IMPULS Magazine nr1-mrt11_bg 18-03-11 13:23 Pagina 1
Maart 2011 Lobbyist Henk de Vlaming CURA-B
Y
Y
6
Onderhoud windturbines HEMI in Tholen
Y
10
Y
9
4
IMPULS Magazine nr1-mrt11_bg 18-03-11 13:23 Pagina 2
De Kenniswerf Vlissingen: verborgen succes
2
Koos de Vos Column Al langere tijd bestonden er initiatieven om de Kenniswerf - het Vlissingse bedrijventerrein waar onder meer de HZ en ROC Zeeland en Technum gevestigd zijn - en het aanliggende Edisongebied, tot het paradepaardje van de Zeeuwse Kenniseconomie te maken. Om dit te bereiken zouden de grotere kennisintensieve bedrijven van Zeeland zich daar moeten vestigen en allerlei uitwisselingsallianties met het onderwijs aangaan. De ambities waren groot en er werden mooie plannen gepresenteerd, met enthousiaste vergezichten en bijbehorende designtekeningen. Er zijn diverse integrale conceptstudies gemaakt over de ontwikkeling van dit gebied. De werkelijkheid bleek echter een stuk weerbarstiger. Onze grote Zeeuwse bedrijven laten zich niet echt forceren tot het meegaan in al deze mooie plannen. Het ROC hoofdkantoor is inmiddels grotendeels verhuisd naar Middelburg. Toch gaat het goed met de Kenniswerf. Het is namelijk mogelijk gebleken via particulier initiatief en enkele grote projecten als Innogo, Incubator e.d. met steun van de gemeente een flink aantal kennisgerelateerde nieuwe starters te laten vestigen in het gebied. De schaal is klein, de bedrijfjes zijn down to earth, maar vaak verbonden met de onderwijsvoorzieningen van HZ en Technum. De laatste vijf jaar zijn er ongeveer vijfendertig van dit soort vestigingen gekomen, met een bijbehorende werkgelegenheid van meer dan driehonderd overwegend HBO-niveau banen. Geen fancy vergezichten, maar een degelijke bottom up groei. Volgens mij is dit een voortreffelijke ontwikkeling voor Zeeland en een mooi succes voor Vlissingen.
signaleert ontwikkelt realiseert
IMPULS Magazine nr1-mrt11_bg 18-03-11 13:23 Pagina 3
Het begon in 2007 met een onderzoek naar de wellnessmarkt: een niche binnen het toerisme en economisch interessant. De natuurlijke omgeving van het Zuidwestelijk Deltagebied biedt Een zee van kansen. In 2008 startte het tweejarige toeristische businessprogramma dat Impuls ontwikkelde in samenwerking met het Kenniscentrum Kusttoerisme (HZ & NHTV Breda), mede gefinancierd door het subsidieprogramma Pieken in de Delta van het Ministerie van EZ, de provincie Zeeland en NoordBrabant. Nu het project is afgerond blikt Wies Buysrogge, projectmanager Recreatie & Toerisme bij Impuls, met tevredenheid terug.
Wellness in de Delta Een zee van kansen In de themapublicatie ‘Wellness in de Delta’ worden de resultaten op een rij gezet. “Er is veel bereikt,” concludeert Wies, “en de ommekeer in de bewustwording, zowel bij ondernemers als gemeenten, telt zeker mee.” Er is gefocust op het Deltagebied: West-Brabant en Zeeland. “Ons doel was om de mogelijkheden in kaart te brengen, de doelgroepen en de markt te onderzoeken en om te kijken hoe je dat kunt vertalen op bedrijfsniveau. Voorop stond dat we wilden uitgaan van de kracht van de regio, met water als verbindend element, zodat onderscheidende toeristische producten ontstaan.” Een goed idee kost niets “We hebben ons gericht op ondernemers die het moeilijk vonden om zelf de juiste stappen te zetten. Vervolgens hebben we met elk bedrijf individueel gekeken hoe zij het thema ‘water en wellness’ op bedrijfsniveau kunnen toepassen. Hoe je kwaliteit in je bedrijf kunt brengen met een concept, hoe je dat consequent doorvoert en vertaalt naar investeringen en opbrengst. Wellness is een trend: tijd voor jezelf, fysieke en mentale gezondheid, leefstijl, eten. Wie de boot niet wil missen zet in op die markt. Je hoeft niet meteen te denken aan Spacentra, sterker: een goed idee hoeft soms zelfs weinig of niets te kosten: een yogasessie voor campingsgasten op het strand, gezonde eetproducten op de menukaart en dan bij voorkeur van eigen origine.” Streekeigen denken “Denk vanuit de klant, vanuit de gast, vanuit de markt. En maak het zó streekeigen dat mensen er speciaal
voor naar het Deltagebied komen. Onderscheid je van de rest en zorg voor kwaliteit, op halfslachtigheid word je afgerekend.” “We hebben meer dan honderd ondernemers bereikt én ondernemers met elkaar in contact gebracht. Er komen Zeeuwse wellnessproducten op de markt, een scrub van gemalen mosselschelpen, een lichaamspakking met melk van Zeeuwse trekpaarden en een kruidenstempel voor massages met kruiden uit deze provincie. Er zijn arrangementen ontwikkeld tussen ondernemers die elkaar voorheen niet kenden maar nu samen kansen zien. Indigo Zeeland, de organisatie voor preventieve gezondheidszorg, biedt in samenwerking met hotels en campings arrangementen rondom mindvorming. Een winst voor beide partijen: groepen zorgen voor vaste inkomsten, Indigo kan op bijzondere locaties tot betere resultaten komen. Nog afgezien van investeringen van 1-3 miljoen van ondernemers die het concept tussen water en wellness volledig hebben omarmd. Het Kenniscentrum Kusttoerisme heeft bovendien een opleiding die focust op het management van wellnessbedrijven, dat betekent dat jonge mensen worden opgeleid om te werken in de wellnessbedrijven van toekomst. Resultaten die we zonder dit project nooit hadden bereikt. We hebben het concept neergezet en de samenhang gecreëerd. De ondernemers moeten de kansen nu zelf verzilveren.” De themapublicatie “Wellness in de Delta” is op te vragen bij het secretariaat van Impuls of te bekijken op www.kenniscentrumkusttoerisme.nl/publicatiesthema.
3
[ Henk de Vlaming
IMPULS Magazine nr1-mrt11_bg 18-03-11 13:23 Pagina 4
4
Lobbyen doen we samen Henk de Vlaming aan de slag in Den Haag Sinds november is Henk de Vlaming in Den Haag actief als lobbyist voor Zeeland. Dat betekent dat hij als vooruitgeschoven post de Zeeuwse belangen behartigt in Den Haag en de politieke besluitvorming informeel probeert te beïnvloeden ten gunste van onze provincie. Henk is de eerste Zeeuwse lobbyist in Den Haag. Impuls magazine vroeg hem hoe hij te werk gaat en waar hij nu mee bezig is. “Lobbyen betekent een wisselwerking op vier fronten: zichtbaar maken, signaleren, informeren en beïnvloeden”, legt hij uit. “Kortom: luid en duidelijk - maar ook slim en strategisch - je vinger opsteken als er kansen zijn voor Zeeland. Laten zien dat we niet alleen een recreatieprovincie zijn, maar dat er hier nog veel meer gebeurt dat bijdraagt aan de BV Nederland. Daarbij is het van cruciaal belang dat de júiste bestuurders en ambtenaren op cruciale posities op het júiste moment over de júiste Zeeuwse informatie kunnen beschikken. Lobbyen is brengen en halen. Ik zorg daarvoor. Belangrijk is ook, dat ik bepaalde landelijke politieke ontwikkelingen tijdig signaleer en terugkoppel, zodat bestuurlijk Zeeland ermee aan de slag kan.” Stuurgroep IJzendijke In iedere provincie bestaan verschillende, vaak zelfs tegengestelde belangen. Wie bepaalt waar Henk in Den Haag de nadruk op legt? “Mijn opdrachtgever is de zogenaamde Stuurgroep IJzendijke”, vervolgt hij. “Dit is het samenwerkingsverband tussen de Zeeuwse gemeenten, de Provincie en het waterschap. Zij stelden vorig jaar gezamenlijk een strategische agenda en een position paper op, die de basis vormen
voor de huidige prioriteiten. Er is dus één Zeeuws wensenlijstje voor Den Haag. Dat is de koers die ik als lobbyist aanhoud. Verder speel ik natuurlijk in op actuele zaken.” Speerpunten “Momenteel besteed ik veel tijd aan drie actuele speerpunten. Ten eerste: de gevolgen van de reorganisatie van de politie voor Zeeland. We praten over compensatie van het verlies aan werkgelegenheid, bijvoorbeeld een nieuwe centrale Zeeuwse meldkamer. Ten tweede demografie en leefbaarheid, zoals zorgvoorzieningen en behoud van Rijksdiensten. Het derde speerpunt is economie. Dit is met name ingegeven door een motie van kamerlid Gerda Verburg over de zogenaamde ‘topgebieden’ in Nederland. Het kabinet Rutte heeft de Randstad en Eindhoven aangewezen als economische topgebieden. In de motie geeft Verburg aan dat ook Zeeland de kans moet krijgen zich als topgebied te profileren. De Zeeuwse kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheden zijn, in samenwerking met de provincie Noord-Brabant, nu druk bezig om voor 1 april een business case op te stellen voor het cluster bio based economy. Hierin ontvouwt Zeeland zijn plannen en toont aan waarom het Rijk dit cluster als topgebied moet aanmerken. In deze business case focussen we op biobased economy én maintenance. Dat zijn de terreinen waarop Zeeland de meeste economische kansen heeft.” “Natuurlijk verliezen we andere zaken niet uit het oog, maar nu is er echt even een focus op dit rapport. Of deze business case ons aantrekkelijkere regelgeving voor het bedrijfsleven, of geld oplevert, is niet bekend.
IMPULS Magazine nr1-mrt11_bg 18-03-11 13:23 Pagina 5
“Er is nog veel winst te behalen bij Kamerleden op het gebied van beeldvorming over Zeeland.”
Gezicht van Zeeland De baan als Zeeuws lobbyist is een proef voor twee jaar, daarna volgt een eerste evaluatie. “Ik ben nu nog bezig met mensen leren kennen. Omdat ik politiek actief ben geweest en in Den Haag heb gewerkt, had
“Er is nog wel veel winst te halen op het gebied van beeldvorming bij Kamerleden. In Den Haag wordt bij het woord Zeeland meestal aan recreatie gedacht. Bij kansen in de sfeer van bijvoorbeeld industrie en havens komen wij - nog - niet automatisch op het netvlies, terwijl we zoveel te bieden hebben. Dat is iets waar ik, in overleg met beleidsmakers in Zeeland, hard aan ga werken. Ik voel me in deze baan trouwens als een vis in het water, ik vind het heerlijk om te doen.”
ontwikkelt
Zeeuwse achterban “Ik bouw bij mijn werk grotendeels op mijn Zeeuwse achterban. Het gaat bij lobbyen om timing. Niet ergens over beginnen als het helemaal niet speelt. En als je iets aankaart, het beknopt en concreet doen. Geen ellenlange rapporten, maar een A4tje, of niet meer dan twee minuten praten in de wandelgangen. Dankzij het werk van de beleidsmedewerkers in Zeeland kan ik met strakke factsheets de boer op gaan, en weet ik exact waar ik het over heb. In het begin was die aanvoer van informatie even wennen, maar nu loopt alles op rolletjes, tot en met de secretariële ondersteuning. Dat lobbyen doe ik dus niet alleen, we zijn echt met een Zeeuws team.”
ik al een groot netwerk, maar ik moet echt bij zoveel mogelijk bestuurders en ambtenaren meteen herkend worden als hét gezicht van Zeeland. Wanneer een lobbyist succes heeft? Tja, over het algemeen hangen beslissingen ten gunste of nadele van een bepaalde regio af van complexe factoren. Feit is, dat we als provincie nu oren, ogen en een mond hebben in Den Haag en dat gaat Zeeland zeker iets opleveren.”
signaleert
Maar als je niet aan de race meedoet, weet je zeker dat je niks krijgt. Wat we wél weten op het gebied van biobased economy: de Europese Commissie wijst de biobased economy als speerpunt voor Europa aan. Daar kunnen we als provincie qua subsidies hoge ogen gooien. Door de vele verkennende projecten van de afgelopen jaren, zijn de mogelijkheden voor biobased activiteiten hier immers al duidelijk in kaart gebracht. Milos Labovic, die Zeeland vertegenwoordigt in het ‘Huis van de Nederlandse Provincies’ in Brussel, maakt zich hier sterk voor. Ik heb dagelijks contact met hem; we leggen zo verbindingen op het gebied van nationale en Europese strategieën.”
realiseert
5
[ Arend Roos en Leonie de Vos
IMPULS Magazine nr1-mrt11_bg 18-03-11 13:23 Pagina 6
6
CURA-B voor zorgeconomie Europees geld uit INTERREG Het stimuleren van de zorgeconomie in de regio is de laatste jaren één van de aandachtspunten bij Impuls. In dit kader werd een subsidie-aanvraag bij het Europese INTERREG IV A tweezeeën-programma, eind november gehonoreerd. Het grens- en wateroverschrijdende CURA-B project, met een budget van 2,7 miljoen euro, krijgt een subsidie van 50%. Daarmee zal de zorgeconomie in Zeeland, West-Vlaanderen, Nord-Pas de Calais en Suffolk een stimulans krijgen. CURA-B (van acCURAte-Business) richt zich op twee inhoudelijke thema’s: ‘zorg op afstand’ en ‘kwaliteit van leven voor ouderen’. De bedoeling is dat regionaal mkb hiermee, samen met zorginstellingen en andere betrokkenen, aan de slag gaat. Zorg op afstand Meer ouderen, minder beschikbaar zorgpersoneel: het bedrijfsleven speelt al jaren op deze situatie in, door talloze producten te ontwikkelen die zorg op afstand mogelijk maken. Denk aan videosystemen, apparatuur om meetwaarden aan artsen door te geven en andere technologische snufjes. Allemaal prachtig, maar deze handige hulpmiddelen bereiken niet als vanzelfsprekend de eindgebruiker. Zij beslissen immers niet over de kosten. Dat zijn zorginstellingen en verzekeringsmaatschappijen. En die aarzelen. Arend Roos geeft nadere uitleg: “Technologische hulpmiddelen verbeteren niet alleen de levenskwaliteit maar zorgen ook een hogere efficiëntie. Kijk bijvoor-
beeld naar het beeldschermproject van de Stichting Personen Alarmering Zeeland. Met behulp van videocommunicatie kunnen mensen vanuit hun eigen huiskamer eenvoudig contact zoeken met een hulpverlener of bijpraten met familie. De hulpverlener beslist aan de hand van gesprek en beelden of er ter plekke zorg geboden moet worden. Dat is niet alleen heel efficiënt, maar het geeft mensen ook een gevoel van veiligheid en zorgt voor sociale contacten.” Die efficiencyverbetering levert dus geld op, maar de infrastructuur voor technologie aanleggen brengt ook kosten mee. Daar zit de aarzeling. “Maar als die videoschermpjes nu eens standaard in seniorenwoningen zouden staan, dan werd het kostentechnisch al veel interessanter. Bovendien konden lokale bedrijven hierop inhaken, bijvoorbeeld een boodschappendienst aan te bieden. Een lokaal bedrijf gaat pas echt zoeken naar slimme toepassingen als het kans van slagen heeft. Er zijn zo heel veel verbindingen te leggen tussen het mkb, zorginstellingen, woningcorporaties, waar iedereen iets aanheeft. En zeker de ouderen of zieken. CURA-B wil een platform creëren waar per regio de diverse stakeholders rond zorg elkaar treffen. Het doel is om op deze manier een versnelling te brengen in ontwikkeling van producten en diensten.” Kwaliteit van leven voor ouderen “Je kunt de kwaliteit van leven van ouderen op heel veel manieren vergroten”, vervolgt Arend. “De vraag is vaak concreet: hoe kun je bepaalde ruimten in een instelling zó inrichten dat ouderen er baat en plezier
Techniek leidt tot meer aandacht
speeltafel: even wennen, maar dan best gezellig!
Kan domotica bijdragen tot betere zorg? Roger van Beveren, directeur van Elektra 21 in Terneuzen denkt van wel. “Met name in het overnemen van taken, vermindering van onnodig werk en meer tijd maken voor de passie van het vak van verpleegkundige.”
Ondernemers die met plannen en ideeën de zorgmarkt willen betreden, kunnen in alle vier de deelnemende regio’s worden geïntroduceerd. Impuls gebruikt zijn deel van het verworven budget onder andere voor capaciteitsuitbreiding rond dit project: sinds februari is Leonie de Vos de nieuwe projectmanager zorgeconomie. Zij coördineert de Zeeuwse projectactiviteiten. Daarnaast is Impuls verantwoordelijk voor het overall projectmanagement. Tijdens het project doet één van de partners, prof. Terry Mughan uit Cambridge, onderzoek naar de gezondheidseconomische effectiviteit op de regio’s.
“In de thuissituatie denk ik aan een universeel systeem, dat in de toekomst in ieder nieuw huis kan worden ingebouwd. Afhankelijk van de handicap of de noodzakelijke zorg kan een woning vanaf een centraal punt op maat ingericht worden. Bewoners gebruiken afhankelijk van hun beperking bepaalde modules. Alles moet aanwezig zijn maar is niet vanzelfsprekend operationeel. Zo’n systeem is kostentechnisch veel interessanter dan op maat gemaakte oplossingen.”
realiseert
“Wellicht valt er ook te denken aan continue locatiebewaking van patiënt en bed. Bij een verblijf in een zorgverlenende instantie zijn deze over het algemeen onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het in beeld brengen van alle verplaatsingen kan leiden tot een efficiëntieverbetering, doordat er minder heen en weer wordt gelopen tussen diverse locaties. En technologie kan ook bijdragen tot een betere communicatie. Wanneer vervangen we het nachtkastje door een intelligente unit waar kinderen en familie zomaar in beeld kunnen verschijnen?”
7
ontwikkelt
van hebben? Zo heeft het Terneuzense woonzorgcentrum Bachten Dieke sinds kort een digitale speeltafel, waar de bewoners erg enthousiast over zijn. In het ontwikkelen van dit soort toepassingen liggen flinke kansen voor Zeeuwse bedrijven. Alle regio’s die aan CURA-B deelnemen hebben een eigen, andere aanpak. Het is zinvol om die kennis te delen. Juist doordat het andere landen zijn, kom je tot nieuwe inzichten. De bedoeling is eventueel samen nieuwe initiatieven te ontwikkelen. Ook op dit gebied kunnen regionale bedrijven ideeën of producten hebben.”
Hij ziet talloze mogelijkheden voor de inzet van meer technologie in de zorg, zowel bij instellingen als in de thuissituatie. “Er zijn door techniek volop kansen voor efficiencyverbetering, waardoor het verplegend personeel meer tijd krijgt voor zijn eigenlijke taak: menselijke zorg en aandacht geven. Een voorbeeld: veel patiënten hebben bij het douchen hulp en aandacht van een verpleegkundige nodig. Het is heel naar als dan steeds de pieper afgaat of de telefoon rinkelt. Dit is technisch heel eenvoudig op te lossen, maar het vergt ook iets van de organisatie. De grootste stappen voor invoering van domotica in de zorg kunnen we maken door techniek en organisatie als één geheel te zien. Temperatuur en bloeddruk meten bijvoorbeeld. Dat kan ook automatisch, met sensoren en een manchet die standaard bij ieder bed aanwezig is. En de verpleegkundige krijgt tijd voor persoonlijke aandacht, een wondermedicijn.”
signaleert
[ Ouderen in Bachten Dieke (Terneuzen) aan de digitale
IMPULS Magazine nr1-mrt11_bg 18-03-11 13:23 Pagina 7
IMPULS Magazine nr1-mrt11_bg 18-03-11 13:23 Pagina 8
Het project ‘Functionele eiwitten uit reststromen’ zoomt in op de valorisatie van hoogwaardige eiwitten. Op termijn dreigt een tekort én ze zijn aantrekkelijk voor bedrijven. Dubbele winst, zogezegd. Bedrijven hebben reststromen die ze graag willen verwaarden; onderzoekers uit Wageningen brengen de toepassingen in kaart. Het project, met een omvang van 160.000 euro, is gehonoreerd door het Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie. Onlangs was de kick-off, aan het einde van dit jaar worden de resultaten al bekend gemaakt.
8
Eiwitten uit reststromen
signaleert ontwikkelt realiseert
Bedrijven willen snel verzilveren Gijsbrecht Gunter, projectmanager Biobased, Food & Energy bij Impuls, is anderhalf jaar bezig geweest met de ontwikkeling van het project. “Het was belangrijk om de juiste vertaalslag te maken. Eiwittransitie is best een abstract onderwerp. Er is een latente vraag, maar het eigenlijke probleem gaat pas over tientallen jaren echt spelen. Impuls loopt dus op de ontwikkelingen vooruit.” Spannend traject “Hoe kun je van een bedreiging een kans maken, dat is het idee. Een prachtig uitgangspunt: je hebt - oneerbiedig gezegd - afval en het kost geld om dat op te ruimen. Wij gaan onderzoeken hoe je uit dat afval kostenefficiënt eiwitten kunt halen.” Een spannend traject, vindt ook Carola Helmendach-Nieuwenhuize, evenals Gijsbrecht projectmanager Biobased, Food & Energy en nauw betrokken bij de uitvoeringskant: “We kunnen nog niet zeggen: dit wordt het resultaat. Een ding weten we zeker, de uitkomst moet heel concreet zijn. De urgentie wordt door steeds meer bedrijven gezien. De grondprijzen stijgen en ik merk dat veel partijen zenuwachtig worden, ook over eiwitgrondstoffen. De graanprijzen zijn vorig jaar behoorlijk door het dak gegaan en de verwachting is dat die tendens zich voortzet op de lange termijn.” Nieuwe toepassingen Carola: “Een voorbeeld: Waterschap Scheldestromen heeft grote hoeveelheden bermmaaisel. Het is interessant om te onderzoeken hoe de eiwitten in dat gras benut zouden kunnen worden. Dat past bij duurzaam bermbeheer en het levert ook nog geld op. Fishion Aquacultuur, een bedrijf met duizenden ton-
nen visafval per jaar, is geïnteresseerd in de mogelijkheden om eiwitten te benutten voor visvoer. Een bedrijf als DSM is geïnteresseerd in eiwitten voor zo hoogwaardig mogelijke toepassingen en ook andere bedrijven zien die kansen.” Interessant is bovendien dat er een kruisbestuiving ontstaat. Gijsbrecht: “Verbindingen tussen ondernemers uit verschillende sectoren en de link tussen bedrijven en kennisinstellingen, die fundamenteel onderzoek doen vanuit een concrete vraag van ondernemers.” Carola beaamt: “Het begint met kennis. Het Landbouw Economisch Instituut (LEI) analyseert de markt en onderzoekt de toepassingen van de grondstoffen; het Plant Research International (PRI) analyseert de eiwitten en Food and Biobased Research (FBR) zal de monsters analyseren.” Verwachtingen hooggespannen Carola: “De verwachtingen zijn hooggespannen. Het gaat om kansen en die willen de bedrijven snel verzilveren.”Gijsbrecht: “Die zeggen: het is allemaal leuk in een reageerbuis maar wat kost het als ik het op industriële schaal ga doen? Wat kunnen we ermee en wat levert het op?” Carola: “Mijn taak is ervoor zorgen dat dat resultaat er snel komt. Jazeker, dat is een enorme uitdaging!”
IMPULS Magazine nr1-mrt11_bg 18-03-11 13:23 Pagina 9
De tijd, markt en uitgangspositie van Zuidwest Nederland zijn gunstig voor de clustering van onderhoudskennis- en kunde, gericht op nieuwe, hoogwaardige onderhoudsconcepten en technologie voor windturbines. Impuls heeft bij Pieken in de Delta een projectplan ingediend voor het realiseren, demonstreren en optimaliseren van deze clustering met als inzet World Class Windturbine Maintenance. In vergelijking met Denemarken en Duitsland heeft Nederland de nieuwbouwmarkt ‘gemist’. Toch is er veel kennis op het gebied van windturbines, van ontwerp, operatie en onderhoud. Daarnaast is Nederland, in het bijzonder Zuid-West Nederland, een geschikte locatie voor windenergie. Er zijn dan ook al veel turbines aanwezig.
Onderhoud windturbines Samenwerken aan onderhoudsconcepten Onderhoud Bij het ontwerp van windturbines is indertijd relatief weinig aandacht uitgegaan naar het aspect onderhoud. Snelheid bij marktintroductie was belangrijker dan ‘design for maintenance’. Rutger van der Male (projectmanager Maintenance, Logistiek en Industrie bij Impuls): “Een windturbine maakt gebruik van gecombineerde technologieën, zoals pneumatiek, hydrauliek, electro, elektronica, maar heeft ook te maken met beton, staal en composietmaterialen. Er moeten dus heel wat firma’s aan te pas komen voor het totale onderhoud van zo’n installatie. Dat maakt het gecompliceerd. Momenteel ondervinden eigenaren de gevolgen hiervan in de vorm van defecten, stilstand en noodzakelijk (ongepland) onderhoud. Bovendien komt bij veel installaties de onderhoudsfase ‘buiten de garantie’ in beeld. Daarmee ontstaan kansen voor nieuwe onderhoudsconcepten die bedrijven samen kunnen opzetten. Goed onderhoud verhoogt bij normaal bedrijf het rendement, maar minimaliseert ook stilstand en daarmee imagoproblemen. De turbines gaan bovendien langer mee.” Versplinterd De behoefte aan hoogwaardig onderhoud neemt dus toe. De kennis, vakmanschap en faciliteiten om hierop in te spelen zijn in Zuid-West Nederland weliswaar in hoge mate aanwezig, maar zijn te versplinterd. Het project World Class Windturbine Maintenance zal een verbindende factor gaan vormen. De onderhoudsbedrijven komen samen sterker in beeld en er kunnen gezamenlijk een structurele methodiek voor optimaal onderhoud ontwikkelen. Rutger licht toe: “Als al die
bedrijven samenwerken kunnen we aan de hand van een strak onderhoudsconcept bijvoorbeeld een groot windmolenpark onderhouden.” Werkpakketten en pilots Aan het project nemen zo’n dertig partijen uit Nederland en Vlaanderen deel: asset owners/gebruikers, specialistische onderhoudsbedrijven en kennispartners. Inmiddels zijn vier werkpakketten gedefinieerd, waaronder een pilot met sensoren waarmee het tijdstip voor onderhoud beter kan worden bepaald. Verder kunnen op enkele beschikbaar gestelde turbines tests worden uitgevoerd. Impuls heeft dit project samen met Delta Utilities aangejaagd, en de subsidieaanvraag verzorgd. De totale projectkosten bedragen € 1.679.575,- waarvan 40% (€ 664.792,-) zal worden gedragen door de 27 deelnemers. De projectleiding voor de komende jaren ligt bij het Dutch Institute for World Class Maintenance. Presentatie Voor een link naar de presentatie over dit project, ga naar www.impulszeeland.nl.
9
IMPULS Magazine nr1-mrt11_bg 18-03-11 13:23 Pagina 10
“De vlammen uit het dak, je weet niet wat je meemaakt!” zegt directeur Rien Koopman van HEMI BV, dé inrichter voor grootwinkelketens. Hij blikt terug op de brand in 2007. HEMI was in no time terug in bedrijf, sinds die tijd is Koopman bezig geweest met nieuwbouw. Een verhuizing van Halsteren naar Bergen op Zoom ketste om diverse redenen af. Impuls raakte betrokken nadat partnerorganisatie Rewin al enige tijd met HEMI in gesprek was. Voor beide ontwikkelingsmaatschappijen was duidelijk dat het bedrijf voor de regio behouden moest blijven.
10
HEMI winkelinrichting Where retail comes to life “Wethouder Karel Heijboer belde en zei: is Tholen niks voor HEMI?” Nauwelijks vier kilometer verder en toch twijfelde Koopman, ook al stond zijn wieg in Sint Maartensdijk: “Ik voel me erg thuis hier maar wat voor beeld krijgen klanten als ik zeg: wij zijn HEMI uit Tholen?” Waar heb je het over, zeiden ze, het gaat toch om de kwaliteit! Er was natuurlijk een voordeel aan deze locatie. We exporteren gigaveel naar Frankrijk, Duitsland, Spanje en België, dus Tholen is erg toegankelijk, zeker als de A4 klaar is.” Alles onder één dak Er was nog wel wat te regelen: 6 hectare agrarische grond moest veranderen in industrieterrein; het acquisitieteam van Impuls Zeeland zocht snel contact met HEMI en de gemeente Tholen om de marsroute uit te stippelen voor een versnelde planologische procedure. Dankzij een meedenkende Provincie ging het in sneltreinvaart. Ook tijdens de bouw droeg Impuls haar steentje bij; zo werd een subsidiescan gemaakt voor zaken als energiebesparende maatregelen of het optimaliseren van interne processen en werd er contact onderhouden met energieleverancier DELTA om ook de stroomvoorziening snel en adequaat geregeld te krijgen. Het resultaat, de nieuwe huisvesting, is indrukwekkend. Op bedrijventerrein Welgelegen heeft HEMI de beschikking over 35.000 vierkante meter vloeroppervlak. “Als je ons magazijn ziet, dat is 22.000 meter logistiek!” Het nieuwe pand bevat een productie-unit, er zijn kantoren voor ontwerpers en projectcoördinatoren. Alles onder één dak. Totaalconcept als kracht HEMI staat voor Hout En Metaal Interieurs. “Mijn va-
der heeft het bedrijf in 1968 opgezet. Ik begon in 1985, toen de grootwinkelbedrijven in opkomst waren, en dacht: dat wordt mijn koers. In die tijd werkten hier 15 mensen, intussen hebben we 175 medewerkers. Alleen kan ik niet zoveel, zeg ik altijd, we zullen het met z’n allen moeten doen!” HEMI heeft alle disciplines in huis voor het opzetten van winkelformules. De namen zeggen genoeg: Praxis, Bruna, JUMBO, Intertoys, ANWB, Makro, Mikro-Elektro, V&D, Plus, Sligro, C&A, M&S Mode. “Het totaalconcept is onze kracht, de integrale aanpak van ruwe schets tot kant-en-klaar interieur. Sinds een aantal jaren doen we ook turn key projectmanagement. Sterk in formules “Van bedrijven die al een sterke formule hebben, zoals HEMA, doen we de verdere ontwikkeling. We gaan ook 17 winkels bouwen voor HEMA op grote treinstations, gericht op de snelle passant. Houten meubelen maken we allemaal zelf, het metaal komt veelal uit China. Dat is voor onze branche vrij uniek. Omdat we repeterend inkopen is het goedkoper en kunnen we scherp aanbieden. Verder proberen we zoveel mogelijk te standaardiseren. Blokker in Groningen moet hetzelfde zijn als in Maastricht. De gebouwen zijn anders, maar de beleving moet hetzelfde zijn. Dat geldt ook voor Hans Anders in Frankrijk. Daar hebben we ook 500 winkels weggezet voor Zeeman.” Koopman laat zich graag inspireren, in Engeland bijvoorbeeld: “Dat zijn retailers pur sang. Van daaruit is ook Primark deze kant opgekomen, een kledingconcept met de goederendominantie van de Mediamarkt - een van onze belangrijkste klanten. Ze willen 60 textielwinkels in Nederland, nou daar wil ik graag over meedenken.”
IMPULS Magazine nr1-mrt11_bg 18-03-11 13:23 Pagina 11
Mirjam Roters nieuwe Officemanager Op 1 december vorig jaar werd Mirjam Roters Officemanager bij Impuls. Ze volgde Els Brouwer op, die met pensioen ging. Mirjam werkte voorheen in verschillende ondersteunde functies bij overheid en bedrijfsleven. Bij Impuls ondersteunt zij de algemeen directeur, beheert personele zaken, regelt facilitaire zaken en is zij met haar driekoppig team verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van het secretariaat en de administratie. “Het leuke van deze baan is dat het een 'spin in het web functie' is. Er zitten weer heel veel nieuwe uitdagingen voor mij in. De sfeer is goed, vooral omdat we allemaal zo betrokken zijn bij Impuls. Meedenken met elkaar is hier vanzelfsprekend.” Mirjam is getrouwd, heeft twee dochters en een kleinzoon. Haar interesse ligt bij fotografie, koken, wandelen en ze maakt sinds een aantal jaren elk jaar een verre reis.
Sinds 1 januari 2011 is www.uwpand.nl on-line, een initiatief van REWIN en Impuls. Aan www.uwpand.nl is een databestand gekoppeld met alle beschikbare kantoor- en bedrijfsruimte en bouwkavels in ZuidwestNederland. Het is dé webplek voor ondernemers om nieuwe vestigingslocaties in West-Brabant en Zeeland te vinden.
Foodport Zeeland Groei voor de Zeeuwse foodsector. Dat is de belangrijkste ambitie van het nieuwe platform Foodport Zeeland. Door het bouwen van een duurzaam netwerk én het stimuleren en initiëren van innovatieve projecten, streeft Foodport Zeeland naar groei in productiewaarde, toegevoegde waarde en duurzaamheid voor de agrosector. En daarmee indirect voor de gehele Zeeuwse economie. Sinds kort is de site www.foodportzeeland.nl online. Bezoekers lezen er meer over de ambitie, maar vinden er vooral ook links naar allerlei bedrijven en organisaties die actief zijn in en rondom de foodsector. In de komende maanden worden bovendien projecten toegevoegd die een waardevolle bijdrage leveren aan het doel van het platform.
kort
Nieuwe directeur bij Impuls
Dick ten Voorde volgt vanaf 7 maart Koos de Vos op als algemeen directeur van de NV Economische Impuls Zeeland. Koos de Vos nam deze functie waar, na het vertrek van Gerbert van der Wal naar adviesbureau Erac in Boxtel. Dick ten Voorde is een geboren en getogen Zeeuw (Goes 1967) die zijn loopbaan begon in de HRMsector, eerst bij Arbeidsvoorziening Nederland, en later in de private sector bij Veolia Transport in Nederland en Duitsland. Hij heeft bij dit bedrijf diverse algemene eindverantwoordelijke managementfuncties bekleed. Hierbij heeft hij een langjarige ervaring opgedaan in het omgaan met de dynamiek en de gevoeligheden op het scheidsvlak privaat-publiek. Voor Koos de Vos komt een eind aan een vierjarige directieperiode bij Impuls. Hij heeft samen met Gerbert van der Wal vorm en inhoud gegeven aan de organisatie van het huidige Impuls. Hij gaat zich bezighouden met een aantal landelijke onderwijsontwikkelingen, maar blijft tot eind 2011 bij Impuls betrokken als adviseur. Impuls is een uitgave van N.V. Economische Impuls Zeeland Buitenruststraat 225, 4337 ER Middelburg. Postbus 6004, 4330 LA Middelburg T: 0118-67 35 80, F: 0118-63 70 59, E:
[email protected], impulszeeland.nl Redactie:
Koos de Vos, Arie van der Maas en Mathieu Pasquier
Tekst:
Tekstklusief (Joke Naughton en Rebecca van Wittene)
Ontwerp:
Sophie Noens - de Wilde Zeeuw
Fotografie:
Input Output en Felice Buonadonna (foto cover) en Willem Woznitza (foto inzet pag 5) voor DNA-beeldbank op www.laatzeelandzien.nl
11 signaleert ontwikkelt realiseert
Uwpand.nl
IMPULS Magazine nr1-mrt11_bg 18-03-11 13:23 Pagina 12
[ Arend Roos
Van binnen
Arend Roos houdt zich bij Impuls bezig met projecten in de publieke sector, zoals zorg en onderwijs. Arend, zelf geboren Delftenaar maar getrouwd met een Zeeuwse, woonde en werkte tot 2006 in Gouda. Het stel besloot toen de drukke Randstad te verlaten. “Een aantrekkelijke woonomgeving is erg belangrijk voor ons. We zijn dus op zoek naar werk gegaan in Zeeland, en dat is uitstekend gelukt.”
12
[ Edwin Foudraine
signaleert ontwikkelt realiseert
van binnen In de rubriek Van Binnen en Van Buiten vragen we iemand van binnen en van buiten de organisatie om te vertellen over Impuls: over mogelijkheden, valkuilen en kansen.
Edwin Foudraine is Groeistrateeg. Als Marketing Directeur bij Royal Prins & Dingemanse kwam hij in contact met Impuls. Hij stond aan de wieg van Blueport Oosterschelde, is voorzitter van de Stichting Lekker Regionaal Product: “Het brandpunt van mijn interesse!” Sinds 1 maart is hij coördinator van Business Station Kruiningen-Yerseke.“Ik ben absoluut geen systemenman. Het gaat om mensen. Ik spreek de taal van de ondernemer, weet wat er speelt en ken de spanningsboog tussen wat je morgen moet doen voor de business en overmorgen zou willen doen. Als groeistrateeg wil ik dat spanningsveld overbruggen.”
Signalement Geboren in Delft. Opgegroeid in Scheveningen en Apeldoorn. Theologie gestudeerd, kleine tien jaar in ICT sector gewerkt, in loondienst en als zelfstandig ondernemer. Doet Sinds april 2009 programmamanager voor IZ-Zeeland, regionaal samenwerkingsverband voor zorg en ICT. Daarnaast ontwikkelt Arend voor Impuls projecten ter stimulering van de Zeeuwse zorgeconomie. Kracht Impuls “Impuls heeft een breed draagvlak in de Zeeuwse samenleving. Veel belanghebbenden zijn tevens aandeelhouder. Dat is een belangrijke kracht, de basis van waaruit we werken. Verder is ons team zeer gevarieerd, wat betreft achtergrond, expertise en persoonlijkheid. Zo zullen we elkaar goed aan. Het team is in staat om breed te denken en te voelen, en verbindingen te zien.” Valkuilen “We moeten ons niet blindstaren op puur Zeeuwse oplossingen, maar Zeeland positioneren in een netwerk van sterke andere regio’s.” Kansen “Er zijn heel veel kansen als we duurzame verbindingen tot stand brengen, met andere Nederlandse regio’s maar ook internationaal. We kunnen veel van anderen leren, maar hebben zeker ook iets te bieden.” Drijfveren “Het verbinden van personen en organisaties geeft mij echt energie. Verder vind ik het erg inspirerend om voor zorg en onderwijs te werken. Daar kun je zaken ontwikkelen voor het belang van iedereen, die dan écht op gang komen doordat ondernemers eraan gaan trekken.”
van buiten Van buiten
Signalement Letterlijk geboren onder de kerktoren van Goes, woont in Wemeldinge. Van oorsprong fysiotherapeut, zit bijna dertig jaar in de handel, eerst “letterlijk tussen de pillen en poeiers” in de farmaceutische industrie, later in de food- en retailsector. Doet ”Als groeistrateeg wil ik ervoor zorgen dat processen ondernemersgedreven activiteiten worden. Een ondernemer wil niet blijven hangen in mooie rapporten maar aan de slag: dingen doen of niet doen. Verder blijf ik als adviseur verbonden aan Prins & Dingemanse, een prachtig bedrijf!” Kracht Impuls “Impuls draait aan het rad voordat anderen dat doen, heeft voelsprieten voor kansen en ideeën, legt de juiste verbindingen zodat er daadwerkelijk iets gebeurt. Vergeet niet: vertrouwen moet je verdienen. Het zijn de mensen die het doen.” Valkuilen “Zeeuwen geloven niet in hun eigen kracht, wordt weleens gezegd. Als we het vaak genoeg herhalen wordt het bijna waarheid. Aan dat mentaliteitsdemoon weiger ik mee te doen!” Kansen “De kansen liggen voor het oprapen maar het gaat met name om de wil. Als de wil er is om iets te doen dan ligt de kans voor de deur. Daar zet ik op in. Het is fantastisch om daar een rol in te spelen.” Drijfveren “Alles wat je in je mond stopt brengt emotie met zich mee; daarom vind ik voedsel zo interessant. We hebben een prachtige omgeving, voedsel en Zeeland horen bij elkaar en daar zit die emotie helemaal in verweven.”