Inzage tekstboek Dit tekstboek is incompleet (scene 1 t/m 4 van totaal 9 scenes) © Rep en Roer Musicals
OPENING
alle spelers
♫ nr.1:
openingsmuziek
(Terwijl de muziek klinkt, lopen de spelers om beurten op en nemen een houding aan die bij hun personage past. Daarna lopen ze weer af)
SCÈNE 1: DE KONING Koning, minister, dienaren, omroeper (in het paleis) (de koning zit op zijn troon, de dienaren staan op een rijtje naast hem. De minister komt op )
Minister: Goedemorgen Koning. Koning:
Hoe laat is het?
Minister: Acht uur, Koning. Koning:
Acht uur?
Minister: Acht uur. Koning:
Acht uur precies? Of iets daarvoor? Of iets daarna?
Minister: Precies acht uur, Koning. Koning:
Hoe kan dat nou?
Minister: De klok, Koning, de klok wijst precies acht uur aan. Koning:
Als wij praten, tikken de secondes door, dus kan het nooit acht uur PRECIES zijn. Het is maar één seconde precies acht uur.
Minister: Dat is waar, Koning.
Koning:
Dus?
Minister: Dus wat, Koning? Koning:
Dus hoe laat is het nu PRECIES?!
Minister: Acht uur en 36 seconden. Koning:
Hoe laat?
Minister: Acht uur en 38 seconden. Koning:
Hoe laat?
Minister: Acht uur en 40 seconden. Koning:
Juist! Zo wil ik het horen! PRECIES! Minister, hoe gaat het verder in het land?
Minister: Het volk is nog altijd ontevreden, Koning. Koning:
Het volk is nog altijd ontevreden?
Minister: Dat is precies wat ik zei, Koning. Koning:
Waarom is het volk ontevreden?
Minister: Ze zijn ontevreden over…eh.. u, koning. Koning:
Over mij? Hoe kan je nou ontevreden zijn over mij?
Minister: Het volk vindt u een beetje… Koning:
Ja, zeg het maar!
Minister: Het volk vindt u een beetje een mopperkont. Koning:
Mopperkont? Ik? Hoe komen ze daar nou bij? Wat zijn dat voor mensen? Dat volk? Wie zijn dat nou eigenlijk.
Minister: Best een heleboel mensen bij elkaar, koning.
© Rep en Roer Musicals
3
www.repenroer.nl
Koning:
Ik wil weten hoeveel mensen PRECIES!
Minister: Dat weet ik niet, koning. Koning:
Ga ze tellen.
Minister: Maar koning… Koning:
Ga ze tellen, zeg ik!
Minister: Het zijn er heel veel. Koning:
Dan ga je maar heel veel tellen!
Minister: Goed koning. (tegen de dienaren:) Ga ogenblikkelijk het volk tellen.
Dienaren: Ja meneer. (dienaren beginnen overal in de zaal het volk te tellen en komen na de telling terug bij de minister)
Koning:
Vertel op, hoeveel mensen vinden mij een mopperkont?
Dienaar 1: Achthonderdduizenddriehonderdeenenveertig, meneer. Dienaar 2: Je vergist je. Vijfhonderdduizenddriehonderdachtentwintig! Dienaar 3: Jullie vergissen je allebei. Zeshonderdduizenddriehonderdzestig. Koning:
Hoe kan dat nou? Jullie hebben toch geteld?
Dienaar 1: Misschien hebben we iemand dubbel geteld? Dienaar 2: Of iemand overgeslagen? Koning:
Volg die Ster
(stampvoetend) IK WIL HET PRECIES WETEN!
4
Tekstboek
Minister: Ik heb een idee, Koning. Stuur iedereen naar zijn geboorteplaats. Daar moet iedereen zich inschrijven bij het gemeentehuis. En dan weten we precies, ik herhaal, PRECIES, hoeveel mensen er zijn. Koning:
(glimlacht tevreden) Precies, zo wil ik het horen. Precies.
(koning, minister en dienaren gaan af, omroeper komt op)
Omroeper: (gaat langs alle huizen en door de hele zaal) Iedereen naar zijn eigen geboorteplaats! Inschrijven! Iedereen naar zijn eigen geboorteplaats! Inschrijven! En snel een beetje. Iedereen naar zijn eigen geboorteplaats!
© Rep en Roer Musicals
5
www.repenroer.nl
SCÈNE 2: JOZEF EN MARIA Jozef, Maria, omroeper (In het huisje van Jozef en Maria)
(Jozef en Maria zijn bezig met de babykamer)
Maria:
Ik vind een roze behangetje toch leuker.
Jozef:
Jongens houden niet van roze.
Maria:
Het kan een meisje worden.
Jozef:
Het wordt een jongen, dat weet ik gewoon zeker.
Maria:
Het is altijd een kans van vijftig procent.
Jozef:
Het wordt een jongen en later gaat hij ons helpen in onze doe-het-zelfzaak.
Maria:
Een meisje kan toch ook helpen?
Jozef:
Natuurlijk kan dat, maar het wordt een jongen.
Maria:
(ze horen iemand roepen) Wat is dat? Hoor jij het ook?
Omroeper: (komt aanlopen en brult heel hard naar Jozef en Maria) Iedereen naar zijn eigen geboorteplaats! Iedereen naar zijn eigen geboorteplaats! Jozef:
Mag ik vragen waarom?
Omroeper: Dat is de wens van de Koning. Maria:
O nee, niet weer Koning Mopperkont.
Omroeper: Pardon? Beledigt u de Koning? Maria:
Volg die Ster
Jazeker. En dat doe ik, zolang hij stomme dingen doet.
6
Tekstboek
Omroeper: Nou ja, wat een brutaliteit. Waar ben jij geboren, Jozef? Jozef:
Bethlehem.
Omroeper: Dan ga jij ogenblikkelijk naar Bethlehem. Maria:
We zijn net bezig met de babykamer.
Omroeper: Niks mee te maken. Jij gaat naar Bethlehem. Jozef:
Dat komt slecht uit.
Maria:
En als ik nou niet ga?
Omroeper: Dan steken we je huis in brand. Jozef:
En mijn vrouw dan? Die heeft een dikke buik.
Omroeper: Dan moet ze niet zoveel eten. Maria:
Ik krijg een kind.
Omroeper: O, pardon. Jozef:
Nou, wat moet ik nu met mijn vrouw?
Omroeper: Dan ga je naar de marktplaats en dan koop je een bakfiets. Ga jij fietsen, kan zij in de bak. Jozef:
En wie gaat dat betalen?
Omroeper: Op de marktplaats, man! Spotgoedkoop! (af)
© Rep en Roer Musicals
7
www.repenroer.nl
♫ nr.2:
Waar ben je geboren
Waar ben je geboren, waar kom je vandaan Waar is het begonnen, waar is het ontstaan Waar ken jij de weg zelfs met je ogen dicht Waar ben je geboren, waar zag jij het licht Iedereen die heeft een plekje waar je voor de eerste keer je moeder zag waar je voor het eerst de wind voelde waaien door je haren Daar beleefde jij je eerste dag Waar ben je geboren (bijvoorbeeld:)
Ankara
Waar kom je vandaan
Den Haag
Waar is het begonnen
Amsterdam
Waar is het ontstaan
Colombia
Iedereen die heeft een plekje .. (2x) Daar beleefde jij je eerste dag Daar ben je geboren, daar kom je vandaan Daar is het begonnen, daar is het ontstaan Daar ken jij de weg zelfs met je ogen dicht Daar ben je geboren daar zag jij het licht
Volg die Ster
8
Tekstboek
SCÈNE 3: DE HERBERG IS VOL Jozef, Maria, herbergiers (herbg.) (bij verschillende herbergen)
Maria:
Br, het is koud.
Jozef:
Zullen we stoppen bij een lekker hotelletje?
Maria:
Goed plan. En ik lust ook wel wat te eten.
Jozef:
Daar is een hotel. (ze stappen binnen bij de receptie)
Herbg. 1: Goedenavond, mevrouw, meneer. Jozef:
Heeft u nog een tweepersoonskamer voor ons?
Herbg. 1: Sorry, we zitten helemaal vol. Maria:
Echt helemaal?
Herbg. 1: Dat komt door de volkstelling, hè. Iedereen is op pad. Jozef:
Dan zoeken we even verder. (ze lopen naar buiten)
Maria:
Daar is nog een hotel.
Jozef:
Heeft u nog een tweepersoonskamer?
Herbg. 2: Sorry, we zitten nokkie nokkie vol. Jozef:
Maar mijn vrouw krijgt een kind.
Herbg. 2: Gefeliciteerd. Maria:
Dank u wel.
Jozef:
Ik bedoel, je stuurt mijn vrouw toch niet de straat op!
© Rep en Roer Musicals
9
www.repenroer.nl
Herbg. 2: U hoeft niet zo te schreeuwen, ik vlak naast u. Goedenavond. (af) Jozef:
(roept hem nog na) En bedankt,
hè! Maria:
Kom, Jozef, daar is nog een hotel.
Jozef:
(bozig) Ik wil een
tweepersoonskamer! Herbg. 3: En ik wil een huis met een zwembad en een eigen vliegtuig. Jozef:
Huh? Hoe bedoelt u?
Herbg. 3: U kunt zoveel willen, maar daarmee heb je het nog niet. Jozef:
Wij willen slapen!
Herbg. 3: Welterusten! (af) Jozef:
(roept hem boos na) En bedankt, hè!
Maria:
Daar is nog een hotel. Laten we het daar proberen. En blijf eens rustig.
Jozef:
Rustig?! Rustig?! Sorry hoor, maar die kerel…
Maria:
Rustig blijven. Inademen door je neus en rustig uitademen.
Jozef:
(ademt een paar keer rustig in en uit) Goed, ik ben heel rustig
nu. Maria:
Volg die Ster
Nu rustig vragen aan die meneer.
10
Tekstboek
Jozef:
(heel lief en rustig) Goedenavond meneer, heeft u misschien…
Herbg. 4: (heel bot) NEE!! WEGWEZEN! EN SNEL EEN BEETJE! (af)
Jozef:
(roept hem na) En bedankt, hè!
Maria:
Daar is nog een hotel.
Jozef:
Heeft u een tweepersoonskamer voor ons.
Herbg. 5: Sorry, we hebben helemaal niets meer. Zelfs de stoelen zijn verhuurd om in te slapen. Maria:
Maar ik krijg een kindje en ik ben dood en doodmoe.
Jozef:
En anders ik wel.
Herbg. 5: Het spijt me echt. Er liggen zelfs al mensen op de gang te slapen. Maria:
Heeft u echt helemaal niets?
Herbg. 5: In de tuin heb ik nog wel een schuurtje, maar dat is niets voor u, mevrouw. Daar staat een ezel en een os. Het is er koud. Er ligt alleen maar stro. U mag er wel overnachten, maar het is echt helemaal niets voor u. Zeker niet in uw positie. Maria:
Ik ben allang blij als ik kan liggen. Desnoods naast een berg ossenpoep.
Herbg. 5: Nou, in dat geval bent u van harte welkom. (neemt de koffers aan en loopt af, Jozef en Maria lopen met hem mee).
♫ nr. 3: Nachtgeluiden (overgang scène 3-4)
© Rep en Roer Musicals
11
www.repenroer.nl
SCÈNE 4: DE HERDERS LIGGEN BIJ NACHTE Herders, Snurker, Heaven, Angel, dienaar 1 (in het veld)
♫ nr. 4: Herderslied
De herdertjes liggen al uren in ’t veld Ze hebben al tien keer hun schaapjes geteld Ze kunnen niet slapen het is nog zo licht Ondanks de slaap gaan hun ogen niet dicht Vooruit dan maar weer, dan maar nog eens een keer: Eén dat is Mirjam En twee dat is Job Drie dat is Lot met een vlek op haar kop Vier dat is Martha En vijf dat is Jaap Zes dat is Saar en dan val je in slaap (Gesnurk van een herder die in slaap is gevallen)
Die ster aan de hemel die geeft zoveel licht Hij schijnt nu al heel de nacht in hun gezicht Wat is dat voor ster zeg, waar komt die vandaan Laat ze nou slapen, straks kraait weer de haan Vooruit dan maar weer, dan maar nog eens een keer: Eén dat is Mirjam … Iets hangt in de lucht er is iets aan de hand Er gaat wat gebeuren en het duurt niet meer lang Toch zou het fijn zijn nu slapen te gaan Morgen dan breekt weer een nieuwe dag aan Vooruit dan maar weer, vooruit dan maar weer
Volg die Ster
12
Tekstboek
Dan maar nog eens een keer: (slaperig gezongen:)
Eén dat is Mirjam .. Zes dat is Saar en dan val je in … (gesnurk)
(De herders slapen, althans, één herder ligt te snurken, de rest ligt er van wakker)
Herder 1: Hee, geef hem eens een zet. Snurker: (Herder 2 geeft een zet, snurker schrikt wakker) Huh?! Wat is er? Herder 2: Je snurkt. Herder 3: Wij kunnen niet slapen. Snurker: Daar kan ik toch niets aan doen? Het gaat vanzelf. Herder 1: Daar kan je wel wat aan doen. Snurker: Wat dan? Herder 2: Gewoon wakker blijven als wij gaan slapen. Snurker: Maar ik ben ook moe. Ik wil toch ook slapen? Herder 3: Dan slaap je maar als wij wakker zijn.
© Rep en Roer Musicals
13
www.repenroer.nl
♫ nr. 5: Opkomst Heaven en Angel Angel:
(Angel en Heaven komen aan op een motor) Hey, dudes, alles
cool? Herders: (zeer verbaasd) Wie zijn jullie? Angel:
Ik ben ik.
Heaven:
En ik ben ik.
Angel:
En ik voel me goed.
Heaven:
En anders ik wel.
Angel:
Angel, aangenaam (handen schudden)
Heaven:
Heaven, aangenaam (handen schudden)
Angel:
Wat doen jullie?
Snurker: Wij slapen hier. Herders: Dat proberen we tenminste. (kijken boos naar de Snurker) Angel:
Zonde van je tijd, slapen, man.
Heaven:
Zeker vannacht.
Angel:
Vannacht is de nacht, man.
Heaven:
Vannacht gaat alles los.
Angel:
Na vannacht wordt alles anders. (Dienaar 1 sluipt op en luistert af)
Heaven:
Hij komt.
Angel:
Hij is onderweg.
Herders: Wie? Volg die Ster
14
Tekstboek
Heaven:
Je weet niet wie?
Angel:
Hij weet niet wie?
Heaven:
Lees je geen kranten?
Angel:
Hij. Waar Koning Mopperkont zo bang voor is.
Heaven:
De nieuwe koning, man.
Dienaar 1: (vanuit zijn schuilplek) De nieuwe koning?! Angel:
Hij komt.
Heaven:
Vannacht.
Dienaar 1: (vanuit zijn schuilplek) Hij komt vannacht?! Herders: Waar? Angel:
Check die ster.
Heaven:
Wow, wat een ster.
Angel:
Dat is zeker een ster!
Heaven:
Volg die ster en ga naar hem toe.
Angel:
En neem een warme deken mee voor de kleine.
Heaven:
En wat melk.
Angel:
Hij zal wel honger hebben.
♫ nr. 6: Heaven & Angel gaan af + nachtgeluiden
(Angel en Heaven rijden weg op hun motor, de herders lopen stomverbaasd achter hen aan en kijken naar de ster)
© Rep en Roer Musicals
15
www.repenroer.nl
Dienaar 1: (vanuit zijn schuilplek) De nieuwe Koning?! Snel. Dit moet de koning weten. (dienaar 1 trekt een sprintje en holt naar het paleis)
Volg die Ster
16
Tekstboek
♫ nr. 7: Midden in de Winternacht
Midden in de winternacht, ging de hemel open Die ons heil der wereld bracht, antwoord op ons hopen Elke vogel zingt zijn lied, herders waarom zingt gij niet? Laat de citers slaan, blaast de fluiten aan Laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen: Christus is geboren! Vrede was er overal, wilde dieren kwamen Bij de schapen in de stal, en zij speelden samen. Elke vogel zingt zijn lied, herders waarom zingt gij niet? Laat de citers slaan, blaast de fluiten aan Laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen: Christus is geboren! Ondanks winter, sneeuw en ijs, bloeien alle bomen, want het aardse paradijs is vannacht gekomen. Elke vogel zingt zijn lied, herders waarom zingt gij niet? Laat de citers slaan, blaast de fluiten aan Laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen: Christus is geboren!
© Rep en Roer Musicals
17
www.repenroer.nl
(…)
(scene 5 t/m 9 ontbreekt in deze inzage)
Volg die Ster
18
Tekstboek