LUCHT-WATER WARMTEPOMPEN

Installatie- en gebruikershandleiding NL

LUCHT-WATER WARMTEPOMPEN

Binnenopstelling

LW 101 LW 121 LW 100H

Technische wijzigingen voorbehouden. 83054300cNL © ait-deutschland GmbH Vertaling van de originele handleiding

A.u.b. eerst lezen

Pictogrammen

Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik van het apparaat. Ze is onderdeel van het product en dient in de directe omgeving van het apparaat te worden bewaard. Ze moet beschikbaar blijven zolang de warmtepomp wordt gebruikt. Geef de installatie- en gebruikershandleiding aan eventuele volgende gebruikers van het apparaat door.

In de handleiding wordt gebruik gemaakt van pictogrammen. De betekenis is als volgt:

Lees deze installatie- en gebruikershandleiding, alvorens met de werkzaamheden aan en met het apparaat te beginnen. Vooral het hoofdstuk ‘Veiligheid’. Volg alle aanwijzingen volledig en onverkort op. Het kan gebeuren dat deze handleiding beschrijvingen bevat die onduidelijk of onbegrijpelijk lijken. Bij vragen of onduidelijkheden a.u.b. altijd de klantenservice of de servicepartner van de fabrikant raadplegen. Omdat deze installatie- en gebruikershandleiding voor meerdere modellen is geschreven, dient u erop te letten dat u de parameters van het juiste model volgt. Deze handleiding is uitsluitend bestemd voor personen die met of aan het apparaat werken. Ga er vertrouwelijk mee om. De inhoud is door de auteurswet beschermd. Deze mag geheel noch gedeeltelijk en in geen enkele vorm worden gereproduceerd, overgedragen, gekopieerd, in elektronische systemen worden opgeslagen of in een andere taal worden vertaald, zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant.

Informatie voor gebruikers.

Informatie of aanwijzingen voor gekwalificeerd vakpersoneel.

GEVAAR!

Dit duidt op acuut gevaar dat tot zwaar letsel of zelfs de dood kan leiden.

WAARSCHUWING!

Dit duidt op mogelijk gevaar dat tot zwaar letsel of zelfs de dood kan leiden.

LET OP!

Dit duidt op mogelijk gevaar dat tot middelzwaar of lichter letsel kan leiden.

ATTENTIE

Dit duidt op mogelijk gevaar dat materiële schade kan veroorzaken.

AANWIJZING.

Gemarkeerde informatie.

€

ENERGIEBESPARINGSTIP Dit zijn adviezen om u te helpen energie, grondstoffen en kosten te besparen. Verwijzing naar andere passages van de installatie- en gebruikershandleiding. Verwijzing naar andere documentatie van de fabrikant.

2

Technische wijzigingen voorbehouden. 83054300cNL © ait-deutschland GmbH

Inhoudsopgave INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS EN GEKWALIFICEERD VAKPERSONEEL A.U.B. EERST LEZEN..................................................................2

MONTAGE VAN HET BEDIENINGSDEEL............................21 MONTAGE EN DEMONTAGE VAN HET AFDEKSCHERM................................................22

PICTOGRAMMEN.......................................................................2

INBEDRIJFSTELLING................................................................23 Veiligheidstemperatuurbegrenzer.....................................24

DOELMATIG GEBRUIK..............................................................4

DEMONTAGE.............................................................................24

UITSLUITING AANSPRAKELIJKHEID....................................4

TECHNISCHE GEGEVENS / LEVERINGSOMVANG LW 101 – LW 100H.............................................................26

EG-CONFORMITEIT..................................................................4 VEILIGHEID..................................................................................4 KLANTENSERVICE.....................................................................5 GARANTIE / VRIJWARING........................................................5 VERWIJDERING...........................................................................5

INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS WERKWIJZE VAN WARMTEPOMPEN.. ...................................6 TOEPASSINGSGEBIED...............................................................6 WARMTEHOEVEELHEIDSMETING. . .......................................6 BEDRIJF..........................................................................................6 SCHOONHOUDEN VAN DE WARMTEPOMP. . ...................7 ONDERHOUD VAN DE WARMTEPOMP. . .............................7 Reinigen en spoelen van componenten..............................7 STORING......................................................................................7

AANWIJZINGEN VOOR GEKWALIFICEERD VAKPERSONEEL LEVERINGSOMVANG................................................................8 PLAATSEN EN INSTALLEREN. . ................................................9 Opstellingsplaats....................................................................9 Transport naar opstellingsplaats.........................................9 Opstelling.............................................................................. 11 Montage van de luchtkanalen. . ........................................... 11 Montage / aansluiting op het verwarmingscircuit. . ..........15 Condensafvoer.....................................................................15

VERMOGENSCURVES Verwarmingsvermogen/COP / vermogensopname / Drukverlies warmtepomp LW 101...................................................................................28 LW 121...................................................................................29 LW 100H...............................................................................30 MAATSCHETSEN EN OPSTELLINGSSCHEMA'S Maatschetsen LW 101 • LW 100H....................................31 Opstellingsschema's LW 101 • LW 100H Opstellingsschema versie 1................................................32 Opstellingsschema versie 2................................................33 Opstellingsschema versie 3................................................34 Opstellingsschema versie 4................................................35 Maatschetsen LW 121.........................................................36 Opstellingsschema's LW 121 Opstellingsschema versie 1................................................37 Opstellingsschema versie 2................................................38 Opstellingsschema versie 3................................................39 Opstellingsschema versie 4............................................... 40 AANSLUITSCHEMA’S LW 101 – LW 121.................................................................41 LW 100H...............................................................................42 STROOMSCHEMA'S LW 101 – LW 121.................................................................43 LW 100H...............................................................................46 APPENDIX EG-CONFORMITEITSVERKLARING.....................................50

DRUKBEVEILIGING..................................................................16 BYPASSVENTIEL........................................................................16 BUFFERVAT.................................................................................16 CIRCULATIEPOMPEN..............................................................16 WARMTAPWATERBEREIDING..............................................16 WARMTAPWATERBUFFERVAT.............................................. 17 ELEKTRISCHE INSTALLATIE.................................................. 17 DOORSPOELEN, VULLEN EN ONTLUCHTEN VAN DE INSTALLATIE.......................................................................19 Waterkwaliteit van het vul- en aanvullende water........19 ISOLATIE VAN DE HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN.20


3

Doelmatig gebruik

Veiligheid

De warmtepomp mag uitsluitend voor het bestemde doel worden gebruikt. D.w.z.:

De warmtepomp is gebruiksveilig, indien gebruikt voor het bestemde doel. De warmtepomp is ontworpen en gebouwd volgens de huidige stand van de techniek en alle toepasselijke DIN/VDE-voorschriften en veiligheidsvoorschriften.

• als verwarming, • als warmtapwatervoorziening. Het apparaat mag alleen in overeenstemming met de technische parameters worden gebruikt. Overzicht ‘Technische gegevens / leveringsomvang’.

AANWIJZING.

Meld de warmtepomp of het warmtepompsysteem aan bij het lokale energiebedrijf.

ATTENTIE

Het apparaat is niet geschikt voor gebruik in ITnetwerksystemen.

Uitsluiting aansprakelijkheid De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die door incorrect gebruik wordt veroorzaakt.

Iedereen die aan dit apparaat werkt, moet de installatie- en gebruikershandleiding hebben gelezen en begrepen, alvorens met de werkzaamheden mag worden begonnen. Dit geldt ook voor personen die al met een dergelijk apparaat hebben gewerkt of door de fabrikant zijn opgeleid. Iedereen die aan dit apparaat werkt, moet de lokaal geldende ongevallenpreventie- en veiligheidsvoorschriften hebben gelezen en begrepen. Dit geldt vooral met betrekking tot het dragen van beschermende kleding.

Bovendien vervalt de aansprakelijkheid van de fabrikant:

GEVAAR!

De warmtepomp werkt met hoge elektrische spanning!

GEVAAR!

Levensgevaar door elektrische stroom! De elektrische installatie mag enkel door gekwalificeerde elektromonteurs worden uitgevoerd. Schakel de installatie spanningsvrij en beveilig deze tegen inschakelen, alvorens u het apparaat opent!

• indien werkzaamheden aan de warmtepomp of

componenten ervan zijn uitgevoerd die niet conform deze handleiding zijn;

ATTENTIE

• indien werkzaamheden aan de warmtepomp of componenten ervan onvakkundig zijn uitgevoerd;

Bij gebruik van het apparaat in 3~230V-netwerken dient er rekening mee te worden gehouden dat de gebruikte aardlekschakelaars vor alle soorten stromen gevoelig moeten zijn.

• indien er werkzaamheden aan de warmtepomp

zijn uitgevoerd die niet in deze handleiding beschreven zijn en waarvoor de fabrikant geen uitdrukkelijke schriftelijke toestemming heeft gegeven;

• indien de warmtepomp of componenten ervan

zonder uitdrukkelijke, schriftelijke toestemming van de fabrikant gewijzigd, om- of uitgebouwd zijn.

EG-conformiteit

GEVAAR!

Enkel gekwalificeerd vakpersoneel (verwarmings-, koelen elektromonteurs) mag aan dit apparaat en de componenten ervan werken.

WAARSCHUWING!

Neem de veiligheidsstickers aan en in het apparaat in acht.

De warmtepomp is voorzien van een CE-markering. EG-conformiteitsverklaring.

4


Het apparaat bevat koelmiddel! Indien er koelmiddel door een lek ontsnapt, kan dit persoonlijk letsel en milieuschade veroorzaken. Daarom: – Installatie uitschakelen. – De door de fabrikant aangewezen klantenservice op de hoogte stellen.

Om veiligheidstechnische redenen geldt: koppel dit apparaat nooit van het stroomnet los, behalve als het moet worden geopend.

De warmtepomp uitsluitend binnen opstellen en alleen met buitenlucht als warmtebron gebruiken. De luchtkanalen moeten in de buitenlucht uitmonden. Ze mogen niet versmald of geblokkeerd worden. Maatschets en opstellingstekening van het betreffende type apparaat.

ATTENTIE

LET OP.

zelfs tot een complete uitval of total loss van de warmtepomp kan leiden!

WAARSCHUWING!

LET OP!

In de luchtuitlaatzone is de luchttemperatuur ca. 5 K lager dan de omgevingstemperatuur. Onder bepaalde klimatologische omstandigheden kan daardoor in de luchtuitlaatzone een ijslaag ontstaan. De warmtepomp zo opstellen, dat de lucht niet wordt uitgeblazen op een weg waar gelopen wordt.

Klantenservice Voor technische informatie kunt u terecht bij uw installateur of bij de lokale partner van de fabrikant. Voor een actuele lijst en verdere partners van de fabrikant, zie de website EU: www.alpha-innotec.com

WAARSCHUWING!

Schakel het apparaat pas in, als de luchtkanalen gemonteerd zijn. Tref aan de ventilatorkant maatregelen om letsel door de roterende ventilator te voorkomen (bovenaardse luchtkanaaluitgang: beschermrooster tegen weersinvloeden; indien luchtkanaaluitgang onderaards: beschermrooster tegen regen; beide producten zijn niet in de leveringsomvang inbegrepen).

Garantie / vrijwaring De vrijwaringsen garantiebepalingen kunt u in de aankoopdocumenten terugvinden.

AANWIJZING.

Spreek met uw leverancier voor alle vrijwaringsen garantieaangelegenheden.

ATTENTIE

Het is niet toegestaan om de warmtepomp in een ventilatiesysteem te integreren. Het is niet toegestaan om de afgekoelde lucht te gebruiken om te koelen.

ATTENTIE

De omgevingslucht op de plaats waar de warmtepomp is opgesteld en de lucht die als warmtebron wordt aangezogen, mogen absoluut geen corrosieve bestanddelen bevatten! Bestanddelen zoals ammoniak, zwavel, chloor, zout, rioolgassen, rookgassen enz. kunnen schade aan de warmtepomp veroorzaken, die


Verwijdering Als de warmtepomp wordt afgedankt, dient u zich te houden aan de lokaal geldende wetten, richtlijnen en normen voor de terugwinning, recycling en verwijdering van de grondstoffen en componenten van koelmachines. ‘Demontage’.

5

Werkwijze van warmtepompen

Warmtehoeveelheidsmeting

Warmtepompen werken volgens het principe van een koelkast: dezelfde techniek, alleen omgekeerde opbrengst. De koelkast onttrekt warmte aan de levensmiddelen. Deze geeft hij via lamellen aan de achterkant af aan de ruimte.

Behalve de documentatie van de efficiency van de installatie, wordt door EEWärmeG (Duitse wet op het gebruik van duurzame energie voor verwarming) ook een warmtehoeveelheidsmeting (hierna WHM) verplicht. De WHM is bij lucht-waterwarmtepompen voorgeschreven. Bij brine-water- en water-waterwarmtepompen moet een WHM pas vanaf een aanvoertemperatuur ≥ 35 °C worden geïnstalleerd. De WHM moet de complete warmte-energieafgifte (verwarming en warm tapwater) aan het gebouw registreren. Bij warmtepompen met een warmtehoeveelheidsmeting gebeurt de analyse via de regelaar. Deze geeft in kWh de thermische energie aan die in het verwarmingssysteem werd afgegeven.

De warmtepomp onttrekt de warmte uit de lucht, de bodem of het grondwater van onze directe omgeving. Deze verkregen warmte wordt in het apparaat voor verder gebruik geschikt gemaakt en aan het verwarmingswater doorgegeven. Al vriest het dat het kraakt, de warmtepomp kan toch altijd nog genoeg warmte winnen om een huis mee te verwarmen. Voorbeeldschets van een brine-waterwarmtepomp met vloerverwarming:

Bedrijf Dankzij uw besluit om een warmtepomp of warmtepompsysteem te gaan gebruiken, zult u jarenlang gaan bijdragen aan de bescherming van het milieu vanwege de geringe emissies en het lage primaire energieverbruik van het systeem. Het warmtepompsysteem wordt bediend en gestuurd met de warmtepompen verwarmingsregelaar.

AANWIJZING. 4 ⁄4 = nuttige energie ca. 3 ⁄4 = milieu-energie ca. 1 ⁄4 = toegevoerde elektrische energie

Toepassingsgebied Als er rekening wordt gehouden met de omgevingssituatie, de toepassingsgrenzen en de geldende voorschriften, kan elke warmtepomp in een nieuwe of bestaande verwarmingsinstallatie worden ingebouwd. Overzicht ‘Technische gegevens / leveringsomvang’.

6

Let op de juiste instelling van de regelaars. Gebruiksaanwijzing van de verwarmingsen warmtepompregelaar.

Als u uw warmtepomp of warmtepompinstallatie op efficiënte en milieuvriendelijke wijze als verwarming wilt gebruiken, let dan op het volgende: €

Vermijd onnodig hoge aanvoertemperaturen. Hoe lager de aanvoertemperatuur aan de cv-waterzijde, des te efficiënter werkt de installatie.

€

ENERGIEBESPARINGSTIP

ENERGIEBESPARINGSTIP Ventileer ruimtes liever kort en krachtig. Deze manier van ventileren vermindert het energieverbruik in vergelijking met voortdurend openstaande ramen en bespaart energie.


Schoonhouden van de warmtepomp De warmtepomp kan met een vochtige doek en in de handel verkrijgbare schoonmaakmiddelen van buiten worden gereinigd.

REINIGEN EN SPOELEN VAN COMPONENTEN

Gebruik geen schoonmaakmiddelen die schuren of zuur en/of chloor bevatten. Deze middelen beschadigen het oppervlak en eventueel ook de warmtepomp zelf.

Onderhoud van de warmtepomp Het koelcircuit van de warmtepomp heeft geen regelmatig onderhoud nodig. Volgens de EU-verordening (EG) 842/2006 van 17 mei 2006 zijn lekcontroles en het bijhouden van een logboek bij bepaalde warmtepompen voorgeschreven! Het criterium voor de noodzaak van lekcontroles en het bijhouden van een logboek is de hermetische dichtheid van het koelcircuit en het koelmiddelvolume van de warmtepomp! Voor warmtepompen met een koelmiddelvolume < 3 kg is geen logboek nodig. Bij alle andere warmtepompen is het logboek in de leveringsomvang inbegrepen. Logboek voor warmtepompen, hoofdstuk ‘Instructies voor het gebruik van het logboek’. De componenten van het verwarmingscircuit en de warmtebron (ventielen, expansievaten, circulatiepompen, filters, vuilvangers) moeten indien nodig, maar tenminste jaarlijks, door gekwalificeerd vakpersoneel (verwarmings- of koelinginstallateurs) worden gecontroleerd en eventueel gereinigd. Wij raden u aan een onderhoudscontract met een gespecialiseerd bedrijf af te sluiten. Dit zal de benodigde onderhoudswerkzaamheden regelmatig uitvoeren.

ATTENTIE

Controleer regelmatig of het condensaat ongehinderd uit het apparaat kan weglopen. Hiervoor dienen de condensaatbak in het apparaat en de condenswaterafvoer regelmatig te worden gecontroleerd op verontreiniging/verstopping en indien nodig te worden gereinigd.


LET OP!

Componenten mogen alleen worden gereinigd en doorgespoeld door onderhoudspersoneel dat door de fabrikant daartoe is geautoriseerd. Er mogen alleen vloeistoffen worden gebruikt die de fabrikant heeft aanbevolen. Als de condensor met chemisch schoonmaakmiddel gespoeld is, moet het systeem worden geneutraliseerd en intensief met water doorgespoeld. Houd daarbij rekening met de technische gegevens van de fabrikant van de warmtewisselaar.

Storing Bij storingen kunt u de oorzaak met het diagnoseprogramma van de verwarmingsen warmtepompregelaar uitlezen. Gebruiksaanwijzing van de verwarmingsen warmtepompregelaar.

GEVAAR!

Onderhoud- en reparatiewerkzaamheden aan de componenten van het apparaat mogen alleen worden uitgevoerd door onderhoudspersoneel dat door de fabrikant daartoe is geautoriseerd.

Overzicht ‘Klantenservice’. Houd er rekening mee dat er geen storing gemeld wordt, als de veiligheidstemperatuurbegrenzer aan het elektrisch verwarmingselement geactiveerd is (afhankelijk van het type apparaat). ‘Inbedrijfstelling’, hoofdstuk ‘Veiligheidstemperatuurbegrenzer’.

7

Leveringsomvang

Doe eerst dit: Controleer de geleverde delen visueel op zichtbare beschadiging…

Voorbeeldopstelling van de leveringsomvang: Aanzicht 1:

Controleer of de levering volledig is. Indien er iets niet in orde is, meteen reclameren. TOEBEHOREN DAT NOODZAKELIJK IS VOOR EEN GOEDE WERKING

ATTENTIE

Gebruik uitsluitend origineel toebehoren van de fabrikant van het apparaat.

Luchtkanalen (met luchtkanaaltoebehoren) moeten extra worden besteld.

VERDERE TOEBEHOREN Het installatietoebehoren (flexibele koppelingen) voor lucht-waterwarmtepompen voor binnenopstelling moet u extra bestellen.

Aanzicht 2:

8

Warmtepomp met een compleet hermetisch gesloten compressor, alle veiligheidsonderdelen voor de bewaking van het koelmiddelcircuit, een ingebouwde verwarmingsen warmtepompregelaar, in het apparaat gemonteerde sensoren voor de meting van de temperatuur van het hete gas en de aanvoer- en retourtemperatuur van het cv-water, en een slang voor de condensafvoer (op de warmtepomp aangesloten).


Plaatsen en installeren

TRANSPORT NAAR OPSTELLINGSPLAATS

Bij alle werkzaamheden geldt:

Om transportschade te vermijden, dient u het verpakte apparaat met een vorkheftruck naar de definitieve plaats van opstelling te transporteren.

AANWIJZING.

Volg de lokaal geldende voorschriften ter voorkoming van ongevallen, de wettelijke voorschriften, verordeningen en richtlijnen op.

WAARSCHUWING!

Als transport met een heftruck niet mogelijk is, kunt u de warmtepomp ook met een steekwagen of met behulp van buizen transporteren.

Alleen gekwalificeerd vakpersoneel mag de warmtepomp of warmtepompinstallatie plaatsen en installeren!

Let op de geluidswaarden van het betreffende type. Overzicht ‘Technische gegevens / leveringsomvang’, hoofdstuk ‘Geluid’.

GEVAAR!

Het toestel is niet op een houten pallet bevestigd. Bij het transport bestaat gevaar voor omvallen! Gevaar van persoonlijk letsel en materiële schade. – Tref adequate maatregelen om het gevaar voor omvallen te voorkomen.

OPSTELLINGSPLAATS LET OP.

Het apparaat mag uitsluitend binnen in gebouwen worden opgesteld.

De opstellingsruimte dient vorstvrij en droog te zijn. Ze moet voldoen aan de eisen van EN 378. Bovendien moeten de lokale voorschriften worden opgevolgd.

Werk met anderen samen voor het transport. Houd rekening met het gewicht van het apparaat.

Overzicht ‘Technische gegevens / leveringsomvang’, hoofdstuk ‘Algemene gegevens van het apparaat’.

AANWIJZING.

GEVAAR!

GEVAAR!

Beveilig het apparaat tegen verschuiven tijdens transport.

ATTENTIE

Maatschets en opstellingstekening van het betreffende type apparaat.

Trek of til niet aan componenten of hydraulische aansluitingen tijdens transport.

ATTENTIE

Beschadig de hydraulische aansluitingen niet.

ATTENTIE


Kiep het apparaat niet meer dan 45° (in alle richtingen).

9

HET APPARAAT OPTILLEN MET BEHULP VAN BUIZEN

Aan de achterzijde van het apparaat de onderste afdichtpluggen verwijderen…

De apparaten kunnen worden opgetild met, voor het gewicht van het apparaat geschikte 3 ⁄4"- of 1"-buizen (niet bijgeleverd). Hiervoor zijn passende boorgaten in het frame van het apparaat aangebracht. Ga als volgt te werk: De onderste afdekplaat aan de kant van de elektrische schakelkast (= bedieningszijde) van het apparaat verwijderen. Hiervoor de snelsluitschroeven losdraaien. Draai deze 90° naar links…

De buizen aan de kant van de elektrische schakelkast (= bedieningszijde) door de boorgaten in het frame steken…

1 Snelsluitschroeven 2 Onderste afdekplaat 1 Boorgaten in het frame 2 Ingebrachte buizen

De onderste afdekplaat bovenaan schuin naar voren trekken, uitlichten en veilig neerzetten…

De draadbomen en de componenten van het apparaat niet met de buizen beschadigen. De buizen voorzichtig langs de draadbomen en de componenten van het apparaat heen steken… De buizen aan de achterzijde van het apparaat door de gemarkeerde openingen steken…

Het apparaat met ten minste vier personen aan de buizen optillen en naar de plaats van opstelling brengen…

AANWIJZING.

10

Het apparaat horizontaal dragen en tegen verschuiving beveiligen.


Het apparaat op de plaats van opstelling neerzetten. Verzeker u ervan dat het basisframe van het apparaat plat op de ondergrond ligt… De buizen verwijderen en de afdichtpluggen weer op de achterzijde van het apparaat aanbrengen… Als de elektrische aansluiting niet onmiddellijk daarna wordt uitgevoerd, dient de onderste afdekplaat aan de bedieningszijde weer te worden aangebracht.

MONTAGE VAN DE LUCHTKANALEN ATTENTIE

Gebruik alleen origineel toebehoren of door de fabrikant aanbevolen luchtkanalen. Monteer de luchtkanalen uitsluitend volgens het opstellingsschema van uw type apparaat. Opstellingsschema voor het betreffende apparaattype.

OPSTELLING Stel het apparaat op een gladde, bij voorkeur akoestisch geïsoleerde ondergrond met voldoende draagvermogen op. Verzeker u ervan dat de ondergrond geschikt is voor het gewicht van de warmtepomp.

ATTENTIE

In de luchtuitlaatzone is de luchttemperatuur ca. 5 K lager dan de omgevingstemperatuur. Onder bepaalde klimatologische omstandigheden kan daardoor in de luchtuitlaatzone een ijslaag ontstaan. De warmtepomp zo opstellen, dat de lucht niet wordt uitgeblazen op een weg waar gelopen wordt.

GEVAAR!

Werk met anderen samen bij het opstellen.

ASSEMBLAGE EN MONTAGE VAN DE WANDDOORVOER(EN) Ga als volgt te werk: Neem de elementen voor de assemblage van de wanddoorvoer(en) uit de betreffende doos…

Steek eerst 2 bij elkaar horende elementen van de wanddoorvoer(en) ineen, zoals afgebeeld op de tekening. Gebruik hiervoor het bijgeleverde glijmiddel…

ATTENTIE

Kiep het apparaat niet meer dan 45° (in alle richtingen).

AANWIJZING.

Neem absoluut het opstellingsschema in acht dat bij het betreffende type apparaat hoort. Bouwgrootte en minimale afstanden in acht nemen.

Breng daarna een volgend element aan, zoals afgebeeld…

Opstellingsschema voor het betreffende apparaattype. Stel het apparaat zo op, dat de kant van de schakelkast (= bedieningszijde) te allen tijde toegankelijk is.


11

Draai de ineengestoken delen 90° en breng onderaan het laatste element aan…

Draai de reeds ineengestoken delen nogmaals 90° en breng de laatste verbinding tot stand…

1 Buitenzijde van het metselwerk 2 Wanddoorvoer in het metselwerk aanbrengen (1 cm uit de afgewerkte buitengevel laten uitsteken)

… of achteraf (met montageschuim in het metselwerk bevestigen):

Stabiliseer de wanddoorvoer aan de binnenzijde met behulp van de bijgeleverde spaanplaten… 1 Afgewerkte buitengevel

AANWIJZING.

Plaats de wanddoorvoer vanaf de buitenkant van het huis in het metselwerk. Dit kan ofwel in de ruwbouwfase gebeuren (door inmetseling)…

AANWIJZING.

12

Wanddoorvoeren dienen voor de bevestiging in de muuropening, ter voorkoming van koudebruggen met het metselwerk en voor de montage van een draadgaasrooster of een beschermrooster tegen weersinvloeden of regen.

ASSEMBLAGE EN MONTAGE VAN DE LUCHTKANALEN Ga als volgt te werk: Neem de elementen voor de assemblage van de luchtkanalen uit de betreffende doos…

De wanddoorvoeren moeten 1 cm uit de afgewerkte buitengevel uitsteken.


Het ineensteken van de luchtkanalen gebeurt zoals beschreven in het hoodstuk ‘Assemblage en montage van de wanddoorvoer(en)’, – .

BEVESTIGING VAN DE LUCHTKANALEN AAN DE WARMTEPOMP De montagelijst vastklikken en met speciale schroeven bevestigen op de daarvoor aan het luchtkanaal voor de luchtinlaatzijde bedoelde plaatsen… Het bijgeleverde aansluitframe op de kant van het luchtkanaal plakken…

BEVESTIGING VAN DE LUCHTKANALEN IN DE WANDDOORVOER

Het luchtkanaal aan de betreffende luchtopening van de luchtinlaatzijde positioneren…

Ga als volgt te werk: Trek de bijgeleverde roldichting over een uiteinde van een luchtkanaal…

Aan de luchtinlaatzijde van de warmtepomp 4 van de bijgeleverde spanveren in de daarvoor bedoelde gaten bevestigen…

Schuif het luchtkanaal met dit uiteinde in de wanddoorvoer.

De spanveren in de op het luchtkanaal vastgeschroefde montagelijst haken… De beschermkappen op de montagelijst bevestigen…

1 Wanddoorvoer 2 Luchtkanaal 3 Roldichting 4 Zwelband (pas na montage van de apparaataansluitingsbevestiging aanbrengen)

AANWIJZING.

Als het andere uiteinde van het luchtkanaal aan de warmtepomp is bevestigd, dient de nog bestaande opening tussen de wanddoorvoer en het luchtkanaal te worden afgesloten, door de bijgeleverde zwelband aan te brengen.

De stappen len.

–

aan de luchtuitlaatzijde herha-

AANWIJZING.

Niet vergeten: Als de luchtkanalen aan de warmtepomp bevestigd zijn, dient de nog bestaande opening tussen de wanddoorvoer en het luchtkanaal te worden afgesloten, door de bijgeleverde zwelband aan te brengen.

AANWIJZING.


Bevestig de luchtkanalen met geschikte maatregelen aan het plafond.

13

MONTAGE VAN DE AFDEKLIJST

Breng het draadgaasrooster in het inbouwframe aan…

Schroef de afdeklijst op de wanddoorvoer van de luchtinlaat- en luchtuitlaatzijde.

Plaats het beschermrooster tegen weer of regen op het inbouwframe in de wanddoorvoer en schroef het vast…

AANWIJZING.

De afdeklijst heeft geen technische functie. Hij dient slechts om een visueel aantrekkelijke overgang met het wandoppervlak te creëren.

8x

MONTAGE VAN HET DRAADGAASROOSTER EN HET BESCHERMROOSTER TEGEN WEER OF REGEN Ga als volgt te werk: Neem het draadgaasrooster en het beschermrooster tegen weer of regen, inclusief inbouwframe en bevestigingsmateriaal, uit de doos…

AANWIJZING. Vanaf de buitenzijde van het huis dient u het inbouwframe in de wanddoorvoer van de luchtinlaatzijde te steken en vast te schroeven…

8x

14

Ligt de wanddoorvoer boven het maaiveld, dan dient het beschermrooster tegen weersinvloeden te worden aangebracht. Is de wanddoorvoer in een lichtschacht (onder het maaiveld) geplaatst, dan dient het beschermrooster tegen regen te worden aangebracht. De stappen len.

–

aan de luchtuitlaatzijde herha-


MONTAGE / AANSLUITING OP HET VERWARMINGSCIRCUIT

Ga als volgt te werk: Spoel het verwarmingscircuit goed door, alvorens het apparaat erop aan te sluiten…

GEVAAR!

Levensgevaar door elektrische stroom! Schakel de installatie spanningsvrij en beveilig deze tegen inschakelen, alvorens u het apparaat opent!

AANWIJZING.

Monteer afsluiters aan de cv-wateruitlaat (aanvoer) en cv-waterinlaat (retour)…

ATTENTIE

Het apparaat in het verwarmingscircuit in overeenstemming met het hydraulische schema integreren, afhankelijk van het apparaattype.

Vuildeeltjes en afzettingen in het verwarmingscircuit kunnen storingen veroorzaken.

AANWIJZING.

D.m.v. deze afsluiters kan de condensor van de warmtepomp indien nodig worden gespoeld.

Documentatie ‘Hydraulische integratie’.

AANWIJZING.

Controleer of de diameters en lengtes van de buizen van het verwarmingscircuit groot genoeg zijn.

Circulatiepompen moeten trapsgewijs ontworpen zijn. Ze moeten minstens de voor dit apparaattype benodigde minimale doorvoercapaciteit voor het verwarmingswater kunnen opbrengen. Overzicht ‘Technische gegevens / leveringsomvang’, hoofdstuk ‘Verwarmingscircuit’.

ATTENTIE

De hydraulische inrichting moet van een buffervat voorzien worden, waarbij het vereiste volume afhankelijk is van het apparaattype. Overzicht ‘Technische gegevens / leveringsomvang’, hoofdstuk ‘Verwarmingscircuit, buffervat’.

ATTENTIE

Beveilig bij de werkzaamheden de aansluitingen aan het apparaat altijd tegen verwringen, om de koperen leidingen binnen in het apparaat tegen beschadiging te beschermen.


De condensor mag alleen worden gespoeld door onderhoudspersoneel dat door de fabrikant daartoe is geautoriseerd.

De aansluiting op de vaste leidingen van het verwarmingscircuit met behulp van flexibele koppelingen uitvoeren. Deze moeten worden geïnstalleerd om overdracht van resonantie naar de leidingen tegen te gaan.

AANWIJZING.

LET OP!

AANWIJZING.

Flexibele koppelingen zijn als toebehoren verkrijgbaar.

De aansluitingen voor de cv-wateruitlaat (aanvoer) en cv-waterinlaat (retour) zijn overeenkomstig aan het apparaat gemarkeerd. Positie van de aansluitingen, zie maatschets voor het betreffende apparaattype.

CONDENSAFVOER Het uit de lucht ontstane condenswater moet via de aan het apparaat voorgemonteerde slang voor condensafvoer worden afgevoerd. Hiervoor dient de slang voor condensafvoer te worden verbonden met een waterafvoer. Plaatsing van de aansluiting voor condensafvoer, zie maatschets van het betreffende apparaattype.

15

Voor de hydraulische integratie van de warmtepomp is een buffervat in het verwarmingscircuit noodzakelijk. Als de kleppen in het verwarmingscircuit gesloten zijn, zorgt deze buffer voor een minimale looptijd van de warmtepomp. Het vereiste volume van het buffervat wordt berekend aan de hand van de volgende formule:

V buffervat =

1 Slang voor condensafvoer binnen in het apparaat 2 Aansluiting voor condensafvoer aan de buitenkant van het apparaat

10

Voor het minimale doorstroomvolume in het verwarmingscircuit, zie het overzicht ‘Technische gegevens / leveringsomvang’, hoofdstuk ‘Verwarmingscircuit’.

LET OP!

Leg de in het apparaat voorgemonteerde slang voor condensafvoer zo in het apparaat, dat deze een sifon vormt (zoals op de afbeelding).

Het condenswater mag uitsluitend via een trechtersifon in de riolering worden afgevoerd. Deze sifon moet altijd toegankelijk zijn.

Drukbeveiliging Het verwarmingscircuit in overeenstemming met de lokaal geldende normen en richtlijnen voorzien van een veiligheidsklep en expansievat. In het verwarmingscircuit dienen tevens afsluiters, terugslagkleppen en voorzieningen om het circuit te vullen en leeg te maken, te worden geïnstalleerd.

Bypassventiel Installeer bij een seriële buffervataansluiting een overstortventiel om te zorgen voor een minimaal doorstroomvolume van het verwarmingscircuit door de warmtepomp. Het bypass moet zodanig zijn, dat bij een afgesloten verwarmingscircuit toch voor een minimaal doorstroomvolume door de warmtepomp gezorgd is.

minimaal doorstroomvolume verwarmingscircuit / uur

Bij mono-energetische lucht-waterinstallaties moet het buffervat in de cv-wateruitlaat (aanvoer) vóór het overstortventiel worden geïntegreerd.

Circulatiepompen ATTENTIE

Controleer absoluut het apparaattype. Zet geen geregelde circulatiepompen in. De pompen voor het verwarmingscircuit en warm tapwater moeten trapsgewijs ontworpen zijn.

Warmtapwaterbereiding Om het tapwater met de warmtepomp te verwarmen, is naast het verwarmingscircuit een extra (parallel) verwarmingswatercircuit benodigd. Bij de integratie van dit circuit moet erop worden gelet dat de warmtapwaterlading niet door het buffervat van het verwarmingscircuit wordt geleid. Documentatie ‘Hydraulische integratie’.

Buffervat

16


Warmtapwaterbuffervat

Elektrische installatie

Als de warmtepomp ook warm tapwater dient te produceren, moet u een speciaal buffervat voor tapwater in het warmtepompsysteem integreren. Het opslagvolume zo kiezen, dat tijdens een spertijd toch de noodzakelijke hoeveelheid warm tapwater ter beschikking staat.

Bij alle werkzaamheden geldt:

AANWIJZING.

Het warmtewisselende oppervlak van het buffervat moet zodanige afmetingen hebben, dat het verwarmingsvermogen van de warmtepomp met een zo klein mogelijk temperatuurverschil (tussen aanvoer cv- en tapwatertemperatuur) overgedragen wordt.

Wij bieden u graag een buffervat uit ons assortiment aan. Deze zijn optimaal afgestemd op uw warmtepomp.

AANWIJZING.

Integreer het buffervat in de warmtepompinstallatie volgens het hydraulische schema dat bij uw systeem hoort. Documentatie ‘Hydraulische integratie’.

GEVAAR!


GEVAAR!

Volg de geldige EN-, VDE- en/of lokale veiligheidsvoorschriften op bij de installatie en uitvoering van werkzaamheden aan elektrische aansluitingen. Houd rekening met de technische eisen van de energiebedrijven ter plekke (indien van toepassing)!

AANWIJZING.

Alle kabels die onder spanning staan, moeten worden gestript, voor ze in het kabelkanaal van de schakelkast worden gelegd!

VERMOGENSAANSLUITING Ga als volgt te werk: Als het apparaat gesloten is, de onderste afdekplaten aan de bedieningszijde openen… ‘Opstelling’. De elektrische schakelkast van het apparaat openen…


17

Overzicht ‘Technische gegevens / leveringsomvang’, hoofdstuk ‘Elektriciteit’.

ATTENTIE

Bij gebruik van het apparaat in 3~230V-netwerken dient er rekening mee te worden gehouden dat de gebruikte aardlekschakelaars vor alle soorten stromen gevoelig moeten zijn.

Voorbeeld van een geopende elektrische schakelkast

AANWIJZING. De 230 V-stroomkabel, de stroomkabel voor circulatiepompen en de kabel voor de buitentemperatuursensor door de rubberen doorvoerbuisjes aan de afdekplaat in het apparaat steken…

• De rubberen doorvoerbuisjes aan de afdekplaat uitsnijden…

Meer informatie vindt u op de sticker van het verwarmingselement.

Plaats van de rubberen doorvoerbuisjes voor de kabels, zie de maatschets van het betreffende apparaattype.

• De leidingen door de rubberen doorvoerbuisjes in het apparaat schuiven… Op deze manier worden de leidingen binnen in het apparaat via een gesloten kabelkanaal naar de klemmen van het schakelbord geleid. Voer de elektrische aansluiting uit volgens het aansluitschema van het betreffende apparaattype… Aansluitschema van het betreffende apparaattype

ATTENTIE –

Controleer dat de voeding van de compressor goed is aangesloten, rechts draaiveld! Als de compressor in de verkeerde richting draait, kan er zware, onherstelbare schade aan de compressor ontstaan.

Bij apparaten met een geïntegreerd elektrisch verwarmingselement is het verwarmingselement standaard op 6 kW (9 kW) aangesloten. Het kan desgewenst aan relais Q5 (Q6) op 2 (3) resp. 4 kW (6 KW) worden aangesloten.

AANWIJZING.

Het bedieningsdeel van de verwarmingsen warmtepompregelaar kan door middel van een geschikte netwerkkabel worden verbonden met een computer of netwerk, om de verwarmingsen warmtepompregelaar dan van daar uit te besturen. Als dit gewenst is, dient tijdens de elektrische aansluitingswerkzaamheden een afgeschermde netwerkkabel (categorie 6, met RJ45-connector) door het apparaat te worden gelegd en parallel aan de reeds gelegde regelkabel van de verwarmingsen warmtepompregelaar door het frontpaneel van het apparaat te worden gestoken. Sluit de elektrische schakelkast van de warmtepomp… Breng de onderste afdekplaat aan.

ATTENTIE

De stroomvoorziening van de warmtepomp moet voorzien zijn van een driepolige zekeringsautomaat met minstens 3 mm afstand tussen de contacten.

Let op de waarde van de uitschakelstroom.

18


Doorspoelen, vullen en ontluchten van de installatie ATTENTIE

Het systeem moet volledig vrij van lucht zijn, alvorens het in bedrijf wordt gesteld.

- een vakkundige planning en inbedrijfstelling plaatsvindt; - de installatie corrosietechnisch gesloten is; - een voldoende gedimensioneerde drukhouder geïntegreerd is; - de richtwaarden voor het verwarmingswater in acht worden genomen; - de installatie regelmatig wordt gecontroleerd en onderhouden. Er dient een installatieboek met de relevante planningsgegevens te worden bijgehouden (VDI 2035).

WATERKWALITEIT VAN HET VUL- EN AANVULLENDE WATER VOLGENS VDI 2035 DEEL I EN II IN WARMWATERVERWARMINGSINSTALLATIES Moderne, energie-efficiënte warmtepompinstallaties worden steeds vaker ingezet. Met hun geavanceerde techniek bereiken deze installaties een zeer goed rendement. Het feit dat steeds minder ruimte voor warmteopwekkers beschikbaar is, heeft ertoe geleid dat compacte apparaten met steeds kleinere doorsnedes en hoge warmteoverdracht worden ontwikkeld. Hierbij neemt ook de complexiteit van de installaties en het gebruik van veelsoortige materialen toe, wat met name bij het corrosiegedrag een belangrijke rol speelt. Alpha InnoTec zorgt voortdurend voor verdere technologische vooruitgang, maar deze technische verfijndheid vereist wel dat de installatie correct met verwarmingswater wordt gevuld en gebruikt. Het verwarmingswater beïnvloedt niet alleen het rendement van de installatie, maar ook de levensduur van de warmteopwekker en de verwarmingscomponenten van een installatie. Als minimumeisen dienen daarom de richtwaarden van VDI 2035 deel I en deel II te worden nageleefd voor een correct bedrijf van de installaties. Uit onze praktijkervaring is gebleken dat de veiligste en meest storingsvrije werking wordt bereikt door de zogenoemde zoutarme werkwijze. VDI 2035 deel I geeft belangrijke instructies en aanbevelingen met betrekking tot steenvorming en het voorkomen hiervan in verwarmingsen drinkwaterverwarmingsinstallaties. VDI 2035 deel II gaat in de eerste plaats over de eisen ter vermindering van corrosie aan cv-waterzijde in warmwaterverwarmingsinstallaties. GRONDBEGINSELEN VAN DEEL I EN DEEL II Het optreden van steen- en corrosieschade in warmwaterverwarmingsinstallaties is gering, als


MOGELIJKE SCHADE BIJ NIET-NALEVING - Storingen en uitval van onderdelen en componenten (bijv. pompen, kleppen) - Interne en externe lekkage (bijv. van warmtewisselaars) - Verkleining van doorsneden en verstopping van onderdelen (bijv. warmtewisselaars, buisleidingen, pompen) - Materiaalmoeheid - Vorming van gasbellen en gaskussens (cavitatie) - Vermindering van de warmteoverdracht (vorming van aanslag, afzettingen) en daarmee samenhangende geluiden (bijv. kookgeluiden, stroomgeluiden)

KALK – DE ENERGIEKILLER Het vullen met onbehandeld drinkwater leidt er onvermijdelijk toe dat alle calcium als ketelsteen neerslaat. Het gevolg is dat aan de warmteoverdrachtsvlakken van de verwarming kalkaanslag ontstaat. Hierdoor daalt het rendement en stijgen de energiekosten. Volgens een vuistregel betekent een kalkaanslag van 1 millimeter al een rendementsverlies van 10%. In extreme gevallen kan hierdoor zelfs schade aan de warmtewisselaars ontstaan. ONTHARDING VOLGENS VDI 2035 – DEEL I Als het drinkwater vóór het vullen van de verwarming volgens de richtlijnen van VDI 2035 wordt onthard, kan er zich geen ketelsteen vormen. Zo wordt kalkaanslag en de negatieve invloed hiervan op de complete verwarmingsinstallatie doeltreffend en duurzaam voorkomen.

CORROSIE – EEN ONDERSCHAT PROBLEEM VDI 2035 deel II gaat dieper op de corrosieproblematiek in. De ontharding van het verwarmingswater kan onvoldoende blijken. De pH-waarde kan de grenswaarde van

19

10 aanzienlijk overschrijden. Er kunnen pH-waarden van meer dan 11 optreden, die zelfs rubberen afdichtingen beschadigen. Zo is weliswaar aan de richtlijnen van VDI 2035, blad 1 voldaan, maar schrijft VDI 2035, blad 2 een pH-waarde tussen 8,2 en maximaal 10 voor.

optimale bescherming van de gehele verwarmingsinstallatie bereikt.

Wanneer aluminium materialen worden gebruikt, wat in veel moderne verwarmingsinstallaties het geval is, dan mag een pH-waarde van 8,5 niet worden overschreden, omdat anders corrosie dreigt (aluminium wordt zonder de aanwezigheid van zuurstof aangetast). Dus moet niet alleen het vul- en aanvullende verwarmingswater worden onthard, maar moet het verwarmingswater ook adequaat worden geconditioneerd. Alleen zo kunnen de voorschriften van VDI 2035 en de aanbevelingen en inbouwinstructies van de warmtepompfabrikant worden nageleefd. Blad 2 van VDI 2035 wijst bovendien op de verlaging van het totale zoutgehalte (geleidbaarheid). Het risico van corrosie is bij gebruik van volledig ontzout water veel kleiner dan bij gebruik van zouthoudend, dus onthard water. Drinkwater bevat, ook als het vooraf werd onthard, opgeloste, corrosieve zouten, die door het gebruik van verschillende materialen in het verwarmingssysteem als elektrolyten werken en zo het corrosieproces versnellen. Dit kan uiteindelijk zelfs tot puntroestvorming leiden. Vuildeeltjes en afzettingen in het verwarmingscircuit kunnen storingen veroorzaken.

Van doorslaggevend belang is de analytische registratie en controle van de betreffende waterwaarden en van de toegevoegde conditioneringsmiddelen. Daarom dienen deze met geschikte watertestapparatuur regelmatig te worden gecontroleerd.

CONTROLE

Het verwarmingscircuit doorspoelen, vullen en ontluchten… Aanvullend de condensator van de warmtepomp ontluchten…

• Open de onderste afdekplaat… • Open het ontluchtingsventiel…

VERWARMINGSCIRCUIT EN WARMTAPWATERBUFFERVAT DOORSPOELEN, VULLEN EN ONTLUCHTEN Om het warmtapwaterbuffervat te ontluchten, moeten verwarmingscircuit en warmtapwaterlaadcircuit gelijktijdig worden doorgespoeld.

Na de ontluchting de onderste afdekplaat weer sluiten.

MET DE ZOUTARME WERKWIJZE OP SAFE SPELEN Met de zoutarme werkwijze treden bovengenoemde problemen helemaal niet op, omdat noch corrosieve zouten zoals sulfaten, chloriden en nitraten, noch het alkaliserende natriumhydrogeencarbonaat in het verwarmingswater voorkomen. De corrosieve eigenschappen zijn bij volledig ontzout water zeer laag, bovendien kan er zich ook geen ketelsteen vormen. Dit is de ideale werkwijze bij gesloten verwarmingscircuits, omdat met name ook een geringe zuurstoftoevoer naar het verwarmingscircuit kan worden getolereerd. Bij het vullen van de installaties met volledig ontzout water stelt de pH-waarde zich normaal gesproken door zelfalkalisering in het ideale bereik in. Indien nodig kan door toevoeging van chemicaliën zeer eenvoudig tot een pH-waarde van 8,2 worden gealkaliseerd. Zo wordt de

20

Isolatie van de hydraulische aansluitingen De flexibele koppelingen en de vaste leidingen van het verwarmingscircuit moeten worden geïsoleerd.

AANWIJZING.

Voer de isolatie uit zoals door de lokaal geldende normen en richtlijnen is voorgeschreven.


Montage van het bedieningsdeel

Ga als volgt te werk: Steek de haken van het bedieningsdeel in de uitsparingen in het frontpaneel van het apparaat (hetzij in de bovenste, of in de onderste uitsparingen)…

GEVAAR!


In het frontpaneel van het apparaat bevinden zich op verschillende hoogtes telkens 4 uitsparingen voor de bevestiging van het bedieningsdeel:

Voorbeeld Bedieningsdeel in de bovenste uitsparingen. Duw het opgehangen bedieningsdeel naar beneden, tot het vastklikt…

1 Vier bovenste uitsparingen 2 Vier onderste uitsparingen Aan de achterzijde van het bedieningsdeel bevinden zich 4 haken, waarmee het bedieningsdeel aan het frontpaneel van het apparaat kan worden opgehangen.


Steek de regelkabel van de verwarmingsen warmtepompregelaar in de rechter bus aan de onderzijde van het bedieningsdeel…

21

AANWIJZING.

Via de linker bus aan de onderzijde van het bedieningsdeel kan een verbinding met een computer of netwerk tot stand worden gebracht, om de verwarmingsen warmtepompregelaar van daar uit te kunnen besturen. Voorwaarde hiervoor is dat tijdens de elektrische aansluitingswerkzaamheden een afgeschermde netwerkkabel (categorie 6) door het apparaat werd gelegd. Gebruiksaanwijzing van de verwarmingsen warmtepompregelaar, uitgave ‘Installateur’, hoofdstuk ‘Webserver’.

Is deze netwerkkabel geïnstalleerd, dan dient de RJ45-connector van de netwerkkabel in de linker bus van het bedieningsdeel te worden gestoken.

Afdekscherm bij de aflevering: 1 Uitsparing voor het bedieningsdeel 2 Logo 3 Blind deksel Ga als volgt te werk: Steek het afdekscherm eerst onderaan in de daarvoor bedoelde sleuven van het frontpaneel…

AANWIJZING.

De netwerkkabel kan ook later nog altijd worden geïnstalleerd. Om de kabel te kunnen aansluiten, dient wel eerst het afdekscherm te worden gedemonteerd.

Montage en demontage van het afdekscherm MONTAGE VAN HET AFDEKSCHERM AANWIJZING.

22

Het afdekscherm is standaard aangebracht voor de situatie waarin het bedieningsdeel in de bovenste uitsparingen van het frontpaneel wordt gestoken. Werd het bedieningsdeel in de onderste uitsparingen van het frontpaneel gestoken, dan dient u eerst het blinde deksel aan het afdekscherm te verwijderen en vervolgens boven het logo weer aan te brengen.

Klik vervolgens de lippen van het afdekscherm eerst aan één zijde van beneden naar boven in de daarvoor bedoelde sleuven van het frontpaneel vast…


Inbedrijfstelling

GEVAAR!

Het apparaat mag uitsluitend met gemonteerde luchtkanalen, beschermroosters tegen weersinvloeden resp. regen en gesloten afdekplaten in bedrijf worden gesteld.

Ga als volgt te werk: Controleer de installatie nog eens grondig aan de hand van de installatiechecklist… ‘Installatiechecklist’. Klik aansluitend aan de andere zijde de lippen van het afdekscherm van beneden naar boven in de daarvoor bedoelde sleuven van het frontpaneel vast…

De installatiecontrole helpt schade aan de warmtepompinstallatie te voorkomen, die door een onvakkundige uitvoering kan ontstaan.

Controleer of ...

Duw ten slotte de bovenste lippen van het afdekscherm in de daarvoor bedoelde sleuven van het frontpaneel…

• het rechtsdraaiend veld van de voedingsstroom (compressor) juist is aangesloten;

• de opstelling en montage van de warmtepomp in overeenstemming met deze installatie- en gebruikershandleiding zijn uitgevoerd;

• de elektrische installatie vakkundig is uitgevoerd; • er een 3-polige zekeringsautomaat voor de

compressor is geïnstalleerd; deze moet minstens 3 mm afstand tussen de open contacten hebben;

• het verwarmingscircuit doorgespoeld, gevuld en grondig ontlucht is;

• alle afsluiters en inregelafsluiters van het verwarmingscircuit geopend zijn;

• alle leidingen en componenten van de installatie dicht zijn.

Vul het opleveringsprotocol van de warmtepompinstallatie zorgvuldig in en onderteken het…

DEMONTAGE VAN HET AFDEKSCHERM Om het afdekscherm te demonteren, moeten de lippen eerst aan één zijde compleet worden losgemaakt, met druk op het midden van het afdekscherm. Maak daarna de lippen aan de andere zijde los.

‘Opleveringsprotocol voor warmtepompinstallaties’.


In Duitsland en Oostenrijk: Stuur het opleveringsprotocol voor warmtepompinstallaties en de installatiechecklist naar de klantenservice van de fabrikant. In andere landen:

23

Stuur het opleveringsprotocol voor warmtepompinstallaties en de installatiechecklist naar de lokale partner van de fabrikant.

Demontage

Overzicht ‘Klantenservice’. De inbedrijfstelling van de warmtepompinstallatie wordt door onderhoudspersoneel uitgevoerd dat door de fabrikant daartoe is geautoriseerd. Hier zijn kosten mee verbonden!

VEILIGHEIDSTEMPERATUURBEGRENZER In het elektrische verwarmingselement is een veiligheidstemperatuurbegrenzer ingebouwd (afhankelijk van het apparaattype). Als de warmtepomp uitvalt of als er lucht in het systeem zit, controleer dan of de resetknop van deze veiligheidstemperatuurbegrenzer is geactiveerd. Druk de knop weer in, indien van toepassing.

GEVAAR!


GEVAAR!

Alleen gekwalificeerde verwarmings- of koelmonteurs mogen de warmtepomp uit de installatie uitbouwen.

GEVAAR!

Alleen gekwalificeerde koelmonteurs mogen de warmtepomp en de componenten ervan uit elkaar halen.

ATTENTIE

1 Veiligheidstemperatuurknop aan het elektrische verwarmingselement 2 Resetknop

24

Apparaatcomponenten, koelmiddel en olie dienen volgens de geldende voorschriften, normen en richtlijnen te worden gerecycled.

DEMONTAGE VAN DE BUFFERBATTERIJ

ATTENTIE

Alvorens de verwarmingsen warmtepompregelaar wordt gerecycled, dient de bufferbatterij van de processorprintplaat te worden verwijderd. De batterij kan met een schroevendraaier worden uitgeschoven. Breng de batterij en alle elektronische onderdelen gescheiden in de recycling.



25

Technische gegevens / leveringsomvang Apparaatbenaming Type warmtepomp Plaats v. opstelling Conformiteit Prestaties

Brine/Water ı Lucht/Water ı Water/Water binnen ı buiten

Geluid

Warmtebron Verwarmingscircuit

Algemene gegevens van de warmtepomp

Elektrische installatie

Warmtepomp

• van toepassing ı — niet van toepassing CE

Verwarmingsvermogen/COP bij A7/W35

Normpunt volgens EN14511

2 compressoren 1 compressor

kW ı … kW ı …

A7/W45

Normpunt volgens EN14511


kW ı … kW ı …

A2/W35

Werkingspunt volgens EN14511


kW ı … kW ı …

A10/W35



kW ı … kW ı …

A-7/W35



kW ı … kW ı …


kW ı … kW ı …

A-15/W65 Toepassingsgrenzen

• van toepassing ı — niet van toepassing

Verwarmingscircuit Broncircuit Aanvullende bedrijfspunten Geluidsdrukniveau binnen (in open terrein op 1 m afstand rond de machine, gemiddeld)

dB(A)

Geluidsdrukniveau buiten (in open terrein op 1 m afstand rond de luchtaansluitingen, gemiddeld) (2 x 1 m origineel recht luchtkanaal)

dB(A)

Akoestische mogendheid hoogte binnen Akoestische mogendheid hoogte buiten Luchtvolumestroom bij maximale externe verdichting Maximale externe druk Volumestroom: minimale doorstroom ı nominale doorstroom A7/W35 EN14511 ı maximale doorstroom Drukverlies warmtepomp ∆p ı volumestroom Vrije opvoerhoogle circulatiepomp ∆p (met koeling ∆pK) ı volumestroom Inhoud bufferopslag 3-wegventiel verwarming/warm kraanwater Maatvoering (zie de afbeeldingen met de maten van de specifieke bouwgrootte) Gewicht totaal Aansluitingen Verwarmingscircuit Warmtebron Koudemiddel Type koudemiddel ı Inhoud Vrije doorsnede luchtkanalen Doorsnede condenswaterslang / lengte uit apparaat Spanningscode ı beveiliging van alle fasen van de warmtepomp **) Spanningscode ı beveiliging regelspanning **) Spanningscode ı beveiliging elektrisch verwarmingselement **)

dB(A)

effectief opgenomen vermogen in normpunt A7/W35 volgens EN14511: Opgenomen vermogen ı Stroomverbruik ı cosφ

°C °C °C

dB(A) m³/h Pa l/h bar ı l/h bar ı l/h l ... Bouwgrootte kg … … … ı kg mm mm ı m …ı A …ı A ı A kW ı A ı …

Maximale opgenomen stroom binnen toepassingsgrenzen A Aanloopstroom: direct ı met softstarter A ı A Type zekering IP Vermogen elektrisch verwarmingselement 3 ı 2 ı 1 -fase kW ı kW ı kW Componenten Circulatiepomp verwarmingscircuit bij nominale doorstroom: Opgenomen vermogen ı stroomverbruik kW ı A Veiligheidsvoorzieningen Veiligheidsgroep verwarmingscircuit ı Veiligheidsgroep warmtebron bij leveringsom.: • ja — nee Verwarmings- en warmtepompregelaar bij leveringsomvang: • ja — nee Stuurstroom- en sensorleidingen bij leveringsomvang: • ja — nee Krachtkabel naar het apparaat bij leveringsomvang: • ja — nee Elektronische softstarter geïntegreerd: • ja — nee Expansievaten Warmtebron: Leveringsomvang ı Volume ı Voordruk • ja — nee ı l ı bar Bypassventiel geïntegreerd: • ja — nee Flexibele leidingen Verwarmingscircuit ı warmtebron bij bij leveringsomvang: • ja — nee NL813517

26

*) afhankelijk van componenttoleranties en doorstroming

**) volg lokale voorschriften op n. n. = niet aantoonbaar w.w. = naar keuze ¹) Verwarmingswater retour ²) Verwarmingswater aanvoer


LW 101


LW 121

LW 100H

— ı • ı — • ı — •

— ı • ı — • ı — •

— ı • ı — • ı — •

— 10,3 ı 4,2

— 12,8 ı 4,2

— 10,4 ı 3,7

— 10,1 ı 3,5

— 12,7 ı 3,5

— 10,1 ı 3,1

— 9,5 ı 3,7

— 11,8 ı 3,7

— 10,0 ı 3,4

— 11,1 ı 4,4

— 12,8 ı 4,4

— 11,0 ı 3,9

— 7,5 ı 2,9

— 9,1 ı 2,9

— 8,2 ı 2,8

— —

— —

— 7,0 ı 1,5

20¹ – 50² -20 – 35 A> -7 / 60² 50 50 — 55 4000 25 1500 ı 2000 ı 2500 0,09 ı 2000 — ı — — — 2 260 G1”AG — R407C ı 4,8 570 x 570 30 ı 1 3~/N/PE/400V/50Hz ı C10 1~/N/PE/230V/50Hz ı B10 3~/N/PE/400V/50Hz ı B16 2,6 ı 5,4 ı 0,7 9,2 51,5 ı 19 20 9 ı 6 ı 3 — ı — — ı — • — — • — ı — ı — — —

20¹ – 50² -20 – 35 A> -7 / 60² 50 50 — 55 4000 25 1650 ı 2500 ı 3100 0,09 ı 2500 — ı — — — 3 280 G1”AG — R407C ı 5,8 570 x 570 30 ı 1 3~/N/PE/400V/50Hz ı C16 1~/N/PE/230V/50Hz ı B10 3~/N/PE/400V/50Hz ı B16 3,1 ı 6,4 ı 0,7 11,5 64 ı 23 20 9 ı 6 ı 3 — ı — — ı — • — — • — ı — ı — — —

20¹ – 60² -20 – 35 A> -15 / 63 (64)²* 50 50 — 55 4000 25 1300 ı 2000 ı 2500 0,09 ı 2000 — ı — — — 2 255 G1”AG — R407C ı 4,2 570 x 570 30 ı 1 3~/PE/400V/50Hz ı C16 1~/N/PE/230V/50Hz ı B10 3~/N/PE/400V/50Hz ı B16 2,8 ı 5,8 ı 0,7 12 64 ı 30 20 9 ı 6 ı 3 — ı — — ı — • — — • — ı — ı — — —

813520d

813521d

813535b

27

LW 101

Vermogenscurves

Qh (kW)

COP 7

20

6 18

5 4

16

3 2

14

1 -20

-15

-10

-5

0

5

10

15

20

25

30

35

20

25

30

35

Temp„ (°C)

12

Pe (kW)

10 5 8

4 35°C 1VD 50°C 1VD

6

3

4

2

2

1 -20

-15

-10

-5

0

5

10

15

20

25

30

35

-20

-15

Temp„ (°C)

-10

-5

0

5

10

15

Temp„ (°C)

∆p (bar) 0,4

0,3

0,2 ∆p” 0,1

0,0 0,0

0,5

1,0

1,5

2,0

2,5

3,0

3,5

4,0

“” (m³/h)

823152

Legenda: NL823129L/171022 Legende: DE823129L/170408 “” “”

Volumenstrom Heizwasser Volumestroom CV-water

Temp„ Temp„

Temperatur Wärmequelle Temperatuur warmtebron

Qh Qh

Heizleistung Verwarmingsvermogen

Pe

Pe

Leistungsaufnahme Opgenomen vermogen

COP

Coëfficiënt of performance / vermogenscoëfficiënt

∆p”

Drukverlies warmtepomp

VD

Compressor(en)

COP

∆p” VD

Coefficient of performance / Leistungszahl

Druckverlust Wärmepumpe Verdichter

Änd./Ä.M./Ersteller/Datum

- / PEP026-2009 / Opel / 16.04.10

Bezeichnung: Seite: 1/1

Leistungs-Druckverlustkurven LW 101 (A)

Zeichnungsnummer: Datei: 823152 Leistungs- Druckverlustkurven LW 101 (A).xls

28

823152


Vermogenscurves

LW 121

Qh (kW)

COP 7

25

6 23

5 4

21

3 19

2 1

17

-20

-15

-10

-5

0

5

10

15

20

25

30

35

20

25

30

35

Temp„ (°C) 15

Pe (kW)

13

6

11

5 35°C 1VD 50°C 1VD

9

4

3

7

5

2 -20

-15

-10

-5

0

5

10

15

20

25

30

35

-20

-15

Temp„ (°C)

-10

-5

0

5

10

15

Temp„ (°C)

∆p (bar) 0,4

0,3

0,2 ∆p” 0,1

0,0 0,0

0,5

1,0

1,5

2,0

2,5

3,0

3,5

4,0

4,5

5,0

“” (m³/h)

823153

Legende: DE823129L/170408 “”

Volumenstrom Heizwasser

Temp„

Temperatur Wärmequelle

Qh

Heizleistung

Pe Legenda:

Leistungsaufnahme NL823129L/171022

“” COP

Coefficient of performance / Leistungszahl Volumestroom CV-water

∆p”

Druckverlust Wärmepumpe

Temp„

Temperatuur warmtebron

Qh

Verwarmingsvermogen

VD

Verdichter

Pe

Opgenomen vermogen

COP


∆p”


Bezeichnung:

VD

Compressor(en)

Zeichnungsnummer:

Änd./Ä.M./Ersteller/Datum

- / PEP027-2009 / Opel / 16.04.10

Seite: 1/1

Leistungs-Druckverlustkurven LW 121 (A) 823153

Datei: 823153 Leistungs- Druckverlustkurven LW 121 (A).xls


29

LW 100H

Vermogenscurves

Qh (kW)

COP 6

20

5 18 4 3

16

2 14 1 -20

-15

-10

-5

0

5

10

15

20

25

30

35

20

25

30

35

Temp„ (°C)

12

Pe (kW)

10 8 7

8

6 5

6

35°C

4

50°C

3

64°C

4

2 1 0

2 -20

-15

-10

-5

0

5

10

15

20

25

30

35

-20

-15

Temp„ (°C)

-10

-5

0

5

10

15

Temp„ (°C)

∆p (bar) 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1

∆p”

0,0 0,0

1,0

2,0

3,0

4,0

“” (m³/h)

823161

Legende: DE823129L/170408 “”

NL823129L/171022 Temperatur Wärmequelle

Temp„ Pe

Temperatuur warmtebron Leistungsaufnahme

COP Qh

Coefficient of performance / Leistungszahl Verwarmingsvermogen

∆p” Pe

Druckverlust Wärmepumpe Opgenomen vermogen

COP


∆p”


VD

Compressor(en)

“” Qh

30

Volumenstrom Heizwasser

Legenda: Temp„

Volumestroom CV-water Heizleistung


1

2

3

4

F

A

B

723 749 846 911

LW 101 • LW 100H <50 0 97 123

Maatschetsen

5

1

4x M8

1353

1298 1261

LR E

661 646

0 749 723

D 746

E

0

Schutzvermerk nach DIN 34 beachten

123 97 0

0 D

4x M8 1298 1261

C

661 646

2 3 5

325 280 205 0

B

0

0

61

631

4

Legende: D819352NL819352 TechnischeToelichting: Änderungen vorbehalten. afmetingen in mm. Alle Maße Alle in mm.

A

A B D E LR

vooraanzicht VorderansichtA Seitenasicht von B links zijaanzicht van links Seitenansicht von rechts zijaanzicht van rechts Rückansicht D achteraanzicht Luftrichtung E LR

Pos. 1

1 2 3 4 5

luchtrichting

benaming bedienelement 2 afvoer verwarmingswater (voorloop) 3 ingang verwarmingswater (terugloop) geleiding voor elektro-/ voelersnoer condensaatslang Ø i 30


G 1" DIN ISO 228 4

-

PEP 026/2009

Zust.

Änderungstext

G 1" DIN ISO 228

lengte vanaf het apparaat 1m

31

1

2

3

Opstellingsschema versie 1 1

G

≥2200 1983

5

1 6

<750

OKF

810

2

+20 0

KA 5

FA

B1

FWS

≥200

1

≥150

1590

7

630

E

+20 0

V1

LW 101 • LW 100H

810

F

4

9

≥700

3

BS

≥1000

4

≥700

LR

FA

≥2100

846


B2

D

C

746 ≥2535

Toelichting:

NL819345a-1

Pos.

Benaming

FWS

Alle afmetingen in mm. Afmet.

Bij dikte afgewerkte wand 240 tot 320 2060 Bij dikte afgewerkte wand 320 tot 400 1980 Bij dikte afgewerkte wand 240 tot 320 755 B2 B Legende: 819345a Bij dikte afgewerkte wand 320 tot 400 665 Technische Änderungen vorbehalten. Pos. Alle Maße in mm. Versie 1 1 V1 V1 Version 1 Bovenkant afgewerkte vloer OKF 2 OKF Oberkante Fertigfußboden buitengevel FAFA Afgewerkte 3 Fertigaussenfassade LRLR Luchtrichting 4 Luftrichtung Bedienseite BSBS Bedieningszijde 5 FWS Fertigwandstärke Dikte afgewerkte wand FWS KA Kondensatablauf Condensafvoer KAG 6 Detail Einbau im Lichtschacht Detail in lichtschacht G Kippmaß der inbouw Wärmepumpe (ohne Speicher) ≈ 1540mm Achtung! Wird der Unterstellpufferspeicher durch einen A 7 Beistellpufferspeicher ersetzt, muss von allen Höhenkoordinaten 630mm abgezogen werden! Diagonale afmeting van de warmtepomp (zonder 9 buffervat) ≈ 1540 Let op! Wanneer het onderbouwbuffervat wordt vervangen door een aanbouwbuffervat, moet van alle 1 de waarde 630 worden afgetrokken. 2 hoogtecoördinaten B1

32

Benaming Toebehoren: wanddoorvoer 800 x 800 x 420 Toebehoren: luchtkanaal 700 x 700 x 450 Toebehoren: luchtkanaal 700 x 700 x 1000 Toebehoren: luchtkanaalbocht 700 x 700 x 750 Inbouw boven het maaiveld Toebehoren: beschermrooster tegen weer 845 x 850 Inbouw in lichtschacht Toebehoren: beschermrooster tegen regen 845 x 850 Op de bouw: lichtschacht met waterafvoer min. vrije doorsnede 0,6 m² Minimumafstand voor servicedoeleinden Indien de afstanden tot het minimum worden beperkt, dient men de luchtkanalen in te korten. Dit heeft eena aanzienlijke verhoging van het geluidsdrukniveau totZust. 3 4 gevolg!


PEP 0

PEP 0

Änder

1

2

LW 101 • LW 100H V2

4

Opstellingsschema versie 2

1

G

5

1

810

+20 0

F

3

≥2200

≥150

OKF

E

7

630 <750

1590

1983

6

KA 2

1 FWS

5

≥200

810

B1

FA

+20 0

3 FA

BS

≥700

≥700

≥1000

LR

≥2100

846


B2

D

9

4

C

746 ≥2535

FWS

Toelichting:

NL819345a-2

Pos.

Benaming Bij dikte afgewerkte Bij dikte afgewerkte Bij dikte afgewerkte Bij dikte afgewerkte

B1 B2

Alle afmetingen in mm. wand wand wand wand

240 320 240 320

tot tot tot tot

320 400 320 400

B

Afmet. 2060 1980 745 665

Legende: 819345a Versie 2 V2 Technische Änderungen vorbehalten. afgewerkte vloer OKFMaßeBovenkant Alle in mm. Afgewerkte buitengevel FA V2 Version 2 Luchtrichting LR OKF Oberkante Fertigfußboden Bedieningszijde BS FA Fertigaussenfassade Dikte afgewerkte wand FWS LR Luftrichtung BS Bedienseite FWS Fertigwandstärke Condensafvoer KA KA Kondensatablauf Detail inbouw in lichtschacht G G Detail Einbau im Lichtschacht Kippmaß der Wärmepumpe (ohne Speicher) ≈ 1540mm A Achtung! Wird der Unterstellpufferspeicher durch einen Beistellpufferspeicher ersetzt, muss von allen Höhenkoordinaten 630mmafmeting abgezogen Diagonale vanwerden! de warmtepomp (zonder buffervat) ≈ 1540 Let op! Wanneer het onderbouwbuffervat wordt vervangen door een aanbouwbuffervat, moet van alle hoogtecoördinaten de waarde 630 worden afgetrokken. 1 2 Technische wijzigingen voorbehouden. 83054300cNL © ait-deutschland GmbH

Pos. 1 2 3 4 5 6 7 9

Benaming Toebehoren: wanddoorvoer 800 x 800 x 420 Toebehoren: luchtkanaal 700 x 700 x 450 Toebehoren: luchtkanaal 700 x 700 x 1000 Toebehoren: luchtkanaalbocht 700 x 700 x 750 Inbouw boven het maaiveld Toebehoren: beschermrooster tegen weer 845 x 850 Inbouw in lichtschacht Toebehoren: beschermrooster tegen regen 845 x 850 Op de bouw: lichtschacht met waterafvoer min. vrije doorsnede 0,6 m² Minimumafstand voor servicedoeleinden Indien de afstanden tot het minimum worden beperkt, dient men de luchtkanalen in te korten. a Dit heeft een aanzienlijke verhoging van het Zust. 3geluidsdrukniveau tot gevolg!4

33

PEP 0

PEP 0

Änder

1

2

3

Opstellingsschema versie 3 F

V3

4

LW 101 • LW 100H

5

G 1 ≥2200 1983 1590

6

<750

OKF

630

E

≥150

7

KA 810

+20 0

810

+20 0

1570 ≥1000

8 2

5

5

2

FA

1

9

4

4

LR

≥700

BS

≥700

≥1000

≥2100

846


B2

≥200

FWS

D

1

C

746 ≥2670

Toelichting: NL819345a-3 Pos. B

Alle afmetingen in mm.

Benaming Bij dikte afgewerkte wand 240 tot 320 B2 Legende: 819345a Technische Änderungen vorbehalten. Bij dikte afgewerkte wand 320 tot 400 Alle Maße in mm.

Afmet. 320 240

V3 V3 Versie 3Version 3 Oberkante Fertigfußboden afgewerkte vloer OKFOKF Bovenkant Fertigaussenfassade buitengevel FA FA Afgewerkte LR Luftrichtung LR BS Luchtrichting Bedienseite Fertigwandstärke BS FWSBedieningszijde Kondensatablauf wand FWSKA Dikte afgewerkte G Detail Einbau im Lichtschacht Condensafvoer KA Kippmaß der Wärmepumpe (ohne Speicher) ≈ 1540mm Detail inbouw in lichtschacht G Achtung! Wird der Unterstellpufferspeicher durch einen A

Beistellpufferspeicher ersetzt, muss von allen Höhenkoordinaten 630mm abgezogen werden!

Diagonale afmeting van de warmtepomp (zonder buffervat) ≈ 1540 Let op! Wanneer het onderbouwbuffervat wordt vervangen door een aanbouwbuffervat, moet van alle hoogtecoördinaten de waarde 630 worden afgetrokken. 1

34

2

Pos. 1 2 4 5 6 7 8

9

Benaming Toebehoren: wanddoorvoer 800 x 800 x 420 Toebehoren: luchtkanaal 700 x 700 x 450 Toebehoren: luchtkanaalbocht 700 x 700 x 750 Inbouw boven het maaiveld Toebehoren: beschermrooster tegen weer 845 x 850 Inbouw in lichtschacht Toebehoren: beschermrooster tegen regen 845 x 850 Op de bouw: lichtschacht met waterafvoer min. vrije doorsnede 0,6 m² Luchttechnische scheiding: Diepte: ≥ 1000 Hoogte bij lichtschachtmontage: ≥ 1000 a PEP 023/20 Hoogte bij montage boven maaiveld: ≥ 1000, 300 boven PEP 026/20 beschermrooster tegen weer Zust. Änderungs 3 4 Minimumafstand voor servicedoeleinden Indien de afstanden tot het minimum worden beperkt, dient men de luchtkanalen in te korten. Dit heeft een aanzienlijke verhoging van het geluidsdrukniveau tot gevolg!


LW 101 • LW 100H 1

2

3

Opstellingsschema versie 4 4

V4

F

G 1

≥2200 1983 1590

6

<750

OKF

810

2

2570

5

810

+20 0

2

5

FA

1

FWS

1

KA

+20 0

≥200

630

E

≥150

7

4

4

LR

≥700

3

BS

≥700

≥1000

≥2100

846


B2

D

9

C

746 ≥3670

Toelichting: NL819345a-4 Pos.

B2

Benaming Bij dikte afgewerkte wand 240 tot 320 Bij dikte afgewerkte wand 320 tot 400

Alle afmetingen in mm. Afmet. 320 240

Legende: 819345a Versie 4 V4 Technische Änderungen vorbehalten. Bovenkant OKF Alle Maße in mm. afgewerkte vloer Afgewerkte buitengevel FA V4 Version 4 Luchtrichting LR OKF Bedieningszijde Oberkante Fertigfußboden BS FA Fertigaussenfassade Dikte Luftrichtung afgewerkte wand FWS LR BS Bedienseite FWS Condensafvoer Fertigwandstärke KA KA Detail Kondensatablauf inbouw in lichtschacht G G Detail Einbau im Lichtschacht Kippmaß der Wärmepumpe (ohne Speicher) ≈ 1540mm Achtung! Wird der Unterstellpufferspeicher durch einen A Beistellpufferspeicher ersetzt, muss von allen Höhenkoordinaten Diagonale afmeting van werden! de warmtepomp (zonder 630mm abgezogen buffervat) ≈ 1540 Let op! Wanneer het onderbouwbuffervat wordt vervangen door een aanbouwbuffervat, moet van alle hoogtecoördinaten de waarde 630 worden afgetrokken. 1 2 B


Pos. 1 2 3 4 5 6 7 9

Benaming Toebehoren: wanddoorvoer 800 x 800 x 420 Toebehoren: luchtkanaal 700 x 700 x 450 Toebehoren: luchtkanaal 700 x 700 x 1000 Toebehoren: luchtkanaalbocht 700 x 700 x 750 Inbouw boven het maaiveld Toebehoren: beschermrooster tegen weer 845 x 850 Inbouw in lichtschacht Toebehoren: beschermrooster tegen regen 845 x 850 Op de bouw: lichtschacht met waterafvoer min. vrije doorsnede 0,6 m² Minimumafstand voor servicedoeleinden Indien de afstanden tot het minimum worden beperkt, dient men de luchtkanalen in te korten. Dit heeft een aanzienlijke verhoging van het geluidsdrukniveau tot gevolg! 3 4

a

PEP 0

-

PEP 0

Zust. Änder

35

1

2

3

4

Maatschetsen 0 47 53

F

693 699 746 811

LW 121

5

B

A

4x M8

1523

1

1381

1372

LR

E

720

711

280 0

0

0 61

846

D 699 693

E

53 47 0


0

D

0

4x M8 1381

1372 C

720 4

711

5

2

421 164

B

0

61 0

996 896

Legende: Toelichting: D819354NL819354 Technische Änderungen vorbehalten. Alle afmetingen in mm. Alle Maße in mm. A

A B D E LR

A

vooraanzicht

LR

luchtrichting

Vorderansicht SeitenasichtBvon linkszijaanzicht van links zijaanzicht van rechts D von rechts Seitenansicht RückansichtE achteraanzicht Luftrichtung

Pos. 1

36

3

0

0

1 2 3 4 5

benaming bedienelement 2 afvoer verwarmingswater (voorloop) ingang verwarmingswater (terugloop) geleiding voor elektro-/ voelersnoer condensaatslang Ø i 30

3

G 1" DIN ISO 228 G 1" DIN ISO 228

4

lengte vanaf het apparaat 1m


-

PEP 027/200

Zust.

Änderungs

1

2

3

4

5

Opstellingsschema versie 1 V1

1 +20 0

1 6 7

5

KA

FA

≥200

2

B1

FWS

1

+20 0

≥2100

746

≥700

B2


D

LR

3 4

BS

≥700

FA

C

9

≥1000

810

≥150

1675 <750

OKF

630

E

G

810

5

≥2300 2153

F

LW 121

846 ≥2630

FWS

Pos.

Bezeichnung Maß Pos. Bezeichnung Bei Fertigwandstärke 240 bis 320 2160 1 Zubehör: Wanddurchführung 800x800x420 B1 Bei Fertigwandstärke 320 bis 400 2080 2 Zubehör: Luftkanal 700x700x450 Bei Fertigwandstärke 240 bis 320 745 3 Zubehör: in Luftkanal Toelichting: B2 NL819346-1 Alle afmetingen mm. 700x700x1000 4 Zubehör: Luftkanalbogen 700x700x750 Bei Fertigwandstärke 320 bis 400 665 Pos. Benaming Afmet. Einbau über Erdgleiche B Legende: 819346 5 Bij dikte Änderungen afgewerkte vorbehalten. wand 240 tot 320 2160 B1 Technische Zubehör: Wetterschutzgitter 845x850 AlleBij Maße mm. diktein afgewerkte wand 320 tot 400 2080 Einbau im Lichtschacht 6 Zubehör: Regenschutzgitter 845x850 Bij dikte afgewerkte wand 240 tot 320 745 B2 V1 Version 1 Bauseits: Lichtschacht mit Wasserablauf Bij dikte afgewerkte wand 320 tot 400 665 OKF Oberkante Fertigfußboden 7 Pos. Benaming FA Fertigaussenfassade min. freier Querschnitt 0,6m2 LR Luftrichtung Versie 1 1 Toebehoren: wanddoorvoer 800 x 800 x 420 V1 Mindestabstände für Servicezwecke: BS Bedienseite Wenn Abstände bis auf das700 Mindestmaß BovenkantFertigwandstärke afgewerkte vloer luchtkanaal x 700 x 450 OKF FWS 2 Toebehoren: reduziert werden, muss man diex Luftkanäle buitengevel luchtkanaal 700 700 x 1000 FA KAAfgewerkte 3 9 Toebehoren: Kondensatablauf Detail Einbau im Lichtschacht einkürzen. Dies hat eine erhebliche luchtkanaalbocht 700Erhöhung x 700 x 750 LR G Luchtrichting 4 Toebehoren: der Wärmepumpe (ohne Speicher) ≈ 1740mm des Schalldruckpegels zur Folge! Bedieningszijde boven het maaiveld BS Kippmaß 5 Inbouw A Achtung! Wird der Unterstellpufferspeicher durch einen Toebehoren: beschermrooster tegen weer 845 x 850 Dikte afgewerkte ersetzt, wand muss von allen Höhenkoordinaten FWS Beistellpufferspeicher abgezogen werden! Condensafvoer KA 630mm 6 Inbouw in lichtschacht Toebehoren: beschermrooster tegen regen 845 x 850 Detail inbouw in lichtschacht G 7 Op de bouw: lichtschacht met waterafvoer PEP 027/20 min. vrije doorsnede 0,6 m² Zust. Änderungs 1 2 3 4 Diagonale afmeting van de warmtepomp (zonder 9 Minimumafstand voor servicedoeleinden Indien de afstanden tot het minimum worden beperkt, buffervat) ≈ 1540 819346_Aufstellungsplan_LW121,_LW90Solar~-.SLDDRW 819346_Aufstellungsplan_LW121,_LW90Sola dient men de luchtkanalen in te korten. Dit heeft een Let op! Wanneer het onderbouwbuffervat wordt aanzienlijke verhoging van het geluidsdrukniveau tot vervangen door een aanbouwbuffervat, moet van alle gevolg! hoogtecoördinaten de waarde 630 worden afgetrokken. Technische wijzigingen voorbehouden. 83054300cNL © ait-deutschland GmbH

37

1

2

3

V2

1 5

G 1

810

F


+20 0

LW 121

4

630

E

≥2300

≥150

7

<750

1675

2153

6

OKF

KA

2

5

FA ≥200

1

FWS

B1

LR

≥700

3 4

FA

BS

≥700

≥2100

746


B2

D

9

≥1000

810

+20 0

C

FWS

846 ≥2630

Pos. Bezeichnung Toelichting: NL819346-2 Bei Fertigwandstärke 240 bis 320 Pos. B1 Benaming Bei Fertigwandstärke 320 bis 400 Bij dikte afgewerkte wand 240 tot B1 Bei bis 320 320 tot BijFertigwandstärke dikte afgewerkte240 wand B2 Bei Fertigwandstärke 320 bis 400 tot Bij dikte afgewerkte wand 240 B2

Maß 2160 2080 320 745 400 665 320

Alle in mm. Pos.afmetingen Bezeichnung 1 Zubehör: Wanddurchführung 800x800x420 2 Zubehör: Luftkanal 700x700x450 3 Zubehör: Luftkanal 700x700x1000 4 Zubehör: Luftkanalbogen 700x700x750 Bij dikte afgewerkte wand 320 tot 400 Einbau über Erdgleiche Legende: 819346 B 5 Benaming Pos. Technische Änderungen vorbehalten. Zubehör: Wetterschutzgitter 845x850 Alle in mm.2 1 Toebehoren: wanddoorvoer 800 x 800 x 420 V2 MaßeVersie Einbau im Lichtschacht 6 Bovenkant afgewerkte vloer luchtkanaal 700 x 700 x 450 OKF 2 Toebehoren: Zubehör: Regenschutzgitter 845x850 V2 Version 2 Afgewerkte buitengevel Toebehoren: luchtkanaal 700 x 700 x 1000 FA 3 Bauseits: Lichtschacht mit Wasserablauf OKF Oberkante Fertigfußboden 7 Luchtrichting luchtkanaalbocht LR 4 Toebehoren: FA Fertigaussenfassade min. freier Querschnitt 0,6m2 700 x 700 x 750 LR Luftrichtung Bedieningszijde boven het maaiveld BS 5 Inbouw Mindestabstände für Servicezwecke: BS Bedienseite Toebehoren: beschermrooster tegen weer 845 x Dikte afgewerkte wand FWS Wenn Abstände bis auf das Mindestmaß FWS Fertigwandstärke 850 reduziert werden, muss man die Luftkanäle 9 KA Kondensatablauf Condensafvoer in lichtschacht KA 6 Inbouw G Detail Einbau im Lichtschacht einkürzen. Dies hat eine erhebliche Erhöhung Toebehoren: beschermrooster tegen regen 845 x Detail inbouw in lichtschacht G Kippmaß der Wärmepumpe (ohne Speicher) ≈ 1740mm des Schalldruckpegels zur Folge! Achtung! Wird der Unterstellpufferspeicher durch einen 850 A Beistellpufferspeicher ersetzt, muss von allen Höhenkoordinaten 7 Op de bouw: lichtschacht met waterafvoer 630mm abgezogen werden! min. vrije doorsnede 0,6 m² Diagonale afmeting van de warmtepomp (zonder 9 Minimumafstand voor servicedoeleinden buffervat) ≈ 1540 Indien de afstanden tot het minimum worden Let op! Wanneer het onderbouwbuffervat wordt beperkt, dient men de luchtkanalen in te korten. vervangen door1 een aanbouwbuffervat, moet2van alle Dit van het Zust. 3 heeft een aanzienlijke verhoging 4 hoogtecoördinaten de waarde 630 worden afgetrokken. geluidsdrukniveau tot gevolg!

819346_Aufstellungsplan_LW121,_LW90Solar~-.SLDDRW

38

Afmet. 2160 2080 745 665

PEP 0

Änder

819346_Aufstellungsplan_LW121,_LW90


1

2

3

4

5

Opstellingsschema versie 3 F

LW 121

V3

G 1

≥2300 2153 1675

6

<750

OKF

630

E

≥150

7

KA 810

810

1665

+20 0

≥1000

8 2

5

5

2

FA

1

≥200

1

9

4

LR

≥700

≥700

4

BS

≥1000

≥2100 746

B2


FWS

D

+20 0

C

846 ≥2770 Pos.

Bezeichnung

Toelichting: NL819346-3 Bei Fertigwandstärke 240 bis 320 B2 Pos. Benaming Bei Fertigwandstärke 320 bis 400

Maß 370 290

Bij dikte 819346 afgewerkte wand 240 tot 320 B2 Legende: Bij dikteÄnderungen afgewerktevorbehalten. wand 320 tot 400 Technische

B

Alle Maße in mm.

V3

Versie 3

Pos. 1 2 Afmet. 4

370 290 5

V3 Version 3 OKF OKFBovenkantOberkante afgewerkte vloer Fertigfußboden Fertigaussenfassade buitengevel FA FA Afgewerkte LR Luftrichtung LR BS Luchtrichting Bedienseite Bedieningszijde BS FWS Fertigwandstärke Kondensatablauf wand FWS KA Dikte afgewerkte G Detail Einbau im Lichtschacht Condensafvoer KA Kippmaß der Wärmepumpe (ohne Speicher) ≈ 1740mm DetailWird inbouw in lichtschacht G Achtung! der Unterstellpufferspeicher durch einen A Beistellpufferspeicher ersetzt, muss von allen abgezogen werden! DiagonaleHöhenkoordinaten afmeting van de 630mm warmtepomp (zonder

buffervat) ≈ 1540 Let op! Wanneer het onderbouwbuffervat wordt vervangen door een aanbouwbuffervat, moet van alle hoogtecoördinaten de 1 waarde 630 worden afgetrokken. 2



6 7

8

9

Bezeichnung Alle afmetingen in mm.800x800x420 Zubehör: Wanddurchführung Zubehör: Luftkanal 700x700x450 Zubehör: Luftkanalbogen 700x700x750 Einbau über Erdgleiche Zubehör: Wetterschutzgitter 845x850 Einbau Lichtschacht Pos. im Benaming Zubehör: Regenschutzgitter 845x850 1 Toebehoren: wanddoorvoer 800 x 800 x 420 Bauseits: Lichtschacht mit Wasserablauf 700 x 700 x 450 2 Toebehoren: luchtkanaal 2 min. freier Querschnitt 0,6m luchtkanaalbocht 700 x 700 x 750 4 Toebehoren: Lufttechnische Trennung: Tiefe ≥ 1000mm, Höhe …

5

Inbouw boven het maaiveld

... bei Lichtschachtmontage ≥ 1000mm Toebehoren: beschermrooster tegen weer 845 x 850

Inbouw in≥ 1500mm, lichtschacht 6 Erdgleiche … über 300mm über Wetterschutzgitter Toebehoren: beschermrooster tegen regen 845 x 850 Mindestabstände für Servicezwecke: Wenn auf das Mindestmaßmet reduziert werden, Op de bis bouw: lichtschacht waterafvoer 7 Abstände muss man die Luftkanäle einkürzen. Dies hat eine erhebliche min. vrije doorsnede 0,6 m² Erhöhung des Schalldruckpegels zur Folge! 8

9

Luchttechnische scheiding: Diepte: ≥ 1000 Hoogte bij lichtschachtmontage: ≥ 1000 Hoogte bij montage boven maaiveld: ≥ 1500, 300 -boven PEP 027/20 beschermrooster tegen weer 4 Zust. Änderungs 3 Minimumafstand voor servicedoeleinden 819346_Aufstellungsplan_LW121,_LW90Sola Indien de afstanden tot het minimum worden beperkt, dient men de luchtkanalen in te korten. Dit heeft een aanzienlijke verhoging van het geluidsdrukniveau tot gevolg!

39

1

2

3

LW 121 F

4

5


V4

G 1

OKF

810

2

2665

5

KA

810

5

+20 0

2

FA

1

LR

≥700

≥700

4 4

BS

3

≥1000

≥2100

746


D

9

B2

FWS

1

+20 0

≥200

E

<750

≥150

1675

7

630

≥2300 2153

6

C

846 ≥3770

Toelichting: NL819346-4 Alle afmetingen in mm. Pos. Bezeichnung Pos. Bezeichnung Maß Pos. Benaming Afmet. 1 Zubehör: Wanddurchführung 800x800x420 Bei Fertigwandstärke 240 bis 320 370 Bij dikte afgewerkte wand 240 tot 320 370 B2 B2 2 Zubehör: Luftkanal 700x700x450 Bei Fertigwandstärke 320 bis 400 290 Bij dikte afgewerkte wand 320 tot 400 290 3 Zubehör: Luftkanal 700x700x1000 Pos. Benaming Legende: 819346 4 Zubehör: Luftkanalbogen 700x700x750 B Technische Änderungen vorbehalten. Versie 4 Toebehoren: wanddoorvoer 800 x 800 x 420 V4 1 Einbau über Erdgleiche Alle Maße in mm. 5 2 Toebehoren: luchtkanaal 700 x 700 x 450 Bovenkant afgewerkte vloer OKF Zubehör: Wetterschutzgitter 845x850 Afgewerkte Toebehoren: luchtkanaal 700 x 700 x 1000 FA 3 Einbau V4 Version 4buitengevel im Lichtschacht 6 4 Toebehoren: luchtkanaalbocht 700 x 700 x 750 OKF Oberkante Fertigfußboden Luchtrichting LR Zubehör: Regenschutzgitter 845x850 FA Fertigaussenfassade Bedieningszijde Inbouw boven het maaiveld BS 5 Bauseits: Lichtschacht mit Wasserablauf LR Luftrichtung 7 Toebehoren: beschermrooster tegen weer 845 x Dikte afgewerkte wand FWS 2 BS Bedienseite min. 850 freier Querschnitt 0,6m FWS Fertigwandstärke Mindestabstände für Servicezwecke: Condensafvoer KA 6 Inbouw in lichtschacht KA Kondensatablauf Wenn Abstände bis auf das Mindestmaß GG Detail Einbau im Lichtschacht Toebehoren: beschermrooster tegen regen 845 x Detail inbouw in lichtschacht werden, muss man die Luftkanäle 9 reduziert Kippmaß der Wärmepumpe (ohne Speicher) ≈ 1740mm 850 Achtung! Wird der Unterstellpufferspeicher durch einen Dieslichtschacht hat eine erhebliche Erhöhung Op de bouw: met waterafvoer 7 einkürzen. A Beistellpufferspeicher ersetzt, muss von allen Höhenkoordinaten des Schalldruckpegels zur Folge! min. vrije doorsnede 0,6 m² 630mm abgezogen werden! Diagonale afmeting van de warmtepomp (zonder 9 Minimumafstand voor servicedoeleinden Indien de afstanden tot het minimum worden buffervat) ≈ 1540 beperkt, dient men de luchtkanalen in te korten. Let op! Wanneer het onderbouwbuffervat wordt Dit heeft een aanzienlijke verhoging van het vervangen door een aanbouwbuffervat, moet van alle Zust. hoogtecoördinaten de waarde 630 worden 2 afgetrokken. 1 3geluidsdrukniveau tot gevolg!4


40

PEP 027

Änderun

819346_Aufstellungsplan_LW121,_LW90So Technische wijzigingen voorbehouden. 83054300cNL © ait-deutschland GmbH

LW 101 – LW 121 1

2

PEP 026-029/2009

ÄM 999/2010

2

a

Wijziging

-

1

Toestand

3

3

L2

-F12

L3

5

N

1L3

1L2 2

5

N

N

N N

Datum

14.04.2010 Bewerking Achim Pfleger

PE

PE

PE PE

8

9

L1

L1

MOT

9

11

13

14

-X4

15

15

16

1

16

Bl von Anz 1/1

Bladnr.

10 - 24 kW

TRL

12

ZIP

831171

14

GND

A1

ZIP

M M

MA1

MIS

13

GND

-X3

BUP

ZW2/SST

12

TB1

11

FP1 ZUP

M M

HUP

ZUP

MZ1

10

10

TB1

GND

-X2

EVU

ZW1

Warm kraanwater circulatiepomp/omschakelklep Contact voor energiebedrijf; bij vrijgave gesloten; brug indien geen spertijd Pomp mengcircuit 1 Circulatiepomp verwarmingscircuit Laad/Ontlaad/Koelmengklep 1 open Laad/Ontlaad/Koelmengklep 1 dicht Motorbeveiliging; intern bedraad Geen functie Toebehoren: afstandsregelaar Buitenvoeler Voeler mengcircuit 1 Sensor/thermostat warm kraanwater Externe retourvoeler Ventilator; intern bedraad Klemmenstrip op regelaarprintplaat (zie sticker) Klemmenstrip in schakelkast warmtepomp; N/PE-verdeling voor externe 230V apparaten Voeding compressor; 3x400V; rechts draaiveld is noodzakelijk! Voeding aanvullende verwarming; 3 x400V Voeding regeling 230V Hulpcirculatiepomp Circulatiepomp Stuursignaal van aanvullende warmteopwekker 1; intern bedraad Stuursignaal van aanvullende warmteopwekker 2 (alternatief centrale storing)

10X530-10X537;

8

RFV

RFV

-X0

HUP

BUP

7

PE

PEX

NL831171a Functie Regelaarprintplaat; Opgelet: I-max = 6A/230VAC Aansluitingen in schakelkast warmtepomp Onderverdeling huisinstallatie Warm kraanwater of buffer 3-pol. motorbeveiligingsschakelaar compressor; Opgelet: Rechts draaiveld is noodzakelijk! Vermogensbeveiligingsschakelaar aanvullende verwarming 1 Motorbeveiligingsschakelaar regelaar Vermogensbeveiligingsschakelaar aanvullende verwarming 2 Beveiliging elektr. verwarmingselement warm kraanwater of buffer

VBO

6

PE

7

ASD

A2

N

Lucht/water binnen 10 - 24kW

N

6

L1

-X10

PE

Legenda: Benaming A1 A2 A3 A4 ZW2 F10 F11 F12 F13 ZW2 K13 ZW2 Klemmen BUP EVU FP1 HUP MA1/MIS MZ1/MIS MOT PEX RFV EVU TA TB1 TBW TRL VBO X0-X4 X10 X10:L1,L2,L3,PE X10:1L1,1L2,1L3,1N,PE X10:L,N,PE ZUP ZIP ZW1 ZW2/SST

L

5

A2

A1

PE

Achim Pfleger

1N Naam

N

4

3

1L1

07.07.2010

4

Datum

GND

TA

TA

TBW

GND

TBW

A4

-F11

A3

5

L1

3~N/PE/400V/50Hz

41


PE

1~N/PE/230V/50Hz B10 A

ZW2

5

A1 A2

-K13

-F10

3~N/PE/400V/50Hz

Beveiliging a.u.b. opmaken uit technische specificaties

-F13

3~N/PE/400V/50Hz

Klemmenschema LWI 101-251 LUX2

Aansluitschema

GND

1

2

3

4

-F11

A3

L3

-F12

L2

5

L1

3~N/PE/400V/50Hz

1L2

1L3

2

1N

PE

PE

PE

PE

8

9

L1

MOT

11

12

A1

ZIP

ZIP

M M

MA1

MIS

13

PE

ZW2/SST

14

-X4

15

GND

-X3

BUP

MZ1

10

FP1 ZUP

M M

HUP

ZUP

GND

831154

TB1

-X2

EVU

ZW1

Warm kraanwater circulatiepomp/omschakelklep Contact voor energiebedrijf; bij vrijgave gesloten; brug indien geen spertijd Pomp mengcircuit 1 Circulatiepomp verwarmingscircuit Laad/Ontlaad/Koelmengklep 1 open Laad/Ontlaad/Koelmengklep 1 dicht Motorbeveiliging; intern bedraad Geen functie Toebehoren: afstandsregelaar Buitenvoeler Voeler mengcircuit 1 Sensor/thermostat warm kraanwater Externe retourvoeler Ventilator; intern bedraad Klemmenstrip op regelaarprintplaat (zie sticker) ing voor externe 230V apparaten Klemmenstrip in schakelkast warmtepomp; N/PE-verdel Voeding compressor; 3x400V; rechts draaiveld is noo dzakelijk! Voeding aanvullende verwarming; 3 x400V Voeding regeling 230V Hulpcirculatiepomp Circulatiepomp Stuursignaal van aanvullende warmteopwekker 1; inte rn bedraad Stuursignaal van aanvullende warmteopwekker 2 (alte rnatief centrale storing)

TB1

GND

-X0

L1

10X460 - 10X465; 10X470 - 10X473;

RFV

RFV

7

PE

NL831154 Functie Regelaarprintplaat; Opgelet: I-max = 6A/230VAC Aansluitingen in schakelkast warmtepomp Onderverdeling huisinstallatie Warm kraanwater of buffer 3-pol. motorbeveiligingsschakelaar compressor; Opge let: Rechts draaiveld is noodzakelijk! Vermogensbeveiligingsschakelaar aanvullende verwarm ing 1 Motorbeveiligingsschakelaar regelaar Vermogensbeveiligingsschakelaar aanvullende verwarm ing 2 Beveiliging elektr. verwarmingselement warm kraanwa ter of buffer

HUP

BUP

6

N

N

18.11.2008

VBO

A2

N

N

Lucht/water binnen

N

Legenda: Benaming A1 A2 A3 A4 ZW2 F10 F11 F12 F13 ZW2 K13 ZW2 Klemmen BUP EVU FP1 HUP MA1/MIS MZ1/MIS MOT PEX RFV TA TB1 TBW TRL VBO X0-X4 X7 X7:L1,L2,L3,PE X7:1L1,1L2,1L3,1N,PE X7:L,N,PE ZUP ZIP ZW1 ZW2/SST

N Datum

ASD

-X7

N

PE

EVU

Achim Pfleger

L1

5

A1

PE A2

L

4

3

20.03.2009

GND

TA

TA

TBW

GND

TBW

A4

ZW2

5

A1 A2

-K13

-F10

3~PE/400V/50Hz

1L1

B eveiliging a.u.b. opmaken uit technische s pecificaties

-F13

3~N/PE/400V/50Hz

Klemmenschema LWI 100-320 LUX2 -

PE

1~N/PE/230V/50Hz B10 A

Bladnr.

Bl von Anz

16

1/1

1


42

Aansluitschema LW 100H

GND

PEX

TRL

-X10

1

L1 L2 L3 N PE

2

3~N/PE/400V/50Hz

ÄM 012/2011

2

Legende: Bedrijfsmiddel 3~N/PE/400V/50Hz 3~N/PE/400V/50Hz E20 E22 ZW1 E23 F3 F4 G1 VENT M1 VD1 Q1 VD1 Q5 ZW1 Q11 S10 X10

ÄM 028/2010

LW 101-121 b

Wijziging

a

1

Toestand

1L1

1L2

1

2

3

4

5

6

5 3 1 sw br WH

sw br WH 6 4 2

-E22 ZW1

4

28.04.2011

4

Datum

5

Achim Pfleger

5

Naam

6

/2.8

-Q1

-M1

-Q11

Datum

1

2

3

4

R S

2

5

6

T

3

U V W

1

M

7

PE T1 T2 T3 PE 3

-M1 VD1


6

7

-Q1 /2.8

ϑ -S10

21

22

4

8

5

-E20

10X530 - 10X531;

8

9

9

10

10

11

11

-F4

-G1

12

N PE NC

2

PE

1

M

TK

Com

-F3

L1

1

12

3

4

-E23

2

13

1

13

3

bl

GND

3

/2.15

1N.

NL817335b Functie L1,L2,L3,PE; invoer vermogen compressor; rechtsomdraaiend veld verplicht vereist! 1L1,1L2,1L3,N,PE; invoer bijverwarming Carterverwarming compressor 1 Hulpverwarming Verwarming ventilator Motorbeveiliging ventilator Zekering ventilator 6,3A Ventilator Compressor 1 Beveiliging compressor 1 Beveiliging aanvullende verwarming Aanloopstroom begrenzing compressor 1 Thermostaat Carterverwarming compressor 1 Aansluitingenlijst in schakelkast warmtepomp

3

+10V

0-10V

-Q5

1L3

3~N/PE/400V/50Hz

1PE

14

817335

14

15

N Reg L Reg

E23

+10V 0-10V GND

15

/2.2

/2.2

/2.2

/2.2

/2.2

/2.2

Bladnr.

16

1

Bl von Anz 1/3

16

43


LW 101 – LW 121 Stroomschema 1/3

1

/1.15

/1.15

/1.15 /1.15 /1.15 /1.15

-K10

-X0

L Reg

E23

N Reg GND 0-10V +10V

-X10

L

L

9

-K3

11

1

12 14

-X10

-R50

3

2

3

-R51

4

5

6

8

9

11

3

NDP P

+

-F2

-

10

sw

ND. c4 b2

a1

-X10

sw

28

AV.

-K20

11

P

12

+

AEP

-

-B10

c4

a1

-X0

13

-X2

EVU

14

-X3

-STB

ϑ

ZW1

-Q5

1

3

5

21

15

6

4

2

A2

A1

ZW1

7

/1.7 /1.7 /1.7 /1.8

A2

A1

2 4 6

VENT

A1

-K3

12

VBO 14

VD1

VD1 A2

-Q1

bl 3

a1

b2 c4

-X1

sw 2

1 rt

1 3 5 21

MOT

EVU

817335

ASD

230VAC

P

+

HDP -

-F1

HD.

10X530 - 10X531;

L..

2

N PE

N PE

NL817335b Functie L,N,PE; invoer regeling Pressostaat voor ontdooien Contact voor energiebedrijf; bij vrijgave gesloten; brug indien geen spertijd Hogedrukpressostaat Lagedrukpressostaat Hulprelais ventilator aansturing Regelaarprintplaat; Opgelet: I-max = 6A/230VAC Ontdooiventiel Beveiliging compressor 1 Beveiliging aanvullende verwarming Spanningsdeler 3,24 kohm Spanningsdeler 7,50 kohm Veiligheidstemperatuurbegrenzer verwarmingsstaaf Aansluitingenlijst in schakelkast warmtepomp

1~N/PE/230V/50Hz Legende: Bedrijfsmiddel 1~N/PE/230V/50Hz B10 AEP EVU F1 HDP F2 NDP K3 K10 K20 Q1 VD1 Q5 ZW1 R50 R51 STB X10

LW 101-121

/1.3

/1.4

/1.4

Bladnr.

16

2


44

Stroomschema 2/3 LW 101 – LW 121

L..

L..

1

-K10

-X4

2

-X4

3

4

-X4

-R9 RFV ϑ

RFV

GND

Wijziging

ÄM 028/2010

ÄM 012/2011

LW 101-121 b a

1

Toestand

3

4

Datum

28.04.2011

5

5

Naam

-X4

TB1 ϑ

-R11

Achim Pfleger

-R8 TBW ϑ

TBW

TA ϑ

-R7

GND

NL817335b Functie Regelaarprintplaat; Opgelet: I-max = 6A/230VAC Indien ingebouwd: Warmtebron ingangssensor Indien ingebouwd: Warmtebron uitgangssensor Retourvoeler Aanvoervoeler Heetgasvoeler Buitenvoeler Tapwatervoeler Toebehoren: afstandsregelaar voor ruimte Codeer weerstand, 1470 Ohm Voeler mengcircuit 1

TA.

Legende: Bedrijfsmiddel A1 TWE R2 R3 TWA R4 TRL R5 TVL THG R6 R7 TA R8 TBW R9 RFV R10 CW R11 TB1

2

GND

6

Datum

TB1

05.03.2010

GND

Bewerking Achim Pfleger

6

7

7

-X5

-R2 TWE ϑ

TWE

8

GND

10X530 - 10X531;

8

9

-X5

-R3 TWA ϑ

9

10

10

-X5

-R4 TRL ϑ

11

11

12

-X5

-R5 TVL ϑ

12

13

13

-X5

-R6 THG ϑ

THG

14

GND

817335

14

15

-X5

-CW

-R10

15

CW.

Bladnr.

GND

16

3

Bl von Anz 3/3

16

45


LW 101 – LW 121 Stroomschema 3/3

TWA

GND

TRL

GND

GND

TVL

/2.16

-Q5

2

Legende: Bedrijfsmiddel 3~PE/400V/50Hz 3~N/PE/400V/50Hz E22 ZW1 E23 F3 G1 VENT M1 VD1 Q1 VD1 Q3 VENT Q5 ZW1 Q11 X10

1

-X10 1L2

1L3 1N.

1

2

3

4

5

6

5 3 1 sw br WH

sw br WH 6 4 2

-E22 ZW1

3

4

21.07.2014

5

Achim Pfleger

6

Datum

-X10

7

L1 L2 L3 N PE

3~PE/400V/50Hz

27.09.2010

10X586;

NL817362b Functie L1,L2,L3,PE; invoer vermogen compressor; rechtsomdraaiend veld verplicht vereist! 1L1,1L2,1L3,N,PE; invoer bijverwarming Hulpverwarming Verwarming ventilator Motorbeveiliging ventilator Ventilator Compressor Beveiliging compressor Beveiliging ventilator Beveiliging aanvullende verwarming Startstroom begrenzing compressor Aansluitingenlijst in schakelkast warmtepomp

3~N/PE/400V/50Hz

1L1

ÄM 019/2014

LW100H b

1PE

8

/2.4

-Q1

-Q11

-M1

1

2

3

4

9

5

6

L1 L2 L3

2

3

T1 T2 T3

1

M 3

PE T1 T2 T3 PE

-M1 VD1

10

11

/2.4

-Q3

-G1

3

5

12

1

6

3

4

2

2

1

3

M

PE

U1 V1 W1 PE

-M3 -G1 VENT

4

13

-F3

5

TK

TK

6

7

-E23

14

L Reg MOT R23 N Reg

817362

/2.2

/2.2

/2.2

/2.2

15

Bladnr.

16

1

Bl von Anz 1/3


46

Stroomschema 1/3 LW 100H

LW 100H Stroomschema 2/3

1

/1.14 /1.14 /1.14

/1.14

-K10

-X0

L Reg MOT R23

N Reg

-X10

L

L

2

N PE

N PE

-F1

P

3

A1

4

A1

rt 1

2 4

/1.9 /1.9 /1.9

1 3 5

-F2

P

+

NDP -

-F2

2 4 6

/1.12

/1.12

/1.12

c4

a1

sw 2

ND.

3

4

Datum

21.07.2014

5

sw 1

5

Naam

Achim Pfleger

-X10

6

-Y2 1

-K12

6

N 2

7

7

P

+

10X586;

-B11

-

EVI

-E6

230VAC

PE


Datum

Pressostaat voor ontdooien Pressostaat EVI Contact voor energiebedrijf; bij vrijgave gesloten; brug indien geen spertijd Hogedrukpressostaat Lagedrukpressostaat Hulprelais ontdooiing Regelaarprintplaat; Opgelet: I-max = 6A/230VAC Magneetventiel vloeibare inspuiting Magneetklep koudemiddelcircuit Ontdooiventiel Beveiliging compressor Beveiliging ventilator Beveiliging aanvullende verwarming Heetgasthermostaat vloeibare inspuiting Veiligheidstemperatuurbegrenzer verwarmingselement Aansluitingenlijst in schakelkast warmtepomp

3

1

-Q1 -Q3 VD1 A2 VENT A2

bl 3

a1

b2 c4

-X1

sw 2

+

HDP -

-F1

VBO

NL817362b 5 6 Functie L,N,PE; invoer regeling

1~N/PE/230V/50Hz

AEP HDP NDP

VD1 VENT ZW1

ÄM 019/2014

2

Legende: Bedrijfsmiddel 1~N/PE/230V/50Hz B10 B11 EVU F1 F2 K7 K10 K11 K12 K20 Q1 Q3 Q5 S12 STB X10

ÄM 012/2011

LW100H b

Wijziging

a

1

Toestand

VD1

8

-K7 11

2 c4 b2

a1

8

11

12 14

1

PE

9

-X10 -E2

ϑ -S12

9

2 2

3 1

10

-Y4 1

-K11

10

N 2

-K7

12 14

11

1

4

AV. 8

N

-K20

-X1

-X10

A1 A2

11

PE

11

12

-E1

P

+

-X10

AEP

-

-B10

12

2

c4

a1

L

1

13

13

-X0

PE

L..

14

-X2

EVU

L..

817362

14

15

-X3

-STB

1

3

5

21

/1.2

/1.3

/1.3

Bladnr.

6

4

2

A2

A1

ZW1

16

2

16

Bl von Anz 2/3

ZW1

-Q5

ϑ

15

47


HD.

L..

MOT

ASD

EVU

1

-K10

-X4

2

-X4

3

4

-X4

-R9 RFV ϑ

RFV

GND

5

-R8 TBW ϑ

GND

TA ϑ

-R7

TBW

NL817362b Functie Regelaarprintplaat; Opgelet: I-max = 6A/230VAC Indien ingebouwd: Warmtebron ingangssensor Indien ingebouwd: Warmtebron uitgangssensor Retourvoeler Aanvoervoeler Heetgasvoeler Buitenvoeler Tapwatervoeler Toebehoren: afstandsregelaar voor ruimte Codeer weerstand, 5110 Ohm Voeler mengcircuit 1

GND

Legende: Bedrijfsmiddel K10 TWE R2 R3 TWA TRL R4 R5 TVL R6 THG R7 TA R8 TBW R9 RFV R10 CW R11 TB1

TA.

LW100H

-X4

TB1 ϑ

-R11

6

7

-X5

-R2 TWE ϑ

10X586;

8

9

-X5

-R3 TWA ϑ

10

-X5

-R4 TRL ϑ

11

12

-X5

-R5 TVL ϑ

13

-X5

-R6 THG ϑ

THG

14

GND

817362

15

-X5

-CW

-R10

Bladnr.

GND

CW.

16

3

Bl von Anz 3/3


48

Stroomschema 3/3 LW 100H

TB1 GND

TWE

GND

TWA

GND

TRL

GND

TVL

GND


49

EG-conformiteitsverklaring volgens de Machinerichtlijn 2006/42/EG, bijlage II A De ondergetekende bevestigd dat de als volgt aangeduide toestellen in de door ons in omloop gebrachte uitvoering, aan de eisen van de geharmoniseerde EG-richtlijnen, de EG-veiligheidsstandaards en de productspecifieke EG-standaards voldoet. Bij wijzigingen aan een of meerdere toestellen vervalt de geldigheid van deze verklaring.

AANDUIDING VAN DE WARMTEPOMP/DE TOESTELLEN Warmtepomp Apparaattype LW LW LW LW LW LW LW LW LW LW LW LW

71A 81A 101A 121A 140A 180A 251A * 310A * 100H-A 180H-A 100H 180H

Bestelnummer 100 540 100 541 100 542 100 543 100 544 100 545 100 546 100 547 100 587 100 589 100 586 100 588

Apparaattype LW LW LW LW LW LW LW LW LW LW LW LW

Bestelnummer

101 121 140 140L 180 180L 251 * 251L * 310 * 310L * 380/1 * 380L/1 *

EG-RICHTLIJNEN

GEHARMONISEERDE EN

2006/42/EG 2006/95/EG 2004/108/EG *97/23/EG 2011/65/EG

EN EN EN EN

378 60529 ISO 12100-1/2 ISO 13857

100 530 100 531 100 532 100 533 100 534 100 535 100 536 100 537 100 538 100 539 100 474 100 475

EN EN EN EN

349 60335-1/-2-40 55014-1/-2 61000-3-2/-3-3

* BOUWGROEP DRUKAPPARATUUR Categorie II Module A1 Benoemde instantie: "TÜV-SÜD Industrie Service GmbH (Nr.:0036)" Bedrijf: ait-deutschland GmbH Industrie Str. 3 93359 Kasendorf Germany

Plaats, datum:

Kasendorf, 27.11.2013

Ondertekening Jesper Stannow Hoofd Ontwikkeling Verwarming

50



51

DE

ait-deutschland GmbH Industriestrasse 3 D-95359 Kasendorf

E-mail: [email protected] www.alpha-innotec.com

LUCHT-WATER WARMTEPOMPEN

Recommend Documents