Fablab @ Cuypershuis Lesbrief Van 27 januari t/m 18 mei 2013
Cuypershuis, Pierre Cuypersstraat 1, 6041 XG Roermond, www.cuypershuisroermond.nl 1
Voor de docent: Deze lesbrief is geschikt voor MAVO, HAVO en VWO klassen en kan gecombineerd worden met het eerste deel van de BBC documentaire Genius Of Design: Ghosts in the machine (duur 49 minuten). De dvd is in het bezit van het museum en kan in de werkplaats vertoond worden. Het tijdelijke fablab kwam tot stand in samenwerking met: Fablab Zuid-Limburg, Lyceum Schöndeln en MachineGilde. Wat is een FabLab? Het FabLab concept werd ontwikkeld door professor Neil Gershenfeld, director van het Center for Bits and Atoms (CBA) van het MIT (Massachusetts Institute of Technology). Een FabLab is een werkplaats voorzien van de meest moderne computergestuurde productiemachines (zoals bijv. een lasercutter, 3D printer etc) voor het ontwerpen, ontwikkelen en construeren van nieuwe hoog innovatieve producten en het leren toepassen van de nieuwste ontwerp- en productiemogelijkheden. FabLabs beogen laagdrempelige en domeinoverstijgend toegang te bieden tot zoveel mogelijk mensen, van universitair onderzoekers tot basisschoolklassen, van kunstenaars tot ondernemers. Een ieder kan zich in relatief korte tijd de vaardigheden eigen maken om om te gaan met de FabLab machines en software. Ook is het vanwege het digitale ontwerpproces makkelijk ontwerpen en kennis te delen. Zo ontstaat een soort openopen-source hardware platform. platform De timing is ideaal omdat er een exponentiële verlaging in kosten en investeringen plaats vindt met betrekking tot bovengenoemde machines waardoor een nieuwe en grote groep mensen en bedrijven voor het eerst de mogelijkheid en de middelen krijgen om deze gereedschappen toe te passen. Zoals Open Source Software en Creative Commons al heeft laten zien, draagt openheid bij tot het verlagen van de obstakels tot innovatie en ontstaat er sneller een vliegwielfunctie waar creatieve ondernemers snel, goedkoop en simpel gebruik van kunnen maken. In een FabLab leidt daarnaast de combinatie van educatie, bedrijfsleven, kennis, idee en creativiteit tot een versnelling van het innoverende vermogen van Nederland. Nederland
2
Lesbrief fablab@Cuypershuis Introductie: van van ‘Spinning Jenny’ naar 3D printen de Eind 18 eeuw start de Industriële Revolutie in Engeland, de rest van Europa volgt in de 19de eeuw. Met de opkomst van de stoommachine wordt er een ware revolutie in gang gezet, waarbij ambachtelijke en kleinschalige werkplaatsen uitgroeien tot grote fabrieken. Met de versnelling van het productieproces daalt ook de prijs van het product, waardoor deze voor steeds meer mensen toegankelijk wordt. Een snelle ontwikkeling van technieken en hun toepassingen in de industrie volgt. Ook het gedrag van ons, de consument, verandert drastisch. Symbool voor deze eerste omwenteling is de Spinning Jenny, het eerste machinaal aangedreven spinnewiel, in 1764 uitgevonden door James Hargreaves. De tweede omwenteling vindt plaats tegen het eind van de 19de eeuw. Er worden nieuwe uitvindingen gedaan zoals de telefoon, elektriciteit en de verbrandingsmotor. Ook grondstoffen als aardolie zorgen voor een revolutie: het brengt het nieuwe materiaal ‘kunststof’ dat oneindig veel potenties biedt. In de jaren ’80 start de digitale revolutie, met de komst van de personal computer (PC) in onze woonkamer. Een nieuw tijdperk is aangebroken: dat van de informatiemaatschappij. Niet de productie is nog van belang, maar het verwerven en kanaliseren van informatie. Bedrijven als IBM en Microsoft vormen de ‘booming business’ op de kapitaalmarkt en internetbedrijven schieten als paddenstoelen uit de grond. Helaas kent de markt ook een ‘internetbubbel’, waarbij de markt overspannen raakt en instort. Momenteel is er een nieuwe revolutie gaande, de opkomst van de 3D-printers, lasercutters en 3D-scanners. Deze technische ontwikkelingen maakt het mogelijk om thuis, via internet, het product driedimensionaal te printen of met een laser te snijden. Er komt geen fabriek of logistiek bedrijf meer bij kijken. In de creatieve sector wordt deze techniek al vol op gebruikt. Wat dacht je van geprinte sieraden, huizen en kleding? Ook de voedingsindustrie en de medische wereld maken graag gebruik van de mogelijkheden die de zogenaamde ‘3D printing techniek’ biedt. Tandartsen werken bijvoorbeeld al met geprinte kronen en in grote laboratoriums wordt er momenteel gewerkt aan geprinte organen en huid. Hoe ver de ontwikkeling is toont winkelketen De Bijenkorf. Op hun webwinkel kun je al een 3D-printer kopen voor € 1.050,-.
3
De geschiedenis van de Industriële vormgeving De industriële vormgeving begint bij de industriële revolutie. Deze vond plaats in Engeland vanaf 1750 en in de rest van Europa iets later, zo rond 1820. De industriële revolutie had als algemeen kenmerk dat het traditionele handwerk langzaam veranderde in mechanisch vervaardigde producten. De producten werden nu niet meer in werkplaatsen geproduceerd, maar in fabrieken en in grote getallen. Men ging op zoek naar nieuwe goedkopere materialen en productietechnieken om de productie te vergroten. Met als uiteindelijk doel massaproductie; goedkope producten die voor een grote groep mensen betaalbaar zijn. Een mooi voorbeeld hiervan is het zogenaamde T-Fordje van Henry Ford. Vanaf 1908 produceerde hij zijn auto met een lopende montageband. De arbeiders moesten zich aanpassen aan de snelheid van de band. Ford had als ideaal het fabriceren van een goede standaardauto die massaal geproduceerd kon worden. Dat hij hierin slaagde kun je zien in de volgende cijfers: in 1908 werden er 20.000 auto’s gemaakt tegen een kostprijs van 850 dollar. In 1916 (8 jaar later) was de jaarlijkse productie 600.000 auto’s tegen een kostprijs van 360 dollar! Nieuwe machines werden uitgevonden zoals de stoommachine en de gasmotor. Bij nieuwe productietechnieken kun je denken aan gietvormen die steeds opnieuw gebruikt werden. De producten kregen zo allemaal dezelfde eenvoudige vorm en afmeting. Terwijl in een werkplaats de arbeider nog invloed had op de vorm van het product, zo ontstond er juist in de fabriek een strikte scheiding tussen de ontwerper van het product en de fabrikant. Door massaproductie kreeg de consument veel meer keuze. In plaats van één bepaalde stoel kon men nu kiezen uit wel vijf verschillende modellen. Het werd voor een fabrikant belangrijk om de markt te gaan bespelen en zich aan te passen aan de wensen van de consument. Niet alleen het product werd belangrijk, maar juist de vorm, een snelle productie en een goede reclame. Hiervoor werden kunstenaars en ontwerpers aangetrokken om het product vorm te geven (in het Engels: to design). De industriële design was geboren. Museumopdracht: De uitvinding van de stoommachine is een belangrijk onderdeel van de industriële revolutie. Ook de vondst van aardolie en het materiaal kunststof was van grote invloed. Noem 3 andere belangrijke uitvindingen die gedaan zijn in dit proces.
4
Thuisopdracht: Zoek op internet informatie op over de industriële revolutie. En beantwoord de volgende vraag: Welke belangrijke gevolgen had deze revolutie voor de steden en de bevolking? Arts en Crafts Een reactie op dit hele gebeuren kon natuurlijk niet uitblijven. In Engeland vond deze plaats in de 19de eeuw in de vorm van de Arts and Crafts beweging. Een belangrijke man in deze beweging was William Morris (1834-1896). Zijn motto was dat men terug moest naar het middeleeuwse gilde, de ambachtelijke arbeid. Geen grote fabrieken waar honderden arbeiders werkten, maar juist kleine werkplaatsen waar arbeiders vreugde beleefden aan het ambacht. In Nederland was een soortgelijke reactie. Koploper hierin was Pierre Cuypers (18271921) die zich vooral richtte op de kerkelijke kunst. Museumopdracht: In de museumruimte ‘Cuypers en Europa’ lees je meer over William Morris en de Arts en Crafts beweging. En vind je ook een afbeelding van hem. Maak met je camera een foto van deze afbeelding en voeg deze aan je verslag toe. Thuisopdracht: Zoek op internet afbeeldingen van het woonhuis van William Morris. En voeg deze ook bij je verslag. De innoverende Cuypers In tegenstelling tot William Morris maakte architect en ontwerper Pierre Cuypers graag gebruik van de nieuwste technische mogelijkheden. De stoommachine, die in de werkplaatsen de machines aandrijft, doet in 1871 zijn intrede. Deze machine wordt rond 1905 vervangen door een Brons elektromotor. In het hele gebouw is er gaslicht, zijn er toiletten in het woonhuis en heeft de in 1907 gebouwde Cuyperszaal verwarming. Om te voldoen aan de enorme vraag naar o.a. beelden maakten zijn arbeiders gebruik van het zogenaamde punteerapparaat. Dit ouderwetse 3D kopieerapparaat ontdekte Cuypers tijdens een studiereis in Duitsland. Ook moderne materialen als ijzer en beton, die Cuypers gebruikte in zijn ontwerpen, waren voor die tijd vooruitstrevend. In dit museumgebouw had Cuypers het architectenbureau en met zijn zakelijke partner Stoltzenberg de daaraan gekoppelde kunstwerkateliers. Een gouden combinatie, want tijdens het bestaan van de ateliers werden er honderden kerken en interieurs ontworpen, gebouwd en ingericht.
5
In dit alles blijft voor Cuypers het vakmanschap de leidraad. Terwijl de industriële revolutie zijn tol eiste aan industrialisatie, uitbuiting en armoede, stimuleert hij vakopleidingen in Roermond en Amsterdam, om de kennis te behouden. Bekende werken van Pierre Cuypers zijn overigens het Centraal Station en het Rijksmuseum in Amsterdam. Museumopdracht: In het museum vind je veel voorwerpen die zijn vormgegeven door Cuypers. Fotografeer de 5 mooiste, voor je verslag. Bezoek vooral de ruimtes ‘De werkplaatsen’, het Tekenlokaal en de Houtloods. Hier lees je meer over hoe Cuypers zijn ‘fabriek’ runde. Christopher Dresser Lijnrecht tegenover deze idealen stond de Engelsman Christopher Dresser (18341904). Als tijdgenoot van William Morris omarmde hij juist de machinale productie, hield rekening met productiekosten en had een commerciële instelling. Hij wordt daarom ook als eerste echte industriële ontwerper beschouwd. De massaproductie had echter al te veel invloed verkregen op de maatschappij om nog tegen gehouden te kunnen worden. De mechanisering van het arbeidsproces was een feit geworden. Men kon hiermee alleen nog maar doorgaan en verbeteren. Gevolgen voor de kunstwereld Niet alleen de industriële wereld veranderde, ook de samenleving. Verstedelijking, armoede en milieuvervuiling waren het resultaat. De denkwijze over de mens als onderdeel van de samenleving veranderde drastisch. Vooral in de kunstwereld kon hierdoor een aantal nieuwe richtingen ontstaan, waaronder bijvoorbeeld het Kubisme, Futurisme, Constructivisme, Bauhaus en natuurlijk De Stijl. Al deze richtingen accepteerden de mechanisering in het arbeidsproces. De Stijl Van 1917 tot 1931 was de kunstbeweging De Stijl in Nederland actief. De Stijl wild een perfecte samenleving bereiken. De moderne mens was rationeel (denkend met het verstand, niet met gevoel) en leefde in een abstracte wereld. Het nastreven van de absolute abstractie uitte zich in geometrische (dus horizontale en verticale) lijnen. En de drie primaire kleuren: rood, geel en blauw. Het denkbeeld van De Stijl kwam overal in terug, de architectuur (Schröderhuis Schröderhuis in Utrecht), de schilderkunst (Mondriaan Mondriaan) Mondriaan en in de gebruiksvoorwerpen (de de Rietveld stoel). stoel Gerrit Rietveld was een van eerste
6
ontwerpers die de ideeën van De Stijl met zijn rood/blauwe stoel tot uiting bracht. Alle onderdelen van deze stoel waren machinaal vervaardigd. Thuis opdracht 1 Zoek beeldmateriaal bij de dikgedrukte woorden: Schröderhuis, Mondriaan en de Rietveld stoel. Wat is volgens jou het belangrijkste verschil tussen de ontwerpen van Cuypers en De Stijl.
7