Aan: Van: Onderwerp: Kenmerk: Bijlage:
Raad van Toezicht College van Bestuur Bestuurlijke rapportage NOTCVB14/13866 3.2
Rapportage mei t/m augustus 2014
Inleiding In deze bestuurlijke rapportage geeft het College van Bestuur een overzicht van de stand van zaken binnen de HAN tot en met augustus 2014. De opbouw van deze rapportage is zo veel mogelijk geënt op het instellingsplan Kennis in interactie. Dat betekent de volgende indeling: Onderwijs, Onderzoek, Beroepspraktijk en regio, Kwaliteit is mensenwerk en Operational excellence. De rapportage sluit af met het hoofdstuk Financiën. Om de rapportage compacter te maken en vooruitlopend op de manier waarop in 2015 zal gaan worden gerapporteerd (één halfjaarrapportage (januari-juni) en één jaarverslag) zijn alleen nieuwe ontwikkelingen uit de rapportageperiode in dit verslag opgenomen. ________________________________________________________________________________________
1
Strategie Midterm review prestatieafspraken Onze hogeschool ligt goed op koers, zo hebben we kunnen constateren bij de midterm review in september. Het gaat bij deze review om de voortgang op onze profilering en zwaartepuntvorming (het selectieve budget) over de planperiode 2012-2016. Dit betreft de prestatieafspraken over differentiatie van het onderwijs, herordening van het opleidingenaanbod en zwaartepuntvorming (onze centres of expertise). Voor de beoordeling van de voortgang laat de minister zich adviseren door de reviewcommissie (RCHO), die zich voor haar advies op het jaarverslag over 2013 baseert. Onze conclusie was dat er slechts enkele onderdelen zijn waarbij niet zo zeer de koers in het geding is, als wel de snelheid waarmee we die tot nu hebben kunnen inzetten. Het gaat dan om de ontwikkeling van de centres of expertise (CoE’s) Ondernemen en Ondernemerschap en Logistiek, en over de ontwikkeling van een selectiever, maar hoogwaardig aanbod van deeltijdonderwijs. We hebben aangegeven dat we de gemaakte prestatieafspraak tot ontwikkeling van driejarige (honours- of excellentie)programma’s voor vwo’ers niet kunnen realiseren. Dit komt door de verandering in het aantal EC’s én het uitbreiden van de doelgroep van die excellentieprogramma’s die OCW na het maken van de prestatieafspraak heeft aangebracht. Half september was het (prima verlopen) gesprek met de RCHO. Instellingsplan 2016-2020 We zijn goed opgeschoten met de voorbereidingen voor het nieuwe instellingsplan. Voor de zomer hebben we de vele maatschappelijke ontwikkelingen en trends die van invloed zijn op het hoger onderwijs in kaart gebracht en beoordeeld op hun impact en richting. Op basis hiervan hebben we na diverse interne consultatierondes de hoofddimensies voor te ontwikkelen scenario’s vastgesteld. Deze zijn: de veranderende financiering en de flexibilisering van het onderwijs. Ook is een eerste toekomstprofiel van de HAN in 2030 opgesteld. Scenario’s, toekomstbeeld en de strategie die we daarop baseren worden in de tweede helft van 2014 aangescherpt en getoetst in diverse interne en externe consultatierondes. Het toekomstbeeld kleuren we verder in na een essaywedstrijd die we uitschrijven voor alle geledingen van de HAN. Binnenkort kunnen we beginnen met het schrijven aan het nieuwe IP. Naar verwachting start vanaf september 2015 het formele besluitvormingsproces.
2
Onderwijs Studentaantallen Instroom en inschrijvingen studiejaar 2014/2015 Met ingang van studiejaar 2014/2015 studeren aan de HAN naar verwachting ongeveer 32.070 studenten in het bacheloronderwijs. Dat is 2,4% meer dan vorig jaar. De bachelorinstroom daalt dit jaar naar verwachting met 1,6% ten opzichte van 2013 en komt daarmee op 10.192 studenten. Naar het zich nu laat aanzien daalt onze instroom minder dan landelijk en groeit ons marktaandeel. Overigens is de verwachte bachelorinstroom studiejaar 2014 /2015 aanzienlijk (meer dan 500 studenten) hoger dan was aangenomen in de begroting 2014, waarin wij er van waren uitgegaan dat studiejaar 2013/2014 een eenmalige piek zou laten zien als gevolg van de (inmiddels uitgestelde) invoering van het sociaal leenstelsel. In het bekostigd masteronderwijs daalt de instroom vooralsnog met 13,2% tot 197 studenten. Het aantal inschrijvingen groeit met bijna 1% naar 565 studenten. Deze studentaantallen zijn gebaseerd op een voorlopige inschatting. Studenten hebben nog tot 1 oktober tijd om hun inschrijving definitief te maken. Inschrijvingen bacheloronderwijs per studiejaar 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014*
Inschrijvingen
25.780
26.588
28.363
29.522
29.920
29.817
31.332
32.070
Groei t.o.v. voorafgaand jaar
+2,9%
+3,1%
+6,7%
+4,1%
+1,3%
-0,3%
+5,1%
+2,4%
Instroom bacheloronderwijs per studiejaar Instroom Groei t.o.v. voorafgaand jaar
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014*
8.897
9.441
10.086
10.010
9.663
9.566
10.357
10.192
+0,3%
+6,1%
+6,8%
-0,8%
-3,5%
-1,0%
+8,3%
-1,6%
2010
2011
2012
2013
2014*
Instroom bekostigd masteronderwijs per studiejaar Instroom
2007
2008
2009
70
104
183
Groei t.o.v. voorafgaand jaar +118% +48,6% +76,0% *) Kengetallen voor 2014 zijn gebaseerd op een voorlopige inschatting. Bron: Studentzaken
195
173
231
227
197
+6,6%
-11,3%
+33,5%
-1,7%
-13,2%
Faculteiten Bij de faculteit Educatie groeit de instroom met 15,8%. Hier is sprake van een sterk toegenomen belangstelling voor de Pabo (+18,9%) en de andere lerarenopleidingen (+17,4%). Bij de faculteit Techniek is de groei 10,3%. Door tegenvallende belangstelling voor de deeltijdvariant blijven de informatica- en communicatieopleidingen met een groei van 0,6% achter bij de ‘harde’ techniekopleidingen. De faculteit Economie en Management groeit met 2,3%. Hier starten 7 van de 16 opleidingen met minder studenten dan vorig jaar. Bij de faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij daalt het aantal aanmeldingen met 14,1%, maar de faculteit doet het als geheel wel beter dan landelijk. De daling zit ‘m vooral in die bij de opleidingen Verpleegkunde en Voeding & Diëtetiek. Opleidingsvormen Bij de voltijdse bacheloropleidingen zal de instroom naar verwachting 1,3% lager uitkomen dan vorig jaar. Bij de deeltijdopleidingen is de daling 5,8%, maar daar staat een groei van 14,8% bij de duale opleidingen tegenover. Ontwikkeling van de aanmeldingen Door de vroegere aanmelddatum (1 mei, volgens de nieuwe wet) nam het aantal aanmeldingen aanvankelijk een enorme vlucht. Bij de voltijdopleidingen werd het grootste deel van de aanmeldingen vóór 1 mei ontvangen. Bij de deeltijd- en duale opleidingen waren er nog veel late aanmeldingen. De ingevoerde studiekeuzecheck zorgde ervoor dat veel studenten zich voor meerdere opleidingen tegelijk aanmeldden, waardoor het aantal aanmeldingen nog verder toenam. Inmiddels zijn veel van deze dubbele inschrijvingen weer ingetrokken, waardoor een realistischer beeld is ontstaan.
3
Marktaandeel Het marktaandeel op basis van aanmeldingen staat op dit moment met 10,2% ruim boven de eindstand van 9,8% in het vorige studiejaar (het aantal aanmeldingen bij de HAN daalt minder dan landelijk). Het marktaandeel overtreft de lichte groei die op basis van demografische ontwikkelingen mocht worden verwacht en past uiteraard in de doelstelling vanuit het instellingsplan om minimaal marktaandeel te behouden. Studiesucces Op dit aspect zijn geen andere cijfers dan in de vorige bestuurlijke rapportage. Studenttevredenheid Op dit aspect zijn geen andere cijfers dan in de vorige bestuurlijke rapportage Werkgeverstevredenheid In het huidige systeem van kwaliteitszorg is een werkgeversevaluatie opgenomen als instrument op opleidingsniveau om de tevredenheid van werkgevers regelmatig (een keer in 3 jaar) te meten. Het lijkt er op dat alle faculteiten dergelijk onderzoek doen, maar er is niet in kaart gebracht wie precies wat doet. Naast het eigen onderzoek is er de HBO-monitor waar wellicht aansluiting bij gezocht kan worden door het toevoegen van extra vragen. We zijn bezig met de mogelijkheden voor verbetering op deze indicator. Landelijke positionering onderwijskwaliteit De HAN staat voor het tweede achtereenvolgende jaar als nummer 1 op de Elsevier-ranglijst van de grote hogescholen (voor achtereenvolgend Fontys, Rotterdam, Utrecht, Amsterdam en Inholland). De Keuzegids Hoger Onderwijs Voltijd verschijnt in de loop van oktober. Inhoudelijke onderwijskwaliteit Accreditaties en visitaties De NVAO heeft eind augustus de accreditatie van de bacheloropleiding Financial Services Management met zes jaren verlengd. Lopende accreditatiebesluitvorming NVAO Opleidingen 1.
B Ergotherapie
2.
B Communicatie
3.
B Accountancy
4.
Ad Accountancy
5.
M Master of Automotive Systems
6.
B Small Business en Retail Management
Bij de bachelor Ergotherapie heeft de NVAO inmiddels een externe expert een extra oordeel laten vellen over het bijzonder kenmerk ‘Ondernemerschap’ dat de opleiding heeft aangevraagd. De beslissing van de NVAO is aanstaande. Voor de bachelor Communicatie heeft de NVAO een positief voorgenomen besluit getroffen. Over de bachelor Accountancy is, na toetsing aan de eindtermen die zijn opgesteld door de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding, ook een positief voorgenomen besluit ontvangen. Voor de master Automotive Systems is de accreditatieaanvraag gecombineerd met een aanvraag voor de graad ‘Master of Science’ (in plaats van ‘Master of Engineering’) met het oog op de internationale herkenbaarheid. Het sluit volgens de opleiding ook aan op de criteria die het Ministerie van OCW hanteert. De HAN had in de afgelopen periode vier opleidingen die in verschillende stadia van een hersteltraject zaten. De bachelor Small Business en Retail Management is in april 2014 gevisiteerd als voorbereiding op 4
heraccreditatie na een herstelperiode. Het panel heeft vastgesteld dat het eindniveau nu voldoende is en op basis van de genomen maatregelen zijn vertrouwen uitgesproken dat de niveauverbetering duurzaam is. Inmiddels is accreditatie aangevraagd In september 2014 is een panel op bezoek geweest bij de master Leraar Nederlands. Bij de bachelors Opleidingskunde en Technische Bedrijfskunde worden de door de NVAO goedgekeurde herstelperiodes uitgevoerd. In de eerste helft van 2015 worden deze opleidingen opnieuw gevisiteerd. Eind mei heeft de Inspectie haar vertrouwen in de opleiding Werktuigbouwkunde uitgesproken en het predicaat “zorgelijk” ingetrokken (dat zij in april 2011 had gegeven).
Visitaties en oordelen NQA per 1 oktober ::
Opleidingen
Eindkwalificaties
Onderwijsleeromgeving
Totaal
goed
Toetsing en gerealiseerd niveau voldoende
voldoende
Status NQArapport definitief
1.
voldoende
3.
B Elektrotechniek M Advanced Nursing Practice B HBO-Rechten
goed
goed
goed
goed
definitie
voldoende
goed
goed
goed
definitief
4.
B Bio-Informatica
goed
goed
goed
goed
definitief
5.
B Logopedie
goed
goed
voldoende
voldoende
definitief
6.
B Opleiding tot leraar Basisonderwijs
goed
goed
voldoende
voldoende
concept
7.
M Human Resources Management M Physician Assistant
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
definitief
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
definitief
2.
8.
Interne audits Uit de analyse van de interne audits van de periode september 2013 – juni 2014 blijkt een groter kwaliteitsbewustzijn bij de opleidingen. Ze investeren duidelijk meer in de kwaliteit van toetsing, gemeenschappelijke scholing en georganiseerde afstemming over onderwijskwaliteit. Bij de ontwikkeling en implementatie van onderzoeksleerlijnen zijn de kenniscentra van de HAN steeds vaker betrokken. Ook blijkt echter dat sommige opleidingen nog enige moeite hebben met een scherpe formulering van de beoogde eindkwalificaties en het opleidingsprofiel, en deze te gebruiken als basis voor de verdere uitwerking van het onderwijs, de toetsing en de samenwerking met het werkveld. Dit werkt door in het opstellen van een voldoende heldere Body of Knowledge and Skills die sturing geeft aan de inhoud van het onderwijs of de (eind) toetsing. Verder valt op dat werkveld en alumni nog weinig betrokken worden bij het verbeteren van de opleidingen. Verbetering Op de zogenaamde ‘Lijn3-opleidingen’ wordt actief gestuurd met het oog op de noodzakelijke verbeteringen. In de RMA-gesprekken met faculteitsdirecteuren krijgen deze opleidingen specifieke aandacht. Procedurele kwaliteit Aan alle auditrapporten wordt een hoofdstuk juridische kwaliteit toegevoegd. De opleidingen worden gevraagd om een verbeterplan te maken voor de interne audits en de compliance. Voorbereiding clustervisitaties Vanaf 1 januari 2015 worden opleidingen met een vergelijkbare onderwijsinhoud één visitatiecommissie beoordeeld. Deze visitatiegroepen (clusters) zijn doorgaans tot stand gekomen in landelijke overleggen. Als uitgangspunt diende een globale clustering die de NVAO in februari had opgesteld Voor die opleidingen die een substantiële (langer dan een jaar) verlenging van de accreditatietermijn krijgen, wordt nu onderzocht of extra audits of andere vormen van monitoring noodzakelijk zijn. Aanvraag Associate degrees De Faculteit Techniek heeft in juli 2014 bij de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs (CDHO) aangegeven dat zij vijf associate-degreeprogramma’s wil starten (Bouwtechnisch medewerker, Communication & Multimedia Design, Elektrotechniek, Embedded Systems Engineering en ICT).
5
Internationalisering In het tweede kwartaal is een vervolg gegeven aan de nieuwe inhoudelijke ontwikkelingen die eerder in het jaar in gang zijn gezet. De besluitvorming over de aanpassing in de ondersteunende organisatie is afgerond. De Service unit International Office is ingevlochten in de Service unit Onderwijs en Onderzoek. Inhoudelijke ontwikkelingen Het aangekondigde activiteitenplan en het beurzenprogramma wordt dit najaar aangeboden voor besluitvorming. Ondertussen werken de opleidingen door aan de ambitie uit Kennis in interactie. Een mooi voorbeeld is het Talent Event van de Arnhem Business School, waarbij studententeams van vijf verschillende bachelors hun bedrijfsprojecten presenteerden aan een internationale jury van docenten en professoren van partneruniversiteiten vanuit de hele wereld. In juni is stilgestaan bij de 10-jarige samenwerking (met de Gemeente Theewaterskloof, Elgin Learning Foundation, Cape Peninsula University of Technology en de University of the Western Cape) in het project Theewaterskloof. De afgelopen 10 jaar hebben zo’n 600 HAN-studenten van alle faculteiten en vele opleidingen deelgenomen. Gemiddeld vertrekken ieder jaar zo’n 60 derdejaarsstudenten naar Zuid-Afrika om daar hun stage te doen. Bruisende campus In het kader van de ontwikkeling van een meer internationale campus wordt bezien of samenwerking met Van Hall Larenstein hier een bijdrage aan kan leveren. Bedoeling is samen te werken om het klimaat voor (internationale) studenten te verbeteren. Te denken valt aan sportfaciliteiten, huisvesting en studentencafés. Dit is nog in de eerste verkennende fase. Masteropleidingen Kwaliteit Van de vier masteropleidingen die recent zijn gevisiteerd hebben twee masteropleidingen op alle drie de standaarden een ‘goed’ gekregen (Advanced Nursing Practice en Control Systems Engineering). Dit is een uitzonderlijk goede prestatie. De andere twee opleidingen kregen een voldoende beoordeling (Human Resources Management en Physician Assistant). Instroom De instroom van nieuwe studenten in 2014/2015 zal hoogstwaarschijnlijk lager zijn dan vorig jaar (vooralsnog 360 tegenover 425). Totaal aantal ingeschreven masterstudenten is (voorlopig) 1.025 tegenover 1.091 in 2013, ondanks de extra marketingactiviteiten. Er is nog onvoldoende zicht op de studentenaantallen bij andere masteraanbieders om te kunnen beoordelen of er sprake is van een landelijke trend. Ontwikkelingen in het aanbod In september 2014 is de nieuwe master International Business gestart. Zes masteropleidingen doen een (pilot)onderzoek of ze hun opleidingsprogramma’s in de toekomst flexibeler kunnen aanbieden (door onder meer blended learning). Doelstelling is de opleidingen voor een bredere groep studenten aantrekkelijk te maken en zodoende meer studenten te werven. Bildung Onder leiding van de CvB-voorzitter heeft een HAN-brede werkgroep zich georiënteerd op de mogelijkheden om ‘persoonlijke vorming’ (‘Bildung’) een plek te geven in het HAN-onderwijs. De werkgroep werd daarin begeleid door prof. dr. Cok Bakker, hoogleraar levensbeschouwelijke vorming aan de Universiteit Utrecht. Er is een rijkdom aan concrete ideeën vergaard hoe binnen de afzonderlijke instituten verder te werken aan Bildung. Bovendien is er enthousiasme en betrokkenheid bij de deelnemers, ook om binnen hun instituut initiator en ambassadeur te zijn. Het thema zal naar verwachting in het nieuwe Instellingsplan 2020 een plek krijgen. _________________________________________________________________________________________
6
Onderzoek Promoties In de afgelopen periode zijn de volgende medewerkers gepromoveerd, allen aan de Radboud Universiteit (RU): Dr. Niki Stolwijk (GGM) promoveerde op een onderzoek over plantaire drukmeting als instrument om het ontstaan en de behandeling van voorvoetklachten in kaart te brengen. • Dr. Dort Spierings (FT) promoveerde op het proefschrift De kwestie van de wenselijke schaal; fysiek schaalgrootte en sociale kwaliteit van wonen in woonzorgcomplexen. • Dr. Katrijn Smulders (GGM) promoveerde op het proefschrift Assessment of dual tasking has no clinical value for fall prediction in Parkinson’s disease. • Dr. Friede Simmes (GGM) promoveerde op het proefschrift Critically ill, well assessed. Evaluation of the rapid response system in a university medical center. Externe subsidiegelden voor promotietrajecten kregen: •
Godelieve Hofstee (FEM) met een onderzoek over Emotie en perceptie in telefonische service encouters. Het onderzoek, gefinancierd vanuit het lerarenbeurzenprogramma van NWO vindt plaats aan de Vrije Universiteit; • Johan Graus (HMP), met een onderzoek getiteld Teacher Cognitions on Form-Focused Instruction. An Explanatory Sequential Study of Dutch Pre-Service and In-Service EFL Teachers. Het onderzoek, financieel ondersteund met een Dudoc-Alfa beurs vindt plaats aan de RU; • Lieke Dekkers (GGM). Met een onderzoek getiteld Development of a measurement method tot incorporate quality of movement in clinical reasoning. Het onderzoek, gefinancierd vanuit het lerarenbeurzenprogramma van NWO vindt plaats aan de RU. Lectoren en lectoraten •
De aanstelling van dr. Tamara van Schilt-Mol, associate lector Toetsen en beoordelen, is verlengd tot 1 oktober 2016. • De vacature voor het nieuwe lectoraat Financial Control bij de FEM is vervuld; per 1 oktober 2014 treedt dr. J. (Koos) Wagensveld in dienst. • Voor het lectoraat Sales & Marketing wordt op dit moment extern geworven. • Per 1 september is dr. Vincent Wiegel, lector Lean van Faculteit Techniek voor 0,5 fte gedetacheerd bij de FEM. • Besloten is het lectoraat Muskuloskeletale Revalidatie te verlengen onder leiding van een nog te werven lector. De detachering van dr. Wim Hullegie, één van de twee lectoren die dit lectoraat hebben vormgegeven, is beëindigd. De andere lector, dr. Robert van Cingel, continueert zijn verbintenis met de HAN als bijzonder lector tot 1 mei 2015. • Het lectoraat Management van Zorg en Dienstverlening is de tweede termijn per 1 juli 2014 ingegaan onder de nieuwe naam Organisatie van Zorg en Dienstverlening. De lector, dr. Hub Hamers, treedt terug wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, maar blijft het komende jaar aan het lectoraat verbonden als bijzonder lector. Hij blijft voorlopig leading lector namens het Kenniscentrum Duurzame Zorg. • Dr. Miranda Laurant, al in dienst als associate lector Taakherschikking in de Gezondheidszorg, is benoemd als lector. • Het lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking wordt per 1 september 2014 gecontinueerd onder leiding van prof.dr. Petri Embregts, als bijzonder lector, en dr. Maaike Hermsen in de positie van associate lector. • Dr. Erik de Vries, lector Innovatie in de Publieke Sector, hield op 26 juni zijn intreerede onder de titel ‘Innovatie voor maatschappelijke waarde’. Per 1 september 2014 telt de HAN 35 lectoren, 9 associate lectoren en 5 bijzonder lectoren. •
7
Kwaliteitszorg Onderzoek Het Kenniscentrum Revalidatie Arbeid Sport levert medio september naar aanleiding van het ontvangen visitatierapport een verbeterplan op. Het Kenniscentrum Publieke Zaak (op 3 juni gevisiteerd) verwacht binnenkort het evaluatierapport. Het Kenniscentrum HAN SOCIAAL krijgt een mid term review in het najaar van 2014. Binnen het Kenniscentrum Technologie en Samenleving hebben de lectoraten die verbonden zijn aan de onderzoekslijn Automotive Research en ICA een mid term review gehad. De overige lectoraten worden extern gevisiteerd in oktober.
8
Beroepspraktijk en regio Speerpunten/centres of expertise Sterkte-zwakteanalyse Zoals in de vorige bestuurlijke rapportage aangekondigd, heeft het bureau Birch consultants een sterktezwakteanalyse uitgevoerd voor vijf centres of expertise (CoE’s): Sneller Herstel, Sport- en Beweegtalent, Krachtige Kernen, Leren met ICT en Biodiscovery. Algemene conclusies zijn: Sterk: • Alle thema’s zijn voldoende uniek en lenen zich voor doorontwikkeling tot een zwaartepunt. • Alle CoE’s bevinden zich in de transitie van fase 1 (start) naar fase 2 (ontwikkelen) hetgeen past bij het ontwikkelingsstadium. • Hoewel soms nog te beperkt van omvang sluiten de activiteiten van de CoE’s goed aan bij de externe vragen. Er zijn ook vele projectpartners. Activiteiten worden ook positief gewaardeerd. Kan beter: • CoE’s zijn nog onvoldoende verankerd binnen de HAN-organisatie; ze worden nog te veel als, wellicht tijdelijke, zinvolle projecten gezien. Onderliggend hierbij speelt de vraag in welke mate de gekozen zwaartepunten echt profielbepalend zullen zijn voor de HAN in de toekomst. • Door het ontbreken van founding partners bij het merendeel van de CoE’s ligt het eigenaarschap exclusief bij de HAN, wat de continuïteit in gevaar kan brengen. • CoE’s zijn in het algemeen nog te bescheiden en te sterk regionaal gericht. Profilering landelijk en internationaal kan beter en is ook verantwoord. • Er ontbreekt een subsidiestrategie bij vrijwel alle CoE’s terwijl ze voor hun voortbestaan deels ook afhankelijk zijn van (inter)nationale subsidies, die ook in toenemende mate mogelijkheden bieden. • Het merendeel van de CoE’s legt de nadruk op projecten, consultancy en contractonderzoek. Verbinding met het onderwijs (Human Capital Agenda) is nog vaak te beperkt terwijl daar juist vanuit de doelstelling van profilering de belangrijkste kansen liggen. • Veel CoE’s richten zich op een smal segment van de thematiek. Verbreding van het dienstenassortiment betekent ook een verbreding van het aantal lectoraten en aanwezige professionaliteit. • Het verdienmodel is vaak nog te onduidelijk of te beperkt. • Governance verdient nadere aandacht. OCW-erkend: SEECE en Logistiek SEECE (Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise) heeft zich zeer positief ontwikkeld (fase 2) en zit inmiddels in fase 3 (valideren), zo luidt de algehele conclusie van het Platform Bèta Techniek. Dit heeft een tweede sterkte-zwakteanalyse uitgevoerd om de voortgang te bepalen. Kernpunten zijn: 1. In het bijzonder de Leer/Werktrajecten slaan goed aan en het praktijkgericht onderzoek is substantieel in omvang toegenomen. Daarmee groeit ook het animo van het bedrijfsleven om te participeren. 2. SEECE bevindt zich in een investeringsfase waarbij onderwijs en onderzoek hand in hand gaan in samenwerking met externe partners. 3. Voor een geslaagde opschaling van het centrum is nog een aantal belangrijke stappen te zetten, zoals: a. Breng in kaart welke toegevoegde waarde SEECE heeft voor welke doelgroepen b. Kies een duidelijk profiel en richt vervolgens de organisatie bedrijfsmatig in. c. Besteed meer aandacht aan marketing en sales. d. Versterk de relatie met de universiteit(en). 4. Het (aanvankelijke) succes kan leiden tot het niet zien van de noodzakelijk te nemen afslag! 5. Zorg ervoor dat de positieve dynamiek behouden blijft. Dat is een kwaliteit die garanties biedt voor de volgende fase van het centrum. Het Centre of Expertise Logistiek, eveneens een door OCW gehonoreerd centre en een samenwerking van vijf hogescholen, zal waarschijnlijk in het najaar van 2014 een sterkte-zwakteanalyse ondergaan. Logistiek en SEECE worden op hun voortgang beoordeeld door de Review Commissie Hoger Onderwijs (selectieve budget). Belangrijkste criterium daarbij is of er voldoende vertrouwen is in een duurzame ontwikkeling van de centres. 9
Valorisatie en ondernemerschap Centrum voor Valorisatie en Ondernemerschap Een belangrijke stap in de ontwikkeling van het Centrum voor Valorisatie en Ondernemerschap (CvVO) is het aantreden van de directeur, dr. Loes Kater, per 1 oktober. Er wordt momenteel gewerkt aan een businesscase voor twee nieuwe lectoraten: Valorisatie en Ondernemerschapsonderwijs. Het is de bedoeling dat hieraan in de loop van 2015 handen en voeten kan worden gegeven. Ondernemerschapsonderwijs Het aantal deelnemende studenten in het eerste semester van 2014/2015 aan de CvVO-minoren ligt een fractie lager dan een jaar geleden: 188 versus 210 studenten. Hoewel de minoren ‘ondernemerschap’ nog steeds relatief hoge deelnemersaantallen kennen, is deze ontwikkeling mede reden om de kwaliteit ervan tegen het licht te houden en zo nodig te verbeteren. Het aantal deelnemende studenten aan de HAN Student Companies is gelijk aan dat van vorig jaar: 280. De Provincie Gelderland heeft een subsidie toegekend waarmee aan het concept van de Student Companies de komende jaren een extra impuls kan worden gegeven. De vraag vanuit de faculteiten naar ondersteuning bij het ondernemender maken van de opleidingen neemt toe. Alliantievorming Allianties met externe partijen (ondernemingen, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties) hebben als belangrijk effect een intern toenemende samenwerking, een proces dat het CvVO kan versnellen. In juni kreeg het project ‘Gelderland Valoriseert’ een onverdeeld positief oordeel van de Adviescommissie Valorisatieprogramma. De recente oprichting van het CvVO en de Stichting Fondsbeheer Gelderland Valoriseert beschouwt de adviescommissie bovendien als goede voorbeelden van de verankering van de resultaten van het project. Alumni Om de aandacht voor alumni een extra impuls te geven, gericht op het vergroten van valorisatiemogelijkheden, zal het CvVO samen met een aantal opleidingen, uiterlijk in februari een (pilot) alumni-event organiseren. Innovatiehubs Het concept ‘Innovatiehubs’ mag zich verheugen in een toenemende belangstelling. Onder HAN-vlag zijn momenteel vijf hubs actief; naar verwachting zal dit aantal de komende maanden met ten minste drie toenemen. Op dit moment zijn in de hubs 35 studenten werkzaam. De beschikbaarheid van studenten van vooral technische opleidingen blijkt in de praktijk een bottleneck te zijn; de vraag is groter dan het aanbod. De meeste deelnemende ondernemingen – vooraanstaand op hun gebied (zoals Nedcon, Hameland, Eijkelkamp) zijn gevestigd in de Achterhoek. De innovatiehubs zijn dus ook belangrijk voor de verankering van de HAN in deze regio. Deeltijd/Werken en leren De totale instroom van deeltijd- en duale studenten lijkt toegenomen ten opzichte van vorig jaar (tegenover de instroomdaling van deeltijd- staat een grotere instroom van duale studenten). De HAN is de tweede aanbieder volgens de (voorlopige) aanmeldingen. De implementatie van het raamleerplan loopt volgens planning. De organisatievorm van het aanbod voor werkenden is onderwerp van onderzoek. Daarbij worden ook de ervaringen binnen de HAN (zoals bij het Instituut voor Werken en leren bij de FEM) en buiten de HAN meegenomen. De aansturing is in de vorm van een programma onder leiding van een Taskforce Deeltijd en een programmamanager.
10
Kwaliteit is mensenwerk Kwaliteitscultuur HAN Parade 2014 Tijdens dit bijzonder geslaagde tweedaagse festival voor medewerkers en studenten werden de uitkomsten van de dialoog over ‘de vier vragen’ en mooie voorbeelden in het kader van kwaliteitscultuur gepresenteerd. In totaal waren er zo’n 700 bezoekers. De HAN Parade is voor herhaling vatbaar en verdient het om door nog veel meer HAN medewerkers en –studenten bezocht te worden, zo was het veel gehoorde geluid. We zullen ons beraden op een eventueel vervolg van de HAN Parade. Voortgang op de vier quick wins Leerkracht door kennisdeling Onderstaand een kleine greep uit de bij de HAN Academy bekende initiatieven: • etalagebijeenkomsten, voor en door docenten, over verschillende thema’s; • opbouw netwerk Studieloopbaanbegeleiders; • aanbod netwerk en kennisdeling voor examen- en opleidingscommissies; • dynamisch verbinden: olievlekwerking door train-de-trainer-principe; HAN Voorstellen Systeem In de speech bij de opening van het studiejaar heeft Kees Boele het HAN Voorstellen Systeem (HVS) gelanceerd. Het HVS is bedoeld om goede ideeën die leven in de HAN-gemeenschap te stimuleren, waarderen en belonen. Beloning bestaat dan onder andere uit een krachtige (financiële) impuls in de uitvoering. Laaghangend fruit ‘kleine ergernissen’ Onder meer het volgende is gerealiseerd: een voorstel ’buddy voor elke nieuwe medewerker’; een voorstel voor mandatering naar instituutsdirecteuren/hoofden SU’s aangaande personele mutaties; tijdige publicatie lesrooster. De opleidingen werken hierbij samen met Studentzaken. minder bureaucratie in de formulierenstroom (vijf ‘gouden’ documentregels). Kader OS/OER Docenten, studenten, vertegenwoordigers van de examencommissies, opleidingscommissies en beleidsmedewerkers hebben input geleverd voor vernieuwing en vereenvoudiging van het OS en de OER. Het resultaat hiervan is een advies met verbetervoorstellen voor de korte (2015-2016) en langere termijn. Medewerkertevredenheid/duurzame inzetbaarheid Het jaarlijkse Medewerkersonderzoek is dit jaar vervangen door een groot onderzoek naar duurzame inzetbaarheid van HAN-medewerkers onder leiding van dr. Annet de Lange, HAN-lector Human Resource Management (HRM). Het onderzoek (‘Duurzame Inzetbaarheid: wat heb jij nodig om tot bloei te komen?’) is in februari 2014 uitgezet onder alle HAN-medewerkers (3143). In totaal hebben 1418 medewerkers (45,3%) de uitgebreide vragenlijst ingevuld en geretourneerd. Het onderzoeksrapport wordt in oktober 2014 aangeboden en daarna HAN-breed gecommuniceerd. Ziekteverzuim (voortschrijdend gemiddelde):
FEM
t/m aug. 14 5,0%
t/m april 14 5,2%
2013 5,5%
FED
4,3%
3,8%
3,4%
GGM
3,4%
3,7%
4,1%
FT
4,0%
3,6%
3,5%
HMP
4,5%
4,7%
4,8%
SB
5,1%
5,1%
5,3%
HAN
4,3%
4,3%
4,5%
HBO
4,1%
11
Bij de FEM en het SB zijn, zoals in de vorige rapportage vermeld, extra acties ingezet en er is nu een daling te zien. Daarnaast zet de daling bij GGM gestaag door. Het verzuim bij Educatie en Techniek daarentegen, dat in 2013 met (ruim) een half procent was gedaald, is stijgende en is terug op het niveau van 2012. Sinds begin 2014 is het verzuim binnen de HAN als geheel aan het dalen. Dat is voor het eerst sinds 2010. Indien de trend bij FEM en SB doorzet en de stijging bij Techniek en Educatie beperkt blijft, lijkt voor het eerst het behalen van de prestatieafspraak van 4% haalbaar. Professionalisering en professionele cultuur Leiderschapskompas/vlootschouw Uit een analyse van benoemingen op het niveau van instituutsdirecteuren en coördinatoren/hoofden subunit blijkt dat grofweg één derde van de Instituutsdirecteuren intern is doorgestroomd en twee derde extern is geworven. Bij de groep coördinatoren/hoofden subunit is dit net andersom; twee derde stroomt intern door, veelal uit een docentenfunctie en één derde is extern geworven. HAN Academy In de periode januari tot augustus 2014 hebben zich 2343 medewerkers aangemeld voor een training van de HAN Academy in 2014. Naast aanmeldingen van individuele medewerkers nemen de aanmeldingen van groepen en verzoeken om maatwerktrainingen toe. Het aanbod vanuit de afdeling HR is ondersteunend aan de realisering van de ambities van de HAN. Het vigerende Strategisch HR-plan (2012-2017) wordt, nadat de contouren van het nieuwe IP zijn vastgesteld, opgesteld voor het eind van 2014. ZZP Geen nieuwe ontwikkeling (i.c. in de landelijke gesprekken met de Belastingdienst) sinds vorige rapportage.
12
Operational Excellence ICT ICT-voorzieningen In 2014 wordt een aantal belangrijke wijzigingen in de basisdienstverlening doorgevoerd. Alluris zal in het najaar HAN-breed beschikbaar zijn, de technische migratie van het platform Sharepoint 2013 als basis voor onder andere Scholar is voorzien in november en de invoering van Microsoft Office 2013 vindt gefaseerd plaats vanaf juni. Strategische beleidsvorming De vorming van het informatiebeleid is gestart met een aantal verkennende bijeenkomsten met studenten, docenten, onderzoekers en vertegenwoordigers van het werkveld in de periode april - juni. Strategische projecten Alluris De eerste tranche van de implementatie van Alluris is afgesloten. Alluris is bij de masteropleidingen van de HAN, bij de opleiding HBO-Rechten en bij de instituten Verpleegkundige Studies, Leraar en School (ILS) en Automotive een aantal maanden in gebruik. De evaluatie van het eerste gebruik is afgerond. De gebruikers van het nieuwe studievolgsysteem zijn overwegend positief. De tweede tranche ligt goed op schema en loopt in december 2014 af met de ingebruikname van Alluris bij de laatste twaalf opleidingsinstituten. HAN elektronisch bestellen (Proquro): projectplan In de periode mei – augustus is een projectplan HAN elektronisch bestellen (HeB) opgesteld. Het plan behelst onder meer een opsplitsing van de implementatie in drie achtereenvolgende delen over de periode van september 2014 tot en met december 2017. Roostering De studenttevredenheid over roostering, zo blijkt uit de laatste NSE van 2014, is ten opzichte van 2013 gestegen - van 76% tevreden of neutraal naar 79%. (In 2009 was het waarderingscijfer voor roostering nog 68%). Wel is een lichte daling van de tevredenheid over de tijdigheid van publiceren van de roosters. Ondertussen zijn acties genomen ter verbetering. Het LEAN- traject bij het Roosterbureau van de faculteit Economie en Management is afgerond. Reacties op roosterverzoeken gaan nu aanmerkelijk sneller en het rooster wordt eerder definitief gepubliceerd. Bij de faculteit Techniek loopt een nieuw LEAN-traject. Huisvesting Algemeen In afwachting van het nieuwe instellingsplan zal ook het Strategisch Huisvestingsplan te zijner tijd worden vastgesteld. Het nu voorliggende concept is met veel participatie van gebruikers binnen de HAN en deskundigen tot stand gekomen. Uitvoering De Pabo Nijmegen is in juli ook verhuisd naar het I/O-gebouw van de faculteit Educatie. Het Gymnasion en het gebouw aan de Molkenboerstraat in Nijmegen zijn verbouwd en in gebruik genomen door respectievelijk het Instituut Sport- en Bewegingsstudies (ISBS) en de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD). Er wordt onderzoek gedaan naar het creëren van een praktijkhuis voor het Instituut Sociale Studies (ISS) in de voormalige Honigfabrieken.
13
In de gebouwen Ruitenberglaan 26 en 27 in Arnhem zijn enkele verdiepingen verbouwd voor het Service Bedrijf. De laatste zone op Ruitenberglaan 26 is begin september in gebruik genomen. Hiermee zijn alle medewerkers van de Beverweerdlaan op de Campus gehuisvest. Voor het gebouw van de FEM (Arnhem) worden plannen ontwikkeld om dit ingrijpend te verbouwen. Duurzaamheid In de eindrapportage Noblisse oblige van het project HAN Duurzaam 2009-2014 is een aantal adviezen geformuleerd om ambities in de komende jaren succesvol te kunnen realiseren: • Onderwijs: verbinden van duurzaamheidambities met de bredere ambitie van de faculteiten. Eén van de te hanteren instrumenten is het behalen van een AISHE-certificering. • Onderzoek: de ambities verbinden met de ontwikkeling van de expertisecentra die zouden moeten bekijken of ze een bijdrage kunnen leveren aan het inrichten van duurzame speerpunten. • Bedrijfsvoering: er wordt een samenhangend duurzaamheidsbeleid geformuleerd, waarin beschrijving van de verschillende elementen van duurzame bedrijfsvoering en maatregelen voor de komende jaren.
14
Financiën Realisatie t/m Augustus 2014 Baten
IO
MA
CvB
SB
Begroting t/m Augustus 2014
Elim
Totaal
IO
MA
CvB
156 339 8.991 3.807
7.214 8 0 333 0 0 42 1.333 0 396 46.680 -74.687
157.779 5.591 15.027 -370
186.364
183.415 13.293
7.985 48.021 -74.687
178.027
186.436
159.981
7.589
0
178.397
1e Geldstroom 2e Geldstroom 3e Geldstroom Doorbelasting baten
151.328 4.404 4.430 26.237
71 13.818 8 0 96 790 177 0 8.205 1.400 1.709 0 4.861 405 47.652 -79.227
165.225 5.467 15.744 -72
150.401 4.919 4.661 23.434
Totaal Baten
186.399 13.233 16.413 49.546 -79.227
Baten excl. doorbelasting
160.162
0
8.372 16.008
1.894
9.486
SB
Elim
1.341
Totaal
Lasten Personeel (PL) Afschrijving Huisvesting (HL) Overige (OL) Ondersteuning
112.704 10.953 844 38 11.356 169 23.575 1.679 32.714 388
7.879 24.583 -18.663 0 6.709 0 86 10.743 -12.009 3.401 5.694 -15.078 375 0 -33.477
137.456 7.591 10.345 19.271 0
114.844 11.354 878 39 11.517 170 23.778 1.462 32.722 388
7.190 22.863 -15.688 0 6.990 0 84 10.356 -11.989 4.033 6.408 -13.525 375 0 -33.485
140.563 7.907 10.138 22.156 0
Totaal Lasten
181.193 13.227 11.741 47.729 -79.227
174.663
183.739 13.413 11.682 46.617 -74.687
180.764
Saldo Baten en Lasten
5.206
6
4.672
1.817
0
11.701
-324
-120
-3.697
1.404
0
-2.737
Financiële Baten Financiële Lasten
0 0
0 0
51 0
-1.204 0
0 0
-1.153 0
0 0
0 0
100 0
-1.404 0
0 0
-1.304 0
Saldo Fin. Baten/Lasten
0
0
51
-1.204
0
-1.153
0
0
100
-1.404
0
-1.304
5.206
6
4.723
613
0
10.548
-324
-120
-3.597
0
0
-4.041
Resultaat
HAN Totaal Het resultaat t/m augustus 2014 bedraagt € 10,6 miljoen positief, dit is € 14,6 miljoen beter dan begroot. Initieel onderwijs Het resultaat initieel onderwijs is met € 5,2 miljoen € 5,5 miljoen hoger dan begroot (€ 0,3 miljoen negatief). Dit wordt veroorzaakt door ontvangen gelden vanuit het CvB voor speerpunten en minder ontvangen subsidies. Verder blijven de personele lasten achter bij de begroting, dit wordt veroorzaakt door lagere gemiddelde kosten per fte maar vooral door onder-uitputting van onder deze post begrote beleidsgelden. Daarnaast blijven de kosten voor deskundigheidsbevordering achter bij de begroting. Marktactiviteiten Het gerealiseerde resultaat marktactiviteiten (zijnde contractactiviteiten, marktomzet lectoraten, niet bekostigde masteropleidingen en overige externe inkomsten) is iets hoger € 0,1 miljoen dan begroot. Dit komt vooral door lagere personele lasten. CvB en Service Bedrijf Het resultaat van het CvB is € 8,3 miljoen hoger dan begroot met name door meer ontvangen rijksbijdrage (dit vanwege een sterke toename van het aantal studenten ten opzichte van de Referentieraming 2013) en de vrijval van de 2e tranche van het HBO-waarborgfonds. Het resultaat van het SB is € 0,6 miljoen hoger dan begroot, met name door meer extra (niet begrote) dienstverlening, hier staan ook extra personele lasten tegenover. Daarnaast zijn de overige lasten lager door een niet begroot voordeel op een verlopen leasecontract voor de reproductieapparatuur.
15
Eindejaarsprognose 2014
1e geldstroom 2e geldstroom 3e geldstroom Totale baten
RMA2 Begroot Werkelijk 157.779 165.225 5.591 5.467 14.657 15.672 178.027 186.364
Jaar totaal Begroot Prognose 239.208 250.077 8.653 8.772 23.269 23.734 271.130 282.583
Personele lasten Afschrijvingslasten Huisvestingslasten Overige lasten
140.563 7.907 10.138 22.156
137.456 7.591 10.345 19.271
213.316 11.876 15.272 33.803
213.198 11.757 16.339 34.118
Totale lasten
180.764
174.663
274.267
275.411
Saldo baten en lasten
-2.737
11.701
-3.137
7.172
Fin baten/lasten
-1.304
-1.153
-1.956
-1.656
Resultaat
-4.041
10.548
-5.093
5.516
Het geprognosticeerde resultaat over 2014 is op basis van de huidige beschikbare informatie € 5,5 miljoen. Dit is € 10,6 miljoen hoger dan begroot. Dit verschil kan door twee grote posten verklaard worden. Ten eerste de extra Rijksbijdrage die we in 2014 ontvangen ten opzichte van de begroting (+ € 9,6 miljoen). Daarnaast was in de begroting 2014 aangenomen dat de 2e tranche van het HBO Waarborgfonds in 2013 zou vrijvallen. In werkelijkheid heeft vrijval van de 2e tranche in 2014 plaatsgevonden (+ € 1,3 miljoen). De rentelasten zijn k€ 300 lager dan begroot. Dit komt doordat het rentepercentage van de lening van de gemeente Arnhem lager is dan begroot. Het begrote rentepercentage is 4,7%, terwijl het werkelijke percentage 2,1% is. Het percentage is lager door het opnieuw vaststellen van het rentepercentage na het verstrijken van de renteperiode. Het nieuwe percentage was bij het opmaken van de begroting nog niet bekend. De prognose resultaat 2014 bevat nog een aantal onzekerheden die nog niet in de prognose van €5,5 miljoen resultaat zijn verwerkt. In de prognoses wordt uitgegaan van volledige besteding van de voor 2014 toegekende beleidsmiddelen. Daarnaast heeft OCW in april 2014 aangekondigd dat in het jaarverslag 2014 de langlopende schuld aan OCW (liquiditeitsbijdrage 1988) mag worden weggestreept. Bij de externe accountant staat de vraag uit over de technische verwerking in de jaarrekening, maar wegstrepen van de schuld levert een potentiële éénmalige, niet begrote meevaller op van €2,7 miljoen. Andere potentiële mee- of tegenvallers die pas ten tijde van het opstellen van de jaarrekening 2014 inzichtelijk worden, zijn de toereikendheid van de dotatie aan de voorziening Wachtgelden en de mogelijke vrijval van de in de jaarrekening 2013 gevormde voorziening verlieslatende projecten. Uit bovenstaande volgt dat het bedrag van € 5 miljoen resultaat 2014 een zo goed mogelijke inschatting. Op basis van de hiervoor genoemde potentiële meevallers is een range van €5 tot €10 miljoen op dit moment een zo goed mogelijke indicatie van het resultaat 2014. Balans De belangrijkste wijzigingen op de balans ten opzichte van de eindejaarsbalans 2013 betreffen de toename van materiële vaste activa door investeringen in de nieuwbouw Kapittelweg (Faculteit Educatie). Daarnaast nemen de kortlopende schulden af (afname belastingen en sociale verzekeringen en afname crediteurensaldo) en stijgt het Eigen vermogen door het positieve resultaat over 2014. Per saldo resulteert in een afname van de liquide middelen met €3 miljoen, een aanzienlijk geringere afname dan begroot, vooral veroorzaakt door het positieve resultaat. Aan de balans zijn, analoog aan jaarrekening en begroting, de kengetallen voor solvabiliteit en liquiditeit toegevoegd.
16
Bijlagen: -
Tabel 1: Overzicht stand realisatie prestatieafspraken
-
Tabel 2: Resultaten HAN-onderwijsmonitor 1)
-
Tabel 3: Geconsolideerde exploitatierekening tot en met augustus2014
-
Tabel 4: Geconsolideerde balans per 31 augustus 2014
1)
De HAN-onderwijsmonitor geeft een indicatie van de kwaliteit van de opleidingen vanuit vier perspectieven: accreditie-scores, studiesucces, tevredenheid van studenten (getransofmeerd naar de accreditatiestandaarden) en die van medewerkers en werkgevers. De monitor geeft de ‘totaalstatus’ van de opleidingen weer zonder onderscheid naar inrichtingsvorm en locatie. Het is een hulpmiddel bij het monitoren van de kwaliteit van het onderwijs en als gemeenschappelijk referentiekader bij het bepalen van welke opleidingen extra aandacht en zorg behoeven. Daarnaast kan de monitor ook gebruikt worden om subjectieve/persoonlijke beelden van een toestand van een opleiding op een meer objectieve wijze te toetsen. Het is geen verantwoordingsinstrument; de focus ligt meer op het ‘voorkomen’ dan op het ‘genezen’.
17
Tabel 1 Overzicht stand realisatie prestatieafspraken
Diplomarendement na 5 jaar (survivors, bachelor)
70,2%
nee
72,1%
73,5%
nee
Duaal
67,6%
70,8%
67,6%
70,9%
nee
Voltijd
65,9%
63,2%
65,7%
70,2%
nee
Deeltijd
61,8%
63,7%
61,5%
61,8%
nee
Duaal
69,9%
64,4%
72,0%
70,9%
nee
Voltijd
30,2%
29,5%
30,0%
≤ 30%
ja HBO 1
Uitval (na één jaar inschrijving HAN, bachelor)
-/2
Switch (na één jaar inschrijving HAN, bachelor)
Voltijd
11,3%
11,2%
13,0%
< 13%
ja HBO 2
-/3
Diplomarendement (survivors, bachelor)
Voltijd
66,2%
64,4%
66,0%
≥ 66%
ja HBO 3
Voltijd
85,5%
95,2%
91,8%
100,0%
100%
ja
Deeltijd
74,3%
82,1%
71,1%
91,3%
100%
ja
Duaal
71,4%
85,7%
80,0%
91,7%
100%
ja
7,17
7,28
7,30
7,33
7,3
ja HBO 4
7,30
7,50
7,4 - 7,5
ja
100%
ja HBO 6 ja
3/4
Studenttevredenheid gemiddelde studenttevredenheid
Instelling Masters
4/5
Geprogrammeerde contacttijd
minimaal 15 uur in 1e jaar
Onderzoek
minimaal 15 uur in 2e jaar
7,41
7,32
Voltijd
82,2%
95,0%
97%
Voltijd
50,8%
88,5%
85%
100%
5/6
Aantal fte voor onderzoek
Instelling
116,7
140,3
152,0
134,2 fte
ja
6/7
Implementatie leerlijn onderzoek in curriculum
Voltijd
69%
77%
76%
100% 1
ja
75%
84%
100%
ja
Middelen voor onderzoek
% faculteiten dat 150.000 euro aan Instelling externe middelen per fte lector verwerft
75%
7/8
Gemiddelde verwerving van externe Instelling middelen per fte lector
€ 202.000,00
€ 214.800,00
€ 187.000,00
8,0%
8,7%
8,0%
8,0%
ja ja
8/9
Beroepspraktijk en regio
2013
-/1
% opleidingen met minimaal 7,0
Kwaliteit is mensenwerk
Op koers t.o.v. doelstelling 2013_of 2014
71,1%
74,8%
2014
70,9%
71,6%
2013
69,2%
Deeltijd
2014
Voltijd
2011 (nulmeting)
Prestatie-afspraak
Onderwijs
2/-
Survival (na één jaar inschrijving bij de HAN, bachelor)
Doelstelling
Doelstelling 2015 / 2016
1/-
Indicator
Onderdeel
IP / OCW
Realisatie
Personele inzet in valorisatie en ondernemerschap
9/10 Middelen voor valorisatie en ondernemerschap 10/11 Omzet contractonderwijs
11/12
Deelname studenten aan ondernemerschapsonderwijs
14/-
Ziekteverzuim
€
200.000,00
ja
Instelling
5,5%
6,2%
5,5%
5,5%
Instelling
6,0%
3,8%
6,0%
6,0%
ja
% opleidingen met minimaal tussen de 1% en 3% ondernemerschapsonderwijs
Voltijd
-
nnb
32,5%
65%
ja
% opleidingen met meer dan 3% ondernemerschapsonderwijs
Voltijd
-
nnb
15,0%
30%
ja
% afgestudeerden dat de minor Ondernemerschap heeft gevolgd
Instelling
3,8%
3,4%
3,8%
1%
ja
Instelling
57,2%
61,3%
Percentage met ten hoogste een Docenten met een mastergraad dan wel mastergraad 12/13 gepromoveerd Precentage docenten met ten hoogste een doctorsgraad 13/14 Medewerkerstevredenheid
Instelling
62,9%
63,7%
ja HBO 5 76%
Instelling
6,3%
7,9%
Instelling
7,8
7,6
Instelling
4,4%
4,5%
15/15 Professionaliseringsuitgaven
Instelling
5,6%
n.n.b.
16/16 Percentage OP (in fte)
Instelling
60,9%
62,9%
8,2%
8,1% 7,7
4,2%
4,2%
63,1%
64,0%
ja HBO 5 minimaal 7,8
ja
4,0%
nee
minimaal 5%
ja
65,0%
ja HBO 7
Stoplicht 99% of meer van de lopende begroting gerealiseerd. Waar niet opgenomen in begroting: op koers m.b.t. instellingsplan tussen de 99% en 95% van lopende begroting gerealiseerd: Waar niet opgenomen in begroting: redelijk op koers m.b.t. instellingsplan minder dan 95% van de lopende begroting gerealiseerd. Waar niet opgenomen in begroting: niet op koers m.b.t. instellingsplan 1
Percentage is pas 100% als alle curriculumjaren van een opleiding van doorlopende leerlijn zijn voorzien nb =niet bekend, nnb = nog niet bekend
18
Tabel 2 Resultaten HAN-onderwijsmonitor Deze gegevens zijn alleen voor interngebruik beschikbaar gesteld.
19
Tabel 3: Geconsolideerde exploitatierekening tot en met 31 augustus 2014 in € 1.000 Werkelijk
Begroot
Werkelijk
t/m aug
t/m aug
t/m aug
2014
2014
2013
Baten Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen
127.654
120.903
120.170
2.554
2.654
3.027
Collegegelden
37.570
36.877
35.131
Baten werk i.o.v. derden
12.544
12.107
12.731
6.042
5.486
6.453
186.364
178.027
177.512
137.456
140.563
135.440
Overige baten Totaal baten Lasten Personele lasten Afschrijvingslasten
7.591
7.907
7.311
Huisvestingslasten
10.345
10.138
9.632
Overige instellingslasten
19.271
22.156
18.833
174.663
180.764
171.216
11.701
-2.737
6.296
51
100
68
Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten
-1204
-1404
-1470
Saldo fin. baten en lasten
-1.153
-1.304
-1.402
Resultaat
10.548
-4.041
4.894
20
Tabel 4: Geconsolideerde balans per 31 augustus 2014 Activa (in € 1.000) 31 augustus 2014
31 december 2013
195.686
189.007
0
0
Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa
195.686
189.007
Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen
151
116
6.666
7.091
32.564
35.671
Totaal vlottende activa Totaal activa
39.381
42.878
235.067
231.885
Passiva (in € 1.000) 31 augustus 2014 Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal Passiva
31 december 2013
96.526
85.978
13.928
13.923
62.865
62.861
61.748
69.123 235.067
231.885
Kengetallen Solvabiliteit (EV/TV) Liquiditeit (current ratio)
41,0% 0,6
37,1% 0,6
21