Van vetkuif tot petticoat Lees- en verteltekst groep 5 t/m 7
voor de leerkracht Museumlesbeschrijving In de jaren vijftig tintelde het modebeeld van plezier. De chic van Parijs bestond naast de vrijpostige rock’n rollmode van de jeugd. In deze periode, net na de oorlog, was er veel behoefte aan vrolijkheid. Filmsterren drukten hun stempel op de mode van toen. Dat alles is te zien op de spectaculaire modetentoonstelling. Tijdens deze museumles worden de leerlingen zich er bewust van dat kleding niet alleen praktisch is, maar ook een soort taal. Een middel om te laten zien wie jij bent en bij wie jij wil horen. Zou jij als je had geleefd in die tijd een hoed hebben gedragen of een vetkuif, een petticoat of een mantelpak? Toch verandert kleding door de tijd heen steeds een beetje, dat noemen we mode. Na een jaar of wat vinden we dat wat hip was plotseling ouder-
Patroon Vogue
wets. En als het dan nog weer langer geleden is, laten ontwerpers zich juist weer inspireren door de mode van toen. De kinderen maken op zaal van hun favoriete kostuum een schets en krijgen in tweetallen zoekopdrachtjes. Ook doen ze aan de hand van stalen een stoffenquiz. Wie kent er het verschil tussen borduursel, tule en kant? Tussen nylon en katoen? Tenslotte experimenteren ze in tweetallen met een veelgebruikte ontwerptechniek van couturiers: mouleren. Mouleren is het draperen en met spelden vastzetten van stof op een pop of een model. Er staan speciaal voor de leerlingen levensgrote mouleerpoppen klaar en een kist vol textiel. Zo maken ze zelf een modeontwerp voor een filmster van nu – geïnspireerd door de Fabulous Fifties.
Lesdoelen
Kerndoelen
Praktische tips
De leerlingen bekijken modeontwerpen uit de jaren ’50 en kunnen hier enkele kenmerken noemen; zij weten daarbij wat er toen nieuw was, onder andere: petticoat, vetkuif & paardenstaart, bikini en twinset. De leerlingen kunnen enkele dingen noemen die in maatschappelijk opzicht nieuw waren in de jaren ’50, onder andere: televisie, plastic, kunststoffen, rock ’n roll. De leerlingen kennen de betekenis van enkele woorden en begrippen in relatie tot mode uit de jaren ‘50-: textiel, haute couture, confectie, petticoat, kokerrok, taille, twinset, draperen. De leerlingen kunnen enkele in de jaren ’50 veelvoorkomende textielsoorten van elkaar onderscheiden De kinderen maken met textiel zelf op een modepop een ontwerp voor een petticoat / cocktailjurk voor een door hen zelf gekozen ster/actrice en lichten hun ontwerp toe voor de groep.
1 NEDERLANDS
Deze lees- en verteltekst is bedoeld om naar eigen inzicht ter voorbereiding van de museumles te gebruiken. De inhoud ervan is een aanvulling op de inhoud van de museumles en valt hiermee bewust slechts gedeeltelijk samen. U kunt deze tekst bijvoorbeeld voorlezen, bespreken of als inspiratie gebruiken voor een andersoortige les. Uiteraard zult u dit materiaal voor groep 5 anders kunnen gebruiken dan voor groep 7. Ook treft u tot besluit suggesties aan voor een of meerdere les(sen) na het museumbezoek. Het is voor de kinderen fijn om bij hun naam te worden aangesproken in het museum. Een naambordje of -sticker op hun kleding werkt goed. Het is prettig als u de kinderen alvast zou willen uitleggen dat kunstvoorwerpen in een museum niet aangeraakt mogen worden. Het is toegestaan tijdens de museumles foto’s van uw leerlingen te maken – zónder flits/ statief.
Mondeling taalonderwijs De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.
12 NEDERLANDS Taalbeschouwing, waaronder strategieën De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.
54 KUNSTZINNIGE ORÏENTATIE De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
55 KUNSTZINNIGE ORÏENTATIE De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
56 KUNSTZINNIGE ORÏENTATIE De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
Deze lees- en verteltekst is ook te down loaden vanaf onze site: www.gemeentemuseum.nl. Ook handig in het geval u in de klas beschikt over een digitaal schoolbord/ smartboard.
voor de leerling Kleren Waarom dragen we eigenlijk kleding? Daar zijn een heleboel redenen voor. Op de eerste plaats dragen we kleren om ons te beschermen tegen regen, wind, kou en felle zon. In de Prehistorie werden dierenhuiden gebruikt om kleding van te maken. Later was er wol (om mee te breien en te weven), maar ook katoen, zijde en linnen. Allemaal natuurvezels. Sinds de 20e eeuw worden er vaak kunststoffen toegepast, zoals acryl en polyester. Op de labels die in de halsopening of in de zijnaad zitten, kun je altijd zien waar je kleren van gemaakt zijn. Ook beschermen kleren je als een tweede huid, waardoor je je minder snel bezeert. Maar al zou het buiten altijd de perfecte temperatuur zijn en kon je je helemaal nergens aan bezeren, dan nog zou je vast niet in je blootje naar school wandelen. We voelen ons in de buitenwereld prettiger als we ons lichaam bedekken. Je lichaam is privé – van jou en van niemand anders.
Kleding als taal Wat voor soort kleren draag je? In ieder geval kleren bij de gelegenheid passen. In een badpak naar een sollicitatiegesprek, is een beetje vreemd terwijl niemand ervan opkijkt als je dat draagt wanneer je op het strand zit. Kortom je past je kleren aan aan de situatie. Op school zul je het liefst kleren dragen die lekker zitten en waarin je je goed kunt bewegen. Verder heb je als kind meestal wel: sportkleding, kleren voor naar een feestje en in ons natte klimaat natuurlijk ook regenkleding.
Om te bedenken Kun je soorten kleding bedenken die jij zelf hebt en bij welke gelegenheid je die aantrekt?
Amerikaanse huisvrouw, ca. 1956
De meeste kinderen (en volwassenen trouwens ook) willen kleren aan die lijken op kleding van de anderen. Dan val je niet op en hoor je bij de groep. Toch heb je wel meer lef als je gewoon je gang gaat en je eigen smaak ontwikkelt. Kleding is dus eigenlijk ook een soort taal. Zonder iets te zeggen kan kleding veel duidelijk maken over jezelf. Ben je iemand die wil opvallen of juist niet? Ben je deftig, slordig of sportief ? Ben je een zakenvrouw, een stratenmaker of een punker? Dat kun je soms zien aan de kleren die iemand draagt – je kiest een stijl waarin je je prettig voelt.
Om woorden voor te vinden Wat voor soort kleren draag jij het liefst? Hoe zou je die typeren? Sportief, hip, of romantisch enzovoort? Zoek er de juiste woorden voor.
Om over te filosoferen In sommige religies is het gebruikelijk om je lichaam te bedekken met kleding. Streng christelijke vrouwen dragen vaak lange rokken die hun benen bedekken. Islamitische vrouwen dragen soms een hoofddoek om hun lange haar te verbergen. En dat doen zij om ervoor te zorgen dat mannen minder op hun lichaam letten. En juist aandacht hebben voor hun karakter. Wat vind jij ervan dat mannen zich niet zouden hoeven te beschermen tegen de blikken van vrouwen?
Met de mode mee Honderd jaar en langer geleden konden alleen rijke mensen meedoen aan de mode. De rest moest het doen met simpele thuis gemaakte spullen of afgedragen kleren van de rijken. Pas toen er confectiekleren kwamen en de welvaart iets eerlijker verdeeld raakte, werd mode iets voor iedereen. Vanaf ongeveer 1950 kwamen er zelfs verschillende modestijlen om uit te kiezen.
Hoe weet je eigenlijk wat het nieuwste van het nieuwste is? Dat kun je zien op televisie, maar net zo goed op straat. Natuurlijk presenteren tijdschriften ook de mode van het seizoen. Denk vooral niet dat mode alleen maar iets voor vrouwen is. Mannen letten meestal even veel op hun uiterlijk en worden net zo vaak modeontwerper of (foto-)model van beroep.
Eigenlijk doet nu bijna iedereen mee aan de mode. Of je dat nou wilt of niet. Dat komt doordat er in de winkels geen kleren te koop zijn die ‘uit de mode’ zijn. De een vindt het belangrijk om de allerlaatste mode aan te hebben en koopt elk seizoen alles gloednieuw. De ander doet liever een paar jaar langer met kleren of koopt mooie tweedehands spullen. Mode beperkt zich niet tot kleding. De schoenen en sieraden die je draagt horen erbij, maar ook de tas die je bij hebt, je kapsel en make-up. ‘Mode’ is dat alles bij elkaar.
Patroon Vogue
Om thuis te onderzoeken Kleren van meer dan tien jaar oud worden vanzelf een beetje raar om te zien – ouderwets. Bekijk het fotoalbum van je ouders maar eens toen die jong waren, dan kun je pas lachen. Maar vergeet niet dat jij over twintig jaar net zo hard wordt uitgelachen door jouw kinderen! Wat voor soort kleren hadden jouw ouders aan toen zij kinderen waren?
Om over te discussiëren Iemand die mooie kleren draagt, ziet er al snel leuker uit dan iemand die nooit iets anders dan z’n oude ‘kloffie’ aanheeft tenminste dat vinden veel mensen. Met welke van de twee uitdrukkingen ben jij het eens: 1. Kleren maken de man (dat betekent: je bent pas écht iemand met de juiste kleding aan); 2. Schoonheid zit van binnen (dat betekent: je karakter maakt je tot een mooi mens en niet je uiterlijk).
Confectie De meeste mensen dragen ‘confectie’. Dat is kleding die in heel grote series in fabrieken worden gemaakt. Meestal staan die fabrieken in Azië, India of Zuid-Amerika, waar de lonen laag zijn. Confectiekleding heeft vaste maten. De kleren die je koopt zijn dus niet op maat van jouw lijf gemaakt en er zijn duizenden dezelfde stuks van. Daarom maak je wel eens mee dat de pijpen van een broek te lang zijn, maar de tailleband juist goed zit. Bij iemand anders kan dat juist omgekeerd zijn. Confectie wordt ontworpen door ‘modeontwerpers’. Confectiekleren koop je in warenhuizen. Bij H&M of HEMA in Den Haag hangen precies dezelfde spullen als in de filialen in Amsterdam. Modeontwerpers kijken de kunst een beetje af bij de couturiers van de beroemde modehuizen. Ze maken de ‘haute couture’ een beetje na, maar dan simpeler en goedkoper.
Haute couture Wat is dat, ‘haute couture’? Het is een Frans begrip en vertaald betekent het: ‘de hoogste vorm van mode’. Kleding die zo bijzonder is van ontwerp en uitvoering dat het eigenlijk kunst is. Iemand die ‘haute couture’ ontwerpt heet een ‘couturier’. Voor haute couture worden de mooiste stoffen gebruikt en er komt nog veel handwerk aan te pas, bijvoorbeeld borduursels en versieringen met fijne kraaltjes. Een haute couture kledingstuk wordt precies op maat van de koper gemaakt en er is er vaak maar één van. Je begrijpt wel dat dit bedoeld is voor mensen met veel geld. Twee keer per jaar, in de herfst en in de lente, vinden er modeshows plaats in grote steden als Parijs, Milaan en New York. Daar wordt de collectie voor het komende seizoen door modellen getoond. De modellen, meestal lang en dun, showen de ontwerpen aan het publiek. Ze lopen zo elegant mogelijk op de beat van de muziek heen en weer over een lang en smal podium – dat noem je de ‘catwalk’. Dit soort modellen noemen we mannequins. In de zaal zitten niet alleen mogelijke kopers (zeer rijke), maar ook modejournalisten. Er verschijnen daarna foto’s en artikelen over wat ‘hip’ is in modebladen. En zijn ook mensen bloggen over mode. Hier halen modeontwerpers van confectie dan weer hun inspiratie uit. Confectiekleren worden dus van haute couture afgeleid.
Prada 2012
Tentoonstelling Fabulous Fifties Binnenkort ga je met je klas naar het Gemeentemuseum Den Haag. Daar kun je je op de tentoonstelling Fabulous Fifties vergapen aan de meest fantastische kleren. Je ziet er precies hoe mensen er in de jaren ’50 van de vorige eeuw uitzagen. Dat zijn dus bijvoorbeeld jouw opa en oma in toen ze zo oud waren als jij en hún ouders, jouw overgrootouders. Het was de periode direct na de Tweede Wereldoorlog. Iedereen had behoefte aan vrolijkheid en dat zie je aan de mode van toen. Amerika, het land van de bevrijders, was ‘hot’. De hippe rock ’n roll met muziek én dans kwam er vandaan, net als de glamourmode uit de Hollywoodfilms. De bikini werd ‘uitgevonden’. Jongens namen vet kuiven, meiden paardenstaarten. Met zwierige rokken die wijd uitstonden door onderrokken van tule dansten ze erop los. Het was de tijd waarin de TV werd uitgevonden, net als moderne materialen en textielsoorten zoals plastic en nylon. Vaders en moeders droegen weer een heel andere stijl kleding. Je ontdekt het op de tentoonstelling. Ook zul je zien dat de Fifties weer helemaal ‘in’ zijn. Modeontwerpers van nu laten zich erdoor inspireren.
Badkleding jaren ‘50
Jurk, ca. 1950-55, nylon
Museumles Van vetkuif tot petticoat Midden tussen alle kleren in het museum maak je een tekening van je favoriete modeontwerp. Ook ga je tijdens deze museumles zelf in tweetallen een outfit ontwerpen met stof. Speciaal daarvoor staan er echte paspoppen voor jullie klaar. Je kiest eerst zelf een ster / actrice uit voor wie jij een jurk met petticoat gaat ontwerpen. Maar denk nou niet dat het een ‘meidenles’ wordt! Wist je dat veel wereldberoemde modeontwerpers mannen zijn, vroeger en ook nu. Om er maar eens vijf te noemen: Christian Dior, Yves Saint Laurent, John Galliano, Aziz Bekkaoui en Victor & Rolf.
voor de leerkracht Kinderboeken
een blog en een website over mode & kostuum geschiedenis www.cultuurwijs.nl, bij het thema ‘mode’. http://www.thestylerookie.com/ (wereld beroemde Engelstalige modeblog van tienermeisje Tavi) Georgette Koning, Mode, uitg. Van Goor & zonen, 2006, ISBN 9789000037162 Serie van uitgeverij Ars Scribendi over Mode in de 20ste eeuw, beschikbaar zijn de volgende delen: Mode 1900-1920, ISBN: 9054957271 (9789054957270) Mode 1920-1940, ISBN: 9054957212 (9789054957218) Mode 1940-1960, ISBN: 9054957158 (9789054957157) Mode 1960-1970, ISBN: 9054957093 (9789054957096) Mode 1970-1980, ISBN: 9054957034 (9789054957034) Mode 1980-2000, ISBN: 9054956976 (9789054956976
Lessuggesties
voor ná de museumles Om te vergelijken: de Fifties toen en nu Modehuizen van nu laten zich inspireren door de mode in de jaren ’50 – de Fifties. Bijvoorbeeld Prada, Louis Vuitton en Balenciaga. Vergelijk maar. De Fifties mode aan de ene kant; de modeontwerpen van nu aan de andere. Zie je de overeenkomsten? Waarin lijken ze op elkaar? Patroon Charles Montaigne Dior Couture, 2012
Patroon Vogue Dior Couture, 2012
Avondjurken, kunststof, tule, midden en eind jaren ‘50 Dior Couture 2009
Om te ontwerpen: Mijn Fifties outfit Modehuizen van nu laten zich inspireren door de mode in de jaren ’50 – de Fifties. Dat kun jij ook. Wat wil jij ontwerpen? En waar laat jij je door inspireren? De kinderen maken een ontwerptekening voor een outfit met petticoat. © Gemeentemuseum Den Haag Tekst: Jet van Overeem
Constance Wibaut, jaren ‘50
Productie: sector Educatie en afdeling Foto & Vorm oktober 2012 Deze lees- en verteltekst is ook te downloaden vanaf onze site: www.gemeentemuseum.nl Ook handig in het geval u in de klas beschikt over een digitaal schoolbord/smartboard.
Collage: mijn stijl De kinderen knippen uit modetijdschriften de kleding die zij mooi vinden en verwerken deze tot een collage. Hierbij denken zij bewust na over compositie en kleur. Wat plak ik waar? Wat kan over elkaar heen? Wat moet groot of juist klein? Scheef of recht? Welke kleuren passen goed bij elkaar? Het moet er straks aantrekkelijk uitzien.