Magazijnstellingen: normen & waarden (1) Ir. C.J. Tilburgs, technisch secretaris NEN Normcommissie ‘Magazijnstellingen’ Ir. W. Zweers, voorzitter NEN Normcommissie ‘Magazijnstellingen’
Nederlandse en Europese normalisatie
Normen en waarden met betrekking tot de werkomgeving tussen en rondom magazijnstellingen: wat is een verantwoorde balans tussen het economische spanningsveld in de logistiek en het te realiseren veiligheidsniveau van de werkplek? Bij het beantwoorden van deze vraag zijn subjectieve invloeden niet te vermijden. Het naar eer en geweten door alle betrokkenen in normen vastleggen van concrete invullingen van algemene wet- en regelgeving, is daarom een allereerste vereiste. En gelet op de internationalisering van logistiek en distributie dient dit tenminste op Europees niveau plaats te vinden. Om duidelijk op het netvlies te krijgen hoe normen tot stand komen, wordt in dit artikel een aantal achtergronden beschreven. In het volgende nummer van NVVK-info zal inhoudelijk worden ingegaan op de in ons land geldende wet- en regelgeving. De redactie
• •
op basis van consensus (draagvlak) van een product, dienst of bedrijfsproces, vastgelegd in openbare en neutrale referentiedocumenten.
Of een uitgebrachte norm ook echt harde afspraken en/of regelgeving inhoudt, wordt dus in principe bepaald door de gebruikers ervan. Bijvoorbeeld door in een contract of een bestek naar de norm te verwijzen. Wanneer de overheid in wet- en regelgeving bepaalde door het Nederlandse Normalisatie Instituut-NEN uitgebrachte normen van toepassing verklaart, dan vormen deze normen een integraal onderdeel van wet- en regelgeving. Dat wil zeggen alternatieve oplossingen moeten een veiligheidsen/of prestatieniveau hebben dat tenminste gelijkwaardig is aan het in de betreffende normen vastgelegde niveau.
Hoe komen normen tot stand? Wat is normalisatie? Recent is een wetenschappelijke definitie gegeven door Dr.ir. Henk de Vries in zijn proefschrift Standards for the Nation. Normalisatie is de activiteit voor: • het in principe op vrijwillige basis creëren en vastleggen van een beperkt aantal oplossingen • van bestaande en potentiële afstemproblemen, • gericht op baten voor de deelnemende/betrokken partijen, • op basis van afweging van hun belangen, • met de bedoeling en verwachting dat een aanzienlijk aantal van de partijen waarvoor de oplossingen bedoeld zijn, • deze herhaald of continu zal gebruiken, • gedurende een bepaalde periode. Een voorbeeld van een meer populaire definitie is: Normalisatie is een proces waarbij • belanghebbende partijen in principe op vrijwillige basis • afspraken maken • over specificaties/prestatie-eisen, 10
Normen worden opgesteld door nationale of internationale normalisatie-instituten, zoals NEN (NL), AFNOR (Fr), BSI (UK) of CEN (Europa). Maar feitelijk worden normen opgesteld door normcommissies onder regie van dergelijke normalisatie-instituten. De samenstelling van een normcommissie dient in principe zodanig te zijn dat alle betrokkenen zo goed mogelijk zijn vertegenwoordigd. Het gaat immers om wederzijds begrip en acceptatie met een streven naar consensus van alle belanghebbenden. In het geval van normalisatie op het gebied van magazijnstellingen zijn dat bijvoorbeeld: • de ‘gebruikers’ (bedrijven met magazijnen of distributiecentra, magazijn- of logistiekmanagers); • leveranciers van stellingen; • leveranciers van stelling-bedieningsmaterieel, zoals b.v. heftrucks en orderverzamelpallettrucks; • logistiek adviseurs; • gecertificeerde arbodiensten; • wethandhavers (Arbeidsinspectie; Bouw- en Woningtoezicht).
oktober 2003
Waarom normalisatie? Magazijnstellingen moeten in wettelijke zin worden opgevat als: • arbeidsmiddelen (Arbowet en Arbobesluiten); • bouwconstructies geen gebouw zijnde (Woningwet en Bouwbesluit). Een bouwconstructie (‘structure’) is een bewust gekozen combinatie van met elkaar verbonden componenten, ontworpen met als doel het dragen van belastingen bij een voldoend stijf gedrag, zoals gedefinieerd is in pr EN 1990 [1]. Deze wet- en regelgeving bevat eisen die veelal in algemene bewoordingen zijn gesteld. Het vertalen naar een ‘stand der techniek’ die dermate breed is geaccepteerd dat met een gerust hart gezegd kan worden dat, als je daaraan voldoet, je ook aan de betreffende wet- en regelgeving voldoet, is weer een volgende stap. Het organiseren van deze activiteiten en het feitelijk vastleggen van dit soort zaken, is bij uitstek een activiteit waarvoor normalisatie-instituten in het leven zijn geroepen. In het geval van magazijnstellingen zijn bijvoorbeeld de volgende concrete redenen aan de orde om te besluiten tot het opstellen van normen: • eenduidige specificatie van wat moet worden verstaan onder ‘stand der techniek’; bijvoorbeeld: minimaal veiligheidsniveau, het ‘vertalen’ van gebruikssituaties naar ontwerpcondities, het ‘vertalen’ van constructieve uitvoeringen naar rekenmodellen en het geven van verantwoorde reken- en toetsingsregels; • een basis voor eerlijke concurrentie; • het vastleggen waar de verantwoordelijkheid van de leverancier ophoudt; • het vastleggen waar de verantwoordelijkheid van de gebruiker begint; • het hebben van beoordelingscriteria (meetlat) in geval van conflicten; • leidraad voor de wethandhavers (Arbeidsinspectie, Bouw- en Woningtoezicht).
Europese normalisatie Zeer recent, eind 2002, is er een Europese Normcommissie ingesteld op het gebied van magazijnstellingen: CEN/TC 344 ‘Steel Static Storage Systems’. De Europese branchevereniging, Fédération Européenne de la Manutention-Section X /European Federation of Manufacturers of Racking and Shelving: FEM X-R&S, heeft in de 1,5 jaar voorafgaand hieraan zeer geijverd voor de totstandkoming van deze CEN-Commissie. Dit is ook sterk ondersteund door het Nederlandse lid van FEM X/R&S: de Vereniging van Stelling-Leveranciers (VSL/FME-CWM). Dat het zo lang geduurd heeft dat met Europese normalisatie voor magazijnstellingen een aanvang is gemaakt, is een gevolg van het feit dat de grotere Europese stellingfabrikanten veel tijd nodig hadden om een gemeenschappelijke basis binnen de stellingenindustrie te vinden voor in eerste instantie de ‘Technische Grondslagen voor de Berekening van Palletstellingen’ [4]). Ja, u leest het goed, vooralsnog, medio 2003, is er uitsluitend een gemeenschappelijk standpunt van de Euro-
oktober 2003
pese magazijnstellingen-industrie wat betreft de palletstellingen. Hoewel er natuurlijk compromissen gesloten moesten worden om tot dit gemeenschappelijk gedragen document te kunnen komen: de FEM 10.2.02 ‘Design of Static Steel Pallet Racking’. De uitgave ‘April 2001’ ligt nu voor als eerste ontwerp ter bespreking in Werkgroep 1 (WG 1) van de CEN/TC 344.
Historisch overzicht Om een idee te geven van de complexe en soms ook moeizame en daardoor ook zeer tijdrovende afstemming binnen de Europese stellingenindustrie is het volgende historische overzicht opgenomen: •Medio 1976: EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) researchprogramma TNO/Cetim. TNO wel bekend in Nederland, Cetim is een Frans onderzoeksinstituut. •Medio 1983: Eindrapport EGKS-activiteit, het rapport EUR 7612 [7]). •Medio 1980-1990: Onvoldoende politieke wil binnen FEM X-R&S om een en ander echt duidelijk vast te leggen op Europees niveau én ook werkelijk in praktijk te brengen. Zonder nu bepaalde landen te willen noemen, is het goed om te vermelden dat bij Nederland deze politieke wil wel degelijk bestond: beter internationale duidelijkheid dan spraakverwarring met betrekking tot een product met duidelijk veiligheidsrisico’s en dat bovendien in belangrijke mate over de nationale grenzen heen wordt geëxporteerd. De eerste versie van de uiteindelijke FEM 10.2.02 -2001 was door de Technische Commissie (TC) van FEM X-R&S afgerond in 1985. Maar een en ander is door de ‘Plenaire Vergadering’ op managementniveau op een laag pitje gezet. •Medio 1990-1998: Langzaam aan was voldoende politieke wil ontstaan om voor het eerst in 1990 een budget toe te kennen aan de TC/FEM X-R&S, met als doel zo spoedig mogelijk de 1985-versie van FEM 10.2.02 om te zetten in een officieel door FEM X-R&S te publiceren Industrie-Richtlijn. Het heeft toch nog tot 1998 geduurd, alvorens besloten werd een versie te publiceren voor ‘intern gebruik’. Dat wil zeggen voor het ‘uitproberen’ van de FEM 10.2.02-1998 naast nationale Industrie-Richtlijnen, voor zover die er waren. •In 2001 is de FEM 10.2.02 echt vrijgegeven, met uiteindelijk het hierboven genoemde initiatief voor Europese harmonisatie op Norm-niveau via CEN (Commiteé Européenne de la Normalisation) en eind 2002 resulterend in de Europese Normcommissie CEN/TC 344 ‘Steel Static Storage Systems’. Tot zover hebben we het alleen nog maar over palletstellingen. Medio 2000 is de TC/FEM X-R&S begonnen met de inrijstellingen. Ook dit stellingtype blijkt helaas veel meer tijd te vragen dan gedacht (gehoopt?), omdat de op dit moment door de verschillende landen of producenten gehanteerde methoden voor de draagkrachtbepaling van inrijstellingen nogal van elkaar verschillen. Een reden temeer voor Europese Normalisatie.
11
Businessplan CEN/TC 344 Bij de binnen CEN geldende besluitvormingsprocedure om te komen tot het instellen van een nieuwe normcommissie, hoort ook het indienen van een ‘Business Plan’. Dit plan is ingediend door FEM X-R&S. In dit plan komen onder andere de volgende belangrijke zaken aan de orde ter onderbouwing van de absolute noodzaak voor aanvullende normering met betrekking tot het ontwerp en de draagkrachtberekening van stellingen: • Relatief zware eenheden tot 1500 kg of soms zelfs meer worden opgeslagen in stellingen met hoogten van ca 6m tot 30 à 35m. Boven de ca. 25 m zijn het uitsluitend de dak- en wanddragende stellingen: de ‘pallet-silo’s’. • Zeker bij deze in massa geproduceerde stalen draagconstructies waarbij elke niet echt noodzakelijke kg staal direct door de markt wordt afgestraft, is een optimaal ontwerp dus een absolute vereiste. Daarom zijn verantwoorde, goed omschreven en geavanceerde ontwerp- en rekenregels een dwingende noodzaak. • De huidige Europese-normenserie met de ‘technische grondslagen’ voor de berekening van stalen draagconstructies:’Eurocode series’ [1], [2], [3], behandelt niet de specifieke bouwcomponenten waaruit stellingen zijn opgebouwd: zoals geperforeerde staanders, inhaakverbindingen, legborden e.d. Ook zijn geen specifieke belastingen gedefinieerd die samenhangen met de gebruikswijze van stellingen in een magazijn of distributiecentrum. Een voorbeeld hiervan vormen de belastingen als gevolg van het afzetten of uitnemen van een pallet met een heftruck. • De op te stellen normen zullen moeten ingaan op: ontwerpprincipes, het ‘vertalen’ van de stellingenwerkelijkheid naar rekenmodellen, rekenregels, toetsingscriteria, test procedures specifieke belastingen en belastingcombinaties.
De magazijnwerkplek is een potentieel gevaarlijke omgeving
•
•
12
Een ‘European-wide approach’ is van belang voor het vaststellen en toetsen van het vereiste minimale veiligheidsniveau over de landsgrenzen heen. Alleen dan zal er een basis zijn voor eerlijke concurrentie (‘level playing field’) en tegen het plaatsvinden van ‘water bij de wijn doen’ bij te grote commerciële druk. Dit geldt zowel voor de leveranciers als de ‘gebruikers’. Magazijnstellingen worden op dit moment geproduceerd in vele landen op grond van telkens weer andere productie-, ontwerp- en rekenregels. Bovendien vindt er met betrek-
•
•
king tot het constructief ontwerp en de montage geen of nagenoeg geen preventieve handhaving plaats (‘under relatively weak control’). De magazijnwerkplek is een potentieel gevaarlijke omgeving waar onzorgvuldig rijden met heftrucks en/of onvoldoende manoeuvreerbaarheid voor de truck plus belading, zal leiden tot aanrijschade. Het gevolg hiervan kan zijn het bezwijken van een gedeelte of van de gehele stelling, waarbij de kans op persoonlijk letsel of erger van magazijnpersoneel zeker niet verwaarloosbaar is. Ook het opleiden, instrueren en monitoren van heftruckchauffeurs is daarom van belang, maar laat te vaak te wensen over. Het normeren van dit soort essentiële randvoorwaarden kan dus niet los worden gezien van het ontwerp van de stellingen zelf.
Het opleiden, instrueren en monitoren van heftruck-chauffeurs laat te vaak te wensen over
•
•
Europese normen maken nationale normen op het gebied van stellingen en bij afwezigheid hiervan de mogelijk aanwezige producenten-richtlijnen (‘Code’s of Practice’) overbodig. Dit is temeer van belang omdat deze documenten belangrijk van elkaar kunnen verschillen en/of ontoereikend zijn. Soms worden ze gebruikt voor het creëren van handelsbelemmeringen voor andere landen. De nieuwe normcommissie (CEN/TC 344) dient af te stemmen (‘liase’) met: - CEN/TC 250 ‘Structural Eurocode’s’ [1] t/m [3]); - CEN/TC 135 ‘Execution of steel and aluminium structures’; - CEN/TC 149 ‘Power-operated warehouse equipment’ (b.v. de motorisch aangedreven verrijdbare palletstellingen).
Werkprogramma CEN/TC 344 Vanwege de vele voorkomende stellingtypen en de daarbij behorende projectspecificaties en gebruikswijzen, is het werkprogramma dat de CENcommissie ‘Steel Static Storage Systems’ zich gesteld heeft, zeer omvattend. De ingeplande werkzaamheden met tijdsdoelstellingen voor de diverse stadia (Ontwerpnorm gereed door de Werkgroep Acceptatie door de normcommissie Publicatie van de ontwerpnorm (pr EN) voor extern commentaar Behandelen commentaar Publicatie definitieve EN-Norm) lopen daarom al tot maar liefst 2009. Tabel A geeft een overzicht.
Nederlandse normalisatie Begin 2002 is de bestaande Nederlandse NENNormcommissie 345081, ‘Magazijnstellingen’,
oktober 2003
•
wetenschap (TNO-Bouw), vanwege de ‘liason’ met de Nederlandse NEN Normcommissie ‘Technische Grondslagen voor Bouwconstructies-TGB’.
Overheidsinstanties, zoals bijvoorbeeld de Arbeidsinspectie en de Dienst Bouw- en Woningtoezicht, zijn niet vertegenwoordigd, omdat het beleid van de overheid is dat zij volledig onafhankelijk haar wethandhavende taak moet kunnen uitoefenen. Na publicatie van de ontwerpnormen zal eventueel commentaar worden ingediend. Vertegenwoordigers van bijvoorbeeld stellingimporteurs en logistieke adviseurs hebben afgezien van deelname. Een bredere deelname en ook de betrokkenheid van meerdere vertegenwoordigers van of namens de gebruikers zou op prijs worden gesteld. Hierbij dus tevens een oproep.
weer nieuw leven ingeblazen. De directe aanleidingen hiervoor zijn geweest: • het verschijnen van FEM 10.2.02, FEM 10.2.03 en FEM 10.2.04 [4] t/m [6]); • het FEM X-R&S initiatief om te komen tot een Europese Normcommissie. Europese normalisatie komt tot stand in samenwerking met nationale ‘spiegelcommissies’; • de ‘nieuwe’ Arbowet 1998 en hetgeen in het Arbobesluit wordt gesteld met betrekking tot ‘Opslagvoorzieningen’ (Art. 3) en ‘Keuringen van Arbeidsmiddelen’ (Art 7.4); • de ontwerptekst van het ‘nieuwe’ Bouwbesluit, waarin stellingen nu ook expliciet worden benoemd als een bouwconstructie (geen gebouw zijnde). Dit Bouwbesluit is inmiddels in januari 2003 van kracht geworden; • het als gevolg van het hierboven genoemde mogelijk moeten actualiseren van de reeds verschenen Nederlandse normen op het gebied van magazijnstellingen: NEN 5051, NEN 5052, NVN 5053 [9] t/m [10] ). Samenstelling van de commissie Zoals in het begin reeds gesteld, dient een normcommissie zo breed mogelijk te zijn samengesteld uit alle betrokkenen. Op dit moment zijn vertegenwoordigd: • stellingproducenten; • stellinggebruikers; • arbodiensten; oktober 2003
Tenslotte gaat het uiteindelijk allemaal om de concrete invulling met mogelijke kosten consequenties voor de realisering van het noodzakelijk geachte minimale veiligheidsniveau van de werkplek en de opgeslagen goederen, in en rondom de magazijnstellingen. Niet alleen wat betreft de stellingen als zodanig, maar bijvoorbeeld ook het in goede staat houden van de stellingen en eisen aan het magazijngebouw. Dit laatste vanwege onder andere het feit dat de minimaal vereiste manoeuvreerbaarheid van en met het intern transportmaterieel, het minimaal vereiste volume van de opslaghal mede in belangrijke mate bepaalt. Aan de orde zijnde wetgeving is: Arbowet en Arbobesluit, Woningwet en Bouwbesluit. Doelstelling en Werkprogramma Normcommissie Magazijnstellingen De volgende doelstellingen heeft de NENNormcommissie ‘Magazijnstellingen’ zich gesteld: • Normering van relevante zaken met betrekking tot magazijnstellingen, waardoor objectiviteit bij de beoordeling van het (minimaal vereiste) kwaliteits- en veiligheidsniveau wordt zekergesteld. • Actualisering van hetgeen reeds bestaat, rekening houdend met recente ontwikkelingen en invloeden. Zoals Europese Normalisatieactiviteiten, Arbowet, Bouwbesluit en de huidige invalshoek van de ‘gebruiker’ en arbodiensten. • Het bevorderen van het veiligheidsdenken tussen en rondom de magazijnstellingen. • Randvoorwaarden scheppen voor het elimineren van concurrentie op oneigenlijke gronden. • Het ‘vertalen’ van algemene wet- en regelge13
•
•
ving naar concrete eisen en toetsingsmethoden, toegankelijk en begrijpelijk voor elke gebruiker, ontwerper, aannemer, leverancier, arbodienst en wetshandhaver. Het borgen van de bij het ontwerp aangehouden gespecificeerde gebruikswijze in relatie tot de dagelijkse werkelijkheid, b.v. door een gestandaardiseerde (genormaliseerde) ‘Gebruiksvergunning’. Echte duidelijkheid over het beoogde gebruik is ook van groot belang met betrekking tot de wetshandhaving of de beoordeling van problemen achteraf. Eenduidige randvoorwaarden, eisen en toetsingscriteria vastleggen, wat betreft de noodzakelijke basis voor product-keurmerken of keurmerken m.b.t. het kwaliteitsniveau van uitvoerings- en onderhoudskeuringen, door geaccrediteerde instellingen.
De volgende onderwerpen en targets zijn door de normcommissie gesteld: • Nederlandse ‘Spiegel’-commissie van CEN/TC 344: het beoordelen, becommentariëren en het doen van voorstellen met betrekking tot de diverse ‘work items’ (zie tabel A). • Het opstellen van de Nederlandse Praktijkrichtlijn NPR ‘Magazijnstellingen - Palletstellingen door Magazijntrucks bediend: Verklaring van Toegestaan Gebruik’. Publicatie van de Ontwerp NPR voor extern commentaar: verwachting medio november 2003. Wat betreft de andere stellingtypen zal de volgende NPR de ‘inrijstellingen’ behandelen. • Het opstellen van de NPR ‘Magazijnstellingen: Periodieke Inspecties op Gebruik en Onderhoud’. • Het opstellen van de NEN ‘Magazijnstellingen: Montage en Vrijgave - Palletstellingen’. En daarna ook weer de inrijstellingen. • Het eventueel opstellen van Wijzigingsbladen op NEN 5051, NEN 5052 en NVN 5053, indien de richting waarin de Europese normalisatie gaat, voldoende duidelijk is (‘final draft’ status), maar publicatie van de uiteindelijke norm nog te lang op zich zal laten wachten. Wat betreft de echte constructieve aspecten met betrekking tot de berekening van het toegestaan draagvermogen in relatie tot de gespecificeerde gebruikswijze, en de vastlegging van de specifieke stellingbelastingen, zijn tevens de NEN Commissies ‘Dunne plaat’ en ‘Basiseisen en Belastingen’ betrokken bij de activiteiten van de ‘Spiegel’-commissie. Beide onder eindverantwoordelijkheid van de NEN commissie ‘Technische Grondslagen voor Bouwconstructies-TGB’. Spiegelcommissie CEN TC 344 NPR Verklaring van Toegestaan Gebruik Het eerste ‘work item’ van CEN TC 344 (zie tabel A) is het opstellen van een Europese norm 14
voor het constructief ontwerp van palletstellingen: [11]) Deze norm behandelt echter naast de constructief technische aspecten en veiligheidsfilosofie, ook het vastleggen van de specifiek karakteristieke belastingen voor palletstellingen. Vooral dit laatste is geen eenvoudige zaak met name wat betreft de in rekening te brengen interactiekrachten tussen stelling en heftruck. Wat zijn realistische horizontale en verticale krachten en stootfactoren die optreden bij het afzetten of uitnemen van pallets? Er moet bijvoorbeeld worden stilgestaan bij zaken als: • Wat zou hierbij kunnen misgaan, moet dat in het ontwerp van de stellingen worden meegenomen en hoe zou men dan de krachten en stootfactoren moeten kwantificeren? • Het is helaas een bekend feit dat staanders en liggers in veel magazijnen en distributiecentra aanrijschade’s blijken te hebben opgelopen door foutieve handling met de heftruck of pallettruck. Of simpelweg omdat er te weinig manoeuvreerruimte is gerealiseerd: - te grote draaicirkel van de heftrucks dan wel een te smalle stellinggang; - te grote hoogte, breedte- of diepte- afmetingen van de goederen op de pallet, dit alles in relatie tot de gevraagde werksnelheid (Het geven van een ‘bonus’ wanneer een grotere arbeidsprestatie wordt geleverd, komt steeds meer voor. Hoe zit het dan met verantwoord veilig werken??!!) Magazijnstellingen zijn verre van heftruck• proof. Hoe moet hiermee bij het ontwerp én het gebruik van de stellingen worden omgegaan? De Nederlandse Normcommissie Magazijnstellingen heeft met betrekking tot dit soort zaken voorstellen gedaan aan CEN/TC 344. Bij het uitwerken hiervan is men echter tevens tot de conclusie gekomen dat het absoluut noodzakelijk is dat, vóórdat met het feitelijke stellingontwerp wordt begonnen, goed wordt gedocumenteerd wat het beoogde gebruik is. En dit zou eigenlijk altijd op een eenduidige en complete wijze moeten gebeuren. Dus waarom niet normaliseren? Vandaar dat medio november 2003 de ontwerp NPR ‘Magazijnstellingen - Verklaring van Toegestaan Gebruik: Palletstellingen’ zal worden gepubliceerd. Vergelijkbaar met de ‘Gebruiksvergunning’ die veelal vereist is volgens een Gemeentelijke Bouwverordening voor het gebruik: van het magazijn- of distributiegebouw zelf. De ‘Verklaring van Toegestaan Gebruik’ is een essentieel document voor het magazijnmanagement, met name wanneer wijzigingen in gebruik of met betrekking tot de inzet van intern transportmaterieel worden overwogen.
oktober 2003
Ook weer een goed voorbeeld van het ‘normaliseren’ van maatschappelijke activiteiten op een zodanige wijze dat gesteld kan worden: ‘Dit zijn verantwoorde normen en waarden wat betreft deze ‘stand der techniek’; Hier dient men zich dus aan te houden!!’ Literatuurverwijzingen [1] [2] [3]
[4] [5]
[6]
[7]
pr EN 1990 ‘Eurocode 0: Basis of structural design’ pr EN 1991 ‘Eurocode 1: Actions on structures’ pr EN 1993 ‘Eurocode 3: Design of steel structures’ a. Part 1-1 ‘General rules and rules for buildings’ b. Part 1-3 ‘General rules – Supplementary rules for cold formed thin-gauge members and sheeting’ FEM 10.2.02, ‘The design of static steel pallet racking’, latest edition April 2001. FEM 10.2.03, ‘Guidelines for the Specifiers of Satic Steel Racking and Shelving’, (Specifier’s Code), January 2000 FEM 10.2.04, ‘Guidelines for the Safe Use of Static Steel Racking and Shelving’, (User’s Code), November 2001 C.J.Tilburgs, ‘European draft recommendations for pallet rack, drive-in and drive-through rack design’, EUR 7612, Commission of the European Communi-
ties-Directorate General Science, Research and Developments. [8] NEN 5051, ‘Magazijnstellingen - Aanschafgegevens en Gebruik’ [9] NEN 5052, ‘Magazijnstellingen - Belastingen en Imperfecties’ [10] NVN 5053, ‘Magazijnstellingen - Beproevingsmethoden en Proefinterpretatie’ [11] EN xxx, ‘Storage equipment - Adjustable pallet racking systems: Principles for structural design’
-
NEN-, NVN-, pr EN- en EN-normen zijn verkrijgbaar bij NEN te Delft. FEM-Industrierichtlijnen zijn verkrijgbaar bij VSL/FME-CWM te Zoetermeer.
Het volgende deel van deze artikelserie met betrekking tot ‘Magazijnstellingen - Normen & Waarden’ zal inhoudelijk ingaan op in Nederland geldende wet- en regelgeving.
Tabel A: Overzicht van de ‘’ work items’ met ‘target dates’ van CEN/TC 344
Work Item
Title
Start
First draft
CEN enq.
Formal Vote
001
Steel static storage systems –
January
Stage 32
Stage 40
Stage 49
January
June
December
Adjustable pallet racking systems –
2003
2003
2004
2005
Steel static storage systems –
March
September
March
July
Tolerances, deformations and
2004
2004
2005
2006
Steel static storage systems –
September
March
September
January
Racking systems –
2003
2004
2004
2006
Steel static storage systems –
March
September
March
July
Racking systems –
2004
2004
2005
2006
Steel static storage systems –
July
January
July
November
Drive-in racking systems –
2005
2006
2006
2007
Steel static storage systems –
July
January
July
November
Racking for seismic regions –
2005
2006
2006
2007
Steel static storage systems –
December
December
September
December
Shelving systems –
2005
2006
2007
2008
Steel static storage systems –
December
December
September
December
Cantilever racking systems –
2005
2006
2007
2008
Steel static storage systems –
December
December
Installation of racking systems –
2006
2007
Principle for structural design 002
clearances of racking systems 003
Guidelines for users 004
Guidelines for specifiers 005
Principles for structural design 006
Principles for structural design 007
Principles for structural design 008
Principles for structural design 009
Health & Safety during construction
oktober 2003
15