STICHTING RESERVEFONDS TEXTIELRESEARCH Maart 2012
Jaargang 3, nummer 1
In dit nummer
TexAlert 3e jaargang nummer 1
TexAlert 3e jaargang nummer 1
Beste lezers,
Laboratoriumruimte te huur Is er een markt voor smart textiel? Spinrag geleidt warmte even goed als koper Routekaart programma’s krijgen op 28 maart 2012 een Europese dimensie Innovatieprojecten MODINT routekaart van start Nanozilver en zweet: zijn nanodeeltjes in textiel een probleem? Nieuwe hydrofobe finish Projecten Reservefonds Textielresearch Virtuele paskamer wordt realiteit Biopolymeren: Niet alleen een research onderwerp, of: Is er geld te verdienen met biopolymeren? Nederland is een groot vezelland Textielonderzoek en -onderwijs bij Saxion: Booming business Textiel plaksysteem afgekeken van de poot van de Gekko Nieuwe FR-finish voor polyamide Naadloos breien nu volwassen: weer een stap dichterbij een digitale workflow Kansen voor textiel bij toepassingen batterijen in auto’s Twee nieuwe hybride synthetische vezels Topsector creatieve industrie Wie weet wat dit is? Colofon
Na een onderbreking van ruim een jaar doet het ons genoegen om u een nieuwe editie van TexAlert te kunnen aanbieden. Wij zijn namelijk van mening dat om succesvol te kunnen blijven opereren als textielonderneming men op de hoogte moet blijven van wat er zich in de wereld afspeelt op het gebied van textielresearch. Vandaar dat wij als bestuur van het Reservefonds Textielresearch besloten hebben om TexAlert op eigen initiatief te continueren. In de loop van dit jaar zal TexAlert vier keer verschijnen. Geheel gratis, want de financiering hiervan gebeurt namelijk vanuit het Reservefonds Textielresearch. Met TexAlert willen we u op de hoogte houden van: • wetenswaardige innovaties die zich wereldwijd voordoen • EU-researchprojecten • onderzoeksprojecten die door het
•
Resevefonds gestimuleerd worden de voortgang van de Routekaart voor de Textiel- en Tapijtindustrie.
Mocht u suggesties hebben voor specifieke onderwerpen die in TexAlert behandeld zouden kunnen worden, dan vernemen we dat graag. Wij zouden het sowieso op prijs stellen van u reacties te ontvangen op de inhoud van TexAlert, zodat er een interactief platform kan ontstaan. Dat komt het beter afstemmen van TexAlert op uw interessegebieden alleen maar ten goede. Voorts wijzen we u erop dat ook dit jaar weer researchvoorstellen ter stimulering aan het Reservefonds kunnen worden voorgelegd. U kunt uw voorstellen tot 1 mei aanstaande indienen via
[email protected] Wij hopen dat TexAlert u inspiratie geeft en u mogelijk op een voor uw onderneming interessant innovatiespoor zet. Het bestuur van de Stichting Reservefonds Textielresearch.
Onderzoek
Laboratoriumruimte te huur Onderzoek is nodig om bij te blijven en nieuwe processen en producten te ontwikkelen. Maar onderzoek is ook vaak duur, doordat specifieke apparatuur nodig is om experimenten te doen of omdat de productie onderbroken moet worden om enkele proefruns te doen. Gelukkig zijn er mogelijkheden om tegen relatief geringe kosten proeven te doen door laboratoriumfaciliteiten te huren. Dat kan onder andere bij zogenaamde Fablab’s, waar vaak experimentele apparatuur gratis of tegen een kleine vergoeding kan worden gebruikt. Het betreft dan bijv. 3D-printers, laser-snijders, inkjet printers, etc. Fablabs zijn er op diverse plaatsen in Nederland. Ook bij textielmusea kunnen proeven worden gedaan. Het Textielmuseum in Tilburg is daar een mooi voorbeeld van. Het is een “laboratorium” voor spin-, weef – en breiproeven. Maar ook nieuwe technieken voor textielveredeling staan hier ter beschikking. Ook expertisecentra beschikken vaak
over prima apparatuur om experimenten te doen. Een voorbeeld hiervan is het onlangs geopende OICAM (Open Innovatie Centrum Advanced Materials) in Nijverdal. Hier richt men zich vooral op extrusie, coating en lamineertechnieken. Sinds kort verhuurt ook TITV-Greiz haar laboratorium.Bekend is dat bij vele textielinstituten zeer geavanceerde apparatuur beschikbaar is, die echter nauwelijks gebruikt wordt en daardoor ook voor de instituten zeer duur is. Door de laboratoria en technica te verhuren, worden de kosten verlaagd en worden er door het instituut intensieve contacten met bedrijven opgebouwd. Een win-win situatie dus! Meer info: http://www.fablab.nl/ http://www.textielmuseum.nl http://oicam.nl/ http://www.oostnv.nl http://www.titv-greiz.de
Pagina 1 van 10
STICHTING RESERVEFONDS TEXTIELRESEARCH Visie
Is er een markt voor smart textiel? Volgens Intertech/Pira, een marktverkenningsinstituut, is de markt voor smart textiel in 2011 geschat op 188 M€. Tot 2016 wordt een jaarlijkse groei voorzien van 23% en van 2016 tot 2021 zelfs van 30%. Dit is gebaseerd op uitvoerige marktstudies: “The future of smart – market and technology forecast to 2021”. Bij deze studie is smart textiel gedefinieerd als “op vezels gebaseerde structuren die reageren op prikkels/stimuli”. Dit omvat dan ook verbeterde textiel dat bijv. kreukrvrij of vuilafstotend is gemaakt, vochtmanagement of gecontroleerde geurafgifte bevat. Ook materialen met enige vorm van shape memory, nanocoatings, of materialen die reageren op temperatuurveranderingen, vallen in de categorie van materialen die reageren op externe prikkels.
ntertech/Pira verwacht dat we vanaf 2011 een decade van sterke groei op dit terrein zullen beleven. Ontwikkelingen die sterk zullen bijdragen, zijn bijv. de ontwikkeling en implementatie van microsensoren en andere gemicroniseerde elektronica. Deze zullen ook massaler geproduceerd worden en sterk in kosten dalen, terwijl hun “intelligentie” toeneemt. Interessant is de link die ze leggen met het gebruik en de verspreiding van smart phones vooral in relatie met monitoring en waarnemen, ook in mode en entertainment. In 2016 worden al voor 300 miljoen op het lichaam gedragen draadloze gadgets verwacht met als grootste driver hierachter het gebruik van low energy bluetooth technologie (BLE). Het aardige is dat het gebruik van smart tex-
tiel anders wordt ervaren en dus gewaardeerd dan de oorspronkelijk bedoelde toepassing, vooral door het gebruik van software, apps en internet. Het grote probleem bij het echt smart maken van textiel was steeds het ontbreken van micro-geleidende systemen met textiele eigenschappen. Zoals we al in eerdere nummers van TexAlert hebben laten zien, zijn daar nu doorbraken te verwachten. Maar ook wordt nog steeds gezocht naar de “killer applicatie”. Gezien de nu al brede toepassing van smart textiel in een aantal markten en de enorme diversiteit aan producten binnen deze markten, kunnen we stellen dat de omzetten nu al indrukwekkend zijn (wellicht meer dan in het algemeen verwacht) en wellicht zelfs nog maar een fractie van wat je mag verwachten. Opmerking: voorspellen is moeilijk, vooral als het over de toekomst gaat (Nils Bohr). Dus wat mag je nu verwachten? Duidelijk is dat er doorbraken komen, gedreven door de enorme inspanning die geleverd wordt en het grote aantal (EU en lokale-) projecten. Het voorspellen van de impact daarvan is eigenlijk niet goed mogelijk. Maar kijken we naar de marktpotentie dan is er in elk geval een behoorlijke drive om hier resultaten te boeken. En als die doorbraken er komen dan moeten we daar bij zijn, hetzij als producent van unieke functies of eigenschappen, hetzij als leverancier aan de eindgebruikersmarkt. Bron: http://www.pira-international.com
Innovatie
Spinrag geleidt warmte even goed als koper Spidersilk heeft de vezelproducenten jarenlang gebiologeerd. Met de komst van micro- en nanovezels dachten we een betere versie van spidersilk te hebben gemaakt. Maar niets is minder waar.
Onderzoekers in Ohio hebben gevonden dat spidersilk een opmerkelijke warmtegeleiding kent, terwijl in het algemeen wordt aangenomen dat bio-materialen van nature warmte slecht geleidt. Nog opmerkelijker is, dat wanneer spidersilk wordt uitgerekt, de thermische geleiding nog verder toeneemt. Dit wordt verklaard uit de moleculaire opbouw van
de vezels. Voor de vezelindustrie is dit een nieuwe uitdaging om een vezel te maken met dezelfde thermische geleiding als spidersilk: de natuur heeft het al ontwikkeld. Meer info: http://www.news.iastate.edu http://en.wikipedia.org
Pagina 2 van 10
STICHTING RESERVEFONDS TEXTIELRESEARCH
Conferenties
Routekaart programma’s krijgen op 28 maart 2012 een Europese dimensie Zoals bekend is, zijn er in 2011 routekaart programma’s uitgevoerd door de MODINT en door de textielservice sector (FTN). Geconcludeerd mag worden dat de textiel-, tapijt- en reinigingsbranche behoorlijk ambitieus is. Uit die routekaart programma’s zijn een aantal projectideeën ontstaan die eerdaags verder worden vervolgd. Maar er is laaghangend fruit en er zijn ideeën die we in breder verband moeten oppakken. Daarom is het idee ontstaan om onze gezamenlijke MODINT en FTN plannen een Europese dimensie te geven. Op 28 maart 2012, de dag voorafgaand aan het ETP congres, is er daarom in Brussel een “Interactive Working Conference” opgezet. Het doel hiervan is om de Nederlandse roadmapprogramma’s Europees te introduceren en Europese partners te interesseren in mogelijke samenwerkingsprojecten. De kern van die dag zal bestaan uit een
viertal workshops, voorafgegaan door een aantal presentaties over de huidige stand van zaken: •
•
•
•
Textiles in a rapidly changing world door Prof. Dr. Ir.M.M.C.G. Warmoeskerken, van de leerstoel EFSM. Hij zal ingaan op het concept “textile apps”, een benadering voor gewenste en op maat aangeboden functies op textiel. Inkjet Printing for Textiles: an enabling tool for realising digital workflows & mass customisation door Dr Pramod Agrawal, Saxion. Een toelichting op de textiel- en tapijt routekaart programma’s wordt gegeven door J.E.F. Wintermans van MODINT. De textielservice routekaart zal door P.N.M Wennekes worden toegelicht.
De workshops zijn gebaseerd op de projectvoorstellen:
• • • •
Textile & Electronics Cotton Replacements ICT & Logistics: introduction Functionalization app’s
De dag zal worden afgesloten met concrete conclusies en actielijnen. Initiatiefnemers zijn FTN, MODINT, EFSM en Saxion. Deze dag is een mooi voorbeeld van innovatief internationaal denken, een voorwaarde voor de ontwikkeling van technologie om op industriële schaal tot ter zake doende innovaties te komen. Hierbij moet bedacht worden dat het gaat om generieke technologie of kennis, die iedereen dan in eigen huis verder kan ontwikkelen tot een op zijn eigen marktgerichte nieuwe of verbeterde produktmarkt combinatie. Meer info: http://www.efsm.nl/conference/
Innovatieprojecten
Innovatieprojecten MODINT routekaart van start Vorig jaar zijn er door MODINT routekaart trajecten uitgevoerd voor de tapijt- en textielindustrie. Uit het resultaat, zoals dat begin december 2011 is gepresenteerd, werd duidelijk dat de tapijt- en textielsector in Nederland ambitieus is.
Er werden 8 projecten gedefinieerd, alle uitgaande van marktpotentie en gericht op een sterke vermindering van de milieu impact.
Deze projecten zijn: • Easy Cleaning • Gezond en gemak • Vochtregulerende textiel • Flexibele productie • Textile grids • Retour en recyling • 3D textiel flexibele constructies • (Bio-) materialen
zeer goed mogelijk om uitgaande van gedeelde probleemstellingen en projectgroep breed gedragen projectdoelstellingen, te komen tot een aantal concrete eerste acties. De deelnemers bleken bereid tot het delen van informatie (voor zover niet strijdig met bedrijfsbelang en onder vertrouwelijkheid), waardoor uiterst zinnige acties kunnen worden genomen.
Een van de sterke punten van de MODINT aanpak is, dat na overleg, sonderen van de belangstelling en volgen van een gezonde vorm van logica, aan alle projecten wordt deelgenomen door tapijt- en textielbedrijven. Dat maakt de projecten sterk, want de behoefte aan innovatie op de geselecteerde gebieden overstijgt de belangen van een beperkte groep bedrijven.
In alle gevallen is het project zo opgezet dat generieke voor alle bedrijven toepasbare kennis ontsloten zal worden. Dat klinkt nu misschien nog wat mysterieus, maar in het vervolg zullen we u via TexAlert op de hoogte houden van de vorderingen per project.
De eerst 5 projecten zijn gestart! Van vijf projecten is inmiddels een opstart meeting gehouden en het bleek
Meer info: http://www.agentschapnl.nl http://www.modint.nl
Het begin is er en de vooruitzichten zijn veelbelovend.
Pagina 3 van 10
STICHTING RESERVEFONDS TEXTIELRESEARCH
Onderzoek
Nanozilver en zweet: zijn nanodeeltjes in textiel een probleem? De geur van zweet is eigenlijk nooit welkom. Om die reden liggen tegenwoordig t-shirts, sokken en ondergoed in de winkel die een zweetgeur zouden tegengaan. Deze kleding bevat nanozilver. Zilver heeft een antibacteriële werking, dus het doodt de bacteriën die de zweetgeur veroorzaken.
Feit is dat het aantal producten waarin nanozilver is verwerkt, sterk aan het toenemen is, maar ook in voedsel, deodoranten en coating. Er zijn nu al ruim 300 producten met nanozilver. Het gebruik van zilver voor hygiëne is van alle tijden: de Romeinen gebruikten het al om water goed te houden. Nieuw is nu de afmetingen: nanodeeltjes en door die kleine afmetingen wordt het effect versterkt. De groeiende populariteit is hiermee te verklaren, maar de vraag is of er ook een keerzijde is aan het gebruik van nanozilver. Van veel materialen is bekend dat ze in de vorm van nanodeeltjes vaak andere eigenschappen hebben dan in ‘normale’ afmetingen. Goud reageert bijvoorbeeld normaal gesproken vrijwel nergens mee, maar nanodeeltjes van goud zijn juist
bijzonder reactief. Of er risico’s zijn aan het gebruik van nanozilver is nog onduidelijk. Uit onderzoek bij RIKILT is gebleken dat bij het wassen van textiel met nanodeeltjes, in het waswater veel nanodeeltjes voorkwamen en dus in het milieu. Vraag: is dat een probleem? Antwoord: we weten het eigenlijk niet en dat is het echte probleem.
De antibacteriële werking verloopt via het ontstaan van zilverionen. De zilverionen zijn veel reactiever dan gewone zilveratomen en staan aan de basis van de antibacteriële werking. Bacteriën nemen de ionen op, waarna deze tot de beschadiging van het celmembraan leiden.
Volgens het RIVM is gewoon zilver te typeren als ‘relatief non-toxisch’. Of nanozilver ook voor mensen gevaarlijk is, kan het RIVM-rapport niet zeggen. Er zijn teveel onbekende factoren die een rol spelen. Van de vorm waarin we het nanozilver binnen krijgen tot de manier waarop ons lichaam ermee omgaat. Zoals het RIKILT-onderzoek liet zien, kan nanozilver door wassen in het afvalwater komen. Het komt zodoende terecht bij rioolwaterzuiveringsinstallaties. Gelukkig blijkt uit recenter onderzoek dat nanozilver in het water met zwavel reageert tot zilversulfide. Deze onoplosbare brokjes worden vervolgens uit het water gefilterd en komen via slib bijvoorbeeld weer op bouwland. Wat er dan precies gebeurt, is onderwerp van onderzoek. Wel is aangetoond dat de kans heel klein is dat zilver door de huid wordt opgenomen. Dus kleding met nanozilver is geen gevaar voor de volksgezondheid. Nanozilver in textiel heeft ook positieve kanten, want je hoeft het wellicht minder vaak te wassen. Dat zou wat zijn: als nanozilver juist wél heel goed voor het milieu blijkt te zijn.
Vrijkomende zilverionen leiden bij normaal zilver niet tot problemen. Je neemt, door inademing en via drinkwater, zo’n 70 tot 80 microgram zilver per dag op. Dat is niet schadelijk, en bij een hogere dosis treden ook geen nare verschijnselen op.
Bronnen: http://www.nanotechproject.org http://www.kennislink.nl R.J.B. Peters, RIKILT-rapport Zilver nanodeeltjes in textiel, december 2011. http://kassa.vara.nl
zeer goede waterafstotendheid verkregen, terwijl de luchtdoorlaatbaarheid van het op deze wijze gefinishte doek niet wordt beïnvloed.
verbinding, voor toepassing in technisch textiel en met name als waterafstotend en zachtmakend middel in FR-finishes en als zachtmaker in FC-finishes.
Deze ontwikkeling is een andere dan de Eco-repel finish die door Dow Corning op de markt wordt gebracht. Hierbij gaat het om een geëncapsuleerde siliconen
Meer info http://www.schoeller-tech.com http://www.dowcorning.com
Veredeling
Nieuwe hydrofobe finish De Zwitserse innovatieve textielonderneming Schoeller heeft een nieuwe waterafstotende finish ontwikkeld. Deze finish is fluor-vrij en goed biologisch afbreekbaar. De finish, Eco-repel genaamd, is gebaseerd op lange paraffineketens die om de vezels heen zitten. Hierdoor wordt een
Pagina 4 van 10
STICHTING RESERVEFONDS TEXTIELRESEARCH Onderzoeksprojecten
Projecten Reservefonds Textielresearch Het Reservefonds Textielresearch heeft in
het najaar van 2011 een oproep gedaan voor het indienen van projectvoorstellen op het gebied van innovatie in textielprocessen en textiele producten. Het bestuur van het Reservefonds heeft de projectvoorstellen bestudeerd en een aantal projecten geselecteerd die een financiële bijdrage krijgen uit het fonds. In TexAlert zal regelmatig verslag worden gedaan van de voortgang en resultaten van de projecten. In deze TexAlert worden de projecten kort voorgesteld. Nadere informatie over de projecten kan worden verstrekt door Cees Lodiers (
[email protected]). Vlas/Linnen als vezelversterker in composietmaterialen Van de Bilt zaden en Vlas BV, Sluiskil In West Europa wordt ca 70.000 ha vlas verbouwd. 1 ha vlas levert 6000 kg stro op, waarin ca 2400 kg vezels zitten. Na roten blijven hiervan 900-1800 kg lange vezels over. In het project wordt technologie ontwikkeld voor de toepassing van lange vlasvezels in ultralicht composietmateriaal. Dit composietmateriaal zal in elke vorm, dikte, buigbaarheid en sterkte geproduceerd moeten kunnen worden. Toepassingen worden gezocht in de bouwsector waar de vlasvezelcomposiet traditionele materialen als beton, staal en hout zouden moeten vervangen. Ook zou het product een concurrent kunnen zijn voor glasvezelversterkte composieten. Voor de achterliggende technologie wordt sterk gekeken naar UD (uni-directioneel) en crossply-technologie. De projectleider wil voor de technologie- en productontwikkeling een vertikaal consortium opzetten waarin alle stakeholders van telers, verwerkers, productontwikkelaars en toepassers vertegenwoordigd zijn. Medisch 3D-textiel ter voorkoming van decubitus en vochtwonden Hertog Hendrik Beheer BV, Scint BV Hertog Hendrik Be-
heer richt zich op de ontwikkeling van medische textiele producten door een slimme combinatie van bestaande materialen en technologie met nieuwe elementen. Scint BV is een innovatief MKB dat nieuwe kennis en nieuwe materialen wil toepassen in gebruiksvriendelijke en betaalbare medische producten, met name gericht op preventie van veel voorkomende aandoeningen en daardoor kostenreducerend werken. Bedcare Plus is een gezamenlijke ontwikkeling van de aanvragers. (www.innovatieveactiesbrabant.nl) In het project willen de aanvragers nagaan in hoeverre een 3D-textiel te ontwikkelen is als vervanger van de huidige bed opmaak. Dit 3D textiel zou druk- en schuifkrachten moeten verminderen, een beter vochttransport en ventilatie moeten hebben en bij incontinentie urine kunnen absorberen. Daarnaast moet het materiaal antimicrobiële eigenschappen hebben. In dit deelproject worden prototypematerialen ontwikkeld en op labschaal getest. Potentiële toepassingen worden gezocht voor toepassing in rolstoelzittingen, OK-textiel, tilbanden, binnenzolen voor o.a. diabetici en comfortbedekking voor consumentenmatrassen. Absorptiepad voor diagnostisch testen van urine Hertog Hendrik Beheer BV In het project wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een product dat kleine hoeveelheden urine kan opvangen. De urine die wordt opgevangen moet kunnen worden getest op diverse componenten zoals calcium, fosfaat en creatine. Hierbij wordt gedacht aan de ontwikkeling van een absorptiepad. Het product moet kunnen worden gereinigd en gesteriliseerd. Kernpunten in het onderzoek zijn de materiaalselectie, productiemethode, verwijdering van eventuele storende stoffen op het basismateriaal, coating van het product, afwerking en integratie van de pad in een eindproduct. Toekomstige spin-offs zouden kunnen zijn: diagnostisch verband, disposables voor diagnostische labtesten en als disposable textiel voor OK-gebruik.
Textiele sensorband voor gezondheidshorloge Hertog Hendrik Beheer BV, Scint BV De aanvragers willen een slimme “horlogeband” ontwikkelen, die in staat is hartslag, zuurstofgehalte en beweging van COPDpatiënten te meten. Hierdoor kan de band door de patiënten gebruikt worden om fitheid en gezondheid op peil te houden. In het project wordt een comfortabele band ontwikkeld, waarin de benodigde elektronica kan worden geïntegreerd. Eigenschappen waaraan de band moet voldoen, zijn dat deze elastisch is (en blijft), vocht kan afleiden en geen verstoring geeft van het sensorsysteem. Als een dergelijke band beschikbaar is, zal naast de toepassing voor COPD-patiënten, ook toepassingen gevonden kunnen worden als bloeddrukmeter en het meten van stressniveaus bij soldaten. RFID integrated in labels Van Engelen en Evers Van Engelen en Evers is het adres voor het ontwerpen, produceren en verkopen van labels, aanhangkaartjes, jacquard en technisch band. Van Engelen en Evers kan RFID-tags verwerken in labels, waardoor diverse voordelen te behalen zijn, zoals bewijs van authenticiteit van een product, bijhouden van voorraden en verkopen en betrouwbare leveringsinformatie. In het project zal specifiek aandacht worden besteed aan marktverkenning en introductie van dergelijk RFID-labels, waarbij alle stakeholders in een keten betrokken moeten zijn. In het project zal worden gestart met het bijeen brengen van deze stakeholders, het opzetten van een businesscase en de realisatie van de implementatie op proefschaal met één of meerdere partijen. Potentiële toepassingen zijn het bijhouden van voorraden, bijhouden van onderhoud- en reinigingsgeschiedenis van beschermende kleding en identificatie en sortering van uniformen bij recycling.
Pagina 5 van 10
STICHTING RESERVEFONDS TEXTIELRESEARCH Onderzoeksprojecten
Projecten Reservefonds Textielresearch (vervolg) Het nieuwe laken Hezemans Textiel Hezemans textiel is een voorraadhoudend handelsbedrijf in textiele producten voor gezondheidszorg, horeca, hotels en restaurants. In het project wil de aanvrager een nieuwe generatie bedtextiel ontwikkelen met betere eigenschappen dan katoen: een hogere kwaliteit, een betere vochtabsorptie, hygiënischer en duurzamer in onderhoud en gebruik. In het project wordt samengewerkt met de UT en Christeijns. Op basis van de eerste resultaten van het project worden de volgende voordelen geclaimd: • betere soepelheid • langere levensduur • laag gewicht, waardoor: • ergonomisch verantwoorder richting personeel • sneller droog, energie voordelen • transport voordelen; minder kg of meer laadcapaciteit C2C gebreide matrasstoffen Innofa Innofa is een breier van onder andere matrastijken. In het kader van dit project wil de aanvrager C2C-matrasstoffen ontwikkelen. Hiervoor zullen matrasstoffen worden ontwikkeld voor de biologische kringloop (katoen, PLA) en voor de technische kringloop (bijv. antimoon-vrij polyester). Eén van de problemen die in het project opgelost moeten worden, is hoe uit de beperkt beschikbare materialen (en dan met name garens met de juiste eigenschappen) een goed matrasdoek ontwikkeld kan worden. Daarnaast maken de testen die voor de C2C-certificering nodig zijn onderdeel van het project uit.
In-situ productie van kleurstoffen Vlisco Vlisco is een modehuis dat voornamelijk actief is in de Afrikaanse markt. Vlisco stelt hoge eisen aan de kleurechtheid. Doel van het project is na te gaan of kleurstoffen in de textiele vezel gemaakt kunnen worden. Hiervoor heeft Vlisco contact gelegd met het Center for Chemical Polymer Technology in Duitsland. De projectbijdrage vanuit het Reservefonds wordt aangewend voor het inhuren van een master-student voor de periode van 1 jaar. Duurzame FR-coating voor all season tent fabric en sun awnings Ten Cate Protect BV Ten Cate Protect ontwikkelt en produceert hoogwaardige materialen die onderscheidend zijn in functionaliteit en kwaliteit. In het project wil de aanvrager vlamwerende eigenschappen realiseren in tentdoek en zonwering die van zichzelf niet vlamwerend zijn. Hiervoor wordt een duurzaam coating-concept ontwikkeld met halogeenvrije vlamvertragende middelen. Een optimaal coating-concept zal worden ontwikkeld, rekening houdend met de chemische samenstelling en eigenschappen van het doek. Ook de applicatietechniek en procescondities spelen hierbij een rol. Het resultaat van het project zal zijn, dat een vlamwerende functionaliteit is toegevoegd aan het basisdoek. In het project wordt samengewerkt met de Saxion Hogeschool.
Innovatieve duurzame doeken voor workwear toepassingen Ten Cate Protect BV Ten Cate Protect ontwikkelt stoffen, o.a. voor het workwear segment. Binnen het project wil de aanvrager zoeken naar een duurzamer alternatief voor katoen. Hiervoor zal vooral worden gekeken naar andere cellulose-gebaseerde vezels. Daarnaast zal voor polyester-blends ook gekeken worden naar de mogelijkheden om een gerecycled en/of biologisch afbreekbaar polyester in te zetten. Onderdeel van het onderzoek is ook onderhoud en reiniging, alsmede de ontwikkeling van nieuwe recepturen. Doel van het project is een doek te ontwikkelen waarvan de ecologische footprint 50% lager is dan de huidige katoen en katoen/polyester weefsels. Uiteraard moet het doek tenminste dezelfde functionele eigenschappen hebben als de huidige doeksoorten die worden gebruikt in werkkleding. In het project zal Ten Cate Protect samenwerken met de Saxion Hogeschool. Programma-management Routekaartprojecten Modint Modint is de coördinator van de routekaart-projecten. Deze projecten zijn in december 2011 opgeleverd. In de routekaarten zijn belangrijke onderwerpen benoemd voor de textiel- en tapijtindustrie. Om deze onderwerpen verder uit te werken en de daaruit afgeleide projecten op te starten, heeft Modint een bijdrage gekregen uit het Reservefonds. Meer informatie over de routekaartprojecten is elders in dit nummer van TexAlert opgenomen.
Productontwikkeling
Virtuele paskamer wordt realiteit Mass customization is een ontwikkeling van de laatste 10 jaar. Een essentieel aspect van mass customization is het snel kunnen nemen van de maat. Body-scanners waren behoorlijk duur en omvangrijk, maar dit is nu sterk aan het veranderen. Een bodyscanner die in een kleedhokje past hoeft nog geen 10.000$ te kosten. Een bodyscanner meet niet alleen de maat, maar maakt ook een virtuele af-
beelding (avatar). Dit kan dan weer gebruikt worden voor het virtueel passen van kleding. Tesco verkoopt kleding online die virtueel gepast kan worden. Tesco bepaalt de maat aan de hand van maatgegevens en een tweetal foto’s die geupload moeten worden. Op basis hiervan wordt een avatar gemaakt en kan het passen van kleding in de virtuele paskamer beginnen. Ook in Azie wordt geëxperimenteerd met
virtuele paskamers. Hierbij wordt met behulp van video een beeld gemaakt en wordt de kleding “toegevoegd”. Het vervelende passen van kleding hoort hiermee goeddeels tot het verleden. Meer info: http://www.just-style.com http://www.tescoplc.com http://www.gizmowatch.com http://www.styku.com
Pagina 6 van 10
STICHTING RESERVEFONDS TEXTIELRESEARCH Achtergrond
Biopolymeren: Niet alleen een research onderwerp, of: Is er geld te verdienen met biopolymeren? De ontwikkeling en toepassing van biopolymeren is al lang gemeengoed. In vele toepassingen wordt bijv. polymelkzuur gebruikt. Door schaarste en prijsopdrijvende effecten van op aardolie gebaseerde materialen, worden biomaterialen steeds populairder. Maar natuurlijk zijn duurzaamheidsoverwegingen ook van groot belang. Vanuit de bekende driehoek People – Planet – Profit of Prosperity, mag je concluderen, dat in de overweging over te stappen op biopolymeren, er altijd een goede financiële afweging gemaakt moet worden. Zonder winstperspectief heeft overstappen weinig zin. We kunnen ook nog op een andere manier tegen de overgang naar biopolymeren kijken. De overgang van traditionele textiel naar biotextiel kan omschreven worden als een paradigmaverandering, in grote lijnen parallel aan de komst van biotechnologie. Dit wordt vaak geassocieerd met begrippen als creatieve destructie, waarbij nieuwe innovatieve industrieën de bestaande overvleugelen. Maar biopolymeren zijn er altijd al geweest. Wat opvalt is dat het hier niet gaat om een radicale verandering, maar om de mogelijkheid om nieuwe technologieën en materialen toe te passen en te reageren op vragen van de markt. Biopolymeren zijn polymeren die worden
geproduceerd uit natuurlijke hernieuwbare grondstoffen. Dit zijn bijvoorbeeld: • Duurzame beschikbare (delen van) planten en dieren (ook aquatische biomassa) • Primaire residuen (bermgras, houtafval, ...) • Secundaire residuen (bietenpulp, bierborstel, ..) • Tertiaire residuen (dierlijk vet, GFT, ...) Biobased houdt in dat een polymeer uit natuurlijke, dierlijke of hernieuwbare grondstof bestaat. Dit geeft een grotere onafhankelijkheid van de klassieke grondstofproducenten, zoals de aardolieen gasproducenten. Echter moet bedacht worden dat er een afhankelijkheid van andere grondstofproducenten kan ontstaan. Natuurlijke grondstoffen zijn de meest bekende. Er is bijvoorbeeld cellulose uit katoen, vlas of brandnetelvezel. Een hernieuwbare grondstof is bijvoorbeeld zetmeel/suiker voor PLA (polymelkzuur. Biopolymeren kunnen, door onder andere additieven en voortschrijdende productietechnieken, steeds meer de eigenschappen krijgen van ‘traditionele vezels’ gewonnen uit aardolie. Het is echter nog niet duidelijk of ze alle eigenschappen van de ‘traditionele vezels’ kunnen krijgen. Men streeft er naar om
alle producten die van traditionele synthetische kunststof worden gemaakt, ook van biomaterialen te maken. De grootste uitdaging is het evenaren van goede kwaliteit van de huidige synthetische vezels die gemaakt worden op basis van olie: sterkte, verwerkbaarheid en bijvoorbeeld aanverfbaarheid. Daar is nog veel te verbeteren, maar het gaat er ook om, om toepassingen te ontwikkelen die passen bij het unieke profiel van biopolymeren, of omgekeerd om biopolymeren in te zetten in toepassingen waar het voordeel oplevert. Zolang prijsverschillen en toepassingen nog niet volledig matchen, zullen olie gebaseerde materialen de voorkeur krijgen. Maar we zien bij de grote vezelproducenten nu een sterk toegenomen ontwikkeling om alle materialen biobased te maken. Zodra dat op voldoende grote schaal kan, wordt het kostprijs technisch mogelijk om over te stappen op biobased materialen. Nu nog uitzoeken of er voldoende bouwland ter beschikking staat om dit werkelijkheid te laten worden. Bronnen: http://www.therenewablecorp.com http://edepot.wur.nl/186940 http://www.groenegrondstoffen.nl http://www.biobasedinnovations.nl/
Productontwikkeling
Nederland is een groot vezelland Wellicht niet meer in tonnage polyester, maar Nederland is zeker voor hoogwaardige vezels een belangrijk productieland. Zowel Dyneema® en Twaron® worden in grote hoeveelheden in Nederland geproduceerd. Recent werd bekend gemaakt dat de Universiteit van Amsterdam en DSM gaan samenwerken in de ontwikkeling van een nieuwe katalysator voor de synthese van cyclohexanonoxim. Dat is een belangrijke grondstof voor de productie van caprolactam, de basisgrondstof voor Polyamide-6. PA-6 is een belangrijke vezel voor
tapijt en sportkleding. De nieuwe katalysator is ontdekt door chemicus Raveendran Shiju van de groep Heterogene Katalyse en Duurzame Chemie bij het Van ’t Hoff Institute for Molecular Sciences van de UvA. De vinding wordt samen met DSM verder ontwikkeld en DSM heeft het patent overgenomen. DSM is wereldwijd leidend in de synthese van caprolactam en de productietechnologie daarvoor. Het gaat hierbij jaarlijks om enkele miljoenen ton caprolactam. De nieuwe katalysator maakt de synthese mogelijk van cyclohexanonoxim uit cy-
clohexanon, ammoniak en waterstofperoxide. Die reactie is in water uit te voeren, zodat er geen milieubelastend organisch oplosmiddel nodig is. Daarnaast is de synthese effectiever dan bestaande syntheseroutes. Gemiddeld genereert het gangbare industriële proces per kilo cyclohexanonoxim 2,5 kilo aan bijproducten. Volgens het UvA bericht zou de nieuwe katalysator dat ‘aanzienlijk’ verminderen. Bronnen: http://www.dsm.com http://www.kennislink.nl
Pagina 7 van 10
STICHTING RESERVEFONDS TEXTIELRESEARCH Onderzoek en onderwijs
Textielonderzoek en -onderwijs bij Saxion: Booming business De belangstelling van studenten voor textiel blijft maar aanhouden. Dat uit zich in het grote aantal studenten Technisch Commerciële Textielkunde van Saxion, nu ruim 500. Op dit moment zijn er 150 eerstejaars en ook voor het komende studiejaar zijn er nu ook al 150 aanmeldingen. Door deze grote studentenaantallen is ook de mogelijkheid ontstaan om de opleiding verder te differentiëren en beter te laten aansluiten bij zowel de marktbehoefte als de belangstelling van de studenten. Zo zijn er drie stromen ingevuld die vanaf het 3e jaar gevolgd kunnen worden: 1. Productmanagement Fashion Kern: inkoop, kwaliteit, materiaalkennis, digital pattern making en confectie. Hoe verloopt het inkoopproces? Wat betekent kwaliteit en hoe bereik ik de juiste pasvorm? 2. Productmanagement Textiles Kern: inkoop, kwaliteit, kennis van materialen voor interieur, textiel en technisch textiel. Wat is het beste materiaal voor bijvoorbeeld brandweerkleding? Welke productietechnieken zijn beschikbaar en op welke manier kan ik verantwoord produceren? Dus meer technisch van aard.
3. Marketing & Sales Kern: marketing (retailing, branding, merchandising), sales, e-commerce en strategic business management. Hoe haal ik sales targets? Hoe zet ik mijn merk in de markt en op welke manier kan ik een bepaald marktgebied het best onderzoeken? Lectoraat Textiel Het aan deze opleiding gekoppelde lectoraat textiel (smart functional materials) heeft een grote aantrekkingskracht voor de meer technisch geïnteresseerde studenten. Uit een recente inventarisatie blijkt dat er nu 26 onderzoeksopdrachten zijn geformuleerd waar 32 studenten aan werken. Dit zijn grote projecten: afstudeer- en stage projecten en projecten in het kader van het vak Smart Textiles. Gemiddeld werken de studenten 2 kwartielen, zeg maar een half jaar aan deze projecten. Alle projecten zijn ingebed in een van de drie onderzoekslijnen van het lectoraat: 1. Duurzaamheid, zoals het project biomaterialen in geotextiel, uitgevoerd in het kader van een groter project Biobased Economy & Technology Oost-Nederland (zie http://ds084.saxion.nl). Zie ook het project Recyling in Ontwerp, waar delen door studenten worden uitge-
werkt. 2. Smart Textiles, denk hierbij aan het CRISP project en het IMPT project (zie http://archief.saxion.nl). 3. Digitale processen, bijvoorbeeld het project Go Digital, waarin de student zal moeten bekijken welke coatings en finishes er voor een bepaalde toepassing momenteel op de markt zijn, welke hiervan het meest innovatief zijn en waar digital processing de meeste toegevoegde waarde zou kunnen hebben. Van deze coatings en finishes zal onderzocht worden hoe deze digitaal op textiel aangebracht moeten worden en hoe de resultaten vertaald kunnen worden naar eindproducten. Participatie van bedrijven in de projecten is natuurlijk onontbeerlijk en we verheugen ons in een groeiende belangstelling. Nu al zijn er tientallen bedrijven bij onze projecten betrokken. Maar er is ruimte voor meer. We streven er naar om een “living portfolio” aan projecten te hebben om steeds andere projecten aan studenten te kunnen aanbieden. Komt u maar!! Meer info:
[email protected]
Productontwikkeling
Textiel plaksysteem afgekeken van de poot van de Gekko Textiel plakken in plaats van naaien is niet nieuw, we kennen al de glue jeans. Ook wordt lijm gebruikt om bijvoorbeeld ornamenten zoals strass aan te brengen. Ook kennen we meerdere praktische toepassingen geïnspireerd op biomimicry, zoals constructies afgeleid van skeletten van vogels of oppervlakte coatings afgeleid van het lotus effect. Nu is er aan de University of Massachusetts een plaksysteem ontwikkeld dat is afgekeken van de gekko poot: "Geckskin". De gekko staat er om bekend dat die overal tegenop kan lopen. Met die nieuw ontwikkelde techniek kunnen voorwerpen tegen een wand of ander oppervlak worden geplakt, maar ook
weer eenvoudig worden verwijderd zonder resten achter te laten. Zelfs TV's of computers kunnen aan de wand worden geplakt en weer worden verwijderd. Een oppervlakte van 100 cm2 kan een gewicht van 350 kg vasthouden, zelfs aan een glad oppervlak zoals glas. De kern van de innovatie is, dat er een integraal geheel werd gemaakt van een zacht viltachtig materiaal dat werd geweven in een stijf weefsel. Het zachte vulsel kan zo als het ware verspreid over het oppervlak zorgen voor een maximaal contactoppervlak. Deze imitatiehuid is vervolgens voorzien van een geweven rooster volgens een patroon dat maximale stijfheid combineert met rotatievrijheid. Het basispakket imiteert daarmee de onderkant van de gekkopoot. Het
“plakmiddel” is gewone alledaagse polydimethylsiloxane (PDMS), een soort plakkerige transparante elastomeer die voor allerlei zaken wordt toegepast. Dit heeft ook allerlei interieur implicaties: textiele bekleding die ook weer makkelijk zonder sporen achter te laten verwijderd kan worden. Denk hierbij ook aan medische toepassingen. Wellicht een toepassing voor het aanbrengen van wandversierselen zonder te boren, bijv. op 3D textiele wanden. Of voor verwijderbare tapijt. Bronnen: http://www.physorg.com http://blog.denimtherapy.com http://trendland.net http://en.wikipedia.org http://www.gizmag.com
Pagina 8 van 10
STICHTING RESERVEFONDS TEXTIELRESEARCH Smart Textiles
Nieuwe FR-finish voor polyamide In TexAlert hebben we regelmatig aandacht besteed aan Alexium, een bedrijf dat methodes ontwikkeld voor de veredeling van textiel op basis van microgolfcuring technologie. Speciaal voor polyamide is een nieuwe halogeenvrije FR-finish ontwikkeld. Uniek aan deze finish is dat een nano-
composiet koollaagje op het polyamide wordt gevormd bij hoge temperaturen. Deze laag voorkomt ook dat de polyamide gaat smelten en dat de smelt afdruipt. Met deze methode kan de polyamide ook olie- en waterafstotend worden gemaakt.
Alexium heeft een heel scala aan textielfinishes ontwikkeld, voornamelijk gebaseerd op siliconen chemie. Een overzicht van de toepassingen is weergegeven in onderstaande tabel. Meer info http://www.technicaltextile.net
Technologie Naadloos breien nu volwassen: weer een stap dichterbij een digitale workflow Het bestaat al een tijd: rondbreien van gehele kledingstukken. Met de ISPO expositie in München werd nu ook sportkleding getoond die met naadloos vlakbreien is vervaardigd. Cifra ( Milaan) en Tefron ( Israel), twee grote spelers op dit terrein, hebben de handen ineengeslagen en de resultaten getoond op de ISPO-beurs van 29 januari tot 1 februari dit jaar. Volgens vertegenwoordigers van deze combinatie met groot succes. Cifra heeft deze technologie gepatenteerd en het is een belangrijk alternatief voor naadloos rondbreien. Combinatie met een polypropyleen microvezel binnenlaag maakt dit bij uitstek geschikt als sportkleding, omdat het vocht naar buiten transporteert en daar verdampt.
De Cifra technologie is gebaseerd op dubbelnaalds raschel breitechnologie die in Duitsland door Karl Mayer ontwikkeld is. De technologie is zeer geschikt voor het zogenaamde body mapping, waarbij variërende structuren en/of garentypes in kledingstukken geïntegreerd kunnen worden op vooraf bepaalde plaatsen. Daarmee kunnen de eigenschappen per plek gestuurd worden, zoals bijv. het genoemde vochtregelsysteem, maar ook drukverdeling en warmteregeling. Deze laatste zijn zeer belangrijk in sportkleding. De productiviteit is hoog (er werden echter geen cijfers genoemd).
directe koppeling tussen individuele klantenwens, het breien en het eventuele daaropvolgende finishen. Dit alles in een digitale workflow. Met andere woorden door koppeling van de verschillende delen van het proces: van klantenwens tot gefinisht eindproduct in een gedigitaliseerde keten.
Ook voor andere producenten van breimachines zoals Santoni, bekend van rondbreimachines, gaat ook in deze markt actief worden. Het grote belang van deze ontwikkelingen is de mogelijke
Bronnen: http://www.innovationintextiles.com A.Kalaiselvan andP.Sivarajmoorthi, Seamless Technology via http://www.fibre2fashion.com
Deze ontwikkelingen, samen met die op het terrein van digitaal finishen, is een van de belangrijkste reden waarom bij Saxion de textielstudenten nu vakken als digitale workflows krijgen aangeboden. Voorbereiden op wat er nu al is en wat zeker nog gaat komen.
Pagina 9 van 10
STICHTING RESERVEFONDS TEXTIELRESEARCH Smart Textiles
Nieuwe materialen
Kansen voor textiel bij toepassingen batterijen in auto’s
Twee nieuwe hybride synthetische vezels
Het vermogen van de moderne batterijen die in auto’s worden toegepast, is ongeveer 0,15 Wh/kg. Ten opzichte van benzine of diesel is dat weinig want daarvan is de energie-inhoud ongeveer 10 kWh/kg. Daarom is de actieradius van elektrische auto’s beperkt. Maar door het gebruik van zeer lichte constructiematerialen voor batterijen, denk hierbij aan de separatoren tussen de anode en kathode, de aan- en afvoer elektrodes en delen van de behuizing, gaat de specifieke energie, dus de energie per kg omhoog. Daar liggen dus kansen voor textiele toepassingen.
zeer geschikt vooral bij toepassing als separatoren. Deze separatoren scheiden de anode en de kathode mechanisch en moeten dat op een stabiele manier blijven doen. Tegelijkertijd moeten ze wel geleidend zijn, want er moeten ionen getransporteerd worden. Er moet dus gezorgd worden voor hoge mate van transport van ionen die fungeren als ladingsdragers. Als we tegelijkertijd zorgen voor integratie van elektrodes voor de aan en afvoer van elektriciteit, geïntegreerd met de behuizing, dan kunnen we textiele constructies voorstellen die nieuwe kansen scheppen voor geleidende textiel. Dus batterijen van textiel. Dit vereist samenwerking tussen batterij producenten en de textielindustrie enerzijds en moet natuurlijk geaccepteerd worden door de auto-industrie. Geen geringe opgave gezien de werkwijze van die industrie. Wellicht kansen als toeleverancier? Bronnen: Andreas Bund, Thüringer Innovationszentrum Mobilität (ThIMo), Fachgebiet Elektrochemie undGalvanotechnik, TU Ilmenau. TITV congress 24 februari, Greiss.
Volgens onderzoekers aan het Thüringer Innovationszentrum Mobilität is textiel
http://gm-volt.com http://www.npr.org
Duurzaamheid
Topsector creatieve industrie In het kader van het topsectorenbeleid van de overheid zijn door diverse sectoren plannen gemaakt voor toekomstige ontwikkelingen. Zo ook door de creatieve industrie onder de naam CLICK. Een onderwerp dat is ingebracht in de tafel Next Fashion is mode en duurzaamheid of sustainable design. Onder leiding van Jose Teunissen (Artez) en Matthijs Crietee (Modint) is een plan opgesteld voor onderzoek en ontwikkeling om mode en textiel duurzamer te maken, o.a. door het gebruik van meer duurzame materialen. En dat sluit dan weer mooi aan op het routekaart project “Retour en Recycling”. Meer info: http://www.top-sectoren.nl http://www.rijksoverheid.nl http://www.tno.nl
Wie weet wat dit is? In de vorige jaargangen van TexAlert was er een rubriek: en dan nog even dit….. Deze jaargang een andere rubriek, waarin de lezers wordt gevraagd om te ontdekken wat er op de foto staat. Om het wat gemakkelijker te maken: de foto heeft iets te maken met een artikel in deze uitgave van TexAlert. Aan u de vraag: wat is dit?
Het befaamde Hohenstein Instituut heeft een nieuwe vezel ontwikkeld die bijzonder geschikt is voor sportkleding. Onder de naam HP2G werd een hybride garen ontwikkeld dat de voordelen van synthetisch vezels combineert met wol. Dus goede isolatie en afvoer van transpiratievocht. Hiermee wordt het probleem van afnemende vochtopname bij 33% vocht bij wol opgelost. De nieuwe vezel heeft weinig pilling. De ontwikkeling is in een samenwerkingsproject met 2 Duitse bedrijven uitgevoerd: Zwickauer Kammgarn GmbH en Helmut Peterseim Strickwaren GmbH. Deze vezel is niet alleen geschikt voor sportkleding, maar ook voor werkkleding waar hoge eisen gesteld worden aan comfort. Denk ook aan meubels, bijv. bureaustoelen. Samen met Kelheim Fibers werd een tweede vezel ontwikkeld op basis van een nieuw type geregenereerde cellulose. Dit resulteerde in een water absorberend vlies en is dus zeer geschikt voor vocht management in textiel. Het gebruik van dit dunne vlies, aangebracht op een drager, zal het draagcomfort aanzienlijk verbeteren. De werking is dat bij vochtopname de vezels zwellen en een gel-achtige toestand vormen. Ook geschikt voor bijv. wisdoekjes en wondbehandelingsmateriaal. Bronnen: http://www.ispo-newsblog.com http://www.chinalinen.cn http://www.innovationintextiles.com http://www.hohenstein.de http://www.hohenstein.de
COLOFON TexAlert wordt uitgebracht in opdracht van Reservefonds Textielresearch. Contactpersoon: drs. Cees Lodiers
[email protected] Redactie: drs. Anton Luiken (eindredactie) Alcon Advies B.V. Tel. 06 38931675
[email protected]
Oplossingen kunt u sturen naar
[email protected]
ir. Ger Brinks BMA~Techne Tel. 06 22901777
[email protected]
Pagina 10 van 10