M aandag 19 juli, Vandaag gaat Herman weer terug naar Nederland. M aar eerst gaat hij nog even bij de school kijken hoe de werkzaamheden vorderen. Ik ga de was doen en wat andere huishoudelijke karweitjes die echt gedaan moeten worden. Daarna hoop ik dat we samen nog even kunnen koffie drinken voordat Ardi hem naar het vliegveld brengt. Als Herman weg is ga ik naar het kinderhuis om te helpen met de lunch. Na de lunch bel ik Alba om te vragen of zij morgen mee gaat naar de straatkinderen. Ik spreek met haar af dat ik om tien uur bij haar ben. Om half drie staat Billardi ( de bodygard) voor de deur, met de kant-en-klaar geplukte kip netjes gewikkeld in een krant. Ik bedank hem hartelijk, en hij glundert aan alle kanten als ik dankbaar de kip in ontvangst neem. Om een uur of twee ga ik wat in het magazijn werken. Ik kijk wat er nog aan dozen staat. Ook wil ik de schoenen uitzoeken voor de gehandicapten, Ben er nog niet aan toegekomen om ze te brengen. Om drie uur belt Herman dat het vliegtuig een uur vertraging heeft. Later hoor ik dat hij van Tirana naar Budapest gevlogen is, daar door de vertraging het vliegtuig naar Amsterdam gemist heeft. Vervolgens is hij via Budapest- M unchen en M unchen – Amsterdam gevlogen. Ik krijg 23.30 uur een sms’je dat hij eindelijk thuis is.
Dinsdag 20 juli, Na het ontbijt ga ik met Timmi, Emra, en Xhoana naar Alba .M et haar gaan we naar de straatkinderen. Teuta heeft natuurlijk weer pannenkoeken voor ons gemaakt. Samen met Alba gaan we boodschappen doen. We halen kaas, worst, boter. En op de markt halen we vier kilo pruimen. Emra en Xhoana helpen mee met het smeren van de honderd boterhammen en beleggen ze met kaas en worst. Er zijn heel veel kinderen bij het treinstation, het lijkt wel of er steeds meer bij komen. Titina mij kleine vriendinnetje zit wezenloos voor zich uit te staren. Normaal vliegt ze mij om mijn nek als ze mij ziet. M aar nu zit ze als een zombie op de bank voor hun huisje. Tasha zegt dat ze ziek is maar ik denk eerder dat ze stoned is en lijm gesnoven heeft. Arm kind wat voor toekomst
staat haar te wachten. Emra en Xhoana helpen mee met het uitdelen van de boterhammen en de pruimen. Timmi en Alba delen bekertjes koud water uit. Tasha komt naar mij toe en zegt dat de zalf die we vorige week gekocht hebben goed geholpen heeft. De huiduitslag bij haar kinderen is helemaal weg. Ze vraagt ook om baby kleding. Zij is inmiddels in de negende maand van haar zwangerschap. Ik beloof haar dat ik zal kijken in ons magazijn. M aar als er geen babykleding meer is zal ze toch echt moeten wachten tot het volgende transport. Weer thuis bij Teuta is de tafel gedekt en heeft Teuta een eenvoudige maaltijd voor ons gemaakt. Emra en Xhoana zijn stil aan tafel, als ik vraag waarom ze zo stil zijn zegt Xhoana het toch wel zielig te vinden voor de mensen en kinderen bij het treinstation. Ik vertel dat dit nu juist de reden is dat ik hen daar gebracht heb. Om te laten zien hoe bevoorrecht ze zijn want eens was hun leven net als dat van hen. Kinderen van de straat. Ik zeg hen dat ze de Heere God wel iedere dag voor mogen danken dat ze in het kinderhuis wonen en dat het hen aan niets ontbreekt. Om vier uur gaan we weer naar huis, maar eerst ga ik langs pastor Alex om een doos met stoma’s te brengen. Iemand in zijn kerk heeft hier om gevraagd. We zijn rond half zes weer thuis en gaan nog even de groentetuin in om te sproeien. Alles is kurkdroog er moet nodig regen komen. M aar volgens de vooruitzichten zit dat er voorlopig niet in.
Woensdag 21 juli,
Na het ontbijt gaan we samen met de kinderen aan het werk in de tuin. De kinderen willen graag naar de rivier maar er moet eerst gewerkt worden. Er ligt een hoop blad in de tuin en het onkruid moet nodig worden gewied . We zijn de hele morgen hard aan het werk. Kruiwagens vol blad wordt weggereden en op een hoop gegooid door Emra. Om twaalf uur stoppen we er mee Het is
genoeg voor vandaag. Het wordt nu te warm. De kinderen hebben goed hun best gedaan en zijn door het werk hongerig geworden. Zamira heeft een pan spaghetti gemaakt waar heerlijk van gegeten wordt. Na het eten gaan de kinderen een uurtje rusten en dan gaan we lekker met ze naar de rivier. We blijven de hele middag bij de rivier, het water is lekker koel en de kinderen genieten. Niet alleen de kinderen genieten van het koele water. Aan de andere kant zien we een paar vrouwen met hun koeien door het water gaan .En een stukje verderop zijn een paar vrouwen de was aan het doen. Rond zes uur gaan we weer naar huis, ik zet de kinderen onder de douche en Zamira maakt boterhammen klaar. Na het eten is er meloen . De kinderen zijn moe en zien er allemaal rozig uit. Om half negen ligt alles in bed. En hebben wij de verdere avond nog voor onszelf. M aar ook wij zijn moe en maken het niet te laat.
Donderdag 22 juli, Vandaag gaan we weer naar de straatkinderen. We gaan om negen uur richting Tirana. Dit keer gaat alleen Xhoana mee. Emra heeft straf en moet van Zamira thuisblijven. Eergisteren heeft hij toen we bij Teuta waren eerst Romina een mep verkocht, en toen Timmi hem bestrafte kreeg hij ook een mep .Ik wist hier niets van, dit gebeurde toen ik in gesprek was met Alex. Timmi vertelde het aan Zamira toen we weer thuis waren en Zamira vroeg of zij zich netjes gedragen hadden. Emra is veertien jaar oud dus weet heel goed wat wel en niet kan .Dus moet hij thuis blijven. We kunnen gelijk aan de slag met broodjes smeren want Alba heeft alles al in huis gehaald voor de boterhammen. Xhoi wil graag bij Teuta blijven dus ga ik samen met Alba en Timmi naar het treinstation. Het is druk in Tirana, voordat we bij het treinstation zijn, is het drie kwartier later. We lopen het terrein op naar de barakken. Hier wonen ongeveer 40 gezinnen. Ze wonen in
zelfgemaakte krotten gemaakt van hout, karton, en plastic. Overal ligt afval en het is er ronduit smerig. De naam vuilnisbelt zou hier goed tot zijn recht komen. Hier wonen de Roma zigeuners. M ensen zonder werk, zonder toekomst met als perspectief een leven ver onder de armoede grens. Er zij hier veel zwangere vrouwen, vaak nog jonge meisjes niet ouder dan twaalf dertien jaar. veel kleine kinderen banen zich een weg op blote voetjes door al het afval wat overal rondslingert .Als ik hier loop word ik altijd boos op de regering. De kinderen in het kinderhuis krijgen alle liefde en aandacht die ze nodig hebben. Wij moeten ons houden aan de regels van de staat, krijgen constant controle en hier wordt niet naar omgekeken. Geen elektriciteit, geen water, waarom doet de regering hier niets aan. Ik vind het mensonterend hoe de mensen hier leven. Het vee bij ons hebben een beter leven dan deze mensen. We lopen verder en al gauw staan er een heleboel kinderen om ons heen en in een mum van tijd zijn we door alle broodjes heen. Ook de grote fles water is gauw leeg, het is onvoorstelbaar hoeveel dorst deze kinderen hebben. Overigens niet verwonderlijk met een temperatuur van 40 graden Celsius. Als we alle broodjes uitgedeeld hebben gaan we weer weg, uit gezwaaid door de kinderen van de zigeunergemeenschap. Een klein jongetje roept ons na. Anna a do të vish prapë nesër? ( Anna kom je morgen weer?) Ik beloof hem dat ik zeker van de week terug kom. M aar morgen niet dan zijn er andere straatkinderen aan de beurt.
We gaan richting Dajt. Ik heb beloofd aan Teuta dat ik water zal halen. In Tirana is een groot probleem met het water. Vaak is het water de hele dag afgesloten, of ze hebben maar een paar uur per dag water. Wij kunnen ons dat niet voorstellen in Nederland, wij hoeven de kraan maar open te draaien en we hebben 24 uur per dag water. We nemen twaalf grote flessen mee en rijden een stuk de bergen in waar een speciale plek is om water te tappen. Overigens niet zonder
gevaar het vereist enig klimwerk. Gelukkig hebben we Timmi bij ons die voor ons de flessen vult. Teuta is overgelukkig met de 72 liter water. Ze kan weer een paar dagen vooruit. Na de lunch gaan we weer terug naar M usqheta. Ik heb Bihona dekens beloofd en die wil ik nog even langs brengen. Bihona is echter niet thuis. Ze is nog aan het werk op het land. We geven de dekens aan haar zoon. Bihona woont vlak bij het huis van het gezin waarvan wij twee kinderen in de dagopvang hebben. Gina 4 jaar oud en klevisi 6 jaar oud. Deze kinderen komen uit een heel arm gezin. Vader heeft geen werk en is dus de hele dag thuis. M oeder werkt de hele dag samen met vader op het land. Ze hebben een klein moestuintje waar ze aardappels en groente op verbouwen. M aar verder hebben ze geen enkele vorm van inkomen. De twee kinderen komen gelijk naar ons toe, ze vinden het leuk dat we op bezoek komen. Bij vader en moeder bespeur ik enige schaamte. Voor dit gezin is het een zegen dat hun kinderen bij de dagopvang zitten. De vader en moeder zijn hier heel dankbaar voor. Ze weten dat ondanks hun armoede de kinderen in ieder geval krijgen wat ze nodig hebben. . We nemen afscheid van dit gezin We beloven de moeder om te kijken of er voor deze kinderen nog wat kleding en schoenen in het magazijn liggen. Ik ga vroeg naar bed. De dagen zijn lang en vermoeiend. Zamira en ik kijken uit naar maandag. Dan is al het personeel er weer en kunnen we de kinderen weer overgeven aan hen.
Vrijdag 23 juli, Om half elf heb ik afgesproken met Alex om naar de waterfabriek te gaan. In deze fabriek wordt het water uit de bergen in flessen gedaan. Ook maken ze allerlei soorten frisdrank. Voor Emra en Xhoana leuk om te zien hoe dit allemaal gaat. De weg naar Tirana is een kronkelige hobbelweg inclusief gaten en butsen. M aar met een schitterend uitzicht en aan beide kanten bergen. Zodra je Tirana binnenkomt, verandert alles in een big mess. Het verkeer is chaotisch. Auto’s die van alle kanten komen en hun eigen verkeersregels volgen. Politieagenten die op hun manier het verkeer staan te regelen, en zo de chaos compleet maken Volgens mij hebben ze hier maar twee verkeersregels. 1: In beweging blijven. 2: Het overige verkeer niet raken. Je ziet ook bijna geen auto’s rijden zonder schade.
We hebben om half elf afgesproken met Alex, maar voordat we door het verkeer heen zijn is het half twaalf als we bij Alex aankomen. Een uur later dan afgesproken, maar voor Albanese begrippen heel gewoon. We drinken de inmiddels koud geworden koffie en gaan dan op weg naar de waterfabriek .Emra en Xhoi kijken hun ogen uit hoe al dat water in grote flessen gaat. Nog interessanter is het om te zien hoe van een klein plastic flesje een grote fles van acht liter wordt opgeblazen. In deze fabriek worden ook allerlei soorten frisdrank in flessen gedaan. Van de baas krijgen we iets te drinken aangeboden en hij vraagt of we wat mee naar huis willen nemen. Ik zeg al heel blij te zijn met een paar flessen water. Vervolgens wordt de auto volgeladen met 25 acht liter flessen water. Zamira zal er blij mee zijn. Hierna neemt Alex ons mee naar een andere fabriek. Een klein fabriekje waar ze allerlei soorten levensmiddelen hebben. De directeur is een vriend van Alex en nodigt ons uit in zijn kantoor. Hij vraagt van wie de kinderen zijn die we bij ons hebben. Ik vertel de man over ons kinderhuis en als we hier weggaan zijn we een paar kilo witte kaas, een doos met blikken melk, en een doos met flessen rode saus voor de macaroni rijker. Het lijkt wel of we vandaag op strooptocht zijn.. Het allermooiste is dat het niets kost, en we hebben een leuke dag. Emra en Xhoana hebben heel wat te vertellen als ze weer thuis zijn. We brengen Alex weer naar huis en geven Alex wat van de flessen water. Ook hij heeft problemen met het water in zijn huis. Ook voor ons is het tijd om naar huis te gaan. Gelukkig is het niet zo druk op de weg. Onderweg stoppen we bij de slager om wat vlees mee te nemen. Zamira heeft hier om gevraagd. Het is een klein slagerijtje, het vlees ziet er goed uit, de winkel is schoon, maar voor mij toch maar liever een tosti vanavond. Zamira zegt dat ik het best kan eten. M aar ik bedank voor de eer en geniet van mijn tosti.
Zaterdag 24 juli,
Vanmorgen gaan we eerst naar de straatkinderen en daarna gaan we boodschappen doen. We smeren broodjes en nemen water mee. Deze straatkinderen hebben hun plek bij de rivier Lana. Een vieze stinkende rivier die dwars door Tirana stroomt. Iedereen die zijn afval kwijt wil gooit het in de rivier. Als we langs de plek van de straatkinderen komen vraag ik hen of ze naar de andere kant willen gaan, dit inverband met het parkeren van de auto. Deze groep mensen is de groep waar Rina ook bij hoorde. Ik schreef hier met kerst over. Het meisje waarvan ze dachten dat ze leukemie had. Uiteindelijk bleek het lupus te zijn, een autoimmuunziekte. Ik vraag hoe het met haar gaat en waar ze op dit moment is. Sonela één van de vrouwen vertelt mij dat het niet goed met haar gaat. Ze ligt of bij Rabia de zigeuner moeder thuis of in het ziekenhuis. Rabia is op dit moment niet in Tirana maar in Durrës . Ik zal haar volgende week opbellen om een afspraak te maken. Ik wil graag naar Rina toe om te kijken hoe het met haar gaat. Emra en Xhoi helpen mee met het uitdelen van de broodjes.
We gaan naar de markt en doen onze boodschappen. Het is druk op de markt . We halen wat fruit voor de kinderen. En lopen langs de kraampjes. Emra en Xhoana genieten ervan dat ze de hele week al met ons zijn. Het zal hen tegenvallen als iedereen weer terug is maandag.
Als we weer thuis zijn vragen ze of we nog even naar de rivier gaan en is pas vijf uur. De rivier is niet zo ver weg dus dat gaan we nog maar even doen. Als we weer thuis komen staat Bihona voor de deur. Ze komt mij bedanken voor de dekens. Ze heeft maïs meegenomen en vraagt of ik een keer met haar mee wil naar haar dochter in de bergen, maar pas als de vrachtwagen geweest is want natuurlijk moet er kleding voor de tweeling mee. De tweeling is drie jaar en heeft volgens haar niets om aan te trekken. Ik beloof haar dat ik met haar mee zal gaan. Bihona gaat weer naar huis. Het is inmiddels alweer zeven uur. We gaan samen met de kinderen muffins maken. M orgen is het zondag dus hebben we iets lekkers voor bij de koffie. We nemen een vrije dag met de kinders. Ik ga thuis een preek luisteren en daarna met de kinderen bijbelstudie. M aar verder even niets. Lekker uitrusten, boekje lezen. Dus voor deze week ben ik klaar met de nieuwsbrief. M aandag is het kinderhuis weer vol kinderen er daar zie ik naar uit. Het huis is leeg met maar zo weinig kinderen.