COMMISSIE VISSERIJ Bezoek van een delegatie aan de autonome regio Azoren van 17 t/m 19 juli 20021 Dinsdag 3 september 2002
1. Inleiding De archipel der Azoren, één van de ultraperifere regio’s zoals bedoeld in artikel 299, lid 2 van het EG-Verdrag, bestaat uit een negental eilanden, verdeeld in drie groepen: in het westen Flores en Corvo, in het midden Terceira, Graciosa, São Jorge, Pico en Faial en in het oosten São Miguel en Santa Maria. De eilandengroep ligt geïsoleerd in de Atlantische Oceaan,1600 km ten westen van Portugal en 4000 km ten oosten van de Verenigde Staten. Door de grote geografische spreiding van de eilanden onderling en hun isolement ten opzichte van andere eilanden en het vasteland is de Exclusieve Economische Zone waartoe zij behoren zeer uitgestrekt (ongeveer 984.300 km2). Deze zone draagt de benaming ICES X en CECAF 34.2.0. Het officiële gedeelte van het bezoek beperkte zich tot het eiland São Miguel2. 2. Bezoeken, vergaderingen en/of ontmoetingen3 De leden van de delegatie hebben een bezoek gebracht aan de visafslagen in Ponta Delgada en Rabo de Peixe, twee scheepswerven (de Serfibraswerf in Canada das Murtas en de scheepswerf van Rabo de Peixe), een aantal havens (Rabo de Peixe, Ribeira Quente, Vila Franca en Caloura) en de fabriek voor tonijnconserven COFACO in Rabo de Peixe. De delegatie heeft gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de vissersvakbond en de coöperatie Porto de Abrigo, de leiding van de Maritieme zone van de Azoren, de regionale delegatie van het Maritieme haveninstituut en de regionale inspecteur voor de visserij. Tevens heeft zij een gezamenlijke vergadering gehouden met de Vereniging van producenten van tonijn en soortgelijke vissen van de Azoren (APASA) en andere reders. ______________ Externe vertaling
1
De voorzitter en een aantal leden van de delegatie hebben hun bezoek officieus voortgezet tot 24 juli 2002. Tijdens het officieuze gedeelte werd ook een bezoek gebracht aan de eilanden Terceira, Faial, Pico, Flores en Corvo. 3 Tijdens het officieuze gedeelte van het bezoek hadden de voorzitter en een aantal leden van de delegatie bovendien ontmoetingen met de minister van de Republiek (de vertegenwoordiger van de Portugese overheid in de regio), de voorzitter van het regionale parlement, leden van de commissie economische zaken van het regionale parlement, burgemeesters van verschillende gemeenten (Angra do Heroísmo en Santa Cruz), vertegenwoordigers van de afdeling oceanografie en visserij van de Universiteit van de Azoren en vertegenwoordigers van de visserijsector; tevens werd een bezoek gebracht aan verschillende havens ( São Mateus en Biscoitos op Terceira; Horta op Faial; Calheta do Nesquim en Lajes op Pico; Santa Cruz en Ponta Delgada op Flores) evenals aan het museum van de walvisvaarder op Pico. 2
DV\470514NL.doc
NL
PE 309.232
NL
De delegatie is ontvangen door een vertegenwoordiger van de voorzitter van de regionale regering (de regionaal secretaris van het voorzitterschap van financiën, planning en Europese zaken) en door de regionaal secretaris voor landbouw en visserij, met wie een interessante gedachtewisseling is gevoerd. Tijdens het bezoek is de delegatie begeleid door verschillende afgevaardigden van het regionale parlement evenals door vertegenwoordigers van lagere overheden en van de visserijsector. Bij de bezoeken aan de havens, de scheepswerven en de conservenfabriek zijn er tal van rechtstreekse gesprekken gevoerd met vissers en andere personen die in de visserijsector werkzaam zijn. Bij deze gelegenheden kon de delegatie zich een beeld vormen van de angsten en zorgen die bij de mensen leven, vooral ten aanzien van de gevolgen van de hervorming van het GVB voor de visserij en de vissersgemeenschappen in de regio. Aan het einde van het bezoek is een persconferentie gehouden. Bij deze gelegenheid hebben de voorzitter, de ondervoorzitter en een aantal Portugese leden van de Commissie visserij hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. 3. De wezenlijke kenmerken en problemen van de visserijsector op de Azoren 3.1. Visserijzones De natuurlijke rijkdom van de EEZ van de Azoren is lang niet zo groot als haar enorme uitgestrektheid doet vermoeden. Dit is te wijten aan een aantal factoren die bij elkaar genomen de potentiële mogelijkheden aanzienlijk verminderen: er ontbreekt een continentaal plateau, de visgronden liggen verspreid over het oceanisch plateau en zijn gescheiden door diepe afgronden, waardoor de migratie van de demersale soorten wordt belemmerd en er waarschijnlijk substocks bestaan. Tevens is de zeebodem uiterst oneffen en de zee over het algemeen diep, hetgeen nadelige gevolgen heeft voor het ecosysteem en beperkingen oplegt aan de visserijpraktijken. Daar komt nog bij dat de archipel in een ecologische overgangszone van de noordelijke Atlantische Oceaan en dientengevolge dicht bij de grenzen van de verspreiding van tal van soorten ligt (naar het noorden en/of zuiden), bijvoorbeeld van tonijnen en een aantal demersale vissen (in de loop van het jaar kent het milieu van de Azoren grote schommelingen, hetgeen aanzienlijke gevolgen heeft voor de visstand, de bewegingen en de vangst van tal van soorten die van commercieel belang zijn). Tot besluit kampt de zone met een lage primaire productiviteit in vergelijking met het continentaal plateau. De visserijactiviteit op de Azoren concentreert zich op de exploitatie van visserijzones met een diepte van minder dan 600 meter (net onder de kust en bepaalde visgronden), die normaal gesproken worden aangeduid als potentiële visserijzones en waar vrijwel alle bodemzeevis evenals de meeste pelagische vissen, vooral tonijnen, die in de havens van de Azoren worden aangevoerd, worden gevangen. Door het ontbreken van een continentaal plateau bestaat echter slechts 0,8% van de EEZ uit visgronden met een diepte van minder dan 600 meter en 6,8% uit visgronden met een diepte tussen de 600 en de 1500 meter. Dit betekent dat de plaatselijke vissers visgronden moeten exploiteren die op grote afstand, soms meer dan 50 mijl, van de eilanden liggen.
PE 309.232
NL
2/7
DV\470514NL.doc
NL
3.2. De vloot De vissersvloot bestaat voor het merendeel uit als schepen voor de lokale visserij aangeduide kleine schepen die onder de kust of op geringe afstand van de kust opereren en die zich richten op de vangst van demersale en kleine pelagische vissen (horsmakreel en Spaanse makreel). Deze schepen beschikken over een motorvermogen van minder dan 75 kW en hun aanvoer beloopt enkele honderden kilo’s. Voorts zijn er 211 iets grotere en autonomere schepen voor de kustvisserij die over het algemeen insgelijks onder de kust vissen. Hun activiteiten richten zich op de vangst van zwaardvissen en andere trekkende vissen of demersale vissen. De tonijnvloot, die met behulp van verandanetten vist, bestaat momenteel uit 31 schepen met een lengte over alles van 17 à 31 meter. De vloot van zeeschepen bestaat uit schepen met een groter motorvermogen die hun activiteiten overal op de Atlantische Oceaan uitoefenen. Op 30 juni 2001 bestond de op de Azoren geregistreerde vissersvloot uit 1626 schepen, waarvan er 86% tot de lokale en 13% tot de kustvloot behoorden. De totale tonnage (BRT) beliep 13303 BRT en het motorvermogen 49310 kW. 56% van het BRT en 66% van het motorvermogen komt voor rekening van de kustvloot. De vijf in Ponta Delgada geregistreerde zeeschepen zijn goed voor 34% van het brutotonnage en 14% van het motorvermogen. Meer dan 90% van de vloot bestaat uit open boten die voor het merendeel ouder dan 25 jaar zijn. Uit een door Megapesca in 2000 uitgevoerd onderzoek is gebleken dat 53,4% van de schepen van de actieve vloot1 een inkomen van jaarlijks minder dan 12.500 euro behaalde en dat slechts 11% van de totale vloot een inkomen van meer dan 75.000 had. 3.3. Vistuig, milieuoverwegingen Op de Azoren doet het probleem van de overbevissing zich niet voor, aangezien van oudsher een preventief beheer is gevoerd en vooral op ambachtelijke wijze wordt gevist met uiterst selectieve visserijtechnieken. In de regio word niet met trawlnetten gevist, wordt slechts in beperkte mate gebruik gemaakt van geankerde kieuwnetten voor de vangst van de zwarte haai en is het gebruik van drijvende kieuwnetten alleen toegestaan op kleine schepen en alleen in gebieden met geringe diepte. Voorts mogen ringzegens alleen maar worden gebruikt voor de vangst van kleine pelagische vissen en wordt bij de visserij op grote pelagische vissen (tonijnen en soortgelijke vissen) gebruik gemaakt van de (hoogst selectieve) verandanetten. Het gebruik van grondbeugen is in de nabijheid van de kust geheel verboden. Tegelijkertijd is er op de Azoren met het oog op het behoud van de visstand en het zelfbeheer een groot aantal (17) beschermde zeegebieden ingesteld die op de lange termijn een duurzame visserijactiviteit dienen te waarborgen. Een ander voorbeeld van deze op regionaal niveau genomen maatregelen is het verbod op de visserij in de driemijlszone rond de eilanden van de archipel. De EEZ van de Azoren ligt op de Middenatlantische Rug, een in geologisch opzicht uiterst gevoelig gebied, op de grens tussen het Eurazische, het Afrikaanse en het Noord-Amerikaanse continentaal plat. Er bevinden zich warmwaterbronnen en rijke ecosystemen met unieke, maar ook zeer kwetsbare soorten. Iedere overexploitatie van de bestanden kan slechts met de grootste moeite en pas na lange tijd worden hersteld, wat betekent dat de ontwikkeling van de visserij-inspanning nauwlettend in het oog moet worden gehouden.
1
Overeenkomstig ditzelfde onderzoek behoorden in het jaar 2000 slechts 55% van de schepen tot de actieve vloot (d.w.z. schepen die op zijn minst één keer vis op de visafslag hebben verkocht); dit komt overeen met 46% van de tonnage en 60% van het motorvermogen van de geregistreerde vloot.
DV\470514NL.doc
NL
3/7
PE 309.232
NL
De liberalisering van de toegang tot de EEZ van de Azoren voor de zeer machtige communautaire vloot die gebruik maakt van vistuig dat een ernstige aanslag zal plegen op de bestanden, geeft aanleiding tot ernstige bezorgdheid in de regio, vooral in het licht van de grote ecologische kwetsbaarheid van de zone. 3.4. Mate van afhankelijkheid van de visserij De geïsoleerd liggende eilandengroep de Azoren is in sociaal en economisch opzicht afhankelijk van de visserij. Deze sector biedt niet alleen directe en indirecte werkgelegenheid, maar voorziet ook in het belangrijkste uitvoerproduct en is een belangrijke voedselbron voor de bevolking. - Werkgelegenheid In 1998 waren er van een geschat totaal aantal van 94.612 werknemers op de Azoren 3.048 als visser werkzaam en 873 in de visverwerkende sector. Dit komt neer op een aandeel van de visserijsector in de werkgelegenheid van 4,1% (3,2% in de visserij zelf en 0,9% in de verwerking). In de visverwerking is de tonijnconservenindustrie de grootste bedrijfstak, die goed is voor ongeveer 89% van de werkgelegenheid in de sector. Veel van het werk wordt door vrouwen verricht, hun aandeel ligt tussen de 75% en de 80%. In de groot- en detailhandel zijn in totaal 237 mensen werkzaam, van wie 57% in de visafslagen. De huishoudens in de vissersgemeenschappen zijn over het algemeen groot en bestaan uit gemiddeld meer dan zeven personen. In meer dan 80% van de gezinnen verricht de vrouw geen betaalde arbeid, hetgeen betekent dat van de hoge werkloosheid nog meer mensen de dupe worden dan op het eerste gezicht lijkt, met alle sociale gevolgen van dien. - Het economisch belang van de sector De visserij op demersale vissen vormt zowel qua aanvoer als qua economische waarde momenteel de belangrijkste tak van de visserij, gevolgd door de visserij op kleine pelagische vissen en tonijnen. De uitvoer van verse vis, een activiteit die vooral door kleine ondernemingen wordt uitgeoefend, is een uiterst belangrijke bedrijfstak binnen de visserijsector, terwijl de diepvriessector slechts een onbeduidende, zo niet geheel geen rol speelt. Alhoewel de uitvoer van visproducten tussen 1995 en 2000 met 28% is gedaald, lag het aandeel van deze goederen in de totale export het afgelopen jaar nog steeds bij 40,31%1. De belangrijkste tak van de visverwerking op de Azoren is de conservenindustrie, die vooral tonijnen verwerkt. De conserven zijn vrijwel geheel voor de export bestemd. Deze sector kampt echter met een reeks problemen die te wijten zijn aan de drastische daling van de aanvoer van plaatselijke grondstoffen en de hieruit voortvloeiende sterkere afhankelijkheid van invoer.
1
Er zij echter op gewezen dat bij de berekening van de uitvoer van visproducten geen rekening is gehouden met de consumptie op het Portugese vasteland, één van de belangrijkste markten voor visproducten van de Azoren, en evenmin met de aanvoer naar het vasteland met eindbestemming in andere landen.
PE 309.232
NL
4/7
DV\470514NL.doc
NL
3.5. Inspectie en controle Door de uitgestrektheid van de EEZ van de Azoren en de schaarse middelen waarover de regionale visserij-inspectie en de leiding van de maritieme zone beschikken, worden het toezicht en de controle aanzienlijk bemoeilijkt. Tijdens het bezoek werd er onder meer op gewezen dat minder kostbare controlesystemen moeten worden gevonden en dat de middelen voor elektronisch toezicht moeten worden gecompatibiliseerd en geharmoniseerd om de opsporing en de plaatsbepaling van schepen te vergemakkelijken. 3.6. De stand van de tonijnvisserij Sinds 1998 is de vangst van tonijnen dramatisch gedaald. Terwijl er in 1998 nog 7695 ton werd gevangen, was de aanvoer in 2001 gekelderd tot nog maar ongeveer 1479 ton. Alhoewel deze situatie aan meerdere factoren te wijten zou kunnen zijn2, gaan de plaatselijke verantwoordelijken en vertegenwoordigers van de sector er, gesteund door verschillende vooraanstaande wetenschappers, van uit dat deze daling vooral te wijten is aan de overbevissing van tonijnen en aan de in de Golf van Guinea toegepaste methodes. Volgens de verantwoordelijken van de Azoren wordt tonijn in dit cruciale paai- en kraamgebied massaal met behulp van ringzegens gevangen, hetgeen op de korte termijn rampzalige gevolgen zou kunnen hebben voor de tonijnbestanden in de zuidelijke Atlantische Oceaan. Hoe ernstig de situatie is, blijkt uit het feit dat de Azorische conservenindustrie in 2001 ongeveer 89% van de grondstoffen heeft moeten invoeren. 3.7. De compensatieregeling voor extra kosten in het kader van POSEIMA Uit hoofde van POSEIMA komt slechts een bepaalde groep van vissen voor steun in aanmerking. Dit betekent dat de producenten en exporteurs tussen 1998 en 2001 voor een groot deel van de in de autonome regio gevangen demersale vissen (lipvis, meerval, zeebaars, zeebrasem, zonnevis, zaagbaars, congeraal, gaffelkabeljauw, doornhaai, zwarte haarstaart, e.a.) geen steun hebben ontvangen. 4. De angsten en suggesties van de bewoners van de Azoren Tijdens de vergaderingen en ontmoetingen met zowel vertegenwoordigers van de vissers en reders als met de regionale autoriteiten is gebleken dat de Azoren op het gebied van het gemeenschappelijk visserijbeleid vasthouden aan de richtsnoeren zoals die zijn opgenomen in het voorstel dat op 8 mei 2002 is vastgelegd door de regionale visserijraad van de autonome regio. Hierin is voorzien in: - handhaving van verordening nr. 2027/95 van de Raad van 15 juni 1995 of de fundamentele beginselen hiervan aangaande de instelling van een beheersregeling voor de visserijinspanning ten aanzien van demersale soorten, bodemvis en schaaldieren in de wateren die onder Portugese soevereiniteit en jurisdictie vallen in de zones ICES X en CECAF 34.2.0 en waarin alleen visserij-inspanningen voor Portugal zijn toegestaan;
2
In het bijzonder veranderingen in het milieu.
DV\470514NL.doc
NL
5/7
PE 309.232
NL
- handhaving van verordening nr. 685/95 van de Raad van 27 maart 1995 of de fundamentele beginselen hiervan met het oog op de voortzetting van: ·
· ·
het verbod op de toegang van Spaanse tonijnvissers tot de wateren rond de eilanden in de sectoren ICES X en CECAF 34.2.0 (Azoren en Madeira) die onder Portugese soevereiniteit of jurisdictie vallen en op de toegang van Portugese tonijnvissers tot de insulaire wateren die onder soevereiniteit of jurisdictie van Spanje vallen in de zone CECAF (Kanarische eilanden), eventueel met uitzondering van vaartuigen die met traditioneel vistuig vissen in het kader van een overeenkomst tussen de twee lidstaten; het verbod op visserij-inspanningen van onder Spaanse vlag varende vaartuigen die vissen met drijvende beugen en sleeplijnen in het subgebied van de EEZ Azoren van Portugal (ICES X en CECAF 34.2.0); het verbod op het gebruik van de ringzegen voor de visserij op tropische tonijnen (bonito, grootoogtonijn en geelvintonijn) in de wateren die onder Portugese soevereiniteit of jurisdictie vallen in de zone ICES X benoorden 36º 30' noorderbreedte.
- de handhaving van verordening nr. 894/97 van de Raad van 29 april 1997 of de fundamentele beginselen hiervan aangaande bepaalde technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden in de wateren die onder de soevereiniteit of jurisdictie van de lidstaten vallen. In deze verordening is voorzien in een algemeen verbod op het gebruik van drijfnetten in de wateren die onder Portugese soevereiniteit of jurisdictie vallen in de sectoren ICES X en CECAF 34.2.0; - de instelling van een beschermd gebied in de wateren die onder Portugese soevereiniteit of jurisdictie vallen in de sectoren ICES X en CECAF 34.2 met inbegrip van een verbod op het gebruik van sleepnetten voor de vangst van demersale of bodemvissen in dit gebied, overeenkomstig de mededeling van de Commissie waarin een communautair actieplan is opgenomen om milieubeschermingseisen in het gemeenschappelijk visserijbeleid te integreren (COM(2002)186 def.); - de uitbreiding van de visserijzone voor exclusief gebruik door de vloot van de autonome regio van de Azoren tot 50 mijlen uit de kust voor alle zeedieren (demersale vissen, bodemvissen, schaaldieren, grote trekkende vissen en kleine pelagische vissen), met het oog op de handhaving van het beginsel van relatieve stabiliteit. Een en ander is vastgelegd in de resolutie die tijdens de zevende conferentie van de voorzitters van de ultraperifere regio’s op 25 september 2001 te Lanzarote met algemene stemmen werd aangenomen; - beheer van de visbestanden en van de visserij-inspanning met het oog op het behoud en een duurzame exploitatie van de rijkdommen van de zee in de wateren die onder Portugese soevereiniteit of jurisdictie vallen in de sectoren ICES X en CECAF 34.2.0 door een regionale adviesraad voor de visserij met zetel in de autonome regio. Deze raad zou alle bij de sector betrokken partijen evenals technische, wetenschappelijke, economische en ecologische kringen moeten omvatten en door de Commissie in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid moeten worden erkend; - de toepassing van het voorzorgsprincipe bij eventuele wijzigingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid die gevolgen zouden kunnen hebben voor de huidige intensiteit van de visserij-inspanning of die deze aanzienlijk zouden kunnen wijzigen, rekening houdende met het zeer heterogene karakter van de demersale en bodemvisserij die in de regio wordt uitgeoefend. Tevens wordt aangedrongen op een voorafgaande PE 309.232
NL
6/7
DV\470514NL.doc
NL
wetenschappelijke en preventieve evaluatie van alle mogelijke gevolgen (op milieu-, sociaal en economisch gebied) die zouden kunnen voortvloeien uit de wijziging van de huidige intensiteit van de visserij-inspanning in de belangrijkste visserijzones in het deelgebied Azoren van de EEZ van Portugal; Tegen deze achtergrond zijn de Azoren van mening dat bij de herziening van de regels voor de toegang tot de wateren en de rijkdommen met het oog op een duurzaam beheer en een duurzame exploitatie de voornoemde communautaire verordeningen niet zouden moeten worden gewijzigd ten aanzien van het deelgebied Azoren van de EEZ van Portugal zonder bij wijze van alternatief een beschermde zone (“box”) van 409.502 km2 met de volgende grenzen in te stellen: noordelijke grens - 41º 00' noorderbreedte zuidelijke grens - 36º 30' noorderbreedte zuidwestelijke grens –200 mijl van de EEZ van de Azoren tussen 36º 30' noorderbreedte en 034º 00' westerlengte noordoostelijke grens – 200 mijl van de EEZ van de Azoren tussen 41º 00' noorderbreedte en 024º 00' westerlengte westelijke grens - 034º 00' westerlengte oostelijke grens - 024º 00' westerlengte. Naast de voornoemde voorstellen pleiten de vertegenwoordigers van de visserijsector en de regionale autoriteiten van de Azoren bovendien voor: - handhaving van de steun voor de vernieuwing en modernisering van de vloot en de havens omdat alleen op deze wijze voor betere arbeidsvoorwaarden en meer veiligheid kan worden gezorgd, de autonomie van de vaartuigen wordt vergroot en de inspanningen kunnen worden verlegd naar nieuwe visgronden en vissen die op grotere diepte leven, wat wederom zou leiden tot minder visserij-inspanning voor de kust en in de meest kwetsbare gebieden; - uitbreiding van de steun uit hoofde van verordening (EG) nr. 1587/98 tot alle vissen met het oog op een compensatie van de extra kosten die voortvloeien uit de ultraperifere ligging. 5. Conclusies Dit bezoek (dat volgde op een bezoek dat een delegatie van de Azoren enkele dagen daarvoor bracht aan de Commissie visserij te Brussel) vormde een uitstekende gelegenheid voor de delegatie van de commissie om zich een beeld te vormen van de situatie op de archipel. Tevens is nogmaals onder de aandacht gebracht dat bij de hervorming van het GVB rekening moet worden gehouden met de specifieke kenmerken van deze en andere ultraperifere regio’s. De delegatie heeft onderkend dat in het kader van deze hervorming moet worden gestreefd naar compromissen en oplossingen die het voortbestaan van de sterk van de visserij afhankelijke gemeenschappen en het behoud van de rijkdommen van deze autonome regio garanderen.
DV\470514NL.doc
NL
7/7
PE 309.232
NL