Luuk Hoenderken Johnny Nijland
Luuk Hoenderken, Van Hall Instituut Johnny Nijland, Van Hall Instituut
Koe en Ondernemer in Balans
Leeuwarden Oktober 2005
Voorwoord De afgelopen 5 maanden hebben wij een afstudeeronderzoek gedaan in het kader van onze studie Dier- en Veehouderij aan het Van Hall Instituut. Hierbij hebben we een opdracht uitgevoerd binnen het project Koe en Ondernemer in Balans, waarvan de projectleiding door het LEI werd uitgevoerd. De opdracht voor het onderzoek had een technisch tintje en dat sprak ons zeer aan. Gedurende de opleiding werd ons duidelijk dat wij meer interesse hebben voor de technische kant van de melkveehouderij dan voor de economische kant. Vanuit school werden we begeleid door Herman Roest en Ariën Baken. Zij hebben ons proces in de gaten gehouden en beoordeeld. Vanuit het LEI werden we begeleid door Gerben Doornewaard. Hij heeft ons gecoacht bij de uitvoering van de opdracht en heeft de resultaten beoordeeld. Onze dank gaat uit naar jullie voor de professionele begeleiding. Tijdens het project hebben we de gelegenheid gehad om met veel mensen te praten en te discussiëren en hun kennis te gebruiken voor ons onderzoek. Wij willen hen allen hiervoor bedanken. Voor de ideeën/concepten etc. waren dit Guus van Laarhoven (melkveehouder), Walter Gerritsen (melkveehouder), Martijn van de Berg (melkveehouder), Frank Lenssinck (ASG), Hubert Timmermans (Spinder), Henk Elling (JOZ), Ronald Zom (ASG) en Gelein Biewenga (ASG). Voor de toetsing van de uitgewerkte ideeën waren dit: Christien Bas (Danace DK), Ole Lind (DeLaval), Alfons Beldman (projectteam), Gerben Doornewaard (projectteam), Bram Prins (projectteam), Frank Lenssinck (projectteam), Walter Gerritsen (melkveehouder), Berend Jan Wilms (melkveehouder) en Harm Ziel (melkveehouder).
Luuk Hoenderken en Johnny Nijland Leeuwarden Oktober 2005
Samenvatting In dit verslag worden de technische aspecten voor de bedrijfssystemen van de toekomst geschetst. Het gaat hierbij om twee systemen: Specialty dairy en Nature’s dairy. Deze twee systemen komen voort uit het project Koe en Ondernemer in balans. De twee bedrijfssystemen zijn voortgevloeid uit de waardeoriëntaties. Specialty dairy is voortgevloeid uit de waardeoriëntatie Utility en Nature’s dairy uit de waardeoriëntatie Duties & Rights. Binnen het project bestaat ook nog het systeem Community dairy, maar dat is binnen dit onderzoek buiten beschouwing gelaten omdat technische aspecten hier een minder belangrijke rol spelen. De technische aspecten die onderzocht zijn en voortvloeien uit het Specialty dairy systeem zijn: • • • • • •
Een vloeroppervlakte van de stal met synthetische korrels. Een uitmestrobot die de flatten uit de stal verwijdert. Ligeilanden voor de koeien. Een melkstal in de vorm van een carrousel met automatische aansluitarmen. Een voersysteem met rondrijdende karretjes die de koeien individueel voeren. Een robot die de koeien bekapt.
Bij het Nature’s dairy systeem hebben we ons bezig gehouden met de mobiele melkrobot en met de benodigde huisvesting. Voor de mobiele robot zijn we tot de volgende kenmerken gekomen: • • •
De robot loopt op poten, zodat deze in elk gebied toepasbaar is. De aan- en afvoer van en naar de melkrobot wordt uitgevoerd door een mobiel dockingstation dat zowel poten als wielen heeft. De robot volgt een variabel patroon door het landschap.
Wat betreft huisvesting staan alleen in de natte gebieden vaste stallen. Op hoger gelegen gronden wordt gebruik gemaakt van zonneschermen en snel opzetbare stallen welke beschutting bieden bij extreme weersomstandigheden. De informatie die het onderzoek heeft opgeleverd is gebruikt bij het maken van een animatie over de 3 melkveehouderijsystemen. Deze animatie wordt gebruikt om de projectresultaten onder de aandacht te brengen.
Inhoudsopgave
1 Inleiding.............................................................................. 7 1.1
Probleemstelling.................................................................................. 7
1.2
Doelstelling .......................................................................................... 8
1.3 Onderzoeksvragen .............................................................................. 8 1.3.1 Hoofdvraag .................................................................................... 8 1.3.2 Deelvraag 1 .................................................................................... 9 1.3.3 Deelvraag 2 .................................................................................... 9 1.4
Materialen en methoden................................................................... 10
2 Waardeoriëntaties en toetsingscriteria ......................... 12 2.1
Totstandkoming Specialty dairy en Nature’s dairy ........................ 12
2.2
Omschrijving Utility ......................................................................... 13
2.3
Omschrijving Duties & Rights ......................................................... 15
2.4
Toetsingscriteria ............................................................................... 17
3 Bedrijfssysteem Specialty dairy..................................... 19 3.1 Algemene toepassingen..................................................................... 19 3.1.1 Biosensoren.................................................................................. 19 3.1.2 Energiebesparing.......................................................................... 19 3.1.3 Vuile - en schone weg op het bedrijf. ........................................... 20 3.2
De stal ................................................................................................ 21
3.3
Het ligbed .......................................................................................... 22
3.4 De stalvloer........................................................................................ 24 3.4.1 Een vloeroppervlak met rubberbeklede stalen roosters ................. 25 3.4.2 Een vloeroppervlakte met stro...................................................... 25 3.4.3 Een vloeroppervlakte van synthetisch materiaal en drains............ 26 3.4.4 Een oppervlakte met zand en drains ............................................. 26 3.4.5 Keuze van het lig- en loopgedeelte............................................... 27 3.4.6 De uitwerking .............................................................................. 28 3.5 Stalvloerreiniging.............................................................................. 28 3.5.1 Eigenschappen uitmestrobot......................................................... 28 3.5.2 Beschrijving uitmestrobot ............................................................ 29 3.6 Melksysteem...................................................................................... 31 3.6.1 Conventionele melkstal ................................................................ 32
3.6.2 3.6.3 3.6.4 3.6.5 3.6.5
Robotbox ..................................................................................... 32 Draaimelkstal met robot ............................................................... 33 Keuze melksysteem...................................................................... 34 De uitwerking .............................................................................. 34 Andere aspecten van de melkerij.................................................. 35
3.7 Wijze van voerverstrekking ............................................................. 35 3.7.1 Voermengwagen .......................................................................... 35 3.7.2 Mengkuilen .................................................................................. 36 3.7.3 Automatisch voeren (koppel) ....................................................... 36 3.7.4 Automatisch voeren (individueel) ................................................ 37 3.7.5 Keuze voersysteem ...................................................................... 37 3.8
Indeling van de stal ........................................................................... 39
3.9
Automatisch bekappen ..................................................................... 40
3.10 Conclusie ........................................................................................... 40
4 Het bedrijfssysteem Duties & Rights ............................ 41 4.1 De mobiele melkrobot....................................................................... 41 4.1.1 Voortbewegen mobiele melkrobot ............................................... 41 4.1.2 De aandrijving.............................................................................. 43 4.1.3 Patroon mobiele melkrobot .......................................................... 45 4.1.4 Transport van en naar de mobiele melkrobot................................ 46 4.1.5 Inpassing in het landschap............................................................ 47 4.1.6 Voeren in de mobiele melkrobot .................................................. 47 4.1.7 Melken met de mobiele melkrobot ............................................... 48 4.2 De huisvesting ................................................................................... 48 4.2.1 Huisvestingsmaatregelen op bepaalde gronden ............................ 49 4.2.2 Meest geschikte gebied ................................................................ 49 4.3
Conclusie ........................................................................................... 50
5 Discussie en conclusies .................................................... 51 5.1
Discussie ............................................................................................ 51
5.2
Conclusies en animatie ..................................................................... 51
6 Literatuurlijst en bronnenlijst....................................... 54
1
Inleiding
In dit verslag worden de technische aspecten van de bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy geconcretiseerd. Specialty dairy en Nature’s dairy zijn systemen die voortvloeien uit het project Koe en Ondernemer in balans. In de volgende paragrafen wordt dit nader toegelicht
1.1
Probleemstelling
De Nederlandse melkveesector staat onder druk. Liberalisering van de zuivelmarkt lijkt te resulteren in een forse daling van het besteedbare inkomen van de melkveehouder. Het aantal bedrijven daalt sneller dan ooit. De maatschappelijke context waarin bedrijven moeten opereren wordt steeds complexer door toenemende eisen met betrekking tot voedselveiligheid en milieu. De sector kan hopen op veel maatschappelijke waardering, maar een toekomst is allerminst vanzelfsprekend. Hoe voorkomen we dat de melkveehouderij in ons land degenereert? Door te vernieuwen. Door niet toe te kijken maar zelf geschiedenis te gaan schrijven. Innovatie betekent buiten de gebruikelijke kaders durven denken, gebaande paden durven verlaten, grenzen durven verleggen, iets doen wat nog niet eerder is gedaan, afscheid nemen van vertrouwde beelden en concepten. Het ministerie van LNV streeft naar een duurzame landbouw. Om dat te bereiken is een ingrijpende verandering nodig, zowel binnen de sector als in de werkwijze van de overheid. Deze verandering wordt transitie1 genoemd. Bij transitie worden alle huidige ideeën los gelaten en wordt gestreefd naar een compleet nieuw systeem. In het kader van deze transitie is vanuit de overheid het programma “Verantwoorde veehouderij” gestart. Dit programma moet een bijdrage leveren aan de transitie naar een duurzame landbouw. Voor de melkveehouderij is binnen dit programma het project “Koe en Ondernemer in balans” gestart. Dit project doet onderzoek naar toekomstige bedrijfssystemen en kijkt hierbij ver vooruit (het jaar 2025). Het project loopt van mei 2004 tot eind 2005. Het uiteindelijke doel van de transitie is om te komen tot een duurzame landbouw waarbij evenwicht bestaat tussen de drie P's: People, Planet, Profit. Omdat er geen duurzaam bedrijfssysteem op basis van één van de 3P’s mogelijk is, zijn de waardeoriëntaties Utility, Duties & Rights en Virtues ontstaan (Van der Schans, 2004). Vanuit elke waardeoriëntatie is een bedrijfssysteem ontwikkeld. Specialty dairy is ontwikkeld vanuit de waardeoriëntatie Utility, Nature’s dairy vanuit de waardeoriëntatie Duties & Rights en Community dairy vanuit de waardeorientatie Virtues. In het tweede hoofdstuk wordt ingegaan op de totstandkoming van de waardeoriëntaties van waaruit de bedrijfssystemen zijn ontwikkeld.
Aanleiding en plaatsing binnen het project. Vanaf de start in mei 2004 zijn binnen het project “Koe en Ondernemer in balans” 3 bedrijfssystemen ontwikkeld vanuit de 3 waardeoriëntaties. Het ging hierbij om ruwe schetsen met een beschrijving op basis van uitgangspunten die in hoofdstuk 2 staan weergegeven. Bij deze bedrijfssystemen was tot dusver weinig tijd besteed aan de technische aspecten in en rond de stal. Om de bedrijfssystemen verder te concretiseren heeft de projectgroep daarom een afstudeeronderzoek uitgezet.
1
Overgang met normaal gesproken een duur van een generatie
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
7
Het projectteam bestond uit onderzoekers van het Landbouw Economisch Instituut (LEI), de Animal Sciences Group (ASG) en Agrotechnology & Food Innovations (A&F, voorheen IMAG). Het projectteam kwam ongeveer één keer per 2 maanden samen. Het projectteam werd bijgestaan door ondernemers die meedachten over de bedrijfssystemen van 2025. Samen met de ondernemers wilden zij transitie bereiken door het ontwikkelen van bedrijfssystemen die inspirerend zijn en door o.a. nieuwe technologische ontwikkelingen en andere vormen van samenwerken toe te passen in de bedrijfssystemen. Inspirerend is een zeer ruim begrip. We bedoelen in ons onderzoek hiermee de mate van transitie. Hoe meer transitie, hoe meer inspirerender het systeem. De ondernemers waren opgedeeld in een kerngroep en een klankbordgroep. De ondernemers van de kerngroep hebben allen één van de bedrijfssystemen geadopteerd en zijn bezig om hun eigen bedrijf in de richting van één van de bedrijfssystemen te ontwikkelen. Met deze ondernemers werd veel informatie uitgewisseld en zij werden gevraagd om ideeën in te brengen in het project. Zij waren indien nodig (afhankelijk van de agenda) aanwezig tijdens de bijeenkomsten van het projectteam. De klankbordgroep diende vooral om feedback te geven bij nieuwe ontwikkelingen binnen het project. Nieuwe ontwikkelingen werden door de projectgroep gemaakt tot een concept, wat getoetst werd bij de Raad van Commissarissen. Het bedrijfsleven heeft met name in de beginfase van het project ook meegeholpen om de systemen te ontwerpen op hoofdlijnen. Binnen de Raad van Commissarissen waren onder andere mensen aanwezig vanuit de dierenbescherming, de melkverwerkende industrie en het bankwezen. Het uiteindelijke doel van de projectgroep was om te komen tot verschillende vormen van gewenste veehouderijsystemen, waarbij veehouders hun plaats in de samenleving hebben verworven in interactie met de markt en de samenleving.
De opdracht Onze opdracht was het concretiseren van de technische aspecten van de bedrijfssystemen van 2025. Mede op basis van de resultaten van ons onderzoek bepaalde de projectgroep hoe de bedrijfssystemen eruit gingen zien. Binnen het afstudeeronderzoek werd gekeken naar Specialty dairy en Nature’s dairy. Bij het bedrijfssysteem Specialty dairy waren de inrichting van de stal en de melkstal van belang. Bij Nature’s dairy ging het om de melkrobot en in mindere mate om de huisvesting. De concretisering van de systemen staat uitgewerkt in het derde en vierde hoofdstuk van dit onderzoeksverslag. Het bedrijfssysteem Community werd niet meegenomen in het onderzoek omdat hier geen concrete vragen lagen over de technische aspecten.
1.2
Doelstelling
De doelstelling van ons afstudeeronderzoek was: Het concretiseren van de technische aspecten voor de bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy in 2025. De informatie dat ons onderzoek heeft opgeleverd is gebruikt voor het maken van animaties van de bedrijfssystemen
1.3
Onderzoeksvragen
Hieronder staan de onderzoeksvragen weergegeven m.b.t. de bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy. 1.3.1 Hoofdvraag Hoe zouden de bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy eruit kunnen zien in 2025? Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
8
1.3.2 Deelvraag 1 Hoe ziet de inrichting van stal en melkstal in Specialty dairy eruit? Bij het Specialty dairy systeem moet alles nut hebben. In dit systeem produceren koeien melk met een speciale samenstelling. De koeien zijn jaarrond binnen. Het systeem stelt daarom hoge eisen aan hygiëne en dierwelzijn. Met behulp van webcams kunnen burgers/consumenten volgen wat er in de stal gebeurt. Hoe ziet de melkstal in dit bedrijfssysteem eruit? Bij het Specialty dairy systeem monden de 3 verschillende melkveestallen uit op een grote ruimte. Hier is plaats voor een draaimelkstal of misschien voor een andere melkstal. De belangrijkste eisen waaraan de melkstal moet voldoen zijn een goede hygiëne en een grote capaciteit. Verder moet worden onderzocht voor welke doeleinden de melkstal, naast melken nog meer kan worden gebruikt. Hoe ziet de stalinrichting in dit bedrijfssysteem eruit? Bij het Specialty dairy systeem staan de koeien jaarrond op stal. Van groot belang is dat de koe haar natuurlijke gedrag moet kunnen uitoefenen in de stal. Dit betekent dat de stal qua comfort de wei moet kunnen evenaren. De koeien mogen dus eigenlijk niet met beton en staal worden geconfronteerd. Daarnaast moet qua hygiëne de zaak natuurlijk ook goed geregeld zijn. Hoe wordt er voor gezorgd dat de koeien geen klauw- en pootproblemen krijgen? In de huidige melkveehouderij zijn klauw- en pootproblemen niet onder controle. De hoofdoorzaak ligt bij de inrichting van de stal. De koe kan de zachtheid van de wei nog niet in de stal vinden. Het stalconcept zal deze problemen moeten reduceren tot 0.
1.3.3 Deelvraag 2 Hoe ziet het melk- en huisvestingssysteem eruit bij Nature’s dairy? Dit systeem is vooral gebaseerd op het natuurgericht boeren. De koeien staan in dit systeem niet op stal en zullen voer en water grotendeels moeten onttrekken aan het natuurlijk ingericht landschap. Bij dit systeem worden 3 producten geproduceerd, namelijk melk, natuur en recreatie. Hoe ziet de melkrobot eruit in Nature’s dairy en waaraan moet deze voldoen? In Nature’s dairy gaan de koeien niet naar de melkstal, maar zal de melkrobot naar de koeien toe komen. Hoe verloopt de aan- en afvoer naar en van de melkrobot? De melk die geproduceerd is, zal opgeslagen moeten worden. . Ook moet de melkrobot voorzien worden van water, voer en energie. Hoe ziet de huisvesting in dit bedrijfssysteem eruit? In dit concept lopen de koeien buiten en is er geen behoefte aan een moderne stal. Wel is er behoefte aan bescherming voor de koeien tegen extreme weersomstandigheden.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
9
1.4
Materialen en methoden
Om tot het gewenste resultaat te komen hebben we het afstudeeronderzoek opgedeeld in een aantal fases. Soms zijn fasen gecombineerd om te voorkomen dat bepaalde personen meerdere keren achtereen zouden moeten worden benaderd. Fase 1 De eerste fase bestond uit het inwerken in het project. In deze fase hebben we veel literatuur gelezen uit het begintraject van het project. In het project waren reeds verschillende stappen uitgevoerd waarbij iedere bij het project betrokken persoon een soort proces heeft doorlopen. Op deze manier konden wij ons dit proces ook eigen maken, waardoor we in staat waren om op vergelijkbaar niveau als de projectgroep te starten aan het onderzoek. Literatuur die relevant was: • • • • •
Results of the project High Quality & Community Farming, Beldman A.C.G, Hoop, D.W de, Prins A.M, Smit C.T; Startdocument Courage, Courage2025; Maatschappelijk verslag 2004, MVO Nederland; Value-based farm system design, Schans J.W. van der; Uitgewerkte verslagen van bijenkomsten van het projectteam en ondernemers.
Door middel van bovenstaande literatuur hebben we een beeld gekregen van wat de waardeoriëntaties Utility en Duties & Rights inhouden. Omdat het van groot belang is om deze waardeoriëntaties goed te kennen, zijn in de eerste fase van het onderzoek de waardeoriëntaties met de bijbehorende randvoorwaarden en uitgangspunten naast elkaar gezet. Om een keuze te kunnen maken uit verschillende systemen is er gewicht gegeven aan deze randvoorwaarden. Als er uit meerdere systemen gekozen moet worden, is het mogelijk dat deze systemen aan alle randvoorwaarden voldoen. Om ervoor te zorgen dat randvoorwaarden in latere fasen konden worden gebruikt voor het toetsen van uitgewerkte ideeën, hebben we aan elke randvoorwaarde een verschillend aantal punten toegekend. In hoofdstuk 2 wordt verder ingegaan op de eerste fase. Fase 2 De tweede fase bestond uit het boven water krijgen van ideeën die invulling kunnen geven aan de concretisering van de bedrijfssystemen. Hierbij hebben we gesprekken gehad met ondernemers en met mensen uit de periferie van de landbouw. Ook hebben we een workshop gehouden met studenten van het Van Hall Instituut. Tijdens de workshop hebben we een presentatie gehouden met aansluitend een brainstorm- en discussieronde. We hebben de ondernemers vragen voorgelegd over het bedrijfssysteem dat zijzelf hadden geadopteerd. Verder zijn ook het bedrijfsleven en onderzoekers benaderd aan wie we dezelfde vragen hebben voorgelegd als aan de ondernemers. Fase 3 Nadat alle ideeën geïnventariseerd waren, zijn de ideeën in de 3e fase beoordeeld op de vooren nadelen ervan. Deze voor- en nadelen staan na elk idee beschreven. Door de voor- en nadelen naast elkaar te zetten blijven er nog een beperkt aantal opties over. Van de verschillende opties voor bijvoorbeeld het melksysteem kan er maar 1 gebruikt worden in de Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
10
animatie. Door vervolgens de opties te toetsen aan de toetsingscriteria is de definitieve keuze gemaakt. Fase 4 De systemen die overbleven na de toetsing aan de toetsingscriteria zijn in samenwerking met de industriepartijen en onderzoekers getoetst, uitgewerkt en geconcretiseerd. Fase 5 De feedback die verkregen vanuit de projectgroep, ondernemers, industrie en onderzoekers wordt in fase 5 verwerkt tot de resultaten in het definitieve onderzoeksrapport zoals dat nu voor u ligt. Het definitieve ontwerp bestaat uit een beschrijving van het idee. Ook wordt onderbouwd waarom dit idee het meest geschikt lijkt binnen het systeem. In het definitieve ontwerp is grafisch (door middel van Microsoft Paint e.d.) weergegeven hoe bepaalde aspecten van het systeem eruit kunnen komen te zien. Dit kan de animator gebruiken bij het maken van de animatie.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
11
2
Waardeoriëntaties en toetsingscriteria
In dit hoofdstuk wordt het traject behandeld van de 3 P’s (People, Planet, Profit) naar de 2 bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy. Binnen het afstudeeronderzoek besteden we geen aandacht aan de waardeoriëntatie Virtues en het daaruit voorgekomen bedrijfssysteem Community dairy omdat in dit systeemtechnische aspecten binnen en buiten de stal een minder grote rol spelen. Voor de bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy worden de uitgangspunten, randvoorwaarden en toetsingscriteria behandeld die gebruikt zijn bij het filteren van de geïnventariseerde ideeën.
2.1
Totstandkoming Specialty dairy en Nature’s dairy
Aan het begin van het project is dhr. J.W. van der Schans gevraagd om het maatschappelijk verantwoord ondernemen te betrekken bij het project. Dhr. van der Schans is werkzaam als senior researcher bij het LEI. Hij houdt zich het grootste deel van zijn tijd bezig met het maatschappelijk verantwoord ondernemen binnen de landbouw. Voor het project ‘Koe en ondernemer in balans’ was het van belang om het maatschappelijk verantwoord ondernemen als grondbeginsel te gebruiken. Het maatschappelijk verantwoord ondernemen staat voor een duurzame bedrijfsvoering die zorgt voor een sterke positie van een bedrijf in de wereld van morgen. Binnen het maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt gewerkt met de 3 domeinen: People, Planet, Profit. Volgens van der Schans was het niet mogelijk om de bedrijfssystemen toe te spitsen op 1 van de domeinen, omdat er dan geen balans is tussen de 3 P’s. Er is daarom gekozen voor een andere aanpak welke een balans tussen de 3 verschillende domeinen mogelijk maakt. De 3 domeinen People, Planet en Profit zullen eerst behandeld worden. Daarna volgen de waardeoriëntaties Utility en Duties & Rights van waaruit de systemen Specialty dairy en Nature’s dairy zijn ontwikkeld. Als laatste worden de toetsingscriteria, beschreven. People Beleving van natuur en landschap Voedselveiligheid en voedselkwaliteit Sociale cohesie en leefbaarheid Werkgelegenheid Arbeidsomstandigheden Kortom: plaats van het bedrijf in de samenleving en de boer zelf Planet Instandhouding van natuurlijke hulpbronnen Biodiversiteit flora en fauna Milieukwaliteit en ecologische functies Kortom: de gevolgen voor het (leef)milieu Profit Bedrijfsinkomen Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
12
Bijdrage BNP Economische haalbaarheid Productie van goederen Kortom: voortbrenging en economische effecten van goederen en diensten Het is niet mogelijk om per P een compleet bedrijfssysteem uit te werken. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat de natuurlijke hulpbronnen in stand gehouden worden, maar er moet ook geld verdiend worden. Vanuit dit standpunt is er gekozen voor een andere aanpak. Een aanpak die de 3 P’s combineert en er een balans tussen zoekt. Dit zijn de waardeoriëntaties Utility en Duties & Rights.
2.2
Omschrijving Utility
Bij de waardeoriëntatie Utility moeten beslissingen op korte en lange termijn nut hebben of iets opbrengen. Nut is een zeer breed principe en werd in het onderzoek gebruikt door het projectteam en de ondernemers. De stal is een stal met veel technische foefjes die de arbeid zo veel mogelijk verlicht of overbodig maakt, want mensen maken nu eenmaal fouten. Vanuit de waardeoriëntatie Utility is het bedrijfssysteem Specialty dairy ontwikkeld. Hieronder staan de uitgangspunten en randvoorwaarden weergegeven die gelden voor dit systeem. De uitgangspunten zoals die hieronder staan zijn voortgekomen uit het voorgaande traject van het project. De randvoorwaarden zijn deels af te leiden uit de uitgangspunten en deels zijn ze in de loop van het onderzoek naar voren gekomen. Systeemeigenschappen bedrijfssysteem Specialty dairy: • • • • •
Koeien staan jaarrond op stal; Melk heeft een toegevoegde waarde, geen bulkproductie; Bedrijf is gebaseerd op technologische en wetenschappelijk ontwikkelingen; Alle aandacht wordt besteed aan het vee en daarom is het bedrijf niet grondgebonden; Het bedrijf is kapitaalintensief en is in handen van bedrijven of van meerdere eigenaren (geen gezinsbedrijf).
Randvoorwaarden bedrijfssysteem Specialty dairy: • • • • •
Het systeem moet inspirerend zijn; Stal moet de koe veel comfort bieden, waarbij het comfort in de weide wordt geëvenaard; De productie moet volledig beheerst worden, meten is weten; Burgers mogen niet op het bedrijf komen in verband met het risico van ziekte-insleep. Transparantie van het systeem wordt vormgegeven door het gebruik van webcams; Alles moet nut hebben.
De toetsingscriteria komen in paragraaf 2.4 aan bod.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
13
De ruwe schets met zijn beschrijving voor Specialty dairy:
Figuur 1: Bedrijfssysteem Utility
Specialty dairy: Utility ver doorgevoerd Utility staat voor een technisch-rationele en zakelijke aanpak. Dit bedrijf is gebaseerd op te verwachten ontwikkelingen in robotisering en automatisering, maar ook op wetenschappelijke en technische doorbraken in het gebruik van melk(componenten) voor specifieke toepassingen. Het bedrijf produceert een specifieke melk met bijzondere componenten. Die componenten hebben bepaalde eigenschappen die vanuit de markt worden gevraagd, waarbij gedacht kan worden aan specifieke eiwitten of aminozuren. Deze melk kan alleen onder gecontroleerde omstandigheden worden geproduceerd, bijvoorbeeld via een zeer specifiek rantsoen. Mogelijk kan de melk alleen geproduceerd worden met koeien uit een gespecialiseerd fokprogramma. Afhankelijk van het eindproduct is het voorstelbaar dat de veestapel tot stand komt via klonen of genetische modificatie. Die uitgangspunten zijn als het ware vormend voor de opzet en bedrijfsvoering van het melkveebedrijf. De koeien vormen het hart en het kapitaal van dit bedrijf. Ze lopen in een luxe stal, waarin veel mogelijkheden voor controle en beheersing zijn ingebouwd. Dieren worden individueel gevoerd, maar ook intensief gevolgd met hulp van chips en tal van sensoren die gegevens registreren. De stallen zijn enkel toegankelijk voor personeel, via hygiënesluizen en douchecabines. Belangstellende burgers kunnen via een webcam meekijken op het bedrijf. Buitenstaanders kunnen het bedrijf niet bezoeken, vanwege het risico van ziekte-insleep. Een ander argument om geen bezoek toe te laten is dat het niet efficiënt is omdat slechts een relatief kleine groep burgers langs deze weg kan worden bereikt. Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
14
Om een strikte beheersing van het rantsoen mogelijk te maken, blijven de koeien binnen. De stal wordt mechanisch geventileerd, zodat ook langs deze weg het klimaat perfect kan worden beheerst. Door zuivering van de gebruikte stallucht kunnen ongewenste emissies worden voorkomen. Het bedrijf is grondloos, hierdoor kan de ondernemer al zijn aandacht aan het diermanagement besteden en hoeft hij geen aandacht aan gewasteelt te schenken. Het interieur van de stal is zo ontworpen dat de dieren hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen. Bij voorkeur wordt er zo weinig mogelijk gewerkt met afscheidingen. Er wordt gestreefd naar een grote vrije ruimte waar dieren zelf kunnen kiezen waar ze liggen. Pasgeboren kalveren worden direct bij de moeder weggehaald en elders opgefokt, in verband met besmettingsrisico’s. Het veevoer moet aan hoogstaande kwalificaties voldoen. Het bedrijf teelt zelf geen ruwvoer en krachtvoer, maar schaft dit op basis van specificaties en strenge kwaliteitseisen aan via geselecteerde bedrijven. Het voer wordt wereldwijd ingekocht. Omdat het bedrijf grondloos werkt en er logistieke stromen zijn voor de aanvoer van veevoer en afvoer van mest, hoeft het niet per se in een landelijke omgeving te staan. Een plek op of dicht bij een industrieterrein is ook denkbaar. Vanwege de vele transportbewegingen is een goede ontsluiting vereist. Te verwachten valt dat het ontwikkelen en runnen van dit bedrijf gepaard gaat met hoge investeringen en risico’s. Er is veel specifieke kennis nodig, onder meer van ontwikkelingen en markten op het gebied van speciale melkcomponenten. Het bedrijf moet ‘aangesloten zijn’ op research en development. Dit om het product te monitoren, een kennisintensieve partner te zijn voor afnemers en om tijdig nieuwe producten en toepassingen te ontwikkelen. Bovendien vereist de hoogtechnologische vorm van veehouderij een goede PR en communicatie om voldoende transparant te zijn voor de omgeving en de maatschappij. Deze combinatie van eigenschappen maakt het onwaarschijnlijk dat het hier nog gaat om een gezinsbedrijf. Eerder valt te denken aan een joint venture van enkele veehouders, een fokkerijorganisatie en een wetenschappelijk spin-off bedrijf in voedingsmiddelen of farmacie.
2.3
Omschrijving Duties & Rights
Bij de waardeoriëntatie Duties & Rigths gaat het zowel om de rechten van de ondernemer als om de rechten van de koe. Niet alleen productie van melk, maar ook productie van natuur en recreatie zijn hier van belang. De natuur moet daarom ook zo veel mogelijk in haar waarde gehouden worden. We spreken daarom ook van het ontlokken van melk aan de natuur en het vee. De uitgangspunten zoals die hieronder staan zijn voortgekomen uit het project. De randvoorwaarden zijn deels af te leiden uit de uitgangspunten en deels zijn ze in de loop van het onderzoek naar voren gekomen. Systeemeigenschappen bedrijfssysteem Nature’s dairy: • • • • •
Koeien lopen jaarrond buiten; Rechten van koe en ondernemer staan voorop; Productie van melk, natuur en recreatie; Het bedrijf staat in een natuurparkachtige omgeving; Melken wordt uitgevoerd door een mobiele melkrobot.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
15
Randvoorwaarden bedrijfssysteem Nature’s dairy: • • • • •
Het systeem moet inspirerend zijn; De productie wordt ontlokt aan grond en vee; Dieren en planten worden in hun waarde gelaten; Het systeem moet aantrekkelijk zijn voor publiek; Het vee loopt vrijwel het hele jaar buiten.
De toetsingscriteria komen in paragraaf 2.4 aan bod. De ruwe schets met zijn beschrijving voor Nature’s dairy
Figuur 2: Bedrijfssysteem Duties and Rights
Nature’s dairy: Rechten en plichten van mens en dier: ‘productie ontlokken’ Een bedrijf gevormd naar de waardeoriëntatie Duties & Rights ziet er compleet anders uit. Hierin staat het tot hun recht laten komen van de dieren en de werkende mens het sterkst voorop. Natuur en milieu komen zoveel mogelijk tot hun recht. De veehouder spreekt van ‘het ontlokken van productie’ aan de grond en zijn dieren. De bedrijfsvoering kan biologisch zijn, maar dat hoeft niet per se. Om dit waar te maken verandert het melkveebedrijf in een natuurparkachtige omgeving waar de koeien bijna het hele jaar buiten lopen. Het bedrijf maakt vooral gebruik van natuurlijke vegetaties. Het veebeslag is robuust, en produceert op een efficiënte wijze melk uit het
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
16
aangeboden gras. De koeien houden hun horens, de kalveren blijven in de kudde en worden niet bij de moeder weggehaald. Het vlees en de melk van het bedrijf worden door een slachterij en een zuivelbedrijf aan de man gebracht als een natuurproduct. De afzetmarkten bevinden zich in dit geval in de regio Noordwest-Europa. Voor de aanvoer van hulpstoffen en voer richt het bedrijf zich op een regionale kringloop. Het bedrijf heeft vrijwel geen aanvullend ruwvoer nodig. Een klein deel van het bedrijf is ingericht voor de teelt van krachtvoer. Het productiesysteem vraagt relatief weinig externe inputs en is door een natuurlijke en extensieve werkwijze tamelijk robuust. Voor producten die van buiten het bedrijf worden aangekocht wordt een eerlijke prijs betaald. De extensieve en parkachtige opzet creëert kansen om inkomsten te genereren uit natuurbeheer en recreatie. Burgers komen voor het buitenleven naar het gebied toe om te wandelen en het te doorkruisen met een terreinfiets of een paard. Het “bedrijf” op zich is vrij toegankelijk voor de burger, want de burger heeft recht op zicht op de productie, bovendien betaalt de overheid al voor de productie van natuur en landschap. Het bedrijf biedt wel extra betaalde diensten. Onder het gevestigde merk ‘Dairy-Adventure’ biedt het bedrijf diverse mogelijkheden aan voor entertainment, educatie en beleving waarvoor een reële prijs wordt betaald. De term edu-tainment is hier op zijn plaats. Dit merk zou een franchise-formule kunnen zijn van een vereniging van recreatiebedrijven op het platteland, of een boerenorganisatie. Bij deze bedrijfsvorm zijn nog andere varianten denkbaar die zich richten op bijvoorbeeld een neventak die zich met verschillende soorten runderen, schapen en paarden toelegt op begrazing van dijken, natuurgebieden en parken in steden. Een mogelijkheid is om een dergelijk bedrijf direct aan de rand van een stedelijk gebied te vestigen. De reguliere landbouwbedrijven (zeker de Specialty dairy’s) passen door de sterke schaalvergroting niet aan de rand van het stedelijke gebied. Een ander verschijnsel is een toenemend aantal burgers dat zich vestigt in de directe omgeving van het stedelijke gebied, ook op voormalige landbouwbedrijven. Dit geeft het landschap rondom de stad vaak een rommelig aanzicht en maakt het landschappelijk weinig waardevol. Door direct aansluitend op het stedelijke gebied Nature’s dairy’s te vestigen, kan een veel aantrekkelijker landschap worden gecreëerd. Bovendien kan de burger (weer) goed kennis nemen van de productie van zuivel. De bedrijfsvorm is inpasbaar bij weidegebieden die grenzen aan grote natuur. Door de grote oppervlakte zou volledig eigendom van de grond te veel kapitaal vragen. In ruil voor een hoge kwaliteit van beheer krijgt de veehouder deze grotendeels ter beschikking gesteld door natuurbeheerders, die hem ook betalen voor het beheer. Met een dergelijke opzet en kapitaalverschaffing kan het Duties & Rights melkveebedrijf heel goed een gezinsbedrijf zijn. Een andere mogelijkheid is dat burgers letterlijk mede-eigenaar zijn van de open ruimte, bijvoorbeeld via een systeem van overdraagbare ontwikkelingsrechten. De boer wordt dan direct gecompenseerd voor het in stand houden van de groene ruimte.
2.4
Toetsingscriteria
Voor de concretisering van beide systemen zijn er veel mogelijkheden te bedenken. Al deze mogelijkheden hebben voor- en nadelen. Sommige ideeën vallen af op basis van één of meerdere nadelen. Dit is het geval wanneer een nadeel het onmogelijk maakt om een uitwerking in het systeem in te passen. Uiteindelijk zijn er nog meerdere uitwerkingen denkbaar in een systeem. Om de keuze tussen deze uitwerkingen mogelijk te maken zijn de randvoorwaarden in belangrijkheid onderscheiden. Zo kan bij bepaalde systemen de Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
17
randvoorwaarde met het zwaarste gewicht de doorslag geven. De gewogen randvoorwaarden noemen we nu de toetsingscriteria. Hieronder staan per bedrijfssysteem de toetsingscriteria weergegeven. De weging van de toetsingscriteria is beoordeeld in de 5e fase. De randvoorwaarden zijn naar belangrijkheid gerangschikt en geven de doorslag bij keuzes die gemaakt moeten worden als er voor 1 systeem meerdere mogelijkheden zijn. Toetsingscriteria bedrijfssysteem Specialty dairy: 1. 2. 3. 4. 5.
Systeem moet inspirerend zijn; Alles moet nut hebben; Comfort bieden/wei nabootsen; Volledige productiebeheersing; Transparantie van het bedrijf.
Toetsingscriteria bedrijfssysteem Nature’s dairy: 1. 2. 3. 4. 5.
Systeem moet inspirerend zijn; Natuur in haar waarde laten; Aantrekkelijkheid voor publiek; Ontlokken van productie; Dieren in hun waarde laten.
Aan de hand van deze toetsingscriteria zijn we tot de uiteindelijke bedrijfssystemen gekomen.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
18
3
Bedrijfssysteem Specialty dairy
In dit hoofdstuk wordt de concretisering van het bedrijfssysteem Specialty dairy beschreven. Als eerste worden algemene toepassingen beschreven zoals biosensoren en energiebesparende maatregelen. Daarna worden achtereenvolgens het vloerssysteem, het melksysteem, het voersysteem en de mogelijkheid tot automatisch klauwbekappen beschreven. Als laatste komt de stalindeling aan de orde.
3.1
Algemene toepassingen
Algemene toepassingen zijn toepassingen die niet direct tot de opdracht behoorden, maar mogelijk wel kunnen worden gebruikt bij het concretiseren van het systeem. De algemene toepassingen zijn alleen beschreven en verder niet getoetst. Vanuit het project is aangegeven dat er met biosensoren gewerkt wordt. Dat er zuinig met energie omgesprongen moet worden en dat hygiëne zeer belangrijk is. In deze paragraaf wordt eerst ingegaan op de toepassing van biosensoren. Vervolgens wordt ingegaan op enkele mogelijkheden waarmee energie kan worden bespaard. Vanuit het oogpunt van hygiëne wordt tenslotte aandacht besteed aan een schone - en vuile weg.
3.1.1 Biosensoren Om de productie volledig te kunnen beheersen is continu informatie nodig over het verloop van het proces. Het is dan ook gewenst om op verschillende plekken in de stal metingen te doen. Biosensoren houden bij wat de status van de koe is. Biosensoren zouden informatie kunnen geven over wanneer een koe moet afkalven (temperatuursverhoging) en of een koe de juiste voeding krijgt (melkkwaliteit, gehalten). Biosensoren kunnen bevestigd worden bij het voersysteem, de luchtuitlaat en bij het melksysteem. Zo creëer je een indirect meetsysteem dat geen ingrepen vereist bij de koeien zoals het aanbrengen van sensoren in de koe zelf. In het Specialty dairy systeem worden koeien voorzien van een chip (geen oormerken meer) die registreert waar een koe zich in de stal bevindt. Ook zou van elke koe de mest onderzocht kunnen worden door mesthopen individueel op te halen. Meer informatie over biosensoren kan worden gehaald uit het rapport Sensors and dairy farming 2025 (Hilverda, 2005).
3.1.2 Energiebesparing Uitgangspunt bij het bedrijfssysteem Specialty dairy is dat de stal mechanisch wordt geventileerd. Dit betekent dat er energie nodig zal zijn voor het koelen en verwarmen van de stal. Om energie te besparen zou van het onderstaande systeem gebruik gemaakt kunnen worden. Verwarming en koeling stal De stal wordt mechanisch geventileerd. In de zomer moet de buitenlucht gekoeld worden. Deze processen vragen veel energie en om hierop te besparen kan er gebruik worden gemaakt van warmte- en koudeopslag in de grond. Energieopslag in de bodem is een milieuvriendelijk en energiebesparend alternatief voor een conventionele koelinstallatie. In de zomer wordt warm water in de grond opgeslagen en in de winter worden gebouwen verwarmd met dit water. Voordeel hiervan is energiebesparing en dus minder belasting van het milieu. Op het moment dat er in de zomer behoefte is aan koeling van gebouwen, wordt koud water uit een watervoerende grondlaag opgepompt (zie figuur 3). Dit water wordt gebruikt om de lucht in Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
19
de stal af te koelen. Het water, dat hierdoor opwarmt, wordt daarna weer terug in de grond gepompt en opgeslagen. In de winter vindt het omgekeerde proces plaats. Dit kan leiden tot een aanzienlijke energiebesparing van 30 tot 80 procent (bron: www.bouwweb.nl). Als er teveel warmte is opgeslagen, zou dit mogelijk ook omgezet kunnen worden in elektrische energie.
Figuur 3: Voorbeelden van warmte opslag en gebruik
Andere warmtebronnen Bij de koeling van melk ontstaat warmte. Deze warmte kan door middel van een warmtewisselaar gebruikt worden voor het opwarmen van water naar een temperatuur van 6065 graden Celsius. Dit water kan direct op het bedrijf worden gebruikt, of kan tijdelijk opgeslagen worden. Dit levert ook weer energiebesparing bij het verwarmen van water. De restwarmte die vrij komt bij draaiende machines of de koeling van de melk kan ook opgeslagen worden onder de grond. Zo ontstaat een hoog rendement van gebruikte energie op het bedrijf.
3.1.3 Vuile - en schone weg op het bedrijf. In het hygiëneplan moet een duidelijke vuile - en schone weg worden opgenomen. Een mogelijke tekening van de schone en vuile weg is opgenomen in figuur 5. Voer komt in verzegelde containers op het bedrijf. Om er voor te zorgen dat voer niet in aanraking kan komen met mest wordt het voer eerst gelost in een stortbunker (zie figuur 4). Het voer wordt verder getransporteerd via transportbanden.
Figuur 4: Stortbunker voor voer
Wanneer de vrachtwagen het voer gelost heeft rijdt deze door naar de ander kant van het bedrijf en laadt daar de container vol met mest of urine. Bij de ingang en bij de uitgang van het bedrijf wordt de buitenkant van de vrachtwagen gedesinfecteerd d.m.v. een reinigingspoort. Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
20
Figuur 5: Plattegrond van de stallen met schone en vuile weg
3.2
De stal
Bij Specialty dairy worden hoge eisen gesteld aan de stal. Bij het produceren van speciale melk hoort namelijk een stabiele en beheersbare omgeving. Bovendien moet de stal diervriendelijk zijn. In deze paragraaf worden de randvoorwaarden van de stal uit de literatuur en van eerder onderzoek weergegeven. Hieronder staan de voordelen van natuurlijk gedrag in de wei weergegeven (Dierenbescherming, 2005 en LNV, 2002). • • •
Door betere begaanbaarheid ontstaan er minder klauw-, poot- en bewegingsproblemen; Koeien kunnen elkaar gemakkelijk ontwijken; Er treden minder verwondingen en doorligplekken, vanwege de schone, droge en zachte ondergrond.
Tevens zijn de 5 vrijheden, geformuleerd door de commissie Brambell van groot belang. De koe moet vrij zijn: • • • • •
van dorst, honger en onjuiste voeding; van fysiek en fysiologisch ongerief; van pijn, verwondingen en ziektes; van angst en chronische stress; om haar natuurlijke gedrag te vertonen.
Zoals bij de 5 vrijheden te zien is, is er vooral op het gebied van de laatste vrijheid veel winst te behalen. De burger geeft ook aan dat veehouderijsystemen aangepast moeten worden aan de wensen van de koeien (Verslag project Burgerpercepties, LEI 2005). Producten die van een bedrijf komen moeten veilig en gezond zijn. Dieren hoeven niet buiten gehouden te worden, mits aan de welzijnseisen wordt voldaan.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
21
3.3
Het ligbed
Het ligbed van de koeien moet aan een aantal randvoorwaarden en eisen voldoen. Deze randvoorwaarden en eisen zijn voortgevloeid uit de waardeoriëntaties en uit gesprekken met ondernemers, studenten en bedrijfsleven en uit de literatuur Hieronder staat een opsomming van de eigenschappen en randvoorwaarden waaraan het ligbed moet voldoen. Het ligbed moet: • • • •
•
schoon zijn; droog zijn; hygiënisch zijn; de mogelijkheid bieden tot natuurlijk gedrag; o De koe moet vooruit kunnen weglopen; o De koe moet geen last hebben van belemmeringen bij het opstaan; o De koe moet voldoende grip hebben bij het opstaan. de koeien het comfort van een wei geven.
Mogelijkheden voor het ligbed van de koeien: • •
Een voorgevormd ligbed; Een egale ruimte (uitgewerkt bij loopvloer).
De figuren 6, 7 en 8 geven een beeld van de benodigde bewegingsvrijheid die een ligplek aan de koe moet bieden. Te zien is dat de koe voldoende kop- en pootruimte nodig heeft.
Figuur 6: Benodigde kopruimte voor een koe (Hop en Scherphof, 1986)
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
22
Figuur 7: Benodigde voorpootruimte voor een koe (Hop en Scherphof, 1986)
Figuur 8: Benodigde Achterpootruimte voor een koe (Hop en Scherphof, 1986)
Een voorgevormd ligbed (lying islands) In de stal van 2025 van het project High Quality & Community Farming is een ligbed (lying islands) van de toekomst geschetst. Dit ligbed bestaat uit een oplopend vlak dat voorgevormd is naar de koe. De inhoud van de box bestaat uit een materiaal dat de voordelen heeft van zand, maar niet de nadelen. De voordelen van dit systeem zijn: • •
Een rustige plek in de stal waar koeien kunnen gaan liggen; Het ligbed is zacht.
De nadelen van dit ligbed zijn echter nog steeds dezelfde als die bij een traditionele ligbox, alleen in mindere mate. De nadelen zijn: • •
De bewegingsvrijheid van een koe is beperkt. Zoals in figuur 6-8 te zien is heeft een koe veel kop- en pootruimte nodig; Het hekwerk belemmert de koe tot vrij opstaan en vooruit weglopen (figuur 9).
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
23
Figuur 9: Lying islands uit het project High Quality & Community Farming
De verdere uitwerking van het ligbed komt aan bod wanneer ook de stalvloer is besproken. Dit omdat een gecombineerde loop- en ligruimte ook mogelijk is. In de volgende paragraaf wordt ingegaan op het loopgedeelte.
3.4
De stalvloer
Net als bij het ligbed zijn er een aantal randvoorwaarden en eigenschappen waaraan een stalvloer moet voldoen. Hieronder wordt een opsomming gegeven. De vloer moet: • • • • • • • • •
droog zijn; schoon zijn; hygiënisch zijn zodat poot- en klauwproblemen worden voorkomen; zacht zijn voor de klauw; grip geven aan de koe; urine goed doorlaten; geringe emissie geven; koeien de mogelijkheid geven tot het vertonen van natuurlijk gedrag; het comfort van de wei kunnen evenaren.
Op basis van deze eigenschappen zijn een aantal uitwerkingen bedacht om het staloppervlak in te vullen. Als er onderscheid wordt gemaakt tussen lig- en loopgedeelten dan is een met rubberbeklede stalen roostervloer een mogelijkheid. Dit is goed combineerbaar met lying islands. Mogelijkheden voor een vloeroppervlak dat zowel als lig- en als loopgedeelte kan worden gebruikt: • • •
een oppervlakte met stro en uitmestrobot; een oppervlakte met zand en drains en uitmestrobot; een oppervlakte met synthetisch materiaal met drains en uitmestrobot.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
24
3.4.1 Een vloeroppervlak met rubberbeklede stalen roosters Momenteel wordt onderzoek gedaan naar een stalen rooster dat door het Praktijkonderzoek is ontwikkeld. Hierbij zijn de roosterbalken smal. Dit systeem is goed toepasbaar voor mestscheiding. Terwijl de mest door het rooster valt, blijft de urine door het cohesie- en adhesie-effect aan het staal plakken. Aan de onderkant wordt het vocht opgevangen m.b.v gootjes. Uit het eerste onderzoek blijkt dat 80 procent van het vocht door de gootjes wordt opgevangen. Het prototype heeft een innovatieprijs gewonnen. Voordelen van deze stalvloer zijn: • •
Zacht voor de klauwen; Goede scheiding van mest en urine.
De nadelen van dit vloertype zijn: • • •
Niet hygiënisch; Niet droog en schoon; Concept verschilt weinig met de huidige vloeren die met rubber bekleed zijn.
3.4.2 Een vloeroppervlakte met stro Een vloeroppervlak met stro behoort tot de mogelijkheden. Hierbij kan gedacht worden aan een traditionele potstal met een uitmestrobot. Bij proeven op praktijkcentrum Aver Heino (www.pv.wageningen-wur.nl) blijkt dat een uitmestrobot op stro ongeveer 90% van de mestflatten vind. Bij stro kan niet gewerkt worden met infrarode beelden omdat stro in combinatie met mest en urine veel warmte produceert. Bij een combinatie van detectie van warmte en geur kan bijna 100% van de mestflatten worden gevonden. Een ander voorbeeld van een strostal is de hellingstal waarbij het stro bovenaan de helling wordt gestrooid en de koeien het stro naar beneden trappen. De voordelen van een strovloer zijn hieronder samengevat. Een strovloer: • • •
is zacht voor de klauwen; geeft de koe grip; heeft een lage uitstoot van ammoniak.
Een strovloer kent ook een aantal nadelen, welke niet acceptabel zijn in het bedrijfssysteem Specialty dairy. Ze zijn hieronder samengevat: • • • •
Er moet veel stro gebruikt worden; Het kost veel arbeid; Het brengt hygiëneproblemen met zich mee; Het gaat broeien.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
25
3.4.3 Een vloeroppervlakte van synthetisch materiaal en drains Een andere mogelijkheid is om het vloeroppervlak van de stal te vullen met drains en synthetisch materiaal(figuur 10). Hierbij kan gedacht worden aan krullen gedraaid van oud landbouwplastic of aan siliconenkorrels. Wanneer de korrels een kleine metalen kern bevatten, dan kunnen de korrels bij het wassen d.m.v. magnetisme gemakkelijk gescheiden worden. De urine zal wegzakken tussen de korrels door naar de drains. De voordelen van dit vloeroppervlak staan hieronder samengevat. Het materiaal: • • •
is zacht voor de klauw comfort; scheidt urine gemakkelijk van mest; is recyclebaar.
Ook aan het synthetische materiaal kleven nadelen. Het synthetische materiaal zelf is niet milieuvriendelijk en er bestaat een kans dat het in het milieu terechtkomt door het niet 100 % scheiden van het materiaal van de mest. De nadelen van synthetisch materiaal zijn in de toekomst oplosbaar en daarom wordt deze optie wel verder onderzocht.
Synthetische korrels Drains
Figuur 10: Een vloeroppervlakte van synthetische korrels
Voorgevormde onderlaag
3.4.4 Een oppervlakte met zand en drains Een andere mogelijkheid is een vloeroppervlak bestaande uit zand (figuur 11). De voordelen van zand: • • • •
Het is zacht voor de klauw comfort; Het materiaal scheidt urine gemakkelijk van mest; Zand is milieuvriendelijk; Er is voldoende van aanwezig.
Ook aan zand kleven nadelen: • •
Het recyclen van zand kan niet voor 100% gebeuren; Het is mogelijk dat zand achterblijft in de mest of urine.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
26
Een nadeel is dat zand zich moeilijk laat reinigen. Er wordt nog onderzoek gedaan naar welke zandsoorten hiervoor het meest geschikt zijn. Door het kleine aantal nadelen wordt zand ook meegenomen in de vergelijking van het lig- en loopgedeelte. In de volgende paragraaf wordt ingegaan op de keuzemogelijkheden van het lig- en loopgedeelte.
Figuur 11: Een vloeroppervlak van zand
3.4.5 Keuze van het lig- en loopgedeelte In deze paragraaf wordt de keuze van het lig- en loopoppervlak gemaakt. Ligplek Voor een ligbed zijn weinig nieuwe ideeën naar boven gekomen. Wanneer de koe alleen een klein heuveltje heeft waar ze tegenaan kan liggen zouden de lying islands wel kunnen. Een aparte ligplek geeft rust in de koppel. Gaan we het ligbed toetsen dan komt het volgende naar voren. De lying islands zijn inspirerend, geven rust in de koppel en zullen door de vorm en de zachtheid het comfort van de wei evenaren. In de stal van 2025 worden daarom lying islands geplaatst in een aangepaste vorm. Loopgedeelte Voor het loopoppervlak zijn er 4 mogelijkheden. Stro en stalen roosters vallen af vanwege onvoldoende hygiëne. Verder zijn deze mogelijkheden ook minder inspirerend voor de toekomst omdat er nu al gebruik van gemaakt wordt. Voor het loopgedeelte blijven als beste opties daarom het synthetische materiaal en zand over, beiden met drains en een uitmestrobot.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
27
Qua voor- en nadelen heeft het synthetische materiaal de voorkeur omdat zand moeilijk te reinigen is en dus moeilijk te recyclen is. Bovendien is een oppervlakte van synthetisch materiaal het meest inspirerend en innovatief. Voor het bedrijfssysteem Specialty dairy hebben we gekozen voor synthetisch materiaal.
3.4.6 De uitwerking In figuur 12 is een dwarsdoorsnede van de vloer waarvoor uiteindelijk is gekozen te zien. De onderlaag is zo gemaakt dat er een geultje overblijft waar een drain ingelegd kan worden. De geul moet zo gemaakt worden dat de drain gemakkelijk te vernieuwen is. Urine zal via de drainage verdwijnen en mest wordt verwijderd door een uitmestrobot. De uitmestrobot komt in de volgende paragraaf aan bod. De ideale dikte van het synthetische materiaal is 30 -50 cm.
Figuur 12: Dwarsdoorsnede vloer in het bedrijfssysteem Specialty dairy
3.5
Stalvloerreiniging
Het is belangrijk dat de stalvloer schoon en droog blijft. Bij geen van de stalvloertypen is dit het geval en daarvoor moet een oplossing gevonden worden. Een oplossing is het gebruik maken van een uitmestrobot.
3.5.1 Eigenschappen uitmestrobot Om ervoor te zorgen dat de stalvloer schoon blijft, zal een uitmestrobot gebruikt kunnen worden. De robot moet: • mestflatten kunnen herkennen; • koeien kunnen herkennen; • niet in contact komen met de koe (hygiëne); • in staat zijn om over oneffenheden heen te rijden; • nieuwe synthetische korrels weer naar de stal kunnen brengen; • mest uit de stal kunnen afvoeren; • bulten met korrels kunnen afvlakken; • gescheiden compartimenten hebben voor mestflatten en schone synthetische korrels.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
28
3.5.2 Beschrijving uitmestrobot In de akkerbouw wordt momenteel veel geëxperimenteerd met robotjes die onkruid opzoeken en wieden. Zo is er voor het opruimen van mestflatten ook een robot te ontwikkelen. Bij het opsporen van mestflatten zou gebruik gemaakt kunnen worden van infrarode beelden. Daarnaast kan ook gebruik worden gemaakt van een geursensor. Met de combinatie van warmte en geur zal de gehele mestflat op te sporen zijn ook al is deze verspreid over bijv. een lengte van een meter.
Figuur 13: Zijaanzicht uitmestrobot
Figuur 14: Vooraanzicht uitmestrobot
In figuur 13 is het zijaanzicht van de uitmestrobot te zien. De robot is aan de voorkant voorzien van een schepbak (figuur 14). Met deze bak wordt de mestflat met een deel van de korrels opgeschept. Aan de bovenkant van de robot zit een luik. Deze gaat open zodra er een mestflat is opgeschept en de mestflat wordt gelost. Onderaan de robot zit een luik zodat de mestflatten gelost kunnen worden. Aan de achterzijde van de robot zit een slurf die schone korrels kan lossen. Deze korrels komen uit een voorraadtank die aan de bovenkant gevuld kan worden. Aan de onderkant van de slurf bevindt zich een schuifbord waarmee de bulten in het vloeroppervlakte vlak geschoven kunnen worden. De robot heeft aan de achterkant een aansluitpunt om elektriciteit bij te laden. De robot rijdt op rubberen rupsen en heeft op die manier voldoende grip. Via infrarode beelden (figuur 15) en geur worden de mestflatten en koeien gedetecteerd en gelokaliseerd. Een koe legt ongeveer 5 mestflatten per dag. Eén robot kan naar schatting ongeveer 50 koeien aan. Per stalunit in het Specialty dairy bedrijfssysteem zijn er dus 4 uitmestrobots.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
29
Figuur 15: Voorbeelden van infrarode beelden
mestflat
Voerstation
Koe
Figuur 16: Infrarood beeld van de stal
Het vinden van de mestflatten gebeurd met behulp van een infraroodcamera en een geursensor. De camera registreert de warmte in de stal. Op plekken met een groot warmteoppervlak staat een koe en op plekken met een klein warmteoppervlak ligt een mestflat. De infrarood camera’s zijn op 4 plaatsen gemonteerd (zoals lichten bij een voetbalveld) zodat van alle kanten mestflatten en koeien onderscheiden kunnen worden. In figuur 16 is een gedeelte van de stal getekend met infrarode beelden. Het voerstation en andere vaste objecten worden van tevoren geprogrammeerd. De aansturing van de robot gebeurt via een centrale computer en een directe draadloze verbinding. Wanneer de ene robot vol zit met mestflatten neemt de andere het over en wisselen de robots van het dockingstation. In dit dockingstation (figuur 17) kan de robot de mest met het synthetische materiaal lossen en energie en schone synthetische korrels bijladen. Het compartiment dat de mest tijdelijk opslaat wordt gereinigd door middel van een robothogedrukspuit. Mest wordt afgevoerd via een luik in de robot en komt terecht op een transportband. Korrels worden er via magnetisme uitgehaald en gewassen. De mest wordt gedroogd en/of opgeslagen en afgevoerd in containers.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
30
Figuur 17: Dockingstation uitmestrobot
Verwerking urine De urine die door het synthetische materiaal zakt naar de drainagebuizen wordt centraal opgevangen. Het is mogelijk uit deze urine spoelwater terug te winnen en mogelijk zelfs zuiver drinkwater. Het is zonde om water af te voeren van een bedrijf als dat weer hergebruikt kan worden. Er vanuit gaande dat er per koe ongeveer 100 liter vocht (spoelwater en urine) beschikbaar komt, kan er op een bedrijf veel bespaard worden. Daaraan zitten een aantal voorwaarden. Er mogen in het water geen geneesmiddelen zitten. Dit kan doormiddel van membraanfiltratie en doormiddel van actieve kool. Het nadeel van actieve kool is dat er veel van nodig is om het systeem te laten draaien. Membraanfiltratie heeft hierbij de voorkeur. Membranen zijn er in verschillende grootten: micro, ultra-nano en omgekeerde osmose. Van deze drie reinigt ultra-nano hormonale stoffen. In urine zitten veel zouten. Ultra-nano haalt dit er moeilijk uit, maar voor de 2 waardige ionen wel zoals Ca 2+ is deze wel geschikt. Om ook de enkelvoudige ionen er uit te halen, is omgekeerde osmose nodig. De keuze valt hierbij op een plaatsing van een ultra-nano membraan met daarachter een omgekeerde osmose. Dit zuivert het water het beste. De capaciteit is ongeveer 6 m3 per uur. Dit zal in de toekomst waarschijnlijk meer worden. De technologie zal zich nog verder ontwikkelen waardoor gegarandeerd zuiver drinkwater teruggewonnen wordt.
3.6
Melksysteem
Deze paragraaf gaat in op de keuze van het melksysteem dat toegepast wordt in het Specialty dairy systeem. Hierbij kunnen de volgende opties worden onderscheiden: • • •
Conventionele melkstal; Robotbox; Draaimelkstal met robotarm.
De systemen zullen eerst apart behandeld worden. Daarna wordt beschreven op basis waarvan een systeem gekozen is.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
31
Figuur 18: Visgraatmelkstal
Figuur 19: Draaimelkstal
Figuur 20: zij aan zij
3.6.1 Conventionele melkstal Het melken in een normale melkstal is goed te doen mits er voldoende werknemers zijn. In figuur 18 t/m 20 staan de conventionele melkstallen. De meest gebruikte melkstal is de visgraat. Hieronder staan de voor- en nadelen van een conventionele melkstal ten opzichte van de andere systemen weergegeven. Voordelen conventionele melkstal: • • •
Minder investeringskapitaal nodig; Koeien worden niet afgezonderd gemolken waardoor ze niet in de stress raken; Melkstal kan goed centraal geplaatst worden en is goed bereikbaar.
Nadelen conventionele melkstal: • • •
Werknemers nodig, arbeid is duur en mensen maken fouten; Hygiëne kan niet worden gegarandeerd door werknemers; Units gescheiden houden is niet mogelijk.
Er blijken dus nogal wat nadelen aan een normale melkstal te zitten. Toch is het meegenomen in de afweging.
3.6.2 Robotbox Naast conventioneel melken in een melkstal kan ook gedacht worden aan automatisch melken in een robotbox. Dit automatische melksysteem is al veel toegepast op bedrijven in binnen- en buitenland. In figuur 21 en 22 staan twee voorbeelden van de robotbox. De voor- en nadelen van melken in een robotbox staan hieronder weergegeven. Voordelen robotbox t.o.v. de andere systemen: • • •
Units kunnen gescheiden worden; Geen ruimte nodig voor een grote melkstal; Weinig arbeid nodig.
Nadelen van een robotbox: •
Minder gemakkelijk kunnen separeren van koeien naar units;
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
32
•
Dure apparatuur zoals de aansluitarm staat tijdens het melken stil en wordt dus niet maximaal benut.
Figuur 21: Lely melkrobot
Figuur 22: AMS melkrobot
3.6.3 Draaimelkstal met robot Het oorspronkelijke idee van de melkstal voor het Specialty dairy systeem was een draaimelkstal met een robotarm (figuur 23). Dit systeem werkt hetzelfde als een draaimelkstal, alleen staat er i.p.v. een melker een robotarm in om de melkstellen aan te sluiten. Koeien staan in dit systeem achter elkaar, opstelling als in een open tandem. Voor de beoordelingen hebben we alle voor- en nadelen t.o.v. de andere systemen op een rijtje gezet. Voordelen van de draaimelkstal: • • • • •
Grote capaciteit; Biedt mogelijkheid om koeien te separeren; Goede benutting van aansluitrobotten; Koeien worden niet afgezonderd gemolken waardoor ze niet gestrest raken; Melkstal kan centraal geplaatst worden en is daardoor goed bereikbaar.
Nadelen van de draaimelkstal: • •
Stalunits gescheiden houden is niet mogelijk, want in draaimelkstal worden koeien uit alle units gemolken; Neemt veel ruimte in beslag.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
33
Figuur 23: Draaimelkstal met aansluitrobot
3.6.4 Keuze melksysteem In deze paragraaf wordt de keuze voor het best passende melksysteem gemaakt. Als eerste de conventionele melkstal. In deze melkstal is handenarbeid nodig. Een randvoorwaarde van Specialty dairy is dat er hygiënisch moet worden gewerkt volgens vaste protocollen. Mensen kunnen echter fouten maken en dat is uit den boze. Bovendien is arbeid duur en als er 24 uur per dag gemolken moet worden lopen de kosten flink op (nachtdiensten e.d.). Daarnaast is dit systeem niet inspirerend. Vanwege deze nadelen is dit systeem verworpen. Beide automatische melksystemen blijven dus over. De draaimelkstal heeft als voordeel dat het efficiënt gebruik maken van techniek mogelijk maakt. De draaimelkstal heeft ook als voordeel dat het gemakkelijk koeien kan separeren naar andere units. De draaimelkstal scoort bij het toetsingscriteria inspirerendheid hoger dan de melkrobotbox. Wegens deze voor- en nadelen en het toetsingscriteria inspirerendheid is er gekozen voor de draaimelkstal met aansluitarm.
3.6.5 De uitwerking Voor het Specialty dairy systeem is er gekozen voor de draaimelkstal met aansluitarm. De robotarmen zullen op drie plaatsen de melkstellen aankoppelen, namelijk op de plekken waar de koeien binnenkomen vanuit een unit. Met behulp van de draaimelkstal kunnen de koeien gemakkelijk gesepareerd worden. De koeien worden met het oog op hygiëne en aftrappen van onder aangesloten (figuur 24) zodat de robotarm niet heen en weer hoeft wat tijd en capaciteit kost. De koeien zullen in werkelijkheid van opzij gemolken worden omdat het kalf ook altijd van opzij drinkt. Hierdoor krijgt de koe minder stress en blijft zij rustiger. Een ander aspect van de draaimelkstal is dat de koe zelf kiest wanneer ze gemolken wil worden. Om de 600 koeien 3-4 x per dag te melken a 10 min per koe zal de melkstal ongeveer 30 standen hebben. Standlengte per koe is ongeveer 2,5m. Daarmee komt de robot op een omtrek van 75 m en een diameter van 24 m.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
34
3.6.5 Andere aspecten van de melkerij Het product dat afgeleverd wordt moet 100% in orde zijn. Om deze reden is het wenselijk om de melkstromen per kwartier te scheiden. Na het scheiden van de melkstromen en het meten van de afzonderlijke melkstromen kan er bepaald worden in welke tank de melk komt. Er worden veel metingen verricht m.b.t. de melkkwaliteit en het melkproces. Alle denkbare metingen als vetpercentage, eiwitpercentage, celgetal, kiemgetal en ureum worden uitgevoerd. Door deze monitoring is het mogelijk om eventuele problemen bij het vee op het kantoor (controlunit) te achterhalen. Tevens wordt de kwaliteit van het product gewaarborgd. In de draaimelkstal kunnen nog tal van andere metingen worden verricht, waarbij ook gedacht moet worden aan metingen die niet direct aan het melken zijn gerelateerd (bijv. bepaling gewicht). Door de grote capaciteit en de hoge melkgift kunnen koeien meerdere keren per dag gemolken worden. Er moet rekening worden gehouden met de melksnelheid, welke niet te hoog mag zijn. Dit voorkomt beschadiging van de keratinelaag binnenin de spenen zodat deze beter sluiten. Dit komt ten goede van de hygiëne.
3.7
Wijze van voerverstrekking
De huidige voersystemen zijn er op gericht om op koppelniveau een zo efficiënt mogelijke productie te halen. Voer wordt in één keer voor de koppel gedraaid en een paar keer per dag aangeschoven. In dit hoofdstuk wordt een antwoord gezocht op het vraagstuk hoe het voersysteem eruit ziet op het Specialty dairy bedrijf. Door middel van het toetsen van systemen aan de toetsingscriteria wordt er een keuze gemaakt voor het best passende voersysteem.
3.7.1 Voermengwagen In de huidige stallen waar de koeien jaarrond binnen staan wordt vooral gebruik gemaakt van een voermengwagen. Hierbij zijn 2 systemen denkbaar, namelijk PMR (Partly Mixed Ration) en TMR (Total Mixed Ration). PMR Bij het eerste systeem wordt met de voermengwagen een rantsoen voor een bepaalde melkproductie per koe gemaakt en worden de hoog productieve dieren bijgevoerd door middel van een krachtvoerbox. Dit wordt ook wel het PMR (Partly Mixed Ration) genoemd. In Zweden wordt veel gebruik gemaakt van het PMR-voersysteem. TMR In Noord-Amerika wordt het TMR-systeem veel toegepast. Bij TMR (Total Mixed Ration) wordt één rantsoen voor de producerende groep koeien gedraaid. Een belangrijk nadeel van TMR is dat het systeem gericht is op de gemiddeld producerende koeien. De individuele koe krijgt bij dit systeem te weinig aandacht. Hierdoor zal een optimale prestatie niet mogelijk zijn.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
35
Voordelen voermengwagen: • •
Grote hoeveelheden tegelijk; Snel.
Nadelen voermengwagen: • •
Arbeidsintensief; Geen individuele voedering mogelijk.
3.7.2 Mengkuilen In plaats van het dagelijks mengen van voer kan ook gekozen worden voor het maken van mengkuilen. Op het bedrijf van Jacob Noord in Zeijen wordt gebruik gemaakt van mengkuilen, waarbij de koeien zelf het voer uit een sleufsilo halen. Het grootste nadeel van deze methode is dat er niet meer gestuurd kan worden in de samenstelling van het rantsoen wanneer de melkproductie afwijkt van het gewenste niveau. Ook zullen de verliezen groter zijn, doordat een mengkuil weer opnieuw moet conserveren. Voordelen van mengkuilen zijn: • • •
Weinig arbeid; Geen uitkuilmachines nodig (bij zelfvoedering); Koeien hebben altijd de beschikking over vers voer.
Nadelen van mengkuilen zijn: • • •
Veel verliezen; Veel opslag nodig; Sturing rantsoen beperkt.
3.7.3 Automatisch voeren (koppel) Naast de voermengwagen bestaat er het Mullerup-systeem’. Dit systeem voert automatisch de koeien waardoor op arbeid bespaard wordt en meerdere malen per dag vers voer aangeboden kan worden. Dit systeem beweegt via een rail door de stal. De grootste nadelen van dit systeem zijn dat het voer nog steeds met arbeidskracht in voorraadbakken gebracht moet worden en dat de individuele koe niet optimaal wordt gevoerd. De voordelen van dit systeem zijn dat de koeien meerder malen per dag vers voer krijgen en dat het arbeidsbesparend is. De benodigde ruimte in de stal is voor dit systeem niet groot. Een voergang van 2 meter is genoeg. Voordelen van voeren met ‘Mullerup-systeem’: • • •
Arbeidsbesparend; Continu vers voer voor het hek; Weinig ruimte nodig;
Nadelen van automatisch in koppel voeren:
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
36
• •
Individueel voeren van koeien niet mogelijk; Arbeid blijft nodig (vullen voorraadbakken).
3.7.4 Automatisch voeren (individueel) Een compleet nieuw systeem van Lely is de Atlantis. Een voerrobot die koeien individueel kan voeren. De robot heeft een ronde vorm om meer koeien te kunnen voeden in een kleinere ruimte. De Atlantis heeft 16 vreetplekken voor 60 koeien. Uit ervaring blijkt dat het bij de robot druk is en dat dieren lager in de rangorde niet genoeg vreten. De robot kan 12 voersoorten voeren die op een bepaalde plek buiten de stal neergezet moeten worden. Dit is ook meteen het grootste nadeel. Voer moet nog steeds zelf uit de kuil gehaald en op de voorraadplekken worden neergezet hetgeen arbeid kost. Voor een goede werking is het noodzakelijk dat het ruwvoer gehakseld is. Voordelen van automatisch individueel voeren: • • •
Arbeidsbesparend; Individueel voeren van koeien; De ronde vorm bespaart ruimte.
Nadelen van automatisch individueel voeren: • • • •
Beperkte vreetruimte; Alleen gehakseld voer kan gebruikt worden; Drukte rond voerstation; Arbeid blijft nodig (vullen voorraadplekken).
3.7.5 Keuze voersysteem Bij het voeren in het Specialty dairy systeem moet aan een aantal voorwaarden voldaan worden. Koeien moeten schoon en vers voer hebben, moeten altijd voldoende voer ter beschikking hebben (vrij van honger en dorst) en moeten optimaal gevoerd worden om de juiste speciale melk te kunnen produceren. Dit optimaal voeren kan het beste worden vormgegeven door elke koe individueel te voeren. Bij individueel voeren komt nog een voordeel naar voren. Koeien hoeven namelijk niet meer in aparte groepen te lopen. Alle lactatiestadia kunnen in één groep lopen (ook de droge koeien). Verder moeten koeien de ruimte en de tijd hebben om te vreten (1 vreetplek per 2 koeien.) Om ruimte te besparen kan het beste in een rondje of een halve cirkel gevoerd worden. De universiteit van Virginia heeft onderzocht wat het effect is op de melkgift bij diverse systemen van voeren. Uit dit onderzoek bleek dat het overschakelen van het voeren in een groep naar individueel voeren tot een productieverhoging van 0,50 tot 1,10 kilo per dag kan leiden. Bij een melkprijs van 30 cent betekent dit dat per lactatie per koe 84 euro extra aan opbrengsten. In het Specialty dairy systeem levert de melk meer op waardoor de meeropbrengsten per koe met individueel voeren nog groter zullen zijn. Door toetsing van de systemen wordt het beste voersysteem gekozen. Met de voermengwagen en de mengkuil is nog steeds veel arbeid nodig en ze kunnen beide niet individueel voeren. Deze systemen vallen daarom af. Voor het Specialty dairy systeem lijkt een combinatie van Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
37
de twee automatische voersystemen het beste. Het Mullerup-systeem werkt met voorraadbakken en een rondrijdende mengkar. Dit systeem mist de mogelijkheid om koeien individueel te voeren. Dat is wel mogelijk bij het Atlantis-systeem. .
Figuur 24: Vooraanzicht van het voersysteem
In figuur 25 staat het vooraanzicht van het voersysteem in Specialty-dairy weergegeven. Per 80 cm zit er een voerbak. Tussen elke voerbak zit een hekje.
Figuur 25: Dwarsdoorsnede voersysteem
3.7.6 Uitwerking voersysteem in Utility stal Het Specialty dairy systeem heeft een automatisch voersysteem waarmee koeien individueel gevoerd kunnen worden. Het systeem is afgebeeld in afbeelding 24 en 25. In het systeem gaat de mengkar via een rail langs de voerbakken en kan elke koe individueel voeren. De mengkar Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
38
wordt geladen d.m.v. transportbanden. De kar zal onderweg van voerkeuken naar stal zijn voer mengen. De kar zoekt de plek op waar de koe zich bevindt en zal het mengsel lossen in de voerbak. Om aan de behoefte van de koe te voldoen zullen er meerdere karretjes aan de rail hangen. Tussen de voerbakken zullen hekjes geplaatst worden zodat koeien rustig kunnen vreten. In één unit lopen 150 tot 200 koeien. Dit komt neer op 100 vreetplekken. Wanneer deze vreetplekken als een lang voerhek geplaatst zouden worden, is deze 80 meter lang. Bij een cirkel zou de omtrek 60 meter moeten zijn. Dit komt neer op een cirkel met een diameter van 19 meter. De ruimte onder de cockpit wordt al gebruikt door de draaimelkstal. Hierdoor is binnen het stalconcept geen ruimte voor een rond systeem. Het voersysteem zal daarom 80 meter lang worden en tegen de zijkant worden geplaatst. Het voergedeelte, de voerbakken en tussenhekjes zullen maximaal 5 meter de stal insteken. Geel - hygiëne sluis Lichtgeel - voersysteem Blauw – loopgedeelte Roze – liggedeelte Rood – separatieruimte Zwart – in en uitloop melkstal Groen- melkstal
Figuur 26: Indeling Specialty dairy stal
3.8
Indeling van de stal
De stervorm van het Specialty dairy systeem lag vast. Binnen deze kaders is een stalindeling gemaakt. Onder de cockpit is ruimte voor de draaimelkstal met aansluitarmen. Na het melken heeft een koe dorst en daarom zal er bij de uitgang van de melkstal direct water ter beschikking zijn. Om de spenen van de koe op te laten drogen kunnen de koeien doorlopen naar de vreetplekken aan de zijkant van de stal. Koeien houden er van om met kun kont in de wind te staan. De koeien kunnen daarom eventueel gestuurd worden m.b.v. het ventilatiesysteem. Na het vreten kunnen koeien in het midden rustig gaan liggen. Deze plekken worden extra aantrekkelijk gemaakt door er een verminderde luchtstroom te maken. De uiteindelijke indeling is te zien in figuur 26.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
39
3.9
Automatisch bekappen
Een van de deelvragen binnen het Specialty dairy systeem is hoe er voor kan worden gezorgd dat de koeien geen klauw- of pootproblemen krijgen. In de melkstal worden allerlei metingen gedaan door biosensoren. Hierbij kunnen ook metingen aan de klauwen worden uitgevoerd. Bij paarden wordt hier nu al gebruik van gemaakt (figuur 27). De klauw wordt gescand met behulp van infrarood en de gewichtsverdeling van de klauw wordt bepaald met druksensoren. Dit zou bij koeien ook kunnen. In de stal ligt een vloer die schoon, droog en hygiënisch is, waardoor klauwontstekingen in principe niet meer voorkomen. De stalvloer is zacht waardoor de koeien geen beschadigingen meer oplopen. Alleen overmatige hoorngroei zal verwijderd moeten worden. De redenen om het bekappen door een robot te laten doen zijn: • •
Arbeidsbesparing; Monitoring vergemakkelijken.
Zoals het nu lijkt kan de bekaprobot alleen onderhoudswerk verrichten. Dit houdt in dat het geen ernstige klauwaandoeningen kan verhelpen. Hierbij is ambachtelijk werk vereist. Wel is het zo dat de ernstige klauwaandoeningen zullen uitblijven doordat het klimaat en de voeding volledig onder controle is. De bekaprobot kan door middel van een scan de klauwconditie bepalen (figuur 28). Deze technologie is nog steeds in ontwikkeling. De scan kan gemaakt worden in de melkrobot waarna de koe via selectiepoorten naar de bekaprobot wordt geleid. In de bekapbox wordt de koe met een robotschaafarm behandeld. Een nadeel is dat de koe 100% gefixeerd moet worden. Feit blijft wel dat bij behandelen van een koe fixatie is toegestaan.
Figuur 27: Klauwscan
3.10 Conclusie Na het doorlopen van de verschillende fasen in het onderzoek, kunnen we concluderen dat het Specialty dairy systeem als volgt wordt ingevuld: • • • • • •
De ligplek bestaat uit lying islands; Het loop- en liggedeelte bestaat uit synthetisch materiaal; De stal wordt schoon gehouden door uitmestrobots; De koeien worden gemolken in een draaimelkstal met automatische aansluitarmen; De koeien worden individueel met een automatisch systeem gevoerd; In de stal worden de koeien automatisch bekapt.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
40
4
Het bedrijfssysteem Duties & Rights
In dit hoofdstuk wordt het bedrijfssysteem Nature’s dairy beschreven. In de eerste paragraaf wordt ingegaan op de mobiele melkrobot. In de tweede paragraaf wordt de huisvesting van het vee behandeld.
4.1
De mobiele melkrobot
In deze paragraaf gaan we in op de onderzoeksvraag hoe het melksysteem van het bedrijfssysteem Nature’s dairy eruit ziet. Uit de gesprekken met de betrokken partijen is naar voren gekomen dat een mobiele melkrobot de beste optie was om aan de criteria te voldoen. Het melksysteem voor het bedrijfssysteem Nature’s dairy is een gemobiliseerde versie van de melkrobot zoals we die nu kennen. Vraagstukken met betrekking tot de mobiele melkrobot zijn: • • • • • •
Hoe beweegt de robot zich voort? Wat is de looplijn/ het looppatroon van de robot? Hoe vindt transport plaats van melk, water, energie? Hoe is de robot in te passen in het landschap? Is voeren nodig? Zo ja, hoe wordt dit gedaan? Hoe gaat het melken in werking?
In de volgende subparagrafen worden deze vraagstukken behandeld.
4.1.1 Voortbewegen mobiele melkrobot Er zijn verschillende manieren waarop de robot zich zou kunnen voortbewegen door het landschap. Deze manieren staan hieronder uitgewerkt. Voortbeweging d.m.v. wielen Een simpele manier om de robot te laten voortbewegen is door het plaatsen van wielen. Dit systeem is gemakkelijk en goedkoop. Er kleven echter wel een aantal nadelen aan het gebruik van wielen. De nadelen van wielen: • • • • •
Bij drassige grond kunnen de banden gaan slippen; Bij drassige grond kan de mobiele melkrobot wegzakken; De melkrobot kan obstakels als sloten niet passeren; Banden kunnen spoorvorming veroorzaken; Door frictie kunnen jonge planten worden vernield.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
41
Voortbeweging d.m.v. rupsbanden Voor het voortbewegen van de melkrobot kan ook gebruik worden gemaakt van rupsbanden. Rupsbanden hebben de volgende voordelen: • • •
Rupsbanden slippen minder snel door het grotere oppervlak (krachtverdeling); De robot zal niet snel wegzakken door het grote contactoppervlak met de bodem; De robot staat stabieler doordat rupsbanden niet flexibel zijn en een groter oppervlak hebben.
De nadelen van rupsbanden: • • •
De melkrobot kan niet over obstakels als sloten heen; Rupsbanden kunnen spoorvorming veroorzaken; Door frictie worden jonge planten vernield.
Voortbeweging d.m.v. luchtkussens De melkrobot kan ook voortbewogen worden d.m.v. een luchtkussenvoertuig, oftewel een hovercraft. Door middel van verticale luchtbeweging zweeft een hovercraft enkele centimeters over het land of water. Door horizontale luchtbeweging kan een hovercraft zich verplaatsen. Hieronder staan de voor- en nadelen beschreven die het voorbewegen van de melkrobot d.m.v luchtkussens met zich mee brengt. Voordelen van het voortbewegen met luchtkussens: • • •
De melkrobot zakt niet weg; Er blijven geen sporen achter; Er worden geen jonge planten vernield door frictie.
Nadelen van het voortbewegen met luchtkussens: • • •
De hovercraft kan niet over obstakels als sloten heen; Het richt schade aan door luchtverplaatsing; Door luchtverplaatsing ontstaat geluidsoverlast.
Voortbeweging d.m.v. poten In de bosbouw speelt het probleem dat grote machines op wielen en rupsen de jonge boompjes door frictie uit de grond trekken. Om het probleem tegen te gaan is er een machine ontworpen die zich voortbeweegt d.m.v poten zoals een spin (figuur 28). Deze machine kan ook makkelijker over obstakels heen stappen. Hieronder zijn de voor- en nadelen beschreven Voordelen van het voortbewegen d.m.v. poten: •
Figuur 28: Mobiele melkrobot op poten
Bij poten blijven geen of minder sporen achter;
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
42
• • •
Bij poten is er geen frictie zodat jonge planten niet vernield worden; Bij poten zakt de melkrobot minder snel weg; De melkrobot is in staat om sloten te passeren door de poten in de sloot en op de wal te zetten (figuur 29).
Het nadeel van poten is dat ze niet zo snel kunnen als wielen.
Figuur 29: Melkrobot bij het oversteken van de sloot
Keuze van het systeem voor het voortbewegen Doordat naast de productie van melk ook productie van natuur en recreatie centraal staat is het van belang om de natuur zo weinig mogelijk aan te tasten. Het systeem van voortbewegen dat hier het beste bij past is het systeem met de poten. Banden en rupsbanden veroorzaken schadedoor frictie en laten sporen achter. Het luchtkussensysteem veroorzaakt schade aan de natuur doordat het veel luchtverplaatsing teweeg brengt en daarnaast ook geluidshinder geeft. Een systeem met poten kent al deze nadelen niet. Het enige nadeel van de poten is dat de robot niet zo snel kan. Dit is geen probleem doordat de robot mat de koeien meeloopt en dat gaat niet met hoge snelheden. Bij het toetsingscriteria dat het inspirerend moet zijn past het systeem met de poten ook het best. Dit is het enige systeem dat bijvoorbeeld een sloot kan oversteken. Het voortbewegingssysteem met poten past daarom het beste bij Nature’s.
4.1.2 De aandrijving In paragraaf 4.1.1 is gekeken via welk systeem de robot zich het beste kan voortbewegen. In deze paragraaf staat weergegeven hoe energie voor de mobiele melkrobot beschikbaar zal zijn. Energiebron waterstof Waterstof kan worden gebruikt in een aangepaste cilindermotor. Een waterstofmotor loopt zowel op een mager als op een rijk mengsel. Het vermogen van een waterstofmotor is ongeveer even groot als dat van een benzinemotor. Waterstof kan alleen gasvormig worden geïnjecteerd. Het nadeel van waterstof is de lage energiedichtheid. Opslag van waterstof kan gebeuren onder hoge druk, chemisch gebonden aan metaalhydriden of vloeibaar in cryogene Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
43
vaten. Opslag van waterstof kost veel volume (tankinhoud) maar is laag in gewicht. Waterstofverbrandingsmotoren zijn op dit moment de enige verbrandingsmotoren die geen CO2 uitstoten. Waterdamp is de voornaamste emissiecomponent en daarnaast worden kleine hoeveelheden NOx gevormd en zeer geringe hoeveelheden CO en HC als gevolg van verbranding van smeerolie. Energiebron biodieselmotor Biodiesel is een brandstof, die qua eigenschappen grote overeenkomsten vertoont met gewone diesel. Wat betreft energieverbruik presteert een dieselmotor op biodiesel even goed als op normale diesel. Dieselmotoren die gevoed worden met biodiesel halen qua gereglementeerde emissies gelijkwaardige resultaten als bij gebruik van normale diesel. In het algemeen gebeurt de verbranding bij biodiesel iets vollediger. Hierdoor liggen de emissies van koolstofmonooxide (CO), koolwaterstoffen (HC) en roetdeeltjes (PM) 20 tot 30 % lager. De belangrijkste voordelen van biodiesel zijn dat het biologisch afbreekbaar is, niet toxisch is en dat het zeer weinig zwavel en aromaten bevat. De belangrijkste drijfveer voor het gebruik van biodiesel is de verlaging van de globale CO2 uitstoot. Ook is het een brandstof die geen reserves uitput. Energiebron elektriciteit Een elektrisch voertuig is een voertuig dat wordt aangedreven door een elektrische motor gevoed met energie uit batterijen of met energie direct van het elektriciteitsnet. Elektrische aandrijving is gangbaar in het openbaar vervoer (trein, metro, tram). Ook wordt elektrische aandrijving gebruikt bij vorkheftrucks, golfwagentjes, op spoorwegperrons en op luchthavens. Elektrisch aangedreven auto’s, bussen en vrachtwagens vormen echter nog een uitzondering op de wegen. Verschillende types motoren kunnen gebruikt worden om elektrische voertuigen aan te drijven. Deze elektrische motoren zijn veel efficiënter dan verbrandingsmotoren. De efficiëntie van een elektrische motor is 50%, terwijl een verbrandingsmotor maar op 16% zit. In vergelijking met een gewone verbrandingsmotor beschikt een elektromotor over een hoger koppel bij lage toerentallen zodat vaak geen overbrengingen nodig zijn. Andere belangrijke kenmerken van de elektrische motor zijn verder het geluids- en trillingsarm draaien en het snel aan en uit kunnen zetten van de motor. Naast de opslag van elektrische energie in batterijen wordt momenteel ook de opslag van elektrische energie in condensatoren bekeken. Deze technologie is echter nog in ontwikkeling. Met deze nieuwe technologie kan de melkrobot veel energie opslaan op een kleine plek. Het Britse SplashPower heeft een systeem ontwikkeld dat gebaseerd is op de manier waarop elektrische tandenborstels worden opgeladen. Deze worden in een houder zonder metalen contactpunten opgeladen. Dat is veiliger in een natte omgeving. Het principe dat hierbij wordt toegepast is inductie. Inductie werkt met magnetische velden. Keuze van de aandrijving Om de natuur zo veel mogelijk in haar waarde te laten en het gebied aantrekkelijk te houden voor publiek is er gekozen voor elektrische aandrijving. Op de plek van gebruik stoot het geen schadelijke stoffen uit. Daarbij is het mogelijk om de elektrische energie op milieubewuste wijze op te wekken (groene stroom). Tevens is het mogelijk om de energie ongezien te transporteren d.m.v. inductie. Hierdoor wordt de natuur nog meer in haar waarde gehouden doordat er geen landschapsvervuiling optreedt door bijvoorbeeld contactpunten in het landschap. Met het oog op het toetsingscriterium inspirerendheid is de beste keuze het Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
44
elektrische systeem met inductie. Zoals al eerder genoemd richt dit systeem ter plekke geen schade aan de natuur en de melkrobot krijgt door middel van inductie energie.
4.1.3 Patroon mobiele melkrobot De melkrobot kan een vast of een variabel patroon aanhouden als het door het gebied trekt. Voordelen vast patroon: • •
Koeien raken niet in de stress door het vaste patroon; Punten voor uitwisseling van melk, water en energie kunnen strategisch gebruikt worden.
In natte perioden van het jaar wordt de draagkracht van de grond minder. Hierdoor bestaat de kans dat er sporen achter blijven wanneer de koeien een vast patroon lopen. Dit kan opgevangen worden door het patroon variabel te maken. Voordelen variabel patroon • •
Geen spoorvorming Kudde kan haar eigen weg gaan
Het nadeel van een variabel patroon is dat er meer moeite gedaan moet worden om de melk op te halen en andere producten naar de melkrobot te brengen. Het variabele patroon hoeft geen stress te veroorzaken als de koeien weten dat de melkrobot zich in de koppel bevindt. De robot kan tevens dienen voor verbindingen over sloten zodat de koeien door de robot moeten om in een gebied met meer gras te komen. In figuur 29 staat een voorbeeld van een vast patroon weergegeven.
Figuur 30: Voorbeeld vast patroon melkrobot
Keuze van het patroon Op basis van de afweging van voor- en nadelen en de toetsingscriteria is er tot een variabel patroon gekomen. De voor- en nadelen van beide patronen wegen tegen elkaar op. In het Nature’s dairy systeem staan de rechten van de koe hoog in het vaandel. Door dit toetsingscriteria aan te houden is het variabele patroon het meest geschikt. Hierdoor kan de kudde haar eigen weg gaan en de melkrobot gaat mee terwijl er geen spoorvorming optreed.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
45
ur 16
Een nadeel van een variabel patroon is de aan en afvoer van en naar de robot. Dit probleem kan worden verholpen door de aan en afvoer ook variabel te maken.
4.1.4 Transport van en naar de mobiele melkrobot Doordat de robot door het land loopt is het niet mogelijk om 24 uur per dag melk af te voeren en tegelijkertijd voer, water en energie aan te voeren. De mobiele melkrobot kan langs vaste aansluitpunten, zogenaamde dockingstations, gaan om deze producten uit te wisselen. Een vast leidingnet kan de producten tussen de aansluitpunten en het centrale punt (het bedrijf) vervoeren. Een ander optie is een mobiel dockingstation dat het transport tussen de mobiele melkrobot en het bedrijf verzorgt. De voordelen van een vast leidingnetwerk zijn: • •
Geen zichtbaar vervoer van melk, water, elektriciteit en voer; Wanneer de robot behoefte heeft aan extra water of voer kan dit snel opgenomen worden.
De nadelen van een vast leidingnetwerk zijn: • •
In het terrein moeten ingrepen worden gedaan om de leidingen aan te leggen; Mobiele melkrobot moet dagelijks weg van de kudde.
De voordelen van een mobiel dockingstation zijn: • •
Er hoeft geen vaste plek te zijn voor het laden en lossen; Er zijn geen ingrepen nodig in het landschap.
De nadelen van een mobiel dockingstation zijn: • •
Wanneer er elke dag over hetzelfde paadje wordt gereden kan er spoorvorming optreden; Het is een extra voertuig dat het landschap ‘vervuilt’.
Keuze van het transport Door het afwegen van de twee mogelijkheden t.o.v. de toetsingscriteria blijft er 1 over. Met het oog op de toetsingscriteria dat de natuur in haar waarde gelaten moet worden en het gebied aantrekkelijk te houden voor publiek is het transport via een leidingnetwerk het minst geschikt. Ondanks de onzichtbaarheid van de leidingen moeten er drastische ingrepen gedaan worden om het leidingnetwerk aan te leggen. Het mobiele dockingstation heeft daarom de voorkeur. Met het mobiele dockingstation heb je meer flexibiliteit. Zo kun je bijvoorbeeld naar een ander gebied verhuizen. Dit is bij een vast leidingnet niet mogelijk. Tevens is op basis van inspirerendheid het mobiele dockingstation de meest geschikte keuze. Het mobiele dockingstation is inspirerend doordat het een nieuw concept is. Gezien inspiratie een hogere weging heeft gekregen in de laatste fase van het project valt de uiteindelijke keuze voor het
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
46
mobiele dockingstation. In figuur 31 is een voorbeeld gegeven van hoe dit voertuig eruit zou kunnen zien. Om het mobiele dockingstation te laten bewegen is net als bij de melkrobot gekozen voor poten om op te lopen. Doordat het dockingstation poten heeft, kan het op dezelfde plekken komen als de mobiele melkrobot. Om snel bij het bedrijf te komen is het dockingstation tevens uitgevoerd met wielen die gebruikt kunnen worden op verharde wegen en andere goed begaanbare ondergrond. Elektriciteit, voer, water, melk, afval
Poten om te lopen
Contact punt
Wielen om op te rijden
Figuur 31: Het mobiele dockingstation
4.1.5 Inpassing in het landschap Het is wenselijk dat de mobiele melkrobot en het mobiele dockingstation niet opvallen in het landschap. Om dit te realiseren kan er gebruik gemaakt worden van een camouflerende kleur verf of bedekking van de robot met natuurlijke producten. Ook is het wenselijk om de mobiele melkrobot en het mobiele dockingstation zoveel mogelijk uit te voeren met rondingen i.p.v. hoeken. In de natuur komen ook geen hoeken voor. Verder is het van belang om geluid zoveel mogelijk te reduceren om verstoring in het gebied te voorkomen.
4.1.6 Voeren in de mobiele melkrobot Het is de vraag of het in het Nature’s dairy systeem past om voer in de mobiele melkrobot te verstrekken. Er zijn verschillende argumenten te noemen die enerzijds voor en anderzijds tegen het verstrekken van voer pleiten. Argumenten tegen het voeren in de melkrobot: • •
Door het juiste ras te kiezen hebben de koeien in de winter geen bijvoedering nodig; Door natuurlijk dekking staan de koeien in de winter droog dus is dan niet veel energie nodig.
Argumenten voor het voeren in de melkrobot: • •
In mindere tijden heeft een koe voldoende energie nodig om haar kalf te voeden en om melk te geven; Door voeren in de melkrobot lok je de koeien op het juiste perceel (rechten ondernemer);
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
47
•
Er moet rekening gehouden worden met de 5 vrijheden van de koe.
Keuze wel of niet voeren Als de afweging gemaakt moet worden met het toetsingscriteria dat de rechten van de ondernemer en de koe voorop staan dan moet er gevoerd worden in de mobiele melkrobot. Dit komt ten goede aan de koe (geen honger) en ten goede aan de ondernemer (meer melkopbrengsten en minder arbeid). Voer kunnen koeien aan de achterkant van de robot krijgen wanneer de koeien zijn gemolken zodat hun kwartieren weer kunnen opdrogen. In de koppel zijn er ook dieren die niet gemolken hoeven worden. Deze kunnen door het midden van de robot lopen. Zie figuur 29 en 32 voor het voor- en zijaanzicht van de mobiele melkrobot.
4.1.7 Melken met de mobiele melkrobot Een koe is een kuddedier en vindt het dan ook niet prettig om afgezonderd te worden. Daarom moet de mobiele melkrobot minimaal 2 koeien tegelijk kunnen melken. Kalfjes kunnen gesepareerde melk op de robot krijgen. De kalfjes kunnen hierdoor de koeien naar de melkrobot lokken. Melk zal worden opgeslagen op de robot en gekoeld worden met water. Dit water komt aan als ijswater. En zal door de opwarming van de melk gebruikt kunnen worden om de robot te reinigen. Voor een goede reiniging zullen overal op de robot verwarmingselementen worden aangebracht die er voor zorgen dat spoelwater op 80 graden komt. Restwater wordt ook op geslagen. De verwarmingselementen zorgen er ook voor dat de robot niet bevriest. Bij de uitgang moet de koe een klaphekje omduwen om er voor te zorgen dat koeien niet kunnen teruglopen.
Figuur 32: Achteraanzicht mobiele melkrobot
4.2
De huisvesting
In het Nature’s dairy systeem lopen de dieren jaarrond buiten. Om bij extreme weersomstandigheden aan de rechten van de koe te voldoen is het noodzakelijk om te
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
48
bekijken welke maatregelen hiertoe genomen moeten worden. De te nemen maatregelen zullen per gebied verschillen.
4.2.1 Huisvestingsmaatregelen op bepaalde gronden Klei Gebieden die grenzen aan een rivier of aan zee bestaan vaak uit klei Op deze gronden is meestal een dijk aanwezig waar de koeien ’s winters kunnen grazen. In deze gebieden komen vaak weinig tot geen bomen voor. Daarom zal bij een Nature’s dairy systeem in dit gebied een overkapping voldoen om bescherming te bieden tegen neerslag en zon. Zeekleigebieden zullen waarschijnlijk te kostbaar zijn voor het Nature’s dairy systeem. Zand In Nederland kennen we een aantal zandsoorten. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden in droge zandgronden en natte zandgronden. Bij de droge zandgronden is vaak bos aanwezig. Dit soort zand heeft een laag stikstof leverend vermogen en zal daarvoor minder voer voor de veestapel opleveren. Op deze grond is het Nature’s dairy systeem waarschijnlijk alleen toepasbaar wanneer er gewerkt wordt in combinatie met een andere grondsoort of door bijvoederen. Natte zandgronden bieden meer mogelijkheden om de koeien jaarrond op een droge plek te houden en ook voldoende voer te bieden. Dit betreft de esgronden of gebieden langs een rivier. Vaak staan er in deze gebieden ook bomen welke beschutting kunnen geven aan het vee. Veen Veen heeft zomers voldoende draagkracht, maar in de winter niet. Hierdoor is het bij dit systeem gewenst om een schuilstal voor het vee te hebben. Een groot voordeel van veengrond is dat het gras in het najaar langer blijft doorgroeien waardoor er voldoende aanbod van voer zal zijn.
4.2.2 Meest geschikte gebied de voor- en nadelen van de verschillende grondsoorten aan bod gekomen. Een combinatie van veen en zandkoppen lijkt het meest ideaal voor het Nature’s dairy systeem, omdat er dan minder noodzaak is op schuilstallen te plaatsen mits er voldoende bomen staan. Op de zandkoppen is het droog genoeg voor de koeien om te gaan liggen. Ook is er voor een langere periode gras beschikbaar omdat gras op zand eerder begint te groeien in het voorjaar en gras op veen langer doorgroeit in het najaar. Zie figuur 33 voor de doorsnede van het meest geschikte gebied.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
49
Bosrijke omgeving (bescherming weer) Hoger gelegen zandgrond (droog om te liggen) Laaggelegen veenlanden (Gras groeit langer) Figuur 33: Dwarsdoorsnede mogelijk gebied Nature’s dairy
In grote gebieden is het denkbaar dat er meerdere schuilstallen in het gebied staan. Een andere optie is dat de robot een schuilstal meeneemt en opzet. Dit zou een simpel zonnescherm kunnen zijn die uit de robot klapt of een opvouwbare tent die door de robot op een hogere plek wordt geplaatst. Dit is sterk afhankelijk van het gebied, de omstandigheden en de mogelijkheden. In een veengebied is het verstandig om met vaste stallen te werken op de hoger gelegen delen. Omdat het hier om een permanente stal gaat moet deze gebiedseigen zijn. Op klei- en zandgronden kan mogelijk worden gewerkt met simpel uitklapbare tenten tijdens natte omstandigheden, of een groot zonnescherm in tijden van de extreme hitte.
4.3
Conclusie
De mobiele melkrobot en de huisvesting zien er als volgt uit: • • • • • • •
Mobiele melkrobot beweegt zich voort d.m.v poten; Mobiele melkrobot wordt aangedreven door een elektromotor die energie krijgt d.m.v. inductie; Mobiele melkrobot houdt een vast patroon aan; Transport van melk, water, elektriciteit en voer wordt uitgevoerd door een mobiel dockingstation; Er wordt bijgevoerd op de melkrobot; Meest ideale gebied voor het systeem is een gebied bestaande uit zowel veengrond als zandkoppen; Beschutting tegen extreme weeromstandigheden wordt gerealiseerd door schermen en overkappingen.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
50
5
Discussie en conclusies
5.1
Discussie
Voor het project Koe en ondernemer in balans hebben we de bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy geconcretiseerd. Gaandeweg zijn wij tegen dingen aangelopen die ter discussie gebracht moeten worden. Definitieve keuzes voor concretiseren van systemen zijn gemaakt door afweging van voor- en nadelen van opties en door toetsing aan criteria. Dit wil echter niet zeggen dat dit de enige juiste oplossingen zijn. Voor individuele situaties is het ook denkbaar dat, om welke redenen dan ook, een andere invulling beter past. Bij de animatie gaat het om de eindbeelden van 2025. Om los te komen van gebaande paden was het daarbij belangrijk om bij de concretisering van de systemen verder te gaan dan reeds bestaande of in ontwikkeling zijnde techniek. Vandaar dat bij de toetsing van ideeën het criteria inspirerendheid zwaar heeft meegewogen en de gekozen ideeën op dit moment mogelijk nog onrealistisch lijken. De mate van inspirerendheid is een punt dat ter discussie gesteld moet worden. Andere toetsingscriteria spreken voor zich. De inspirerendheid is door het projectteam bepaald. Zij hebben besloten dat iets inspirerend is wanneer het innovatief is of wanneer het transitie bevorderd. De meeste uitwerkingen waarvoor is gekozen gaan verder dan de huidige ideeën en kunnen dus transitie helpen bewerkstelligen. Verder is het zo dat inspirerendheid een subjectief begrip is waardoor het mogelijk is dat andere mensen dit anders beoordelen. Een ander onderwerp dat ter discussie gesteld moet worden is transitie. In hoeverre onze uitwerkingen van de bedrijfssystemen bijdragen tot transitie is moeilijk te zeggen. Wel kan gesteld worden dat de bedrijfssystemen verder gaan dan een optimalisatie van de huidige bedrijfssystemen en wat dat betreft lijkt het doel om tot transitie te komen bereikt.
5.2
Conclusies en animatie
Bij de animatie is er fysiek niet te veel in details getreden. De details zijn overgebracht door een gesproken tekst die parallel loopt aan de animatie. Hierdoor blijft het beeld van de animatie overzichtelijk want anders heeft men te kort tijd om het beeld te bestuderen. Bij het maken van de animatie is er rekening gehouden mee gehouden dat deze moet inspireren en mensen aan het denken moet zetten. Hieronder zijn per systeem de ideeën voor de animatie op een rijtje gezet.
Specialty dairy In de animatie moeten de volgende uitwerkingen meegenomen worden: • • • •
Vloersysteem; Melksysteem; Voersysteem; Bekaprobot.
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
51
Vloerssysteem Het vloersysteem dat in het systeem komt bestaat uit gescheiden lig- en loopgedeeltes. Het oppervlak van de loopgedeeltes bestaat uit synthetisch materiaal dat urine doorlaat. De urine wordt in drains afgevoerd naar een centraal punt waar het wordt gefilterd. Per unit zijn uitmestrobots om de mestflatten te verwijderen. De robots verwisselen mestflatten en nieuw synthetisch materiaal in dockingstations. De mestflatten worden ontdaan van het synthetische materiaal waarna het mest wordt gedroogd en het synthetische materiaal wordt hergebruikt. De liggedeeltes bestaan uit lying islands die het comfort van de wei evenaren. De lying islands hebben rillen waar de koe tegenaan kan liggen. Melksysteem Het melksysteem bestaat uit een draaimelkstal met 3 robotaansluitarmen. Deze aansluitarmen staan bij elke ingang vanuit een unit. De melkstellen worden vanaf de zijkant aangesloten. In de melkstal wordt een klauwscan gemaakt zodat klauwaandoeningen op tijd verholpen kunnen worden. Voersysteem In het systeem wordt er per koe individueel krachtvoer en ruwvoer gevoerd. Vreetplekken zijn gelegen aan de buitenwand van de stal. In de hoeken zijn rondingen aangebracht. Bij de uitgang van de melkstal staat water ter beschikking van de koeien. De vreetplekken worden bevoorraad door voerrobotjes aan rails die vanuit de centrale mengkeuken krachtvoer en ruwvoer rondbrengen. Bekaprobot Koeien die volgens de klauwscan bekapt moeten worden, worden gesepareerd en behandeld in de bekaprobot. De bekaprobot is te vergelijken met een bekapbox alleen zit er een robot op die de klauwen bij kan schaven.
Nature’s dairy In de animatie van het systeem Nature’s dairy draait het voornamelijk om de mobiele melkrobot. Van belang voor de animatie is de voortbeweging van de robot en het uiterlijk en werking van de robot. De bescherming tegen extreme weersomstandigheden kunnen ook verbeeld worden. Voortbeweging De robot beweegt zich voort d.m.v. poten. Hij loopt als een spin door het landschap. Door de poten kan hij gemakkelijk sloten e.d. passeren. Er zitten zes poten aan de robot. Uiterlijk en zichtbare werking van de robot Op de robot moeten minimaal twee koeien tegelijk gemolken worden. De robot moet ook melk en voer opslaan in tanks. De robot is dus een groot object dat gecamoufleerd door het gebied loopt. De robot heeft geen hoeken. De melk en het voer worden getransporteerd door een mobiel dockingsstation dat tussen het bedrijf en de melkrobot loopt. Het dockingstation
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
52
heeft wielen maar voor in het land ook poten. Het dockingstation heeft voorraadbunkers voor melk water en voer. Bescherming tegen extreme weersomstandigheden De koeien moeten in eerste instantie kunnen schuilen in een bosrijke omgeving. Als het gebied dit niet toelaat zal een afdak geïnstalleerd moeten worden. Dit afdak moet simpel en onopvallend zijn weggewerkt
Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
53
6
Literatuurlijst en bronnenlijst
Hoofdstuk 1 en 2: • • • • •
Maatschappelijk verslag 2004, MVO Nederland, 2004; Results of the project High Quality & Community Farming, Smit C.T e.a. 2004; Start document Courage, Courage2025, 2004; Uitgewerkte verslagen van bijenkomsten van de projectgroep en ondernemers; Value-based farm system design, Schans J.W. van der, 2004;
Hoofdstuk 3 en 4: • • • • • • • • •
Beleidsnota dierwelzijn LNV, 2004; Diderick Niehof, Vitens, 2005; Documenten uit het project Koe en ondernemer in balans; Gerrit Dijk, 2004; Factfinding, Dooren H.J. van, e.a. 2004; Hop en Scherphof, 1986; Koe zoekt wei, Dierenbescherming, 2005; Verslag project Burgerpercepties, LEI 2005; Workshop met studenten van het Van Hall Instituut.
Geïnterviewde ondernemers: • • •
Guus van Laarhoven (ondernemer, kerngroep); Martijn van der Berg (ondernemer); Walter Gerritsen (ondernemer, kerngroep).
Geïnterviewde personen uit onderzoek en bedrijfsleven: • • • • • • • •
Christien Bas (onderzoekster Danace, Denemarken); Frank Lenssinck (ASG); Gelein Biewenga (ASG, Bedrijfsleider Nij Bosma Sathe); Hans Hopster (lector dierwelzijn, van Hall Instituut); Harmen Kromdijk; Henk Elling, JOZ; Hubert Timmermans, Spinder; Ronald Zom (ASG).
Geraadpleegde internetsites: www.pv.wageningenwur.nl/index.asp?praktijkcentra/melkvee/averheino/onderzoek/index.asp www.emis.vito.be www.bouwweb.nl/index.html www.pv.wageningen-wur.nl www.delaval.com www.mullerup.dk http://www.nrc.nl/beet/artikel/1048658084128.html Concretisering Bedrijfssystemen Specialty dairy en Nature’s dairy
54