Matth.20:29-34
belijdenis en volw.doop
27 juni 2010
Z. Opw. 430 (Heer, ik prijs uw grote naam) Belijdenis van afhankelijkheid Vredegroet van God Z. Opw. 488 ( Heer, ik kom tot U) Lezing van Gods wet (samenvatting) Koor: the ten commandments Z. Ps.112:1 Gebed L. Matth. 20:17-28 Z. Ldb. 327 (Heer Jezus, o Gij dageraad) Kindermoment Z. E&R 417 (ben je groot) T. Matth. 20:29-34 Woordverkondiging Z. GK 163 ( ik bouw op U) Form.volw. doop Z. GK 10 (De Heer zegene u) Gebed Koor: The Lords Prayer Met goede moed Collecte Z. Ps.98:1,2,4 Koor : Peace be with you Zegen van God
ER STAAT EEN GROOT CADEAU HIER. Voor wie zou dat zijn? Dat is een spannende vraag! Maar ik ga er nog geen antwoord op geven… En ik ga ook nog niet verklappen wat er in zit. En je kunt het aan de buitenkant niet zien. Dat is bijna altijd zo met een cadeau. Het is mooi verpakt, maar wat er in zit blijft een verrassing tot je het hebt uitgepakt. Dat heb je vast zelf ook wel gehad: een cadeau, waardoor je heel erg verrast werd. Je denkt er met plezier aan terug! De preek van vanmorgen gaat ook over een groot cadeau met een geweldige verrassing. Blinde mensen mogen weer zien! En het allergeweldigste is dat ze Jezus zien! En hoe!
JEZUS IS ONDERWEG NAAR JERUZALEM 1. Hij wordt door 2 blinden erkend als koning 2. anderen hebben daar niets mee 3. maar Jezus toont dat Hij echt Koning is.
De Here Jezus is onderweg gegaan naar Jeruzalem. Niet om daar een mooi feest te vieren, maar om daar te sterven aan het kruis. Hij gaat zijn leven geven als losgeld voor velen (vs.28): zijn bloed dat gaat vloeien maakt vrij van zonde en schuld! Hij is op weg om zijn leven te geven voor de mensen. Alles wat onderweg naar Jeruzalem gebeurt, heeft daar mee te maken. Hij is in Jericho geweest. Wat daar allemaal gebeurd is, heeft veel mensen getrokken. Ze verwachten iets: zal Jezus straks Koning zijn? Er hangt spanning en verwachting in de lucht. Het is een drukte van belang. Voor de leerlingen van Jezus is het ook spannend. Ze hadden al ruzie gemaakt over wie nou eigenlijk de belangrijkste was, straks al Jezus Koning zou zijn. Ze hebben hooggestemde verwachtingen: in Jeruzalem zal straks een koningstroon klaar staan, hun Meester zal die troon bestijgen. Zij zullen delen in de eer. Voor hen is Jeruzalem de plek om thuis te komen, maar voor Jezus is het allereerst de stad die haar profeten wegjaagt of vermoordt. Als Jeruzalem maar wist waar het werkelijk om ging. Welke vrede er op het spel stond… Jezus laat Jericho achter zich. Overal mensen om zich heen. En daar wordt plotseling vanaf de kant van de weg geroepen. Zo luid dat iedereen het horen kon. Twee blinden zitten langs de kant van de weg. We weten verder niet zoveel van hen. Het zou best kunnen zijn dat één van hen Bartimeus heette. Als je deze geschiedenis in Marcus leest, wordt zijn naam daar genoemd. Maar als Mattheus de geschiedenis verteld, hebben ze eigenlijk geen naam. Best opvallend eigenlijk. Twee blinde mensen zonder naam. Gehandicapt en daarom veroordeeld tot bedelen. Je hand ophouden. Niets hebben en afhankelijk zijn van de gulheid van wie voorbij gaat. De mensen zijn onderweg naar Jeruzalem. Blijkbaar hebben ze genoeg om onderweg van te leven. Wat dat betreft zitten die twee mannen op de goede plek. Ze roepen als ze horen dat Jezus voorbijgaat. Het is vast niet de eerste keer dat ze zijn naam horen. En die naam roept wat bij hen op: Jezus! Is Hij het niet die mensen beter maakt? Die verlamde mensen laat lopen en blinde mensen weer laat zien? Het is de kans van hun leven om weer te kunnen zien! En daarom roepen ze hem. Wat roepen ze? Hoe noemen ze Jezus? De meeste mensen kennen Jezus wel. Overal wordt Hij Jezus van Nazareth genoemd. Jezus, de Nazoreeër. Zelfs aan het kruis dat er straks zal staan is dat te lezen. Jezus de Nazoreeer. Iedereen wist wel wat van Hem te vertellen. En nu is Hij onderweg naar Jeruzalem. Iedereen wil dat meemaken: wat gaan gebeuren? Dan moeten er onderweg geen toestanden komen. Niet stilstaan nu. Maar hoor die twee mensen roepen: Heer, Zoon van David… heb medelijden met ons. “Zoon van David” roepen ze. Heel opvallend klinkt dat vanaf de kant van de weg waar ze zitten.
En waar andere mensen het allemaal nog niet zo precies weten als het om Jezus gaat, blijken deze beide mensen helemaal raak te schieten: “Zoon van David”, roepen ze. Zij durven Jezus bij die naam te noemen. En daarmee laten ze iets zien en horen, waar anderen, zelfs de leerlingen wellicht, nog helemaal niet aan toe zijn. Met die naam erkennen ze Hem als de beloofde Verlosser. Zij hebben hun standpunt bepaald: Jezus is de Messias, de Verlosser die komen zou. Als straks Jezus op een ezel Jeruzalem binnenrijdt, beginnen alle mensen dat te roepen: Zoon van David, Hosanna, die komt in de naam van de Heer”. Maar die twee mannen erkennen Hem daarvoor al als de beloofde Koning van de grote toekomst. En heel bijzonder is dat ze tegelijk nederig vragen om medelijden. Van Hem weten ze zich afhankelijk. Voor hun leven van nu en voor hun leven van straks. 2. anderen hebben daar niets mee Maar oponthoud nu het zo spannend wordt, wordt niet geaccepteerd door de mensen om hen heen. Twee blinde bedelaars zijn de aandacht niet waard, nu de toekomstige Koning optrekt. Ze snauwen hen toe dat ze hun mond moeten houden. Hard klinkt dat. En hard is het. Twee mensen met een handicap mogen niet om aandacht vragen. Er zijn belangrijker dingen aan de hand. Denken de mensen. Wij kunnen ook op die manier naar iemand kijken. Alsof die ander met zijn of haar beperking minder van belang is. En vaak hebben we het over handicaps en beperkingen. Zij zijn er ook in onze gemeente, broers en zussen met een beperking, een handicap, al of niet zichtbaar. Het is goed als we elkaar ook zo kennen en ook om hen heen staan. Ze meenemen op de weg achter de Here Jezus aan. Het is goed om samen over na te denken over wat daarvoor nodig is. Voor de mensen zelf, voor ouders en kinderen, broers en zussen, partners. Tenslotte is er niemand die kan zeggen dat hij of zij geen beperking heeft. Maar met al die beperkingen kunnen we ook letten op de mogelijkheden van die ander. Wij maken snel onderscheid tussen mensen, maar maakt God dat onderscheid ook? Wij oordelen soms zo snel, maar proberen we te begrijpen hoe de ander is? God neemt ons allemaal aan als zijn kinderen, om Jezus „wil. De mensen die met Jezus meeliepen, Jericho uit, onderweg naar Jeruzalem, vonden dat ze belangrijker dingen aan hun hoofd hadden dan twee blinde gehandicapten langs de weg, die daar zaten te bedelen en te roepen. Het viel hen niet eens op dat zij Jezus op een heel andere manier aanspraken. Zagen ze hen wel echt? Mensen hebben de neiging om een oogje dicht te knijpen en de oren te sluiten voor een roep om hulp. De mensen rond Jezus willen zich niet met hen inlaten: hou je koest. Zouden er vandaag mensen over Jezus willen horen, maar krijgen ze wellicht de kans niet door de opstellingen van zijn vertrouwelingen? Dat vind ik een confronterende vraag die om onze aandacht vraagt; waar we ons niet te snel van af moeten maken.
Het is prachtig om te zien dat de twee blinden zich niet monddood laten maken, maar met meer energie tegen de anderen blijven roepen om ontferming. Je kunt in dat roepen van alles horen: boosheid misschien, omdat ze weer aan de kant geschoven worden; pijn maar ook hoop! Er is er Eén die luisteren zal. Ze hebben onthouden wat ze het meest nodig hadden en nu komt Jezus voorbij. “Zoon van David, heb medelijden met ons! En zij begrijpen het verhaal van de Mensenzoon. Niemand heeft Hem tot nu toe op die manier aangesproken. Zij gaan voorop, ondanks hun handicap. Ze hadden blijkbaar dat bijzondere charisma van geloof en vertrouwen. In iemand die ze nog nooit hadden kunnen zien of spreken. 3. Jezus toont dat hij echt koning is
En Jezus blijft staan, lezen we. Marcus vertelt dat op dat moment de omstanders, haast kruiperig toeroepen dat Jezus hen roept. Eerst hadden ze die twee afgesnauwd en nu is hun toon opeens heel anders. Wie het snapt. Moet het maar zeggen. Ze laten hun bovenkleed liggen en gaan in hun onderkleed naar hem toe. Zo nederig en zonder waardigheid. Ze hebben niets om op te houden. Jezus vraagt hen wat ze willen.”Wat wilt u dat ik voor u doe?”, vraagt Hij. En ze vragen: Heer geef ons ogen! Ogen om te zien. Ogen om hun Redder te zien! Jezus krijgt medelijden en bijna onopvallend, met een enkel gebaar en een enkel woord opent Hij hun ogen en ze zien! Meteen. Dat was werkelijk een grote verrassing. Alle cadeaus van de wereld vallen bij dat wonder in het niet. En Jezus zegt erbij, zo vertelt Marcus ons, “ je geloof, je vertrouwen heeft je gered”. Het is ongelooflijk wat daar gebeurt! En dat die beiden werkelijk ogen krijgen om te zien, blijkt wel daaruit dat ze Jezus nu gaan volgen op zijn weg. Op zijn weg naar het kruis zijn nu hun ogen gericht. Ogen die werkelijk speciaal daarvoor zijn geopend, door Jezus, de Messias, hoogstpersoonlijk! Alle nadruk valt op de roep van die twee mensen aan de kant van de weg: Zoon van David, heb medelijden met ons. Open onze ogen, opdat wij U zullen zien om U te kunnen volgen. Straks zullen heel veel mensen datzelfde roepen: Zoon van David! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer! Maar zij, die twee komen ook echt als bedelaars: Heer, als U ons onze ogen niet opent, zullen we U niet kunnen volgen. En dat noemt Jezus geloof. Want Hij is werkelijk een Koning, die bewogen is met de mensen, tot in het diepst van zijn hart. Hij opent niet alleen ogen, maar ook harten. Opdat mensen zullen volgen om zijn leerling te zijn. Zo wil Hij dat wij in Hem geloven. Hij is onze Koning en van Hem zijn wij afhankelijk. Straks doet Kishan belijdenis van zijn geloof en hij zal gedoopt worden. Hij belijdt dat Jezus Heer is over zijn leven en dat hij van Hem afhankelijk is. Gods Geest maakte het hart van Kishan open en hij mag het zien en geloven. Zo is |Jezus ook voor mij.
God zegt tegen hem: Kishan, je mag mijn kind zijn. Zoals je bent. Dat is een groot cadeau voor hem. Kind van God te zijn is het mooiste wat je krijgen kunt. En zo is hij ook Gods cadeau aan ons allemaal.
Op het podium staat nog steeds die grote doos. Dat grote cadeau. Er staan letters op: VAN GOD …. VOOR ONS ALLEMAAL KISHAN, HELP ME EENS HET OPEN TE MAKEN, WIL JE? ……………… Kijk, allemaal ballonnen in de vorm van een hart. Dat betekent dat we allemaal kinderen van God mogen zijn. Een blijvende, grote verrassing! Amen