LOURDES BEDEVAART 2007
Klein Hollands Dagboek van de Maltezer Lourdes Bedevaart – 2007 « Omwille van privacy redenen worden sommige in dit dagboek beschreven personen bij hun voornaam aangeduid »
Vrijdag 4 mei 2007 – A/b vlucht QS126, tussen Eindhoven Airport en Tarbes-Lourdes-Pyrénées Aéroport 1 In de keuken van de VNB kijken, kan dat? Is dat mogelijk, als je met de Maltezers opnieuw er op uit trekt om Haar te zien bij de Massabielle? Absoluut. Lourdes maakt immers alles mogelijk. En zo worden we vanochtend op tien kilometer hoogte bovenin het bewolkte Franse zwerk onder meer toegesproken door de bedevaartleider van de VNB, Jan Weevers. Evenzo klamp ik na de landing op het vliegveld van Tarbes bij de bagageband een vrijwilligster van de VNB aan om opnieuw toegang tot het vliegtuig te verkrijgen, want zou daar de blauwe sjaal van mijn gast de heer Derks wellicht zijn achtergebleven? En ik zie wat later voor het terminalgebouw buiten dat een oranje busje van de VNB volgeladen wordt met spullen. De Orde van Malta en de VNB als reisgenoten, de één reeds op jaren en de andere qua leeftijd nog een snotneus, en dan ook nog eens gezamenlijk optrekkend door de lucht dit jaar. Dat is wat 2007 anders maakt dan anders. Zo was er vanmorgen niet het aanrijden in de donkerte naar de Trappistenklooster van Berkel-Enschot, maar het inparkeren op een vrije plek op Eindhoven Airport. Eens te meer is het in de vertrekhal een feest der herkenning om bij het inchecken op het vliegveld tussen gasten en pelgrims toch nog een bruin-zwarte pij te zien van één der paters Trappisten. Hij komt zijn moeder uitzwaaien. Met de goederenlift gaat het vervolgens op het platform omhoog naar de ingang van een Boeing 737-800, waar stevige mannen gereed staan om ieder een plaats aan boord van het vliegtuig te kunnen geven. Voor we er erg in hebben gaan de gashendels naar voren en denderen we over de runway. De Tsjechische gecharterde stewardessen in de al even Tsjechische charterkist die in een kloeke negentig minuten tot pal bij Lourdes vliegt, voorzien ons ondertussen aan boord van nat en droog. Gesprekken komen los en enkele gasten neuzen alvast wat door het rode programmaboekje van de bedevaart. Á Lourdes on-y-va! Vrijdag 4 mei 2007 – Een losse aantekening vóór het slapen gaan in Hotel Paradis Vanmiddag schiet ik, onderweg tussen ons hotel en de Heiligdommen, in Hotel La Solitude even naar binnen bij de ‘échte’ Maltezers, die van het eiland Malta. Deze slijten in de lobby van het hotel hun eigen artikelen, zoals vele andere afdelingen van de Orde eveneens doen op de diverse plaatsen in de stad waar wordt overnacht. Het worden een set nieuwe manchetknopen en een nieuwe Maltezer stropdas, dan kan ik ook eens afwisselen onder mijn uniformjasje. De dames uit Malta weten de goederen zeer wervend aan de man te brengen, het mag gezegd – een mix van Mediterrane charme en Roomse blijheid. Het is nog immer 4 mei vandaag, dodenherdenking dus. Dat zit ‘m ook in de details. Op de tafels in de eetzaal van het Accueil hangen de kleine Hollandse vlaggetjes halfstok. Het gebaar wordt gewaardeerd. Dineren met de A/B verpleging brengt vanavond indrukwekkende verhalen van Thea over haar ervaringen in de baden, doorheen de vele jaren. Minstens zo indrukwekkend is het verhaal van één van de gasten uit onze équipe vanavond voorafgaand aan het nachtgebed op de zaal, over hoe hij pal voor een operatie werd geadviseerd om afscheid te nemen van zijn geliefden. Hij vertelt het met droge ogen, sec, maar elk woord spreekt. 1
Vereniging Nationale Bedevaarten.
© 2007 – Tom Jansen, Rotterdam
1
LOURDES BEDEVAART 2007
Ik ben verwonderd over de vele indrukken van een eerste dag, zoveel is zeker. Ik realiseer me daarenboven vandaag dat op bedevaart gaan een weerzien is van bekenden. Weerzien binnen de eigen kring van pelgrims, waarover équipehoofd Tom vanavond raak opmerkt dat voor de ware pelgrim Lourdes oproept om terug te komen. Weerzien van Monseigneur Gerard de Korte en de eerwaarde (of in zijn eigen woorden de ‘zeerwaarde’) Walter Broeders, die opnieuw zullen tekenen voor bezieling en nabijheid. Weerzien van René in Hotel Paradis, die enthousiast zijn hand over de toog toesteekt als ik hem toeroep: “Ah, monsieur René! Comment ça va?!” Weerzien met die wat oudere Belgische pelgrim in de Orde-overall met koppelriem, die me ieder jaar in de bar van het hotel weer even hartelijk begroet en waarvan ik me ieder jaar opnieuw afvraag wie het toch is. Weerzien met mede-pelgrim Casper, waarmee we vanavond zeer genoeglijk zitten te bomen over de recente Pausen en over de opvolging binnen het aartsbisdom in Nederland, genietend van zijn wijsheid en zijn immer boeiende en bevlogen verteltrant. Of het verhaal van Mado, die me vertelt dat ze mensen soms wat uitleg geeft, als googelen op haar naam de website van de Orde oplevert en het verslag uit een recent verleden, waarin (ook) zij figureert. Weerzien met zovelen. Fantastisch, wat een energie!
Zaterdag 5 mei 2007 – Een eerste complete Lourdesdag van de Grot tot laat in Hotel Paradis We houden het droog, vanochtend bij het krieken van de dag aan de Gave. Opnieuw bijzonder om aan de Grot van Massabielle samen de eucharistie te vieren, gewoon, in de openlucht, zo dichtbij waar Zij is verschenen, op één jaar na anderhalve eeuw geleden. Vroeg op voor pelgrims en gasten, dat wel, ik geef ter 2 illustratie weer waarvan het befaamde en onvolprezen rode pelgrimsboekje rept op deze bewolkte ochtend: 05:30 wekken van de gasten (A+B) en ontbijt voor H en Z ploeg, 06:00 (snel) ontbijt pelgrims in hotel en licht ontbijt gasten (Z) (denk aan diabeten!!!), 06:30 allen in Accueil, klaarzetten voitures (L), etc.
Op de naastgelegen bladzijde wijst Bedevaartsdirecteur Maurice er fijntjes op om op tijd te zijn, en dienstbaar bovendien. Natuurlijk, zo gaat dat ook. En dat eenieder daarnaar handelt, dat is een ongeschreven wet en één van de pijlers van een rechtgeaarde Maltezer Lourdes bedevaart. Ook dezer dagen weer. Tijdens de informatieve bijeenkomst in de Chapelle Notre Dame haalt Maurice onder applaus de équipehoofden voor het voetlicht, evenals een glimlachende opperpleeg Maria en andere gewaardeerde hoofden. Hoofderekapelaan Monseigneur De Korte loopt met ons de wording van de vier Maria dogma’s langs: “Je kunt van Maria niet spreken zonder de Kerk.” Maria is de eerste onder de gelovigen en Zij toont zich in 1858 aan de H. Bernadette Soubirous onder de aankondiging ‘Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis’. Pastoor Walter Broeders haakt daarop kernachtig in als hij zegt dat Lourdes de plaats is waar hemel en aarde elkaar ontmoeten. In zijn woorden: “… Waar we ons laten raken, aanraken, en geraakt worden. Momenten van reflectie, een persoonlijk gebed, een ontmoeting. Steeds weer aangeraakt worden door God, en wel heel bijzonder in de sacramenten.” Hij benoemt de initiatie sacramenten als doop, Eerste H. Communie en het H. Vormsel, als momenten van opgenomen worden. Hij benoemt de twee keuze sacramenten, het huwelijk (je binden aan elkaar) en het priesterschap (je binden aan God). Hij benoemt het sacrament van de biecht, als een moment van verzoening met specifieke omstandigheden. Welke zijn je blokkades, waar zit je mee, waar worstel je mee? Hij benoemt het moment van de vredeswens tijdens de eucharistie, vanochtend in alle eenvoud aan de Grot, morgenochtend met alle pomp and circumstance beneden in de Pius X, immer in eenheid 2
Pelgrimsboekje Lourdes Bedevaart 2007, Orde van Malta (Afdeling Nederland), eerste en enige onvermeerderde druk, blz. 23.
© 2007 – Tom Jansen, Rotterdam
2
LOURDES BEDEVAART 2007
3
met de Heer: ‘De vrede van Christus!’ Hij memoreert tenslotte de ziekenzalving als rakend aan de fundamenten van ons bestaan, aan gezondheid en ziekte, aan pijn en verdriet. Met de handoplegging in stilte ten teken dat de Heer bezit mag nemen van ons leven. En met de zalving van de handen die hebben gewerkt, gegeven, liefgehad, en van ons hoofd. Woorden van een begenadigd spreker over symbolen die de kern van ons geloof raken. Bij binnenkomst van gasten en pelgrims speelt Béatrice op haar fagot werken van onder meer Tschaikovsky en Boismortier, begeleid op een traporgeltje door schrijver dezes. In the slipstream van de openingsbijeenkomst spreek ik vandaag opnieuw veel mensen, met respect en aandacht voor ieders verhaal. Een bedevaart bereikt momentum. Dat is weldadig. Dat is verrassend bovendien. Zo deelt de heer Keser, één van de gasten uit mijn équipe waarmee ik dezer dagen meerdere uren zal doorbrengen, in zijn ideeën over zijn geliefde (historische) Zaltbommel en de oude Paus JPII, zaliger gedachtenis. We zitten dan net buiten het Accueil in de behaaglijke middagzon, als de anderen zich de film over de H. Bernadette in de Cinema Bernadette aanzien. Hein vergezelt ons en het wordt een boeiende causerie à trois. Maar ik spreek ook anderen, vandaag. Onder de lunch is dat met Bedevaartdirecteur Maurice over kinderen en over Rotterdam. Met Josine, in liefde verbonden met Toon, de broer van Hein, praten we over – natuurlijk! – Toon en over de stap naar de States. Ik spreek onder het avondeten met de eerwaarde Walter en met Thea, Annette, Wilma en mijn geliefde eega, over wat de kerkrechtelijke status van kinderen uit een huwelijk is als dat huwelijk door de Kerk nietig wordt verklaard – waar we vervolgens met elkaar niet zo maar eentwee-drie uitkomen. In de marge van deze discussie vertelt Walter wat in vroeger tijden werd geroepen, quote-unquote “Als er boven op een knopje wordt gedrukt, dan heb je maar te komen! …” Juist. We liggen ’s avonds relatief vroeg in ons mandje, vol van al dat praten en vol van alle indrukken. De knop gaat snel om. Zondag 6 mei 2007 – Als alle Maltezers met hun gasten zich treffen onder het maaiveld in de Pie X Ik voel me verkwikt en uitgerust na een boerennacht, de laatste voor mijn nachtdienst van zondag op maandag. Buiten is het druilerig en dat zal het blijven tot na de groepsfoto vanmiddag. Een stief uur voor aanvang van de Pontificale Internationale Hoogmis in de ondergrondse Pie X loop ik argeloos het koorvak in dit onmetelijke betonnen kerkschip binnen en krijg ik ongenadig van onderuit de zak door de bevlogen dirigent, pal ‘voor het front van de troepen’. De repetitie wordt abrupt stilgelegd en door de microfoon klinkt het hoorbaar voor alle koorleden: “Vous êtes en retard … you are too late.” Gelaatstrekken spreken boekdelen en ogen schieten vuur vanachter de brillenglazen. Dit is het moment dat het motto van het Lourdesjaar na aan de huid komt. Pénitentie, pénitentie, Heer, wees uw arme zondaar genadig! Het lukt me ondanks feedback en lichaamstaal om op de achterste bank een plaatsje te vinden temidden van andere gelegenheidszangers, de meesten afkomstig uit de States en getooid in Orde uniform. Mijn buurman vertrouwt me met gevoel voor understatement toe dat de koordirigent me bij binnenkomst goed uittestte. Well, sometimes life puts one to the test, right? Maar toch ook steekt er onvervalste humor in de dirigerende Fransoos, als hij later tijdens de mis op schalkse wijze wisselend een bordje omhoog steekt met one-liners als ‘oops’, ‘wow’ en ‘super’. Ik ontwaar de hooggeleerde Jan bij de bassen in het koor en pal voor me zetten vier leden van de VNB zich enthousiast in om de tenorenpartijen stem te geven.
3
Waarbij Walter ons mee terug neemt naar Spanje toen hij een knaap van twaalf was en een forse Spaanse hem drie dikke zoenen gaf bij de vredeswens. Beeldend taalgebruik, zie je het voor je?
© 2007 – Tom Jansen, Rotterdam
3
LOURDES BEDEVAART 2007
De rechtgeaarde kapucijner monnik Seán kardinaal O’Malley van Boston, meegereisd met de Amerikaanse Ordeleden, is hoofdcelebrant en laat met veel flux de bouche in de homilie van zich horen, waarbij hij zowaar enkele keren de lachers op zijn hand heeft. Hij schrijft later zelf over zijn homilie:4 I found out the night before that I needed to prepare a homily, and they did not tell me whether I could preach in English. I actually prepared a homily in French, which I had to write out because I cannot preach spontaneously French. The next day, I found out they were happy to have the homily in English because they never have English. I put the French homily away and thought, ‘So much the better!’
Onder de lunch en na de groepsfoto op de Heiligdommen vraagt dokter Victorine terloops of Ulrike en ik familie zijn. Dat is een mooie! Natuurlijk, met de jaren wordt mijn hoofdtooi wat grijs, maar toch … Ulrike vindt het een goede grap, totdat ze zelf een grijze haar ontdekt na afloop boven op onze kamer in de spiegel. Zegt Prediker niet ergens vanitas vanitatum et omnia vanitas? Het wonder van Lourdes, andermaal. Victorine, het is je vergeven! ’s Middags kruip ik nog wat uurtjes onder de wol ter voorbereiding van de nachtdienst, waardoor de Lichtprocessie dit jaar aan me voorbij zal gaan. Het leven zit vol met keuzes. Maandag 7 mei 2007 – Accueil Nôtre Dame, afdeling Sainte Anne, tegen het ochtendgloren rond half vijf Er hangt een weldadige rust op dit moment in de gastenkamers op het Accueil. Iedereen slaapt. Of doet alsof. De Heer heeft ons gezegend met een nachtdienst als een veertje. We hebben ondertussen het raadsel van Gijsbrecht opgelost, de boterhammen gevonden in de kleine koelkast die Ellen ons gisteravond had gewezen, met Monsieur le Docteur Harry bij aanvang van de nachtdienst zeer aangenaam van gedachten gewisseld, en ondertussen als team van twee bijgepraat sinds de nachtdienst van vorig jaar, Janine en ik. De schetsen voor dit verhaal maak ik op kleine notitievelletjes van de VNB, die bovenin vermelden ‘betekenisvol ontmoeten’. Ook in de nachten op het Accueil is dat mogelijk. Met tussenpozen heb ik vanmiddag (verschoning, gistermiddag) wat geslapen, terwijl de rest van het reisgezelschap de Heiligdommen is opgegaan, een enkeling de baden heeft bezocht en – naar later blijkt – ook de kleine kruisweg bij de Prairie is gebeden. Als ik tegen negenen ’s avonds in Hotel Paradis onder de douche vandaan kom, berichten de grote nieuwsnetten op de televisie dat mevrouw Ségolène Royal haar meerdere heeft moeten erkennen in Nicolas Sarkozy, de volgende president van ons gastland. Samen met Irene loop ik van het hotel richting de Heiligdommen, glip de Rue Sainte Marie in voor een café grande en een sandwich au jambon blanc, en voeg me later bij de talrijke gelovigen die de Lichtprocessie van deze zondagavond gadeslaan, staande achter de balustrades van de twee armen van de Lourdes basilieken. Onze vaandeldragers zijn, geposteerd tegen de pui van de Rosaire, goed zichtbaar en dat houdt in dat onze gasten en pelgrims deze zondagavond te baat hebben genomen om de indrukwekkende en tevens intieme Lichtprocessie te bidden, te zingen en te lopen. Tevoren had het programma óf de zondag óf de maandag daarvoor open gelaten, ijs en weder dienende. Samen met mijn geliefde Ulrike, die mevrouw Mutsaers-Jansen als gast onder haar hoede heeft, loop ik het Accueil binnen en mijn nachtdienst in. Op de valreep schiet ik de eerwaarde Walter aan om de liederen af te spreken voor de mis van maandagochtend, pakweg een uur of vijf na het moment dat deze zinnen worden geschreven. Eén van de liederen zal het Vierge Sainte, Dieu t’a choisi zijn, een favoriet van Walter, subliem getoonzet door kerkmusicus maestro Décha op een tekst van Jean-Paul Lécot. Ik zeg Walter toe om achter het traporgeltje te kruipen, er op rekenend dat na een doorwaakte nacht nog wat energie rest. Zoals ook op zaterdag zouden Béatrice en ik dan tevens wat muziek voor fagot en orgel kunnen laten klinken. Straks dus.
4
Bron: http://www.cardinalseansblog.org/, zie in het archief onder de datum van 11 mei 2007.
© 2007 – Tom Jansen, Rotterdam
4
LOURDES BEDEVAART 2007
Maandag 7 mei 2007 – In de luwte tussen de ‘massale’ zondag en de intieme apothéose op dinsdag Jawel. Wat ‘scheel uit de ogen ziende’ maak ik in de Chapelle Notre Dame samen met Béatrice mijn muzikale opwachting, ofschoon ik haar op cruciale momenten à capella moet laten gaan, mea culpa, mea maxima culpa. Het gevoel voor ritmiek gedijt kennelijk slecht bij onvoldoende slaap en muziek is nou eenmaal niet alleen melodie … De eerstejaars pelgrims bidden met verve hun eigen voorbeden en reiken de anderen de hand bij het geven van de vredeswens, in deze eerlijke en transparante kapel. De goede woorden van concelebrant Walter, uitgesproken tijdens de opening op vrijdag, worden aldus zeer letterlijk gedaan. Rond de lunch zie ik voor een aanpalend hotel aan de Avenue du Paradis uit een Hollandse bus onverwacht het karakteristieke gewijde hoofd steken van Jan Laan, priester bij de Paters Dominicanen van Het Steiger in Rotterdam. Ik wist dat hij naar Lourdes zou gaan maar ik wist niet wanneer, en dan, Lourdes heeft in La Douce France de grootste hoteldichtheid buiten Parijs. It’s a small world. We zeggen elkaar verwonderd goedendag en weten dat onze wegen zich nog zullen kruisen tijdens één dezer dagen. ’s Middags ga ik met de heer Keser wat rond in de voiture. Dat voelt als een kleine overwinning, daar hij de voorkeur heeft om consequent in of rond het Accueil te blijven, liefst solitair en uitdrukkelijk in de marge van het groepsgebeuren. Vanuit het opgebouwde vertrouwen van de afgelopen paar dagen geeft hij me de volle teugel om de actieradius wat te vergroten en daar maak ik dankbaar gebruik van. Terwijl de overige gasten met hun pelgrims naar boven zijn getrokken, de stad in, rijd ik hem naar het grote Rozenkransplein, in de nabijheid van het beeld van de Gekroonde Maagd. We praten wat. We kijken wat. We zijn. Terwijl een fotograaf met zorg door zijn lenzen tuurt vanaf een ijzeren Gamma-trapje. Hij vindt het prima zo. En ik ook.
Dinsdag 8 mei 2007 – Als de emoties van de ziekenzalving zich ontladen aan de Gave Pelgrims leggen hun handen op de schouders van de gasten en celebranten gaan rond om handen en hoofden te zalven. Handen en hoofden van hen, die je dierbaar worden in louter enkele dagen tijd, gewoon omdat, nou ja, gewoon omdat vanuit zorg en contact genegenheid groeit met hen die kracht zoeken aan de Grot bij Haar. En opnieuw zijn het menselijke gebaren in een sacrament die ontroeren en binden. Samengebalde emotie, ’s middags in de Chapelle Sts. Côme et Damien naast de biechtkapel aan de Esplanade. Lourdes baadt vandaag in de zon en dat doet weldadig aan, als we na de ziekenzalving aan de Gave een moment met elkaar hebben rond de koffie en thee van de vrouwen en mannen van de huishoudelijke dienst. In een groep pelgrims naast ons kijk ik andermaal Dominicaan Jan Laan in de ogen. Met hem is onder meer oud-studiegenoot, Laurentiaan en thans wethouder in Rotterdam Lucas Bolsius meegekomen. Kort nemen Ulrike en ik een moment om met hen bij te praten. Onderwijl haalt op de achtergrond de heer Boosten uit onze équipe zijn mondharmonica tevoorschijn en wordt daarmee de vrolijke aanjager van tal van liederen. Puur feest en pure Limburgse blijheid met een vette Roomse rand. Alles los, na de ziekenzalving.
© 2007 – Tom Jansen, Rotterdam
5
LOURDES BEDEVAART 2007
In de avonduren vergaderen we ons als pelgrims rond een laatste glas, een kort ontspannen moment, een snelle terugblik op wat was. Directeur Maurice kijkt om, brengt enkele pakkende beelden van de afgelopen dagen tot leven en blaast de loftrompet naar diegenen die dit jaar de bijzondere werken hebben verricht. Zijn goede woorden worden dankbaar ontvangen. De stropdassen gaan wat lager, sommige kapjes zijn al afgedaan, uit enkele kelen klinken de eerste liederen, kortom, het zit er bijna op. Dit jaar geen piano in de Salle Verdi van Hotel Paradis, maar de ambiance van de bovenste verdieping in het Accueil, terwijl twee lagen lager de gasten onder het toeziend oog van Thea en Octaaf rusten als opmaat voor de terugreis. We zien elkaar in de ogen en weten dat de editie 2007 in de annalen kan. Voordat we later die nacht de Heiligdommen verlaten via de Porte Joseph, zijn we nog even met elkaar ‘alleen’ bij de Grot. Een kaars, een gebed, gewoon stil zijn. Dank aan allen voor een fenomenale bedevaart. Deo gratias! Woensdag 9 mei 2007 – Een verlaat slotaccoord op het dakterras van het Accueil, rond 09.50 uur De koffers zijn waarschijnlijk al met logistieke precisie onderweg, de gasten zijn om vijf uur hedenochtend gewekt en meer dan reisebereit, maar waar blijven de bussen? De vraag ligt op veler lippen. De planmäßige Abfahrt was vijftig minuten geleden. We leven in geleende tijd. Dan nog maar even het dakterras op en kijken naar de slanke Basilique Supérieure die aan gene zijde van de rivier zich verheft vanuit de wijkende ochtendnevelen rond de Gave en, zich dompelend in de eerste zonnestralen, langzaam tot leven komt. Toch lijkt het beeld ook te verstillen, een tijdloos beeld. Want de bussen zijn ongetwijfeld in aantocht en het vliegtuig wacht op een twintigtal kilometers ten noorden van Lourdes. Maar het verstilde beeld van de Mariakerk vertelt me dat editie 2007 van de Maltezer Lourdes Bedevaart verglijdt in verleden tijd.
© 2007 – Tom Jansen, Rotterdam
6