Magazine van HAN Sport en Bewegen. Nr.2
Bossaball Spectaculaire sportmix
Jelle Huntelaar ‘Risico daagt me uit’
Het sporthart van...
SOCIAL MEDIA
www.han.nl/sEb
Voor studenten facebook.com/HANsportenbewegen twitter.com/HANsportbewegen HANsportenbewegen.nl
Voor alumni Alumni HAN Sport en Bewegen
Voor pro’s twitter.com/HAN_SenB HAN Sport en Bewegen
Of kijk op www.hansportenbewegen.nl/professionals
COLOFON Sporthart is het magazine van HAN Sport en Bewegen (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen)
2
| Sport en Bewegen
redactie-adres
redactie
fotografie
vormgeving & productie
rof. Molkenboerstraat 3 6524 RN Nijmegen
Lennart van Eekhout Marcel Rözer Patrick Spierts Han Geurts Redactie Sensor Wietske Idema
Heleen van der Wilt Ralph Schmitz
Ben Schot, Graphic Design bno
drukwerk
eindredactie
Bright Advertising
Lennart van Eekhout Han Geurts
Een hart voor sport, maar ook voor kunst en cultuur! Net zoals veel anderen heb ik een sporthart. Niet per se in de fysiologische betekenis van het woord. Mijn hart gaat sneller slaan als er iets te winnen is, het is nogal competitief. Als iemand roept dat ik de Zevenheuvelenloop niet meer binnen het uur kan lopen, dan ga ik als een gek in training en doe er alles aan om mezelf te bewijzen. Mijn hart gaat tekeer als ik Epke zie zwaaien aan de rekstok; ik houd van de combinatie schoonheid en kracht. Mijn hart vult zich met warmte als ik jonge kinderen plezier zie maken tijdens sportdagen of tijdens de gymles. Mijn hart krijgt een boost als ik mensen met overgewicht gelukkig zie zijn als ze ervaren wat het betekent om weer vrijer te kunnen bewegen. Onlangs schreef hoogleraar Organisatiekunde Mathieu Weggeman in NRC dat Nederland steeds dommer en onfatsoenlijker wordt. Hij wijt dat onder meer aan het ontbreken van een gebrek aan aandacht voor kunst en cultuur in het Nederlandse onderwijs. Zijn pleidooi voor meer lessen in en ervaring met kunst en cultuur is me ook uit het hart gegrepen. Weggeman wil de ruimte voor kunst en cultuur verkrijgen door tijd en middelen voor sportonderwijs aanzienlijk te reduceren, omdat dat gerust aan de markt kan worden overgelaten. Weggeman maakt een veel gemaakte denkfout! Sport en bewegen vergroot juist het lerend vermogen van jonge mensen en heeft sterke vormende en opvoedkundige waarden in zich. Nog los van het feit dat sport en bewegen bijdraagt aan gezondheid en welbevinden. Juist door
8 WAT IS SPORT WAARD?
Inhoud Column
in deze klassieke valkuil te stappen schiet de redenering van Weggeman tekort. Voor kunst en cultuur én voor sport en bewegen (en overigens ook voor onderwijs) geldt dat het niet aan de markt kan worden overgelaten. Om de toegankelijkheid voor onderwijs, sport en cultuur te waarborgen voor iedereen, is en blijft bemoeienis van de overheid noodzakelijk. De emancipatoire waarde van onderwijs en sport en cultuur is nu eenmaal niet in financiële termen uit te drukken. Anders gezegd, direct winst maken met sport, kunst, cultuur of onderwijs is een utopie. Weggeman zou niet moeten pleiten voor competitie tussen cultuur en sport (dat verliest hij toch, constateer ik met een competitieve grijns). Zijn op zich krachtige pleidooi zou moeten gaan over de wijze waarop in Nederland meer aandacht zou moeten zijn voor sport en cultuur, kunst en bewegen. Omdat het Nederland mooier maakt, betekenisvol is voor grote groepen mensen, bijdraagt aan fatsoen, beschaving en emancipatie. Over mijn schaduw heen springend wil ik graag de handen ineenslaan voor een fatsoenlijker, slimmer en mooier Nederland. En dan is er meer aandacht nodig voor sport én kunst én cultuur én bewegen. Te beginnen in het onderwijs.
Tjeerd de Jong Directeur
12 SLIMME KEUZES VOOR TALENTBEGELEIDING
EEN GOUDEN COMBINATIE
HAN Sport en Bewegen nr. 2 HET SPORTHART VAN...
pag. 4
pag. 14
HOLLAND HOUSE
EEN DAG OP PAPENDAL
pag. 7
pag. 18
SPORTBOEKEN
Een druk stagejaar
pag. 10
pag. 20
PROMOTIE SARAH DETAILLE
FORMUPGRADE
pag. 11
22
pag. 24
TRI MOVERE pag. 26
JELLE HUNTELAAR pag. 28
INFO SPORT EN BEWEGEN pag. 30
STEL JE VOOR pag. 32 Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
3
Geen woord over Lance Stel je schrijft een column voor ‘Sporthart’ dat maar een paar keer per jaar verschijnt. In dit geval, meer dan een maand na de val van een van de grootste helden uit de geschiedenis van de sport. Alles is dus al gezegd en geschreven. Wat doe je dan? Juist! Geen woord over hem. Maar wat dan wel? Het is een beetje als met de bankencrisis, dit nieuws raakt iedereen. Zelfs al heb je niets met sport dan weet je nog dat er een fietser is betrapt op een heleboel leugens. Wat voor een impact hebben deze leugens voor de sport? Tijdens de turbulente weken na de val van die ene man wezen velen in de richting van de organisatie van de Tour de France (en de Tour staat voor alle topsport-evenementen) De wedstrijden zijn te zwaar, ze verleiden sporters ertoe om naar middelen te grijpen en zo die wedstrijden wel succesvol te beëindigen. Dat is een beetje als de snelle jongen die met 220 kilometer per uur op de A2 wordt betrapt en roept dat ze maar niet zo’n mooie snelweg aan moeten leggen. De man wiens naam we verzwijgen heeft bedrog gepleegd. Zijn auto was opgevoerd en hij had de politie omgekocht. Maar laten we nu niet net doen alsof iedere wielrenner een bedrieger is. Laten we constateren dat meer dan 99 procent van alle wielrenners op deze wereld nog nooit ErytroPOëtine heeft gebruikt. En laten we de misstanden aan de kaak stellen. Laten we hopen dat deze wandaden altijd aan het licht komen, ook al is het pas lang na de sportprestatie. Het is net als met mafiabazen en oorlogsmisdadigers, ergens diep weg moet de angst bestaan dat er op de deur wordt geklopt en het moment van afrekenen is aangebroken. Maar laten we ondertussen zelf doorgaan met onze eigen sport. De sport wil de sport terug. De basis moet zich laten horen: ‘Jongens en meisjes, hier was het niet om te doen. Dit is S.P.O.R.T. Voor de meeste mensen is het voor de L.E.U.K.’ Dit verhaaltje is dus ook een oproep. Een oproep om je niet blind te staren op de sporthelden van deze wereld. Je fietst toch geen rondjes op regenachtige middagen omdat er iemand zeven keer de Tour won? Je bent toch geen coach bij de voetbalclub omdat Messi de gouden bal heeft gewonnen? En wat doen we nu met die man die de grootste bedrieger na de bankiers is gebleken? Hmm, we zouden het er niet over hebben… Maar toch. Mijn voorstel is om de bedrieger in dat peloton dikbuiken te laten fietsen. Ze gaan de Mont Ventoux omhoog. En de naamloze moet in de buurt blijven van zijn kopman, de oudste en traagste renner uit de groep. Vooraf en naderhand moet de man wiens naam we ook nu niet gaan noemen optrekken met de 81-jarige. En als de oude zijn slotzin spreekt : ‘Schaam je jongen. Schaam je diep.’ mag de naamloze niets terug zeggen.
Marcel Rözer 4
| Sport en Bewegen
HAN Sport en Bewegen was op verjaardagbezoek bij NOC*NSF. Het honderdjarig bestaan van de Olympische organisatie werd groots gevierd op Papendal op 3 november 2012. HAN Sport en Bewegen en HAN SENECA waren hierbij aanwezig met het Mobile Health & Performance Lab, waar bezoekers een gratis health check konden doen. Ook werd een rondetafelgesprek en workshop georganiseerd.
Dit jaar vond voor het eerste de HAN Sport en Bewegen relatiedag plaats. Studenten, professionals uit het werkveld van sport en gezondheid en onderzoekers kwamen samen op Papendal tijdens deze enerverende dag. Speciale gast Jacco Eltingh trapte af waarna er diverse workshoprondes plaatsvonden en er werd afgesloten met een borrel. In 2013 zal er dankzij het succes van dit jaar weer een plaatsvinden.
HAN Sport en Bewegen heeft het televisiedebuut gemaakt op Eredivisie Live. Bij een uitzending van N.E.C. TV was er een uitgebreid verslag van het onderzoek van het expertiseteam Talent Identification & Talent Development bij de eredivisieclub. Kijk voor de video op www.HANsportenbewegen.nl
Tijdens het Sportcafé van HAN Sport en Bewegen interviewde sportjournalist Marcel Rözer N.E.C.-coach Alex Pastoor en meervoudig Nederlands Kampioen mountainbiken Laura Turpijn. De interviews werden afgewisseld met een sportquiz waar alle aanwezige studenten en HAN-relaties aan konden meedoen. Afsluitend was er nog gelegenheid om na te praten tijdens de borrel.
De opleiding Sport- en Bewegingseducatie (SBE) van HAN Sport en Bewegen is in de keuzegids HBO voor voltijdopleidingen in 2013 als beste SBE opleiding van Nederland gewaardeerd. De studenten van de opleiding hebben hiervoor gezorgd door SBE positief te beoordelen. Meer nieuws lezen? www.hansportenbewegen.nl
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
5
HAN SENECA Expertisecentrum HAN Expertisecentrum voor SENECA sport, arbeid en gezondheid voor sport, arbeid en gezondheid
Als onderdeel van HAN Sport en Bewegen is HAN SENECA Als onderdeelbijvan Sport envan Bewegen HAN SENECA Het aangesloten deHAN Hogeschool Arnhemisen Nijmegen. aangesloten bij devoert Hogeschool van Arnhem en de Nijmegen. Het expertisecentrum o.a. keuringen uit bij landelijke expertisecentrum voert o.a. keuringen uit bij Health de landelijke Brandweeren Politiekorpsen met het Mobile & Brandweer- en Politiekorpsen het Mobile Health & Performance Lab (MH&PL). Hetmet expertisecentrum is tevens Performance Lab Het expertisecentrum gecertificeerd als (MH&PL). Sport Medisch Adviescentrum. is tevens gecertificeerd als Sport Medisch Adviescentrum.
Health & Performance Health & Performance houdt bezig met de relatie tussen ‘gezondheid’ in brede Health & Performance Cursussen HAN SENECA heeft op Cursussen
gebied van sport HAN SENECA heeftenop bewegen vele post-hbo, gebied van sport en kortdurende bewegen veleopleidingen post-hbo, en cursussenopleidingen voor kortdurende professionals in sport, en cursussen voor arbeid, gezondheid en professionals in sport, management. arbeid, gezondheid en management.
zin en het vermogen om te functioneren Health & Performance houdt bezig met debinnen relatiearbeidsgerelateerde tussen ‘gezondheid’contexten. in brede Het team diverseom projecten uit op hetbinnen gebied arbeidsgerelateerde van leefstijlverandering; zin en hetvoert vermogen te functioneren contexten. o.a. team in samenwerking het TNOuit op het gebied van leefstijlverandering; Het voert diversemet projecten o.a. in samenwerking met het TNO
Sports Economics & Sports Management Sports Economics & Sports Management richtManagement zich op de evaluatie van grote Sports Economics & Sports
sportevenementen; economie van de breedtesport economie sport en Sports Economics & de Sports Management richt zich op en de de evaluatie vanvan grote gezondheid. Het Transferpunt Sport een belangrijke in het onderzoek bij zowel sportevenementen; de economie vanspeelt de breedtesport en derol economie van sport en amateur- als Het profclubs, waarbijSport vooral de bedrijfseconomische aspecten worden bekeken. gezondheid. Transferpunt speelt een belangrijke rol in het onderzoek bij zowel In deze projecten werkenwaarbij wij o.a.vooral samendemet InnosportNL amateurals profclubs, bedrijfseconomische aspecten worden bekeken. In deze projecten werken wij o.a. samen met InnosportNL
Sports & Exercise Nutrition Dit expertiseteam houdt zich Nutrition bezig met voedingsonderzoek bij (top)sporters naar Sports & Exercise
voedingsen supplementinname, begeleidingsmethodieken effect van naar hoogte Dit expertiseteam houdt zich bezig met voedingsonderzoek en bijhet (top)sporters op voedingenensupplementinname, prestatie. voedingsbegeleidingsmethodieken en het effect van hoogte Hetvoeding team voert projecten op het gebied van voeding o.a. in samenwerking met NOC*NSF op en prestatie. Het team voert projecten op het gebied van voeding o.a. in samenwerking met NOC*NSF
Lifestyle & Health Promotion Dit expertisegebied richt zich op het bevorderen van gezondheid van individuen, waarbij Lifestyle & Health Promotion mensen in staat worden invloed van uit te oefenen op hun gezondheid. Dit expertisegebied richtgesteld zich opom hetmeer bevorderen gezondheid van individuen, waarbij Het teaminvoert uit op om het meer gebied van vitaliteit en zelfmanagement, mensen staatprojecten worden gesteld invloed uit te oefenen op hun gezondheid. o.a. team in samenwerking met uit NISB Het voert projecten op het gebied van vitaliteit en zelfmanagement, o.a. in samenwerking met NISB
Talent Identification & Development De experts Identification op het gebied van Talent&Identification & Development richten zich op Talent Development
het verbeteren vangebied talentherkenning en talentontwikkeling in de sport in Nederland. De experts op het van Talent Identification & Development richten zich op Diverse projectenvan op talentherkenning het gebied van talentherkenningen ontwikkeling worden gedaan het verbeteren en talentontwikkeling in de sport in Nederland. o.a. in samenwerking metgebied N.E.C.van Nijmegen. Diverse projecten op het talentherkenning- en ontwikkeling worden gedaan o.a. in samenwerking met N.E.C. Nijmegen.
www.HAN-SENECA.nl www.HAN-SENECA.nl sport en bewegen sport en bewegen
[email protected] | (024) 353 12 62
[email protected] | (024) 353 12 62
Les via
Paralympische Spelen vanuit het =holland house Een blinde hardloopster die haar begeleider verloor en in haar eentje de eindstreep moest zien te halen in een vol stadion. Ze werd door het hele stadion in de goede richting gestuurd en haalde de finish met een blijdschap alsof ze had gewonnen. Het was een van de vele speciale momenten die Bas van Haren van NOC*NSF meemaakte tijdens de Paralympische Spelen in Londen. Vanuit het Holland House liet Van Haren een collegezaal vol studenten Sport- en Bewegingseducatie (SBE) zien hoe de huldigingslocatie van de Nederlandse Paralympische sporters in Londen eruit zag. De studenten hadden in de module ‘Sporten met een beperking’ tijdens hun college van Guy Steenweg op Papendal de mogelijkheid om ook vragen te stellen via een online Skype verbinding.
Decor Zo was een vraag of het decor van de Olympische Spelen helemaal omgebouwd moest worden, maar dat bleek niet het geval. Het decor was namelijk juist gebouwd voor de Paralympische Spelen. Ook viel het de sporters volgens Bas van Haren op dat er meer media aandacht was voor hen dan vier jaar geleden in Peking, terwijl hij de grote NOS-vloer liet zien waarop elke avond een live programma werd uitgezonden.
Te vroeg In 2028 wil Nederland de Olympische en Paralympische Spelen organiseren. ‘In Nederland zou het daar nu nog te vroeg voor zijn. Als je kijkt naar hoe bijvoorbeeld landen als Australië en Oekraïne nu
bezig zijn met het ontwikkelen van paralympische sporten in hun land, daar kunnen wij nog wat van leren,’ aldus Bas. ‘In Australië is het heel normaal dat mensen met een beperking gewoon sporten en daar kijkt ook niemand ervan op. In Nederland is dat nog niet helemaal het geval, hoewel het zich de laatste jaren ontzettend heeft ontwikkeld. Van London kunnen we in ieder geval veel leren volgens de vertegenwoordiger van NOC*NSF. ‘Qua beleving stonden de Paralympische Spelen gelijk aan de Olympische Spelen. Er waren ruim een miljoen vrijwilligers aanwezig die enorm enthousiast waren. Het was echt fantastisch!’
De Paralympische Spelen van 2012 waren voor Nederland een groot succes. Liefst 39 medailles werden er in totaal behaald en dat zijn er zeventien meer dan vier jaar geleden in Peking. In totaal waren dat tien gouden, tien zilveren en negentien bronzen.
Docent Guy Steenweg en SBE-studenten via Skype in Londen.
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
7
Het belang van sport voor de Nederlandse economie
Wat is sport waard? De toegevoegde waarde van sport, uitgedrukt als aandeel in het totale Nederlandse Bruto Binnenlands Product (BBP), bedraagt 1,0%. Dat staat in het onderzoeksrapport ‘De bijdrage van sport aan de Nederlandse economie’. Samen met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) beschrijft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hierin het belang van sport voor de Nederlandse economie. Tevens blijkt dat 1,5% van de werkgelegenheid aan sport gerelateerd is. Dat komt neer op 130.000 banen in, door of voor de sport. Willem de Boer van HAN Sport en Bewegen was er als onderzoeker bij betrokken.
‘Met dit onderzoek van het CBS en de HAN is er voor het eerst een systematisch, internationaal vergelijkbaar overzicht van de belangrijkste economische indicatoren van de sport in Nederland,’ geeft Willem de Boer het unieke aspect van het onderzoek aan. Hierbij gaat het om de sportgerelateerde productie, consumptieve bestedingen, import en export en werkgelegenheid.
Laag Volgens sporteconoom Willem de Boer is het nu mogelijk om op Europees niveau de economische waarde van sport te berekenen. ‘Het is de bedoeling dat alle EU-lidstaten dit onderzoek uitvoeren. In vergelijking met de landen waarvan de uitkomst al bekend is, is de omvang van sport in Nederland relatief laag. Dat heeft wel veel verschillende oorzaken. Zo wordt de sporteconomie in Oostenrijk bijvoorbeeld grotendeels bepaald door de wintersport en in Groot-Brittannië zit er veel meer geld in het voetbal en in de weddenschapsector.’ Op de vraag of dat tegenvalt reageert De Boer stellig: ‘Als onderzoeker maakt het mij niet uit wat de uitkomsten zijn. ‘It just is’. Maar het is wel opvallend dat de omvang van de sporteconomie in Nederland, vergeleken met die andere landen, redelijk laag is.’ Het onderzoek naar de economische kant van sport en daarbij sportevenementen is een relatief nieuwe ontwikkeling. Zo wilde Nederland graag de Olympische Spelen van 2028 organiseren, maar onduidelijk bleef wat de kosten en baten zouden zijn. Volgens De
8
| Sport en Bewegen
Boer is het daarom van belang om over een lange termijn onderzoek te blijven doen naar de economische waarde van sport. ‘Herhaaldelijk onderzoek kan tot inzichten leiden over wat de effecten zijn van bijvoorbeeld de organisatie van grote sportevenementen op macroeconomisch niveau. In Groot-Brittannië wordt dit onderzoek nu jaarlijks uitge-voerd en hierdoor zal zichtbaar zijn wat de hele economische impact van de Olympische Spelen in Londen waren. Datzelfde doet Polen naar aanleiding van het EK 2012.’
Uitkomsten De sportgerelateerde bestedingen kwamen in 2006 uit op bijna 11,4 miljard euro. Het grootste deel daarvan bestaat uit bestedingen van huishoudens: 6,8 miljard euro. Dit is 2,7% van alle bestedingen van huishoudens. De overheidsuitgaven waren goed voor 2,6 miljard euro (2,4%). Dat het totale aandeel van sport binnen de totale bestedingen in Nederland toch aanzienlijk lager is (1,3%), komt door de beperkte impact van sport ten aanzien van investeringen (0,3%) en export (0,4%). Vooral voor de horeca is sport een belangrijke inkomstenbron: 1,1 miljard euro, oftewel bijna 9% van alle bestedingen in de horeca, zijn sportgerelateerd. Daarnaast vinden omvangrijke bestedingen plaats binnen de productgroepen ‘textiel, kleding en lederwaren’ (1,2 miljard euro), ‘openbaar bestuur’ (1,0 miljard euro), ‘onderwijs’ (1,1 miljard euro) en ‘overige dienstverlening’ (2,4 miljard euro). Onder deze laatste categorie vallen onder andere de bedrijfstakken cultuur, sport en recreatie. Het gaat dan om goederen en diensten van sportclubs, sportscholen, fitnesscentra en
sportaccommodaties, evenals sportevenementen en overkoepelende/ ondersteunende organisaties (NOC*NSF, sportbonden en -raden etc.), sportgerelateerd gokken en uitzendingen op radio en televisie. De export van sportproducten en -diensten levert Nederlandse bedrijven 1,6 miljard euro op. Daartegenover staat een import van 1,8 miljard aan sportgerelateerde goederen en diensten. Nederland kent wat betreft sport een negatieve handelsbalans van, om precies te zijn, 160 miljoen euro.
130.000 Banen In het sportgerelateerde deel van de economie zijn 130.000 mensen werkzaam (1,5 procent van alle werkenden in Nederland; stand 2006). De meesten van hen werken in loondienst (bijna 85%) en relatief vaak in deeltijd; per saldo bedraagt het totale arbeidsvolume 100.000 voltijdbanen. De arbeidsproductiviteit komt daarmee op 49.000 euro per arbeidsjaar, ruim 30% lager dan het gemiddelde in de economie van 73.000 euro. Dit hangt samen met het relatief grote aandeel van sportgerelateerde werkgelegenheid in bedrijfstakken als handel, horeca en reparatie en andere diensten waarin de arbeidsproductiviteit op zichzelf al laag is.
Willem de Boer Willem de Boer is als docent en onderzoeker verbonden aan HAN Sport en Bewegen, op het expertisegebied Sports Economics & Sports Management. Hij doet onderzoek naar economische aspecten rondom sport. Alle onderzoeksresultaten en bijpassende dienst verlening zijn voor bedrijven en organisaties beschikbaar via HAN SENEC A, het expertisecentrum voor sport, arbeid en gezondheid van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Kijk voor meer informatie op www.han.nl/seneca.
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
9
wie iets met sport heeft leest sportboeken
IK HEB AL EEN BOEK In deze rubriek zoomen we in op de beste sportboeken. We kiezen telkens 3 sportboeken en zoomen in op de Top 10 van beste sportboeken ooit. Daarin recenseren we dan telkens één boek.
Biografie Mart Smeets. Arme Mart, jarenlang aan de voeten
gelegen van Armstrong, die hij Lance mocht noemen… En nu samen met de zevenvoudige Tourwinnaar toch ook van de
troon gesodemieterd. Mart Smeets is een gekkie en dat mogen we zeggen. Maar hij is ook een vakman. Lezen dat boek!
Biografie Roger Federer. Als jonge tennisser verloor Roger
Federer heel veel partijen. Hoe hij steeds beter en tenslotte de
nummer één van de wereld werd, beschrijft de Engelse auteur Chris Bowers.
Schaduwboksen. Erik Brouwer schreef dit boek uit bewondering voor Nelson Mandela, die een fervent amateurbokser was.
Brouwer volgt het spoor van Mandela in de periode waarin de apartheid nog bestond. Apartheid? Lees dit boek en huiver hoe de wereld in Zuid Afrika er nog maar kort geleden uit zag.
top 10 In willekeurige volgorde
de renner
1
In De Renner kruipt de niet onverdienstelijke amateurwielrenner Tim Krabbé in zijn eigen hoofd. Hij doet dat zo goed dat de lezer met hem meefietst in de Ronde van Mont Aigoual, een amateurwielerkoers in de Zuid-Franse Cevennen. De euforie, maar vooral ook de pijn en geestelijke trip die Krabbé doormaakte, bleek een gevoel dat elke wielrenner – op welk niveau dan ook – herkende. Het boek werd een klassieker in de Nederlandse sportliteratuur. De Ronde van Mont Aigoual, die nog steeds bestaat, is een must voor elke amateurrenner en De Renner is verplichte literatuur voor iedereen die wielrennen een warm hart toedraagt, zelfs na ‘LANCE’...
sportboeken aller tijden Open, de biografie van André Agassi - Rapportcijfer 8,0
2 De proloog, Bert Wagendorp 3
Chez Stans, Jan Mulder
4 Wij waren de besten, Auke Kok 5
Sacred Hoops, Phil Jackson
6 Futebol, Alex Bellos 7 Moneyball, Michael Lewis 8 The fight, Norman Mailer 9 Nadal, biografie van een fenomeen 10 De renner, Tim Krabbé - Rapportcijfer 9,0
10
| Sport en Bewegen
Rapportcijfer 9,0
Promotie Sarah Detaille
Het managen van zelfmanagement In Nederland heeft één op de drie personen een chronische aandoening. In september 2012 promoveerde hoofddocent en onderzoeker van HAN Sport en Bewegen drs. Sarah Detaille met haar onderzoek naar de ontwikkeling van een zelfmanagementprogramma voor werknemers met een chronische aandoening. Door dat programma ervaren chronisch zieke mensen minder klachten op hun werk.
De gebruikte training Chronic Disease Selfmanagement Program (CDSMP) is af komstig van de Standford University in de Verenigde Staten. In 2006 volgde Sarah Detaille die training zelf en paste de inhoud speciaal aan voor dit onderzoek voor het thema ‘arbeid’. De training bestond uit zes groepsbijeenkomsten waarin de deelnemers advies kregen over belastbaarheid, arbeid, leefstijl, communicatietechnieken en over de omgang met symptomen van de aandoening. Ook moesten zij thuis en op het werk opdrachten uitvoeren.
dat wordt gefinancierd door het UWV. Ook zullen er cursussen voor paramedici en verpleegkundigen worden aangeboden, waarin zij een training krijgen over coaching, empowerment en leefstijlbegeleiding van mensen met een chronische aandoening.
Positievere houding Deelnemers werden systematisch gevolgd en acht maanden na de training scoorden de deelnemers op de opvattingen over zelfmanagement op het werk significant hoger dan de controlegroep. De houding ten aanzien van zelfmanagement op het werk werd vooral positiever bij oudere en vrouwelijke werknemers. Laag opgeleide werknemers hadden na af loop van de training een betere score voor de kwaliteit van de lichamelijke gezondheid vergeleken met de controlegroep. ‘Dat heeft wellicht te maken met dat zij vaak niet zo gewend zijn om voor zichzelf op te komen’, analyseert Sarah. Met dank aan een subsidie is twee jaar geleden tevens gestart met een aangepaste training voor studenten met een chronische aandoening. ‘Die komen tijdens hun studie dezelfde problemen tegen, zoals vermoeidheid of pijn en het vinden van balans tussen studie en privéleven’, reageert Sarah. De training voor studenten was succesvol: studenten ontdekken hun sterke en zwakke punten en leren om te gaan met hun aandoening. Cirkel Bij het onderzoek is ook gebruik gemaakt van het onderwijs, door middel van studenten die stage liepen, enquêtes hielden en meehielpen met het ontwikkelen van trainingen. De resultaten van het onderzoek worden ook gebruikt voor het onderwijs en er worden casussen ontwikkeld. Sarah: ‘Zo is de cirkel weer rond’. Naar aanleiding van het promotieonderzoek komt er een Project Zelfmanagement voor studenten met een chronische aandoening,
HAN Sport en Drs. Sarah Detaille is als hoofddocent en onderzoeker van nce. Daarin Performa & Health egebied expertis het op m werkzaa Bewegen zin en het brede in eid’ doet zij onderzoek naar de relatie tussen ‘gezondh ten ksresulta onderzoe Alle r. werkvloe de vermogen om te functioneren op bedrijven voor aar beschikb SENECA HAN ecentrum zijn via het expertis en organisaties. Meer info: www.han.nl/seneca.
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
11
Symposium in De Goffert
Slimme keuzes
voor talentbegeleiding Het Gofferstadion was op 28 september 2012 het decor voor het Symposium ‘Talentbegeleiding – Slimme Keuzes’. Hier kreeg het publiek een antwoord op de vraag hoe je jonge sporttalenten kunt begeleiden. Waar kun je als club, trainer of coach op inzetten, maar ook; waar moet je rekening mee houden als je te maken hebt met een (potentiële) topsporter?
‘Ook al zitten we in een voetbalstadion, het draait vandaag niet alleen om voetbal. We hebben het vandaag over de begeleiding van jonge, professionele sporters’, vertelt dagvoorzitter Marcel Rözer. Daggast Aad de Mos, voormalig voetballer en voetbaltrainer, is aanwezig om zijn kijk te geven op de begeleiding van veelbelovende sporters.
Sportmigratie De aanleiding van het Symposium ‘Talentbegeleiding – Slimme Keuzes’ is een onderzoek naar ‘Migratie in de Sport’. Rianne Kannekens en Jasper de Greef, beiden onderzoeker binnen het expertisegebied Talent Identification & Talent Development van HAN SENECA, hebben twee jaar lang onderzoek gedaan naar transfers in de sport. Bij een transfer kun je denken aan een sporter die overstapt van een Nederlandse amateurclub naar een profclub, maar ook een sporter die uit het buitenland komt en bij een Nederlandse club komt spelen. ‘De prestaties na een transfer zijn niet altijd zoals verwacht’, vertelt de Greef. De vraag is hoe dat kan. Met dit onderzoek hebben we geprobeerd om daar achter te komen.’
Verwachtingen Een opmerkelijke conclusie uit het onderzoek is dat de verwachtingen van spelers die getransfereerd zijn, hoger zijn dan de verwachtingen die een trainer heeft van de getransfereerde speler. Dit verschil in verwachtingen kan ervoor zorgen dat een speler teleurgesteld raakt
12
| Sport en Bewegen
wanneer hij niet wordt opgesteld door zijn of haar coach. Dit kan invloed hebben op de motivatie, met alle gevolgen voor de prestaties. ‘Daarbij komt dat de coach zich vaak niet eens bemoeid heeft met het proces van transfereren, daar zijn meestal andere mensen mee bezig geweest’, vertelt de Mos. ‘Bovendien kunnen grote spelers gemakkelijk mislukken bij een club. Denk aan een speler die in het systeem van Ajax prima presteert, maar faalt wanneer hij een totaal ander systeem bij PSV moet spelen. De speler moet dus zijn eigen identiteit kennen om op de juiste plek terecht te komen.’
Zelfregulatie ‘Het proces van plannen en doelen stellen, monitoren, reflecteren en evalueren is essentieel bij het behalen van de top’, vertelt Marije Elferink-Gemser, lector van het expertiseteam Talent Identification & Talent Development. In vogelvlucht presenteert zij enkele resultaten van jarenlang onderzoek naar zelfregulatie van sporters. ‘Wanneer je een groot vermogen hebt tot zelfregulerend gedrag, besteed je je tijd efficiënter en is de kwaliteit van je training hoger. Je ziet dan ook dat deze sporters het halen tot de top, terwijl de sporters die hier minder vaardig in zijn niet verder komen dat de subtop of amateurniveau.’ De Mos herkent dit uit zijn praktijk: ‘Tijd en kwaliteit van de training, dat is waar het om draait. Al moet je als trainer altijd de oplossing voor een speler kunnen aanreiken wanneer hij het zelf niet meer weet.’
Hoe breng je nu de wetenschap naar de praktijk van talentbegeleiders? De workshops in de middag hebben hier een begin mee gemaakt. Experts vertelden meer over identificatie en transfers, de rol van cultuurverschillen, presteren in teamsport en welbevinden en transfers. De vraag is of wetenschappelijk onderzoek het uitgangspunt moet zijn wanneer we talent willen identificeren en begeleiden, of dat het ‘slechts’ dient als hulpmiddel. Ondanks de uitspraak van De Mos (‘ik geloof nog altijd in mijn eigen ogen’), geloven de leden van het Expertiseteam Talentidentificatie en Talentontwikkeling in de waarde die hun onderzoek heeft voor de praktijk.
Rianne Kannekens en Jasper de Greef zijn als docent en onderzoeker verbonden aan HAN Sport en Bewegen (HAN S&B), op het expertisegebied Talent Identification & Talent Development. Alle onderzoeksresultaten zijn via het expertisecentrum HAN SENECA beschikbaar voor bedrijven en organisaties. Kijk voor meer informatie op www.han.nl/seneca
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
13
Het sporthart van...
In ‘Het sporthart van…’ komen medewerkers en studenten van HAN Sport en Bewegen aan het woord over sporten waar hun hart sneller van gaat kloppen. Sommigen zijn topsporter, sommige doen het puur omdat ze het leuk vinden. Maar één ding hebben ze gemeen: sporten is een belangrijk onderdeel van hun leven. Marcel Rözer interviewde een negental over hun passie voor bewegen.
14
| Sport en Bewegen
‘H
Het gaat om de teampr Karin Lüchters - student SGM
‘Op mijn vierde begon ik te voetballen, bij OJC in Rosmalen. Daar speel ik nog steeds. Ik begon te keepen op mijn zesde. Het mooie is dat mijn beide opa’s, zowel van vaders als van moeders kant, hebben gekeept. Het zit dus mooi in de familie.’ Ik heb lang bij de jongens gespeeld. Keep nu bij Dames 1. Drie keer per week trainen en één keer per week spelen. Het leukste vind ik als ik beslissend kan zijn voor mijn team. Dus als er in de laatste minuut een aanvaller in zijn eentje op me af komt, in zijn eentje. Dan moet ik er op het juiste moment voor duiken en dat is best lastig. Als het lukt ben ik heel tevreden.’
‘Ik begon op mijn zesde te keepen’
Jeroen Reintjes - student SGM ‘Ik ben een hardloper. Altijd geweest ook. Een leraar op de basisschool wilde dat we ook met andere sporten kennismaakten dan alleen met voetbal. Bij een Cooper-test was ik direct de beste. Ook de Shuttle-run test was goed. Dus ik wist wel dat ik enig talent had. Trainen doe ik veel en graag. Als het er echt toe doet dan ren ik wel sneller dan drie minuten per kilometer. Maar als het iets langzamer mag, dan kijk ik goed om me heen. Ik denk dan heel vaak: ‘Ach, was er maar iemand bij me die kon zien hoe mooi dit is. Dat geeft de kick.’
‘Trainen doe ik veel en graag’ Robin Woestenenk - student SGM ‘Toen ik twaalf was ging ik naar de balletacademie in Den Haag. Daar waren 1200 aanmeldingen en werden vijftig nieuwe leerlingen aangenomen. Door omstandigheden heb ik daar maar anderhalf jaar gezeten. Het was een harde leerschool. Onze Russische lerares had haar nagels in een punt gevijld en als je dan niet goed stond, kreeg je een prik in je achterste. Ik kwam terug bij mijn ouders in Zutphen en ben daar tot mijn zestiende blijven dansen. Omdat ik iets aan zelfverdediging wilde gaan doen, ben ik gaan kickboksen. Dat ging meteen goed. Ik ben een type mens die inspanningen nodig heeft. Verder trekt me het spirituele gedeelte van de sport heel erg aan. Het doet soms pijn, maar er is respect voor de tegenstander. Dat is voor mij heel belangrijk.’
‘Er is respect voor de tegenstander’ Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
15
‘Trainen doe ik
Het sporthart van...
Ellen Schravendeel - directiesecretaresse
‘Als ik chloor ruik, stijgt mijn stemming’
‘Als ik chloor ruik, zwembadchloor, dan stijgt mijn stemming onmiddellijk. Iets in mij begint dan te borrelen. Het zal wel met vroeger te maken hebben; het zwembad, de groep waarmee ik zwom, het was erg leuk en gezellig. Zwemmen is voor mij een sociaal gebeuren, je trekt op met mensen die hetzelfde fijn vinden. Ik was goed op de vlinder- en de vrije slag. Ja, ik zwem nog steeds. Om de vriendschappen, de leuke dagen in zo’n zwembad en, ja zeker, ook om het dat heerlijke lichte gevoel dat je in het water hebt.’
Marie Louise Verhees - docente
‘Ik geniet van de voetbalkantine’
‘Ik ben opgegroeid met de sfeer van een voetbalkantine. Mijn vader speelde bij vv Vosmeer op het eiland Tholen. Toen mijn man lid werd van Juliana in Malden heb ik me aangemeld als vrijwilliger. Ik wilde graag met kinderen aan de slag. Ik ben begonnen als coach van een D-team, dat heb ik twee jaar gedaan. Heerlijk vond ik dat. Maar ja, hoe het dan gaat, er moest een D-coördinator komen. Dat heb ik ook twee jaar gedaan en nu ben ik wedstrijdsecretaris. Dat betekent dat ik wat verder af sta van het werken met kinderen. Ik werk heel hard achter de schermen; welk team speelt waar, de indeling is best lastig om iedereen tot zijn recht te komen. Maar het is mooie bijdrage aan zo’n amateurclub. En ja, ik geniet weer van de voetbalkantine.’
Gabrielle Lansink - student ALO
‘Ik was de enige die het masker paste’ 16
| Sport en Bewegen
‘Ik speel mijn leven lang al in Beuningen. Het is vreemd, maar ik wilde altijd al op hockey. Zo lang ik me kan heugen. Ik had neefjes die speelden, maar ik denk dat ik al eerder enthousiast was. Ik ben eerst gaan spelen, als aanvaller, en toen een keer de keepster ziek was, was ik de enige die het masker paste. Zo ben ik gaan keepen. En ik vond het direct leuk. Duiken, en zorgen dat de bal zo snel mogelijk uit de cirkel verdwijnt. Soms met een sliding en soms met ‘een stukje tegenstander’. Haha. Dat is een heerlijk gevoel. Dat ik overigens even moet missen, want ik ben een jaar gestopt. Ik zet even alles op mijn studie, want sportleraar worden is toch mijn belangrijkste passie.’
veel en graag’ ‘Als ik chloor ruik, Max van der Pas - student ALO ‘Als klein jochie, wilde ik al bokser worden. Maar in Elzendorp waar ik vandaan kom, was alleen een voetbalclub en kon je gaan tennissen. Bovendien waren mijn ouders erop tegen dat ik ging boksen, vanwege het slechte imago van de sport. Maar uiteindelijk kreeg ik toch mijn zin. Ik was acht en bokste meteen vrij aardig. Nu boks ik in de Bundesliga en ga ik misschien wel een keer naar de Olympische Spelen. Ik zie boksen als een spel. Ik wil iemand raken en moet ervoor zorgen dat ik zelf niet geraakt word.’
‘Ik zie boksen als een spel’
Jasper de Greef - docent/onderzoeker ‘Ik heb tot mijn vijftiende gevoetbald bij Vitesse’08 in Gemert. Ik was best goed en werd in mijn laatste seizoen ook benaderd door een scout van NEC. Ik scoorde nogal veel. Maar ik had toen al beslist om te gaan volleyen. Mijn vader heeft vroeger hoog gespeeld, maar het lijkt erop dat mijn keuze voor deze sport niets met hem te maken heeft. Hij liet mij vrij in mijn keuze en ik kan me ook niet herinneren dat ik bij een wedstrijd van hem ben geweest. Ik vond het voetballen veel te hard worden en ervoer bij de volleyballers een veel prettiger en duurzamer contact. Verder vind ik het een mooie combinatie van ‘samen dingen doen’ en onderdeel uitmaken van de wereld om de sport heen. Die vind ik in het volleybal veel aangenamer dan in het voetbal.’
‘Ik vond voetbal veel te hard worden’
Iris de Zee - student SGM ‘Ik ben al heel jong gaan basketballen. Op straat. Daar gaat het om de trucjes en niet om het resultaat en dat merkte ik toen ik op mijn elfde de zaal in ging. Iemand had gevraagd of ik eens langskwam, ik had wel talent. Het duurde even voordat ik het spelletje in de zaal door had. Het gaat daar niet zozeer om je eigen prestatie maar om die van het team. Dat is nu nog de kick die ik heb, dat ik anderen beter kan laten spelen. Het basketbal heeft een soort ritme. Hiphop en daarbij coole kleding. Inmiddels ben ik 24 en voorzitter van studentenbasketbalvereniging Trajanum. Ik speel nog steeds, maar ben, ook in het kader van mijn studie, de vereniging zoveel als het nodig is aan het professionaliseren. Dat gaat me aardig goed af.’
‘Het gaat om de teamprestatie’ Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
17
ALO-studenten het hele jaar op Papendal
Studeren in de sportiefste omgeving van Nederland
De populariteit van de ALO, die studenten opleidt tot leraren lichamelijke opvoeding, is groot. Dit jaar zijn er acht klassen gestart op de Molkenboerstraat. Voor meer studenten was geen plek. Om de overige dertig toch tegemoet te komen, kwam de organisatie met een noviteit: (bijna) de hele opleiding volgen op sportcentrum Papendal (wat overigens prima past binnen de visie van de HAN Sport en Bewegen, waar de ALO toe behoort). Hoe ziet een dag studeren op Papendal eruit? Het is vroeg in de ochtend. De kou zit in de lucht. Er zweeft een lichte mist over de velden van Sportcentrum Papendal. In sporthal West, naast het onderwijsgebouw van HAN Sport en Bewegen en CIOS, brandt licht. In de hal zijn zo’n vijftien studenten aanwezig, al omgekleed en klaar om hun spieren aan te sporen. De rest druppelt de volgende tien minuten binnen. Energie Kwart voor negen is lastig te halen voor sommigen. Het openbaar vervoer rond Papendal is natuurlijk niet zo uitgebreid en intensief als in het centrum. Maar dat ze er veel voor over hebben om de vakken te volgen, blijkt wel uit de verhalen over reistijden: studenten komen uit
18
| Sport en Bewegen
alle windstreken, van Olst tot Schijndel. Nathalie Altena (17) vertrekt bijvoorbeeld om 7 uur van huis in Olst om op tijd in Arnhem te zijn. En dat terwijl ze door een blessure niet eens aan de practicumlessen kan meedoen. ‘Het is hier veel kleinschaliger, waardoor je iedereen kent. Dat spreekt me wel aan. In Nijmegen heb je acht klassen! En vanuit Olst is Arnhem ook dichterbij dan Nijmegen, glimlacht ze. Dat telt ook mee.’Als iedereen er is, haalt een aantal studenten de attributen op die ze voor de komende les nodig hebben. Vanuit het magazijn worden dikke matten, paarden en ballen naar de sporthal gesjouwd. We kijken mee bij het practicum Leren Lesgeven. In dit vak leren de studenten gymles te geven aan een doelgroep van kinderen van zeven tot twaalf jaar, maar als een aantal van hen een bal ziet rollen, zijn ze moeilijk in toom te houden. De energie schiet door de gezonde lichamen en wil eruit. Op elkaar Na anderhalf uur rennen, springen, vliegen, duiken, vallen en opstaan komen de fanatiekelingen tot rust tijdens het vak LOPO (Lichamelijke Opvoeding in het Primair Onderwijs), een theorievak over de ontwikkeling van het kind in de basisschooljeugd. In een klaslokaal bespreken de nog nazwetende jongeren lastige situaties die zich hebben voorgedaan
tijdens stages. De vijftien worden verdeeld in twee groepen, er wordt per groep een voorzitter en een notulist aangewezen. Vervolgens legt iemand een situatie uit, waar de rest op reageert, door vragen te stellen en suggesties of oplossingen aan te dragen. Zoals het verhaal van een meisje in de bovenbouw van een basisschool dat gepest wordt vanwege haar beperkte motoriek. Topsporters Na drie kwartier pauze, over het algemeen doorgebracht in de bescheiden kantine van het onderwijsgebouw, zijn de twee groepen weer terug in sporthal West. ‘We gaan ook wel naar het hoofdgebouw van Papendal’, zegt Bram van Geffen (21). ‘Daar kun je lekker lunchen. Ook leuk om daar rond te kijken, omdat je daar topsporters kunt tegenkomen.’ Bram woont in Schijndel. ‘Met het openbaar vervoer is dat twee uur heen en twee uur terug, ja. Maar dat maakt me niet uit. Op de heenweg slaap ik meestal en op de terugweg begin ik alvast aan mijn huiswerk.’ Hem spreekt studeren op Papendal wel aan. ‘Het heeft een bepaalde uitstraling. Je krijgt les in een hal naast de beste tafeltennissers van Nederland, en aan de andere kant van de straat trainen de beloftes van Vitesse. En het kleinschalige, van dertig medestudenten, spreekt me ook aan. Het bevalt me hier prima.’
Spelregels Terug naar de les: de docente van LOPO begeleidt de studenten nu tijdens het practicum Sportvaardigheden. Voor dit blok hebben studenten zelf een spel moeten bedenken – op basisschoolniveau. De bedenkers zetten de attributen (doel, basket, pionnen, kegels) op de juiste plekken neer, gaan voor de groep staan en leggen de spelregels uit. En daarna gaan ze los! Als gekken proberen de studenten, die in groepen verdeeld zijn, te scoren, met voetbal, basketbal, hockeybal, het maakt allemaal niet uit, als het maar een bal is. Het is aan de docenten om deze – positieve energie te kanaliseren, of dat nu in een schoolgebouw in Nijmegen is of op een sportcomplex in Arnhem, dat maakt verder niet uit. Maar voor sportgekken is Papendal natuurlijk een toplocatie.
Vanaf 2014 zal HAN Sport en Bewegen ook het Universitair Sportcentrum in Nijmegen betrekken. Daarmee zitten de ALO, SBE en SGM op de plekken die sport ademen en waar ze dus thuis horen.
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
19
SGM-stagiair Ruben van de Water
Ruben kiest nooit voor de makkelijke weg Ruben van de Water (25) is geboren en getogen Nijmegenaar en leeft voor de voetbalsport. Als talentvolle speler, als jeugdtrainer en sinds kort als eigenaar van een eigen meidenvoetbalschool. Als vierdejaars student Sport, Gezondheid en Management staat hem nu een spannend jaar te wachten.
Ruben tijdens de training van N.E.C. D1
‘Het was een droom van me om naar Amerika te gaan’
20
| Sport en Bewegen
Ruben gold in de jeugd zelf als talent en werd opgemerkt door onder andere FC Oss en NAC Breda. Hij studeerde aan het CIOS in Arnhem en speelde voor hoofdklasser SV Deurne. Dat bleef niet onopgemerkt; hij kreeg een 4-jarige beurs om te voetballen en te studeren aan de Xavier University in Ohio. Ruben: ‘Het was een droom van me om naar Amerika te gaan. Helaas werd mijn moeder ernstig ziek en overleed. Ik ben enig kind en heb toen besloten bij mijn vader te blijven en te beginnen met de studie SGM’.
Kriebels Maar de kriebels voor Amerika bleven bestaan. Na twee jaar kwam er opnieuw een aanbod vanuit Ohio, dit keer van de Dayton Dutch Lions, de club van onder andere oud-prof Erik Tammer. ‘Ik ging er niet alleen heen om te voetballen. Ik wilde ontdekken waar mijn talent zat, wat ik eigenlijk het leukste vind en hoe ik verder wil. Ik heb dan ook veel verschillende dingen aangepakt, zoals het opstarten van de jeugdopleiding, trainingen verzorgen en zelf voetballen. Ik werkte van negen tot negen en na een jaar was ik helemaal op’. Ruben heeft er toch geen spijt van. ‘Ik wilde het heel graag en nu weet ik wat het is. Ik heb er heel veel van geleerd en een goed beeld gekregen wie ik ben en wat ik wil. Ik ben een trainer met managementkwaliteiten en ambitie in de topsport’.
Spannend Zijn SGM-diploma zal hem straks zeker van pas komen. Maar eerst wacht hem nog een spannend jaar. ‘Ik ben net gestart met
‘Ik werkte van negen tot negen en na een jaar was ik helemaal op’ mijn praktijkstage en aansluitend volgt de afstudeerstage. Mijn stageopdracht sluit goed aan bij mijn werk als trainer/coach. Voor Topsport Gelderland doe ik een behoeftenonderzoek onder coaches in de topsport. Wat vinden zij belangrijk in de coaching, wat missen ze daarin, en hoe kan Topsport Gelderland daarin ondersteuning bieden. Je vraagt je af hoe hij het allemaal geregeld krijgt. Drie avonden in de week trainingen geven aan NEC D1, één avond per week aan de meiden van NEC, op zaterdag een wedstrijd en zondag zijn eigen voetbalschool. En dan heeft hij ook nog een vriendin, bezoekt concerten en speelt gitaar. ‘Ik heb nooit de makkelijke weg gekozen. De tijd dat je studeert moet je aanpakken om te experimenteren, te onderzoeken wat je wilt, waar je goed in bent. Ik kijk niet ver vooruit maar probeer kansen te zien en te pakken. Ik barst altijd van de ideeën, maar de kunst is om er iets mee te doen en het af te maken. Daar ligt voor mij de uitdaging’. Als jeugdtrainer krijgt Ruben vooral energie van de ontwikkeling die kinderen doormaken. ‘Winnen is niet het allerbelangrijkste. Elkaars zwakke en sterke punten leren kennen, samenwerken en ook durven toegeven. Maar vooral ook zelf nadenken over oplossingen en niet alleen maar focussen op de tegenstander. Als je dan dingen terugziet die werken, dat is echt genieten. Soms hoor ik van ouders dat de dingen die ze van mij geleerd hebben blijvend zijn. Dat is het grootste compliment dat ze mij kunnen geven’.
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
21
Bossaball en HAN Sport en Bewegen...
...Een
gouden
combinatie Bossaball, het klinkt als een spel dat je vroeger tijdens gymlessen deed. Het tegenovergestelde is waar. Bossaball is een relatief nieuwe sport waarbij volleybal, trampolinespringen en beachvoetbal worden gecombineerd. Sander Siemes heeft in samenwerking met HAN Sport en Bewegen een eigen vereniging in Nijmegen opgezet. ‘Het is zo’n spectaculaire sport. Ik was na één keer meedoen helemaal overgehaald!’
Niet alle sporten brengen je in Mexico, Tsjechië of Barcelona. Dat geldt in het geval van Sander wel voor bossaball. De voormalig ALO-student werd in 2009 uitgenodigd om eens deel te nemen aan een bossaball evenement en hij was meteen verkocht. ‘Ik was meteen enthousiast, het is een geweldige combinatie van verschillende sporten en het is enorm uitdagend’, aldus de huidige leraar Lichamelijke Opvoeding aan het Dominicus College in Nijmegen. (On)mogelijk voor iedereen Na een tijd trainen en werken als instructeur op evenementen werd Sander demonstratiespeler. Tijdens evenementen door heel Nederland laat hij zijn ‘skills’ zien en het bracht hem inmiddels dus ook al buiten de landsgrenzen. Dat er demonstratiespelers voor nodig zijn geeft het idee dat het een heel moeilijke sport is. Een paar Youtube video’s verder is dit beeld niet minder geworden. Het lijkt op een sport die alleen gedaan kan worden door echte professionele sporters, maar niets is minder waar volgens de LO docent. ‘In Nijmegen zijn we onlangs begonnen met trainingen in de Jan Massink hal. Er zijn nu al 12-jarige kinderen die salto’s maken en de bal daarbij over het net spelen. We proberen met eenvoudige, speelse oefeningen het spel aan te leren op ieders niveau’, vertelt Sander gepassioneerd. HAN Sport en Bewegen en bossaball Al enige tijd werkt Sander samen met HAN Sport en Bewegen. Zo is er een bossaballveld aangeschaft door het Instituut voor sportevenementen in Nijmegen en omstreken en vanaf blok 4 dit studiejaar wordt het zelfs gebruikt in het onderwijs, waarmee het
22
| Sport en Bewegen
de eerste onderwijsinstelling is die bossaball implementeert. ‘Het is niet alleen goed voor sporten en bewegen, maar de studenten leren ook evenementen te organiseren en les te geven. In juni 2013 wordt zelfs het eerste NK georganiseerd, waarbij alle drie de sportopleidingen samenwerken. Bovendien is het door de samenwerking van HAN Sport en Bewegen en Music and Sports ook relatief goedkoop om op evenementen te staan’, aldus Sander. Sneeuwbaleffect In samenwerking met HAN Sport en Bewegen en door het organiseren van evenementen in Nijmegen en omstreken hoopt de voormalig ALO-student op een sneeuwbaleffect. Tijdens de zomer van 2012 werd er bijvoorbeeld een toernooi georganiseerd op de Waalkade in Nijmegen en daar bleek het meteen aan te slaan
Braziliaanse roots en stroomden er inschrijvingen voor de trainingen binnen. ‘We kunnen per trainingsblok achttien personen in de training hebben. Aan dat maximum aantal zitten we al bijna, maar bij meer dan achttien spelers komt er gewoon een extra trainingstijd bij’, vertelt Sander enthousiast. Internationaal gezien komen in de sport van de 22 deelnemende landen de meeste bossaball spelers al uit Nederland en de docent LO hoopt dit nog verder te ontwikkelen. ‘Onze club werft leden door een innovatief concept, namelijk inschrijvingen per blok van zes weken. Geen abonnementen en je zit dus ook nergens aan vast’, licht Sander nog toe. Toekomst Sportdocent Sander heeft grote plannen met de nieuwe sport. Zo hoopt hij dat er over een jaar voldoende leden zijn bij de Bossaball club Nijmegen. ‘Volle trainingen op meerdere trainingsdagen zou mooi zijn. Daarin zou het ook mooi zijn als ALO studenten trainingen kunnen gaan geven. Persoonlijk hoop ik me meer met de organisatorische kant bezig te houden en het regelen van evenementen. We proberen tevens een competitie op te starten in Nederland. Ook hoop ik op de HAN een studentenkampioenschap te organiseren om het spel nog dichter bij de studenten en via hen ook bij middelbare scholieren en burgers te brengen.’ Het belangrijkste doel van de voormalig ALO-student is het verzorgen en organiseren van clinics en het spelen van demonstraties over de hele wereld. Sander: ‘Reizen en sporten, de perfecte combinatie voor mij!’
De belangrijkste persoon voor de bossaball sport is Filip Eyckmans geweest. De Belg bedacht tussen 2003 en 2005 het concept voor de spectaculaire sport. Tijdens zijn werkzaamheden als manager van de Belgische rockgroep dEUS in de jaren ’90 kwam Eyckmans in Brazilië in aanraking met het Afro-Braziliaanse capoeira en met de Braziliaanse namiddagen, waar voetbal, dans, volleybal en de Bos-sanova muziek samengaan. ‘Bossaball is een soort mix van al die verschillende elementen. Daar komt bij dat tuintrampolines in die periode erg gewild waren,’ vertelt Sander Siemes terwijl zijn ogen beginnen te stralen. ‘Het is zo’n spectaculaire en leuke sport, die past ook perfect bij de Zuid-Amerikaanse en Braziliaanse sfeer.’
Spelregels Bij bossaball gaat het erom om de bal op grond van het speelveld van de tegenstander te krijgen voor één punt. Scoren op de trampoline levert drie punten op. De teams hebben drie, vier of vijf spelers. De hoogte van het net tussen de twee speelhelften wordt aangepast aan het niveau van de spelers; bijvoorbeeld voor professionals, mannen, vrouwen of kinderen. Elk team mag de bal op de eigen helft rondspelen met een maximum van vijf contacten. Aanraken mag slechts eenmaal met de handen en maximaal twee keer met hun voeten of het hoofd.
Meer informatie over trainingen in Nijmegen? Stuur dan een e-mail naar
[email protected]
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
23
Formupgrade populaire stage- en afstudeerplek
De kracht zit in Luuk van Gerwen
In Arnhem is sinds enkele jaren een zeer interessante kruisbestuiving gaande. Huisartsen, fysiotherapeuten, diëtisten, sportinspecteurs en personal trainers vormen samen een team dat mensen met diabetes, obesitas en copd (chronisch obstructieve longziekte) via persoonlijke begeleiding van hun problemen probeert af te helpen. Dat past precies in het straatje van de opleiding Sport- en Bewegingseducatie (SBE). De in 2011 overleden huisarts Ton Verheij had een droom. Een droom van een beweegcentrum waar, naast patiënten met chronische indicaties zoals diabetes en COPD, ook prestatiegerichte sporters samen zouden komen om op professionele wijze te werken aan vooruitgang en resultaat. Die droom ging in 2008 in vervulling toen hij samen met zijn zoon Thomas Formupgrade oprichtte. Thomas hielp patiënten die door zijn vader werden doorverwezen. Eerst in een kleine kelder, tegenwoordig in een gloednieuw gebouw aan Onder de Linden, in Klarendal. Voor die locatie is niet zomaar gekozen: het nieuwe pand staat vlak naast het zogeheten School III, een monumentaal pand uit 1906 waar een groep huisartsen en fysiotherapeuten zich gaat vestigen. Dat de formule succesvol lijkt, blijkt uit het feit dat Formupgrade afgelopen zomer is uitgebreid met een filiaal in Malburgen, in Arnhem-Zuid. Eerstelijnszorg De combinatie van disciplines (huisarts-fysiotherapeut-diëtist-personal trainer) is niet nieuw, zegt Edwin van Gastel, stagedocent SBE: ‘Maar vader en zoon Verheij horen wel bij de initiatiefnemers die in heel Nederland eerstelijnszorg (huisarts in combinatie met fysiotherapeut) toekenden. Het is een tendens. Sport en Bewegingseducatie is in 2006 met dezelfde gedachte gestart: een link tussen eerstelijnszorg en sporten en bewegen.’ Logisch dat Van Gastel, die Formupgrade kent via zijn werkzaamheden bij Sportcentrum Arnhem, in 2011 vroeg of een van zijn studenten bij Formupgrade kon stagelopen. Dat werd gehonoreerd. Die eerste stage beviel alle betrokken partijen blijkbaar goed. Nu, een jaar later, lopen er zeven studenten rond bij Formupgrade. Sportbedrijf Arnhem Van de zeven stagiairs zijn er drie vierdejaars. Zij doen praktijkgericht onderzoek. De overige vier zijn derdejaars, die het hele jaar drie dagen
24
| Sport en Bewegen
de combinatie ‘Bij Formupgrade zijn alle leeftijden welkom, maar jongeren zie je er niet vaak’ in de week stage lopen. Luuk van Gerwen (25) is er een van. Hij kan het verschil tussen Sportbedrijf Arnhem en Formupgrade makkelijk duiden, omdat hij ook bij het Sportcentrum heeft stage gelopen: ‘Daar heb je meer een organiserende rol. Je organiseert buurtprojecten, sportdagen, naschoolse activiteiten. Maar op die manier kom je minder met mensen in aanraking.’ Dat is bij Formupgrade wel anders. Daar werkt hij in eerste instantie met groepen om later over te gaan tot individuele begeleiding. In het diepe Ook Dionne Reugebrink (20) loopt stage bij Formupgrade. Net als Luuk vindt ze het fijn dat ze veel eigen inbreng heeft, een logisch gevolg van het feit dat de stagiairs bij het beweegcentrum al gauw in het diepe worden gegooid. De twee krijgen diverse opdrachten van school mee, zoals het verbeteren van coachingsgesprekken. Het voor de groep staan en lesgeven gaat haar inmiddels goed af. ‘Maar ik moest wel wennen aan de mensen.’ Een andere opdracht voor Dionne is het leren omgaan met verschillende doelgroepen en die in een les proberen samen te voegen. ‘Bij Formupgrade zijn alle leeftijden welkom, maar jongeren zie je er niet vaak’, weet ze inmiddels uit ervaring. ‘Het zijn toch vooral volwassenen met hart- of longkwalen en obesitas die hier wekelijks naar toe komen.’ Formupgrade heeft bewust voor achterstandswijken (Klarendal en Malburgen) gekozen, omdat daar de sportdeelname het laagst is. Is dit een functie waar de twee hun beroep van zouden willen maken? Luuk: ‘Ik weet het nog niet. Dit spreekt me wel aan, maar het lijkt me ook interessant om in de revalidatie bezig te zijn.’ Dionne: ‘Het liefst zou ik zélf een bewegingscentrum willen hebben, zodat ik niet alleen lesgeef, maar ook een deel van de tijd met management bezig ben. Zo houd ik de uitdaging groot.’
Dionne Reugebrink
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
25
Studievereniging Tri Movere
Meer dan alleen feesten’
De studentenvereniging Tri Movere van HAN Sport en Bewegen heeft inmiddels al 220 leden. Emmy Duijnstee is er als voorzitter vanaf het begin bij betrokken geweest. En dat het voorzitterschap nogal wat vergt van je, is haar inmiddels ook wel duidelijk geworden. ‘Naast de studie en Tri Movere moest ik ook nog veel werken om de studie en langstudeerboete te betalen. Maar gelukkig dat de die laatste is geschrapt,’ beseft de studente Sport- en Bewegingseducatie.
Emmy leek het altijd al leuk om iets te doen met een studievereniging. ‘Het leek me leuk om meer met andere mensen in contact te zijn en via Tri Movere is dat uiteindelijk ook gelukt. Tot nu toe zijn we vooral veel bezig geweest met het werven van leden door het organiseren van feesten, waardoor we nu 220 leden in hebben in totaal en ongeveer dertig actieve leden in de verschillende commissies. Daarom kunnen we ons nu ook gaan richten op het organiseren van andere activiteiten,’ zegt de SBE-studente. Succes Terugkijkend op hoe het tot nu toe is gegaan is Emmy tevreden. ‘We hadden een half jaar geleden niet gerekend op 220 leden voor nu, dat is meer dan verwacht. De kick-off week was een succes en we hebben ons veel kunnen laten zien, wat leidde tot dertig á veertig nieuwe leden voor de studievereniging. Daarin is ook geprobeerd om duidelijk te maken dat we geen studentenvereniging zijn, waar het vooral gaat om de feesten eromheen. Er worden nu dus ook andere dingen georganiseerd’, aldus Emmy. Zo gaat Tri Movere meedoen aan de Serious Request actie van komend jaar in Enschede en de Batavierenrace, doen ze mee met de verschillende sportcafé’s die er komen, gaan ze nog een weekend weg naar een kerstmarkt en zijn ze naar Walibi geweest.
26
| Sport en Bewegen
Korting Dat leden van de studievereniging 10 tot 40 procent korting krijgen op nieuwe studieboeken is volgens Emmy maar één van de vele voordelen. ‘Niet iedereen staat open voor een studievereniging, maar het is juist leuk om een leven naast je studie te hebben. Niet alleen studeren om te studeren, maar ook echt contact hebben met je medestudenten, dat maakt het leuker. Dat de directie en docenten van HAN Sport en Bewegen ons graag ondersteunen, maakt het voor ons nog makkelijker en fijner.’ Na dit studiejaar moet Emmy helaas stoppen als voorzitter van Tri Movere vanwege tijdgebrek. Als ze komend jaar terugkijkt op de gehele periode hoopt ze in ieder geval trots te kunnen zijn. ‘Een grote studievereniging, veel contacten, dat alle studenten Tri Movere kennen en dat het nog lang blijft voortbestaan. Zo zou ik terug willen kijken naar mijn periode hier’, besluit Emmy met een vrolijke lach.
Leefstijlcoaches helpen chronisch zieken op weg
Het juiste duwtje in de rug Leefstijlcoaches Melissa Davina en Brenda de Wolf zijn nu een jaar bezig bij Sportbedrijf Arnhem en dat werpt z’n vruchten af. ‘Wij vormen de schakel tussen de eerstelijnszorg en cliënten. Als patiënten met een chronische aandoening op advies van de huisarts moeten sporten, zijn wij er om, samen met de cliënt, een motiverend plan van aanpak op te stellen.’ Linda Aalders en Manon Janssen, beiden laatstejaars Sport- en Bewegingseducatie aan de HAN lopen stage bij de twee coaches. ‘Het is zeer uitdagend werk.’ Overigens betekent het níet dat iedereen die moeite heeft om zichzelf richting de sportschool te slepen, een leefstijlcoach in de arm kan nemen. ‘We zijn er écht voor een specifieke groep’, legt Melissa uit. ‘Denk aan mensen met diabetes, COPD, hart- en vaatziekten en chronische rug- en nekklachten. De samenwerking tussen huisartsen, diëtisten, fysiotherapeuten en praktijkondersteuners is de afgelopen jaren beter geworden. Er zijn veel multifunctionele gezondheidscentra ontstaan, waardoor patienten beter begeleid kunnen worden in hun behandelproces. Wat nog ontbrak, zo bleek uit onderzoek, was een intermediair. Er lag een gapend gat tussen het advies te gaan sporten en het daadwerkelijk, consequent uitvoeren ervan. Het helpt als iemand een realistisch plan voor je opstelt, meegaat naar sportcentra en je motiveert en ondersteunt bij het behalen van je gestelde doelen. Daarom zijn wij er nu.’
het doel? Waarom worstel je met je gezondheid en het onvermogen te bewegen? Dat is vaak géén luiheid. Zo kan het financieel lastig zijn, of weet je niet waar je moet beginnen.’ De benadering verschilt wél per individu. ‘Soms zie je elkaar drie keer om alleen te praten. De drempel verlagen, vertrouwen winnen, en langzaam stappen zetten. Andere keren is er één gesprek nodig, zoeken we een activiteit die past bij de persoon en is dat duwtje in de rug voldoende.’ Geduld en inzicht De activiteiten, van cardio en fitness tot zwemmen en hardlopen, vinden plaats in de wijk waar de cliënt woont. ‘Hoe dichterbij, hoe lager de drempel. We merken dat vooral ‘probleemwijken’, waar veel werkelozen en laagopgeleiden wonen, minder sporten vanwege lidmaat-schapskosten en ongezonde leefstijlen’, aldus Melissa. De cliënten betalen zelf voor de activiteit, passend bij hun budget. ‘Wij krijgen subsidie van de gemeente en steun van de GGD om ons werk te doen.’ De stagiaires, Linda en Manon, zijn nog maar een maand aan het werk onder de vleugels van Melissa en Brenda. ‘We hebben nog geen eigen cliënten, maar zijn aanwezig geweest bij een intakegesprek en zien van binnenuit hoe je een plan van aanpak opstelt. Dat vergt geduld en inzicht.’ De twee zijn behalve sportliefhebbers, ook geïnteresseerd in de beweegredenen van mensen. ‘Daarom is de rol van leefstijlcoach ook zo interessant: je koppelt mensenkennis aan bewegingskunde.’
Benadering Hoe gaan de leefstijlcoaches te werk vanaf het moment dat een cliënt zich aanmeldt? ‘Eerst is er een intakegesprek’, aldus Brenda. ‘Wat is
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
27
SGM-afgestudeerde Jelle Huntelaar:
‘Risico daagt me uit’ Solliciteren hoefde hij amper na het behalen van zijn Sport, Gezondheid en Management (SGM)-diploma. Al snel werd hij benaderd door zijn neef Tom Olthof, één van de oprichters van voetbalreisbureau voetbalreizen. com. Jelle: ‘Als junior salesmanager verkoop ik online reisarrangementen rond voetbalwedstrijden in Europa en bedenk ik nieuwe concepten. Dat betekent dat ik heel veel regel voor onze klanten. Mijn dag bestaat vooral uit bellen en mailen met clubs, hotels en evenementenbureaus’.
Glimlach Dat organiseren zat er altijd al in. Tijdens mijn studie werkte ik al voor de Feestfabriek AKG, het bedrijf achter familiefestival de Zwarte Cross. ‘Het leukste van dit werk is dat je iets moois mag organiseren voor andere mensen, een beleving inrichten. Mijn grootste uitdaging is als mensen daarbij een glimlach op hun gezicht krijgen’. Op de vraag wat hij aan SGM heeft gehad voor zijn huidige baan: ‘Het is lastig om even op te sommen wat ik daarvan nu dagelijks gebruik. Maar ik heb wel geleerd problemen te signaleren en zelf oplossingen aan te dragen. Ook heb ik leren onderhandelen en klantgericht adviseren. Tijdens de Student Company heb ik een commercieel inzicht ontwikkeld en heb ik de uitdaging van het verkopen ervaren. Ik weet nog goed dat we na veel mislukte belpogingen gewoon de straat opgingen. Bij het eerste bedrijf waar we aanbelden zaten we binnen vijf minuten aan tafel en met resultaat. Dat gaf een geweldige kick.’
contact met mensen van mijn stagebedrijf. Maar laat ook zien wat jij aan een organisatie hebt toe te voegen, probeer op te vallen. Mensen aanspreken, congressen en sportevenementen bezoeken, kijken of je met de organisatie in contact kan komen. Het ergste dat je kan overkomen is dat mensen ‘nee’ zeggen. Maar de meeste bedrijven vinden het juist leuk om met studenten samen te werken.
Netwerk
Www.voetbalreizen.com is een organisatie die zich gespecialiseerd heeft in het aanbieden van geheel of gedeeltelijk georganiseerde voetbalreizen. De organisatie bestaat inmiddels 8 jaar en wordt geleid door 2 ambitieuze ondernemers. De organisatie brengt u graag naar de mooiste en spannendste Europese voetbalcompetities.
Jelle heeft zijn studietijd volop benut om te bedenken wat hij precies wil. En dat advies heeft hij eigenlijk ook voor de huidige studenten: ‘Doe wat je leuk vindt en probeer zo vroeg mogelijk te weten te komen waar je over een paar jaar naartoe wilt. Het is belangrijk om nu al je eigen netwerk op te bouwen. Ik heb namelijk nog steeds
28
| Sport en Bewegen
In de toekomst wil Jelle nog wel eigenaar zijn van een eigen bedrijf in de sportbusiness. ‘Risico daagt me uit. Het blijft leuk om nieuwe dingen te doen, nieuwe concepten te bedenken. Als ik een idee heb wil ik er liefst meteen mee aan de slag. Als ondernemer krijg je de vrijheid om dat te doen’.
‘Het ergste dat je kan overkomen is dat mensen nee zeggen’
Het toekomstperspectief Arbeidsmarktmonitor Sport (AMMS) monitort al sinds 2006 de arbeidsmarkt voor Sport en Bewegen (S&B) studenten op MBO- en HBO niveau. De AMMS wijst de overheidsdiensten en commerciële organisaties met betrekking tot sport en bewegen als de belangrijkste werkgevers in de sport aan. In de uitgave van 2011 voorziet de AMMS, ondanks de economisch moeilijke periode, een stijging van de arbeidsmarkt voor afgestudeerde S&B-studenten. Verder concludeert de AMMS dat de aansluiting tussen het beroepsonderwijs en de arbeidsmarkt momenteel goed is.
een vervolgopleiding. Van de hbo-ers die aan een vervolgopleiding deelnemen, heeft bijna de helft een baan. Dat maakt dat in totaal tweederde actief is op de arbeidsmarkt Sport en Bewegen (eventueel in combinatie met een opleiding) en een derde niet. Meer dan 80 procent heeft minstens één baan in de sportsector.
Van de hbo-gediplomeerden stroomt ruim 60 procent direct naar de arbeidsmarkt en start de rest direct of na verloop van tijd met
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
29
WAAR LEIDEN WIJ VOOR OP 30
WAAR LEIDT HAN SPORT EN BEWEGEN VOOR OP? Sport, Gezondheid en Management (SGM)
Leraar Lichamelijke Opvoeding (ALO)
De SGM’er is een professional die werkzaam kan zijn als sportmanager, leefstijlbegeleider of als adviseur voor gezond leven en bewegen. Hij is een specialist in de werelden van sport en gezondheid.
Een docent sport en bewegen begeleidt leerlingen in verschillende onderwijscontexten. Dat doet hij op wetenschappelijke onderbouwde wijze en heeft daarbij ook aandacht voor een gezonde leefstijl en voor talentontwikkeling in de breedste zin van het woord.
Sport- en Bewegingseducatie (SBE)
Masteropleiding
De SBE’er ontwikkelt en begeleidt sport- en bewegingsactiviteiten die mensen in bijzondere omstandigheden helpen om beter te functioneren. Het kan gaan om mensen met een beperking, bewoners in probleemwijken, maar ook recreanten en toeristen.
De Master Sport- en Beweeginnovatie beantwoordt aan de professionaliseringsbehoefte. Het programma van deze Master is gebaseerd op het innovatieproces: van het eerste, onderzoekende begin tot het daadwerkelijk invoeren en zelfs winstgevend maken van een vernieuwing. Tijdens deze Master leert u hoe u succesvol innoveert binnen de sector sport en bewegen.
| Sport en Bewegen
HAN SENECA biedt naast genoemde opleidingen diverse cursussen aan. Coaching
Management
- Basistraining tot leefstijlcoach - Begeleider Actieve Leefstijl - Basistraining Empoweren zelfmanagement bij chronisch zieken - Sportpsychologie en mentale training
- Introductie Health & Performance @ Work - Health & Performance @ Work - Manager Actieve Leefstijl - Sportmanagement - Integraal Vitaliteitsmanagement
Economie
Voeding
- Sport en economie - Sporttoerisme
- Sportdiëtetiek - Sport en voeding - Voeding en duursport - Voeding en krachtsport - Voedingssupplementen in de sport
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
31
Stel je voor Ilona Grandia ‘Schaatsen op natuurijs, dat is ongelófelijk mooi!’ Ilona is marathonschaatster, derdejaars studente Sport- en Bewegingseducatie (SBE), 19 jaar en woont in Zuilichem, een klein dorp bij Zaltbommel. ‘Ik ben de oudste uit een gezin met vier meiden. En die schaatsen allemaal!’ Hoezo marathonschaatsen? ‘Als meisje van 8 was ik al druk met schaatsen. Op een bepaald moment kwam mijn opa met het idee om eens met noren te gaan schaatsen. Vanaf dat moment was ik verkocht. In het begin deed ik vooral aan langebaanschaatsen, vanaf mijn veertiende ben ik begonnen met marathonschaatsen. Schaatsen op natuurijs is het mooiste wat er is.’
Wat brengt dat allemaal met zich mee? ‘Sinds dit jaar zit ik bij de beste schaatsters van Nederland. Dat betekent trainen, heel veel trainen. Mijn gemiddelde moest van 32 naar 40 km per uur. Ik train daarom elke dag behalve vrijdag. Twee dagen per week op de ijsbaan in Breda, de andere dagen op de fiets.’
Is dat wel te combineren met school? ‘Het kan zeker, maar ik moet wel alles heel strak plannen. Ik heb een topsportregeling en dus wordt er flexibel omgegaan met aanwezigheid en studieopdrachten. Ik ben trouwens ook erg blij met het begrip en de interesse van mijn medestudenten. Dat helpt natuurlijk ook.’
Hoe ziet een gemiddelde dag eruit? ‘Meestal sta ik rond 6 uur op, eet mijn ontbijt en rij naar het station om de trein te pakken naar school. Daar volg ik lessen van kwart voor negen tot vier uur. Dan weer in de trein naar huis, een hapje eten en klaarmaken voor de training. Na de training maak ik huiswerk dat ik nog niet af heb gekregen in de trein. Om 10 uur lig ik meestal in bed. Je ziet het, ik heb weinig tijd voor uitgaan of een vriendje.’
Waar ben je trots op? ‘Mijn allereerste wedstrijd op natuurijs was op de Weissensee in Oostenrijk. Het was voor het eerst dat ik een wedstrijd uitreed van 70 kilometer. Toen ik helemaal kapot over de finish kwam was ik erg trots op mezelf.’
Hoe ziet jouw leven eruit over twee jaar? ‘In ieder geval nog steeds schaatsen aan de top. En een baan als leefstijlcoach. Momenteel loop ik stage bij een fysiopraktijk als begeleider en coach. Dat bevalt me erg goed. Andere mensen gezonder laten leven en mijn eigen drive overbrengen op anderen. Dat zie ik toch wel als een soort missie in mijn leven.’