20
Informatienota betreffende de activiteiten van het moderamen van de generale synode over de periode juni 2015 t/m augustus 2015
Kleine Synode 25 september 2015 KS 15-14
20
Pagina 3 van 20
Inhoud 1 1.1 1.2 1.3
Activiteiten preses, scriba en overige moderamenleden Juni 2015 Juli 2015 Augustus 2015
2 2.1
2.2
Besluiten moderamen, benoemingen 7 Bestuurlijke besluiten genomen door moderamen en kleine synode tussen 1 juni 2015 en 31 augustus 2015 7 Toepassing van ordinantie 3-5-5 (losmaking) 7 Toepassing van ordinantie 3-23-1 (toetsing oordeel werkzaamheden predikant met een bijzondere opdracht, op verzoek van) 7 Toepassing van ord. 3-25 (emeritaat) 7 Toepassing van ord. 3-26 (ontheffing van het ambt) 7 Toepassing van ord 4-13 (gedelegeerden) via ord. 4-27-3 (spoedbeslissing) 7 Toepassing van ord. 5-5-2 en overgangsbepalingen (preekconsent) 7 Toepassing van ord. 5-5-2 en art. 6 van de Gen. Reg. Preekconsenten (kerkelijk werker in gemeente) 7 Toepassing ord. 13-10 jo. artikel 4 Gen. Reg. Preekconsenten (preekconsent in het kader van de opleiding) 7 Toepassing ord. 13-17-7 (verlenging bevoegdheid om als proponent naar het ambt van predikant te staan) 7 Benoemingen en afvaardigingen 8
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Bijlagen Bijlage 1: Internationale conferentie studentenpastores (groet) Bijlage 2: Reis Hiroshima en Nagasaki I (artikel Friesch Dagblad) Bijlage 3: Reis Hiroshima en Nagasaki II (artikel Friesch Dagblad) Bijlage 4: Christelijk Sociaal Congres (openingsviering) Bijlage 5: PThU, Opening van het Academisch Jaar (overweging)
2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.1.6 2.1.7 2.1.8 2.1.9
5 5 6 6
9 9 10 11 13 17
Inhoudsopgave
20
Pagina 5 van 20
1
Activiteiten preses, scriba en overige moderamenleden
1.1
Juni 2015
Kirchentag Van 3 tot en met 6 juni hebben de preses en ouderling Engelbert de Kirchentage in Stuttgart, Duitsland bijgewoond. Oratie prof. Boer Op 8 juni woont de preses de oratie van prof. Theo Boer bij in de Bovenkerk te Kampen. Internationale conferentie Studentenpastores Op 8 juni spreekt de preses een groet uit bij de opening van een internationale conferentie van studentenpastores te Soesterberg. (Bijlage 1) CEC Van 11 tot en met 18 juni heeft de scriba in Sioux Falls, Iowa (VS) de conferentie van de CEC bijgewoond. Ghanese Kerken Op 11 juni heeft de preses een delegatie uit Ghanese kerken ontvangen op het Protestants Landelijk Dienstencentrum. Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten Op 13 juni heeft de beleidssecretaris de algemene ledenvergadering van de Verenigde Pinksteren Evangeliegemeenten bijgewoont. Masterclass Bijbel in Gewone Taal Op 15 juni heeft de preses deelgenomen aan de masterclass Bijbel in Gewone Taal. GZB Op 17 juni hebben de preses en diaken Galjaard een delegatie van de GZB ontvangen met als belangrijkste gast dr. Atef M. Gendy, hoofd Evangelical Theological Seminary in Cairo. Interfaith bijeenkomst Nederland - Indonesië Op 18 juni heeft de preses een netwerkbijeenkomst van Indonesische Moslims en Christenen bijgewoond in de nieuwe Ulu-moskee te Utrecht. Evangelisch Werkverband Op 18 juni heeft de preses de liedbundel “Hemelhoog’ van het Evangelisch Werkverband in ontvangst mogen nemen. PThU Op 19 juni heeft de scriba het afscheid van dr. Bert de Leede van de PThU bijgewoond. Hij heeft deelgenomen aan het debat “De predikant anno 2025: Wat moet hij/zij kennen, kunnen en aankunnen?” GKIN Op 20 juni is ouderling-kerkrentmeester Van der Klooster aanwezig geweest bij de landelijke vergadering van de GKiN.
Pagina 6 van 20
Act Alliance Op 23 juni is de preses klimaatambassadeur geworden van Act Alliance. GKIN Op 27 juni heeft ouderling-kerkrentmeester Van der Klooster het 30-jarig lustrum van de GKiN bijgewoond en heeft namens het moderamen een attentie aangeboden. Perki Op 28 juni heeft de beleidssecretaris de afscheidsdienst van ds. Y. van Kooten van Perki bijgewoond.
1.2
Juli 2015
PThU Op 2 juli heeft diaken Galjaard een minisymposium t.g.v. het afscheid van prof. G. van den Brink bijgewoond. Kerk in Actie Op 4 juli heeft ouderling-kerkrentmeester Van der Klooster een van de, in het kader van tien jaar Protestantse Kerk, georganiseerde zangavonden in Dordrecht bijgewoond. Stichting Geloofsgesprekken Sinds 7 juli is de preses bestuurslid van Stichting Geloofsgesprekken. CDA Op 9 juli neemt de preses deel aan de door het CDA Kleurrijk georganiseerde IFTAR-maaltijd. Het thema van de maaltijd was “verspilling”. Ministerie van Buitenlandse Zaken Op 31 juli heeft de preses op verzoek van het Ministerie van Buitenlandse Zaken deelgenomen aan het programma LGBT-Influentials.
1.3
Augustus 2015
Wereldraad van Kerken Van 3 tot 10 augustus maakte de preses deel uit van een delegatie van de Wereldraad van Kerken en heeft Hiroshima en Nagasaki bezocht. Tijdens dit bezoek heeft zij deelgenomen aan de herdenking 70 jaar na de bommen. (Bijlagen 2 en 3) Taizé Van 14 tot en met 17 augustus heeft de scriba deelgenomen aan Taizé. (bijlage 4) SAIL2015 Op 23 augustus heeft de preses de blessing of the sails bijgewoond. Christelijk Sociaal Congres Op 26 en 27 augustus heeft de preses het Cristelijk Sociaal Congres bijgewoond. Zij heeft de openingsviering van de tweede congresdag verzorgd. (bijlage 5)
PThU Op 28 augustus heeft de preses met ouderling-kerkrentmeester Van der Klooster de opening van het academisch jaar bijgewoond. Tijdens deze opening heeft prof.dr. Koffeman een afscheidsrede gehouden. De preses heeft de overweging verzorgd. (bijlage 6)
20
Pagina 7 van 20
2
Besluiten moderamen, benoemingen
2.1
Bestuurlijke besluiten genomen door moderamen en kleine synode tussen 1 juni 2015 en 31 augustus 2015
2.1.1
Toepassing van ordinantie 3-5-5 (losmaking) Ds. N.J.M. Goedhart te Utrecht
24-08-2015
2.1.2
Toepassing van ordinantie 3-23-1 (toetsing oordeel werkzaamheden predikant met een bijzondere opdracht, op verzoek van) Protestantse gemeente Laren-Eemnes 27-07-2015 t.b.v. beroeping van mw. M. Buijs-Ballast voor de arbeid ten behoeve van verpleeghuizen Amaris Theodotion
2.1.3
Toepassing van ord. 3-25 (emeritaat) Dr. W. Dekker te Oosterwolde Ds. S. Jumelet te Zaltbommel
08-07-2015 03-08-2015
Toepassing van ord. 3-26 (ontheffing van het ambt) Ds. A.P. van der Meulen te Nijmegen
05-06-2015
2.1.4
2.1.5
Toepassing van ord 4-13 (gedelegeerden) via ord. 4-27-3 (spoedbeslissing) Hervormde gemeente Oud-Vossemeer 30-06-2015 Tot gedelegeerden zijn benoemd mr. A.S. Flikweert te Zierikzee, dhr. P.J. Leendertse te Kamperland en ds. A.W. van der Plas te Waddinxveen
2.1.6
Toepassing van ord. 5-5-2 en overgangsbepalingen (preekconsent) Dhr. J. van Asselt te Woudenberg 01-07-2015
2.1.7
Toepassing van ord. 5-5-2 en art. 6 van de Gen. Reg. Preekconsenten (kerkelijk werker in gemeente) Dhr. R. Fluit te Vrouwenpolder 01-07-2015 Mw. D.M. Keizer te Apeldoorn 01-07-2015 Mw. A. van Mansum-Hoogenboezem te Schiedam 01-07-2015 Dhr. P. Meijer te Zaandam 01-07-2015 Mw. S. Smedinga te Rijswijk 01-07-2015 Mw. M.F.S. Swart-Andela te Leens 01-07-2015 Mw. G.C. Faber-van Dijk te Kantens 01-09-2015 Mw. H. Kramer-de Jong te Emmeloord 01-09-2015 Dhr. A.J.D. Noordijk te Amsterdam 01-09-2015 Mw. H. Plantinga-Folkertsma te It Heidenskip 01-09-2015
2.1.8
Toepassing ord. 13-10 jo. artikel 4 Gen. Reg. Preekconsenten (preekconsent in het kader van de opleiding) Dhr. N.M.J. Binnendijk te Noordwijk 24-06-2015 Dhr. B.J.W. Ouwehand te Kampen 24-06-2015 Mw. S. Voskuil-Dijkshoorn te Berkel en Rodenrijs 24-06-2015 Dhr. H.A. van Toor te Zetten 25-08-2015
2.1.9
Toepassing ord. 13-17-7 (verlenging bevoegdheid om als proponent naar het ambt van predikant te staan) Dhr. R.J. van der Meer te Koog aan de Zaan 01-07-2015
Pagina 8 van 20
2.2
Benoemingen en afvaardigingen
In de verslagperiode heeft het moderamen geen benoemingen verricht.
20
Pagina 9 van 20
3
Bijlagen
3.1
Bijlage 1: Internationale conferentie studentenpastores (groet) Door de preses, mw. ds. K. van den Broeke
Honoured guests, dear colleagues, dear board members, Thank you for the opportunity to address you and to share some of my thoughts on the meaning of student chaplaincy with you. In an essay on freedom, Joachim Gauck, president of Germany and former Lutheran pastor in the German Democratic Republic, presents freedom as one of the most important things in life. He starts telling about the longing for freedom everybody knows about. He refers to the teenager years in which people protest against rules, want to be free from their parent’s voice, complain about school systems and so on. This longing for freedom, so Gauck says, is a freedom from. Freedom from powers you don’t want to dictate your life. This freedom from is not the most interesting part of freedom. Afterwards people have the opportunity to discover the freedom to. Freedom to give in time, money, effort, love. This freedom to is, according to Gauck, strongly connected to responsibility. For Gauck freedom, responsibility and relationship are the main constituents for happiness and a good life. It might be that I’m not the only person recognizing that this shift took place in my own life during the years I was a student. I pretty much enjoyed living on my own and felt the freedom of not living according to the rules of my parents. But in the same time I felt the need to re-orientate. And from my own perspective I agree with Gauck that discovering the freedom to, to become engaged with people and with social issues gave me the feeling that my life was worthwhile living. Ten years later I became a student chaplain myself. I really loved these working years, because working with students is almost always inspiring, unconventional, earnest in a nice way. Student chaplaincy has the brilliant opportunity to offer to students a safe space to discuss these kind of things. It offers a safe and a sacral space. In offering friendship and spiritual care to all students, - from any faith tradition, or no faith at all -, it adds something special to the academic community. First of all the chaplaincy is outside the academic structures. Chaplaincy itself bears freedom in it’s own identity. There are no ECTS-credits to count, there are no skills or competencies to measure. It is a safe space. But not only free of measures and structures, in fact it is a safe place where students are free to discover and develop their identity in a place that’s not only safe, but also sacral. Sacral? The misunderstanding we often meet in modern Western Europe is that we need a ‘neutral’ worldview to be respectful to all people. I don’t believe in a ‘neutral’ worldview. I believe that in articulating a worldview (in my case from a Christian perspective) we help others to articulate their goods and to discover their empowering sources. This, - giving opportunity to discover empowering goods, to find wisdom -, is what makes student chaplaincy so meaningful. Meaningful for individual students, meaningful for an academic community enriched by students aware of themselves and of the big life-issues, meaningful for church and society. Empowered people have the possibility to empower others. A safe and sacral space is an empowering space. Empowered people are blessed people. Blessed people are a blessing for the world. I wish you all a good, empowering, blessed conference.
Pagina 10 van 20
3.2
Bijlage 2: Reis Hiroshima en Nagasaki I (artikel Friesch Dagblad) Door de preses, mw.ds. K. van den Broeke
Hibakusha getuigen tot op de dag van vandaag Mijn eerste avond in Japan zit erop. Een ontmoeting met mensen uit de Japanse vredesbeweging en een heerlijke Japanse maaltijd. Etend met stokjes, zittend op een kussentje op de grond, verhalen uitwisselend met een Japanse man die Anglicaans priester en professor in de theologie in Tokio is. Voor de Wereldraad van Kerken breng ik deze dagen een bezoek aan Japan. Met een delegatie wonen we de herdenkingen van de bombardementen in Hiroshima en in Nagasaki bij. Eén van de laatste kansen om nog overlevenden te spreken. Hibakusha heten zij in Japan. Mensen die niet direct door één van de bommen getroffen werden, maar wel met de straling te maken kregen en daar de diep ingrijpende gevolgen van merkten. Het wordt een bezoek dat meer is dan zomaar een interessante historische trip. Alle vragen over vrede en veiligheid hangen er direct mee samen. ‘Hoe bent u eigenlijk met het christendom in aanraking gekomen?’, vraag ik mijn Japanse tafelgenoot, nadat duidelijk geworden is dat hij niet uit een Anglicaanse familie stamt. ‘Als student werd ik door de leiders van mijn voetbalteam een keer meegenomen naar een bijeenkomst waarin deze leiders baden voor en met Koreaanse kinderen’, vertelde hij. Het was de eerste keer dat ik concreet in aanraking kwam met de Bijbel en het christendom. Ik werd diep geraakt. De Koreanen in onze samenleving hebben het niet gemakkelijk. In de tijd dat Korea bezet werd door Japan kwamen veel Koreanen als arbeiders naar Japan. Nu worden hun kinderen, klein- en achterkleinkinderen zwaar gediscrimineerd. Dat Japanse christenen het voor hen opnamen en zich voor hun rechten inzetten, raakte me zo dat ik meer van de Bijbel en het christendom wilde weten.’ We zitten ogenblikkelijk in een gesprek over de Japanse geschiedenis. Alle Japanners die ik tot nu toe gesproken heb, worstelen met verleden, heden en toekomst. De mensen vanuit de Japanse vredesbeweging gaven aan met spanning te wachten op de woorden die premier Abe zal uitspreken bij de herdenking van 70 jaar Hiroshima. Ze hopen dat de premier excuses zal maken voor het Japanse oorlogsgeweld dat aan het werpen van de Amerikaanse atoombommen vooraf ging. Ze vrezen dat de premier neutralere woorden zal kiezen. Dat past meer in de huidige koers van het land. Met het argument van het verdedigen van de eigen veiligheid stuurt de huidige regering aan op een sterkere bewapening van Japan en op het recht op eigen oorlogsvoering. Een recht dat Japan sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer gekend heeft. Op 15 augustus is het 70 jaar geleden dat er definitief een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog. Ook in Nederland zijn er nog altijd mensen voor wie niet zozeer 5 mei, maar 15 augustus Bevrijdingsdag is. De capitulatie van Japan maakte een einde aan de gruwelijke heerschappij van Japan in diverse delen van Azië. De samenwerking tussen Duitsland en Japan en de Japanse aanval op Pearl Harbor, 7 december 1940, maakten het voor de Verenigde Staten onmogelijk zich langer afzijdig te houden. De Tweede Wereldoorlog was een feit. Deze oorlog had diverse fronten. Na de capitulatie van Duitsland voelden de Verenigde Staten zich genoodzaakt ook Japan tot capitulatie te dwingen. Met het werpen van Little Boy op Hiroshima en van Fat Man op Nagasaki slaagden zij erin. Op 12 augustus besloot keizer Hirohito tot overgave en op 15 augustus was de capitulatie definitief. Dit jaar kiest de Wereldraad van Kerken ervoor om met een delegatie aanwezig te zijn bij de herdenking van de bombardementen. De Wereldraad roept kerken wereldwijd op om een weg van vrede en gerechtigheid te gaan en geeft daar ook zelf, samen met lidkerken, graag praktisch vorm aan. Dit bezoek aan Japan past in die pilgrimage of justice and peace.
20
Pagina 11 van 20
De bombardementen op Hiroshima en Nagasaki maakten een eind aan een verschrikkelijke oorlog. Tegelijkertijd werd pas langzamerhand het effect van deze bommen duidelijk. De hibakusha getuigen er tot op de dag van vandaag van. Mensen die zich op voldoende afstand van de bommen bevonden om te overleven, maar die wel in aanraking kwamen met straling, raakten afgrijselijk verwond en misvormd. Jaren later nog ontwikkelden mensen die op nog grotere afstand leefden of kinderen van vrouwen die zwanger waren in de tijd van de bombardementen ernstige vormen van kanker of misvormingen. Velen van hen leidden een eenzaam bestaan, omdat op hun uiterlijk ook in de eigen samenleving met afschuw gereageerd werd. Het motiveert hen tot op de dag van vandaag om zich in te zetten voor een wereld waarin nooit mee kernwapens gebruikt zullen worden. ‘De grofheid van het middel wordt door geen enkel doel gerechtvaardigd’, stellen zij. Achteraf is het gemakkelijk praten. Voor de Amerikanen is het gebruik van deze atoombommen nog altijd een smet op hun blazoen, waar ook de ontwerpers van de bom zeer onder geleden hebben. Wie verantwoordelijkheid neemt, maakt vuile handen. Bij het ontwerpen van de bom heeft de gedachte bestaan dat diegenen die erdoor getroffen zouden worden, snel en pijnloos zouden sterven. Inmiddels kennen we de wrange waarheid en is het de vraag wat dit doet met ons denken over kernbewapening. De Wereldraad van Kerken kiest ervoor om een bezoek aan Hiroshima en Nagasaki tot deel van haar pilgrimage of justice and peace te maken. Zij gaat er daarbij vanuit dat van het zien van elkaars (letterlijke en figuurlijke) wonden een veranderende werking uitgaat. Wie de verschikkingen in de ogen gezien heeft, kan alleen maar ‘nee’ zeggen tegen dat wat tot die verschrikkingen geleid heeft. De vredesbeweging in Japan vindt het om die reden van belang dat Japan zelf schuld bekent met betrekking tot het oorlogsverleden. Verschillende Japanse kerken gingen de regering daar reeds in voor. Wel betekent het voor de Japanse vredesbeweging ook een definitief ‘nee’ tegen kernwapens. De Wereldraad realiseert zich dat het een spannende positie is. Net als in het Westen klinken ook in Japan de theorieën over wederzijdse afschrikking. Inzetten op het afbouwen van kernwapens raakt aan de angst dat ‘de vijand’ dat niet zal doen. De Wereldraad beschouwt de weg van de kwetsbaarheid echter als de christelijke weg die zij te gaan heeft en waarop zij ook anderen tot navolging wil nodigen. De Anglicaanse priester die ik sprak citeerde Augustinus: ‘Hoop heeft twee prachtige dochters: Woede en Moed.’ Voor hem betekent het dat de wijze waarop hij de Japanse geschiedenis beschouwt, hem motiveert om zich in te zetten voor een Japan dat kernwapenvrij is en waarin Japan ook blijvend een land zal zijn dat nooit zelf actief aan oorlogsvoering zal doen. Ik heb nog verschillende dagen te gaan in Japan. Met kerken die zich helder uitspraken over het Japanse oorlogsverleden zullen we meelopen in hun jaarlijkse vredesmars. Op 6 en 9 augustus zullen we de officiële herdenkingen meemaken. In Hiroshima zullen we een multi-religieus symposium hebben met als thema ‘War never again’. Overheidsvertegenwoordigers, kerken, overlevenden: ze zullen ons pad nog kruisen. Mijn eerste impressies zijn echter helder. Net als in het Westen leeft in de Japan angst om te zwak te zijn tegenover het kwaad van de wereld. Wie vanuit die angst echter bereid is om kernwapens te houden, houdt de wapenwedloop in stand en houdt zelf de mogelijkheid van dit immorele geweld open.
3.3
Bijlage 3: Reis Hiroshima en Nagasaki II (artikel Friesch Dagblad) Door de preses, mw.ds. K. van den Broeke
Vrolijkheid en moed na de verschrikkingen van een atoombom Een week na de herdenkingen in Hiroshima en Nagasaki dreunt de veelheid aan herinneringen nog na. Als lid van een delegatie van de Wereldraad van Kerken maakte ik vorige week mee hoe in Japan stilgestaan werd bij de twee atoombommen die 70 jaar geleden op deze steden gewor-
Pagina 12 van 20
pen werden. Het waren indrukwekkende dagen met emotionele verhalen. Het waren ook dagen die illustreerden hoe complex vredesvraagstukken zijn. Voor de Wereldraad past dit bezoek in de pilgrimage of justice and peace. De Wereldraad roept kerken wereldwijd op om samen op te trekken met het woord ‘vrede’ waarmee Christus zijn leerlingen op pad gestuurd heeft. Luisteren naar verhalen van vreugde en verdriet is onderdeel van die weg. Bij ons bezoek aan Japan komen we beide tegen. Het meest verbazende is misschien wel hoeveel vrolijkheid en moed we tegenkomen. Zowel Hiroshima en Nagasaki zijn inmiddels weer bloeiende steden. Het zijn groene steden, steden waar we alom de vriendelijkheid en de beleefdheid van de Japanners tegenkomen, welvarende steden. Indrukwekkend is het om te merken hoe juist ook mensen die volop betrokken zijn bij de herdenkingen ons veerkracht en de wil om zich in te zetten voor het goede laten zien. De meeste hibakusha (overlevenden) willen niet treuren om het verleden, maar zich inzetten voor een wereld in vrede. De peace constitution (artikel 9 van de Japanse grondwet) is een veelbesproken onderwerp in Japan. Als delegatie van de Wereldraad maken we de officiële herdenkingen mee. Het is indrukwekkend om in Hiroshima rond 8.15 uur en in Nagasaki, drie dagen later, rond 11.02 uur stil te staan bij de drama’s die zich hebben afgetekend. Het zijn tijdstippen die in het geheugen van mensen gegrift staan. Klokken en horloges getuigen ervan. In Hiroshima stond de tijd stil om 8.15 uur in de morgen, op 6 augustus 1945. In Nagasaki gebeurde drie dagen later, om 11.02 uur, hetzelfde. Beide burgemeesters verbinden de herinnering aan het verleden met inzet voor vrede in het heden. Er wordt uitgesproken stelling genomen tegen kernwapens. In Nagasaki klinkt de wens dat dit voor eeuwig de laatste stad zal blijven waar ooit een atoombom gevallen is. Premier Abe spreekt zich uit tegen kernwapens. Japanners die ik spreek zijn echter teleurgesteld dat hij daaraan niet de consequentie verbindt dat Japan in haar grondwet vast moet blijven houden dat Japan nooit meer actief aan oorlogsvoering zal doen. De speeches door hibakusha zijn in beide vieringen het meest indringend. Je ziet het voor je, die verbijstering om wat volgde op een lichtflits en een hevige wind. Onbegrip. Huizen die instorten, branden die zich snel uitbreiden. Hier en daar iemand die niet de volle laag van radioactiviteit krijgt, doordat hij of zij zich achter voldoende obstakels bevindt. Overal om zich heen zien ze doden, zeer ernstig gewonden, mensen met brandwonden, mensen van wie het vel langs hun lichaam naar beneden hangt, mensen die snakken naar water. Naast bloemen worden er dan ook veel flesjes water neergezet om de doden te gedenken. De wil om deze verschrikking uiteindelijk om te zetten in iets goeds, komen we steeds opnieuw tegen. In alle gesprekken die we voeren, met politici, met vertegenwoordigers van vredesorganisaties, met kerkleiders en met andere religieuze leiders. Zowel in Hiroshima als in Nagasaki komen we steeds weer de kraanvogels tegen. Het meisje Sadako Sasaki is een levende legende. Zij was twee jaar toen de bom op Hiroshima neerkwam. Ze overleefde in eerste instantie, ze was een sterk en sportief kind. Na negen jaar werd ze echter ziek. Zoals veel overlevenden bleek ze leukemie te hebben. Ze realiseerde zich hoe levensbedreigend deze ziekte was. Als kind had ze gehoord dat je wens uit zou komen als je duizend kraanvogels zou vouwen. Ze begon ze te vouwen met de wens dat ze beter zou worden. Uiteindelijk veranderde die wens in de wens tot vrede op aarde. Zij vouwde meer dan duizend kraanvogels. Nu kom je de kraanvogels overal in Japan tegen. In Hiroshima en in Nagasaki zagen we vele bundels van duizend kraanvogels. De familie van de Anglicaanse priester die ons in Hiroshima begeleidde had ook voor ons een streng gemaakt. Vergezeld van wensen die we erop schreven, hingen we ze op bij het monument voor Sadako in het Hiroshima Peace Memorial Park. Een indrukwekkende ontmoeting hadden we met van Koko Tanimoto Kondo. Zij getuigde van de ook immateriële schade, herkenbaar ook uit andere verhalen van mensen die je hoort veel jaren nadat zij een ramp of oorlog meemaakten.
20
Pagina 13 van 20
Koko is een baby van nog geen jaar oud als de bom valt. Haar vader is dominee in Hiroshima. Door omstandigheden is hij die ochtend vroeg en vrij ver van huis. Om 8.15 uur ziet hij een enorme lichtflits. Doordat hij op afstand is van de plaats waar de bom valt, heeft hij een seconde om te regeren en duikt hij achter een paar rotsblokken. Het volgende moment voelt hij een ongelooflijke windstoot en vliegen de brokken van instortende huizen om hem heen. Als hij overeind komt en richting de stad begint te lopen, tekent de ramp zich af. Zijn dochter herinnert zich haar kindertijd. Hoe ze gruwde van meisjes met mismaakte handen die haar haren kamden. Alle lichamelijke onderzoeken en behandelingen die ze zelf moest ondergaan, ook onder toeziend oog van vele belangstellende heren. Verbazing, als ze zich als iets groter meisje begint te realiseren wat er gebeurd is, dat zij nog leeft. Eén van de dingen die ze niet begrijpt, is waarom haar vader nooit thuis is. Waarom hij nooit tijd heeft om haar eens op schoot te nemen of om verhalen te vertellen. Ze durft haar ouders niet veel te vragen. Niet over de ramp, niet over wat haar verbaast en pijn doet. Vele jaren later woont ze de laatste preek van haar vader bij. Hij kijkt dan terug op zijn leven en vertelt over die bewuste morgen. ‘Toen ik me realiseerde hoe groot de ramp was, dacht ik aan mijn vrouw, mijn dochtertje, mijn kerk, mijn gemeenteleden. Ik begon te rennen. Overal schreeuwden mensen om hulp, om water. Ik begon mensen water te geven, maar er was geen einde aan. En dus rende ik door. Ik wilde alleen mijn vrouw en mijn dochtertje nog maar. Zo vaak had ik gepreekt over ‘goed zijn voor elkaar’, nu was ik alleen nog maar egoïstisch en dacht aan mijn eigen kleine familie.’ Pas dan begrijpt Koko hoe het komt dat haar vader zich, zo lang als ze zich herinnert, ingezet heeft voor anderen. Sinds 6 augustus 1945 heeft hij zich schuldig gevoeld en nauwelijks meer tijd durven maken voor zijn dochtertje Koko. Een indrukwekkend verhaal. Ook voor deze Koko betekent het echter dat zij zich inmiddels inzet voor een wereld waarin geen kernwapens meer nodig zijn. Als we haar spreken, start ze het gesprek met uit te spreken hoe ze gruwt van het geweld dat door Japan gepleegd is voordat de atoombommen vielen. Ze vertelt hoe ze als klein meisje zeker wist dat ze ooit wraak zou nemen op degenen die de bommen wierpen. Hoe ze later de copiloot ontmoette van het vliegtuig dat de bom op Hiroshima wierp. Ze hoorde hem zeggen hoe hij onmiddellijk daarna dacht: ‘My God, what have I done?’. Ze heeft gezien hoeveel Amerikanen gedaan hebben om overlevenden (medisch) te steunen en hoelang het in Japan duurde voordat de overlevenden een officiële status kregen. Ze leerde mede daardoor dat ze niet de Amerikanen moest haten, maar oorlog. In onze eigen delegatie van de Wereldraad zetten de gesprekken zich voort. De rol van de VS in de wereld. Spanningen tussen Rusland en Europa. Pakistan en India als kernmachten. Simpel zal het nooit worden. Heel gemakkelijk is het om te denken dat je bij de wijze partij hoort die de rust in de wereld wil bewaken, waarvoor je het meest afschrikwekkende wapen nodig hebt. In Nagasaki toont het museum hoeveel slachtoffers van atoomwapens er na Nagasaki nog gevallen zijn, bijvoorbeeld doordat er iets misging bij het testen van wapens. ‘Vrede op aarde’ is geen eenvoudige zaak. De moed van mensen uit Hiroshima en Nagasaki om een drama om te zetten in een actieve gerichtheid op vrede, inspireert me.
3.4
Bijlage 4: Taizé (Commentaar bij de Tijd) Door de scriba, dr. A.J. Plaisier
Vandaag - 20 augustus - is het 75 jaar geleden dat broeder Roger in Taizé ging wonen. Enkele broeders sloten zich bij hem aan. Het was het begin van de communiteit van Taizé. Afgelopen zondag zat ik in Taizé met driehonderd andere gasten en met de broeders in de buitenlucht aan een lange tafel. We braken het brood. We zwegen en luisterden naar de muziek, die altijd klinkt aan het begin van de maaltijd. Rondom ons de vrede van de bergen van de Bourgogne. In de middag verzamelden zich 6000 mensen op het gras voor een viering.
Pagina 14 van 20
Nada te turba. Bless the Lord, my soul. Laudate omnes gentes. Eenmaal. Vele malen. Tot het in je begint te zingen. Lezing uit Mattheüs. Kom tot mij allen die vermoeid en belast zijn. In het Engels, Frans, Hongaars, Koreaans, Noors, Russisch, enzovoorts. Dan stilte: 6000 mensen in stilte. Stilte in het middenpad waar deze keer alle broeder van de communiteit, ook uit landen als Korea, Bangladesh in een dubbele rij zitten, een witte strook in een veelkleurige menigte. Gericht op Christus Taizé is een plaats van genade. Een plaats waar voor velen de hemel is opengegaan. Een plaats waar velen – vooral veel jonge mensen - de weg hebben gevonden naar de levende Christus. De opgestane Heer is het verborgen centrum van Taizé. En rond dit verborgen centrum bloeit een wonderlijk leven op. Al 75 jaar. Een vrouw schreef mij: ‘Zelf woonde ik tien jaar geleden in Taizé als vrijwilliger. Ik was er bij toen frère Roger stierf. Door de tijd die ik er gewoond heb en door het overlijden van frère Roger is Taizé een plek geworden die mij zeer dierbaar is. Een plek waar geleefd werd dat het leven sterker is dan de dood. Dat God groter is’. Taizé is een plaats waar zich in een verscheurde wereld een gemeenschap vormde die mensen verbond. Een wereld van verzoening en vergeving. Een internationale wereld, waarin solidariteit werd verkondigd en geleefd en vrede werd gevonden en gevierd in een wereld van oorlog en geweld. Taizé is een plaats waar christenen elkaar hebben herkend en het leven hebben gedeeld. Een plaats van ware oecumene. De gerichtheid op Christus oversteeg verschillen in tradities en bracht broeders en zusters bij elkaar die gescheiden waren door kerkmuren. De meest recente toetreding tot de gemeenschap is die van een Nederlander: Roland Markus. Hij maakte de radicale keuze voor God en een leven in dienstbaarheid aan de gemeenschap en aan alle mensen voor wie deze gemeenschap wil leven. Dag en nacht, jaar in jaar uit. Anderen waren hem voorgegaan, ook uit Nederland. Frère Roger Afgelopen zondag was het 10 jaar geleden dat frère Roger werd gedood. Zijn opvolger, frère Alois bad: ‘God van erbarmen, wij danken u voor het leven van broeder Roger. In een wereld vaak verscheurd door geweld, wilde hij een gemeenschap beginnen die een gelijkenis was van verbondenheid. Wij prijzen u voor de manier waarop hij van de Opgestane Christus getuigde en voor zijn trouw tot aan de dood’. En altijd weer stromen ze toe, oude en vooral jonge mensen, en zetten hun tentje op en hoor je alle talen van de wereld. Hoe is het mogelijk dat Taizé deze plaats is, nu al 75 jaar? Er zijn veel redenen voor te bedenken. En na ze genoemd te hebben, blijft over te zeggen dat het een Godswonder is. Moge Taizé nog lang een plaats van genade zijn. God zegene de broeders.
3.5
Bijlage 5: Christelijk Sociaal Congres (openingsviering) Door de preses, mw.ds. K. van den Broeke
‘Hé, bij mij is het net andersom!’, zei iemand die mijn kamer binnenliep. Hij pakte de folder even op. ‘Wel gelukt, maar niet gelukkig’, prijkte er op die folder. Mooie klavertjes vier op verantwoord papier. ‘Wel gelukkig?’, vroeg ik. Zo eenduidig was het antwoord natuurlijk ook weer niet. Een man van 57. Schooldirecteur. Althans, tot voor kort. Met enorm veel plezier en passie gewerkt. Hard getrokken om een nieuw onderwijsmodel te ontwikkelen in een sector die tegelijker-
20
Pagina 15 van 20
tijd kansrijk en kansarm was. Een zwarte VMBO-school. Een school die lange tijd als ‘vechtschool’ bekend stond. Een school waar het langzamerhand lukte om jongeren vanuit passie te laten werken, om hen zelfvertrouwen en zelfbeheersing mee te geven, om een veilige sfeer te creëren waar heel wat jongeren uiteindelijk hoger uitstroomden dan op grond van hun basisschooladvies te verwachten was geweest. Een kansrijke omgeving voor iemand die hart heeft voor jongeren. Tegelijkertijd een school waar de leerlingenaantallen niet zo snel stegen. Een school waarover de verhalen snel de ronde deden als er toch eens een akkefietje was. Een school waar maar weinig witte ouders voor kozen. In die zin kansarm. En na zeven jaar besloot de Raad van Bestuur van de scholengemeenschap dat de school beter op kon gaan in een groter geheel. De directeur kreeg met het woord ‘outplacement’ te maken. Waar hoort in zo’n verhaal het woord ‘gelukkig’ thuis? Zijn opmerking, bij binnenkomst in mijn kamer, verwoordde twee dingen. ‘Niet gelukt, maar wel gelukkig.’ Eigenlijk voelde hij zich in deze fase vooral ‘niet gelukt’. Na vele trouwe jaren in het onderwijs, na zeven heftige maar prachtige jaren als directeur, aan de zijlijn. ‘Niet gelukt.’ Want wie ben je nog als het woord ‘outplacement’ gevallen is. Tot zijn stomme verbazing had hij gemerkt dat het woord ‘gelukkig’ er desondanks was. In het hele basale, van opeens meer tijd hebben om aan het gewone leven toe te komen, toch ook wel in het even bevrijd zijn van werkstress, maar misschien nog wel vooral – al was dat niet zomaar onverdeeld – in het emotionele proces dat hij doormaakte. ‘Wie ben ik? Wat is mijn identiteit?’ ‘Als jíj nog niet gelooft dat je identiteit niet van je werk afhangt, voor wie sta ik dan zondags eigenlijk te preken?’, had zijn dominee tegen hem gezegd. Het deed hem goed. De meelevende reacties van enkele vrienden. Kaartjes, mailtjes, telefoontjes van oud-collega’s, die er ook even van in de war waren. De noodzaak om stil te staan bij de vraag waar je leven écht toe dient. Maar… nu pas gelukkig? Nee. Dat zeker niet. Gelukkig was hij toch op zijn minst óók geweest in de fase dat het ene plan na het andere in hem opborrelde en dat hij samen met anderen rustig aan uitvoering kon werken. Het was een gemakkelijker geluk geweest, dat wel. Meer maatschappelijk gewaardeerd, altijd prettig. Nu moest het geluk wel van heel diep komen. De toekomst was onzeker. De vragen drongen zich nadrukkelijker op. Gelukt zijn. Gelukkig zijn. Geluk hebben. Jezus spreekt over geluk in de woorden die we net hoorden uit het evangelie van Matteüs. Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. Gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden. Gelukkig wie zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien. Gelukkig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. Het zijn woorden, - lang klonken ze als de zaligsprekingen -, die vaak uitgelegd zijn op een manier die ook als een schrale troost of – erger nog – als zoethouder konden klinken. ‘Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw.’ ‘Maak je niet druk om wat je nu mist, ooit zul je het goed krijgen.’ Ik vroeg me, met ons thema van deze conferentie in gedachten, nog eens even af hoe dat nou zít met die teksten. Waar gáát het hier nou eigenlijk om? Wát zegt Jézus hier nou over gelúk? Wie heeft dit eigenlijk zo opgeschreven over Jezus? Waarom heeft iemand deze woorden van Jezus willen doorgeven?
Pagina 16 van 20
En ik realiseerde me dat het evangelie van Matteüs sinds het eind van de tweede eeuw toegeschreven is aan Matteüs. Het is toegeschreven aan een man die in het evangelie zelf ook voorkomt, ook al zegt hij helemaal niets over het schrijven van een boek. Het is toegeschreven aan Matteüs de tollenaar. Een tollenaar. Aan iemand met het imago dat in onze tijd wel eens aan bankiers wordt toegeschreven. Of aan mensen in topfuncties met salarissen die ver boven de Balkenende-norm liggen. Van tollenaars wordt alom gedacht dat ze niet geheel eerlijk zijn en in elk geval uit op zelfverrijking. Tegen deze tollenaar zegt Jezus in het evangelie: ‘Volg mij.’ En Matteüs staat op en volgt vanaf dat moment Jezus. Aan deze Matteüs is het boek later toegeschreven. Blijkbaar hebben mensen in die tollenaar een geest, een houding herkend die zij typerend vinden voor de boodschap van het boek. De houding van iemand die uit zijn comfortzone is gehaald en een nieuwe weg is ingeslagen. De geest, van een vernieuwd en bevrijd leven, waar íeder mens voor kan kiezen. Gelukkig de barmhartigen. Gelukkig wie zuiver van hart zijn. Gelukkig de vredestichters. Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden…. Heb je daar iets aan, wanneer je in de ogen van velen een geslaagd mens bent, maar bijna bezwijkt onder de druk en de drukte die dat met zich meebrengt? Heb je hier iets aan, wanneer je bij Imtech werkt, of bij DSM, en je werkzame leven van de ene op de andere dag onzeker is? De man die mijn kamer binnenliep en het zo achteloos meedeelde: ‘Hé, bij mij is het net andersom’, vertelde me later nog meer. Het emotionele proces dat hij doormaakte verhelderde een aantal zaken. Dat wat er góed gegaan was in zijn werk, was nooit meer af te breken. Die leerling die nog eens terug naar school gekomen was om het te vertellen. ‘Meneer, bij de opleiding die ik nu doe ben ik zóveel beter in presenteren dan anderen. Zonder deze school had ik dat nóóit gekund!’ De jongen die binnengekomen was met een bezorgde moeder in zijn kielzog. ‘Hij is wel erg autistisch.’ En hoe die jongen vier jaar later fier de school verlaten had. De hartelijke contacten met de Turkse moskee die waren gegroeid. De 4 mei-vieringen waarbij Marokkaanse jongens en meisjes luisterden naar verhalen over joodse jongens en meisjes die ooit weggevoerd werden uit de stad. Stages waarin kinderen tot bloei kwamen. Dat was nooit meer af te breken. Maar hij zag ook beperkingen. Achteraf zag hij wel zijn eigen onhandigheden. Zijn soms te grote behoefte aan controle. Zijn wil om te steunen die soms als wantrouwen verstaan werd. Hij onderscheidde tussen het echte plezier dat uit het werk voortkwam en het plezier dat bij de status hoorde. Hij zag hoe zijn nieuwe, meer kwetsbare, positie ervoor zorgde dat hij opeens veel meer benaderbaar werd voor mensen die anders, blijkbaar, altijd een beetje tegen hem opgezien hadden. Hij zag aan hoeveel kleine en mooie dingen van het leven hij jarenlang ook voorbij geleefd had. ‘Gelukkig’, dacht hij. Gelukkig de barmhartigen, de vredestichters, de zuiveren van hart. Meer en meer begonnen die oude evangeliewoorden hem te helpen. Natuurlijk, hij kende ze al jaren. Maar opeens werden ze als een slijpsteen. Ze vijlden heel wat franje weg. Opeens werden ze tot woorden die hij eigenlijk met hart en ziel herkende. ‘Van hen is het Koninkrijk!’
20
Pagina 17 van 20
Gelukkig kun je zijn, zelfs als het je tegenzit. Soms hélpt het je zelfs, om op het spoor te komen waar het je in je leven nou echt om begonnen is. Wij zijn hier vandaag samen voor de tweede dag van het Christelijk Sociaal Congres. Ook wij lezen die woorden van Jezus. Gelukkig de barmhartigen, Gelukkig de vredestichters, Gelukkig de zuiveren van hart, Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden. Het maakt nogal wat uit vanuit welk perspectief je zo’n tekst leest. Deze oud-directeur merkte hoe hij de woorden kende, maar hoe ze zich opnieuw in zijn leven vast gingen zetten, op een zingevende manier, toen hij in nieuwe omstandigheden kwam. Overigens waren het wel woorden die óók aansloten bij wat hem zin gaf en geluk verschafte toen hij nog aan het werk was. Namelijk: meewerken in de richting die hij God zag gaan. Meewerken om mensen in hun kracht te zetten. Meewerken in de richting van het land waar het leven goed is voor ieder, het land waar God heerst. Met vallen en opstaan. Maar wel: meewerken. Velen van ons staan waarschijnlijk meer in die verantwoordelijke positie. Om zelf overeind te blijven in het leven líjken we die kostbare woorden van Jezus dan soms wat minder hard nodig te hebben. Als richtsnoer voor ons handelen des te harder. Gelukkig de vredestichters. Gelukkig de zuiveren van hart. Van hen is het Koninkrijk. Moge dat Koninkrijk ons steeds opnieuw blijven uitdagen, blijven prikkelen, blijven troosten en blijven bemoedigen. Amen
3.6
Bijlage 6: PThU, Opening van het Academisch Jaar (overweging) Door de preses, mw.ds. K. van den Broeke
Lezingen:
Spreuken 9, 1-12 Lucas 4, 14-20
‘Damit wir klug werden’ was dit jaar het thema van de Kirchentag in Duitsland. De Kirchentag: een prachtig instituut in Duitsland waar ik vanuit Nederland echt wel een beetje jaloers op ben. Meer dan honderdduizend mensen die dagenlang samenzijn om in kerkelijk verband met elkaar te vieren, te discussiëren, zich nader te oriënteren. Een grote stad – dit jaar was het in Stuttgart – waarin de kerk in haar volle rijkdom overal zichtbaar en op een prettige, inspirerende, wijze aanwezig is. Politici van het allerhoogste niveau die inhoudelijke bijdragen verzorgen en aangeven wat de christelijke boodschap hen en de samenleving te zeggen heeft. Prachtig. Dit jaar stond daarbij het woord ‘klug’ centraal. ‘Damit wir klug werden.’ Een regel uit psalm 90. Een regel die in de Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004 vertaald wordt met ‘dat wijsheid ons hart vervult’. Een prachtige richtinggevende wens.
Pagina 18 van 20
De regel is het vervolg van een eerder zinsdeel. ‘Leer ons zó onze dagen te tellen, dat wijsheid ons hart vervult’ lezen we dan in het Nederlands. De psalm plaatst wijsheid in het perspectief van de begrensdheid van het leven. Klug. Wijs. De wens om aan wijsheid toe te komen, leek me mooi om aan het begin van een nieuw academisch jaar nog eens met elkaar te verkennen. Dát is toch immers waar het ons in de academie om te doen is, om het vergroten van wijsheid. Om het samenkomen van intellect, existentie en bronnen. Aan een Protestantse Theologische Universiteit om het samenkomen van intellect, existentie en de Bijbel als eerste bron. Ik vond het intrigerend om te merken hoe sprekers tijdens de Kirchentag regelmatig worstelden met de uitleg van dat woord ‘klug’. Chogma. ‘Om wat voor soort wijsheid gaat het hier nu eigenlijk? Wat betekent ‘klug sein’? Is er verschil tussen klug und weise? En waarom gaat het in de Bijbel dan precies?’ Het klonk soms alsof er in de Nederlandse vertaling ‘slim’ gestaan zou hebben, in plaats van wijs. Het Hebreeuwse woord Chogma kennen we in het Nederlands wel via het Jiddische ‘goochem’, en heeft dan voor ons ook meer de connotatie van ‘slim, handig’, dan van ‘wijs’. Welke ‘wijsheid’ is hier bedoeld? ‘De Bijbelse wijsheid is niet abstract’, hoorde ik zeggen. Het gaat om een vorm van wijsheid die ook een concrete vertaling in de praktijk kent. Het gaat om wijsheid waaraan je iets hebt in het leven van alledag. Weliswaar niet om een vorm van handigheid die inhoudt dat je anderen te slim af bent, maar wel om een weten van het hart dat om meer dan kennisinhouden gaat; een weten dat alles te maken heeft met weten wat goed is in concrete situaties. En dat paste bij de opzet van zo’n Kirchentag. Want werkelijk àlle facetten van het leven kwamen wel ergens ter sprake. Rond maatschappelijke vragen, theologische vragen en persoonlijke vragen werd gediscussieerd en gevierd. De Bijbelse inspiratie kreeg een vertaling in het leven van alledag. Wijsheid. In de Bijbel komt het woord op veel plaatsen voor. Voor vandaag vond ik het dan ook mooi om Spreuken 9 te laten klinken. ‘Wijsheid begint met ontzag voor God’. Vroeger was ik lid van een studentenvereniging waar het ook nu – al verviel in mijn tijd de christelijke grondslag al – nog altijd klinkt als lijfspreuk: ‘Scientiae Caput Reverentia est Dei’. Deze zomer had ik twee ervaringen die me bij de verschillende elementen van die krachtige uitspraak uit Spreuken bepaalden. In Japan woonde ik, onderdeel uitmakend van een delegatie van de Wereldraad, de herdenkingen bij van 70 jaar Hiroshima en Nagasaki. De directe confrontatie met wat één atoombom aan kan richten maakten grote indruk. Onvoorstelbaar dat er voor atoomwapens nog geen verbod is, zoals we dat wel kennen voor bijvoorbeeld biologische wapens en chemische wapens. Maar in de vele gesprekken die we voerden vanuit de Wereldraad, kwam ook de eigen rol van Japan in de Tweede Wereldoorlog expliciet ter sprake. En daarmee de rol van keizer Hirohito. ‘Het is goed te onderscheiden tussen shintoïsme en shintoïsme als staatsgodsdienst’, verzekerden zelfs evangelicale christenen in Japan me. Zij vertelden me, wat ik later ook in literatuur bevestigd zag, hoe militaire machthebbers religie gebruikten om de keizer goddelijke status en zichzelf daarmee een sterke machtspositie te verschaffen. Het maakte het mogelijk dat, zo las ik op diverse plaatsen, er Japanners geweest zijn die met de verschrikkingen van Hiroshima geconfronteerd werden en konden denken: ‘maar dit is ons offer aan de keizer’. John Hersey, een Amerikaanse journalist die indringende boeken geschreven heeft over Hiroshima één jaar na de bom en over Hiroshima veertig jaar na de bom, vertelt van Japanse meisjes die vredig stierven in een brandend Hiroshima, het Japanse volkslied op de lippen. Ontzag voor de goddelijke keizer en sterven in vrede hing voor hen nauw samen. Het raakte me, omdat de taal van een toegewijd le-
20
Pagina 19 van 20
ven en een vredig sterven op een bepaalde manier toch herkenning oproept bij de taal die we in de christelijke traditie spreken. Een heel andere ervaring van deze zomer deed ik op bij het lezen van de Duitse bestseller ‘Er ist wieder da’, van Timur Vermes. Een boek dat in Duitsland heel snel een bestseller werd, maar tegelijkertijd met een zekere gêne is ontvangen. ‘Er ist wieder da’ gaat over Hitler. Het verzonnen element aan het begin van het boek is dat Hitler in 2011 wakker wordt in het hedendaagse Duitsland, in Berlijn, en begint te acteren vanuit zijn eigen referentiekader in een veranderde wereld. Het levert komische situaties op: mensen die hem als een geweldig acteur beschouwen en vinden dat hij Hitler verrassend goed naspeelt. Het levert een botsing van wereldbeschouwingen op. Hitler slaat met stomme verbazing de inefficiëntie van democratie gade. Het levert een ongemak op dat de auteur reeds beschrijft en dat vervolgens bij de receptie van het boek ook daadwerkelijk voelbaar is in de samenleving. Als TV-persoonlijkheid weet Hitler volgens de auteur toch weer gemakkelijk mensen voor zich te winnen. In interviews geeft de auteur aan een snaar in de samenleving te willen raken: Duitsers hebben inmiddels geleerd, zo stelt hij, scherp afstand te nemen van alles wat met Hitler en het nationaal-socialisme te maken heeft. Latent zijn er in de samenleving echter altijd sporen aanwezig die wel degelijk aansluiten bij wat Hitler verkondigde. Niet voor niets werd hij ooit democratisch gekozen. Dat het voor mij raakte aan het woord ‘wijsheid’, heeft alles te maken met het nadenken over ‘klug und weise’. Als er iets opvalt aan de Hitler zoals Timur Vermes hem schetst, is het dat we hier te maken hebben met iemand die vanuit een doorleefde levensovertuiging steeds heel goed weet wat hem praktisch te doen staat in het concrete leven. Hij bezit een zeer op het leven toegesneden ‘wijsheid’. In die zin zou je hem nog ‘klug’ kunnen noemen. De beide associaties klinken u wellicht blasfemisch in de oren. Hoe kóm ik erbij om díe ontsporingen met sporen van geloof te vergelijken? Dat ik het doe, heeft voor mij alles te maken met een behoefte die ik wil uiten aan een gedegen theologie. We leven in een lastige tijd. We leven in een tijd waarin pluralisme zich aan ons voordoet en om doordenking vraagt. We leven in een tijd waarin kerken in Nederland bescheiden geworden zijn. We leven in een tijd waarin oecumene nieuwe kansen krijgt, - op zich prachtig, voor ons als Protestantse Kerk sluit dat volledig aan bij onze identiteit - , maar soms zijn die kansen ook wel ingegeven doordat kerken en kerkgangers het gevoel hebben ‘elkaar nodig te hebben’. We leven in een tijd waarin beleving belangrijk gevonden wordt en doordenking soms wat minder. In onze tijd komen we een aantal waarden tegen die ook door christenen bevochten zijn. Arrogantie is afgelegd, zoeken naar meer zichtbare eenheid in Christus is toegejuicht. Maar een keerzijde lijkt soms dat die waarden gestalte krijgen in een omgeving van verschraling. Waarover worden we enthousiast? Wat houden we af? Hoe staan we in een samenleving die meer en meer vraagt om waardenoriëntatie? Hoe brengen we onze ‘wijsheid’ in in een samenleving die tal van bronnen kent? ‘Wijsheid begint met ontzag voor God.’ In Spreuken toont Vrouwe Wijsheid zich - als van meet af aan bij God horend, er voortdurend op gericht om mensen toe te roepen naar een goed en eerlijk leven, dat niet alleen anderen maar ook henzelf goed zal doen. We leren haar kennen, zoals we God in het geheel van de Bijbel leren kennen. Gericht op het goede leven voor ieder. In het evangelie van Lucas komen we Jezus tegen. Tot verbazing en irritatie van sommigen sprekend met gezag. Voor hemzelf is het zonneklaar waar hij dat gezag aan ontleent. ‘Gods Geest rust op mij, want God heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun gezicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, om een genadejaar van God uit te roepen.’
Pagina 20 van 20
De wijsheid, de gerichtheid, het onderkennen van beperkingen, die God die je bij eeuwigheid brengt: het is allemaal niet los verkrijgbaar. Het vraagt een doordenken en doorleven van het geheel om met díe God te verkeren, om je door die God te laten gezeggen en bevrijden, om de wijsheid te ontdekken die als een belofte voor je klaarligt, om mee te bewegen op de weg die díe God met je wil gaan. We staan aan het begin van een academisch jaar. Ik spreek de hoop uit dat ook in het komende academische jaar vanuit de PThU weer een gedegen en inspirerende bijdrage geleverd zal worden aan een theologie die ons helpt te onderscheiden tussen God en de goden, die ons wijsheid aanreikt die dienstbaar is aan het hele gewone leven – in al zijn facetten – maatschappelijk en persoonlijk. Wij putten vanuit een betrouwbare bron. Moge die ons tot wijze mensen maken.