INTELLIGAS
®
Gasdetectiesysteem voor industriële toepassingen
7
690
LYC40
Het systeem bestaat uit een microprocessorgestuurde centrale bedieningseenheid en tot 99 randapparaten (sensoren, relaismodules en displaymodules), die met elkaar communiceren via een specifieke buslijn. Ingebouwde 12 V / 30 W-voeding en batterijlader. Interne relaismodule. Parameterinstelling en inbedrijfstelling rechtstreeks van op de centrale bedieningseenheid.
Gebruik
De LYC40 wordt gebruikt voor de detectie van methaan (CH4), LPG, en koolmonoxide (CO) in middelgrote en grote stookruimten, magazijnen, industriële keukens en garages. Op verzoek sensoren voor benzinedampen, ammoniak, waterstof, acetyleen en propaan. 3 instelbare alarmdrempels voor elke decentrale sensor: als de gasconcentratie de drempelwaarden overschrijdt, worden de relevante relaisuitgangschakelaars op signalisatie- / aandrijfapparaten (elektromagnetische afsluiters, geluidsalarmen, knipperlichten, telefooncontrollers, luchtafzuiginstallaties, enz.) geactiveerd.
Werking
Bij normale werking ondervraagt de centrale bedieningseenheid cyclisch alle randapparaten om hun status te controleren en informatie te ontvangen over gasconcentratiemetingen en -alarmen. De storing van randapparatuur wordt gemeld door activering van een storingsrelais, terwijl de bijhorende relaismodule-uitgangen worden geactiveerd wanneer er een of meer alarmdrempels worden overschreden. De alarminformatie wordt ook verzonden naar de bijhorende displaymodules. Op de centrale bedieningseenheid is het, met behulp van een display met achtergrondverlichting en 6 knoppen, mogelijk de volgende parameters in te stellen:
Werkinglogica
Positief: (fabrieksinstelling) normaal geactiveerde relais (in alarmtoestand worden ze geïnactiveerd). Negatief: normaal geïnactiveerde relais (in alarmtoestand worden ze geactiveerd). De instelling van de werkinglogica geldt voor alle relaismodules verbonden met de BUS, inclusief de ingebouwde relais van de centrale bedieningseenheid (MR0).
Siemens Building Technologies SA
CE1N7690nl / 12-02-2008 1/14
Resetten van alarm
Manueel: (fabrieksinstelling) het resetten van een alarm vereist de actie van een operator. Automatisch: het resetten van een alarm gebeurt automatisch wanneer de oorzaak van het alarm is opgelost.
Alarmdrempels
Type sensor
Alarmdrempels
Bereik
Standaardinstelling
QAG40..
Methaan
3
0…50% LEL
Pa=10% 1T=20% 2T=40% LEL
QAP40..
LPG
3
0…50% LEL
Pa=10% 1T=20% 2T=40% LEL
QAB40P.
Benzinedampen*
3
0…50% LEL
Pa=10% 1T=20% 2T=40% LEL
QAO40..
Koolmonoxide
3
0…500 ppm
Pa=30 1T=100 2T=200 ppm
* op verzoek Pa = vooralarmdrempel
LEL = Lager explosiviteitsniveau
e
1T = 1 alarmdrempel
ppm = deeltjes per miljoen
e
2T = 2 alarmdrempel S 0 SE GA ME
1 T S : C SUR
P 1 H E
a 0 4 :
1 T 2 0 S TAT E 0 5 L I
2 4 : F
T 0 %L E L ACT I VE E : 1 2 5
Voorbeeld van instellingpagina sensor S01
Koppelingen Elke sensor kan worden gekoppeld (voor activering) met een of meer relaismodules of displaymodules en, tezelfdertijd kan er een relais- of displaymodule worden gekoppeld met meer sensoren, zelfs voor verschillende gastypes. LZY40
QA.40.E
LZY40
LZY40
LZD40
QA..40..S QA.40.E
RM0 1 RM0 2 DM0 1
Activering / inactivering van een randapparaat
S 0 1 X . X
S 0 2 . X X
S 0 3 X . X
S 0 4 X X X
QA.40.E
Voorbeeld van koppelingstabel: X = gekoppeld . = niet gekoppeld
Elk randapparaat kan afzonderlijk worden geïnactiveerd. De inactivering voorkomt dat de randapparatuur een directe werking heeft op de installatie: • Geïnactiveerde sensor: bij gasdetectie wordt er geen alarmsignaal verzonden naar de gekoppelde relais- en displaymodules, (gasconcentratiewaarde, en resterende levensduur zijn uitsluitend beschikbaar om af te lezen). • Geïnactiveerde relais- of displaymodule: bij een alarmsignaal, van een gekoppelde sensor, zullen ze niet worden geactiveerd.
Siemens Building Technologies SpA
CE1N7690e / 12-07-2004 2/14
S 0 SE GA ME
1 T S : C SUR
P 1 H E
a 0 4 :
1 T 2 T 2 0 4 0 %L E L S TAT E I NACT . 0 5 L I F E : 2 5 5
Voorbeeld van geïnactiveerde sensor
Het is mogelijk op de centrale bedieningseenheid andere belangrijke systeemgegevens weer te geven, zoals: Installatiestatus
Lijst van alle geconfigureerde randapparaten en hun werkingstatus. Dit is een “alleen lezen”-tabel.
C L C R D
H4 P G O M M
QT 1 2 2 1 2
P -
a -
1 -
T -
2 -
T -
F -
A -
2 4 : F
T 0 %L E L ACT I VE E : 1 2 5
Voorbeeld van installatiestatus: Er is geen randapparaat met alarm- of storingstatus
Sensorlevensduur S 0 SE GA ME
1 T S : C SUR
P 1 H E
a 0 4 :
1 T 2 0 S TAT E 0 5 L I
Voorbeeld van resterende levensduur van een sensor: 125 weken tot vervaltijd
Het is mogelijk de resterende levensduur, waarna de sensor moet worden vervangen, voor elke sensor weer te geven. Dit is een “alleen lezen”-waarde.
Lijst van vervallen sensoren
Alle vervallen sensoren worden toegevoegd aan een speciaal, eenvoudig te lezen register. L S S S
Orderplaatsing
Siemens Building Technologies SA
I 0 0 0
S T OF EXP I 3 - 0 1 2 WE E 1 - 0 0 9 WE E 7 - 0 0 2 WE E
R K K K
ED S S S
SENS
Voorbeeld van vervallen sensoren, respectievelijk 12, 9 en 2 weken
Bij het plaatsen van een order moet u alleen de productcode opgeven: LYC40 en de randapparaatcodes QA..40., LZY40 en LZD40 (zie ook “Mogelijke combinaties”).
CE1N7690nl / 12-02-2008 3/14
De centrale bedieningseenheid wordt geleverd in een behuizing uit zelfdovende ABSkunststof, voor voorpaneelmontage, met vergrendelbaar transparant deurtje voor
Behuizing
4 regels x 20 tekens, achtergrondverlichting
Ingang/uitgang. Bevestiging instelgegevens
Sleutel transparante deur
Vergrendelschroef deksel
Cursor omhoog/omlaag
Invoer programmering Waarde-/statuswijziging
bescherming van display en toetsen.
Interne jumperfunctie
Selectie verbinding BUS-afscherming:
= BUS-afscherming verbonden met negatieve pool = BUS-afscherming verbonden met aarding
E2 Niet gebruikt E3 Niet gebruikt
E10 = niet gebruikt E11 = niet gebruikt E13 = CAN BUS-afsluiting (fabrieksinstelling gesloten)
Siemens Building Technologies SpA
CE1N7690e / 12-07-2004 4/14
Bedrading
Voeding: •
Stroomkabels kunnen bij andere kabels van een bestaande installatie worden geplaatst. U moet wel controleren of het geen HF-lijnen zijn.
•
12 VDC-stroomkabels moeten worden gedimensioneerd rekening houdend met het totale stroomverbruik van de randapparaten en hulpapparaten (afsluiters, lampen, geluidsalarmen, enz.).
•
Wanneer de ingebouwde 12 VDC-voeding wordt gebruikt, mag de belasting de 30 W niet overschrijden.
BUS-kabel •
BUS-kabels moeten in een specifieke behuizing worden geplaatst, of in een metalen behuizing met dubbele groef, voldoende ver van stroomkabels en HFlijnen.
•
De maximumlengte mag de 1.000 m niet overschrijden.
•
Aftakkingen moeten zo kort mogelijk zijn en in elk geval niet langer dan 8 m.
•
Aansluitpunten (klemmendoos) moeten ten minste op 3 m afstand van elkaar worden geplaatst (vorige en volgende).
•
De BUS-kabelafscherming moet worden geaard (of als alternatieve mogelijkheid worden aangesloten op de negatieve 12 VDC-pool door de interne jumper correct in te stellen). Er moet slechts één kabeluitende worden geaard (bij voorkeur in de buurt van de centrale bedieningseenheid).
•
Er moet één BUS-verbindingslijn zijn waarop de randapparaten moeten worden aangesloten. Er zijn geen aftakkingen toegestaan.
•
Bij het laatste randapparaat, en alleen hier, moet deze worden afgesloten door plaatsing van een jumper op het einde van de lijn.
•
De BUS-verbindingen moeten worden uitgevoerd met een afgeschermde TP-kabel met kenmerken gelijkaardig aan die van de BELDEN-kabels van het type 9841 of 3105A
DC-WEERSTAND TYPE
AANT. PAREN
BELDEN 9841 BELDEN 3105A
KABELS Ω/km
AFSCHERMING Ω/km
1
78.7
11.0
1
48.2
9.5
NOMINALE CAPACITEIT NOMINALE IMPEDANTIE Ω
TUSSEN KABELS pF/m
KABELAFSCHEMING pF/m
AWG
120
42.0
75.5
24
120
36.1
65.5
22
BELDEN type 9841 of 3105A
Siemens Building Technologies SA
CE1N7690nl / 12-02-2008 5/14
Correcte bedrading
Verkeerde bedrading
Terminal box Bus
LYC40
Bus
Terminal box
QA.40
QA.40
QA.40
QA.40
LYC40
QA.40
QA.40
QA.40
LZD40
LZY40
QA.40
QA.40
LZY40
Geen aftakkingen toegestaan BUS-structuur max 1000m min 3m
CAN Bus ESC
max 8m
LYC40
LYC40
LZD40
LZY40
End-of-line jumper QA.40.E
QA.40.E
QA.40.S
LZD40
LZY40
Jumper einde van de lijn
E1
E1
E1
E3
LZD40
LZY40
______________________________________________________________________________________
Kabeldimensionering
De aderdikte van de stroomkabel moet worden berekend rekening houdend met het totale stroomverbruik van alle elektrische lasten en randapparaten in de installatie. Stroomverbruiktabel LAST LYC40 elektronica LZY40 LZD40 QAG40SS
Siemens Building Technologies SpA
VERMOGEN (W)
LAST
VERMOGEN (W)
6
QAO40SS
0,7
2,5
QAO40SE
0,7
2
QAO40PS
0,6
1,6
QAO40PE
0,6
QAP40SS
1,6
Intelligas NC-afsluiter
13
QAG40SE
1,6
12V 6Ah-BATTERIJ
7 CE1N7690e / 12-07-2004 6/14
QAP40SE
1,6
QAG40PS
1,5
QAP40PS
1,5
QAG40PE
1,5
QAP40PE
1,5
______________________________________________________________________________________
Installatiestructuur
De centrale bedieningseenheid, LYC40, beschikt over een ingebouwde voeding van max. 12 VDC / 30 W. Deze kan worden gebruikt voor installaties waarvan het totale vermogen deze limiet niet overschrijdt; anders is er een externe UPS met voldoende vermogen vereist. Het eerste geval wijst op een basisstructuur, het tweede geval wijst op een uitgebreide structuur. basisstructuur
BUS ESC
power supply
LYC40
LYC40
Batt.
LZY40 hooter
LZY40
BOILER
QAG40
QAG40
QAG40
QAO40
Signal lamp
M Solenoid valve
uitgebreide structuur siemens
ESC
hooter
LYC40
LYC40
UPS
BUS power supply
LZY40
LZY40
LZY40
pa
LZY40
LZY40
pa
Lamp
QAG40
LZD40
LZY40
LZD40
pa
Lamp
QAG40
Lamp
QAG40
2t 1t
1t BOILER 1
M main solenoid valve
Siemens Building Technologies SA
M
solenoid valve 1
1t BOILER 2
M
solenoid valve 2
BOILER 3
M
solenoid valve 3
CE1N7690nl / 12-02-2008 7/14
Sensorbereik
Elke sensor is verkrijgbaar in twee types behuizing (IP55 of EExd IIC T6) en met twee types sensorelementen (katalytisch of Pellistor).
IP55
EExd IIC T6
cathalytic
cathalytic
cathalytic
Electroch.cell
cathalytic
cathalytic
cathalytic
Electroch.cell
CH4
Gasoline vapours
LPG
CO
CH4
Gasoline vapours
LPG
CO
QAP40SS
QAO40SS
QAG40SE
QAP40SE
QAO40SE
QAP40PS
QAO40PS
QAG40PE
QAP40PE
QAO40PE
STANDARD
QAG40SS
PROFESSIONAL
QAG40PS
QAB40PS
QAB40PE
Volgende sensoren zijn beschikbaar op verzoek
QA . 40 .. G=Methane P=LPG O=CO B=Gasol. Vap L=Acetylene I=Hydrogen M=Ammonia R=Propane
Inbedrijfstelling
S=IP55 E=EExdIIC
P=pellistor S=standard
Sensors
Gas
Case
QAB40PS
Gasolin e vapo urs
----
IP55
QAB40PE
Gasolin e vapo urs
----
EE XD IIC T6
QAL40PS
Acetylene
C2 H 2
IP55
QAL40PE
Acetylene
C2 H 2
EE XD IIC T6
QAI4 0PS
Hydroge n
H2
IP55
QAI4 0PE
Hydroge n
H2
EE XD IIC T6
QAM40PS
Ammonia
NH 3
IP55
QAM40PE
Ammonia
NH 3
EE XD IIC T6
QAR4 0PS
Prop ane
C3 H 8
IP55
De inbedrijfstelling vereist slechts enkele eenvoudige handelingen die alleen door een gekwalificeerd technicus mogen worden uitgevoerd. Hiervoor zijn geen extra tools of bijkomende software vereist. Lees zorgvuldig de in de handleiding beschreven instructies om installatieproblemen te vermijden en om de beste systeemprestaties te verkrijgen. Het is mogelijk op de centrale bedieningseenheid manueel elk relais van de decentrale module te activeren om de correcte werking van alle aangesloten apparaten te controleren (geluidsalarmen, elektromagnetische afsluiters, luchtafzuiginstallaties, enz.).
_____________________________________________________________________________________________________________________
Mogelijke combinaties
Sensoren
Gas
Sensorelement
Behuizing
Datasheet
QAG40SS
Methaan
Katalytisch
IP55
7691
QAP40SS
LPG
Katalytisch
IP55
7691
QAO40SS
CO
Elektrochemische cel, 2-klems
IP55
7691
QAG40PS
Methaan
Pellistor
IP55
7691
QAP40PS
LPG
Pellistor
IP55
7691
QAO40PS
CO
Elektrochemische cel, 3-klems
IP55
7691
QAG40SE
Methaan
Katalytisch
EExd IIC T6
7691
QAP40SE
LPG
Katalytisch
EExd IIC T6
7691
QAO40SE
CO
Elektrochemische cel, 2-klems
EExd IIC T6
7691
QAG40PE
Methaan
Pellistor
EExd IIC T6
7691
QAP40PE
LPG
Pellistor
EExd IIC T6
7691
QAO40PE
CO
Elektrochemische cel, 3-klems
EExd IIC T6
7691
Relaismodule
Storingsrelais
Alarmrelais
LZY40
1
3
Siemens Building Technologies SpA
7692
CE1N7690e / 12-07-2004 8/14
Displaymodule LZD40
7693
_____________________________________________________________________________________________________________________
Milieucompatibiliteit en afvalverwerking
Dit product werd ontwikkeld en vervaardigd met gebruik van materialen en processen die rekening houden met de milieu-impact en aan onze milieunormen voldoen. Hou rekening met het volgende bij de verwijdering en verwerking op het einde van de productlevenscyclus, of wanneer het product moet worden vervangen: •
Voor afvalverwerking wordt dit product gecategoriseerd als afval van elektrische en elektronische apparatuur (“elektronisch afval”); het mag niet op dezelfde manier als huishoudelijk afval worden verwijderd. Dit geldt in het bijzonder voor de PCBassemblage.
•
Maak steeds gebruik van de meest milieuvriendelijke optie voor afvalverwerking, in overeenstemming met de toonaangevende technologie voor milieubescherming, recyclage en afvalbeheer. De geldende lokale wetgeving en reglementering moet worden nageleefd.
Tips voor montage en installatie
•
Probeer steeds de basismaterialen zoveel mogelijk te hergebruiken met een zo minimaal mogelijke milieubelasting. Volg de instructies voor bepaalde materialen en hun afvalverwerking op die eventueel op afzonderlijke componenten vermeld staan.
•
Maak gebruik van lokale voorzieningen en afvalverwerkende bedrijven, of raadpleeg uw leverancier of de producent om gebruikte producten te retourneren of extra informatie te verkrijgen over milieucompatibiliteit en afvalverwerking.
De installatie van een gaslekdetectiesysteem ontslaat u niet van de verplichting de veiligheidsregels en alle geldende wetgeving betreffende de installatie en het gebruik van gasverbruikende apparaten, de ventilatie van de ruimte en het afvoeren van de rookgassen, na te leven. De installatie, de periodieke inspecties of de vervanging van de apparaten moeten gebeuren door een gekwalificeerd technicus. De centrale bedieningseenheid, LYC40, moet worden gemonteerd overeenkomstig de lokaal geldende regelgeving betreffende de installatie van elektrische apparatuur. Bovendien: -
moet deze worden gemonteerd op een eenvoudig toegankelijke plaats voor het lezen/schrijven van gegevens en werkingscontrole.
-
moet de installatieplaats (ruimte- of bedieningspaneel) voldoen aan de vereiste omgevingsvoorwaarden (zie technische gegevens).
-
moet de bedrading voor zowel de voeding als de BUS worden geïnstalleerd in specifieke behuizingen en in elk geval ver van elektromagnetische ruis (hoogspanning, geschakelde voedingen, VSD, enz.); zie ook “bedrading”.
Voor de sensormontage verwijzen we naar datasheet 7691.
Siemens Building Technologies SA
CE1N7690nl / 12-02-2008 9/14
Onderhoud Nieuwe centrale bedieningseenheid Randapparaat vervangen Randapparaat toevoegen Randapparaat verwijderen
Technische gegevens
Om het systeemonderhoud te vereenvoudigen, beschikt de centrale bedieningseenheid over de volgende specifieke opdrachten: Indien de centrale bedieningseenheid moet worden vervangen, kunnen zo alle installatie-instellingen en –configuraties worden opgeslagen en op de nieuwe centrale bedieningseenheid worden geladen. Zo kunnen randapparaten worden vervangen en gegevens en instellingen van de oude randapparaten worden toegewezen. Hiermee kunnen een of meer randapparaten van om het even welk type worden toegevoegd om een reeds geconfigureerde en operationele installatie uit te breiden. Gebruiken voor het verwijderen van randapparaten uit de installatie.
Centrale bedieningseenheid LYC40
Voeding basisstructuur 230 VAC + 10% - 15% uitgebreide structuur 11 VDC…14 VDC Stroomverbruik Omgevingsvoorwaarden Transport Werking
50...60 Hz
6 VA Temperatuur -20°C.. +70°C Vochtigheidsgraad < 90% RV Temperatuur 0..+50°C Vochtigheidsgraad < 90% RV, zonder condensatie
Beschermingsgraad
IP40
Relaisuitgangen
Ingebouwde relaismodule (MR0), altijd gekoppeld met alle randapparaten van de installatie, met 4 relais: - K3 vooralarmrelais - K4 1e alarmdrempelrelais - K5 2e alarmdrempelrelais - K2 storingsrelais SPDT-omschakelcontact 250 VAC 5 (3) A,
Werkinglogica
Positief (fabrieksinstelling): normaal geactiveerde relais Negatief (instelbaar): normaal geïnactiveerde relais
Resetten van alarm
Manueel (fabrieksinstelling): Automatisch (instelbaar):
Noodbatterij
12 V 6..10 Ah (niet geleverd door Siemens)
Ingebouwde batterijenlader
13,8 VDC – 0,5 A max.
Ingebouwde voeding
12 VDC – 2,5 A - 30W max.
Afmetingen
240 x 147 x 111 mm
-conformiteit Normen
Siemens Building Technologies SpA
Richtlijn betreffende elektromagnetische compatibiliteit EMC 89/336/EEG Laagspanningsrichtlijn LVD 73/23/EEG Emissienorm EN 50 081-1 Immuniteitsnorm EN 50 082-1 CE1N7690e / 12-07-2004 10/14
BUS
CAN BUS met specifiek communicatieprotocol
Max. BUS-lengte
1.000 m
Randapparaten op BUS
Max. 99 (sensoren en afstandsmodules)
Displaymodules op BUS
Max. 16
Gebruikersinterface
Alfanumeriek display van 4 regels x 20 tekens, met achtergrondverlichting 6 programmeerbare multifunctionele toetsen
Sensoren QA.40.. Relaismodules LZY40 Displaymodules LZD40
Zie datasheet 7691 Zie datasheet 7692 Zie datasheet 7693
Centrale bedieningseenheid LYC40
Klemmen
BAT
L
N
Input 230Vac
C NO NC
C NO NC
C NO NC
C NO NC
- +
K2 FA Relay
K3 Pa Relay
K4 1T Relay
K5 2T Relay
Input for back up 12V battery
BUS
12V
12V
- + - +
- + Input from external UPS
BUS shield BUS output 12V- 30W max output to periph. power supply
Opmerking: gebruik de 230 VAC- en 12 VDC-voeding niet gelijktijdig
Relaismodule LZY40
Sensoren QA..40 Displaymodule LZD40 BUS
II
I
P
Fail
C NO NC C NO NC C NO NC C NO NC 2T Relay
1T Relay
Pa Relay
BUS
12V
- + - +
FA Relay BUS shield BUS input Input 12VDC power supply
Siemens Building Technologies SA
12V
- + - + BUS shield BUS input Input 12VDC power supply
CE1N7690nl / 12-02-2008 11/14
Installatievoorbeelden
Stookruimte met een verwarmingsketel. Gebruik LYC40 in een basisconfiguratie (230 VAC-voeding). 1 centrale bedieningseenheid LYC40 met noodbatterij, 3 sensoren voor methaan QAG40, 1 sensor voor CO QAO40 en 1 relaismodule LZY40. 1 elektromagnetische afsluiter 12 VDC.
Installatie 1
BUS ESC
power supply
LYC40
LYC40
Batt.
hooter 2W
LZY40
LZY40 2,5W
BOILER
QAG40 1,6W
M Solenoid valve 12W
Installatie 2
QAG40 1,6W
QAG40 1,6W
QAO40 0,7W
Signal lamp 2W
RM0 1
S 0 1 X
S 0 2 X
S 0 3 X
S 0 4 X
De Relaismodule is gekoppeld met alle geconfigureerde sensoren
Stookruimte met 3 verwarmingsketels. Gebruik LYC40 in uitgebreide configuratie (UPS 12 VDC-voeding). 1 centrale bedieningseenheid LYC40, 3 methaansensoren, 3 relaismodules LZY40 en 1 displaymodule LZD40. 4 elektromagnetische afsluiters 12 VDC. siemens
ESC
hooter
LYC40
LYC40
BUS power supply
UPS
LZY40
LZY40
LZY40
pa
LZY40
LZY40
pa
Lamp
QAG40
2t 1t
Lamp
QAG40
1t BOILER 1
M
M main solenoid valve
R R R D
Siemens Building Technologies SpA
M M M M
0 0 0 0
1 2 3 1
S 0 1 X . . X
S 0 2 . X . X
solenoid valve 1
S 0 3 . . X X
LZD40
LZY40
LZD40
pa Lamp
QAG40
1t BOILER 2
M
solenoid valve 2
BOILER 3
M
solenoid valve 3
Voorbeeld van randapparaatkoppeling voor lokale werking van apparaten en het tezelfdertijd operationeel houden van de rest van de installatie.
CE1N7690e / 12-07-2004 12/14
Afmetingen
108
175
138
147
1,5...6
50,5
5,6
111
60,5
1,2
R1 85
2841M01
138 + 0
1
234 + 0
Afmetingen in mm
Siemens Building Technologies SA
CE1N7690nl / 12-02-2008 13/14
Onderhevig aan wijzigingen
Siemens Building Technologies SpA
CE1N7690e / 12-07-2004 14/14