschermen:
Windows Media. Het standaardscherm waarin de besturingselementen = Scherm (zoals voor afspelen, pauze, volgende, vorige en volume), het venster voor albumillustraties en het videovenster worden weergegeven. U kunt het uiterlijk van dit scherm wijzigen door een andere weergave te kiezen.
Scherm Afspelen. Het scherm waarin de huidige afspeellijst wordt = weergegeven. Deze speciale afspeellijst geeft het huidige afspeelbestand aan en de bestanden die zich in de afspeelwachtrij bevinden.
Werken met multimedia 149
Scherm Bibliotheek. In dit scherm kunt u snel zoeken naar uw = geluidsbestanden, videobestanden en afspeellijsten. Het scherm bevat categorieën zoals Mijn muziek, Mijn video’s, Mijn tv en Mijn afspeellijsten. Onder aan het scherm vindt u een Menu. De opdrachten in dit menu zijn afhankelijk van het scherm dat wordt weergegeven.
Menu van het scherm Windows Media Wanneer het scherm Windows Media wordt weergegeven, bevat het Menu de volgende opdrachten. Opdracht Bibliotheek Afspelen/pauze Stoppen Willekeurige volgorde/herhalen Volledig scherm Opties Eigenschappen Over
Actie Het scherm Bibliotheek openen waarin u een bestand kunt kiezen om af te spelen. Afspelen starten of onderbreken. Afspelen stoppen. De items in de huidige afspeellijst willekeurig/herhaaldelijk afspelen. Een video die wordt afgespeeld, wordt in het volledige scherm weergegeven. Diverse opties van Windows Media Player aanpassen, zoals netwerk, uiterlijk en opties voor hardwareknoppen. Informatie weergeven over het bestand dat wordt afgespeeld. Informatie over Windows Media Player weergeven, zoals het versienummer.
150
Werken met multimedia
Menu van het scherm Afspelen Wanneer het scherm Afspelen wordt weergegeven, bevat het Menu de volgende opdrachten. Opdracht Bibliotheek Omhoog/Omlaag Verwijderen uit afspeellijst Willekeurige volgorde/herhalen Wissen wat nu wordt afgespeeld Foutdetails Eigenschappen
Actie Het scherm Bibliotheek openen waarin u een bestand kunt kiezen om af te spelen. Het geselecteerde item in de afspeellijst omhoog/omlaag verplaatsen. Het geselecteerde item uit de afspeellijst verwijderen. De items in de huidige afspeellijst willekeurig/herhaaldelijk afspelen. De items uit de afspeellijst Afspelen wissen. Foutgegevens van het geselecteerde item weergeven (voor het item staat een uitroepteken als er foutgegevens beschikbaar zijn). Informatie weergeven over het geselecteerde bestand.
Menu van het scherm Bibliotheek Wanneer het scherm Bibliotheek wordt weergegeven, bevat het Menu de volgende opdrachten. Opdracht Omhoog in wachtrij Verwijderen uit bibliotheek Afspelen Bibliotheek Bibliotheek bijwerken Bestand openen URL openen Eigenschappen
Actie Het geselecteerde item toevoegen aan het einde van de huidige afspeellijst (Afspelen). Het geselecteerde item uit de bibliotheek verwijderen. Het scherm Afspelen weergeven. Het scherm Bibliotheek openen waarin u een bestand kunt kiezen om af te spelen. Nieuwe items van het apparaat of een opslagkaart toevoegen aan de bibliotheek. Bestanden zoeken en afspelen die op het apparaat of een opslagkaart zijn opgeslagen, maar niet in de bibliotheek staan. Een bestand afspelen dat zich in een netwerk bevindt, bijvoorbeeld een bestand op internet. Informatie weergeven over het geselecteerde bestand.
Werken met multimedia 151
Licenties en beveiligde bestanden Aan sommige inhoud (zoals digitale mediabestanden die u van internet downloadt, nummers van cd’s en video’s) zijn licenties gekoppeld, waardoor de bestanden niet onrechtmatig kunnen worden gedistribueerd of gedeeld. Licenties worden gemaakt en beheerd met behulp van DRM (Digital Rights Management), de technologie voor het beveiligen van inhoud en het beheren van toegangrechten. Bij sommige licenties is het mogelijk dat u bestanden die u naar het apparaat hebt gekopieerd niet kunt afspelen. Bestanden waaraan licenties zijn gekoppeld, worden ook wel ‘beveiligde bestanden’ genoemd. Als u een beveiligd bestand van een pc naar het apparaat wilt kopiëren, gebruikt u de mediaspeler om het bestand met het apparaat te synchroniseren (in plaats van het bestand bijvoorbeeld van een map op de pc naar een map op het apparaat te slepen). Hierdoor wordt zowel het beveiligde bestand als de licentie gekopieerd. Zie de Help van de mediaspeler voor meer informatie over het synchroniseren van bestanden tussen uw toestel en andere mobiele apparaten. Opmerking U kunt de beveiligingsstatus van een bestand bekijken als u de bestandeigenschappen weergeeft (tik Menu > Eigenschappen aan).
Items afspelen op het toestel In de bibliotheek kunt u geluidsbestanden, video’s en afspeellijsten zoeken en afspelen die op het toestel of op een verwisselbare opslagkaart zijn opgeslagen. 1. Als het scherm Bibliotheek niet is geopend, tikt u op Menu > Bibliotheek. 2. Tik in het scherm Bibliotheek de pijl Bibliotheek (boven in het scherm) aan en tik vervolgens de bibliotheek aan die u wilt openen (bijvoorbeeld Mijn apparaat of Opslagkaart). 3. Tik een categorie aan (bijvoorbeeld Mijn muziek of Mijn afspeellijsten), houd het item aangetikt dat u wilt afspelen (zoals een nummer, een album of de naam van een artiest), en tik Afspelen aan.
152
Werken met multimedia
Opmerking Als u een bestand wilt afspelen dat wel op het apparaat maar niet in de bibliotheek is opgeslagen, tikt u in het scherm Bibliotheek Menu > Bestand openen aan. Houd het item aangetikt dat u wilt afspelen (zoals een bestand of een map), en tik Afspelen aan.
Een item in een netwerk afspelen Gebruik de opdracht URL openen om een geluidsbestand of een video af te spelen die op internet of op een netwerkserver is opgeslagen. 1. Als het scherm Windows Media niet wordt weergegeven, tikt u OK aan om het huidige scherm te sluiten en het scherm Windows Media te openen. 2. Tik Menu > URL openen aan. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: Voer in het vak URL een netwerkadres in. Tik in het vak Geschiedenis een URL aan die u al eerder hebt gebruikt.
= = Opmerking
Als u een item in een netwerk wilt afspelen, moet u verbonden zijn met het netwerk. Zie de Help bij Verbindingen op het apparaat voor meer informatie over het maken van een externe verbinding tussen het apparaat en een netwerk.
Bestanden naar het apparaat kopiëren Gebruik de nieuwste versie van de mediaspeler (Windows Media Player 10 of hoger) om digitale mediabestanden met het apparaat te synchroniseren (in plaats van een bestand bijvoorbeeld van een map op de pc naar een map op het apparaat te slepen). Als u de mediaspeler gebruikt, weet u zeker dat licenties van beveiligde bestanden ook worden gekopieerd. Wanneer u bestanden synchroniseert, moet u de bestanden altijd synchroniseren met een opslagkaart die in het toestel is geplaatst. Synchroniseer bestanden niet met een opslagkaart die in een kaartlezer is geplaatst. Synchroniseer bestanden ook niet met de interne opslaglocatie (RAM-geheugen) van het toestel. Zie de Help van de mediaspeler op de pc voor meer informatie over het synchroniseren van bestanden met mobiele apparaten. Opmerking Geluidsbestanden worden sneller gekopieerd als de mediaspeler zodanig is geconfigureerd dat het kwaliteitsniveau van geluidsbestanden die naar het apparaat worden gekopieerd, automatisch wordt ingesteld. Zie de Help van de mediaspeler op de pc voor meer informatie.
Werken met multimedia 153
Toegankelijkheid voor personen met een handicap Microsoft vindt het belangrijk dat iedereen haar producten en diensten eenvoudig kan gebruiken. Er zijn een groot aantal toegankelijkheidsfuncties ingebouwd in de producten van Microsoft, inclusief functies voor personen die moeite hebben met typen of met het gebruik van een muis, voor blinden en slechtzienden en voor doven en slechthorenden. Zie het gedeelte over toegankelijkheid op de Microsoftwebsite (http://www.microsoft.com/enable/default.aspx) voor meer informatie over de volgende onderwerpen.
= Toegankelijkheid in Microsoft Windows = Microsoft-producten aanpassen voor personen met een handicap = Gratis stapsgewijze zelfstudies = Microsoft-documentatie in alternatieve vormen = Ondersteunende technologie voor Windows = Klantenservice voor personen die doof of slechthorend zijn
Opmerking De informatie in dit gedeelte is van toepassing op gebruikers die licenties voor Microsoft-producten hebben in de Verenigde Staten. Als u dit product buiten de Verenigde Staten hebt aangeschaft, bevat uw pakket een informatiekaart waarmee u contact kunt opnemen met de vestiging in uw land over de producten en diensten die beschikbaar zijn in uw regio.
Problemen oplossen Als er een probleem optreedt tijdens het gebruik van Windows Media Player, zijn er verschillende bronnen beschikbaar die u kunnen helpen het probleem op te lossen. Op de website van Microsoft vindt u meer informatie over het oplossen van problemen met Windows Media Player Mobile (http://www.microsoft.com/ windows/windowsmedia/player/windowsmobile/troubleshooting.aspx).
154
Werken met multimedia
8.4 Speler voor Streaming Video gebruiken Met Streaming Video kunt u op het apparaat rechtstreeks vanaf het web videogegevensstromen inclusief geluid afspelen. Een videogegevensstroom is een bestand dat is opgebouwd uit ‘bewegende beelden’. Het bestand wordt in pakketten over het netwerk verzonden en met geluid rechtstreeks op het scherm weergegeven. Met een videostroom hoeft de kijker niet te wachten totdat het complete, meestal grote bestand op het apparaat is gedownload voordat de video kan worden bekeken of het geluid hoorbaar is. De media worden in een constante stroom verzonden en worden samen met het geluid afgespeeld zodra deze binnenkomen. Het programma Streaming Video op het apparaat speelt de videogegevensstroom af vanuit de buffer, vaak een blok lokaal geheugen (RAM). Als u dergelijke videogegevensstromen wilt bekijken, hebt u het programma Streaming Video nodig. Dit programma zorgt voor het decomprimeren van de video- en geluidsgegevens en geeft deze gegevens door naar het scherm en de luidsprekers. Een videogegevensstroom wordt normaal gesproken verzonden vanuit vooraf opgenomen videobestanden, maar kan ook in het kader van een live uitzending worden verzonden. Het programma Streaming Video op het toestel ondersteunt alleen RTSP-koppelingen naar *.3gp- en *.mp4-bestanden. Een bestand met een videogegevensstroom dat wordt gedownload vanaf een RTSP-koppeling en op het apparaat wordt afgespeeld, heeft de extensie .sdp.
Werken met multimedia 155
Een bestand met een videogegevensstroom op het toestel afspelen Als u een stroomsgewijs videobestand op het apparaat wilt afspelen, start u Streaming Video en geeft u de gewenste bestandsnaam en locatie op om het bestand af te spelen. U kunt ook op internet zoeken naar bestanden met videogegevensstromen of naar live video (RTSP-koppelingen met bijbehorende videobeelden) en deze aantikken zodat deze rechtstreeks op het apparaat worden afgespeeld met het programma Streaming Video. 1. Tik Opstarten > Programma’s > Streaming Video aan. 2. Tik in het programma Verbinden aan. 3. Voer de URL van de website (rtsp://) en de bestandsnaam (.sdp) in. 4. Tik Voltooid aan. 5. Tik Menu > Afspelen/pauze aan om de videogegevensstroom af te spelen of te onderbreken. 6. Tik Inzoomen of Uitzoomen aan om het videoscherm te vergroten of te verkleinen. 7. Tik Voltooid aan. U kunt ook de pictogrammen in het programma gebruiken om de stroomsgewijze video af te spelen, te onderbreken, te stoppen, te dempen of erop in of uit te zoomen. Als u de video vooruit of achteruit wilt spoelen, tikt u de schuifregelaar op de navigatiebalk aan en verschuift u deze. Opmerking Voordat u Streaming Video start, moet u een verbinding met internet hebben.
Bestandsinformatie van stroomsgewijze video weergeven U kunt de eigenschappen en algemene informatie van een stroomsgewijze videoclip weergeven, zoals bestandsindeling, audio-codec, grootte, frames en duur van de video.
= Tik in het programma Menu > Eigenschappen aan.
156
Werken met multimedia
Verbindingsinstellingen voor stroomsgewijze video configureren U kunt de verbindingsinstellingen voor een stroomsgewijze videobestand configureren, zoals het maken van een verbinding met internet of met een bedrijfsnetwerk (intranet) om een stroomsgewijze videoclip te zoeken. U kunt ook een serie poortnummers opgeven die voor stroomsgewijze gegevensoverdracht moeten worden gebruikt.
= Tik in het programma Menu > Opties aan.
Hoofdstuk 9 Andere toepassingen
9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 9.7
Word Mobile Excel Mobile Diavoorstellingen bekijken met PowerPoint Mobile ClearVue PDF gebruiken MIDlet Manager gebruiken ZIP gebruiken Gesproken snelkeuze gebruiken
!�T§==Mobile===
158
Andere toepassingen gebruiken
9.1 Word Mobile Word Mobile is een gestroomlijnde versie van Microsoft Word. Worddocumenten die u op een pc hebt gemaakt, kunt u op het apparaat openen en bewerken. U kunt ook documenten en sjablonen maken en bewerken in Word Mobile en opslaan als *.doc-, *.rtf-, *.txt- en *.dot-bestanden. Er kan slechts één document tegelijk zijn geopend. Wanneer u een tweede document opent, wordt het eerste document automatisch opgeslagen en gesloten. Wanneer u een nieuw document sluit, bestaat de naam automatisch uit de eerste paar woorden in het document en wordt het in de documentenlijst van Word Mobile geplaatst. U kunt het document eenvoudig een andere naam geven en het naar een andere map of een opslagkaart verplaatsen. Een bestand maken 1. Tik in Word Mobile Nieuw aan. 2. Er wordt een leeg document of een lege sjabloon weergegeven, afhankelijk van wat u hebt geselecteerd als de standaardsjabloon. 3. Voer de gewenste tekst in. 4. Als u klaar bent, tikt u op OK om het bestand op te slaan.
Niet-ondersteunde functies in Word Mobile In Word Mobile worden niet alle functies van Microsoft Word volledig ondersteund, zoals wijzigingen markeren en wachtwoordbeveiliging. Sommige gegevens en opmaak kunnen verloren gaan als u het document op het apparaat opslaat. De volgende functies worden niet ondersteund in Word Mobile.
= Achtergronden = Vormen en tekstvakken = Artistieke paginaranden = Infolabels = Metabestanden
Andere toepassingen gebruiken 159
tekst. Hoewel u in Word Mobile documenten met = Bidirectionele bidirectionele tekst kunt openen, kunnen de inspringingen en de uitlijning onjuist worden weergegeven en opgeslagen.
die met een wachtwoord zijn beveiligd. In Word Mobile = Bestanden kunt u geen documenten openen die zijn beveiligd met een wachtwoord. Als u het document op het apparaat wilt weergeven, moet u eerst de wachtwoordbeveiliging in Word op de pc verwijderen.
In Word Mobile kunt u geen bestanden weergeven = Documentbeveiliging. die in Word op de pc zijn beveiligd. De volgende functies worden gedeeltelijk ondersteund in Word Mobile.
= Afbeeldingen als opsommingstekens = Wijzigingsmarkeringen = Tabelstijlen voor onderstreping. Onderstreepte stijlen die niet in Word Mobile = Stijlen worden ondersteund, worden omgezet in een van de vier stijlen die wel worden ondersteund: normaal, gestippeld, golvend of dik/vet/breed.
Pocket Word-bestanden. U kunt *.psw-bestanden openen in Word = Oude Mobile, maar als u een dergelijk bestand bewerkt, moet u het opslaan als *.doc-, *.rtf-, *.txt- of *.dot-bestand. De volgende functies worden niet ondersteund op het apparaat, maar blijven wel behouden in het bestand, zodat ze op de juiste manier worden weergegeven wanneer het bestand weer op de pc wordt geopend.
= Voetnoten, eindnoten, kopteksten, voetteksten = Pagina-einden = Lijsten en tekengrootten. Lettertypen die niet op het apparaat worden = Lettertypen ondersteund, worden omgezet in het meest geschikte beschikbare lettertype, hoewel het oorspronkelijke lettertype wel wordt vermeld op het apparaat.
160
Andere toepassingen gebruiken
9.2 Excel Mobile In Excel Mobile kunt u eenvoudig Excel-werkmappen en -sjablonen openen en bewerken die op een pc zijn gemaakt. U kunt op het apparaat ook nieuwe werkmappen en sjablonen maken. Tips
= Werk in een volledig scherm, zodat u zoveel mogelijk van uw werkmap kunt zien. = _Tik Beeld > In-/uitzoomen aan en selecteer een percentage waarmee u het werkblad goed kunt lezen.
Niet-ondersteunde functies in Excel Mobile
In Excel Mobile worden sommige functies, zoals formules en opmerkingen in cellen, niet volledig ondersteund. Sommige gegevens en opmaak kunnen verloren gaan als u de werkmap op het apparaat opslaat. Let bij opmaak in Excel Mobile op het volgende: Uitlijning. De kenmerken voor horizontale, verticale en omlopende tekst blijven hetzelfde, maar verticale tekst wordt horizontaal weergegeven. Randen. Worden weergegeven als een enkele lijn. Celpatronen. Patronen die op cellen zijn toegepast, worden verwijderd. Lettertypen en tekengrootten. Lettertypen die niet op het apparaat worden ondersteund, worden omgezet in het meest geschikte beschikbare lettertype. Het oorspronkelijke lettertype wordt vermeld op het apparaat. Wanneer de werkmap weer wordt geopend in Excel op de pc, worden de gegevens weergegeven in het oorspronkelijke lettertype. Getalnotaties. Getallen die zijn opgemaakt met de functie voor voorwaardelijke opmaak van Microsoft Excel 97, worden weergegeven met de notatie Getal. Formules en functies. Als een Excel-bestand een functie bevat die niet wordt ondersteund in Excel Mobile, wordt de functie verwijderd en wordt alleen de waarde van de functie weergegeven. De volgende formules worden ook naar waarden geconverteerd: formules die zijn ingevoerd als een matrix of die een matrixargument bevatten, bijvoorbeeld =SUM({1;2;3;4}), formules die externe verwijzingen of verwijzingen naar een intersectie van bereiken bevatten, en formules die verwijzingen voorbij rij 16384 bevatten, worden vervangen door #REF!
= = = = = =
Andere toepassingen gebruiken 161
De meeste beveiligingsfuncties voor werkbladen = Beveiligingsinstellingen. en werkmappen worden uitgeschakeld, maar niet verwijderd. Ondersteuning
= = = = =
voor wachtwoordbeveiliging is echter wel verwijderd. Werkmappen die met een wachtwoord zijn beveiligd of werkmappen waarin een of meer werkbladen met een wachtwoord zijn beveiligd, kunt u niet openen. U moet eerst de wachtwoordbeveiliging verwijderen in Excel op de pc en vervolgens synchroniseren om het bestand op het toestel te openen. Zoominstellingen. Blijven niet behouden. In Excel wordt een zoominstelling per werkblad ondersteund, terwijl de zoominstelling in Excel Mobile van toepassing is op de hele werkmap. Werkbladnamen. Namen die verwijzen naar werkbladen in dezelfde werkmap worden juist weergegeven, maar namen die verwijzen naar andere werkmappen, matrices, bijvoorbeeld ={1;2;3;4}, matrixformules of intersecties van bereiken, worden verwijderd uit de namenlijst. Een naam die uit de lijst is verwijderd, blijft wel bestaan in formules en functies, zodat het resultaat van deze formules ‘#NAME?’ is. Alle verborgen namen zijn niet meer verborgen. AutoFilter-instellingen. Worden verwijderd. U kunt echter de opdracht AutoFilter in Excel Mobile gebruiken om soortgelijke functies uit te voeren. Als op een werkblad een AutoFilter is toegepast waardoor rijen zijn verborgen, blijven de rijen verborgen wanneer het bestand wordt geopend in Excel Mobile. Met de opdracht Zichtbaar maken kunt u de verborgen rijen weergeven. Grafiekopmaak. Alle grafieken worden opgeslagen op de manier waarop ze worden weergegeven in Excel Mobile. Niet-ondersteunde grafiektypen worden gewijzigd in een van deze ondersteunde typen: kolom-, staaf-, lijn-, cirkel-, spreidings- en vlakdiagram. Achtergrondkleuren, rasterlijnen, gegevenslabels, trendlijnen, schaduw, 3D-effecten, secundaire assen en logaritmische schalen worden uitgeschakeld. Werkbladfuncties. De volgende functies worden niet ondersteund in Excel Mobile en worden verwijderd of gewijzigd wanneer een werkmap op het apparaat wordt geopend: verborgen bladen zijn niet meer verborgen; VBA-modules, macrobladen en dialoogbladen worden verwijderd en vervangen door een tijdelijk blad; tekstvakken, tekenobjecten, afbeeldingen, lijsten, voorwaardelijke opmaak en besturingselementen worden verwijderd; draaitabelgegevens worden naar waarden geconverteerd.
162
Andere toepassingen gebruiken
9.3 Diavoorstellingen bekijken met PowerPoint Mobile In PowerPoint Mobile kunt u diapresentaties in de vorm van *.ppt- en *.ppsbestanden openen die op een pc zijn gemaakt met PowerPoint 97 en hoger. Veel presentatie-elementen die in diapresentaties zijn ingebouwd, zoals diaovergangen en animaties, worden op het apparaat afgespeeld. Bij een presentatie met een tijdsinstelling wordt de volgende dia automatisch weergegeven. Koppelingen naar URL’s worden ook ondersteund. De volgende PowerPoint-functies worden niet ondersteund op het apparaat:
= Notities. Notities voor dia’s zijn niet zichtbaar. bewerken of opnieuw rangschikken. Met PowerPoint Mobile kunt = Dia’s u alleen presentaties weergeven. Bestanden met een *.ppt-indeling van vóór PowerPoint 97 = Bestandsindelingen. en HTML-bestanden met de *.htm- of *.mht-indeling worden niet ondersteund. Een diapresentatie starten 1. Tik Opstarten > Programma’s > PowerPoint Mobile aan. 2. Tik in de lijst met presentaties op de diavoorstelling die u wilt weergeven. 3. Tik op de huidige dia om naar de volgende dia te gaan. Bij een presentatie met een tijdsinstelling wordt de volgende dia automatisch weergegeven. Een diavoorstelling stoppen Tik in een PowerPoint Mobile-presentatie
=
> Voorstelling beëindigen aan.
Andere toepassingen gebruiken 163
Navigeren tussen dia’s Bij een presentatie zonder tijdsinstelling kunt u naar de volgende dia gaan, naar de vorige dia terugkeren of naar een willekeurige dia gaan. 1. Tik Opstarten > Programma’s > PowerPoint Mobile aan. 2. Open de presentatie die u wilt weergeven. > Volgende of Vorige aan of tik Ga naar dia aan en tik de dia aan 3. Tik die u wilt weergeven. Tip
Tik de huidige dia aan om naar de volgende dia te gaan.
Opmerkingen
u hebt ingezoomd om meer details van een dia weer te geven, kunt = _Als u pas naar een andere dia gaan nadat u hebt uitgezoomd. u Volgende of Vorige aantikt, wordt er mogelijk een animatie = _Als op een dia afgespeeld in plaats van dat een andere dia wordt weergegeven.
164
Andere toepassingen gebruiken
9.4 ClearVue PDF gebruiken Met ClearVue PDF kunt u PDF-bestanden (Portable Document Format) weergeven. Deze bestanden hebben gewoonlijk de extensie *.pdf. Een PDF-bestand openen op het toestel 1. Tik Opstarten > Programma’s > ClearVue PDF aan. 2. Tik Bestand > Openen aan om een lijst met de PDF-bestanden op het toestel weer te geven. 3. Tik het bestand aan dat u wilt weergeven.
Navigeren door een PDF-document U kunt het volgende doen: Tik de pijlen omhoog, omlaag, naar links of naar rechts op de horizontale en verticale schuifbalken aan om op de pagina in de gewenste richting te gaan. Druk de NAVIGATIETOETS omhoog, omlaag, naar rechts of naar links om naar een ander deel van de pagina te gaan. Tik de ruimte tussen de pijlen en de schuifbalk aan met de pen om met één scherm tegelijk in de gewenste richting te gaan. Gebruik de toetsen met de pijlen omhoog, omlaag, naar links en naar rechts op het QWERTY-toetsenbord om op de pagina in de gewenste richting te gaan.
= = = =
Andere toepassingen gebruiken 165
het scherm op een willekeurige plaats aan met de pen en sleep = Tik vervolgens om alle delen van de pagina te kunnen bekijken. Het weergegeven gedeelte groter of kleiner maken 1. Open een PDF-bestand dat u wilt weergeven. 2. Tik In-/uitzoomen aan 3. Selecteer een vooraf gedefinieerde zoomfactor of Paginabreedte of Hele pagina. 4. Tik Aangepast aan om zelf een zoomfactor in te stellen.
166
Andere toepassingen gebruiken
9.5 MIDlet Manager gebruiken MIDlet’s zijn Java-toepassingen die op mobiele apparaten kunnen worden uitgevoerd. Het apparaat ondersteunt Java 2 Micro Edition, J2ME. Met MIDlet Manager kunt u Java-toepassingen downloaden, zoals spelletjes en hulpprogramma’s die speciaal zijn ontwikkeld voor mobiele apparaten. Hoewel er enkele Java-toepassingen en spelletjes op het apparaat zijn geïnstalleerd, kunt u met MIDlet Manager gemakkelijk extra J2ME-toepassingen van internet installeren en beheren. MIDlet’s installeren vanaf internet 1. Zoek de MIDlet/MIDlet-suite terwijl u verbinding hebt met internet. 2. Selecteer de MIDlet/MIDlet-suite die u wilt downloaden. 3. Bevestig dat u het downloaden wilt starten. 4. Voer de bestanden uit die u wilt installeren. Opmerking U kunt de installatie op elk moment annuleren.
MIDlet’s installeren vanaf een pc U kunt de MIDlet’s/MIDlet-suites vanaf een pc op het apparaat installeren via de USB-synchronisatiekabel, de optionele houder, infrarood of Bluetooth. MIDlet’s die via infrarood, Bluetooth of e-mailbijlagen naar het apparaat worden gekopieerd, worden automatisch opgeslagen in de map My Documents. U kunt de MIDlet-bestanden vanaf een pc ook naar een van de volgende tijdelijke mappen op het apparaat kopiëren, van waaruit MIDlet Manager ze kan installeren.
= Toestelgeheugen: ../My device/My Documents/My MIDlets = Opslagkaart: ../My device/Storage Card
Opmerking Als de map My MIDlets niet bestaat in My Documents, kunt u een map maken met dezelfde naam. Wanneer u een opslagkaart in het apparaat plaatst, wordt echter automatisch een map met de naam Storage Card weergegeven.
Een MIDlet/MIDlet-suite installeren 1. Tik Opstarten > Programma’s > MIDlet Manager > Menu > Installeren aan. 2. Selecteer de MIDlet/MIDlet-suite in de lijst.
Andere toepassingen gebruiken 167
3. Tik Installeren aan in het snelmenu. 4. Bevestig de opdracht om de installatie te voltooien. Opmerking Als u de MIDlet-bestanden uit de tijdelijke map wilt verwijderen, tikt u Verwijderen aan in het snelmenu.
MIDlet’s uitvoeren op het apparaat 1. Tik Opstarten > Programma’s > MIDlet Manager aan. 2. Tik de MIDlet aan die u wilt uitvoeren. Weergeven welke MIDlet’s momenteel worden uitgevoerd Tik in het scherm MIDlet Manager Weergeven> Actief aan.
=
Opmerking Als u de meest recent gebruikte MIDlet’s wilt weergeven, tikt u Weergeven > Recent aan.
Een MIDlet stoppen 1. Tik Opstarten > Programma’s > MIDlet Manager aan. 2. Tik Weergeven > Actief aan. 3. Houd op het scherm Running MIDlets een MIDlet aangetikt en tik Stoppen aan. Opmerking Als u alle MIDlet’s die op het apparaat worden uitgevoerd wilt stoppen, tikt u Menu > Stoppen Alles stopzetten aan.
MIDlet’s/MIDlet-suites beheren U kunt de MIDlet’s indelen in groepen en aangepaste groepen definiëren. U kunt ook de standaardinstelling voor een MIDlet wijzigen. De weergave-instellingen wijzigen 1. Tik Sorteren op aan boven in het scherm MIDlet Manager. 2. Kies de sorteervolgorde: Naam of Grootte.
168
Andere toepassingen gebruiken
De weergavenaam van een MIDlet wijzigen 1. Houd een MIDlet aangetikt en tik Naam wijzigen aan. 2. Voer een nieuwe naam in voor de MIDlet. 3. Tik OK aan. Opmerking U kunt de naam van een MIDlet-suite niet wijzigen.
Een MIDlet/MIDlet-suite verwijderen Let erop dat een MIDlet/MIDlet-suite die u wilt verwijderen niet wordt uitgevoerd. 1. Houd de MIDlet/MIDlet-suite aangetikt in het scherm MIDlet Manager en tik Installatie ongedaan maken aan. 2. Tik OK aan om de opdracht te bevestigen. Opmerking Het is niet mogelijk een enkele MIDlet uit een MIDlet-suite te verwijderen. U kunt alleen de volledige MIDlet-suite verwijderen.
Opslagruimte controleren Tik Menu > Systeem Info aan in het scherm MIDlet Manager om te zien hoeveel opslagruimte op het toestel in beslag wordt genomen door MIDlet’s.
=
Een netwerktype selecteren
Menu > Netwerktype kiezen aan in het scherm MIDlet Manager en = Tik selecteer een netwerktype in de lijst. MIDlet-beveiliging configureren U kunt de beveiligingsinstellingen voor elke MIDlet/MIDlet-suite aanpassen. 1. Houd een MIDlet aangetikt. 2. Tik Beveiliging aan in het snelmenu. Let erop dat sommige functies mogelijk niet beschikbaar zijn voor alle MIDlet’s/ MIDlet-suites. Hier volgen de beveiligingsopties die u kunt instellen voor het uitvoeren van een MIDlet/MIDlet-suite.
Andere toepassingen gebruiken 169
Beveiligingsoptie Net Access Local Connectivity App Auto Run
Beschrijving Hiermee bepaalt u of een MIDlet/MIDlet-suite toegang mag krijgen tot internet. Hiermee krijgt een MIDlet/MIDlet-suite toegang tot services zoals infrarood en Bluetooth. Hiermee bepaalt u dat een MIDlet/MIDlet-suite op bepaalde tijden of op elk willekeurig tijdstip kan worden uitgevoerd.
Messaging
Hiermee bepaalt u of een MIDlet/MIDlet-suite SMSberichten kan verzenden en/of ontvangen.
Multimedia Recording
Hiermee bepaalt u dat een MIDlet/MIDlet-suite geluid en afbeeldingen mag opnemen.
Foutberichten Hier volgt een lijst met foutberichten die kunnen verschijnen tijdens het gebruik en het beheer van MIDlet’s/MIDlet-suites op het apparaat. Foutbericht Either RAM shortage, or insufficient space on the file system Network out The jar size does not match that specified in the jad The jar manifest does not match the jad Invalid Java application descriptor (jad) Invalid Java archive (jar) This Java application is not compatible with this device
Beschrijving Er is niet voldoende geheugen vrij in het apparaat. Er is geen netwerkverbinding beschikbaar. De installatiegegevens van de fabrikant van de MIDlet zijn onjuist. De installatiegegevens van de fabrikant van de MIDlet zijn onjuist. Er is een probleem met het installatiebestand van de fabrikant van de MIDlet. Er is een probleem met het installatiebestand van de fabrikant van de MIDlet. Een of meer functies die voor deze MIDlet zijn vereist, zijn niet beschikbaar op het apparaat.
170
Andere toepassingen gebruiken
9.6 ZIP gebruiken Met dit programma kunt u geheugen besparen en de opslagcapaciteit van het apparaat vergroten door bestanden te comprimeren met de gebruikelijke ZIP-indeling. U kunt archiefbestanden die u uit verschillende bronnen hebt ontvangen, weergeven en uitpakken. U kunt ook nieuwe *.zip-bestanden maken op het toestel.
ZIP starten en ZIP-bestanden openen Met het programma ZIP kunt u bestanden archiveren en bestaande archiefbestanden op het toestel openen. Telkens als u ZIP op het apparaat start, wordt gezocht naar bestanden met de extensie .ZIP en worden deze bestanden weergegeven in het scherm Archief zoeken. Het programma ZIP op het apparaat starten 1. Tik Opstarten > Programma’s > ZIP aan. 2. Open een bestand op een van de volgende manieren:
= Selecteer een bestand en tik Bestand > Archief openen aan. = Houd een bestand aangetikt en tik Archief openen aan. = Tik een bestand twee keer snel achter elkaar aan.
Andere toepassingen gebruiken 171
Het scherm Archief zoeken weergeven
In het scherm Archief zoeken worden de *.zip-bestanden op het apparaat weergegeven in de volgorde waarin ze zijn gevonden. Wanneer u bestanden toevoegt aan een archiefbestand, worden de bestanden automatisch gecomprimeerd voordat ze worden toegevoegd. In het scherm Archief zoeken kunt u de menu’s Bestand en Beeld gebruiken. Sommige opties uit het menu Bestand worden ook weergegeven op de werkbalk van het scherm Archief zoeken. Menu Bestand Nieuw archief. Hiermee maakt u een nieuw archiefbestand met de extensie .ZIP. Archief openen. Hiermee opent u een ZIP-bestand. Naam archief wijzigen. Hiermee kunt u de naam van een bestaand ZIPbestand wijzigen. Archief verwijderen. Hiermee verwijdert u een ZIP-bestand. Eigenschappen archief. Hiermee geeft u gegevens van het huidige archiefbestand weer. Versturen. Hiermee kunt u een ZIP-bestand via e-mail of infrarood verzenden. Recent. Hiermee geeft u een lijst met recent gebruikte bestanden weer. Opties. Hiermee stelt u diverse opties voor de weergavemodus en het compressieniveau van een archiefbestand in. Info over ZIP. Hiermee geeft u versie- en copyrightgegevens weer. Menu Beeld Grote pictogrammen. Hiermee geeft u alle bestanden weer als grote pictogrammen. Kleine pictogrammen. Hiermee geeft u alle bestanden weer als kleine pictogrammen. Lijst. Hiermee geeft u een lijst met alle bestanden weer. Details. Hiermee geeft u details van alle bestanden weer.
=
= = = = = = = = = = = = = =
Opmerking U kunt niet meerdere ZIP-bestanden tegelijk selecteren.
172
Andere toepassingen gebruiken
Een ZIP-bestand beheren
Als u een ZIP-bestand hebt geopend, kunt u het bestand uitpakken naar een map of locatie, of diverse taken voor het bestand uitvoeren. Enkele van deze functies zijn ook aanwezig als pictogrammem op de werkbalk in het scherm van het programma ZIP. Hier volgt een afbeelding van het scherm van het programma ZIP.
= Menu Bestand archief. Hiermee maakt u een nieuw archiefbestand met de = Nieuw extensie .ZIP. zoeken. Hiermee kunt u een archiefbestand zoeken. = Archief sluiten. Hiermee sluit u een archiefbestand. = Archief archief wijzigen. Hiermee kunt u de naam van een archiefbestand = Naam wijzigen. verwijderen. Hiermee verwijdert u een archiefbestand. = Archief archief. Hiermee geeft u gegevens van het huidige = Eigenschappen archiefbestand weer. Hiermee controleert u de juistheid van gegevens en de = Integriteitstest. betrouwbaarheid van het geselecteerde bestand. Hiermee vernieuwt u de inhoud van het huidige = Vernieuwen. archiefbestand. Hiermee geeft u een lijst weer met recent geopende = Recent. archiefbestanden, inclusief het huidige bestand.
Andere toepassingen gebruiken 173
= Menu Actie Hiermee voegt u bestanden toe aan het archief. = Toevoegen. . Hiermee pakt u bestanden in het archief uit en plaatst u die in = Uitpakken een map die u kiest. Hiermee verwijdert u bestanden uit het archief. = Verwijderen. via e-mail. Hiermee kunt u het archiefbestand via e-mail verzenden. = Versturen via infrarood. Hiermee kunt u het archiefbestand via infrarood = Versturen verzenden. Hiermee geeft u een bestand uit het archiefbestand weer. = Beeld. Multi-selecteren. Hiermee kunt u meerdere bestanden in het = Modus archiefbestand selecteren. selecteren. Hiermee selecteert u alle bestanden in het = Alles archiefbestand. selecteren. Hiermee heft u de selectie van alle bestanden in het = Geen archiefbestand op. = Selectie omkeren. Hiermee keert u de selectie in het archiefbestand om. = Menu Beeld weergeven. Hiermee geeft u de map weer in plaats van het hele pad. = Mappen niveau omhoog. Hiermee gaat u naar een hoger niveau in de = Eén mappenstructuur. pictogrammen. Hiermee geeft u alle bestanden weer als grote = Grote pictogrammen. pictogrammen. Hiermee geeft u alle bestanden weer als kleine = Kleine pictogrammen. Hiermee geeft u een lijst met alle bestanden weer. = Lijst. Hiermee geeft u details van alle bestanden weer. = Details. Hiermee geeft u details van alle bestanden weer. = Uitgebreid. op. Hiermee sorteert u alle bestanden in de volgorde die = Sorteren u selecteert. Hiermee geeft u informatie weer over het huidige bestand. = Eigenschappen. Hiermee geeft u de status van het huidige bestand weer. = Statusscherm. Hiermee kunt u de werkbalk weergeven of verbergen. = Werkbalk. Werkset = MenuOpties. Hiermee stelt u diverse opties voor de weergavemodus en het = compressieniveau van een archiefbestand in. = Info over ZIP. Hiermee geeft u versie- en copyrightgegevens weer.
174
Andere toepassingen gebruiken
9.7 Gesproken snelkeuze gebruiken U kunt stemlabels opnemen zodat u door alleen maar een woord uit te spreken een telefoonnummer kunt kiezen of een programma kunt starten
Een stemlabel voor een telefoonnummer maken 1. Tik Opstarten > Contactpersonen aan of tik Contactpersonen aan in het scherm Vandaag om de lijst met contactpersonen te openen. 2. Voer een van de volgende handelingen uit:
de gewenste contactpersoon aangetikt en tik Stemlabel = Houd toevoegen aan. de gewenste contactpersoon en tik vervolgens Menu > = Selecteer Stemlabel toevoegen aan. de gewenste contactpersoon aan om het scherm met gegevens voor = Tik die contactpersoon weer te geven, selecteer een telefoonnummer en tik vervolgens Menu > Stemlabel toevoegen aan
Andere toepassingen gebruiken 175
3. Selecteer het telefoonnummer waarvoor u een stemlabel wilt maken, en tik vervolgens de opnameknop ( ) aan.
Selecteer het gewenste telefoonnummer.
Tik de opnameknop aan om met opnemen te beginnen.
4. Als u klaar bent, wordt rechts van het item het stemlabelpictogram ( ) weergegeven. 5. Als u een stemlabel maakt voor het item, kunt u het volgende doen: Tik de opnameknop ( ) aan om het stemlabel opnieuw te maken. Tik de afspeelknop ( ) aan om het stemlabel af te spelen. Tik de knop voor verwijderen ( ) aan om het stemlabel te verwijderen.
= = =
Het stemlabelpictogram
De bedieningsknoppen
Tip
Voor een betere nauwkeurigheid doet u er goed aan de opname uit te voeren in een stille ruimte.
176
Andere toepassingen gebruiken
Een stemlabel voor een programma maken 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Gesproken snelkeuze aan. 2. Op het tabblad Toepassing wordt een lijst weergegeven met de programma’s die op het toestel zijn geïnstalleerd. 3. Maak een stemlabel voor het gewenste programma op de hierboven beschreven manier. 4. U kunt het programma vervolgens starten door het opgenomen stemlabel uit te spreken nadat u op de spraakopdrachttoets hebt gedrukt.
Andere toepassingen gebruiken 177
Een nummer kiezen of programma starten met een stemlabel 1. Druk op de spraakopdrachttoets op het toestel. 2. Spreek na een geluidssignaal het opgenomen stemlabel uit dat u hebt toegewezen aan het telefoonnummer dat u wilt kiezen of het programma dat u wilt starten. Het stemlabel wordt herhaald en vervolgens wordt automatisch het nummer gekozen of het programma gestart.
Opmerking Als het stemlabel niet wordt herkend, moet u duidelijker spreken of zorgen voor minder achtergrondgeluid. Probeer het vervolgens nogmaals.
178
Andere toepassingen gebruiken
Gemaakte stemlabels weergeven en testen 1. Tik Opstarten > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Gesproken snelkeuze aan 2. Op het tabblad Stemlabel wordt een lijst weergegeven met alle stemlabels die u hebt gemaakt. 3. Selecteer een item in de lijst en voer een van de volgende handelingen uit:
= Tik de opnameknop ( ) aan om het stemlabel opnieuw te maken. = Tik de afspeelknop ( ) aan om het stemlabel af te spelen. de knop voor verwijderen ( ) aan om het stemlabel te = Tik verwijderen.
Bijlage
A.1 A.2 A.3 A.4 A.5 A.6
Wettelijke kennisgevingen Pc-vereisten om ActiveSync 4.0 uit te voeren Problemen oplossen Specificaties Garantieverklaring Index
!”T§==Mobile===
180
Appendix
A.1 Wettelijke kennisgevingen Wettelijke identificatienummers Wegens wettelijke identificatiedoeleinden is aan het product het modelnummer WIZA200 toegewezen. Gebruik alleen de accessoires die hieronder worden genoemd met de WIZA200 voor een betrouwbare en veilige werking van het toestel. Aan de batterij is het modelnummer WIZA16 toegewezen. dit product moet worden gebruikt met een gecertificeerde energiebron van klasse 2 met 5 volt gelijkstroom en 1 Amp als maximale voedingsbron.
Kennisgeving van de Europese Unie Producten met de CE-aanduiding voldoen aan de R&TTE-richtlijn (99/5/EC), de EMC-richtlijn (89/336/EEC) en de richtlijn voor laag voltage (73/23/EEC) die zijn uitgegeven door de Commissie van de Europese Gemeenschap. Naleving van deze richtlijnen houdt in dat wordt voldaan aan de volgende Europese normen (tussen haakjes staan de overeenkomstige internationale standaarden). EN 60950-1 (IEC 60950-1) Safety of InformationTechnology Equipment. ETSI EN 301 511 Global system for mobile communications (GSM); geharmoniseerde standaard voor mobiele stations in het bandbereik GSM 900 en DCS 1800 met essentiële vereisten onder artikel 3.2 van de R&TTE-richtlijn (1995/5/EC). ETSI EN 301 489-1 Electromagnetic compatibility and Radio spectrum Matters (ERM); ElectroMagnetic Compatibility (EMC) standaard voor radioapparatuur en -services, deel 1: algemene technische vereisten. ETSI EN 301 489-7 Electromagnetic compatibility and Radio spectrum Matters (ERM); ElectroMagnetic Compatibility (EMC) standaard voor radioapparatuur en -services, deel 7: specifieke voorwaarden voor mobiele en draagbare radio- en hulpapparatuur voor digitale mobiele radiotelecommunicatiesystemen (GSM en DCS). ETSI EN 301 489-17 Electromagnetic compatibility and Radio spectrum Matters (ERM);
= = = = =
Appendix 181
= = = = =
ElectroMagnetic Compatibility (EMC) standaard voor radioapparatuur en -services, deel 17: specifieke voorwaarden voor breedbandverzendsystemen met 2,4 GHz en RLAN-apparatuur met 5 GHz voor optimale prestaties. Accessoiremodel sleenummer PH15x ETSI EN 300 328 Electromagnetic compatibility and Radio spectrum Matters (ERM); breedbandve rzendsystemen; apparatuur voor gegevensverzending met een ISM-bandbreedte van 2,4 GHz ISM en met technieken voor gespreide spectrummodulatie. GSM11.10 ANSI/IEEE C.95.1-1992 Specifiek absorptiepercentage van de straling van mobiele telefoons in verband met de gezondheid. EN 50360:2001 Productstandaard waarin wordt aangegeven dat mobiele telefoons voldoen aan de basisbeperkingen met betrekking tot de blootstelling aan elektromagnetische velden (300 MHz - 3 GHz). EN 50371:2002 Generieke standaard waarin wordt aangegeven dat elektronische en elektrische apparatuur met laag vermogen voldoen aan de basisbeperkingen met betrekking tot de blootstelling aan elektromagnetische velden (10 MHz - 300 GHz) - Algemeen publiek.
182
Appendix
Deze apparatuur mag worden gebruikt in: AT
BE
BG
CH
CY
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
GB
GR
HU
IE
IT
IS
LI
LT
LU
LV
MT
NL
NO
PL
PT
RO
SE
SI
SK
TR
Federal Communications Commission Notice This device complies with part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation. This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harm-ful interference to radio or TV reception, which can be determined by turning the equipment on and off, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures: Reorient or relocate the receiving antenna. Increase the separation between the equipment and receiver. Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected. Consult the dealer or an experienced radio or television technician for help.
= = = =
Appendix 183
Modifications The FCC requires the user to be notified that any changes or modifications made to the device that are not expressly approved by High Tech Computer Corporation may void the user’s authority to operate the equipment.
Safety Precautions for RF Exposure Tests for SAR are conducted using standard operating positions specified by the FCC with the phone transmitting at its highest certified power level in all tested frequency bands. Although the SAR is determined at the highest certified power level, the actual SAR level of the phone while operation can be well below the maximum value. This is because the phone is designed to operate at multiple power levels so as to use only the power required to reach the network. In general, the closer you are to a wireless base station antenna, the lower the power output. Before a phone model is available for sale to the public, it must be tested and certified to the FCC that it does not exceed the limit established by the government-adopted requirement for safe exposure. The tests are performed in positions and locations (for example, at the ear and worn on the body) as required by the FCC for each model. (Body-worn measurements may differ among phone models, depending upon available accessories and FCC requirements). For body worn operation, to maintain compliance with FCC RF exposure guidelines, use only original manufacturer approved accessories. When carrying the phone while it is on, use the specific original manufacturer supplied or approved carrying case, holster, or other body-worn accessory.
Belangrijke informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Bewaar alle instructies voor veilig gebruik van het product en houd u hieraan. Neem alle waarschuwingen in de gebruiksinstructies bij dit product in acht. Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen om het risico op lichamelijk letsel, elektrische schokken, brand en schade aan de apparatuur te beperken.
Algemene voorzorgsmaatregelen
u aan onderhoudsaanduidingen = Houd Voer zelf geen onderhoud uit aan het product, tenzij dit wordt beschreven in de gebruikers- of onderhoudsdocumentatie. Het onderhoud aan
184
Appendix
=
= = = = = = =
onderdelen van het product moet worden uitgevoerd door een erkende onderhoudsmonteur of serviceprovider. Reparatie van beschadigde producten Haal in de volgende gevallen de stekker van het product uit het stopcontact en laat het onderhoud uitvoeren door een erkende onderhoudsmonteur of serviceprovider: Er is vloeistof gemorst of er is een voorwerp in het product gevallen. Het product is blootgesteld geweest aan regen of water. Het product is gevallen of beschadigd. Het product is zichtbaar oververhit geweest. Het product werkt niet normaal wanneer u de gebruiksinstructies volgt. Vermijd warme plaatsen Het product moet uit de buurt worden gehouden van warmtebronnen zoals radiators, warme ventilatieroosters, kachels of andere producten (waaronder versterkers) die warmte produceren. Vermijd vochtige plaatsen Gebruik het product nooit op een vochtige locatie. Duw geen objecten in het product Duw nooit objecten in sleuven of andere openingen in het product. Sleuven en openingen zijn bedoeld voor de ventilatie. Deze openingen moeten niet worden geblokkeerd of bedekt. Bevestigingsaccessoires Gebruik het product niet op een onstabiele tafel, kar, standaard, statief of steun. Het bevestigen van het product moet worden uitgevoerd volgens de instructies van de fabrikant en met behulp van bevestigingsaccessoires die worden aanbevolen door de fabrikant. Vermijd onstabiele plaatsing Plaats het product niet op een onstabiele ondergrond. Gebruik het product met goedgekeurde materialen Dit product mag alleen worden gebruikt met computers en accessoires die geschikt zijn voor uw apparatuur. Pas het volume aan Zet het volume zachter voordat u een hoofdtelefoon of andere geluidsapparatuur aansluit.
= = = = =
Appendix 185
= Reiniging Haal de stekker van het product uit het stopcontact voordat u het reinigt. Gebruik geen vloeibare schoonmaakmiddelen of schoonmaakmiddelen in een spuitbus. Gebruik een vochtige doek voor het reinigen, maar gebruik NOOIT water om het LCD-scherm te reinigen.
Voorzorgsmaatregelen voor de voedingsbron
een geschikte externe voedingsbron = Gebruik Het product mag alleen worden gebruikt met het type voedingsbron dat wordt
=
vermeld op het label met het elektrische voltage. Als u niet zeker weet welk type voedingsbron moet worden gebruikt, raadpleegt u de erkende serviceprovider of het lokale energiebedrijf. Voor een product dat werkt op batterijen of andere bronnen, raadpleegt u de gebruiksinstructies die bij het product zijn geleverd. Wees voorzichtig met batterijen Dit product bevat een polymere lithium-ionbatterij. Bij onjuist gebruik van de batterij kunnen brand en brandwonden ontstaan. Probeer de batterij niet te openen of te onderhouden. U mag een batterij niet demonteren, in elkaar drukken, doorboren, in vuur of water gooien of blootstellen aan temperaturen die hoger zijn dan 60°C.
Blootstelling aan radiofrequentiesignalen (RF) De draadloze telefoon is een radiozender en -ontvanger. Het toestel is zodanig ontworpen en geproduceerd dat de stralingslimieten voor blootstelling aan RF-straling ingesteld door de FCC (Federal Communications Commission, een overheidsinstelling in de VS) niet worden overschreden. Deze limieten maken deel uit van uitgebreide richtlijnen en vormen de toegestane RF-energieniveaus voor de bevolking. De richtlijnen zijn gebaseerd op de veiligheidsstandaarden die eerder zijn vastgesteld door Amerikaanse en internationale instanties die zich bezighouden met standaardisering: American National Standards Institute (ANSI) IEEE. C95.1-1992 National Council on Radiation Protection and Measurement (NCRP). Report 86. 1986 International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP) 1996 Ministerie van Volksgezondheid (Canada), veiligheidscode 6. Bij het vaststellen van de standaarden is rekening gehouden met een aanzienlijke veiligheidsmarge voor de veiligheid van alle personen, ongeacht leeftijd en gezondheid.
= = = =
186
Appendix
In de V.S. en Canada bedraagt de SAR-limiet voor mobiele telefoons die door de bevolking worden gebruikt, 1,6 Watt/kg (W/kg) gemiddeld per gram weefsel. De standaard bevat een aanzienlijke veiligheidsmarge voor extra veiligheid en vanwege mogelijke verschillen in gebruik. De stralingsprestaties en de veiligheid van de storing zijn alleen onder normale omstandigheden gegarandeerd. Net zoals bij andere mobiele apparatuur met een radiozender, wordt gebruikers aangeraden geen enkel deel van het lichaam te dicht bij de antenne te houden tijdens het gebruik van het apparaat voor een juiste werking van het apparaat en de veiligheid van het personeel.
SAR-informatie
W/Kg per 1 g (FCC) lichaam = 1,272 W/Kg per 1 g (FCC) hoofd = 0,278 = 0,317 W/Kg per 10 g (CE) Waarschuwing! ONTPLOFFINGSGEVAAR BIJ ONJUISTE PLAATSING VAN DE BATTERIJ. OM DE KANS OP BRAND EN BRANDWONDEN ZOVEEL MOGELIJK TE BEPERKEN, MAG U DE BATTERIJ NIET DEMONTEREN, IN ELKAAR DRUKKEN, DOORBOREN, KORTSLUITEN, IN VUUR OF WATER GOOIEN OF BLOOTSTELLEN AAN TEMPERATUREN VAN MEER DAN 60°C. ALLEEN VERVANGEN DOOR VOORGESCHREVEN BATTERIJEN. GEBRUIKTE BATTERIJEN AFVOEREN VOLGENS LOKALE VOORSCHRIFTEN OF VOLGENS DE BIJ HET PRODUCT GELEVERDE HANDLEIDING.
Appendix 187
A.2 Pc-vereisten om ActiveSync 4.0 uit te voeren Er kan alleen een verbinding tot stand worden gebracht tussen het toestel en een pc, als op de pc het programma ActiveSync® van Microsoft® is geïnstalleerd. ActiveSync 4.0 is bijgesloten op de installatie-cd en is compatibel met de volgende besturingssystemen en toepassingen: Microsoft® Windows® 2000 Service Pack 4 Microsoft® Windows® Server 2003 Service Pack 1 Microsoft® Windows® Server 2003 IA64 Edition Service Pack 1 Microsoft® Windows® Server 2003 x64 Edition Service Pack 1 Microsoft® Windows® XP Professional Service Pack 1 en 2 Microsoft® Windows® XP Home Service Pack 1 en 2 Microsoft® Windows® XP Tablet PC Edition 2005 Microsoft® Windows® XP Media Centre Edition 2005 Microsoft® Windows® XP Professional x64 Edition Microsoft® Outlook® 98, Microsoft® Outlook® 2000 en Microsoft® Outlook® XP en Microsoft® Outlook® 2003 messaging- en samenwerkingsclients Microsoft® Office 97, met uitzondering van Outlook Microsoft® Office 2000 Microsoft® Office XP Microsoft® Office 2003 Microsoft® Internet Explorer 4.01 of hoger (vereist) Microsoft® Systems Management Server 2.0
= = = = = = = = = = = = = = = =
188
Appendix
A.3 Probleemoplossing Als er zich problemen voordoen met het toestel, kunt u de volgende lijst raadplegen om naar een mogelijke oplossing te zoeken. Als de problemen aanhouden nadat u deze mogelijke oplossingen hebt bekeken, kunt u contact opnemen met uw serviceprovider.
Voeding en batterij Probleem
Oplossingen
Ik kan het toestel niet inschakelen.
het toestel elektronisch opnieuw in met behulp van = Stel de pen. het toestel aan op de stroomadapter en controleer = Sluit de LED-indicator om te zien of het toestel wordt opgeladen. Wellicht is de batterij leeggelopen.
Het toestel blijft zichzelf uitschakelen.
Dit is een standaardfunctie van het toestel. Het toestel is ontworpen vanzelf uit te gaan als het gedurende 3 minuten niet wordt gebruikt. Deze termijn kan worden aangepast tot maximaal 5 minuten. Raadpleeg de informatie over voedingsinstellingen in de handleiding.
De datum en tijd in het toestel worden opnieuw ingesteld nadat ik de batterij heb verwijderd of vervangen.
Sluit de batterij altijd zo snel mogelijk weer aan als die wordt vervangen. De gegevens gaan verloren als de batterij gedurende een te lange tijd verwijderd is geweest.
Waarom is de batterij van mijn toestel eerder leeg dan die van mijn vriend?
Batterijverbruik verschilt per gebruiker vanwege de verschillende manieren waarop het toestel wordt gebruikt. Alleen toestellen die onder identieke omstandigheden worden getest, kunnen objectief met elkaar worden vergeleken.
Appendix 189
ActiveSync Probleem
Oplossingen
ActiveSync kan niet worden uitgevoerd of kan geen verbinding maken.
of de ActiveSync-software correct en volgens de = Controleer instructies is geïnstalleerd vanaf de meegeleverde cd. Start het toestel en/of de pc opnieuw en probeer het nogmaals.
de USB-kabel NIET aan voordat ActiveSync is geladen = Sluit of de ActiveSync-houder/kabel goed is = Controleer aangesloten. of de verbindingsinstellingen op de pc correct = Controleer zijn geselecteerd in File > Connection Settings van Microsoft ActiveSync.
ActiveSync heeft verbinding gemaakt, maar er vindt geen gegevensoverdracht plaats.
Controleer of er een verbinding tot stand is gekomen met de pc, en controleer bij Tools > Options in Microsoft ActiveSync op de pc of het juiste type informatie voor synchronisatie is geselecteerd. Zie hoofdstuk 4 voor meer informatie.
190
Appendix
Beeld en geluid Probleem
Oplossingen
Scherm bevriest of reageert niet.
Stel het toestel elektronisch opnieuw in door met de pen de knop RESET in te drukken.
Er komt geen geluid uit mijn toestel.
de geluidsinstellingen door Opstarten > = Controleer Instellingen > tabblad Persoonlijk > Geluiden en meldingen aan te tikken.
de volumeregelaar. Het kan zijn dat de = Controleer functie voor demping is ingeschakeld. Bestanden met welke extensies kunnen worden gebruikt voor alarmsignalen?
Bestanden met de *.wav-indeling. Deze moeten zich in de map Windows bevinden.
Het geluid van het toestel is alleen hoorbaar via de hoofdtelefoon.
of de aansluiting schoon en vrij van vuil is. = Controleer helpt het om het stekkertje van de hoofdtelefoon enkele = Soms keren in de aansluiting te steken en er weer uit te halen. = Controleer of de hoofdtelefoon bij het toestel is meegeleverd.
Appendix 191
Verbinding en Bluetooth Probleem
Oplossingen
Ik kan geen verbinding maken met internet en ik kan niet surfen.
of u een internetserviceprovider hebt = Controleer ingesteld en hiermee verbinding hebt gemaakt. of de draadloze verbinding met de mobiele = Controleer serviceprovider is geactiveerd en of het signaal niet wordt gehinderd.
bij de internetserviceprovider of uw = Controleer gebruikersnaam en wachtwoord juist zijn. Ik kan geen draadloze synchronisatie uitvoeren.
Op deze manier kunt u rechtstreeks draadloos synchroniseren met een Microsoft Exchange 2003 Server. Zo kunt u uw e-mail, contactpersonen, agenda en taken veilig bijwerken vanaf elke plaats waar u een verbinding tot stand kunt brengen. Er is geen pc nodig om deze functionaliteit te kunnen gebruiken, maar uw IT-beheerder moet deze service wel voor u beschikbaar hebben gemaakt.
Ik kan geen infrarood (IR) gebruiken om informatie te verzenden.
slechts één bestand of maximaal 25 = Verzend visitekaartjes tegelijk. de IR-poorten zo uit dat ze niet worden belemmerd = Lijn en zich dicht bij elkaar bevinden. of er geen belemmeringen tussen de IR-poorten zijn. = Controleer het licht in de ruimte aan. Sommige typen licht storen IR= Pas verbindingen. Ga naar een andere locatie of doe een aantal lampen uit. Gebruik infraroodverzending niet in zonlicht.
Ik kan een Bluetoothverbinding niet verbreken.
Schakel de Bluetooth-verbinding uit met behulp van Comm Manager.
Ik kan een bepaald apparaat niet vinden.
Controleer of Bluetooth is geactiveerd op het andere apparaat. = Controleer of u zich binnen 10 meter van elkaar bevindt en of = er geen obstakels zijn. of op het andere apparaat de modus = Controleer Identificeerbaar is geactiveerd.
192
Appendix
Werking Probleem
Oplossingen
Het toestel functioneert traag.
te veel programma’s geopend. Als u de belasting = Uvanhebthetmogelijk toestel wilt verlagen, kunt u onnodige programma’s
=
afsluiten door Opstarten > Instellingen > tabblad Systeem > Geheugen > Actieve programma’s aan te tikken. Stel het toestel opnieuw in door met de pen de knop RESET in te drukken.
Geheugen Probleem
Oplossingen
Erwordt een waarschuwingsbericht over onvoldoende geheugen weergegeven op het scherm.
Stel het toestel opnieuw in door met de pen de knop RESET in te drukken.
U kunt bijvoorbeeld ruimte vrijmaken op het toestel door:
bestanden te verwijderen, zoals = Overbodige oude e-mailberichten, afbeeldingsbestanden of grote videobestanden.
programma’s te verwijderen = Overbodige door Instellingen in het menu Start en te kiezen vervolgens Programma’s verwijderen.
programma’s te installeren of bestanden = De op te slaan op de mini-SD-kaart.
Media Player Probleem Ik kan in Windows Media Player een bestand niet vanuit een map verplaatsen naar een andere.
Oplossingen Gebruik Bestandsbeheer om bestanden te verplaatsen op het toestel
Bestanden met welke extensies kan ik afspelen in Windows Media Player?
video-indelingen: *.wmv, *.asf, *.mp4, = Ondersteunde *.avi. geluidsindelingen: *.wma, *.mp3, *.mid, = Ondersteunde *.midi, *.rmi, *.amr, *.awb, *.m4a.
Appendix 193
Telefoon Probleem
Oplossingen
Ik kan met het toestel geen inkomende of uitgaande gesprekken voeren.
•
kan zijn dat u zich niet binnen het bereik van het = Het netwerk bevindt. Zorg dat u bereik hebt en probeer het opnieuw
of de vliegtuigmodus niet is geactiveerd. = Controleer Tik het antennepictogram aan en schakel de
•
vliegtuigmodus uit. Hoe kan ik snel een contactpersoon zoeken en een nummer kiezen?
Begin met het invoeren van de eerste letters van de naam van de contactpersoon die u wilt bellen. Er wordt dan automatisch gezocht naar geschikte vermeldingen van contactpersonen op de SIM-kaart, in Contactpersonen en tussen de telefoonnummers in Opr.gesch. (inclusief inkomende, uitgaande en gemiste gesprekken). Vervolgens kunt u het gewenste nummer of de gewenste contactpersoon in de gefilterde lijst selecteren om te kiezen.
Hoe schakel ik de luidsprekerfunctie in?
•
tijdens een gesprek Luidspr. aan aan of houd de = Tik toets SPREKEN ingedrukt tot de luidspreker wordt ingeschakeld. Het luidsprekerpictogram ( ) wordt weergegeven op de titelbalk.
•= U schakelt de luidspreker uit door Luidspr. uit aan te
tikken, of door nogmaals de toets SPREKEN ingedrukt te houden tot de luidspreker is uitgeschakeld.
Waarom krijg ik geen signaal als de SIMkaart is geplaatst?
of de SIM-kaart goed is geplaatst. = Controleer kan zijn dat op het netwerk sprake is van SIM-lock. = Het Neem contact op met uw serviceprovider voor hulp. •= Test de SIM-kaart in een ander toestel. Mogelijk is de SIM-kaart beschadigd. • •
194
Appendix
A.4 Specificaties Systeemgegevens Processor
TI OMAP 850
Geheugen
- ROM: 128 MB - RAM: 64 MB DDR SDRAM
Besturingssysteem
Windows MobileTM Versie 5.0
Scherm Type LCD Resolutie
2,8” inch transflectie-TFT-LCD met verlichte LED’s, touchscreen (aanraakgevoelig scherm) 240 x 320 bij 65.536 kleuren
Weergavestanden
Staand en liggend
GSM/EDGE-module Functionaliteit
GSM/EDGE (850, 900, 1800 en 1900)
Modus
Dual (GSM)
Interne antenne
Ja
Cameramodule Type
CMOS 1,3 megapixels met vaste lens
Resolutie
1600 x 1280, 1280 x 1024 (SXGA), 640 x 480 (VGA), 320 x 240 (QVGA), 160 x 120 (QQVGA), 352 x 288 (CIF), 176 x 144 (QCIF)
Maten en gewicht Afmetingen
109 mm (L) x 58 mm (B) x 24 mm (H)
Gewicht
160 g (met batterij)
Appendix 195
Bediening en verlichting Navigatietoetsen - Vijfvoudige navigatietoets - Vijf programmaknoppen: Camera, Berichten, Internet Explorer, spraakopdracht, Comm Manager - Twee telefoonfuncties: Bellen en Einde - Twee functietoetsen - Schuifregelaar voor volume - Aan/uit-knop - Reset-knop Toetsenbord Type QWERTY, 41 toetsen LED’s
Tweekleurige LED aan de rechterkant: groen en oranje voor GSM in stand-by, SMS-bericht, GSM-netwerkstatus, meldingen, oplaadstatus batterij. Tweekleurige LED aan de linkerkant: blauw en groen voor Bluetooth-systeemmelding voor ingeschakeld en verzendklaar radiofrequentiesignaal en Wi-Fi-status.
Audio Audioregeling
AGC
Microfoon/ luidspreker Hoofdtelefoon
AMR/AAC/WAV/WMA/MP3 codecs
Aansluiting Infrarood
IrDA SIR
I/O-poort
USB, sleuf voor mini-SD-kaart met klepje (bovenzijde)
Antenne
Externe aansluiting voor GSM en EDGE
Audio
Aansluiting voor stereohoofdtelefoon/microfoon
Uitbreidingssleuven mini-SD-kaart
Ja
Ingebouwd/dubbel, handsfree
196
Appendix
A.5 Garantieverklaring Deze Garantieverklaring heeft betrekking op het MDA Vario-toestel van T-Mobile, inclusief oplader, hoofdtelefoonset, accu en USB-kabel (’Product’). T-Mobile Netherlands BV garandeert hierbij dat het Product bij de oorspronkelijke aankoop vrij is van defecten in materiaal en uitvoering, in overeenstemming met de hieronder gestelde voorwaarden en bepalingen: 1. Deze geldt voor de eindgebruiker die het Product koopt (’Klant’) voor eigen gebruik. Deze Beperkte garantie vormt geen beperking of uitsluiting van enigerlei rechten van de Klant, waaronder rechten ten aanzien van de verkoper/dealer van het Product. 2. Dit Product wordt gegarandeerd voor wat betreft zijn functionaliteit indien het wordt gebruikt op het mobiele netwerk van T-Mobile in Nederland, in combinatie met een SIM (Subscriber Identity Module) die is geleverd door T-Mobile Netherlands. 3. Deze garantie geldt gedurende vierentwintig (24) maanden vanaf de datum van de oorspronkelijke aankoop (’Garantieperiode’) en is uitsluitend van toepassing op de oorspronkelijke koper. Teneinde aanspraak te kunnen maken op garantie dient de Klant de oorspronkelijke aankoopbon te kunnen voorleggen. De Klant kan daartoe contact opnemen met T-Mobile Klantenservice via 0800 - 7111 of met T-Mobile Zakelijk Klantenservice via 0800 - 7112. 4. Gedurende de Garantieperiode zal T-Mobile een defect Product repareren of vervangen, zulks naar keuze van T-Mobile. De reparatie of vervanging zal worden uitgevoerd door T-Mobile of een geautoriseerde serviceorganisatie, nadat T-Mobile heeft gecontroleerd of het Product onder de garantieservice valt. Reparatie of vervanging kan ook betekenen het ter beschikking stellen van een functioneel gezien gelijkwaardig product. T-Mobile zal het gerepareerde Product of een vervangend Product in goed werkende staat retourneren aan de Klant. 5. Als T-Mobile het Product repareert of vervangt, dan is het gerepareerde of vervangen Product gegarandeerd gedurende de resterende garantieperiode van het oorspronkelijke Product of gedurende drie (3) maanden vanaf de datum van reparatie, afhankelijk van welk van de twee het langst is. Deze verlengde garantie heeft uitsluitend betrekking op het gerepareerde deel van het Product.
Appendix 197
6. Voordat u een Product inlevert voor service, dient u zeker te stellen dat u een backup heeft gemaakt van alle gegevens en dat u alle vertrouwelijke, bedrijfseigen of persoonlijke informatie hebt verwijderd. T-Mobile is niet verantwoordelijk voor schade aan of verlies van enigerlei programma’s, gegevens of verwisselbare opslagmedia. 7. Deze Beperkte garantie geldt niet voor achteruitgang van de prestaties als gevolg van gewone slijtage. Deze Beperkte garantie geldt verder niet als: a) het defect is veroorzaakt door het feit dat het Product onderhevig is geweest aan: gebruik dat niet in overeenstemming was met de gebruikershandleiding, ruw gebruik, vochtigheid, damp of extreme warmte of weersomstandigheden of een snelle verandering van bedoelde omstandigheden, corrosie, oxidatie, niet-geautoriseerde aanpassingen of verbindingen, niet-geautoriseerde opening of reparatie, reparatie met gebruik van niet-geautoriseerde reserveonderdelen, misbruik, onjuiste installatie, een ongeluk, natuurkrachten, gemorst voedsel of gemorste vloeistof, de invloed van chemische producten of andere acties die buiten de redelijke controle van T-Mobile vallen (inclusief maar niet beperkt tot defecten in verbruiksartikelen, zoals accu’s die alleen al door hun aard een beperkte levensduur hebben, en het afbreken van of schade aan antennes), tenzij het bedoelde defect een direct gevolg is van defecten in materialen of uitvoering. b) het serienummer, de datumcode van het accessoire of het IMEInummer van het Product is verwijderd, gewist, onleesbaar gemaakt of gewijzigd is, of niet te lezen is. c) het defect veroorzaakt is door het feit dat het Product is gebruikt in combinatie met of aangesloten op een accessoire dat niet is geleverd door T-Mobile of op een andere wijze is gebruikt dan waarvoor het bedoeld is. 8. T-Mobile biedt geen andere garantie dan de Garantie als beschreven in deze Garantieverklaring. In geen geval is T-Mobile aansprakelijk voor enigerlei indirecte schade of gevolgschade van welke aard dan ook, inclusief maar niet beperkt tot omzetderving of commerciële verliezen, tot de volledige mate waarin deze schade op juridische gronden kan worden afgewezen. Niets in deze beperkte garantie is bedoeld als uitsluiting of beperking van T-Mobile’s aansprakelijkheid voor schade die voortvloeit uit grove nalatigheid of opzet van de zijde van T-Mobile.
198
Appendix
A.6 Index A
B
ActiveSync 57
Back-up van bestanden maken 77
ActiveSync gebruiken 56
Batterij 17
ActiveSync installeren 57
Batterij opladen 18
Afbeeldingen en video’s bewerken 144
Bediening en verlichting 196
Afbeeldingen en video’s gebruiken 142
Belsignaal 71
Afbeeldingen en video’s sorteren 144
Beltoon 70
Afbeeldingen en video’s verwijderen 144
Beveiligde bestanden 151
Afbeeldingen en video’s verzenden 145
Beveiligingsinstellingen
Afbeeldingen instellen als achtergrond voor Vandaag 145
(Internet Explorer) 88 Blokherkenning 33
Afbeeldingen vanaf een pc kopiëren 142
Bluetooth 61
Afbeeldingen weergeven 142
Bluetooth gebruiken 89
Afbeeldingen, op webpagina’s 87
Bluetooth-verbinding 90
Afbeeldingen, weergeven
C
op webpagina’s 87
Camera 195
Afspraak zoeken 45
ClearVue PDF gebruiken 164
Agenda 120
Contactpersonen 122
Agenda zoeken 45
Contactpersonen zoeken 45
Archief zoeken weergeven 171
Cookies, beveiligingsinstellingen
Audio 196
(Internet Explorer) 88
Appendix 199
D
H
Datum / tijd / taal / landinstellingen
Handschrift 42
instellen 66
Help zoeken 45
Diavoorstellingen weergeven 143
Hoofdcamera gebruiken 130
DRM (Digital Rights Management) 151
I
E
In- en uitzoomen 137
Een notitie opnemen 44
Informatie synchroniseren 58
E-mail- en SMS-berichten 102
Infrarood (IR) 61
E-mail zoeken 45
Inleiding 30
Excel Mobile 160
Input Selector 31
Exchange Server 59
Instellingen van het scherm Vandaag 64
F
Instellingen voor MMS-berichten
Favorieten (Internet Explorer) 86
configureren 116
Favorieten, overbrengen vanaf pc 86
Invoermodus 42
G
Invoermodus Multi-aantikken gebruiken 39
Gegevens verzenden 92
Invoerscherm 30
Geheugen beheren 75
K
Geluid invoegen 114
Kalibreren 19
L Letterherkenning 32 Lijst Geschiedenis (Internet Explorer) 87
200
Appendix
M
MMS-berichten opstellen 112
Mail zoeken 45
MMS-berichten opstellen op
Maten en gewicht 195
basis van sjablonen 113
Media afspelen 151
MMS-berichten weergeven 115
Media met licenties 151
MMS-instellingen wijzigen 116
Mediabestanden kopiëren 152
MSN Messenger 118
Mediaspeler 147
Muziek, video en afbeeldingen
Menu Opstarten aanpassen 65
synchroniseren 62
Menu Werkset gebruiken 139
N
Menu’s van Windows
Navigeren door PDF-documenten 164
Media Player 148
Netwerkinstellingen 71
MIDlet Manager gebruiken 166
Notities 127
MIDlet’s installeren vanaf een pc 166
Notities zoeken 45
MIDlet’s installeren vanaf internet 166
Numerieke invoermodus gebruiken 40
MIDlet’s/MIDlet-suites beheren 167
O
MIDlet’s/MIDlet-suites
Opstarten 19
verwijderen 168
P
MIDlet-beveiliging configureren 168
PDF-bestand openen 164
MMS-account instellen 112
Persoonlijke instellingen en
MMS-berichten beantwoorden 115, 116 MMS-berichten gebruiken 111
systeeminstellingen 67 PIN-code 48, 79
Appendix 201
Pocket-pc-speler 147
Smart Dialing 55
PowerPoint Mobile 162
Snelkoppelingen gebruiken 131
privé-netwerk 85
Specificaties 195
Problemen met Windows Media
Startpagina (Internet Explorer) 86
Player oplossen 153
Synchronisatie-instellingen
Problemen met Windows Media Player oplossen 153
voor Media 62 Synchroniseren met Exchange Server 59
Programma’s toevoegen en verwijderen 73
Synchroniseren via infrarood en
S
Bluetooth 61
Scherm Windows Media 148
Systeeminformatie 195
Scherm Afspelen 148
T
Scherm Bibliotheek 148
VT9-invoermodus gebruiken 39
Scherm Camera-instellingen
Taken 125
gebruiken 138 Scherm Opties van Phone Pad gebruiken 40
Taken zoeken 45 Tekenen en schrijven op het scherm 42 Tekengrootte, webpagina’s 87
Scherm Vandaag 22
Tekst typen 31
Schermtoetsenbord 31
Tekstblokken toevoegen 114
Schrijven op het scherm 42
Telefonische vergadering 58
SIM-kaart installeren 16
Telefooninstellingen 70
202
Appendix
Terminal Services-client gebruiken 98
Vliegtuigmodus 49
Tijdelijke internetbestanden,
Voorbeeldscherm gebruiken 136
verwijderen (Internet Explorer) 88
W
Toegang krijgen tot MMS 111
Wachtwoord 79
Toegankelijkheid 153
Webpagina’s, afbeeldingen
Toegankelijkheid van Windows Media Player 153
weergeven op 87 Webpagina’s, indeling 87
Toetsenbloktoon 71
Webpagina’s, tekengrootte 87
Transcriber 34
Wettelijke kennisgevingen 180
V
Windows Media Player 147
Vastlegmodi voor foto’s
Wireless LAN Manager gebruiken 94
gebruiken 134 Vastlegmodus MMS Video
Wizard Sync Setup 57 Word Mobile 158
gebruiken 135 Vastlegmodus Video gebruiken 134
Z
Veiligheidsinformatie 183
ZIP gebruiken 170
Verbinding maken met
ZIP starten 170
Verbinding maken met
ZIP-bestanden beheren 172
Terminal Server 98
ZIP-bestanden openen 170
Verbinding met internet maken 84 Video’s afspelen 143
Zoeken 45
Appendix 203
AEEA-kennisgeving De richtlijn inzake afval van elektrische en elektronische apparaten (AEEA) die sinds 13 februari 2003 tot de Europese wetgeving behoort, heeft geleid tot een belangrijke verandering in afvalverwerking van elektrische apparatuur. Het doel van de richtlijn is in de eerste plaats het voorkomen van AEEA, en verder het aanmoedigen van hergebruik, recycling en andere vormen van terugwinning van grondstoffen om de afvalberg te verminderen. Het AEEA-logo ( ) op het product of op de verpakking geeft aan dat dit product niet moet worden afgevoerd als gewoon huishoudafval. U wordt geacht alle afval in de vorm van elektronische en elektrische apparatuur af te voeren naar speciaal daartoe aangewezen locaties. Gescheiden afvalverzameling en gedegen recycling van elektronische en elektrische apparatuur ten tijde van het afvoeren van dergelijke apparatuur, draagt bij aan het sparen van natuurlijke hulpbronnen. Daarbij is de gedegen recycling van elektronische en elektrische apparatuur ook beter voor gezondheid en milieu. Voor meer informatie over het afvoeren van elektronische en elektrische apparatuur, recycling en afgiftelocaties kunt u contact opnemen met de plaatselijke overheid, lokale milieuparken, de reinigingsdienst, de winkel waar u het toestel het gekocht, of de fabrikant van het toestel.