Uit de verhalen in dit boekje blijkt dat deelnemers na een LiNk-traject beter in hun vel zitten. Ze kunnen beter hun weg vinden in de samenleving en weten hoe ze zelf allerlei zaken kunnen regelen. Het maatje waaraan ze werden ‘gelinkt’ heeft daarbij een belangrijke rol gespeeld. De maatjes leggen de link met diverse mensen en organisaties om de deelnemer te helpen bij zijn participatie. Met hun inzet zorgen ze er voor dat die link ook echt werkt. De maatjes máken de link!
Maatjes maken de link
Verhalen van maatjes en deelnemers van project LiNk, Vluchtelingenwerk Nijmegen
Maatjes maken de link Verhalen van maatjes en deelnemers van project LiNk, Vluchtelingenwerk Oost Nederland, afdeling Nijmegen
1
Puzzelstukjes
Voorwoord
De omslag van dit boekje werd ontworpen door Fadia Ahmed Baabduh (24). Ze nam deel aan project LiNk. Fadia is afkomstig uit Somalië en studeerde in Jemen een aantal jaren architectuur. Via LiNk ontmoette ze haar maatje Maud Heldens (27). Samen gingen ze op zoek naar een passende opleiding voor Fadia. Ze denkt erover om volgend studiejaar Bouwkunde aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen of Scheepsbouwkunde aan de Hogeschool Rotterdam te gaan studeren. In het najaar gaat ze de Open Dagen van de scholen bezoeken om zich goed te laten infomeren en een keuze te maken. Op dit moment is ze bezig met haar studie Staatsexamen II om haar Nederlands verder te verbeteren. Over het ontwerp van de omslag vertelt ze:
‘Wij geloven in de eigen kracht en de betrokkenheid van mensen’, zoals in het WMO-beleidsplan is omschreven. Bij vluchtelingen kan de situatie anders zijn. Een vluchteling komt vaak alleen, zonder familie en zonder vrienden. Mensen komen hier, in voor hen een vreemd land, in een vreemde stad. Een sociaal netwerk heb je dan niet. Je kent de cultuur en de taal niet en weet niet hoe het systeem van het land werkt. Ik geloof dat ik niet hoef uit te leggen, hoe belangrijk het is dat je mensen om je heen hebt die er voor je zijn en die je kunnen steunen.
“Ik kreeg het idee voor de puzzel, omdat ik denk dat mensen als puzzelstukjes zijn. Als we allemaal gelinkt zijn, vormen we samen een prachtig beeld, vol kracht en liefde.”
Gelukkig bewijst het project LiNk weer de betrokkenheid in onze stad. Met vrijwilligers die hebben meegeholpen aan dit project hebben we ons doel kunnen bereiken: namelijk het vergroten van het netwerk van de deelnemer en in dit geval van een vluchteling. Met dit netwerk kan de vluchteling meer bereiken en meer ondernemen om echt deel uit te kunnen maken van de samenleving. Ik wens de deelnemers aan dit project veel geluk en succes met hun vervolgstappen en veel dank aan diegenen die tijd besteden en inzet plegen om anderen te helpen! Bert Frings Wethouder Zorg & Welzijn en Sport
Colofon
Ontwerp omslag:
Fadia Ahmed Baabduh
Vormgeving:
Paul Wissink
Foto’s:
Phornphirum (Noo) Phorneang
Interviews:
Femke Corbeek en Ans Aerts
Teksten:
Ans Aerts
2
3
Inleiding Zohreh was op zoek naar een groep vrouwen waarmee ze gezellig kon kletsen en eten, maar waarmee ze ook kon praten over serieuze zaken. Ameneh had in Iran als naaister gewerkt en wilde hier graag in Nederland weer mee aan de slag. Pouya zocht vrijwilligerswerk en Sacdiya, zwanger van haar eerste kindje, wilde meer weten over bevallen en opvoeden in Nederland.
Iedere deelnemer komt met een eigen vraag of verzoek bij project LiNk van Vluchtelingenwerk Oost Nederland terecht. Allemaal zijn ze vanuit een ander land naar Nederland gekomen om hier een nieuw leven te beginnen. Eenmaal in Nederland en in het bezit van een verblijfsvergunning gaan ze aan de slag met het leren van de taal. Maar ze willen meer: vrijwilligerswerk doen, een betaalde baan, een opleiding volgen, lid worden van een sportclub, samen met anderen een hobby uitoefenen of ondersteuning bij opvoedingsvragen. Ze willen in contact komen met Nederlanders en echt deel uitmaken van de samenleving. Via LiNk krijgen ze een maatje dat hen daarbij begeleidt. Samen met het maatje leggen ze de juiste contacten om hun vragen te beantwoorden en hun doel te bereiken.
Netwerken LiNk-trajecten duren vier tot zes maanden. Cliënten hebben dan geleerd hoe ze zelf dingen kunnen regelen en nemen zelf de touwtjes in handen. De maatjes hebben daarbij een belangrijke rol gespeeld, zoals uit de verschillende verhalen in dit boekje blijkt. Ze leren de deelnemers hoe ze zelf contacten kunnen leggen, informatie kunnen zoeken en kunnen netwerken. (De hoofdletter N in LiNk verwijst naar Netwerken). De maatjes worden gelinkt aan een vluchteling of nieuwkomer, maar zorgen tegelijkertijd voor de link met andere organisaties en personen. Een project als LiNk kan niet bestaan zonder de samenwerking met andere partijen, die de deelnemers verder op weg helpen bij hun integratie en participatie. Ook dit blijkt uit de verhalen. 4
In 2011 ging LiNk in Nijmegen van start. In 2012 was er een onderbreking van een paar maanden en in het najaar van 2013 werd het project beëindigd. In totaal startten bij LiNk meer dan vijftig trajecten, die succesvol werden afgerond. De kennis en ervaring die zijn opgedaan met LiNk zullen in de toekomst, in een andere vorm, een vervolg krijgen in het aanbod van Vluchtelingenwerk Oost Nederland. Dit boekje bevat negen portretten van LiNk-koppels. Elk LiNk-traject is anders. Zo kreeg Sacdiya een maatje dat haar hielp bij vragen rondom de bevalling en de kraamtijd, ging Pouya vrijwilligerswerk doen bij een dagopvang voor senioren, startte Ameneh met een leer-werktraject bij Mode Met een Missie en Zohreh vond haar groep vriendinnen.
De Achmea Foundation en de gemeente Nijmegen financierden LiNk. Dankzij hun bijdrage en dankzij alle maatjes en andere vrijwilligers die zich inzetten voor het project, werd LiNk een succes. Het is fijn om te merken dat het aanbod van mensen die zich vrijwillig willen inzetten voor vluchtelingen en nieuwkomers groot is. Maatjes en andere vrijwilligers zijn ontzettend belangrijk voor projecten als LiNk. Een uitspraak van maatje Clarine illustreert dit: “Eén persoon kan echt het verschil maken in iemands leven.” Project LiNk, Vluchtelingenwerk Oost Nederland Nijmegen, oktober 2013
5
orderpicker”, vertelt Sjoerd. Ook deze functie was tijdelijk en inmiddels is Sunny gestart met een opleiding om in de asbestverwijdering aan het werk te gaan. Toen hij vertelde dat hij graag zijn rijbewijs wilde halen, gingen ze samen op zoek naar een geschikte autorijschool. Sunny: “Het is fijn als iemand je helpt met dingen uitzoeken. Op die manier heb ik ook geleerd hoe ik zelf allerlei zaken kan regelen in Nederland.”
Doornroosje Sunny en Sjoerd hielden na afronding van het LiNk-traject contact en zijn ondertussen goede vrienden geworden. Sjoerd: “Zonder LiNk hadden we elkaar niet ontmoet. Het is een mooie manier om te ontdekken hoe
‘We kunnen overal over praten’ Sjoerd Bos (27) en Sunny Onwuka (30) kennen elkaar sinds eind 2011. Sunny vluchtte in 2000 vanuit Nigeria naar Nederland. Het duurde een tijd voordat hij zijn verblijfsvergunning kreeg, waardoor hij pas in 2010 kon gaan inburgeren. Vóór zijn komst naar Nederland werkte hij in de autobranche en handelde hij in auto-onderdelen. Hij klopte bij LiNk aan omdat het zijn grote wens was om in Nederland betaald werk te vinden. Maatje Sjoerd hielp hem bij de zoektocht naar een betaalde baan. “We zijn op zoek gegaan naar geschikte vacatures, hebben uitzendbureaus bezocht en zijn naar garagebedrijven gegaan om te informeren naar mogelijkheden.” Betaald werk vinden viel niet mee vanwege de economische crisis. Via uitzendbureaus vond Sunny een paar keer een tijdelijke baan. “Ik heb ook mijn eigen netwerk ingeschakeld om Sunny aan een baan te helpen. Via een vriend van mij vond hij toen een functie als
iemand met een heel andere achtergrond in onze maatschappij staat. Maar ook al komt Sunny uit Nigeria, toch merk ik dat we vaak over allerlei zaken hetzelfde denken. Zo hebben we bijvoorbeeld eenzelfde soort relativeringsvermogen.” Sunny: “Vanaf het begin klikte het goed tussen ons. We doen ook allerlei leuke dingen samen, zoals wandelen in de Ooijpolder, het kasteel in Doorwerth bezoeken of naar een concert in Doornroosje. We kletsen en lachen veel samen en kunnen eigenlijk overal over praten.”
6
7
haar vooral de weg gewezen en ondersteund en gevolgd in het traject. Ze zette zelf vervolgens de benodigde stappen.“ Zo regelde Ameneh zelf de reiskosten vanuit haar huis in Nijmegen-Noord naar het atelier, nadat ze met Christine had besproken hoe ze dit het beste aan kon pakken. “Ik heb haar een keer opgezocht in het naaiatelier en zie dat ze daar echt op haar plek zit”, vertelt Christine. Amaneh: “Ik heb het inderdaad erg naar mijn zin. Het is ook altijd gezellig bij MMM.” Ondertussen heeft ze het druk gekregen. In overleg met haar begeleider bij MMM heeft ze besloten om weer te beginnen met het volgen van lessen Nederlands op het ROC. Ze gaat nu twee keer per week naar school om haar Nederlands bij te spijkeren.
‘Met kleding naaien wil ik mijn geld verdienen’ Bruidskleding
De Iraanse Ameneh Zarei (42) werkt drie dagen per week in het naaiatelier van Mode met een Missie (MMM) aan de Graafseweg in Nijmegen. Ameneh had in Iran al veel ervaring opgedaan met het naaien van kleding. In Nijmegen ging ze hier weer mee aan de slag bij Kompas Mengelmoes, een project gericht op sociale activering en integratie. Via LiNk kwam ze vervolgens terecht bij MMM, een leer-werktraject, gericht op het maken van kleding voor het modelabel ‘Amie-e-toi’. Ameneh: “De kleding die ik naai voor het modelabel is behoorlijk prijzig, maar dan heb je ook iets bijzonders. Nu ben ik in opleiding, maar mijn droom is om met het naaien van kleding mijn geld te verdienen.” Maatje Christine Lam (20) vertelt: “Vanaf het begin merkte ik dat Ameneh heel gedreven. Ik heb 8
Ameneh is nu op zoek naar een betaalde baan. “Ik heb gesolliciteerd in Arnhem als coupeuse, voor het naaien van bruidskleding. Ik hoop dat ik die baan krijg. Ik ben echt blij dat ik bij MMM terecht ben gekomen. Ik heb meer contact met mensen en voel me ook vrijer om Nederlands te praten. Ik moet nog vaak zoeken naar woorden, maar ben veel minder bang dan eerst om daarin fouten te maken.” Trots showt ze in het atelier een jas die ze voor zichzelf heeft gemaakt. Aan de piekfijne afwerking is te zien dat ze het vak goed beheerst. De stof vond ze op de markt en de knopen haalde ze van een oude jas af. Met een stralende lach: “Alles bij elkaar heeft de jas mij vier euro gekost en heb ik er vijf uur aan gewerkt.”
9
Zij was meteen bereid om Noo verder wegwijs te maken. Ze was onder de indruk van haar werk en gaf haar tips om haar netwerk te vergroten en haar werk aan de man te brengen. Ine: “Noo ging direct met de ideeën van Goedele aan de slag. Ze maakte een website, liet visitekaartjes maken en werkte aan haar portfolio.“ Noo: “Dat was echt een keerpunt voor mij.”
Beweging Noo wilde zich onder meer richten op portretfotografie en bruiloftsreportages. Op advies van Goedele maakte ze een aantal fotoboeken met voorbeelden van haar werk. Ze bezocht locaties waar trouwfeesten plaatsvinden, zoals Jachtslot Mookerheide, en informeerde of ze hier haar fotoboeken en haar gegevens mocht achterlaten. Op die manier kunnen potentiële klanten contact met haar opnemen. Ine: “Ze maakte echt een
‘Zolang ik kan fotograferen, ben ik gelukkig’ De Thaise Phornphirum (Noo) Phorneang (41) kwam voor de liefde naar Nederland. Met haar echtgenoot woont ze sinds 2005 in Nijmegen. In Thailand had ze een opleiding Fotografie gedaan. In Nederland wilde ze hier graag weer mee aan de slag, maar dat viel in eerste instantie niet mee. Noo: “Ik wist niet hoe ik dit aan moest pakken. Ik had niet de juiste contacten en mijn Nederlands was nog gebrekkig.” Via het Intercultureel Centrum voor Emancipatie en Participatie (IVC) kwam ze bij LiNk terecht. Met maatje Ine Krijne (65) klikte het meteen. Ze delen hun passie voor fotografie. Ine bracht haar vervolgens in contact met Goedele Monnens, een professioneel fotografe. 10
ontwikkeling door. Ik zag haar veranderen van een ietwat verlegen en afwachtende vrouw in een zelfverzekerde fotografe.” Noo beaamt dit. “Ik spreek nu mensen aan als ik iets wil weten. Mijn Nederlands is nog steeds niet perfect, maar ik ben niet meer bang dat mensen me daardoor niet serieus nemen. Doordat ik actief met fotografie aan de slag ben gegaan, heb ik ook meer mensen leren kennen. Dat is goed voor mijn netwerk.” Ine is een fanatiek amateurfotografe en kreeg van Noo bruikbare tips, onder meer over het fotograferen van beweging. Hier hebben ze samen een middag mee geoefend. Noo werkt regelmatig in opdracht. Ze vertelt: “Mijn leven is voller en rijker geworden. Fotografie is echt mijn passie. Zolang ik kan fotograferen, ben ik gelukkig.” Noo maakte de foto’s voor dit boekje. Haar werk is te vinden op: http://noophotography.wordpress.com/
11
Leuke dingen doen Door de week is Pouya druk met school en zijn vrijwilligerswerk. Graag zou hij meer contact willen hebben met andere jongeren om in het weekend mee af te spreken. Merel: “Hij is inmiddels twee jaar in Nederland. Ik merk dat het voor hem nog moeilijk is om leeftijdsgenoten te leren kennen. We hebben daarom contact gezocht met Mate For You, een maatjesproject van het NIM.” Jongeren worden via dit project gekoppeld aan een leeftijdsgenoot, die hen helpt om zelf een sociaal netwerk op te bouwen. Binnenkort krijgt hij een maatje via Mate For You.
‘Ik hou van opa’s en oma’s’ Bij dagopvang De Taxus van seniorennetwerk Swon is het een gezellige boel. Een groep ouderen is bezig met een spreekwoordenspel, onder begeleiding van een vrijwilliger en een stagiaire. Anderen zitten lekker te kletsen. Pouya (22) is afkomstig uit Iran en werkt als vrijwilliger bij De Taxus. Al eerder had hij hier vanuit zijn inburgeringscursus bij Capabel een tijdje stage gelopen. Dat beviel hem zo goed dat maatje Merel Kuipers (32) hem hielp om opnieuw contact te leggen met de dagopvang. Ze waren blij met zijn komst en hij kon meteen de volgende dag weer aan de slag als vrijwilliger. Pouya: “Ik werk hier nu twee dagen in de week en help met eten en drankjes serveren en met opruimen. Ik hou van opa´s en oma´s en klets veel met ze. Op die manier oefen ik ook mijn Nederlands.” Mevrouw Van Oorschot is een vaste bezoeker van de dagopvang: “En wij vinden het hartstikke leuk als Pouya komt. Hij lacht altijd.”
Pouya: “Ik verheug me er al op. Dan kunnen we samen leuke dingen gaan doen, zoals de bioscoop bezoeken of een keer naar een café gaan.” Op dit moment is hij nog druk met het leren van de Nederlandse taal. Wat hij wil gaan doen als hij klaar is met de inburgering, weet hij nog niet. Misschien maakt hij van zijn vrijwilligerswerk wel zijn beroep. Een klik met de senioren heeft hij in ieder geval. Meneer Heuveling, bezoeker van de dagopvang, lacht: “Pouya is misschien klein van stuk, maar hij is onze grote vriend.” Met een knipoog vervolgt hij: “Hoewel hij tegen de dames altijd net iets vriendelijker is dan tegen mij.”
12
13
al die tijd heeft gegeven. Ik kon met al mijn vragen bij haar terecht, maar we dronken ook gezellig thee samen en ik oefende mijn Nederlands met haar. Ook zijn we samen naar het consultatiebureau geweest nadat mijn zoontje Ukash was geboren.” Jeannette: “Het was mooi om te zien dat ze daar meteen contact legde met andere jonge moeders en hun baby’s.”
Minstens tien jaar Sacdiya regelt haar zaken graag zelf. In eerste instantie was dit lastig, omdat ze niet goed wist waar ze terecht kon voor bepaalde informatie. Vanwege de taal vond ze het ook moeilijk om te bellen met instanties. Dat is inmiddels veranderd. Sacdiya: “Jeannette leerde mij dat ik aan de
‘Ik regel mijn zaken graag zelf’ Toen de Somalische Sacdiya Mahamed Maalin (28) via ROC Nijmegen bij LiNk terecht kwam, was ze zes maanden zwanger. Door omstandigheden is haar man niet in Nederland en woont ze alleen. In haar directe omgeving heeft ze weinig contacten en haar familie woont in Zutphen. Tot vlak voor haar zwangerschap was Sacdiya bezig met haar inburgeringscursus. Rond de komst van de baby moest ze allerlei zaken gaan regelen. Ze sprak nog niet goed Nederlands, waardoor dit extra spannend was. Gelukkig kon ze met haar vragen terecht bij haar maatje Jeannette van der Hoeven (61). “Mijn kinderen zijn al volwassen en ik ben inmiddels twee keer oma. Ik heb dus de nodige ervaring met baby´s. Ik besprak allerlei zaken met haar, zoals het regelen van de kraamzorg en de inrichting van de babykamer”, vertelt Jeannette. In mei 2013 werd de baby geboren. Sacdiya: “Ik was erg blij met de steun die Jeannette mij
telefoon eerst moet zeggen dat ik moeite heb met de taal. Vervolgens vraag ik of de persoon aan de andere kant langzaam wil praten. Dat helpt. Laatst heb ik gebeld met de gemeente toen ik vragen had over het regelen van een paspoort voor mijn kindje. Ik durf dat soort dingen nu zelf.” Binnenkort vervolgt ze haar inburgeringscursus. In de toekomst wil ze graag in de zorg werken of anders in een winkel. Jeannette oppert dat de kinderopvang ook goed bij haar zou passen. De twee vrouwen hebben een klik. Als Sacdiya aan Jeannette vraagt hoe lang het contact tussen hen nog voort zal duren, antwoordt deze met een brede glimlach: ´Nou... toch nog minstens tien jaar´.”
14
15
Vrouwelijke presidentskandidaat Via LiNk kwam Sanga ook in contact met COS Gelderland. Ze volgt daar een traject, waarbij ze trainingen krijgt. Ze ontdekt wat haar talenten en kwaliteiten zijn en krijgt ondersteuning bij het vinden van passend vrijwilligerswerk. Sanga: “Ik weet nog niet precies wat ik in de toekomst wil gaan doen. Misschien ga ik starten met vrijwilligerswerk op de school van mijn kinderen. Ik denk er ook over om een opleiding te gaan volgen. Het traject helpt me om helder te krijgen wat mijn mogelijkheden zijn.” Suzanne was al actief als vrijwilliger bij project LiNk, toen ze besloot om zelf maatje te worden: “Ik ben erg geïnteresseerd in andere culturen en
‘Op die manier boek je vooruitgang’ Sanga Shanourkheel (37) is afkomstig uit Afghanistan. Ze is moeder van twee kinderen en was op zoek naar leuke bezigheden voor zichzelf. Via maatje Suzanne van de Vranden (39) kwam ze bij hobbycentrum De Nonnendaal terecht. Sanga: “Je kunt daar allerlei leuke dingen doen, zoals sieraden maken, mozaïeken en schilderen.” Ze loopt nu regelmatig binnen bij het hobbycentrum en ook haar dochter is inmiddels een vaste bezoeker. Daarnaast kwam ze via Suzanne in contact met OuderKindCentrum SamSam, waar ze andere moeders ontmoet en creatieve activiteiten onderneemt. “Beide voorzieningen zitten bij mij in de buurt, dus dat is fijn”, zegt Sanga. Ze merkt op dat ze een beter beeld van de voorzieningen in Nijmegen heeft gekregen en ondertussen goed weet hoe ze zelf aan allerlei informatie kan komen. “Ik stap gemakkelijker ergens op af. Ik vind het belangrijk om in contact te komen met mensen en mee te doen in Nederland. Op die manier boek je echt vooruitgang.” 16
wilde graag iemand op weg helpen.” Sanga vertelde haar over het leven in Afghanistan, over de verschillende bevolkingsgroepen, zoals de Hazara en de Pathanen en over de positie van de vrouw. Suzanne wees haar vervolgens op het boek ‘Brieven aan mijn dochter’ van Fawzia Koofi, de eerste vrouwelijke Afghaanse presidentskandidaat, die zich verkiesbaar stelt in 2014. In het boek beschrijft ze haar leven. Sanga: “Ik had haar wel eens gezien op televisie, maar kende haar verhaal niet. Ik ben het boek nu aan het lezen. Het is prachtig en het is ook nog eens goed voor mijn Nederlands.” Suzanne lacht: “En zo leer ik Sanga ook nog iets over Afghanistan.”
17
veel over mezelf praten en leerde complimenten in ontvangst nemen en mijn grenzen aangeven. Vóór ik deze cursus deed, kon ik dat eigenlijk niet.” Voor haar stage organiseerde ze een lotgenotenbijeenkomst bij Pro Persona, instelling voor geestelijke gezondheidszorg. De bijeenkomst was bedoeld voor mensen met een Latijns Amerikaanse achtergrond, met familieleden met een psychiatrische aandoening. “Het doel was om het taboe dat hier omheen hangt in onze cultuur te doorbreken. De bijeenkomst was geslaagd. Ik werk nog steeds als vrijwilliger bij Pro Persona om dit soort bijeenkomsten te organiseren.”
Trots In juni 2013 ontving Martha haar diploma. Marita was aanwezig bij de uitreiking. Marita: “Ik vond het een heel bijzondere avond. Iedereen was heel trots op haar. Nick was er ook en na afloop zijn we samen uit gaan
‘Ik ben uit mijn schulp gekropen’ Martha Fernandez (48) komt uit Colombia. Ze heeft een zoon, Nick (12), die veel zorg een aandacht nodig heeft. Hierdoor was ze veel aan huis gebonden en had ze weinig sociale contacten. Ze wilde graag iets voor zichzelf gaan ondernemen. Samen met haar LiNk-maatje Marita Widdershoven (52) vond ze bij de Vrijwilligerscentrale een leuke vacature bij het Intercultureel Centrum voor Emancipatie en Participatie (IVC). De vacature was echter niet passend vanwege de werktijden. Het IVC kwam toen met het voorstel om de cursus ‘Samen sterk’ voor allochtone mantelzorgers te gaan volgen. Deelnemers aan de cursus worden opgeleid om andere allochtone mantelzorgers te stimuleren en begeleiden bij het inschakelen van ondersteuning bij hun zorgtaken. Dit sprak Martha aan en in september 2012 startte ze. Martha: “Ik leerde veel en tegelijkertijd werkte de cursus voor mij als een soort therapie. Ik moest
eten.” Martha: “Het was voor mij heel bijzonder dat mensen trots waren op iets dat ik had bereikt. Ik heb meer zelfvertrouwen gekregen door de cursus en onderneem veel meer.” Zo leerde ze een nieuwe vriendin kennen in haar cursusgroep, waarmee ze leuke dingen doet. Ook is ze gestart met een cursus edelsmeden bij Hobbycentrum Nijmegen-Oost en volgt ze Nederlandse spreeklessen op het IVC. “Het liefst ga ik ook nog een opleiding volgen om timmerman te worden. Die droom heb ik al mijn hele leven, maar ik kan niet alles tegelijk”, lacht ze. Marita: “Ze is echt een ander persoon geworden. In het begin hield ze de boot een beetje af. Mijn gevoel zei me dat ze een extra duwtje in de rug nodig had. Dat bleek inderdaad zo te zijn.” Martha: “Ik vond het spannend om naar buiten te treden. Door de vasthoudendheid van Marita ben ik uit mijn schulp gekropen. Ik ben daar heel blij om.”
18
19
en hij kwam op kraambezoek toen Thijs dit jaar voor de eerste keer vader werd. Op een trainingsavond van project LiNk ontmoette hij bovendien zijn taalmaatje Aad, waar hij wekelijks mee afspreekt om zijn Nederlands te verbeteren. Mohammad: “Thijs en Aad zijn de eerste Nederlanders die ik beter heb leren kennen. Het is goed dat er een project als LiNk is, want ik vind het moeilijk om op andere manieren met Nederlandse mensen in contact te komen.”
Gastvrij Regelmatig gaat Mohammad mee met de wandelingen die LiNk organiseert. Dit is bijzonder, want hij heeft een gedeeltelijke beenprothese. Hij wandelt maximaal een uur en moet op tijd rusten.
‘Nijmegen is echt mijn thuis geworden’ Mohammad Djafari (26) en zijn maatje Thijs Poelstra (30) leerden elkaar in januari 2013 kennen. Vier jaar geleden vluchtte Mohammad vanuit Afghanistan naar Nederland. In Afghanistan had hij nooit de kans gekregen om naar school te gaan. Nu is hij bezig met zijn inburgering bij Capabel Taal. Hij doet erg zijn best maar Nederlands leren valt niet mee, vindt hij. Mohammad: “Het gaat wel steeds beter. Wat ook helpt is de stage die ik heb gedaan vanuit de inburgering bij museum Oriëntalis. Ik had daar veel contact met Nederlandse mensen en kon daardoor goed oefenen met de taal.” Met maatje Thijs onderneemt hij allerlei leuke dingen. Ze drinken samen thee, zijn een keer naar de bioscoop geweest 20
Mohammad: “Ik vind het leuk om buiten te zijn en onder de mensen te komen. Op die manier leer ik de omgeving ook beter kennen. Ik woon nu ongeveer anderhalf jaar in Nijmegen en het is echt mijn thuis geworden.” Thijs: “Ik merk dat het contact met andere mensen Mohammad goed doet. In de loop van de tijd is hij opener geworden.” Voordat Thijs maatje werd bij LiNk had hij nooit eerder contact gehad met vluchtelingen: “Ik heb me aangemeld omdat ik graag mijn steentje bij wil dragen. Als ik in een ander land ben, vind ik het fijn om gastvrij ontvangen te worden. Ik vind het vanzelfsprekend dat dat hier ook zo is.”
21
Nu komen de gespreksonderwerpen eigenlijk vanzelf. Clarine: “Maar het gaat altijd wel ergens over. Uitgangspunt is dat iedereen elkaar respecteert en zichzelf kan zijn. Dat lukt uitstekend. Mousli en Zohreh zijn bijvoorbeeld beiden moslim, maar beleven dat ieder op een andere manier. Dat is geen enkel probleem.” Zohreh: “Wat mij opvalt is dat iedereen in de loop van de tijd veel opener is geworden. Als je elkaar langer kent, groeit het gevoel van vertrouwdheid.”
‘Het contact tussen ons gaat diep’ Zohreh Ardani (51) en haar maatje Clarine Ritzen (63) leerden elkaar kennen in januari 2012. Ze herinneren zich hun eerste ontmoeting nog goed. Clarine: “Het was meteen heel erg vertrouwd. Alsof we elkaar al jaren kenden.” Zohreh beaamt dit: “Het is net alsof we familie van elkaar zijn.” Clarine organiseert sinds halverwege 2011 ontmoetingen met een groep vrouwen. Ze delen verhalen en ervaringen met elkaar, eten samen en lachen veel. Eén keer per zes weken ontmoeten ze elkaar op vrijdagavond in het huis van Clarine in Ooij. Zohreh maakt vanaf haar kennismaking met Clarine deel uit van de groep. Het is een vrolijk, internationaal gezelschap, dat verder bestaat uit Mousli uit Senegal, Elisabeth uit Aruba, Rachel uit Israël en Jeannette en Jacqueline uit Nederland. In het begin bedacht Clarine een thema waarover ze de hele avond praatten, zoals de positie van de vrouw in verschillende culturen. 22
Rugzakje De vrijdagavond één keer in de zes weken, is inmiddels vast prik. Zohreh: “We praten over onderwerpen, waarover ik het niet heb op mijn werk of met mijn man. Deze avonden zijn echt voor mijzelf.” De twee vrouwen spreken ook regelmatig met z’n tweeën af. “Het contact tussen ons gaat heel diep. Ik merk dat Clarine echt aandacht heeft voor anderen.” Door dit contact leerde ze een heel nieuwe stukje Nederland kennen. “In Iran was ik het niet gewend dat mensen voor elkaar klaar
23
staan. Daar is dat toch alleen bij directe familie het geval. In Nederland doen veel mensen vrijwilligerswerk. In Iran is dat niet gebruikelijk en de overheid stimuleert het ook niet. Het heeft effect op mij. Ik kijk daardoor anders naar andere mensen en voel me goed als ik iets voor iemand kan betekenen.” Clarine beaamt dit: “Ik merk dat bijvoorbeeld als Zohreh over haar werk als thuishulp praat. Ze is heel betrokken bij de mensen waar ze over de vloer komt.”
weer Nederlandse les te gaan nemen. Sinds een jaar is ze nu bezig met Staatsexamen II op ROC Nijmegen om haar Nederlands te verbeteren. “Ik ga twee avonden per week naar school. Ik was zo blij als een kind om weer les te krijgen. Toen ik wist dat ik weer naar school zou gaan, heb ik mijn moeder in Iran gebeld en haar gevraagd of ze een rugzakje voor me wilde kopen”, grapt Zohreh. Clarine lacht: “Dat is echt Zohreh. Dit soort humor is zó typerend voor haar.”
24
25
Een tijd geleden gingen ze samen op zoek naar een geschikte studie voor Zohreh. Ze dacht erover om een opleiding Verpleegkunde te gaan doen. Zohreh: “Maar ik was toen inmiddels vijftig jaar en wilde niet nog drie jaar studeren. Mijn huidige werk beviel me eigenlijk goed en ik heb besloten om niet met die opleiding te beginnen.” Wel besloot ze om
Dankwoord
Inhoudsopgave
Veel mensen en organisaties leverden een bijdrage aan project LiNk. De Achmea Foundation en de gemeente Nijmegen financierden het project van januari 2011 tot november 2013. Allerlei Nijmeegse organisaties verwezen cliënten door naar LiNk of leverden zelf een bijdrage aan de integratie en participatie van LiNk-deelnemers. Ine, Atalanti, Femke, Suzanne, Marie Louise, Myrthe, Rachelle, July, Kianoush en Mireille waren actief als vrijwilliger van het LiNk-team. Zij voerden intakegesprekken met maatjes en deelnemers, regelden ‘matches’, waren vraagbaak en boden begeleiding aan de koppels. Zonder maatjes kan een project als LiNk niet bestaan. Het is fijn om te constateren dat zoveel mensen zich graag vrijwillig inzetten voor vluchtelingen en andere nieuwkomers. Alle koppels die in dit boekje aan het woord komen, verleenden enthousiast hun medewerking aan een interview en ‘fotoshoot’. Femke nam interviews af, Fadia ontwierp de omslag, Noo maakte de foto’s en Paul zorgde voor de vormgeving.
Puzzelstukjes 2 Voorwoord 3 Inleiding 4 We kunnen overal over praten 6 Met kleding naaien wil ik mijn geld verdienen 8 Zolang ik kan fotograferen, ben ik gelukkig 10 Ik hou van opa´s en oma´s 12 Ik regel mijn zaken graag zelf 14 Op die manier boek je vooruitgang 16 Ik ben uit mijn schulp gekropen 18 Nijmegen is echt mijn thuis geworden 20 Het contact tussen ons gaat diep 22 Dankwoord 26
26
27
Allemaal hartelijk bedankt!
28
29
Uit de verhalen in dit boekje blijkt dat deelnemers na een LiNk-traject beter in hun vel zitten. Ze kunnen beter hun weg vinden in de samenleving en weten hoe ze zelf allerlei zaken kunnen regelen. Het maatje waaraan ze werden ‘gelinkt’ heeft daarbij een belangrijke rol gespeeld. De maatjes leggen de link met diverse mensen en organisaties om de deelnemer te helpen bij zijn participatie. Met hun inzet zorgen ze er voor dat die link ook echt werkt. De maatjes máken de link!
Maatjes maken de link
Verhalen van maatjes en deelnemers van project LiNk, Vluchtelingenwerk Nijmegen