Pesten, dat kan niet! Lagere school De Robbert Kloosterstraat 6 3930 Hamont-Achel 011/44.55.61
[email protected] www.derobbert.be
LS De Robbert – Hamont-Achel
1
Voorwoord Pesten is iets van alle tijden en komt voor in alle bevolkingsgroepen. Ook in onze school worden kinderen wel eens gepest. Wij, leerkrachten/opvoeders, worden daarmee geconfronteerd. Het is niet altijd evident om hiermee om te gaan. Het roept heel wat vragen op bij ouders, leerkrachten en leerlingen. Hoe kunnen we het best reageren? Kunnen we dit voorkomen? Wie is hier het slachtoffer en hoe kunnen we helpen? Hoe informeer je de ouders van de betrokken leerlingen? Enz. … Ons team was daarom ook voortdurend zoekende naar juiste antwoorden. We beseften natuurlijk dat er niet één juist antwoord is, maar dat elke situatie anders is. Eind jaren negentig werd ‘zorgverbreding’ ingevoerd in onze lagere school. Extra uren ter ondersteuning van de leerkrachten en leerlingen. De noden werden onder ogen gezien. Later evolueerde dit naar ‘ Gelijke OnderwijsKansen’ en de komst van een zorgcoördinator in de Vlaamse scholen. Met de komst van onze zorgcoördinator en GOK-coördinator op school, kreeg het team een extra steun in de rug. De komst van ‘externen’ die het team kunnen bijstaan, zowel op logistiek vlak als in de praktijk, zorgde ervoor dat er ruimte gecreëerd kon worden voor het opstellen van concrete plannen, maar ook voor concrete hulp. De leerkracht stond er niet meer alleen voor. De GOK-coördinator werd vooral ingeschakeld om de plannen (m.b.t. de 6 pijlers), in samenspraak met het team, uit te werken. Daarin werden o.a. ook de pijlers socioemotionele vaardigheden en diversiteit opgenomen. Dit resulteerde al in een aantal voorzichtige stappen naar planmatige pest-preventie, waarbij onze zorgcoördinator een belangrijke ondersteunende rol speelde bij de uitvoering ervan.
LS De Robbert – Hamont-Achel
2
In het schooljaar 2008-2009 woonden we met de zorgcel van onze school een nascholing bij in het kader van ‘welbevinden op school’. Tijdens deze studiedagen kwamen we tot de vaststelling dat we ons voornamelijk hadden gefocusd op de interventie en minder op de preventie van pesten. We hebben intussen onze aandacht verschoven naar algemene preventie, meer specifiek de leefklimaatbevordering. De leerlingen elke dag verwelkomen in een aangename school, waar ze zich goed voelen en zichzelf mogen zijn: daar ligt de basis van onze preventie! We waren er in het verleden uiteraard ook mee bezig als leerkracht, maar minder bewust dat we daar samen met de leerlingen en de ouders aan moeten werken. Wij geloven in : Samen school maken!
LS De Robbert – Hamont-Achel
3
Inhoudstabel Voorwoord … p.1 Inhoudstabel … p.2 1. Leefklimaatbevordering en algemene preventie … p.3 1.1.
Schoolklimaat … p.3
1.2.
Communicatie … p.9
1.3.
Belonen en aanmoedigen … p.10
1.4.
Positief omgaan met ruzie … p.11
1.5.
Werken aan sociale vaardigheden … p.11
1.6.
Talenten van kinderen in de verf zetten … p.13
2. Specifieke preventie … p.15 2.1.
Thema ‘pesten’ als kringgesprek … p.15
2.2.
Vlaamse week tegen pesten … p.17
2.3.
project ‘veilig internetten’: de sinistere site (Suske en Wiske) … p.18
3. Interventie … p. 20 3.1.
Gesprekken met klasleerkracht of zorgjuf … p.20
3.2.
Kringgesprek met klasleerkracht … p.20
3.3.
Gedragskaart voor ontolereerbaar gedrag … p.20
3.4.
Implementatie No-Blame … p.20
3.5.
Inlichten ouders … p.21
4. Getuigenis van de zorgjuf … p.23 5. Slotwoord door de directie … p.25 6. Redactie … p.27 7. Bijlagen … p.28
LS De Robbert – Hamont-Achel
4
1. Leefklimaatbevordering en algemene preventie 1.1. Schoolklimaat: ·
WOS De bijscholing i.v.m. ‘Welbevinden op school’ werd uiteraard ook met het team besproken. Hier ligt dan ook de basis van ons pest-preventieplan. De preventiepiramide werd geschetst. Dagelijkse ervaringen van de leerkrachten werden geplaatst en besproken. Geen evidentie, daar was het team zich ook van bewust. Het geheel werd dusdanig gekaderd voor het hele team.
·
Kennismakingsavond voor de leerlingen op het einde van de zomervakantie. Op de laatste vrijdag van augustus worden alle kinderen en hun ouders uitgenodigd op school om kennis te maken met hun nieuwe klasleerkracht, klasgenootjes en de klas. Kwestie van een veilig en vertrouwd gevoel te bieden bij de start van het schooljaar.
LS De Robbert – Hamont-Achel
5
·
Info-avond voor de ouders in het begin van het schooljaar. In de tweede of derde week van september worden de ouders nogmaals uitgenodigd op school. Ditmaal om de werking van de school en de klas te duiden, een mogelijkheid te bieden tot vragen stellen en eventuele praktische of structurele veranderingen te verduidelijken / uit te leggen.
·
Duidelijke reglementen : eetzaal, speelplaats, rijen, fietsenstalling,… De eerste dagen worden met de kinderen een aantal afspraken overlopen of herhaald i.v.m. de eetzaal (zie eetzaalreglement), speelplaats (zie speelplaatsreglement), rijen, fietsenstallingen, poorten (vlaggetjes > zie afspraken verkeerswerkgroep), …
·
Klasafspraken. In de klas worden er afspraken op papier gezet waar iedereen zich goed bij voelt. Zowel de leerkracht als de kinderen krijgen hier inspraak. Deze afspraken krijgen een duidelijk plaatsje in de klas.
·
Leerlingenraad. Elk jaar worden er verkiezingen gehouden in september. De leerlingen worden ingelicht over de werking en het opzet van een leerlingenraad en mogen zich kandidaat stellen. Daarna voeren zij campagne in hun eigen klas om klasvertegenwoordiger te worden. Enkel leerlingen van het 5e en 6e leerjaar zetelen in de leerlingenraad. In het verleden is gebleken dat leerlingen die jonger zijn, nog niet over de nodige maturiteit beschikken. Maar in elke klas staat een ideeënbus die het toelaat aan alle kinderen om hun idee te delen en mee te denken i.f.v. de school.
·
Pedagogisch project rond ‘hoofd – hart – handen’ (zie schoolbrochure)
LS De Robbert – Hamont-Achel
6
·
Verjaardagskalender Bij de start van een nieuw schooljaar wordt aan alle leerlingen, leerkrachten, poetspersoneel, secretaresses, … gevraagd om hun naam op een kaartje te schrijven. Als er dan iemand jarig is op school, krijgt die jarige een verjaardagskaart waarop iedereen zijn/haar naam staat. Iedereen feliciteert op deze manier de jarige. Er worden ook borden in de onderbouw en bovenbouw versierd met de jarigen van de maand. Zo kan ook elke bezoeker zien wie er die maand jarig is.
·
Speelplaats aangenamer maken voor de kinderen. Hier wordt aan gewerkt in het MOS-project. De speelplaats krijgt elk jaar een groener kader dat zowel tijdens het spelen als tijdens de lessen een rol kan spelen. Een vlechtwand van snoeisel en hutten van wilgentenen zijn hiervan een voorbeeld. Dit allemaal in het kader van het MOS-project (Milieu-educatie Op School). Uiteraard worden ook speeltuigen en spelmateriaal niet uit het oog verloren. Soms krijgt de leerlingenraad ook inspraak bij het aankopen van dit materiaal.
LS De Robbert – Hamont-Achel
7
·
Jaarlijkse Afrika-markt van en door kinderen. Elk jaar wordt de vastenperiode op school afgesloten met een Afrika-markt. De leerlingen verkopen aan én kopen van elkaar. Ook de ouders en sympathisanten worden uitgenodigd op deze gezellige markt. De opbrengst gaat integraal naar het Rwandees charity-project, dat tijdens de vasten uitgebreid wordt toegelicht in alle klassen door de directeur. Op deze manier komt hij ook nauw in contact met alle kinderen van onze (grote) school. Zo verkleint hij de afstand tussen hem en zijn leerlingen en wordt het spontane contact gemoedelijker.
·
Projectweken. Ieder jaar wordt er intensief gewerkt rond de voorleesweek, de boekenweek, de verkeersweek, het muzisch project (dit jaar zal het thema ‘afval’ zijn, zie MOS-project), … Tijdens deze weken wordt er klasdoorbrekend gewerkt. De basis wordt telkens uitgewerkt door een werkgroep van leerkrachten, eventueel bijgestaan door externen (zoals bv. de bibliotheek, de compostmeester, andere scholen, de politie, …)
·
Schoolfeest. Jaarlijks wordt er nagedacht over een manier om onze leerlingen, met hun ouders, in en rond onze school samen te brengen op een ontspannen wijze. Dit kadert dan in een thema: bv. circus op de speelplaats, rollende Robbert, dansende Robbert, spelende Robbert, Hobby-Robbert, …
LS De Robbert – Hamont-Achel
8
·
Rouwhoekje n.a.v. een overlijden van iemand van de school. In geval van een sterfgeval dat de hele school treft, wordt er een rouwhoekje voorzien in het lokaal van de zorgcoördinator. Zij vangt op indien leerlingen of leerkrachten nood hebben aan een babbel, een luisterend oor, … Als het sterfgeval wat specifieker is, zoals bv. een opa van een leerling, dan vangt de leerkracht dit in de eigen klas op (eventueel i.s.m. de zorgcoördinator). Beiden zijn uiteraard vrijblijvend en ontstaan pas als er nood aan is.
·
Individuele begeleiding anderstalige leerlingen. Van zodra er een minimum aan anderstalige leerlingen zich aanmeldt op onze school, start men de procedure tot aanvraag om extra uren. Maar ongeacht of we de extra lesuren toegekend krijgen, worden deze anderstaligen individueel begeleid, zowel in de klas als buiten de klas. Kwestie van deze kinderen op hun gemak te stellen en een veilig gevoel te geven. En uiteraard om de basis van het Nederlands onder de knie te krijgen.
·
De zorgjuf (zorgcoördinator) Elke leerling/leerkracht/ouder op onze school wordt bij het begin van het schooljaar voorgesteld aan onze zorgjuf. Zij is er voor alle partijen. Ze biedt een luisterend oor, gaat in gesprek, zoekt samen naar oplossingen, enz. Dit allemaal ter bevordering van het welbevinden van alle betrokkenen in onze school.
·
Inrichten van een huiselijke ruimte op school. In het verleden was het een kwestie van plaatsgebrek, maar er was altijd al de intentie om een ruimte te voorzien waar een klas of enkele leerlingen zich konden terugtrekken om in een huiselijke setting één en ander te bespreken of les te geven. Nu we over de ruimte beschikken zijn wij aan het brainstormen over hoe deze ruimte eruit moet zien. Tijdens bepaalde religieuze feestdagen of weken van het kerkelijk jaar zal de werkgroep pastoraal deze ruimte voorzien van het nodige. Op deze manier
LS De Robbert – Hamont-Achel
9
kunnen de klassen gebruik maken van deze ruimte om hun lessen godsdienst te kaderen. Uiteraard zal dit lokaal ook ruimte bieden om op een gezellige ongedwongen manier samen te zijn, hetzij met de hele klas, hetzij met een leerling individueel. Wij denken dat zulk een initiatief ook bij zal dragen tot het welbevinden van onze leerlingen. In samenspraak met de leerlingen zal er ook een gepaste naam bedacht worden voor dit lokaal.
1.2. Communicatie: ·
Open communicatie via de agenda is een werkpunt. Tijdens personeelsvergaderingen wordt er dit jaar aandacht aan besteed. We zijn er ons van bewust dat de agenda het eerste sleutelelement is in een goede communicatie met de ouders.
·
Aandacht besteden aan ‘actief luisteren’. Dit wordt tijdens een pedagogische studiedag in de verf gezet. Dit is een vaardigheid die bij leerkrachten van uiterst belang is, maar niet altijd als vanzelfsprekend kan/mag beschouwd worden.
·
Website: foto’s, info voor ouders, blog. Om de ouders zo goed mogelijk op de hoogte te houden over het reilen en zeilen van de school, beschikt de school over een eigen website. www.derobbert.be Hierop kan je tal van schoolgerelateerde zaken terugvinden zoals bv. het schoolreglement, algemene informatie, foto’s van activiteiten, links naar oefenblaadjes per leerjaar, … Uiteraard ook een link m.b.t. onze aanpak en informatie i.v.m. pesten. (Na de ouderavond van 9 december 2009 zal dit nog bijgewerkt worden.) Op de home-page van onze website ook een link naar de blog van de school. Hierop laten de leerlingen berichtjes achter over hun visie op school, actualiteit, mopjes, mededelingen, … LS De Robbert – Hamont-Achel
10
·
Zorgbus Mogelijkheid om je ervaringen te delen met de zorgjuf. Deze brievenbussen vind je terug in de onder- én in de bovenbouw van de school. Naar aanleiding van bepaalde briefjes kan het zijn dat de zorgjuf betrokken kinderen extra begeleidt, observeert, uitnodigt voor een babbel, …
1.3. Belonen en aanmoedigen: ·
Met de school deelnemen aan wedstrijden. Zowel op sportief als creatief vlak staan de leerlingen en leerkrachten hun mannetje. > sportief: Zoals de trefbaltornooien, dat een initiatief is van de scholengemeenschap. Deze tornooien vinden plaats tijdens de lessen. Maar ook buitenschools tracht men de kinderen te motiveren met uiteenlopende sportieve wedstrijden: cross der jongeren, voetbaltornooi, groene halve marathon, … > creatief: Droom je school, ontwerp je eigen speelplaats, …
LS De Robbert – Hamont-Achel
11
·
Beloningssysteem rond verkeer. Onze school is een fusieschool en situeert zich in de stadskern. Vele ouders en leerkrachten maakten zich in de fusieperiode zorgen over de verkeersveiligheid. De werkgroep werkte een bijzonder effectief plan uit om het fietsend of te voet naar school komen te promoten, alsook het gebruik van fietshelmen en fluovestjes. De leerlingen kunnen nu punten verdienen als ze bovenstaande initiatieven navolgen.
·
Informele contacten met kinderen en ouders. Rechtstreeks op school of telefonisch bemoedigende gesprekken voeren met de leerkracht. Onrechtstreeks via de agenda, heen-en-weer-schriftje, een briefje, …
1.4. Positief omgaan met ruzie: ·
Klasgesprekken. Regelmatig zijn er klasgesprekken, al dan niet in een gecreëerd hoekje in de klas. In geval van discussies of ruzies, maar ook bij de start van de schooldag of …
·
Gebruik van de gevoelsmeter. In bepaalde klassen wordt er gebruik gemaakt van een gevoelsmeter. Hiermee kan de leerling/leerkracht aangeven hoe hij/zij zich voelt. Deze meters kunnen eender welke vorm aannemen.
1.5. Werken aan sociale vaardigheden: ·
Werken met de methode ‘kinderen en hun sociale talenten’. Sinds een aantal jaren gebruiken wij deze methode om een horizontale en verticale lijn te hebben binnen onze school betreffende sociale vaardigheden.
LS De Robbert – Hamont-Achel
12
Er worden 8 thema’s aangehaald, nl. Ø T1: ervaringen delen Ø T2: aardig doen Ø T3: samen spelen en werken Ø T4: een taak uitvoeren Ø T5: jezelf presenteren Ø T6: een keuze maken Ø T7: opkomen voor jezelf Ø T8: omgaan met ruzie Per thema krijgen de leerkrachten lesonderwerpen/lesfiches (specifiek per leerjaar) aangereikt die ze naar eigen aanvoelen met de groep, invullen/uitvoeren. Het staat elke leerkracht vrij om aanvullingen te doen. Het doel is niet zozeer dat er een lesje gegeven wordt, maar dat het thema ten alle tijden bespreekbaar en herkenbaar is. Met andere woorden: dat het leeft binnen de school. ·
Screenen van welbevinden a.d.h.v. EGGO+. EGGO+ is een instrument dat ons toelaat om onze kinderen te observeren i.v.m. de werkhouding en sociaal-emotioneel gedrag van de leerling. We observeren de leerling a.d.h.v. de bijgevoegde observatielijst. Elk afzonderlijk punt wordt begeleid met een uitgeschreven werkwijze om dat te beoordelen. Tweemaal per jaar, nl. in oktober en april, worden deze lijsten gemaakt door alle klasleerkrachten. Daarna worden deze samen met de cognitieve balans per leerling besproken met de zorgleerkracht(en).
·
Sociale vaardigheden trainen in kleine groepjes bij de zorgjuf. Als er nood aan is, bestaat er de mogelijkheid voor leerlingen om zich te sterken in hun sociale vaardigheden. Aan de hand van groepsgesprekken, individuele gesprekken, stellingenspel, gezelschapspelen, … wordt er besproken hoe men die ervaart, welke reacties dat uitlokt, hoe je je kan inleven in de ander, wat men kan vermijden, enz.
LS De Robbert – Hamont-Achel
13
Deze werkgroepjes worden ingericht zowel op vraag van de leerkracht als op vraag van de ouders. Alle betrokken partijen rond het kind worden op de hoogte gebracht van eventuele problemen en ingelicht over de eventuele aanpak. Deze werkgroepjes zijn uiteraard van vrijblijvende aard. ·
MEGA in het zesde leerjaar MEGA staat voor Mijn Eigen Goede Antwoord. De leerlingen leren hier omgaan met groepsdruk, assertief zijn, complimentjes geven aan elkaar, … Dit zijn lessen ter voorbereiding van het secundair onderwijs. Als puber gaan ze bijvoorbeeld in de toekomst moeten beslissen of ze die aangeboden sigaret of dat alcoholisch drankje gaan aannemen. Tijdens deze lessen vernemen ze hoe ze kunnen weigeren, zonder gezichtsverlies te lijden. Deze lessen worden gegeven i.s.m. de lokale politie, o.a. om de kloof tussen de politie en de jongeren te verkleinen.
1.6. Talenten van kinderen in de verf zetten: ·
Knutselwerkjes tentoonstellen. In de klassen, de gangen, op de speelplaats, maar ook tijdens specifieke tentoonstellingen worden werkjes van alle leerlingen al dan niet tijdelijk tentoon gesteld. Op deze en andere momenten (bv. oudercontact, schoolfeest) kunnen deze werken bewonderd worden door ouders en sympathisanten.
LS De Robbert – Hamont-Achel
14
·
Optredens tijdens vrij podium (schoolfeest ), toneelopvoeringen, … Gedurende het schooljaar zijn er kansen om ook andere talenten dan beeldend werk te laten zien. In de klas, in samenwerking met de kleuterschool (bv. opvoeren van poppenkast), tijdens schoolfeesten of tijdens themaweken krijgen de leerlingen - die daar voor open staan - de kans zich in de kijker te zetten met hun specifieke talent. Dat kan sportief zijn of creatief of muzikaal of ….
·
BLOG De schoolblog wordt ook ingeschakeld om aan de buitenwereld kenbaar te maken wat onze kinderen bereikt hebben in wedstrijden of competities. Zowel binnen als buiten schoolverband. Deze blog wordt gedragen door de leerlingen zelf. En uiteraard wordt deze blog ook gebruikt om andere mededelingen, nieuwtjes, mopjes, foto’s, … te posten.
LS De Robbert – Hamont-Achel
15
2. Specifieke preventie 2.1. Thema ‘pesten’ als kringgesprek Alle leerkrachten maken pesten bespreekbaar in het begin van het schooljaar. We bieden het volgende aan vanuit de zorgcel: Pesten : we doen er iets aan! Eerste en tweede graad Boek voorlezen en bespreken. Hiervoor mag je zelf een boek kiezen. Dit kan een boek zijn dat je vaker gebruikt in thema’s, of je kiest een boek uit de lijst. Aanvullend kan een video bekeken en besproken worden vb. Platvoet Werken aan verbondenheid in de klas, vb: -leerling van de week/ dag : zie Kopies -zonnebloemverhaal : zie Kopies -geheime verwenvriendje : Je geeft aan elk kind een briefje met de naam van een ander kind (lukraak gekozen of bewust). Dit geheime vriendje moet de hele week extra verwend worden. De verwenner moet subtiel tewerk gaan, zodat het niet direct duidelijk is wie hij is. Op het einde van de week volgt een bespreking waarin ook de verwenners bekend gemaakt worden. -gevoelsthermometer maken en op regelmatige tijdstippen gebruiken en bespreken. -visje in het water : Diepe schaal (doet dienst als viskom) in de klas. Elk kind knutselt een visje met zijn naam erop. Op vaste momenten (vb. ’s morgens en ’s middags) gaat iedereen zijn visje in, op de rand of naast de kom leggen, afhankelijk van hoe hij zich voelt. Dit wordt geregeld besproken in de klas. Als je vaststelt dat een visje vaak naast de kom ligt, bespreek je dit met het kind individueel. -enz. Je kan met de hele klas ook afspraken rond omgaan met elkaar maken. Deze kunnen getekend of geschreven worden op een groot blad,… Pesten : we doen er iets aan! Derde graad Uitgewerkte lessenreeks van KJT : verschillende teksten over pesten worden gelezen en besproken. Andere mogelijkheden (bij Ilse) -Lessen uit ‘Pesten, een preventiepakket voor het onderwijs’ -Sterke getuigenissen van pesters en slachtoffers bespreken : ‘Pesten, gedaan ermee’ -‘Pesten’: een uitgewerkte lessenreeks (met sterke getuigenissen, gedichten,…) voor kinderen van 9 tot 14 jaar, met rollenspelen en een computerspel. -‘Pesten op school, een actieprogramma’: lessen en video. Aanvullend kan er met de klas een film bekeken worden rond dit thema, vb. ‘Ciske de rat’, met achteraf een bespreking. Bij Ilse (zorgjuf) vind je een boekenlijst met boeken over pesten. Het zou ook fijn zijn om de kinderen thuis een boek te laten lezen en er een bespreking van te laten maken.
LS De Robbert – Hamont-Achel
16
Opstellen van klasregels: naar eigen aanvoelen worden afspraken met de leerlingen gemaakt. Het afsprakenblad (bij Ilse) kan gebruikt worden om de gemaakte afspraken te noteren. Je kan natuurlijk ook op een andere manier werken. Enkele suggesties voor de klasafspraken: -Iemand niet op het uiterlijk beoordelen of aanspreken. -Niemand uitsluiten. -Van elkaars gerief afblijven. -Elkaar niet uitlachen. -Elkaar enkel bij de voornaam noemen (geen bijnamen). -Niet roddelen over elkaar. -Elkaar niet moedwillig kwetsen, niet met woorden en niet met daden. -Bij een ruzie geen partij kiezen, elkeen heeft zijn waarheid. -Niet meepesten maar zeggen dat je het niet goed vindt. -Zeggen tegen de leerkracht dat er gepest wordt, dit is niet klikken. -Niet bij elke ruzie naar de leerkracht gaan. Zelf een oplossing zoeken. Indien dit niet redelijk is naar de leerkracht gaan. -Luisteren naar elkaar, wat er gezegd wordt en wat er bedoeld wordt. -Nieuwkomers in de klas goed ontvangen. -Deze regels gelden zowel in als buiten de school. Mogelijk door de leerlingen voorgestelde straffen: -Na een overtreding volgt een gesprek met de leerkracht. -Overtreder moet het afsprakenblad overschrijven. -Opstel schrijven met een oplossing voor het slechte gedrag. -Boek over pesten lezen en een korte inhoud afgeven. -Wat beschadigd werd moet worden hersteld. -Nuttig of onaangenaam werk voor de school doen. -Verwijdering uit de klas met een extra opdracht.
Als verwerking kan je ook een affiche maken met stellingen rond ‘pesten’.
Bij de uitwerking van het pestbeleid hebben we deze actie kritisch geëvalueerd. We zijn tot het besluit gekomen om dit te verschuiven naar interventie (zie later) en naar de Vlaamse week tegen pesten.
LS De Robbert – Hamont-Achel
17
2.2. Vlaamse week tegen pesten In 2009 namen we voor de eerste keer deel aan de themaweek ‘Vlaamse week tegen pesten’. Vlaamse week tegen pesten: Wij kiezen kleur tegen pesten. MAANDAG 16 FEBRUARI 2009 Opening: toneelstukje (Assepester?) Ø Ø Ø Ø
vanaf ca. 9:00 uur achtereenvolgens 1e graad, 2e graad en 3e graad in de eetzaal slogan wordt ook verduidelijkt: wij kiezen kleur tegen pesten iedere klas krijgt een poster en materiaal om een slinger te maken (samen verbonden tegen pesten)
DEZE WEEK (vrij te kiezen wanneer) Ø
1. 2. 3. 4. Ø
Ø
Samen in de klas de slinger maken. Op elk gekleurd strookje van de slinger staat een zin die de lln. moeten aanvullen. De lln. van de eerste graad krijgen deze invulzin al voorgedrukt. De andere kinderen moeten de volledige zin noteren. Dit zijn de zinnen: Pesten kan niet want daardoor voel je je… Pesten doen we niet want…is veel leuker. Dit wil ik zeggen tegen kinderen die pesten:”…” Zo kan ik kinderen, die gepest worden, helpen:… Deze slinger moet verbonden worden met de slinger van een volgende klas. Zo moet het één lange slinger worden voor de onderbouw en één voor de bovenbouw. (Ja, er komt wel even wat stunt- en vliegwerk aan te pas.) Dit symboliseert de verbondenheid in de strijd tegen pesten. (Wij kiezen kleur tegen pesten)
Voor elke klas is er een banner ‘kies kleur tegen pesten’.
Ø
Verschil tussen plagen en pesten? Wie doet mee en wat gebeurt er? Dit wordt voor de lkr. en lln. duidelijk op papier gezet. .(zie voerbakjes) Hier kan je een kringgesprek rond opbouwen. Er kan een stellingenspel aan gekoppeld worden. Na deze les vullen alle kinderen een bevraging rond pesten in.
Ø
Samen met de lln. wordt er in elke klas een aantal afspraken op papier gezet.(vb in voerbakje) Afspraken waar iedereen het mee eens is en er zich wil voor inzetten. Laat deze afspraken uit de groep komen. Om dit kracht bij te zetten wordt dit door de lln. en lkr. ondertekend. Dit blad wordt op de deur van de klas samen met de poster gehangen. Bespreek ook met de leerlingen welke maatregelen er genomen worden als er nog gepest wordt.
Ø
Als je nog meer ideeën wil, kijk dan maar eens op de volgende websites: · www.vredeseducatie.be www.digilife.be/springplank/pesten/pesten.htm · · www.jeugdenvrede.be Hier vind je o.a. informatie over de ‘vippie-pas’. · www.sintamandusmeulebeke.be/pesten.htm Hier kan je ook online een pestspel spelen. www.klasse.be/eerstelijn · · www.pesten.be www.pestweb.nl ·
Of kijk in de studio op de tafel tegen de muur. Daar liggen een aantal boeken, boekenlijsten, spelletjes,…die je kan gebruiken. Op de eerste computer in de studio staat een ‘pestspel’. Je kan het daar even bekijken of het iets voor jouw klas is.
LS De Robbert – Hamont-Achel
18
DONDERDAG 19 FEBRUARI 2009 Ilse en Mieke komen rond en komen een stempel van de school zetten om de afspraken op de deur van de klas te bekrachtigen. We komen even binnen om de lln. een pluim te geven voor hun engagement. Zowel in de onderbouw als in de bovenbouw wordt een brievenbus geplaatst waarin leerlingen hun ‘zorg’ kwijt kunnen. Ilse zorgt voor de verwerking van de post. De werking van deze bus wordt dan in iedere klas kort uitgelegd. Ideeën voor de benaming van de bus zijn steeds welkom! Zo is de (korte) week afgerond. VRIJDAG 20 FEBRUARI 2009 Lln. van het 1e en het 2e leerjaar gaan in de voormiddag naar de Posthoorn, de anderen gaan in de namiddag. In de Robporter brengen we verslag uit over de gebeurtenissen van deze week. We vragen ook bijdragen van de kinderen: een verslagje, een tekening, een gedicht,… Steeds welkom bij Mieke!
Ook deze actie werd geëvalueerd en daarbij plaatste het team enkele kanttekeningen: -
Het kan niet zo zijn dat je enkel tijdens een welbepaalde week focust op pesterijen.
-
‘Door de nadruk te leggen op het probleem, begint het zich net te stellen.’ Het is net dan dat kinderen, door de bewustmaking, ineens wel komen melden dat er pesterijen plaatsvinden. Dit lijkt dan op een plotse toename. Feit is dat er nu ruimte voor gesprek wordt gecreëerd en daardoor de tongen los komen. Wij zijn er echter van overtuigd dat dit geen echt bewijs is van een toename.
Vanuit veelal positieve reacties hebben we wel besloten om ook in 2010 weer deel te nemen, vorige opmerkingen indachtig.
2.3. Project ‘veilig internetten’ (ICT-werkgroep Noord-Limburg – Toon Donné) Als school dient men te werken aan de eindtermen. Voor ICT zijn er dat 8 (tenminste voor de lagere school). Één van die eindtermen is “De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier”. Daar er voor leerlingen van de basisschool nog maar weinig op de markt was, hebben we met een aantal ICT-coördinatoren besloten om zelf iets te maken. We hadden in een ver verleden een strip gekregen van de toenmalige minister van
LS De Robbert – Hamont-Achel
19
informatisering Peter Vanvelthoven, en die strip handelde over veilig ICT-gebruik. We hebben die strip ingescand, we hebben de teksten ingesproken, en we hebben er een filmpje van gemaakt. Ons werkje wordt momenteel gratis aangeboden aan alle Vlaamse scholen. Je kan het gratis downloaden via www.ictnoordlimburg.be of via een link op Klascement. Om te zien of ons werk door derden werd goed bevonden, hebben we meegedaan met een wedstrijd die georganiseerd werd door Klascement en Thinkquest (een organisatie die zich bezighoudt met veilig internet voor kinderen). Het feit dat van de 34 geselecteerde projecten ons werk als derde uit de bus kwam, was voor ons een grote opsteker. We mochten in Brussel onze prijs (een smartboard en een LCDcomputerscherm) gaan afhalen. Onrechtstreeks heeft ons project ook te maken met het cyberpesten. Na het bekijken van het filmpje start een lessenreeks over veilig internetten. Één van de aspecten van veilig internetten is het goede paswoordenbeheer. In het verleden heb ik het zelf al meerdere keren meegemaakt dat kinderen te nonchalant zijn in hun paswoordengebruik. Ze gebruiken te simpele paswoorden of durven het zelfs door te geven aan de vriendjes. Als er dan op een later tijdstip ruzie ontstaat kunnen deze paswoorden misbruikt worden en ontstaat (een vorm van) cyberpesten. In het verleden heb ik dat zelf ervaren met kinderen van onze school. Een kind kreeg een lading scheldwoorden over zich heen via mail. De afzender stond natuurlijk in de mail, dus de dader was vlug gevonden… dachten we. Bleek achteraf dat de dader helemaal niets met deze mail te maken had, maar dat een derde persoon het paswoord misbruikt had. Het filmpje “De sinistere site” met de daaraan gekoppelde lessen worden gegeven in de derde graad van het lager onderwijs.
LS De Robbert – Hamont-Achel
20
3. Interventie 3.1. Gesprekken met de klasleerkracht of zorgjuf Tijdens individuele gesprekken wordt er voornamelijk geluisterd naar de leerling (zowel slachtoffer als dader(s)). Het slachtoffer heeft het gevoel ergens terecht te kunnen met zijn/haar zorgen. Maar de ‘beschuldigde(n)’ hebben ook recht om hun uitleg te doen. Ook hier onderstrepen we het belang van actief luisteren. Deze gesprekken zijn nodig om duidelijk te maken dat het hier niet gaat over plagerijen, maar dat er inderdaad sprake is van pesten. 3.2. MDO In het multidisciplinair overleg bepalen de leerkracht(en) samen met de zorgcel welke wegen te bewandelen. Er wordt desgewenst een handelingsplan opgesteld. 3.3. Kringgesprek door klasleerkracht (eventueel ondersteund door zorgjuf) Indien pesten gesignaleerd wordt , kan er een algemene bespreking van het thema in de klas plaatsvinden. Uiteraard wordt hier niemand geviseerd. Dit kan ook a.d.h.v. een boek, film, toneelvoorstelling,… In de verwerking kan informatie teruggekoppeld worden naar de ervaringen van de leerlingen. 3.3. Gedragskaart voor ontolereerbaar gedrag Indien het pestgedrag hardnekkig blijft, wordt er een gedragskaart opgestart. Leerlingen worden positief bekrachtigd als negatief gedrag uitblijft. 3.4. Implementatie No-Blame (zie bijlage) Zorgcoördinator en GOK-coördinator volgden het vorige schooljaar vorming i.v.m. ‘No-Blame’ van Leefsleutels. Deze vorming werd later ook aan de andere leerkrachten gegeven door Leefsleutels tijdens de pedagogische studiedag
LS De Robbert – Hamont-Achel
21
van 30 september 2009. Kort na deze studiedag werd ook deze benadering geëvalueerd. Nagenoeg het hele schoolteam was aangenaam verrast door de kijk die de No-Blame-aanpak op het thema gaf. Elke leerkracht gaf te kennen de No-Blame te willen toepassen indien er nood aan was. Kleine randopmerking : verschillende collega’s gaven wel aan dat het voor hen moeilijk was het bestraffende element achterwege te laten. Op 9 december 2009 volgt een ouderavond waar de No-Blame-aanpak verduidelijkt wordt door een medewerkster van leefsleutels. 3.5. Inlichten ouders Afhankelijk van de uitkomst van de eerste gesprekken worden de ouders gecontacteerd voor een gesprek. Zowel de ouders van het slachtoffer als de ouders van de dader(s) worden op de hoogte gehouden over hun kinderen.
LS De Robbert – Hamont-Achel
22
4. Getuigenis van de zorgjuf ‘Als ik het maar gewoon eens kan vertellen…’ Dit is vaak het antwoord als ik vraag hoe ik hen kan helpen bij het oplossen van hun probleem. Of het nu over ruzie met een vriendje gaat, over een boze mama, over bang zijn in het donker of… over het feit dat ze wéér ‘dikzak’ geroepen hebben. Kinderen willen, net als volwassenen, serieus genomen worden. Het gevoel hebben dat er iemand tijd maakt om naar je te luisteren, is vaak het begin van de oplossing van je probleem. De zorgbus geeft kinderen het gevoel dat ze zelf kunnen beslissen wanneer en over welk probleem ze willen praten. Elke zorg, van elk kind, wordt ernstig genomen. Samen proberen we een oplossing te zoeken, met de hulp van vriendjes, juf of meester, mama, papa,… SAMEN kunnen we veel, heel veel!
LS De Robbert – Hamont-Achel
23
LS De Robbert – Hamont-Achel
24
5. Slotwoord van de directie Verschillende jaren in diverse jeugdwerken en onderwijswatertjes zorgden er voor dat ik al heel wat kan verdragen. Toch overkomt het me nog geregeld dat bepaalde situaties uit het dagelijkse schoolleven me raken : ontredderde ouders, een affectief verwaarloosd kind, mishandeling, maar ook ‘echte’ pesterijen die pas vaak te laat in je eigen school boven komen drijven. Steevast komen dan de vragen bij me boven of pesten van alle tijden is. Werd er toen ik zelf als knaap naar school liep (in nog een echte jongensschool) ook gepest? Of bleef het bij een stevige knokpartij ? Het is nu zo ver van mijn bed. Kinderen van tegenwoordig… zijn ze dan toch zo anders dan vroeger ? Of hebben ze het nu alleen veel moeilijker ? Er zijn immers zo veel wegen die ze kunnen volgen en het is niet steeds makkelijk de juiste te kiezen. ‘Kids getting older younger’. Op steeds jongere leeftijd wordt steeds meer van kinderen verwacht. Ze maken steeds eerder kennis met de wereld. De pluralistische samenleving met een te snel evoluerende communicatiemedia hebben een heel sterke invloed op elk kind. Ze spoort hen aan tot egoïstisch individualisme, dodende concurrentie, voorgekauwd geluk en een dolle uitgelatenheid. Perfectionisme en valse schoonheidsidealen staan hoog op het menu. Onze kinderen worden dagelijks overstelpt met onmenselijkheid, verdrukking, geweld, oorlog en dierenleed. De tante Terry’s en nonkel Bobs van vandaag vind je nu bij Nickelodeon. Worden hier misschien de ziektekiemen van pesterijen gekweekt? Kinderen zijn vandaag bang om volwassen te worden. Ze moeten zich zo goed mogelijk aanpassen aan de wereld van volwassenen. “Jij bent reeds een flinke jongen (meisje)! Jij kan dit toch ook al zelf doen!” Op zich kan dit een positief feit zijn. Ten slotte komen kinderen hoe dan ook in die harde wereld terecht. Anderzijds stelt de volwassene voortdurend grenzen. “Dat mag niet! Dat kan niet! Je bent daar nog te klein voor (te jong)!”
LS De Robbert – Hamont-Achel
25
Ook dit kan positief geduld worden als een bekommernis om kinderen en jongeren te vrijwaren voor gevaren. Maar het is niet steeds eenduidig positief. De charismatische bard Willem Vermandere drukt het zo mooi uit in zijn liedje ‘trip trip trap’ (CD ‘Onderweg’) : … Loop maar kindje stap voor stap, Voetje voor voetje trip trip trap. Duizend keer word je gekwetst, geschramd, geschaafd, gebuild, gebletst, Dat was niet de laatste keer, later komt er nog veel meer. Hindernissen van alle slag, ongemakken van dag tot dag. Weert u kind, laat u nie gaan, Daarachter het grote santé kraam, Dien eindlijk zotte wereldbol. … Als wij in lagere school De Robbert iets mogen betekenen met onze inspanningen bij de hinderlijke pesterijen van onze kinderen, dan kan ik dit als directie enkel maar toejuichen. Roel Truyers
LS De Robbert – Hamont-Achel
26
6. Redactie Dit document en de uitwerking ervan kwam tot stand in samenwerking met: -
zorgcoördinatoren : Patty Van Hout en Ilse Arits
-
directie : Roel Truyers
-
ICT-coördinator: Toon Donné
-
GOK-coördinator : Mieke Nijs
-
Met dank aan het hele onderwijsteam én de leerlingen en hun ouders van lagere school De Robbert.
LS De Robbert – Hamont-Achel
27
7. Bijlagen Speelplaatsreglement Goede afspraken maken goede vrienden Om met een grote groep mensen prettig te kunnen samenwerken, zijn afspraken en regels nodig. De volgende regels hebben we samen met alle leerkrachten, het kernbestuur van de ouderraad en de vertegenwoordigers van de leerlingenraad opgesteld en besproken. We wensen je op school een fijn samen - leven, dag na dag. Welkom op school Ik ben vanaf 8.10u welkom op school. Mijn ouders zwaaien mij uit aan de poort, niet op de speelplaats. Te laat komen is een slechte start van de schooldag. Verontschuldig je bij de meester of juf en vertel waarom je te laat kwam. Ik houd mij aan het speelplaatsreglement (zie verder) en plaats mijn boekentas netjes in de rij. Ik gooi niet met mijn boekentas. Bij regenweer neem ik mijn boekentas mee onder het afdak. Voor de netheid op de speelplaats ! Ik ben steeds beleefd : Bijvoorbeeld: - ik wens anderen een goede morgen. -
ik help anderen, ook al wordt het niet gevraagd.
Fietsers houden rekening met de anderen als ze hun fiets stallen. Ik stap af aan de poort. Zorg ervoor dat iedereen ongehinderd z’n fiets in het rek kan plaatsen, begin dus achteraan de fietsstalling. Sluit goed aan bij de vorige fiets, laat geen plaatsen onbenut. Niemand mag tijdens de speeltijden in de fietsstalling komen.
Luister ! Daar gaat de bel… Het eerste belteken … Opgelet ! Ik stop het spel en ga snel in de rij staan ! Tweede bel… nu zwijg ik ! Zwijg ik niet… , dan krijg ik een streepje. We gaan in stilte binnen in een rij. In de gang en de klas ben ik dus stil. Rust en orde horen erbij! Mondje blijft dicht! Ik veeg mijn voeten, de poetsvrouwen kunnen op mij rekenen !
Spelen is tof.
SPEELPLAATSREGLEMENT
Ik houd me aan het speelplaatsreglement . 1. De speelplaats is er voor iedereen. Ik voetbal alleen in de voetbalzone. We houden ons aan de speelkalender ! We hinderen niemand aan de speeltuigen. 2. Bij regenweer geen balspelen. 3. Speel voorzichtig en zorg dat je anderen niet in gevaar brengt. 4. Draag zorg voor je eigen spullen en voor alles wat van een ander is. Je ouders kunnen spullen betalen die jij vrijwillig hebt vernield. 5. We pesten niet, sluiten niemand uit en hinderen het spel van anderen niet. Als iemand laat weten dat hij iets niet leuk vindt, dan houd ik onmiddellijk op. 6. Ruzies lossen we nooit op met geweld. We schelden en slaan niet. Bij problemen ga
LS De Robbert – Hamont-Achel
28
ik naar de leerkracht die toezicht heeft. 7. We hebben respect voor elkaar. Lachen met fouten van anderen doen we niet. Leer sorry zeggen. 8. Speel eerlijk, houd je aan de spelregels. Er zijn steeds winnaars en verliezers. Indien ik rekening houd met deze afspraken, kan er prettig gespeeld worden door iedereen ! 9. Wij spelen niet in de struiken en klimmen nooit in de bomen. Veel speelplezier !!
Indien ik een regel overtreed op de speelplaats, zal ik een straf krijgen. De leerkracht met toezicht kan mij tijdens de speeltijd tegen de muur laten staan, zodat ik die speeltijd niet kan meespelen. Mijn meester of juf wordt ook steeds op de hoogte gebracht waarom je op straf moest staan.
Wie de speelplaats wil verlaten vraagt steeds toestemming aan de leerkracht met toezicht. Tijdens speeltijden en middagpauzes ben ik enkel in de gang of klas als ik in het bezit ben van een VIP-kaart. Zoniet is mijn plaats op de speelplaats. Je kan de VIP-kaart uitzonderlijk krijgen van de leerkracht die toezicht heeft. Bij regenweer blijf ik onder het afdak. Daar is weinig ruimte en daarom verkies ik een gezellige babbel of een rustig spel. We nemen geen ballen mee naar buiten als het regent. Ik ben verdraagzaam en tracht ruzie te vermijden ! Fijn spelen is ook: “ Vergeven en Vergeten “ Speelgoed dat niet echt op school hoort omdat het zo waardevol is of snel stuk raakt, laat ik thuis. Zo breng ik geen computerspelletjes, GSM’s, MP 3-spelers, enz. mee. Iedereen zorgt mee voor een nette school. Papier en restjes gooi ik in de vuilnisbak. Ook het milieu is onze zorg. Daarom sorteer ik mijn afval : Blauwe vuilnisbakken : plastiek Groene vuilnisbakken : etensresten à Wie zorgt voor zwerfvuil, moet de speelplaats helpen opruimen !
De toiletten zijn geen speelplaats, ik blijf er niet langer dan nodig. Ik spoel door, was mijn handen en draai de kraan dicht. Water is erg waardevol, ik verspil het niet. W.C. – papier is geen spelmateriaal ! Na het eerste belsignaal ga ik niet meer naar het toilet.
Ik luister naar jou … luister jij ook naar mij ? Als een leerkracht mij iets vraagt, steek ik graag de handen uit de mouwen. Bij een opmerking blijf ik ook steeds beleefd. Ik weet dat ik bij een vergissing op een rustige manier mijn mening mag zeggen.
LS De Robbert – Hamont-Achel
29
Ik ben beleefd : à Ik help graag, ook al wordt het niet gevraagd. Tussendoortje Ik eet een droge koek of neem een stuk fruit mee. Ik denk hier ook aan als ik mijn vriendjes trakteer op mijn verjaardag ! Vergeet niet: Woensdag = fruitdag. Mijn dorst lessen tijdens de speeltijd doe ik aan de fonteintjes, maar niet meer na het eerste belsignaal. Veel drinken is gezond, daarom mag je elke dag een flesje water meebrengen naar school. Meteen na de speeltijd, als je in de klas komt, mag je altijd een slokje water nemen. Snoep is ongezond, daarom neem ik geen snoepjes mee naar school. Kauwgom is verboden.
Even naar huis Als mijn ouders mij niet komen afhalen, dan ga ik met de voetgangers – of fietsenrij mee. Deze rijen verzamelen onmiddellijk na de les aan de poorten. Ik neem de veiligste weg naar huis. Als ik even moet wachten op mijn ouders, doe ik dat bij de leerkrachten die me begeleiden. Ik mag terug aan school zijn vanaf 13.10u. Daguitstap of schoolreis Bij een daguitstap met de klas nemen we enkel drankjes mee zonder prik, dus geen frisdranken zoals cola en limonade. Sportdrankjes worden ook niet toegestaan. Snoep mag niet meegenomen worden tijdens daguitstappen. Zakgeld nemen we enkel mee als je juf of meester dit heeft vermeld op het briefje voor de ouders. Tijdens de schoolreis trakteert de ouderraad van onze school elke klas op een snoepje. We brengen dus zelf geen snoep meer mee. De leerkrachten delen die snoepjes uit tijdens de schoolreis. Tot ziens ! Nadat de meester of juf toestemming heeft gegeven, verlaat ik rustig de klas, neem mijn jas en ga in de rij staan. Ik wacht op een teken van de juf of meester om in stilte verder te gaan. Ik wens mijn juf of meester een goede avond. Na de lesuren kom ik niet meer in de klas. Ik houd mij aan dezelfde afspraken die ’s middags gelden voor het verlaten van de school. huis ga, ben ik extra voorzichtig !
Wanneer ik naar
Dit reglement kwam tot stand in samenspraak met de leerlingenraad, de leerkrachten, het kernbestuur van de ouderraad, het kernteam en de directie van onze school.
LS De Robbert – Hamont-Achel
30
Eetzaalreglement We zijn met velen in de eetzaal , daarom is het belangrijk om duidelijke afspraken te maken!
Verloop:
·
Wij eten in twee groepen. Groep 1
Eerste tot en met derde leerjaar.
Groep 2
Vierde tot en met zesde leerjaar
Vanaf 12.05u Vanaf 12.35u
·
De groepen verzamelen zich na het belsignaal (bel eetzaal) onder het afdak voor de eetzaal. Hier staan ze in stilte in de juiste rij per leerjaar.
·
De begeleidende leerkracht laat de leerjaren een voor een naar binnen. Dit verloopt ook in stilte.
·
Zij halen indien nodig een drankje en gaan naar hun vaste plaats. De anderen zetten zich hier al direct. Er wordt nog niet gegeten!
·
Voor de kinderen beginnen te eten wordt er samen een gebedje opgezegd/kruisteken gemaakt.
·
Terwijl de kinderen rustig hun boterhammen eten noteren enkele begeleiders de aanwezigheid van de kinderen.
·
Na het eten wachten we op het signaal van de begeleidende leerkracht. Er wordt rustig naar buiten gegaan.
·
De groep die buiten is, speelt op een duidelijk afgebakende zone, zodat de begeleiders een duidelijk overzicht hebben op de spelende kinderen
Afspraken: Mijn boterhammen breng ik mee in een brooddoos. · ·
De begeleidende leerkracht houdt toezicht op het rustig verlopen van het eten. Hij/zij spreekt kinderen die zich niet houden aan de afspraken meteen aan.
·
Er wordt op toegezien dat kinderen beleefd eten en dat er niet geknoeid zal worden met eten en drank.
·
Op de speelplaats gelden na het eten de afspraken van de speeltijden. De begeleiders die buiten toezicht houden zijn op de hoogte van de gemaakte schoolafspraken betreffende de orde op de speelplaats.
·
De kinderen blijven in een duidelijk afgebakende zone spelen tot 13.10u. Deze zone is in één oogopslag te overzien door de begeleiders.
·
Tijdens de middagpauze is het niet toegelaten om in de gangen of klassen te komen.
LS De Robbert – Hamont-Achel
31
·
De leerlingen brengen de boterhammen uit de klas mee in een daarvoor voorziene broodbox. Kinderen die uitzonderlijk hun boterhamdoos vergaten, vragen aan de begeleidende leerkracht de toestemming om de boterhammen te mogen halen in de klas. Zij krijgen dan een VIP-kaart mee van de begeleider.
·
Scholen zijn verplicht erop toe te zien dat kinderen gezonde, prikvrije drankjes meebrengen naar de eetzaal. Het is ook niet toegestaan om snoep mee te brengen.
·
Mijn brooddoos verdwijnt terug in de broodbox.
Pedagogisch project « Als wij maar blijven duwen tegen de muur van het onmogelijke, zal hij uiteindelijk toch wijken. » (Don Helder Camara)
Als school streven we er naar om de kwaliteit van ons onderwijs hoog te houden en nog te verbeteren. Dit betekent voor ons : aan elk kind maximale ontplooiingskansen geven en dit zowel op het vlak van zijn lichaam, verstand en gevoel (hoofd – hart – handen ) als op sociaal vlak, op het vlak van waardenbeleving en religie. Dit houdt in dat we de kinderen op al deze vlakken tot fundamenteel leren trachten te brengen : nieuwe inzichten, vaardigheden en houdingen ontwikkelen waardoor ze op een meer efficiënte manier kunnen omgaan met zichzelf, de wereld en God. Onze school kiest voor een degelijk aanbod. We stemmen daarvoor ons onderwijs af op de leerplannen voor het katholiek basisonderwijs (VVKBaO). We hebben aandacht voor : ü leren leren… leerlingen kansen geven om ervaringen op te doen en ze stimuleren om zelf op ontdekking te gaan. ü ervaringen opdoen… leerlingen tot verwondering en bewondering brengen bij ethische, esthetische en religieuze ervaringen. ü opvoeden tot zelfstandigheid… leerlingen een gevoel van verantwoordelijkheid laten ontwikkelen tot christelijke solidariteit met een engagement voor anderen, vooral voor diegenen die op een of andere manier minder kansen of mogelijkheden hebben. ü zelfinitiatief en verantwoordelijkheid… leerlingen leren samenwerken. ü sport- en spelkansen… leerlingen leren spelen want spelen = leven. Onze school kiest voor een samenhangend aanbod. Dit betekent dat ons onderwijs zoveel mogelijk werkelijkheidsnabij is. We trachten te vertrekken vanuit de belevings- en leefwereld van de kinderen, die als een totaliteit ervaren wordt. De kinderen moeten de mogelijkheid krijgen om zelf-ontdekkend te leren, zo zijn ze actief bezig, wat zeker het leerresultaat ten goede komt.
LS De Robbert – Hamont-Achel
32