Juryrapport categorie 6 t/m 9 jaar van de Senaat namens de Nederlandse Kinderjury 2010
Bij deze 23e editie van de Nederlandse Kinderjury verschijnt voor het vijfde achtereenvolgende jaar een juryrapport. Dit juryrapport is opgesteld door de Senaat. De Senaat bestaat uit 12 kinderen (6 per leeftijdscategorie) uit heel Nederland.
De Senaat van de Nederlandse Kinderjury 2010 voor de categorie 6 t/m 9 jaar wordt gevormd door Mitzi Ivens, Nusheh Khosravan, Jos Kisjes, Yun Lucassen, Brent Wubben en Fleur Zomer.
De Senaat van de Nederlandse Kinderjury heeft de vijf boeken gelezen die de meeste stemmen kregen van de kinderen in Nederland. Naar aanleiding hiervan hebben zij vergaderd om te verwoorden waarom juist deze boeken zo worden gewaardeerd.
Voor de leeftijdscategorie 6 tot en met 9 jaar werden de volgende boeken gelezen:
Jubelientje krijgt jonkies van Hans Hagen (Querido) Een weerwolf in de Leeuwenkuil van Paul van Loon (Leopold) Mees Kees - Op kamp van Mirjam Oldenhave (Ploegsma) Fantasia IV - Het drakenei van Geronimo Stilton (De Wakkere Muis) Super Jan van Harmen van Straaten (Pimento)
Het oordeel van de Senaat over deze boeken staat verwoord in het hier bijgevoegde juryrapport.
BEKROOND DOOR DE NEDERLANDSE KINDERJURY 2010
Fantasia IV - Het drakenei Auteur:
Geronimo Stilton
Uitgever:
De Wakkere Muis
Op een nacht wordt Geronimo Stilton opgehaald door Prulletje Prulschrijver en de Regenboogdraak, voor een reis naar Fantasia. Dit keer heeft Alys, de prinses van de Zilveren Draken hem nodig. Het laatste drakenei is gestolen en nu dreigen de draken in Fantasia uit te sterven. Geronimo komt in actie en beleeft opnieuw een gi-ga-geweldig avontuur.
Veel Senaatsleden lazen Fantasia IV al voor de tweede, derde of vierde keer. Maar er blijft nog steeds genoeg te lezen en te zien. Het is een spannend verhaal, bijna een detective. De vele plaatjes zijn mooi en kleurrijk en leggen het verhaal goed uit. Ook de bijzondere letters vallen op. De extraatjes in het boek vallen erg in de smaak: de glow-in-the-dark pagina’s en natuurlijk de geurpagina’s. Er zijn twee pagina’s die verschrikkelijk stinken, zo erg dat ze er bijna een verstopte neus van kregen. Gelukkig zit er ook een bladzijde bij die wél lekker ruikt.
De Senaat vindt het heel raar dat ze niet weten die de schrijver is. De Senaatsleden hebben het op internet geprobeerd op te zoeken, maar hebben het niet gevonden. Het zou leuk zijn als ze zouden weten hoe de schrijver eruit zou zien. Ze vinden Fantasia IV leerzaam: zo hebben ze uit dit verhaal geleerd dat vrede heel belangrijk is, dat eerlijkheid het langst duurt en dat iedereen elkaar nodig heeft.
Wat de Senaatsleden wel jammer vinden, is dat alles uiteindelijk een droom blijkt te zijn. Het hele verhaal door geloofden ze dat Geronimo alles echt meemaakte, en op het einde blijkt hij het alleen maar gedroomd te hebben. Ze voelen zich hierdoor een beetje gefopt. Hoewel sommigen het ook wel weer cool vinden om over de droom van iemand anders te lezen, zeker als het zo mooi is opgeschreven.
Fantasia IV – Het drakenei kreeg de meeste stemmen van de Nederlandse Kinderjury 2010 in de categorie 6 t/m 9 jaar. De Senaat sluit zich graag bij dit oordeel aan en bekroont namens de kinderen in Nederland Fantasia IV – Het drakenei van Geronimo Stilton met de Prijs van de Nederlandse Kinderjury 2010.
GETIPT DOOR DE NEDERLANDSE KINDERJURY 2010
Jubelientje Auteur:
Hans Hagen
Uitgever:
Querido
De vriendin van Jubelientjes oma is ziek en daarom passen Jubelientje en haar oma zo lang op haar hondje Woepie. Jubelientje vindt het geweldig, want het hondje krijgt jonkies! In de nacht van de bevalling slaapt ze met oma in de keuken naast de hondenmand van Woepie. Wat zijn de jonge hondjes lief. Jubelientje wil er zelf ook graag eentje hebben.
Voor dit boek voelen de Senaatsleden zich eigenlijk een beetje te oud. De woorden zijn heel makkelijk, en het verhaal is ook een beetje voorspelbaar. Toch kunnen ze zich goed voorstellen dat jongere kinderen stemmen op dit boek. Het verhaal is mooi opgebouwd en vooral het onderwerp is leuk.
Veel kinderen houden van dieren, en vooral van jonge hondjes, dus dan maakt het eigenlijk niet meer zoveel uit hoe oud je bent. Als je het onderwerp leuk vindt, is het sowieso leuk om erover te lezen. Het stukje over het slapen in de keuken en de geboorte vonden ze erg mooi beschreven. Ze vonden het zielig dat Piep een spuitje kreeg, en ook herkenbaar, omdat ze zelf weleens zoiets hebben meegemaakt.
De Senaat is erg enthousiast over de strips tussendoor. Ze zijn grappig en vormen een leuke toevoeging op het verhaal. De andere plaatjes tussendoor vonden ze iets minder geslaagd. Vooral de briefjes die Jubelientje zelf had geschreven vonden ze een beetje onleesbaar en storend in het verhaal. Soms vonden ze de plaatjes dan niet goed bij het verhaal passen. Maar al met al vinden de Senaatsleden Jubelientje een leuk boek, vooral om aan hun jongere broertjes en zusjes voor te lezen.
GETIPT DOOR DE NEDERLANDSE KINDERJURY 2010
Een weerwolf in de Leeuwenkuil Auteur:
Paul van Loon
Uitgever:
Leopold
Dolfje wordt wakker middenin de dierentuin. Om hem heen zijn allemaal wilde dieren. Waar is hij? Wat is er gebeurd? Hij verstopt zich in een boomhut, waar hij ’s ochtends wordt gevonden door Daniël en Suzina. Wie is die vreemde jongen met dat witte haar en dat brilletje? Waarom worden alle dieren zo onrustig van hem en waarom doet hij zo raar als de volle maan opkomt?
In dit boek komen twee boekenseries van Paul van Loon samen, die over Dolfje Weerwolfje en die over de Leeuwenkuil. Dat vinden de Senaatsleden bijzonder, maar ook een beetje verwarrend. Want wie is nu de hoofdpersoon? Of zijn Dolfje, Suzina en Daniël alle drie hoofdpersonen?
Toch zaten er ook weer genoeg spannende en grappige stukjes in dit avontuur. Bijvoorbeeld als Dolfje naar de wc moet, en op de kattenbak gaat. Vooral de strips van de Pelikaanman die Daniël in zijn hoofd maakt vallen in de smaak.
Sommige Senaatsleden zijn al jaren fan en sommigen hebben broertjes of zusjes die helemaal idolaat zijn van Dolfje. Een van de Senaatszusjes leest soms zelfs wel twee Dolfje boeken op één dag! Voor een volgend boek willen de Senaatsleden liever dat Dolfje weer gewoon een eigen avontuur beleeft, en niet meer in de Leeuwenkuil zit.
GETIPT DOOR DE NEDERLANDSE KINDERJURY 2010
Mees Kees – Op kamp Auteur:
Mirjam Oldenhave
Uitgever:
Ploegsma
De klas van mees Kees mag op kamp! Natuurlijk hebben ze van Dreus een streng werkplan meegekregen, om er vooral een léérzame werkweek van te maken. Maar dat is geen probleem voor mees Kees. Zwemmen is namelijk ook werken. En zeesterren kun je veel beter in zee bestuderen dan in het museum. Was het maar een werkjáár in plaats van een werkweek!
Wat een leuke meester is mees Kees toch. De Senaatsleden hebben hardop gelachen bij het lezen van dit boek, sommigen wel om de twee minuten. Ze merkten dat het nóg leuker is om het boek voor te lezen: dan komen woordgrapjes nog beter uit. Het verhaal verveelt geen moment. Steeds weer zijn er leuke grapjes en geen bladzijde is hetzelfde. Iedereen heeft weer een ander favoriet zinnetje of lievelingshoofdstuk.
Ook is het best een beetje spannend, bijvoorbeeld als mees Kees in het bos is verdwenen. De Senaatsleden vonden het dan ook moeilijk om te stoppen met lezen. Mees Kees is dan wel niet zo goed in het uitvoeren van een werkplan, hij verzint wel hele goede dingen, bijvoorbeeld de mobiele WC voor in bed.
Alle Senaatsleden zouden wel bij mees Kees in de klas willen zitten, en dan samen op kamp willen gaan. Het is leuk dat het verhaal zo realistisch is, daardoor zou het ook bij jou op school kunnen gebeuren. Hoewel, hun eigen meester of juf in een Spiderman pyjama? Van die gedachte komen de Senaatsleden haast niet meer bij.
GETIPT DOOR DE NEDERLANDSE KINDERJURY 2010
Super Jan Auteur:
Harmen van Straaten
Uitgever:
Pimento
Jan is fan van Superman. Hij droomt ervan om net zo sterk en dapper als Superman te zijn. Wanneer hij een vallende ster ziet op de avond voor zijn achtste verjaardag, komt zijn droom ineens uit. Hij heeft superkrachten, waarmee hij mensen in nood kan helpen en waarmee hij het eindelijk op kan nemen tegen de grootste pestkoppen van de school. Langzamerhand wordt Jan net zo stoer en dapper als zijn held Superman.
Super Jan is een origineel boek met veel fantasie. Knap verzonnen van Harmen van Straaten. Hoewel sommige stukjes in het boek wel spannend waren, vond de Senaat het toch niet echt een heel spannend boek. Ze konden van tevoren al wel voorspellen hoe het ongeveer af ging lopen.
Wat de Senaat goed vindt, is hoe Jan en zijn vrienden veranderen in het verhaal. Eerst zijn ze vaak bang en zijn ze een beetje de losers. Maar op het einde zijn zij juist het aller-stoerst, en pakken ze de pestkoppen aan. De rollen draaien dus eigenlijk om.
De plaatjes in het boek zijn erg mooi! Wel was het nog mooier geweest als ze waren ingekleurd. Nu zijn ze soms een beetje onduidelijk en ook niet zo heel erg vrolijk. De krantenstukjes tussendoor vinden de Senaatsleden wel weer leuk, die zijn een leuke aanvulling op het verhaal.