We kunnen afgezet worden bij ons hotel of bij Woolworth in het centrum. Wendy bedankt onze Roland weer namens de groep en geeft hem een in elkaar gevouwen plastic zakje met een fooi van ons allen. Hij was een goeie chauffeur en gids, die overigens een dikke baan als manager had, maar die door de crisis is kwijtgeraakt. En in Australië moet je flexibel zijn, en elk werk aanpakken. Vandaar, dat hij nu chauffeur was, en daar wat van probeerde te maken. Het is al donker. De vliegende honden maken al rondvliegend een hels kabaal. En ze verspreiden een vreselijke stank, die overigens met de dag erger lijkt te worden. Later horen we, dat ze alleen in de tijd van de rijpe mango’s hier in de stad blijven. In de boom ertegenover zit een hele groep ibissen rustig af te wachten tot het weer licht wordt. Met Wil eten we bij het Thaise restaurant dicht bij haar hotel. En vanavond laten we ons daarna lekker luxe terugbrengen naar ons hotel. Maandag, 12 oktober Cairns, trip naar Kuranda Gold class. Vandaag maken we één van de door Greetje en Wil geboekte trips. We worden afgehaald bij ons hotel door een busje. Wil zit er dan al in. We worden naar het beginpunt van de Skyrail gebracht. Met het gondeltje gaan we omhoog naar Kuranda. Kuranda betekent in het Engels overigens: Brown Apple Tree.
Het is prachtig om zo boven de bomen in dat gondeltje uit te kunnen kijken. Berg op grotendeels, soms weer een stukje omlaag. Met een prachtig uitzicht op een waterval. Je kunt op twee plaatsen een korte tussenstop maken. En dat doen we natuurlijk. Bij de eerste stop kun je een kleine “boardwalk” rondwandeling maken. Bij de tweede stop kun je ook weer rondwandelen over een “boardwalk” met een prachtig uitzicht op de waterval en het meertje en de rivier. 104
Er is daar ook een rancher, die vertelt over het gebied. Wil en Greetje hebben hem horen vertellen over de boom, de Yellow Myrtle, waarvan het gele sap, dat vrijkomt, als je een stukje uit de bast snijdt, erg goed zou zijn tegen de jeuk van insectenbulten. Dus … smeren we dat op de 5 bulten, die ik in mijn nek heb … en… het helpt!! Het jeukt niet meer!! Bij de tweede wandeling komen we ook borden tegen met foto’s en beschrijvingen van hoe ze vroeger omhoog gingen. Wauw, daar moest je lef voor hebben.
In Kuranda zelf aangekomen gaan we met het gratis busje naar de vlindertuin. Daar vliegen de mooiste vlinders rond. De prachtig blauwe zijn het mooist, maar ook van de anderen genieten we ontzettend. 105
We moeten op tijd weer buiten staan, want om 12.45 komt Sean met een privé-busje ons ophalen om naar de koffieplantage te rijden. Dat is nog zo’n 25 minuten hier vandaan. Onderweg zien we hier ook veel termietenheuvels, maar ze zijn toch anders dan die in Kakadu park. Deze zijn meer geel-oranje van kleur en meer afgerond, bijna paddestoelvormig. En er zijn velden vol mangabomen. Die worden kort gehouden. Makkelijker voor het plukken. Als de bomen niet laag gehouden zouden worden, zouden de bovenste vruchten niet geplukt kunnen worden en dus verrotten. Dat verlies vermijd je zo ook. Dan bereiken we de Atherton Tablelands, waar de Jacques Coffee Plantation ligt. Bij aankomst krijgen we eerst koffie naar keuze. Thee hebben ze ook. Op het grasveld genieten we eerst van de koffie en thee met een sigaretje en een gebakje voor de zussen. Een van de Jacques-zonen bedient ons. 106
Na de koffie krijgen we eerst een filmpje te zien, waarin vertelt wordt hoe het de familie vergaan is. Ze waren met koffie begonnen in Tanzania, aan de voet van de Kilimanjaro. In 1978 gingen ze van daaruit naar Australië, naar Queensland, omdat de temperatuur en de omgeving vergelijkbaar was met Tanzania. In Tanzania werden de koffiebonen handmatig geplukt, maar dat was in Australië natuurlijk niet te betalen. Dus moesten ze daar een machine voor ontwikkelen. Het werd uiteindelijk een machine, die ik het meest met een combine te vergelijken vind. Een koffieplant wordt in 5 jaar een boom, die vruchten maakt. Hij wordt zo’n 50 tot 70 jaar oud. Eerst komen er witte bloempjes. Dat worden dan groene vruchtjes. Als het rode vruchtjes zijn, kunnen ze geoogst worden. Het duurt 9 maanden om vanaf de bloei tot een rode vrucht uit te groeien. Dan gaan ze via water naar vermalers, waar de velletjes eraf gehaald worden. De velletjes worden dan weer gebruikt voor mest. Daarna gaan de vruchtjes naar een tank voor het fermenteren en dan volgt het drogen. Er zitten dan nog steeds 2 laagjes overheen. Die worden dan ook weggehaald. En dan pas worden de boontjes geroosterd. Dat komt heel precies. Hoe langer geroosterd, hoe donkerder de bonen worden en hoe bitterder de koffie ervan. Ze worden ongeveer 25 minuten geroosterd. Als ongeroosterde boon kun je ze 6 tot 7 jaar bewaren. Na het roosteren nog zo’n half jaar. Na het roosteren worden ze dan gewassen en gedroogd. De familie Jacques heeft wel slechte tijden gehad. Twee keer zijn ze alles kwijt geraakt. Een keer door de 107
depressie. De rente over het geleende geld was niet te betalen, en ondanks het feit, dat de velden vol stonden, gingen ze failliet en waren ze alles kwijt. En een tweede keer had het met insecticiden te maken. Maar wat er toen precies aan de hand was, heb ik niet helemaal begrepen. Ze konden in ieder geval weer opnieuw beginnen. Wat een volhouders! Ze hebben nu 25.000 volwassen koffiebomen, en zo’n 60.000 nieuwe, die opgekweekt worden. Het fabeltje over koffie in de vriezer bewaren, wordt, als we ernaar vragen na de film, van tafel geveegd. Gewoon in een goed afsluitbare bus. We mogen met z’n drieën in een bus klauteren met de prachtige naam The Bean Machine, die door de zoon bestuurd wordt, waarmee we over de plantage rijden. Het verhaal over de koffie is over geluidsboxjes nog een keer te horen. We kunnen door kloppen op de ruit van de chauffeurscabine aan de zoon vragen even te stoppen, zodat we wat foto’s kunnen maken van een paar bloemen.
108
Er zijn al niet veel bloemen meer, maar nog wel een paar. Dat is eigenlijk juist wel leuk, omdat je ook al de knoppen ziet, die de bonen moeten gaan worden. Dan worden we door Sean weer teruggereden naar Kuranda. Wij lopen vanuit het centrum terug naar de trein. Wil laat zich al bij de trein afzetten. We hebben echt aan alle kanten mazzel vandaag. Omdat Wil en Greetje bij het plannen van de trip hadden vastgelegd, dat we eerst de trein zouden hebben en daarna de Skyrail, en men dat gewijzigd had, kregen we als compensatie (dus zonder kosten) een “upgrade”, zoals dat zo mooi heet hier, naar Gold Class in de trein. En dat betekent: een biertje met nootjes, gezeten in comfortabele kuipstoeltjes. (Later ontdekt, dat Gold Class bij de trip naar de koffieplantage hoorde.) En daarna nog meer drankjes en hapjes. We zitten hartstikke sjiek te wezen, terwijl we de prachtigste “scenerie” (waterval en met bomen begroeide bergenhellingen aan de overkant) aan ons voorbij zien glijden.
We kunnen ergens nog even de trein uit, om nog eens goed naar de waterval te kijken, en worden daarna weer verder verwend. 109
Aan het einde van de trip nog een mooie ansichtkaart, een speldje en een balpen.
En zo rollen we vrolijk de trein uit in Cairns station, waarna we met het busje van Sean weer terug naar de stad worden gebracht. De zussen moeten nog een paar winkels in. Daarna gaan we een soepje eten bij het restaurantje van gisteren. Na al die heerlijke hapjes, kunnen we niet meer op. Als we Wil hebben afgezet bij haar hotel, gaan we lopen, maar nemen dan toch maar een taxi naar ons hotel. Dinsdag, 13 oktober Moordvogel.
Cairns
Om half 8 vertrekt de groep. We zwaaien ze uit, samen met de andere “achterblijvers”. Daarna nemen we ook van hen afscheid, want wij gaan verhuizen naar het hotel van Wil en de Annies vertrekken vandaag ook. Alleen Kathy en Marijke blijven in het hotel. We maken nog een heerlijk ontbijtje, pakken dan onze spullen in de tassen en geven alles even af bij de receptie, want we willen eerst nog wat typische Queenslandhuizen fotograferen, die in de straat staan van ons hotel. 110
foto links van Wendy
Daarna gaan we met een taxi naar het Novotel Oasis. Wil is er niet, dus de bagage kan niet eerst op haar kamer, maar moet ook even in de opslag. We lopen een tijdje heerlijk te dwalen langs de Esplanada. Het water is heel ver weg. Het is een soort wadgebied, waar we naar kijken. Met ibissen, een lepelaar met een zwarte lepel en zwarte poten, strandlopertjes, een lapwang en plevieren, bruine ibissen en pelikanen.
111
De mooie torentjesschelpen, die Wil al genoemd had, liggen helaas buiten bereik. Maar waarschijnlijk zijn die ook niet leeg, dus zouden we ze toch niet meegenomen hebben. Langs de Esplanada is ook nog van alles te bekijken.
Terug in het hotel kunnen we de bagage nu wel op onze kamer zetten. Daarna gaan we met Wil op pad. Eerst even een gezellig kopje koffie of colaatje. En dan lopen we naar het Casino. Daar is op de bovenste verdieping een soort van vogeldierentuin. Het kaartje, dat je koopt, kun je 5 dagen lang gebruiken. Wij lopen er alleen vandaag rond, maar nemen dan ook rustig de tijd.
Het is er enig. Er vliegen allerlei vogels rond: verschillende kaketoes, duiven, en wat niet al. Het bijzonderste vonden wij de curlew, oftewel murderbird. 112
113
114
Die murderbird (links boven) is een vogel, die uit zelfbescherming doet alsof hij zwaar gehavend of dood is. Wij hadden inderdaad bij eentje al gedacht, dat ‘ie lag te lellepoten. Vooral de jonkies doen dat. Een heel gek gezicht. Wil mailde nog het volgende over deze vogel: “De Curlew wordt naast murderbird ook screaming woman bird of messenger bird genoemd. Aboriginees haten deze vogel. Als ze hem horen roepen betekent dat slecht nieuws, vaak gaat er later iemand dood. De verhalen over de curlew worden ook alleen maar verteld op bepaalde tijden. De vogel is verantwoordelijk voor veel telefoontjes naar de politie, mensen denken dat er iemand schreeuwt in de bush. Hij roept na zonsondergang en vooral als er een volle maan is.” Er zijn niet alleen vogels te bewonderen. De krokodillen zijn ook prachtig vervaarlijk.
red-legged pademelon Om 4 uur is er nog een show van harige vriendjes. We krijgen een bandicoot te zien. Die zit er een beetje uit als een rat. We mogen hem aaien, maar moeten toch maar bij zijn tanden weg blijven. Het is een destructief diertje. Daarna krijgen we 2 piepkleine diertjes te zien, die uit een heel zacht wolletje worden gehaald: het zijn 2 possums (sugar gliders). Een mannetje en vrouwtje, dat al 3 nestjes heeft gehad. Wat een droppies! 115
En dan is er nog Harvey, de koala, die we ook mogen aaien. Pepita is de andere koala, die ze hier hebben, (ze hebben er nog 2, maar die zijn op dit moment uitgeleend aan een ander park). Pepita is aan het werk: ze moet poseren, als er mensen met haar op de foto willen. Ze heeft nog niets hoeven doen vandaag, en als dat aan ons ligt, blijft dat ook zo. We eten bij de Thai, die ook vlakbij het hotel is, naast Bobby, ons restaurant van gisteren en eergisteren. Als we teruglopen naar het hotel, zien we vlakbij de ingang nog weer een curlew lopen. Hopelijk gaat hij vannacht niet schreeuwen. Woensdag, 14 oktober Cairns, Green Island Schuin door de bocht. Wat een rampnacht! Het bed is gewoon veel te kort. Hoogstens 1 meter 90, als het dat al is. En met een dik groot kussen pas ik daar toch echt niet in. We gaan al knutselen met nachtkastjes om het bed te verlengen. Verhuizen naar een andere kamer is iets, waar we niet aan moeten denken. We hebben net alles zo heerlijk uitgebreid neergekwakt. Ontbijten doen we daarna (samen met Wil) op onze kamer. De eitjes worden gekookt door ze in een mok te doen, en daar steeds weer kokend water op te gooien, tussendoor wel het water er weer afgieten natuurlijk. Het werkt prima. Na het ontbijt worden we met een busje afgehaald voor ons volle dagprogramma van vandaag. In de haven gaan we op een grote catamaran. Het eerste schip wordt volgestopt met Japanse schoolkinderen. Voor de “normale” bezoekers volgt een tweede schip. Wel lekker, want die tweede boot heeft een open dek boven, zodat we heerlijk buiten kunnen zitten. Maar wat een wind!!
Op Green Island aangekomen melden we ons bij de helikopterbalie. We moeten ons inschrijven en daarna worden we gewogen inclusief de camera’s. Wat de weegschaal aangaf, vermeld ik maar niet, maar … ik 116
had wel gewonnen.
We kunnen eerst nog wat rondkijken en wat drinken. Wil neemt een ijsje en wordt belaagd door een vogel, die we niet elders hebben gezien, alleen in Cairns en omgeving, een rail. Deze is zo brutaal, dat hij op haar schoot komt zitten om van het ijsje mee te eten. Even buiten Wil gerekend. Dan kunnen we naar de helikopter en kunnen we instappen. Ik zit weer voorin en Greetje en Wil alle twee achterin bij het raam. Een ons onbekende dame zit tussen hen in. We vliegen over het Great Barrier Reef, het grootste koraalrif ter wereld. We zien er natuurlijk maar een gedeelte van in deze blauwe zee. Het is prachtig!! Echt genieten! En dan te bedenken, dat dit rif 2500 kilometer lang is tot aan de Philipijnen! Alle kleuren blauw zijn te zien, en de stroken “bijna-strandjes” zien er ook zo aanlokkelijk uit. We vliegen over verschillende delen van het rif, waarvan ik de namen vergeten ben, maar de pracht ervan niet.
117
Wil genoot ook van haar eerste helikoptervlucht. Ze zei nadien, dat ze het het leukste had gevonden, toen de helikopter helemaal schuin in de bochten hing. Na het “helikopteren” lopen Greetje en ik het eiland rond, terwijl Wil, na ook ergens haar voeten in het water te hebben gestoken, wat gaat drinken op een terrasje. Green Island ben je rondgelopen voor je het in de gaten hebt, zo klein is het eilandje.
Om kwart over 3 maken we nog een tochtje van een half uur met een glasbodemboot. Heel langzaam en voorzichtig laveren we rond en we kunnen het koraal bekijken en de prachtige visjes, die hier rondzwemmen. Een dik, groot joekel van een vis volgt ons de hele tocht. De doorzichtige, blauwgerande kwallen drijven prachtig aan ons voorbij. Aan het eind zien we ook nog een een prachtige schildpad, en na die klapper varen we weer terug naar de aanlegsteiger, vanwaar we ook al snel weer terugvaren met de catamaran naar Cairns.
118
Wil gaat met het busje terug naar het hotel. Greetje en ik lopen nog even naar de "Duyfken”, die we in de haven zien liggen. Greetje spreekt op de boot met een meisje uit Appingedam, dat al een tijdje als vrijwilliger op de boot zit, en nog voor een paar maand heeft bijgeboekt.
Na deze volle dag eten we bij de Italiaan en gaan daarna zeer tevreden slapen. Donderdag, 15 oktober Cairns “Kleine, eten!” Onze laatste dag in Australië. We beginnen met uitslapen en aanrommelen. Daarna gaan we heerlijk zwemmen in het zwembad van het hotel. Je stapt op wit zand voor je het water ingaat. We liggen ook nog wat in de zon. Al na 20 minuten doe ik toch een doek over me heen. En zelfs dat was nog te lang voor mijn buik en bovenbenen, merk ik later. Rood. Gelukkig niet echt verbrand. Wil heeft zelfs nog 2 uur liggen doezelen, omdat ze toch ook wel moe was geworden van onze tripjes. En aldus bijgekomen gaan we gedrieën in een taxi naar de botanische tuinen. We zijn net de ingang gepasseerd en op weg naar het informatiecentrum, als we horen roepen: “Kleine, eten”. Zo had ik Greetje een keer luid geroepen, toen ze bijna te laat bij een lunch kwam. Nu is het Kathy. Marijke en zij zitten op het terrasje nog wat te drinken na hun lunch. Gezellig. We schuiven even aan. Ook zij zien geen overeenkomst tussen de 2 zussen. We horen hoe het ze vergaan is. Gisteren was Marijke flauwgevallen. Ze liep (gelukkig) met Kathy op de Esplanada en zakte opeens weg. Kathy heeft haar naam maar steeds geroepen en haar benen ophoog gedaan en zo kwam Marijke weer bij. Waarschijnlijk kwam het, doordat ze de dag ervoor met een boottrip, waarbij ze ging snorkelen, ontzettend verbrand is. Ze had niemand in de buurt, die ze kende, die haar rug in kon smeren, dus ze was afschuwelijk verbrand. Je denkt er niet aan, dat je natuurlijk ook gewoon een t-shirtje aan kunt houden. We horen van Kathy, dat ze nog steeds gezellig aan het SMS-en is met onze Sauce en we kletsen verder gezellig bij. Daarna gaan wij ook door de tuinen dwalen. Het is echt de moeite waard. Het is een minder “schoongeveegde” botanische tuin dan in Sydney. En overal zie je prachtige bloemen door al het groen heen. 119
120
We lopen ook nog naar de tanks, die in de oorlog gebruikt werden als opslagplaats voor olie. In een ervan is nu een tentoonstelling, die niet veel voorstelt. Wat daar wel leuk is, is een zaal met zwartwit foto’s van Cairns jaren geleden. Weer veel zelfgemaakte foto’s verder, nemen we een taxi terug naar de stad. Eten doen we bij de Griek, die vlakbij ons hotel is, maar juist niet richting zee, maar een straat verder van de kust af. Daarna gaan we slapen. Morgen verlaten we Australië alweer. Vrijdag, 16 oktober Terugvlucht Cairns – Hongkong Afscheid Wil moet al om 10 uur klaar staan om afgehaald te worden door het shuttletje. Voordien komt ze nog even gezellig bij ons op de kamer kleppen en thee drinken. Greetje ligt zelfs nog in bed naar tennis op de televisie te kijken, als ze komt. Het is ook wel gek. Hebben ze het twee jaar gehad over hoe en waar ze elkaar weer een keer zouden zien, en nu is het dan ook alweer voorbij. Als we Wil hebben uitgezwaaid, gaat Greetje nog even bij het zwembad liggen zonnen. Ik ga nog alvast weer een deel van het verslag typen. Ik wil het typewerk eigenlijk af hebben voor we in Amsterdam landen. We rijden met een taxi naar het vliegveld. En dan begint de oninteressante terugvlucht. In Hongkong lukt het nog om op het vliegveld het laatste deel van het verslag op te sturen. En bij de “gate” komen we Wendy tegen. Die heeft de afgelopen drie dagen met haar vader in Hongkong doorgebracht. Ze zijn alletwee de meeste tijd ziek geweest. Hebben nog wel het een en ander bekeken. Maar het was allemaal wel erg druk en vol, zo na Australië, zei ze. Zaterdag, 17 oktober Hongkong – Amsterdam “Home sweet home”, maar wat is het allemaal klein. Op Schiphol duurt het lang voordat alle koffers er zijn. Dan nemen we afscheid van Wendy. Ze vertelt, dat er plannen zijn voor een reünie. Leuk. Tot dan dus! Bij het perron aangekomen, kunnen we zo de trein in. Overstappen in Amersfoort. In Groningen een taxi naar huis. “Home sweet home”, maar wat is het allemaal klein. Het is ongeveer half twaalf, maar voor ons voelt het als half 8 ’s avonds. En dat is tijd voor een pilsje na meer dan 30 uur onderweg te zijn geweest. We zullen nog een tijdje nodig hebben, om al onze indrukken te verwerken.
Tot slot een paar haikus, die Wil maakte: Kleine duif in volle tooi, witte vleugels op een koralen zee.
Druk gewirwar van vleugels en poten, schemer in de tropen
Golfjes van fijn kant breken loom over een wereld van smaragd.
Jonge wulp roerloos opgevouwen in het zand wulpse amechtigheid. 121
122
© 2009 Greetje van Benthem en Wilma Borm
123
124