Reader stageweek
4 t/m 7 april stage, 8 april terugkomdag! 2011, leerjaar 3 Naam: Klas: Stagebedrijf: Stagebegeleider:
Inhoudsopgave Informatie voor de stagebegeleider………………...p. 3
Informatie voor de leerling……………………………..p. 5
Verplichte opdrachten…………………………………….p. 6 Opdracht 1, 2 en 3 zijn verplicht voor iedereen, opdracht 5 t/m 11 zijn verplicht als je geen stage hebt gevonden!
Opdrachten stagebezoek(en)……………….…………p. 7
Logboek stagedagen en schooldagen………...v.a. p. 9
Terugkomdag vrijdag 8 april geen stage..……p. 17
Terugkomdag vrijdag 8 april wel stage……….p. 19
Bijlage: het schrijven van een sollicitatiebrief…p. 21
Informatie voor de stagebegeleider Geachte heer, mevrouw, Allereerst willen wij u hartelijk danken voor het aanbieden van een stageplaats aan één of twee van onze leerlingen. Wij beseffen ons heel goed dat het heel wat van uw (kostbare) tijd en inspanning vraagt en we waarderen het enorm dat u hier tijd aan wilt en kunt besteden. Wat is de bedoeling? Van 4 t/m 7 april maken de leerlingen kennis met een bedrijf van hun keuze en de beroepen die binnen het bedrijf uitgeoefend worden. Wij beseffen ons dat de leerlingen, die momenteel in het derde leerjaar van het havo, vwo of gymnasium zitten, nog vrij weinig voor uw bedrijf zullen kunnen betekenen. Toch willen wij dat ze nu al kennis maken met werkzaamheden die een beroep zoal met zich meebrengt. Deze “beroepssnuffelstage” vindt nog vóór de profielkeuze plaats en is een onderdeel van het PPO-(praktische profieloriëntatie)programma van leerjaar 3. Na de beroepsstage maken de leerlingen hun profielkeuze (15 april). Zij kunnen kiezen uit de volgende profielen: cultuur en maatschappij (C&M), economie en maatschappij (E&M), natuur en gezondheid (N&G) en natuur en techniek (N&T). Naast de verplichte profielvakken, kunnen leerlingen (enkele) vakken uit de andere profielen kiezen. De bedoeling van deze beroepsstage: leerlingen komen actief in aanraking met beroepen die raakvlakken hebben met hun interesse en/of met het door hen gekozen profiel. Hoe gaat de beroepsstage in zijn werk? In principe komen de leerlingen 5 tot 6 uren per dag bij u stage lopen (meer mag altijd, tot een maximum van 8 uur per dag). De leerlingen krijgen enkele (algemene) opdrachten van ons mee, waar ze tijdens de stageuren aan mogen werken (zie verderop in deze reader). Echter, het werk dat u voor de leerlingen in gedachten heeft, gaat voor de algemene opdracht. Wij vragen u dan het logboek te ondertekenen, zodat duidelijk is dat er geen tijd is geweest om „onze‟ opdrachten te maken. De leerlingen zullen u waarschijnlijk vooral tijd kosten, dan dat het u iets oplevert. De leerlingen kunnen nu wel ervaren of deze beroepssector of bepaalde werkzaamheden juist wel of niet bij hen passen. Het is een prima idee, wanneer leerlingen tijdens de stage werkzaamheden moeten doen, die ze misschien liever later niet
willen doen of die ze nu nog best spannend vinden (bijvoorbeeld mensen bellen die ze niet kennen, verantwoordelijk worden gesteld voor een bepaalde administratieve klus, interviewvragen stellen aan voor hen onbekende mensen, de telefoon aannemen en een klant te woord staan…), maar ze leren hier ontzettend veel van! Over „werken‟ in het algemeen, maar ook over zichzelf als persoon! Dit soort vaardigheden leer je niet op school!
Mocht u nog vragen hebben, dan verzoek ik u per e-mail contact met ons op te nemen. E-mailadres vwo-leerlingen:
[email protected] E-mailadres havo-leerlingen:
[email protected] Nogmaals, mede namens de leerlingen, hartelijk voor uw bereidheid mee te werken aan deze beroepsstage! Met vriendelijke groet, mede namens de PPO-werkgroep bestaande uit Cees de Boon, Joop Verrips en Petra Visser, Sonia van den Broek PPO-coördinator vwo Lyceum Oudehoven
Corrine Verschoor PPO-coördinator havo
Informatie voor de leerling Beste leerling, In de informatie voor de stagebegeleider vind je informatie over de bedoeling van de beroepsstage. Het is dus de bedoeling dat je in totaal vier dagen stage gaat lopen. Je mag deze stage bij één stagebedrijf lopen, maar je mag ook meerdere bedrijven of beroepen „bezoeken‟. Elke stagedag duurt minimaal 5 en maximaal 8 uur. Overleg met je stagebegeleider wat wenselijk is. Denk eraan: aan hoe meer verschillende werkzaamheden en beroepen je mag „snuffelen‟, hoe zinvoller deze stageweek voor jou zal zijn! Natuurlijk zal je geen werk uit handen kunnen nemen, omdat je nu eenmaal nog geen opleiding hebt afgerond. Toch kun je wel ervaren of deze beroepssector of bepaalde werkzaamheden juist wel of niet bij je passen. Je zult tijdens je stage vast werkzaamheden moeten doen, die je liever later niet wilt doen of die je nu nog best spannend vindt (bijvoorbeeld mensen bellen die je niet kent, verantwoordelijk worden gesteld voor een bepaalde administratieve klus, interviewvragen stellen aan voor jou onbekende mensen, de telefoon aannemen en een klant te woord staan…), maar je leert hier ontzettend veel van! Over „werken‟ in het algemeen, maar ook over jezelf als persoon! Dit soort vaardigheden leer je niet op school! Laat zien wat je kan! Wat verwachten wij van je? -
-
Een enthousiaste houding! Deze reader + logboek per dag (met paraaf van je stagebegeleider) bij je mentor Antwoord op de opdrachten van blz. 5 (opdr. 5 t/m 11 facultatief, als je stage hebt gelopen) bij je mentor Bij een stage: antwoord op de opdrachten vooraf, de algemene opdrachten en een samenvatting van je antwoorden op de reflectievragen. De economische opdrachten zijn facultatief (overleg met je stagebegeleider). bij je mentor Presentatie op vrijdag 8 april (5 minuten per leerling) Artikel inleveren bij je docent Nederlands
Deze reader is je leidraad. Per dag is een bladzijde gemaakt, je vult dan ook per dag je werkzaamheden en je reflectie in. Dit betekent dat je elke stagedag invult wat je gedaan hebt en wat je geleerd hebt, je bespreekt dit met je stagebegeleider. Hij/zij zet dan een paraaf. Ben je een dag op school, dan vertel je wat je op school gedaan hebt, wat je geleerd hebt en een docent zet bij deze dag een paraaf. Deze parafen gelden als aanwezigheidscontrole. Heb je nog vragen? Stuur mij een e-mail! Veel succes en plezier gewenst! Groeten, ook namens de PPO-werkgroep (BC, VI en VS) mw. Van den Broek (vwo)
en
[email protected]
mw. Verschoor (havo)
[email protected]
Verplichte opdrachten Opdracht 1, 2 en 3 zijn verplicht voor iedereen, opdracht 5 t/m 11 zijn verplicht als je geen stage hebt gevonden! 1. 2. 3.
4. 5. 6. 7. 8.
9.
10. 11.
Naar welke stageplaatsen heb je zelf actief gezocht? Vertel waarom je juist voor deze stagebedrijven gekozen hebt. Is het gelukt een of meerdere stageplaats(en) naar je zin te vinden, in totaal voor vier dagen? Welke concrete stappen heb je zelf ondernomen om een stageplaats voor vier dagen te regelen? Benoem deze stappen (brief of e-mail gestuurd, gebeld, langs gegaan, vader/moeder ingeschakeld etc.).
Binnen welk werkveld zou je later willen werken? Welke richting vind jij interessant? Noem drie argumenten. Noem drie opleidingen die je leuk lijken. Geef per opleiding aan wat je leuk lijkt aan deze opleiding. Noem drie beroepen die je leuk lijken. Geef per beroep aan wat je leuk lijkt aan dit beroep. Noem drie opleidingen of beroepen die je absoluut NIET leuk lijken. Leg uit waarom je interesse hier niet naar uit gaat. Wat voor functie neem jij aan, wanneer je met een groep samenwerkt? Hangt het van het onderwerp af, welke functie jij aanneemt? Ben jij degene die het woord neemt en de taken verdeeld of juist niet? Ben jij degene die graag de lay-out wil verzorgen, zodat het werkstuk er ten minste netjes uitziet (vaak kost je dat veel tijd) of ben jij juist niet zo‟n persoon? Voer jij liever taken uit of bedenk jij liever wat er gedaan moet worden? Leg je antwoord zo duidelijk mogelijk uit. Hoe duidelijker je uitleg, hoe beter jij jezelf kent! Wij stellen vraag 7 aan jou, omdat we willen dat je nadenkt over je rol die je nu aanneemt in samenwerkingsopdrachten. Ben je meer een denker of een doener? Leg uit! Zou jij in je beroep “iets met mensen” willen? Leg uit! Zou jij in je studie of beroep “iets internationaals (dus in/met het buitenland)” willen? Leg uit!
Opdrachten stagebezoek(en) Opdrachten vooraf: 1) Wat doet het bedrijf/de instelling? 2) Waarom wil je bij dit bedrijf/de instelling stage lopen? 3) Wat verwacht je te leren tijdens je stage? Algemene opdrachten: 1) Laat jezelf op de foto zetten, terwijl je stage loopt. 2) Maak een foto van het bedrijf/de instelling. 3) Noteer de website van het bedrijf/de instelling. 4) Houd een interview met een beroepsbeoefenaar van jouw keuze. Werk het interview uit tot een prettig leesbaar artikel. Economische opdrachten (facultatief, als de stagebegeleider andere werkzaamheden heeft, gaan deze werkzaamheden vóór!): 1) Beschrijf hoe het bedrijf of de instelling organisatorisch in elkaar zit. Maak bijvoorbeeld een organogram van de instelling/het bedrijf of van de afdeling waar je stage loopt (dit mag globaal en je noteert alleen de functies: bestuur/directie/projectleider/uitvoerenden etc.) 2) Benoem het soort bedrijf: BV/VOF/NV/CV (zoek deze termen van tevoren op, zodat je weet waar je het over hebt!) 3) Kijk naar de website van het bedrijf/de instelling. Is de website makkelijk te vinden via een zoekmachine (bijv. google)? Is de informatie op de website overzichtelijk? Stel, het bedrijf/de instelling wil een site voor jongeren maken, om jongeren te informeren over dit bedrijf. Geef suggesties voor zo‟n site, of nog beter, maak zelf zo‟n site! 4)
Recessie:
Welke maatregelen heeft het bedrijf moeten nemen in verband met de recessie? (ontslagen, productinnovatie, reclame…) Wanneer je bij een instelling stage loopt, waar komt „het geld‟ iedere maand vandaan? (giften, overheid, zelfvoorzienend etc.) Is de recessie te merken? Wanneer je bij een commercieel bedrijf stage loopt: Zijn de winstmarges op peil gebleven en hoe hebben ze dat bereikt?
Reflectie (deze vragen kun je na afloop van je stage beantwoorden): 1)
Je hebt bij de voorbereiding aangegeven wat je verwachtte te gaan leren. Nu de stage voorbij is, kun je aangeven wat je geleerd hebt?
2)
Welke werkzaamheden heb jij allemaal gedaan? Vertel daar iets over!
3)
Met welke beroepen heb je kennis gemaakt? Leg minimaal één en maximaal drie beroepen uit.
4)
Kies één beroep/functie: hoe ziet een werkdag eruit? Hoe ziet een werkweek eruit? Kortom, inventariseer de mogelijke werkzaamheden binnen het beroep of de functie die jou het meest heeft aangesproken.
5)
Welk beroep lijkt je leuk (mag ook een beroep zijn waarbij je geen stage hebt gelopen)? Leg uit wat je leuk lijkt.
6)
Welke studie moet je volgen om dit beroep (van vraag 5) uit te oefenen? Vertel iets over deze studie (niveau, belangrijkste vakken, in welke steden kun je deze studie volgen etc.).
7)
Welke persoonskenmerken/eigenschappen/kwaliteiten moet je bezitten om in dit beroep (van vraag 5) succesvol te zijn?
8)
In hoeverre beheers jij deze eigenschappen al? Welke eigenschappen/kwaliteiten moet je nog leren?
9)
Wat vond je leuk aan het stagebezoek? Leg uit!
10)
Wat vond je minder leuk aan het stagebezoek? Leg uit!
Iedere dag vul je een logboek in. Een voorbeeld van een logboek: Tijd - tijdsduur
Inhoud stageactiviteit
8.30 – 9.30 9.30-11.00
Kennismaken stagebegeleider, rondleiding bedrijf/afdeling Bijwonen vergadering, genotuleerd
11.00 – 12.00
Notulen uitgewerkt
12.00 – 13.00
Lunch
13.00 – 13.30
Voorbereiden interview afdelingsleider
13.30 – 14.00
Interview afdelingsleider
14.00 – 15.00
Uitwerking interview
Paraaf stagebegeleider
Logboek stage maandag 4 april Mijn stagedag begon om …………..uur. Ik moest me melden bij…………………………………………………………………… Mijn stagedag eindigde om………………….uur. Een voorbeeld van een logboek: Tijd - tijdsduur
Inhoud stageactiviteit
Paraaf stagebegeleider
Reflectie maandag 4 april: Ik heb de volgende werkzaamheden/taken gedaan: Ik heb kennis gemaakt met verschillende functies/beroepen: Ik heb geleerd, dat… -
Logboek schooldag maandag 4 april Ik heb de volgende lessen gevolgd: Het leukste van deze dag vond ik:
Het meest interessante van deze dag vond ik:
Logboek stage dinsdag 5 april Mijn stagedag begon om …………..uur. Ik moest me melden bij…………………………………………………………………… Mijn stagedag eindigde om………………….uur. Een voorbeeld van een logboek: Tijd - tijdsduur
Inhoud stageactiviteit
Paraaf stagebegeleider
Reflectie dinsdag 5 april: Ik heb de volgende werkzaamheden/taken gedaan: Ik heb kennis gemaakt met verschillende functies/beroepen: Ik heb geleerd, dat… -
Logboek schooldag dinsdag 5 april Ik heb de volgende lessen gevolgd: Het leukste van deze dag vond ik:
Het meest interessante van deze dag vond ik:
Logboek stage woensdag 6 april Mijn stagedag begon om …………..uur. Ik moest me melden bij…………………………………………………………………… Mijn stagedag eindigde om………………….uur. Een voorbeeld van een logboek: Tijd - tijdsduur
Inhoud stageactiviteit
Paraaf stagebegeleider
Reflectie woensdag 6 april: Ik heb de volgende werkzaamheden/taken gedaan: Ik heb kennis gemaakt met verschillende functies/beroepen: Ik heb geleerd, dat… -
Logboek schooldag woensdag 6 april Ik heb de volgende lessen gevolgd: Het leukste van deze dag vond ik:
Het meest interessante van deze dag vond ik:
Logboek stage donderdag 7 april Mijn stagedag begon om …………..uur. Ik moest me melden bij…………………………………………………………………… Mijn stagedag eindigde om………………….uur. Een voorbeeld van een logboek: Tijd - tijdsduur
Inhoud stageactiviteit
Paraaf stagebegeleider
Reflectie donderdag 7 april: Ik heb de volgende werkzaamheden/taken gedaan: Ik heb kennis gemaakt met verschillende functies/beroepen: Ik heb geleerd, dat… -
Logboek schooldag donderdag 7 april Ik heb de volgende lessen gevolgd: Het leukste van deze dag vond ik:
Het meest interessante van deze dag vond ik:
Terugkomdag vrijdag 8 april
Voor de leerlingen die stage hebben gelopen:
(1)
Presentatie:
GEEN
Je bereidt met een groep van vier leerlingen een presentatie voor over de gang van zaken in leerjaar 3. Je presenteert dit aan leerlingen uit leerjaar 2. Je gaat dus naar een 2e klas en daar leg je de vier profielen uit, je vertelt iets over de voorlichtingsactiviteiten (studiebeurs en beroepenmarkt, Qompas, mentorlessen, PPO-week in januari) en je vertelt welk profiel jij gaat kiezen en waarom. De presentatie (ppt, poster etc.) duurt maximaal twaalf minuten. Je mag zelf de groep samenstellen, er komt een intekenlijst. De eerste 28 leerlingen die zich inschrijven, mogen deze presentatie verzorgen. De overige leerlingen bereiden in een groep van maximaal vier leerlingen een presentatie voor over een beroepensector van jullie keuze. Iedere leerling vertelt iets over een interessant beroep met daarbij een te volgen studie. Je presentatie moet als voldoende worden afgetekend. (2)
Artikel: opdracht voor het vak Nederlands
Wanneer je geen stageplaats gevonden hebt, dan volg je de volgende opdracht: Eisen voor het artikel: -Tekstvorm: artikel van 300- max. 400 woorden -Tekstdoel: informeren/uiteenzetten, gecombineerd met amuseren -Noteer je publiek en kies een tekstvorm: (a) Publiek= Leerlingen uit je eigen klas: je vertelt jouw interesses en welke beroepensector jij interessant vindt. Maak gebruik van de „verplichte opdrachten‟ die op bladzijde 5 staan. Tekstvorm= artikel in een jongerentijdschrift, weblog, brief, dagboekbladzijden … of (b) Publiek= Leerlingen uit leerjaar 2, die je informeert over de inhoud van leerjaar 3, wat profieloriëntatie betreft. Je vertelt daarnaast over jouw interessegebied, je mogelijke studie(s) etc. Maak onder andere gebruik van de „verplichte opdrachten‟ die op bladzijde 5 staan.
Tekstvorm= artikel voor in de schoolkrant, artikel voor de website van onze school, weblog, brief… of (c) Publiek= Volwassenen: je mentor, je ouder/verzorger, je docent Nederlands. Je schrijft een artikel waarin je je voordoet als iemand die terugkijkt op zijn/haar leven. Je doet dus alsof je al een heel werkzaam leven achter de rug hebt; je kijkt als het ware terug op je beroepsverleden. Dromen mag, maar enig realisme is gewenst! Tekstvorm= artikel voor de website van onze school, weblog, brief aan je toekomstige kleinkind ;-), dagboekbladzijden … Let op de opbouw van het artikel: Titel: woordspeling, maak creatief gebruik van de taal Inleiding: begin met een anekdote, een voorbeeld of een bedachte ervaring, een droom of een gedachte. Zorg dat de hoofdgedachte in je inleiding staat (=waar gaat het artikel over?). Kern: minimaal twee alinea‟s, waarin je uitleg en verdieping geeft van je (bedachte) ervaringen, antwoorden op de gestelde vragen etc. Slot: reflecteer op wat je wilt bereiken of op de vragen die je beantwoord hebt over studies en beroepen. Wat was tijdens deze zoektocht leerzaam, boeiend, interessant en wat ga je de komende jaren nog uitzoeken? Eindig met een originele „uitsmijter‟; het zou leuk zijn wanneer met deze laatste zin een link wordt gelegd met de titel. Beoordeling: 80 taalverzorging.
punten
inhoud
en
originaliteit,
20
punten
Dit artikel wordt nagekeken door je docent Nederlands en telt mee als een SO-cijfer.
Voor de leerlingen die WEL een stage hebben gelopen: (1)
Presentatie:
Op vrijdag 8 april presenteer je je stage-ervaringen (bij welk bedrijf heb je stage gelopen, wat heb je gedaan, wat was leuk/minder leuk, combineer deze stage aan je profielkeuze, beantwoord enkele economische en persoonlijke opdrachten etc.) aan je klas (denk aan een posterpresentatie, ppt, rollenspel etc.). Je presenteert met maximaal drie anderen en de presentatie duurt maximaal tien minuten. Je mag zelf de groep samenstellen, maar de stages moeten wel enigszins gelijkend zijn. Je presentatie moet als voldoende worden afgetekend. (2)
Artikel: opdracht voor het vak Nederlands. Dit artikel lever je bij je docent Nederlands in, bij de eerstvolgende les.
Wanneer je stage loopt, probeer je antwoord te krijgen verschillende economische en persoonlijke vragen (via interview en je ervaring tijdens je stage). Deze vragen natuurlijk bedoeld voor je eigen informatieverwerving, maar je niet alle antwoorden hoeven te verwerken in een artikel.
op een zijn zult
Kijk naar de kwaliteit van je verzamelde informatie en verwerk de voor jou relevante antwoorden en je eigen (werk)ervaring tijdens je stage in een artikel. Eisen voor het artikel: -Tekstvorm: artikel van 300- max. 400 woorden -Tekstdoel: informeren/uiteenzetten, gecombineerd met amuseren -Kies je publiek en kies een tekstvorm: (a) Publiek= je stagebegeleider, werknemers van je stagebedrijf. Je vertelt jouw stage-ervaringen en je verwerkt enkele opdrachten in je artikel. In je slot reflecteer je op je stage: Wat vond je leuk, verrassend, interessant aan je stagebezoek? Wat heb je geleerd? Welke verbeterpunten zou je willen noemen, zowel naar het stagebedrijf als naar de school? Zou je later in dit bedrijf willen werken? Tekstvorm= artikel voor de website van het bedrijf, artikel voor de website van onze school, artikel voor toekomstige stagelopers van het bedrijf, artikel voor toekomstige stagelopers van onze school. of
(b) Publiek= Leerlingen uit je eigen klas: je vertelt jouw interesses en welke beroepensector jij interessant vindt. Vertel wat je tijdens je stage gedaan hebt, wat je leuk en minder leuk vond, wat je geleerd hebt etc. Maak gebruik van de „verplichte opdrachten‟ die op bladzijde 5 staan en/of gebruik je antwoorden van de reflectie-opdrachten van bladzijde 7. Tekstvorm= artikel jongerentijdschrift, weblog, brief, dagboek… of (c) Publiek= Leerlingen uit leerjaar 2, die je informeert over de inhoud van leerjaar 3, wat profieloriëntatie betreft. Je vertelt daarnaast over jouw interessegebied, je mogelijke studie(s) etc. Vertel ook iets over de stageweek. Maak onder andere gebruik van de „verplichte opdrachten‟ die op bladzijde 5 staan. Tekstvorm= artikel voor in de schoolkrant, artikel voor de website van onze school, weblog, brief… of (d) Publiek= Volwassenen: je mentor, je ouder/verzorger, je docent Nederlands. Je schrijft een artikel waarin je je voordoet als iemand die terugkijkt op zijn/haar leven. Je doet dus alsof je al een heel werkzaam leven achter de rug hebt; je kijkt als het ware terug op je beroepsverleden. Dromen mag, maar enig realisme is gewenst! Verwerk je stage-ervaring! Tekstvorm= artikel voor de website van onze school, weblog, brief aan je toekomstige kleinkind ;-), dagboekbladzijden … Let op de opbouw van het artikel: Titel: woordspeling, maak creatief gebruik van de taal Inleiding: begin met een anekdote, een voorbeeld of een bedachte ervaring, een droom of een gedachte. Zorg dat de hoofdgedachte in je inleiding staat (waar gaat het artikel over?). Kern: minimaal twee alinea‟s, waarin je uitleg en verdieping geeft van je ervaringen, antwoorden op de gestelde vragen etc. Slot: reflecteer op wat je wilt bereiken of op de vragen die je beantwoord hebt over studies en beroepen. Wat was leerzaam, boeiend, interessant en wat ga je de komende jaren nog uitzoeken? Eindig met een originele „uitsmijter‟, het zou leuk zijn wanneer met deze laatste zin een link wordt gelegd met de titel. Beoordeling: 80 pt inhoud en originaliteit, 20 pt taalverzorging. Dit artikel wordt nagekeken door je docent Nederlands en telt mee als een SO-cijfer.
Bijlage: het schrijven van een sollicitatiebrief Het schrijven van een sollicititatiebrief beroepsstage 3 H/V Je gaat een sollicitatiebrief schrijven, waarin je een bedrijf vraagt of je vier dagen stage mag komen lopen. Daarnaast maak je een curriculum vitae (cv). Jij kunt je cv natuurlijk nog niet vullen met allerlei opleidingen en beroepservaringen, maar toch moet je een cv toevoegen. Je stagebegeleider heeft dan je persoonlijke gegevens en je somt je interesses en kwaliteiten op. In je sollicitatiebrief stel je jezelf voor en je vertelt dat je een stage van vier dagen wilt lopen, voordat je de definitieve profielkeuze maakt. Je vertelt waarom je belangstelling hebt voor het bedrijf en/of voor een bepaalde functie. Deel je brief in achtereenvolgens:
vier
korte
paragrafen
in
en
beschrijf
1. de opening, doel van de stage en je blijk van belangstelling; 2. een korte samenvatting van je belangrijkste kwaliteiten, dus wie jij bent; 3. waarom je denkt dat de stage voor jou interessant is en wat je denkt te kunnen toevoegen aan de baan/organisatie; 4. afsluiting en je bereidheid op gesprek te komen. Tips voor de stijl van je sollicitatiebrief * Verplaats jezelf in de lezer door je af te vragen wat hij (of zij) interessant vindt. Iedere sollicitant presenteert zichzelf als de perfecte kandidaat, dus waar onderscheid jij je in? Waarom moeten ze jou een stageplaats aanbieden? * Natuurlijk wil je jezelf prettig presenteren. Houd echter wel het doel van je brief voor ogen: een sollicitatiebrief is een zakelijke brief en geen persoonlijke. Spreek de lezer in je brief altijd aan met "u", zelfs als je hem of haar kent. * Vraag in je afsluitende paragraaf om een gesprek. Als je uitgenodigd wordt, kun je bespreken hoe de stage wordt ingevuld.
Voorbeeld standaard sollicitatiebrief [Jouw naam] [Jouw straatnaam en huisnummer] [Jouw postcode en woonplaats] [Jouw telefoonnummer: altijd handig] Sla nu een regel over! Aan: [Naam bedrijf of organisatie] [Naam contactpersoon voor de vacature] [Straat of postbus en nummer] [Postcode vestigingsplaats] Sla nu een regel over! [Jouw woonplaats, datum] Sla nu een regel over! Betreft: stage 4, 5, 6 en 7 april 2011 Sla nu een regel over! Geachte heer / mevrouw [naam contactpersoon], Sla nu een regel over! KOP (inleiding) In de kop van de brief vermeld je: * De reden dat je solliciteert naar een stageplaats; * Bij welke functie je graag stage zou willen lopen; * Eventueel kun je verwijzen naar een eerder gevoerd telefoongesprek.
Sla nu een regel over! ROMP (kern) In de romp van de brief vermeld je: * Waarom je deze stage wilt (motivatie); * Welke kwaliteiten je hebt en welke profielkeuze je wilt maken.
Sla nu een regel over! STAART (slot) In de staart van de brief vermeld je: * Per wanneer je beschikbaar bent; de stage is in principe van 4 tot en met 7 april, maar andere tijden zijn in overleg toegestaan (de stage moet wel voor 7 april zijn afgerond!) * Dat je uitkijkt naar een uitnodiging voor een gesprek. Sla nu een regel over! Met vriendelijke groet, Sla nu een regel over! Jouw handtekening Jouw naam