staf
Jacobs
september 2014
103
Los Reyes Católicos
Do you have wifi?
De camino als groeimethode
Foto vooromslag Isabella-stijl: Claustro de los Caballeros in Nájera. Foto: Tieleke Huijbers
Inhoud
Los Reyes Católicos: Ferdinand en Isabella.
Entrada
4 Kort nieuws, brieven en andere opvallende zaken
Spiritualiteit
36 Bemoedigende woorden De woorden van de hymne Nada te turbe van de heilige Teresa de Ávila gaven Ricky Rieter kracht tijdens haar camino. 40 Lieux de mémoire Margreet Bonouvrie maakte een kijkkast om het pelgrimsgevoel levend te houden.
Geschiedenis & Cultuur
8 Los Reyes Católicos: medepelgrims naar Santiago Wie waren deze Katholieke Koningen? Tieleke Huijbers over het koningspaar dat zo nauw verbonden is met de camino. 11 De Isabella-stijl: architectuur en kunst in een bijzonder tijdperk Tieleke Huijbers doorkruist Spanje op zoek naar de kunststijl die genoemd is naar koningin Isabel la Católica. 38 De arm van Jacobus De Sint-Christoffelkathedraal in Roermond heeft een bijzonder reliek in haar bezit. Luc Mol over de rechteronderarm van Jacobus de Meerdere. 48 De verering van Jacobus De heilige Jacobus wordt vereerd in broederschappen, waarin dienstbaarheid en gezelligheid centraal staan. Herman Holtmaat en Gerard Luiten onderzoeken de Jacobusbroederschappen in Nederland. Jacobsstaf 2
Noord-Frankrijk, geen doorkomen aan?
Pelgrimsboeken
30 De oude wegen, Gods geschenk en Santiago De apostel en zijn mirakelen
Santiago
41 Zoete broodjes bakken Marielle Saegaert
Pelgrimeren
18 Noord-Frankrijk, geen doorkomen aan? Bram van der Wees inventariseert de reacties van de lezers. 21 Het moeten, het móeten Tineke ten Bulte ontdekt op de camino dat niet de drukte haar rust verstoort, maar de druk. 26 Eerbetoon aan een Engelandvaarder Anne Neve maakt de tocht van haar vader af, die zeventig jaar eerder in Saint-Jean-Pied-de-Port door Duitse soldaten werd gearresteerd. Hein Dik sprak met haar. 28 Op ontdekkingsreis naar Santiago Ben Noorloos ging op pad met jongeren die een zetje in het leven nodig hebben. 33 The Girl from the North Country Caroline de Widt zingt haar favoriete caminolied. 34 ‘Of ik iets kon doen met gregoriaans’ Bram van der Wees spreekt met componist en musicus Dick Le Mair (Impressions of a pilgrimage).
Van de redactie
Verdiepen De camino als groeimethode.
42 Slapen onder Jacobus In de serie over Nederlandse pelgrimsherbergen neemt Freek van der Veen een kijkje in de refugio onder de Sint-Christoffelkathedraal in Roermond. 46 ‘Do you have wifi?’ Joke van der Wees werkte twee weken als hospitalero in de herberg in Roncesvalles. 50 Geen verbetering Sylvie 51 Dichtbij en ver Aat van der Harst verkent pelgrimsthema’s, dichtbij en ver weg.
Het Genootschap
7 Onderweg Joost Bol 22 Pelgrimeren door Limburg Het programma van de najaarsbijeenkomst op 8 november 2014 in Roermond. 45 Agenda 52 Compostelaregister 54 Genieten van León in de Zodiaque-reeks Lida Kuijer over haar mooiste boek uit de genootschapsbibliotheek.
Mijn dochter en ik waren op tocht. In de herbergen kwamen we regelmatig drie jongelui tegen. Een liep op slippers, een ander had zijn spullen in een schoudertas. Ze waren beleefd en gezellig en nu en dan vertelde ik iets over mijn eerdere tochten naar Compostela. Op zekere dag zaten we op een terrasje. Zij kwamen langs en schoven aan voor een kop koffie. ‘Tell me,’ zei de jongen tegen mij, ‘what’s that all about this Saint-James?’ De huidige drukte op de camino brengt een ander soort pelgrims, hoor je wel. Mensen voor wie de persoonlijke drijfveren eerder liggen in ontmoetingen, goedkoop onderdak, betaalbare maaltijden, meedoen aan de hype, gezelligheid. De camino als braderie, de pelgrim als consument – gericht op direct genot en via zijn smartphone verbonden met de ‘echte’ wereld, een toonbeeld van oppervlakkigheid. Gelukkig is er meer. Sommigen zoeken fysieke uitdaging, ze willen ontberingen trotseren. Ook zijn er die onderweg de tijd nemen om hun leven te overdenken, een nieuwe toekomst te zoeken, keuzes te maken. Ze willen afrekenen met oud verdriet, zoeken evenwicht in hun relatie, zijn op zoek naar zichzelf. Ieder gaat zijn eigen camino. Maar onder de lagen van gezelligheid, fysieke uitdaging en levensoverdenking ligt de vraag waarom al die honderdduizenden juist hier, op deze wegen, hun zoektocht houden. Welke magneet zit er onder deze weg? Wat is dat eigenlijk met die Sint-Jacob? Daar kom je in de eerste plaats achter door te lezen over de duizendjarige cultuur van de pelgrimage, de legende van Jacobus, de Katholieke Koningen, de inspiratie van heiligen als Teresa van Ávila, de stichters van broederschappen en gasthuizen. Door je onderweg onbevangen te laten betoveren door de bouwkunst, door de stilte in kerken en kapellen, door het gebed van de natuur. Wie zich hierin wil verdiepen, kan zijn tocht verinnerlijken. Dat lijkt me pas een echte uitdaging.
Bram van der Wees, hoofdredacteur
[email protected] Jacobsstaf 104 verschijnt in de week van 22 december 2014. Kopij inleveren uiterlijk 26 oktober 2014.
3 Jacobsstaf
Catharsis op zolder
Entrada
Addy Schuurman, onbekend met het fenomeen pelgrimsherbergen, werkte enkele weken mee aan de verbouwing van de nieuwe herberg L’Esprit du Chemin van Arno Cuppen en Huberta Wiertsema in Le Chemin bij Vézelay. Het aanwezige enthousiasme inspireerde hem tot de volgende anekdote: “Arno! Er staat een Duitse pelgrim aan de deur!” Arno, wit uitgeslagen van de grote stofwolken, sloft naar de poort. Hij heet de pelgrim, Hubert, van harte welkom en legt uit dat het nog wat behelpen is vanwege de verbouwing. ’s Avonds bij het diner blijkt Hubert een gepensioneerd bouwvakker en na inspectie van de zolder overlaadt hij ons met goedbedoelde adviezen. De vermoeienissen van zijn eigen pelgrimsweg lijken verdwenen bij het zien van ons getob op de zolder. De volgende dag na het ontbijt vertrekt Hubert en als hij langzaam uit het zicht verdwijnt, sta ik nog even te denken. Wat beweegt iemand om zo’n enorme tocht te ondernemen? Zijn wij, die op de Jacobsweg een onderdak aanbieden, niet ook pelgrims? We komen weliswaar geen meter dichter bij de eindbestemming in Spanje, maar daar gaat het toch niet om? Het was alsof Arno mijn gedachten raadde. “Kom jongens, sommige mensen zoeken loutering op weg naar Santiago, wij gaan vandaag kijken, of we ‘het’ op de zolder kunnen vinden.” En met een brede grijns op zijn gezicht klimt hij langs de ladder naar boven.
Oproep: Kunst op de achterkant
Heeft u ooit een kunstwerk gemaakt naar aanleiding van uw camino? Stuur dan een goede digitale foto van het werk, met een korte toelichting, naar redactie@ santiago.nl. Misschien prijkt u kunstwerk dan ook op de achterzijde van een volgende Jacobsstaf!
De camino en de dood (1) Peregrino, het blad van ons Spaanse zustergenootschap, geeft in het nummer van april 2012 een overvloed aan cijfers over pelgrims die overleden op de camino. Van 1986 tot en met 2011 vonden 100 pelgrims onderweg de dood, 1 op ongeveer 19.000. De laatste jaren stierven gemiddeld 8 pelgrims per jaar. De ratio bij mannen is 1 op 13.000 en bij vrouwen 1 op 60.000. De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat vrouwen zich beter aanpassen en sterker en/of voorzichtiger zijn. Er is ook een groot verschil tussen Spanjaarden en buitenlanders. Bij Spanjaarden is de ratio 1 op 35.000 en bij buitenlanders 1 op 11.000. Peregrino waagt zich niet aan een verklaring. De meeste pelgrims overleden op de lange wegen door de provincie León, 29 van de 100. Ook de Pyreneeën zijn gevaarlijk: ze kostten 17 pelgrims het leven. Ad Gruijters
Planten en kruiden langs de camino: zonneroosje
De naam helianthemum, rock rose of zonneroosje betekent vooruitblikken naar de zon. Het witgestippelde zonneroosje is een redelijk groenblijvende struik, stammende uit de zonneroosjesfamilie. De plant is vrij zeldzaam en komt voor op de Nederlandse Rode Lijst van planten. In Nederland heeft men ze voor het laatst op de Sint-Pietersberg te Maastricht aangetroffen. De plant komt ook voor in siertuinen in de kleuren roze, rood of wit. Ze wordt 10 tot 40 centimeter hoog en bloeit gedurende het gehele voorjaar en zomer. De bloemen gaan alleen open als de zon schijnt en de temperatuur boven de 20 graden is. De plant komt voor in grasland en op vrij droge kalkrijke grond. Ze behoort tot de overblijvende planten. De plant is tweeslachtig en heeft zich over de hele wereld verspreid. Tijdens de pelgrimstocht naar Santiago treft men het zonneroosje gelukkig nog heel vaak aan. Ze heeft een geneeskrachtige werking en wordt in de kruidengeneeskunde voornamelijk voorgeschreven bij extreme en acute angsten. Simone Huijts Foto: Simone Huijts Jacobsstaf 4
De camino en de dood (2) Ida Blok werd tussen Arzúa en Pedrouzo getroffen door het monument ter nagedachtenis voor de Britse pelgrim Guillermo Watts. Watts stierf, in het zicht van Santiago, op 25 augustus 1993, waarschijnlijk aan een hartaanval. Het inspireerde haar tot het volgende memento mori: Een dagreis afstand tot het einddoel, Jacobus binnen handbereik. Benam ‘t vooruitzicht je de adem of was je uitgeput? Had je al ver gelopen? Was deze tocht je laatste wens?
Je schoenen in de kleine nis getuigen van je einde; een eenvoudige plaquette, een takje groen ter gedachtenis aan jou. Pelgrim op de weg, pelgrim naar de eeuwigheid.
Camino Lingo
Reinette Novóa en Mieke Schrieks stelden de uitgave Camino Lingo samen: een klein en lichtgewicht Nederlands-Spaans taalgidsje (met Spaanse uitspraak) met heel veel praktische woorden en zinnen die de pelgrim op de camino nodig kan hebben. Het grappig geïllustreerde gidsje is opgedeeld in handige hoofdstukken en geeft houvast bij onder andere het inchecken in een herberg of het eten in een restaurant. Het boekje begint met een overzicht van beleefde woorden en een paar stevige vloek- en scheldwoorden die in noodgevallen dienst kunnen doen. Camino Lingo is verkrijgbaar in print en als e-book. Op Pilgrimagepublications.com kunt u het boekje inzien en bestellen.
Monument ter nagedachtenis aan Guillermo Watts.
Nieuwe caminowebsite
Tussen de talloze caminowebsites duikt zo nu en dan een interessante nieuwe site op. Op de site Caminohaciasantiago.com is de gehele Camino Francés vastgelegd in 32 etappefilmpjes van elk ongeveer vijf minuten. In de filmpjes is veel aandacht voor het landschap en de bezienswaardigheden in de steden en dorpen. Handig is de Engelstalige informatie onder de beelden. Voor de beginnende pelgrim zijn de filmpjes een prachtige kennismaking met de camino en vooral een uitnodiging om zelf op pad te gaan. Voor de pelgrim die de tocht al heeft gemaakt is het een fraaie trip down memory lane. (bron: Compostelagenootschap.be)
5 Jacobsstaf
Foto: Turly
Entrada
De pelgrimage als stripverhaal
Bij de Franse uitgeverij Éditions Glénat zijn vier stripverhalen over de vier Franse pelgrimswegen naar Santiago de Compostela verschenen: Campus Stellae – Sur les chemins de Compostelle. De vier verhalen spelen zich af in de dertiende eeuw en zijn los van elkaar te lezen. Pierre-Roland Saint-Dizier schreef het verhaal, Andrea Mutti maakte de tekeningen. De prijs per album bedraagt € 13,90. De albums zijn te bestellen via Glenatbd.com. (bron: Compostelagenootschap.be)
Pelgrimeren in Zweden
Hans Cuppen liep in 2013 twee Zweedse pelgrimsroutes: Klosterleden en Birgittaleden. Het verslag van zijn Zweedse pelgrimage is te lezen op zijn website Devrijewandelaar. nl: een site voor ‘wandelaars die graag ongebonden hun eigen weg gaan’. Op de website staan nog veel meer boeiende wandelverhalen, onder andere een serie over de Eerste Wereldoorlog, waarin de schrijver in Frankrijk in de voetsporen treedt van de Britse war poet Wilfred Owen.
Madonna di Loreto van Caravaggio (Sant’Agostino-basiliek, Rome).
Heilige Plaatsen, Heilige Boeken
Wat betekenen heilige plaatsen en heilige boeken in onze tijd? Op deze vragen probeert de tentoonstelling Heilige Plaatsen, Heilige Boeken in Antwerpen een antwoord te geven. In de expositie draait het om de heilige plaatsen en boeken van drie wereldgodsdiensten: jodendom, christendom en islam. Het MAS | Museum aan de Stroom belicht de pelgrimage naar heilige plaatsen aan de hand van voorwerpen en kunstwerken uit de drie religies. In de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience krijgt de bezoeker een unieke inkijk in de vorm, de inhoud, het gebruik en de studie van de Tenach, Bijbel en Koran. Een van de topstukken is het schilderij Madonna di Loreto (ook wel Madonna van de pelgrims genoemd) van Caravaggio. De tentoonstellingen lopen tot 18 januari 2015 in MAS en tot 21 december 2014 in de Erfgoedbibliotheek. Meer informatie op Mas.be. (bron: Compostelagenootschap.be)
Pelgrimeren in Zweden. Foto: Hans Cuppen
Jubileumwandelingen Te Voet Vereniging voor wandelaars Te Voet bestaat twintig jaar. De organisatie treedt op als belangenbehartiger voor wandelaars die graag wandelen over mooie, onverharde paden. Zij doet dit door vooral op lokaal niveau invloed uit te oefenen. Ter gelegenheid van het jubileum zijn speciale lustrumwandelingen georganiseerd door heel Nederland. De wandelingen vinden nog plaats tot eind oktober. Meer informatie is te vinden op Tevoet.nl.
Jacobsstaf 6
50-jarig huwelijk in de Huiskamer
Leny en Piet Haring uit Enschede wilden na afloop van hun tocht over de Via de la Plata op 24 juni hun 50-jarig huwelijk vieren in de kathedraal van Santiago. Ze werden gastvrij ontvangen in de Huiskamer van de Lage Landen en trakteerden de aanwezigen op taart!
Het genootschap
Joost Bol
Onderweg Donderdag 17 juli werden wij ermee geconfronteerd dat op weg gaan niet vanzelfsprekend betekent dat men ook aankomt. De ontsteltenis in het land was groot. Op verschillende manieren is in ons genootschap stilgestaan bij het grote verdriet dat velen is overkomen. Ook bij de Jacobusviering op 25 juli in de Utrechtse Janskerk hebben wij de getroffenen herdacht. Zelfs in de kathedraal in Santiago werd een speciale herdenkingsdienst gehouden voor de slachtoffers van vlucht MH17. Ook pelgrims komen niet altijd aan, en langs de wegen naar Santiago zijn inmiddels vele herdenkingsplaatsen te vinden. Sta er gerust bij stil wanneer je er langs komt, en tel je zegeningen als de apostel je in goede gezondheid in Santiago doet aankomen.
Pelgrim naar Rome
Op 1 november 2014 organiseert de Vereniging Pelgrimswegen naar Rome de jaarlijkse leden- en ontmoetingsdag. Er zijn een informatiemarkt, diverse workshops en een lezing van Sebastiaan De Fooz over zijn ervaringen tijdens tochten naar Jeruzalem, Santiago de Compostela en Rome. De Fooz vertelt over de drie wereldgodsdiensten (christendom, jodendom en islam) waarmee hij al lopende te maken kreeg. De dag in College de Heemlanden in Houten staat ook open voor nietleden (entree €10,00, inclusief lunch). Voor meer informatie en aanmelding: Pelgrimswegen.nl.
Oproep: Uw Jacobusmoment
U hebt ze vast wel eens meegemaakt tijdens uw camino, de zogenoemde ‘Jacobusmomenten’. Momenten waarop u het tijdens uw camino niet meer zag zitten, dat er gevaar dreigde of dat het noodlot eigenlijk al had toegeslagen. Maar dan was er plotseling die reddende engel, of dat bushokje of verlaten schuurtje dat een ideale schuilplaats bood tegen het noodweer. Vaak zien we hier de hand van Jacobus in. De redactie is op zoek naar uw Jacobusmoment tijdens uw camino. Beschrijf de gebeurtenis in maximaal 250 woorden en stuur deze naar
[email protected].
De voorbereiding van de pelgrimage begint in veel gevallen met het verkennen van de mogelijkheden en het inwinnen van informatie over routes, overnachtingsmogelijkheden en andere zaken. Al sinds jaar en dag zijn onze informanten een betrouwbare vraagbaak. In Vessem, Jacobiparochie, en uiteraard in Utrecht staan onze vrijwilligers steeds paraat om (aspirant-)pelgrims te ontvangen en hun vragen te beantwoorden. De nieuwe werkgroep Informanten is bezig om deze prima dienstverlening een extra kwaliteitsimpuls te geven. In augustus ging ik met medebestuurslid Monique Walrave op weg voor een kort werkbezoek aan het klooster in Roncesvalles. Al elf jaar zijn onze hospitalero’s hier steun en toeverlaat van het klooster in het runnen van deze bijzondere pelgrimsherberg. Samen met Tonnie Willems, voorzitter van de werkgroep Roncesvalles, hebben wij met de abt gesproken over de groeiende aantallen pelgrims die hier vaak hun eerste nacht op de camino doorbrengen. Gedurende de zomermaanden is de ‘nieuwe’ herberg Aterpea met 180 bedden iedere nacht volledig bezet, en dan moet worden uitgeweken naar de ‘oude’ herberg Itzandeguia. Deze voor velen bekende oude herberg gaat in oktober van dit jaar definitief dicht. In 2018 is het gebouw naast de nieuwe herberg gemoderniseerd en als extra vleugel van Aterpea ingericht. Ter overbrugging wordt het huidige museum als herberg met tachtig bedden geschikt gemaakt en krijgen de ‘containers’ op het campingterrein een opknapbeurt. Sprekend over onze samenwerking noemde de abt de Nederlandse herbergiers een ‘regalo’, een geschenk. Een mooier compliment kun je onze hospitalero’s niet geven. Buen camino. Joost Bol, voorzitter.
7 Jacobsstaf
Tieleke Huijbers
Geschiedenis & Cultuur
Los Reyes Católicos: medepelgrims naar Santiago
W
Wie in Spanje S langs een willekeurige Jacobsreist, komt vroeg of laat de naam Los weg eg reis Reyes Católicos tegen: in straatnamen, in namen van hotels, in geschiedenis en kunst. Wie waren toch deze Katholieke Koningen? Tieleke Huijbers over het koningspaar dat zo nauw verbonden is met de camino.
Huwelijksportret van Ferdinand II van Aragón en Isabella I van Castilië (anoniem).
Een intrigerende benaming: Los Reyes Católicos. Alle Spaanse koningen waren en zijn toch zeker katholiek? Jawel, maar de katholieke koningen Ferdinand van Aragón en Isabella van Castilië waren ‘katholiek met een hoofdletter’. Prinses Isabella van Castilië en León (deze twee koninkrijken waren al sinds de dertiende eeuw samengevoegd) trouwde in 1469 met prins Ferdinand van Aragón. Uiteraard waren beiden katholiek: trouwe volgers van Christus, de paus en de kerk van Rome. Maar zij kregen van de Spaanse paus Alexander VI (Borgia) in 1496 het predikaat ‘Katholiek’ als eretitel: zij waren koningen van een Ka-
Jacobsstaf 8
tholiek, dat wil zeggen ‘universeel’, Spanje, verenigd in één geloof. De Reconquista (de terugverovering van het in 711 door de moslims – Moren – veroverde Spaanse gebied) was met de inname van Granada in 1492 voltooid. Bovendien hadden ze zich buitengewoon ingespannen om van Spanje een exclusief katholiek land te maken: dankzij het schrikbewind van de door hen ingestelde Inquisitie (een kerkelijk onderzoeksinstituut om andersdenkenden op te sporen en te berechten) waren er vanaf de zestiende eeuw in Spanje nauwelijks nog Joden of Moren te vinden, of ze zich nu bekeerd hadden of niet: ‘Beter dat hun ketterse lichaam gelouterd wordt door het vuur van de brandstapel dan dat hun ziel eeuwig in de hel moet branden’.
Blond en donker Zij: blank, blond en blauwogig (erfenis van een Engelse voorouder). Niet lief, niet dom. Door haar onderdanen vergeleken met een vredesduif, door haar soldaten met de maagd Maria. Het lukte haar de macht van de adel sterk te beknotten en daarmee de liefde te winnen van het uitgebuite volk. Isabella trok, ook als ze zwanger was, het hele land door, sprak zelf recht en stelde een nationale politie in die moest zorgen voor grotere veiligheid. Ze was belezen, algemeen ontwikkeld, kunstminnend en leerde Latijn opdat bij diplomatieke besprekingen niets haar zou ontgaan. Maar ze was ook fanatiek, heerszuchtig, impulsief en net zo diepgelovig als meedogenloos. ‘Het is Gods wil’ was een mooie rechtvaardiging voor maatregelen van heel verschillende aard.
Hij: donker met een zware donkere baardgroei, zwarte ogen. In zijn moeders familie zat Joods bloed. Grenzeloos ambitieus, charmant, gek op geld, sluw en voorzichtig. Onbetrouwbaar als hem dat zo uitkwam. Wat minder fanatiek dan zijn echtgenote, meer bezig met buitenlandse politiek. Zijn droom: Spanje als wereldmacht. Dat het meisje Isabella koningin van Castilië zou worden lag helemaal niet voor de hand. Niet omdat ze een meisje was – in Castilië gold de Salische wet niet volgens welke alleen mannelijke troonopvolgers in aanmerking kwamen – maar er waren andere kandidaten. Haar ruim 25 jaar oudere halfbroer Hendrik IV was koning van Castilië (‘de Impotente’). Deze Hendrik – impotent of niet – kreeg uit een tweede huwelijk toch nog een dochter: Johanna. Het kind kreeg de bijnaam ‘La Beltraneja’, genoemd naar Beltrán, de naam van een vooraanstaand hoveling in het gevolg van de koningin ... Naast Hendrik IV had Isabella nog een jongere broer, Alfonso, en daardoor kwam zij pas op de derde plaats. Johanna en degenen die haar beschouwden als wettige troonopvolgster werden op een zijspoor gezet door de aanhangers van Isabella; prins Alfonso stierf onverwacht op vijftienjarige leeftijd. Toen ook koning Hendrik onverwacht stierf werd Isabella ineens toch nog troonopvolgster.
Koning onderjurk Dat ze met Ferdinand van Aragón – erfprins van een minder belangrijk en kleiner koninkrijk – zou trouwen was al evenmin voor de hand liggend. Koningskinderen trouwden niet uit liefde: ze werden – soms nog in de luiers – uitgehuwelijkt aan allerlei politiek voordelige kandidaten, soms met bizarre leeftijdsverschillen. Traditioneel waren er hechte banden met het Portugese vorstenhuis. Het lag dan ook voor de hand dat daar een serieuze kandidaat gevonden zou worden. Portugal was rijk, had belangrijke gebieden in Afrika en een sterke vloot. Andere kandidaten, uit de adel of uit Europese vorstenhuizen, vielen allemaal af omdat ze voortijdig stierven of omdat de politieke wind weer eens draaide. De vader van Ferdinand zag een verbond met Castilië echter wel zitten en Isabella zelf had geen bezwaar. Maar er was nog een extra complicatie: Isabella en Ferdinand waren beiden telgen uit
verschillende takken van het geslacht Trastámara. Voor een huwelijk was er pauselijke dispensatie nodig. Ferdinands vader had zo’n formulier al geregeld: alleen de naam van de dame hoefde nog maar ingevuld te worden. Isabella en Ferdinand trouwden in 1469. Zij was 18, hij 17. Het huwelijkscontract was bizar: beide rijken behielden hun eigen wetten en gebruiken en zouden als zelfstandige staten voortbestaan. Ferdinand werd door zijn huwelijk slechts prins-gemaal, nooit koning van Castilië, zelfs niet na de dood van Isabella in 1504. Isabella zou nooit aan hem ondergeschikt zijn; er was een hele waslijst van beperkende bepalingen voor hem. Ferdinand heeft zich daaraan moeten onderwerpen. Isabella werd na de plotselinge dood van koning Hendrik IV in 1474 (5 jaar na haar huwelijk) overhaast tot koningin van Castilië gekroond. Beter gezegd: ze kroonde zichzelf. Ferdinand was er niet eens bij: hij was voor zaken in Aragón. Vijanden noemden hem ‘El Rey Jupón’ (koning onderjurk). Zo erg was het niet: beide partners deden waar ze goed in waren en werkten samen waar hun belangen gelijk op liepen, zoals bij de veldtochten tegen Granada en het beleid om Spanje te zuiveren van alle niet- christelijke elementen.
Pelgrimshospitaal In 1475 ging Isabella, vastend en gehuld in boetekleed, naar San Juan de Ortega, vermaard helper bij onvruchtbaarheid, omdat ze na zeven jaar huwelijk alleen nog maar 9 Jacobsstaf
De verschillende koninkrijken op het Iberisch schiereiland (1257-1492)
Geschiedenis & Cultuur een dochter had. Een jaar later werd haar enige zoon geboren. Hij werd Juan gedoopt: mogelijk vanwege de naam van de patroon, waarschijnlijker omdat allebei de opa’s zo heetten. Uit dankbaarheid liet Isabella naast de kerk van San Juan de kapel van Nicolaas van Bari bouwen. Daarna kwamen er nog drie dochters. In 1485 werd de vierde dochter Catarina geboren (het vijfde en laatste kind). In het jaar erna ondernam het koninklijk paar de tocht naar Santiago de Compostela. De voorbereidingen voor de laatste strijd tegen de Moren waren in volle gang. Aangekomen bij Jacobus deden ze de gelofte om er een groot pelgrimshospitaal te laten bouwen. Pas na de overwinning op Granada in 1492 – die een enorme buit opleverde – werd er met de bouw van dit Hostal de los Reyes Católicos
begonnen. De bouwers kregen van de paus een aflaat. Ook Ponferrada deelde in de rijkdom: daar verrees in 1498 het Hospital de la Reina. Jaren later, Isabella was al overleden, begon Ferdinand met de herbouw van het Hostal San Marcos in León, tevens hoofdkwartier van de Ridders van Santiago. Het werd pas voltooid door zijn kleinzoon Karel (Karel V). Er gebeurde veel tijdens de regeringsperiode van Ferdinand en Isabella: de definitieve overwinning op de Moren was niet het enige belangrijke feit. Columbus kreeg eindelijk toestemming om te proberen via het westen in China terecht te komen. China vond hij niet, wel de Nieuwe Wereld en daarvandaan bracht hij kostbare spullen en interessante gegevens mee terug. De middeleeuwen zijn voorbij, een nieuwe tijd is aangebroken!
(advertentie)
www.fiets-vervoer.nl Uw fiets retour vanuit Santiago de Compostela naar Nederland en België! In samenwerking met hotel México verzorgt Soetens Transport wekelijks het vervoer van fietsen en bagage vanuit Santiago de Compostela naar Vessem (bij Eindhoven). Vanuit het distributiecentrum leveren wij uw fiets door geheel Nederland en Vlaanderen thuis af. Wilt u een gedeelte van de route afleggen, of strandt u onderweg: ook dan verzorgen wij vervoer van uw fiets naar huis terug.
U betaalt voor stalling in Santiago de Compostela, vervoer naar huis en verzekering eenmalig ¤ 131,- incl btw. Wij verzorgen ook fietsvervoer vanuit Rome, Avignon en Girona. Tevens vervoeren wij uw fiets vanuit Nederland naar een door u opgegeven adres. Zie het nevenstaande kaartje voor ons hele werkgebied. Soetens Transport Tel: 0031(0)497-591673 Gsm: 0031(0)653713539 E-mail:
[email protected] www.fiets-vervoer.nl
Jacobsstaf 10
Tieleke Huijbers
Geschiedenis & Cultuur
I
Langs Spaanse Wegen
De Isabella-stijl: architectuur en kunst in een bijzonder tijdperk
In de nieuwe serie Langs Spaanse Wegen presenteren diverse auteurs boeiende en pr belangrijke onderwerpen uit de Spaanse geschiedenis en cultuur. Elk onderwerp wordt geïllustreerd met voorbeelden, zoals je die ziet langs de diverse Spaanse pelgrimswegen. De belangrijkste kunststromingen in Spanje zullen zo aan bod komen. In deze eerste aflevering doorkruist Tieleke Huijbers Spanje op zoek naar de Isabella-stijl.
De jonge koningin Isabella van Castilië wordt eind vijftiende eeuw steeds machtiger. Het lukt haar belangrijke tegenstanders uit te schakelen, maar het feest begint pas goed in 1492: Granada, het laatste Moorse bolwerk, wordt eindelijk ingenomen. Spanje is één rijk, verbonden door het katholieke geloof. Moren (moslims) en Joden doen er, ondanks fraaie beloften over godsdienstvrijheid, maar beter aan uit Spanje te verdwijnen. Columbus komt terug van een spannende reis naar het westen, niet alleen met sterke verhalen maar ook met bewijzen. Daarginder is er wel degelijk nieuw land en dat levert nieuwe onderdanen op en waardevolle producten. En goud … De stemming is feestelijk en optimistisch en dat weerspiegelt zich in een uitbundige overgang van middeleeuwen – de gotiek – naar een nieuwe tijd: de renaissance. De artistieke ontwikkeling in Spanje is nauwelijks vergelijkbaar met die in de omringende landen, daarom hanteren we er ook
Afb. 1: Gevel van Colegio San Gregorio, Valladolid. Foto: Tieleke Huijbers
11 Jacobsstaf
Geschiedenis & Cultuur
Afb. 2: Gevel van Universiteit van Salamanca.
een andere term voor: ‘Isabella-stijl’. Die is dan weer te verdelen in twee fasen: een laatmiddeleeuwse versie, gótico Isabelino, gevolgd door een renaissanceversie, plateresco.
Kenmerken ‘Stenen filigrain’ (of ‘stenen tapijt’) is een aardige omschrijving voor de laatste uitingen van gotiek. Wat je ziet is een overdadige mix van Vlaamse en Franse gotiek met Italiaanse en Moorse elementen: spitsbogen, accoladebogen, geknikte bogen, combinaties hiervan en plantenvormen die over de gevel kruipen als woekerplanten (afb. 1). Dit alles bevolkt door figuren van heiligen, historische en mythologische personen, fantasiewezens en dieren. Heraldische motieven moeten ons herinneren aan wereldlijke en
Foto: Tieleke Huijbers
religieuze machthebbers. Iedere vierkante centimeter wordt benut. De belangrijkste kunstenaars van deze periode – Juan Guas, Juan en Simón de Colonia, Gil en Diego de Siloé en nog anderen – kwamen overigens uit het noorden: uit Vlaanderen, Noord-Frankrijk en Duitsland. Ze vonden in het Spanje van de Katholieke Koningen voldoende werk, trouwden er met Spaanse schonen, ‘verspaansten’ hun naam en werden beroemd. Vanaf 1500 worden er meer invloeden zichtbaar vanuit het renaissancistische Italië: de spitsbogen maken plaats voor rondbogen en een op het eerste gezicht rustiger aandoende horizontaal-verticale ordening: muurvlakken, van elkaar gescheiden door horizontale lijsten en sierlijke pilasters (platte zuiltjes) met kapitelen in de stijl van de klassieke oudheid (afb. 2). Maar nog steeds groeien de – nu symmetrische – rankendecoraties uitbundig over de gevel. Zo fijntjes en sierlijk gemaakt dat het lijkt of een edelsmid er de hand in heeft gehad. Daarom heet deze variant plateresco: platero is Spaans voor zilversmid. In de beeldende kunst – waarbij het vooral gaat om altaren en grafmonumenten – zijn de sleutelwoorden eveneens: rijkdom en overdaad, weelde, uitbundige plantaardige decoraties, grote aantallen luxueus geklede personages, gebruik van kleuren en bladgoud. Langs verschillende camino’s zijn prachtige voorbeelden van de Isabella-stijl te vinden.
Ruta del Sureste en Camino de Levante De kerk van San Juan de los Reyes in Toledo is het eerste monument waar de gótico Isabelino te zien is. Deze koninklijke kerk, bedoeld als grafkerk, werd op last van Ferdinand en Isabella gebouwd uit dankbaarheid na een belangrijke overwinning op een PortugeesCastiliaans leger bij de stad Toro (1476). Hoog op een rots boven de Taag, midden in de joodse wijk, staat een werkelijk majestueuze kerk met klooster. De franciscanen hebben er de leiding. Zij stonden bij de koningen in hoog aanzien omdat zij de grootste ijveraars waren voor de katholieke zaak. De monniken zullen heel wat kaarsen opgestoken hebben voor de goede afloop van de veldtocht tegen Granada. En ook voor de verdrijving van de moslims uit het Heilige Land: een volgend punt op de agenda. Overal zie je gebeeldhouwde initialen van Ferdinand en Jacobsstaf 12
Afb. 3: Stenen kantwerk: detail Colegio San Gregorio, Valladolid. Foto: Tieleke Huijbers
Isabella, de middenkoepel wordt gevormd door een prachtig stervormig gewelf en in het kloosterpand zijn vooral de grillige boogvullingen heel bijzonder.
Of iemand met een reusachtige haaknaald aan het werk is geweest Camino de Madrid Het Colegio de San Gregorio in Valladolid (afb. 1) is het mooiste en meest duidelijke voorbeeld van de gótico Isabelino. Valladolid was lange tijd de hoofdstad van Castilië. Ferdinand en Isabella zijn er getrouwd, stiekem, in een privéhuis want de heersende koning, Isabella’s halfbroer Hendrik IV, was tegen. Het Colegio was een door dominicanen geleide theologische school, gebouwd in opdracht van de biechtvader van Isabella. De ingangsgevel lijkt op een reusachtige banier. In het centrale paneel, begrensd door uitbottende boomstammen, groeit uit een waterbekken een ‘boom der kennis’ maar dan met granaatappels aan de takken (de gevel 13 Jacobsstaf
werd voltooid na de val van Granada en de granaatappel is het symbool van die stad). Tussen de takken en in het waterbekken dartelen engeltjes en boswezens in een diversiteit die in het paradijs niet zou misstaan. Boven in de boom is een wapenschild van Ferdinand en Isabella prominent aanwezig; de brullende gekroonde leeuwen die het vasthouden benadrukken het belang ervan. Over de hele gevel verspreid staan tal van heiligen, bosmensen, gewapende helden en dieren. Langs de grote geknikte boog boven de ingang en langs de dakrand lijkt het of iemand met een reusachtige haaknaald aan het werk is geweest: het lijkt geen steen maar kantwerk (afb. 3). De patio heeft sierlijk gedraaide zuiltjes en vooral de boogvullingen op de verdieping zijn van een creatieve gekunsteldheid. Het Colegio heeft een kerk, gewijd aan SintPaulus de Heremiet. Aan de gevel zie je de overgang van gotiek – het grote rozetraam – naar plateresco: de afgeronde boog boven de ingang en de regelmatige verdeling van de gevel boven het rozetraam verwijzen naar nieuwe opvattingen.
Camino Francés Halverwege Logroño en Santo Domingo de la Calzada arriveert de pelgrim in Nájera. De Moeder Gods had – in een verschijning aan
Geschiedenis & Cultuur
Afb. 4: Middenkoepel (‘cimborio’) kathedraal van Burgos. Foto: Tieleke Huijbers
een lokale prins – persoonlijk te kennen gegeven dat ze juist hier een kerk wilde. De gotische Santa Maria la Real is mooi, met een reusachtig gouden altaar, maar in het Claustro de los Caballeros, het bijbehorende kloosterpand, weet je niet waar je moet beginnen met kijken. In de bogenvullingen zitten monsters en mensen elkaar achterna in onontwarbare knopen. Prachtig is het spel van licht en schaduw als de zon er doorheen schijnt. In Burgos aangekomen is het kartuizerklooster van Miraflores een heel mooi voorbeeld van de Isabella-gotiek. Het staat op de plaats waar de grootvader van Isabella een paleis had. Haar ouders bouwden daar een klooster en kozen de kerk als laatste rustplaats. Beiden zijn, omgeven door allerlei heiligenfiguren, liggend weergegeven op een sokkel in de vorm van een achtpuntige ster. Het witte marmer is zo mooi gepolijst dat hun huid bijna doorschijnend lijkt. Links hiervan knielt prins Alfonso, Isabella’s jong gestorven broer. Het borduurwerk op de Jacobsstaf 14
mantel van de jongen en de plantaardige omlijsting van de nis zijn verbluffende staaltjes van ‘stofuitdrukking’. De beeldhouwer, Gil de Siloé (misschien uit Antwerpen afkomstig), was een meester in zijn vak. Hij tekende ook voor het enorme (10 bij 10 meter grote) gepolychromeerde en vergulde houten retabel. In door fijnmazig snijwerk omgeven nissen worden het leven van Jezus en theologische thema’s geïllustreerd. Een groot medaillon met een kruisiging vormt het centrale deel. Het aantal beelden en beeldjes is niet te tellen. Jacobus komt er drie keer in voor: links onderin als patroonheilige bij de geknielde gestalte van koning Juan, rechts, staand tegen een van de kolommetjes met hoed, staf en tas in een rijk, bijna vorstelijk gewaad, en bij het Laatste Avondmaal, met – een tikkeltje anachronistisch – de schelp al op zijn hoed! Als je je ogen vervolgens nog wat meer naar boven laat dwalen, lijken in het schemerige licht de gewelfribben wel gekantklost. In het centrum van Burgos staat de kathe-
draal. Boven in de middenkoepel straalt een lichtende ster, bestaande uit een fijn netwerk van kleine bladachtige openingen. Van buiten lijkt deze toren, het cimborio, opgebouwd uit alleen maar torentjes en ranken (afb. 4). Achter het koor bevindt zich de Capilla de los Condestables, de grafkapel van de gouverneur van Isabella en zijn vrouw. Ze liggen in vol ornaat in glanzend gepolijst wit marmer op een lage sokkel. Boven hen valt licht door een ingewikkeld stervormig gewelf. Bij leven woonden zij in een prachtig stadspaleis: het Casa del Cordón, zo genoemd vanwege een decoratie rond de poort in de vorm van het koord van een franciscaner pij. Hier logeerden Ferdinand en Isabella als ze in de stad waren en hier ontvingen zij Columbus na zijn tweede reis. Helemaal aan het einde van Burgos vond de pelgrim een gastvrij onthaal in het reusachtige Hospital del Rey, waar Jacobus hem vanaf zijn troon boven de Puerta de Romeros verwelkomt. Die poort is er nog en aan de ronde ingangsboog, het driehoekige timpaan en de smalle pilasters herken je de platerescostijl. Het fijne kantwerk tussen kleine torentjes langs de bovenkant van de muren verraadt nog gotische invloed. In León, een stuk verder op de camino, staat
Afb. 5: Portretmedaillon met Ferdinand en Isabella, Universiteit van Salamanca. Foto: Tieleke Huijbers
15 Jacobsstaf
het Hostal de San Marcos, in de twaalfde eeuw gesticht als veilig toevluchtsoord voor alle ‘armen van Christus’, waaronder ook de pelgrims gerekend werden. Het werd de hoofdzetel van de Orde van Santiago maar tegen de zestiende eeuw was het zo bouwvallig geworden dat het moest worden afgebroken. Dankzij een ruimhartige donatie van Ferdinand en Isabella werd het weliswaar weer herbouwd, maar daar ging de nodige tijd overheen. Het was hun kleinzoon Karel (voor ons de vijfde in de rij, voor Spanje pas de eerste) die ermee begon en het werd in 1541 ingewijd. Sommige delen zijn zelfs van nog later tijd. Strikt genomen valt dit majestueuze bouwwerk – met uitzondering van de kapel – dan ook niet onder de Isabella-stijl: het mist in al zijn grootsheid het sierlijke van de late gotiek en de plateresco. Het Hostal de los Reyes Catolicos in Santiago de Compostela is daarentegen wel een mooi voorbeeld van plateresco. Dat wil zeggen: de poort. Ferdinand en Isabella besloten tot de bouw in 1492, na de val van Granada en na de terugkeer van Columbus. Het was onderdeel van een groots opgezet programma om de infrastructuur voor de pelgrims te verbeteren. Prettige bijkomstigheid: het zou duide-
Geschiedenis & Cultuur
Afb. 6: Zoek de kikker: detail Universiteit van Salamanca. Foto: Tieleke Huijbers
lijk hun geloofsijver, hun macht en hun rijkdom tonen. Maar de bouw van dit luxehotel voor pelgrims (alle denkbare voorzieningen waren er, je mocht er zomaar drie dagen blijven, in de winter zelfs vijf, en alles was gratis) begon pas in 1502 en duurde tien jaar. De poort doet denken aan een triomfboog in Romeinse stijl met links en rechts portretmedaillons van het koningspaar. Tussen pilasters opzij staan beelden: Adam en Eva, Johannes de Doper en andere heiligen. Aan de sierlijke rankenversieringen op pilasters en muurvlakken herken je het stenen edelsmeedwerk. In het midden, boven de rij apostelen, bevindt zich het raam van de Aposento Real, het koninklijke logeervertrek.
Via de la Plata Het allermooiste en ook het allerduidelijkste voorbeeld van plateresco is de hoofdgevel van de Universiteit van Salamanca. Deze universiteit is de oudste van Spanje. Ze was al in de twaalfde eeuw gesticht en kreeg in de dertiende eeuw koninklijke en pauselijke status. In het tijdperk van de katholieke koningen, toen aanvaringen met Joden en moslims aan de orde van de dag waren en er allerlei vernieuwingsprocessen op gang kwamen, was er grote behoefte aan kundige Jacobsstaf 16
ambtenaren, theologen en juristen en juist hierin was de universiteit van Salamanca zeer gerenommeerd. Columbus moest hier voor een college van geografen komen uitleggen waarom hij per se naar het westen wilde zeilen … Het ‘veld’ van de gevel – vergelijkbaar met een tapijt, zoals dat bij feesten over de balkons werd gehangen – is keurig in vakken verdeeld door horizontale en verticale lijsten. Onderin bevindt zich een beroemd portretmedaillon met Ferdinand en Isabella. De Griekse tekst eromheen luidt: ‘de koningen voor de universiteit en deze voor de koningen’. Hun portret is ‘in de bloemetjes gezet’ met ranken ernaast (afb. 5). In de verdieping erboven prijken – tussen de planten – pontificaal drie wapenschilden van de Spaanse en Habsburgse koningshuizen, en helemaal bovenin, uitgevoerd in een wat zwaardere, latere stijl, troont tussen plantenstengels een niet nader te duiden pauselijke figuur: de kerkelijke macht voert letterlijk de boventoon. De gevel wordt bovenaan afgesloten met torentjes en krullende ranken. Vaak zie je hier kleine samenscholingen: mensen praten met elkaar, wijzen in de lucht, knikken of schudden van nee. Waar hebben zij het dan over? Ze zoeken de kikker! Er-
gens verstopt tussen de weelderige decoratie zit een gebeeldhouwde kikker bovenop een doodshoofd en wie die – maar wel op eigen kracht! – vindt hoeft zich geen zorgen te maken over zijn intelligentie of het verloop van zijn studie (afb. 6). In Salamanca zijn nog veel meer mooie voorbeelden van de Isabella-stijl: de gevel van de Cathedral Nueva, de hof van de Escuelas Menores, de San Estebankerk, het klooster van las Dueñas en het Casa de las Conchas.
Camino Mozárabe Tot slot: de Capilla Real naast de kathedraal van Granada is een prachtig voorbeeld van Isabella-gotiek. Wilden Ferdinand en Isabella zich aanvankelijk laten begraven in de San Juan de los Reyes in Toledo, na de val van Granada was deze plaats natuurlijk veel symbolischer. Op witmarmeren pronkgraven in Italiaanse stijl rusten de beeltenissen van Ferdinand en
Isabella. Plus die van hun dochter Johanna (de Waanzinnige) en haar man Philips de Schone, omringd door vele heiligen en voorsprekers. Hier ‘slapen zij, maar in de crypte eronder zijn ze, in eenvoudige loden doodskisten, écht dood’ (vrij naar Cees Nooteboom). Daar staat ook het kleine doodskistje van prins Miguel, de eerste kleinzoon. Hij werd maar twee jaar oud … Na de dood van Isabella is het afgelopen met het feest. In de loop van de zestiende eeuw, tijdens de regering van Karel en zeker van diens zoon Philips II, zijn de zorgen groot. De uitbundige en sierlijke plateresco wordt dan ingewisseld voor een strenge, dogmatische en zeer sobere vorm van renaissance die veel meer op de klassieke Italiaanse opvattingen is gebaseerd en die bekend is geworden als Herrera-stijl. Herrera was de architect van Philips II en de bouwmeester van het Escorial. Wat een verschil in stijl …
(advertentie)
Begeleide wandelingen naar Santiago de Compostela Mieke Schrieks Ga de uitdaging aan! Etappes van 1 tot 6 weken Wandel- en bagagetips Spaanssprekende gids Afstanden 10 tot 15 km of 20 tot 25 km per dag reizen.inbalansopweg.nl
[email protected]
17 Jacobsstaf
Pelgrimeren
Bram van der Wees
Noord-Frankrijk, geen doorkomen aan?
I
In Jacobsstaf 102 beschrijft Stan Morre zijn ve vergeefse pogingen om gemakkelijk en goedkoop door België en Frankrijk te komen. Een jeugdherberg blijkt vol, het klooster is gesloten, en het hotel kost 80 euro. Teleurgesteld pakt Stan de trein naar Saint-Jean-Piedde-Port waar hij zich onderdompelt in een warm bad van medepelgrims en geniet van goedkoop onderdak. Is de tocht door NoordFrankrijk werkelijk zo verschrikkelijk? We kregen veel reacties. Michel Henk onderschrijft de problemen. Na tochten vanuit Roncesvalles en Sevilla wilde hij voorjaar 2014 zijn pelgrimsleven bekronen met een tocht van huis uit. ‘Ik wist al dat lopen via België naar Rocroi en Vézelay zonder tent niet te doen was door het ontbreken van overnachtingsmogelijkheden. Dus dan maar via de Eifelsteig en de Josef-SchrammWeg naar Trier en van daaruit via de Jacobs-
Je bent een pelgrim en moet leren voor jezelf te zorgen weg naar Vézelay.’ In Duitsland waren veel hotels in april nog gesloten of volgeboekt. ‘De meeste prijzen liggen rond de 50 euro. Bussen rijden er niet, dus moet je soms een taxi nemen om een onderdakplaats te bereiken. Dit is een dure wandeling, bovendien loop je Jacobsstaf 18
er helemaal alleen. Ik ga eerst eens informeren hoe de situatie vanaf Vézelay is. Anders sla ik Frankrijk maar over.’ Ook Jan Legters (juni 2014) is niet positief gestemd. Hij liep van Dinant via Vézelay naar Bergerac. ‘Ik was teleurgesteld in de eenzaamheid, de lege dorpen zonder voorzieningen, verdwenen refugio’s. Het eten is vaak een probleem. Verder is de route saai door de eindeloze bosgebieden en vraagt hij veel doorzettingsvermogen.’ Pelgrims moeten zich daar mentaal goed op voorbereiden, vindt Jan. ‘Ik heb ook overwogen om de trein naar Spanje te pakken. De lange etappes tussen slaapmogelijkheden, de soms erg dure hotels, de zware omgeving en de eenzaamheid vragen om een bewuste keuze voor Frankrijk tot Périgueux.’
Jacobus helpt! Edith van Weel liep in 2012 door NoordFrankrijk en vindt het een prachtige streek, waar veel moois te zien is en waar de geschiedenis van de wereldoorlogen tastbaar is door de vele monumenten voor de gevallenen. De streek heeft wel iets desolaats, doordat veel mensen uit de kleine dorpjes zijn weggetrokken. Daarom is het zaak om altijd proviand bij je te hebben, want de garantie dat er in een dorp een kroeg of winkel zit, is er niet. Maar er is veel rust en ruimte en het is heerlijk wandelen langs de rivieren. Zij vond altijd onderdak. ‘En als je helemaal hopeloos bent, ga dan op een terras of een bank bij de kerk zitten met je jakobsschelp in het zicht, kijk naar boven en vraag aan Jacobus of hij je kan helpen! Dit klinkt mis-
schien raar, maar Jacobus heeft mij echt elke keer geholpen. Zo was er een lieve vrouw uit Le Douet die mij redde uit een gehucht waar eten noch slaapgelegenheid was. Ze leerde mij: Vertrouw op de sterren, je loopt tenslotte de sterrenweg.’ Maar er was nog een wijze les. ‘In het gehucht Noyelles-sur-Sambre was alleen een kroeg met bier. Een uur verderop was een camping. De baas wees me waar ik mijn tent kon opzetten. Die had ik dus niet. Ik kon wel overnachten in een heel oude caravan. Ik vroeg waar ik eten kon kopen. Hij keek mij aan en zei: “Jij bent een pelgrim en moet leren voor jezelf te zorgen.” Gelukkig had ik altijd een noodrantsoen bij me: een mueslireep, wat nootjes en een blikje cola. Met een droog bed was de dag weer goed. De volgende dag, na een overheerlijke marsreep en een beker water heb ik een stempel in mijn credencial gekregen, vijf euro betaald voor de overnachting en de man hartelijk bedankt voor de wijze les: Zorg goed voor jezelf.’ Bonjour madame André Bibo liep in 1995 in zijn eentje naar Santiago, langs een rechte lijn door Frankrijk via Amiens, Chartres, Tours, Poitiers,
Angoulême naar Saint-Jean. ‘Ik nam mijn tentje mee en ben overweldigd door de gastvrijheid van de Fransen. Eenmaal slechts werd mij een plek geweigerd. Meestal stond de vrouw mij als eerste te woord, daarop werd de man geraadpleegd, die toestemming gaf. Vrijwel dagelijks kreeg ik eten aangeboden of werd ik in huis uitgenodigd. Meer dan eens mocht ik in huis slapen of gebruikmaken van de badkamer. Op advies van mijn vrouw zorgde ik ervoor dat ik er verzorgd uitzag, dat is de eerste indruk. Mijn trouwring was vaak aanleiding voor vragen naar mijn thuissituatie, relatie, kinderen, werk. Dan was het ijs gebroken. Daarna ging het over mijn reisdoel en de verschillen tussen onze landen. Mijn beheersing van het Frans was van mulo-niveau, maar mijn woordenschat werd door de gesprekjes dagelijks verrijkt. Belangrijk was dat ik wist hoe het gesprek aan te vangen. Als Nederlander ben je al gauw te direct. Altijd eerst groeten: “Bonjour madame, monsieur”, en dan pas vragen: “Wilt u mij helpen?” Ook werd ik gastvrij onthaald in pastorieën, kloosters en zelfs in een verpleeghuis. Ik kreeg daar een bed op een zespersoonsslaapzaal voor heren. “Ils ont perdu la tête”, werd 19 Jacobsstaf
Noord-Frankrijk: barrière of paradijs van rust en ruimte voor de pelgrim? Foto: Jasper Koedam
Pelgrimeren
ik in 1994 een tentje bij me. Meestal keek ik in een dorp of er een huis was met een flink grasveld en vroeg dan of ik daar een nachtje mocht staan. Dikwijls mocht het wel. Soms kreeg ik zelfs iets te drinken, een maaltijd of gebruik van een douche aangeboden. Maar in Frankrijk is het ook toegestaan om één nacht zomaar ergens je tentje neer te zetten. Hoewel dit voor mij als vrouw alleen niet erg aantrekkelijk leek, heb ik het wel enkele keren gedaan. Zonder problemen.’
Onderdak is er altijd. Foto: Edith van Weel
mij verteld, met het advies om mijn rugzak onder het bed te leggen. En daarbij de waarschuwing mijn schoenen aan te laten bij toiletbezoek. De heren piesten ook wel eens buiten het potje ...’
Wildkamperen Ida Blok deelt de ervaring van André: ‘NoordFrankrijk is vaak niet makkelijk. Daarom had
Tips voor onderdak 1. Bedenk of je op je route familie, vrienden of kennissen hebt. 2. Vraag bij het genootschap de lijst ‘Pelgrims voor pelgrims’ met adressen van medepelgrims waar je kunt logeren. 3. Zoek op internet naar pelgrimsherbergen en jeugdherbergen. 4. Bestudeer de websites van de Jacobsverenigingen; vaak vind je daar adreslijstjes. 5. Word lid van Vrienden op de Fiets. 6. Zoek onderweg op Google: tik in ‘overnachten’ plus de plaatsnaam. 7. Trakteer jezelf soms op een hotelletje. Als dat 50 euro kost, geniet er dan ook bewust van. 8. Op veel campings kun je overnachten in een leegstaande caravan. 9. Kijk in Frankrijk bij de kerk; vaak heeft men een opvang voor mensen in nood, die ook voor pelgrims beschikbaar is. 10. Op kerkdeuren staat het adres van de plaatselijke contactpersoon van St. Jacques. 11. Laat weten dat je onderdak zoekt: meld je in de bar, buurtwinkel of bij het gemeentehuis, de mairie. 12. Maak gebruik van de mensen waar je logeert en vraag waar je de volgende dag terecht zou kunnen. Vaak willen ze wel voor je bellen. 13. Zorg dat je er verzorgd uitziet. 14. Gedraag je als gast; wees geïnteresseerd en vertel over je tocht. 15. Zorg dat je een beetje Frans spreekt: volg een cursus of kijk nog eens een oud leerboek in; wees niet bang fouten te maken. 16. Fransen hebben een enorme bewondering voor ‘les pélèrins de Compostelle’. Maak gebruik van hun interesse om contact te leggen en te informeren naar onderdak. 17. Bedank altijd beleefd: ‘Merci, monsieur, madame, pour la hospitalité’.
Jacobsstaf 20
De goede route Inmiddels is het ook in Noord-Frankrijk drukker geworden, zo merkte Tineke ten Bulte. ‘Ik vertrok al op 1 februari en werd gewaarschuwd dat ik zo vroeg geen anderen zou ontmoeten. Tot mijn verrassing ontmoette ik in België al medewandelaars en het vinden van slaapplaatsen was nimmer een probleem. Tijdens mijn hele tocht heb ik maar één keer in een hotel moeten slapen, omdat er geen andere mogelijkheid was. Ook ik hoorde veel andere verhalen en mijn medetochtgenoten in België en Frankrijk verwonderden zich daarover. Wij kwamen tot de conclusie dat de gekozen route het belangrijkst is. De langeafstandspaden zijn wellicht erg mooi, maar geven minimale mogelijkheden en informatie voor overnachtingen; dit in tegenstelling tot de gidsen die een Jacobsweg beschrijven, zoals de Vlaamse gids van de Via Monastica. Een prima boekje met goede kaarten en volop informatie over pelgrimsadressen, kloosters en ander onderdak. Ik kon vaak kiezen uit meerdere mogelijkheden. In de kloosters, zoals in Dinant, kom je ook al andere Santiagogangers tegen. Duitsers kiezen er ook voor om via België te lopen, omdat de kosten in Duitsland veel hoger zijn dan in België en Frankrijk. De routegids van de Via Campaniensis (van de Ardennen naar Bourgondië) en de adreslijsten van de Amis de St. Jacques hebben steeds voor goede en betaalbare plekken gezorgd. Opvallend was dat we elkaar onderweg wel tegenkwamen, maar vaak niet op dezelfde plek overnachtten, juist omdat er zoveel mogelijkheden waren. Zo wordt de reis door België en Frankrijk geen onneembare barrière, maar een schitterende belevenis met ongekende contacten, verrassende slaapplaatsen en heerlijke maaltijden.’
Tineke ten Bulte
Pelgrimeren
Het moeten, het móeten
N
Na d de rust en kameraadschap in Frankrijk Tineke ten Bulte in Saint-Jean-Pied-deliep ep T Port tegen een muur van drukte op: rijen mensen, nervositeit, herrie. Als geboren en getogen Amsterdamse is zij best wel wat gewend, maar na twee weken merkt ze dat het niet de drukte is die haar rust verstoort, maar de druk die zij dagelijks ondervindt. Saint-Jean-Pied-de-Port. Van tevoren had ik hier een rustdag ingepland, maar ik liep direct tegen het probleem aan dat je niet twee nachten in de refuge mag blijven. Gelukkig vond ik begripvol onderdak bij Beilari (de voormalige herberg L’Esprit du Chemin), waar ik twee nachten kon blijven. Eindelijk een rustdag, overdag heerlijk stil in de verlaten herberg. ‘s Avonds kwam de drukte, maar de onrust werd veroorzaakt door de gesprekken: hoeveel kilometer loop je per dag; joh, dat is veel te weinig; red je het dan wel binnen de afgesproken tijd; enzovoort. Deze gesprekken maakten dat sommigen stilletjes in een hoekje gingen zitten. De druk was hen nu al te groot.
Herberg Aterpea, Roncesvalles: Gij zult pelgrimeren!
Roncesvalles Veel mensen, maar ook hier is de druk vele malen groter dan de drukte. Ik kreeg een bonnetje met tijdstip wanneer ik moest eten. Maar ik
Foto: Joke van der Wees
21 Jacobsstaf
ging eerst naar de mis; die was nog lang niet afgelopen, maar het eten begon al. Dat leidde tot onrust in de banken, mensen die weggingen en ook ik verliet na 15 minuten toch maar de mis. Het restaurant was overvol en ondanks mijn bonnetje kreeg ik geen plekje meer. Zo veroorzaakt de organisatie druk. Gelukkig mocht ik met zes anderen eten in het hotel. De volgende morgen. Om 6 uur gaat het licht aan. Waarom? Omdat je wordt geacht voor 8 uur weg te zijn. Maar daar heb ik toch geen twee uur voor nodig! Nee, het licht gaat zo vroeg aan voor de mensen die vroeg weg willen. En omdat de eerste pelgrims al weer om 11 uur voor de deur staan. Dat is druk en geen drukte.
Jagen Later werd dit nog erger en tegelijk ook hilarisch. Storm, regen, wind, hagelbuien – en toch om 4 uur ‘s nachts op weg gaan. Dat is onverantwoord en niet nodig. De drukte ontlopen lukt best als je wat later weg gaat, maar de druk ontlopen is onmogelijk. Als je om 7 uur nog in bed ligt komen de hospitalero’s vragen wat je mankeert. Ik weet van een Engelsman die geprobeerd heeft zo lang mogelijk te blijven liggen; zijn record staat op half acht. Zo hoort het Rustdagen in refugios zijn onmogelijk. Waarom? Omdat het zo hoort. Maar 15 kilometer lopen op een dag? Anderen snoeven dat zij elke dag 30 tot 40 kilometer lopen. ‘Ben je al zo lang onderweg, dan heb je ook niet snel gelopen!’ Bij een herberg lopen ze door, omdat het ‘binnen te druk is’. Om 11 uur een sms’je: ‘Ik heb een slaapplek, heb jij al iets? Nog niet, dan mag je wel opschieten’. De camino gaat echt niet ten onder aan zijn succes of aan de drukte. Er komen genoeg nieuwe slaapplaatsen en andere routes bij. Maar het moeten, het móeten, brengt de camino pas echt in gevaar.
Coen Rams
Het genootschap
Pelgrimeren door Limburg Najaarsbijeenkomst in Roermond
O
Op p zzaterdag 8 november 2014 heet de regio Limburg u van harte welkom in Roermond Lim Limb voor de najaarsbijeenkomst van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob. Met een gevarieerd programma nemen we u graag mee op pelgrimage door de provincie Limburg. De dag wordt Limburgs ingekleurd door lezingen, verhalen, muziek, een stadswandeling, de film Pelgrimeren door Limburg en de Broederschap St. Jacobus. De dag wordt gehouden in het Bisschoppelijk College Broekhin te Roermond.
Roermond: de Stenen Brug.
In de middeleeuwen was Roermond een belangrijk knooppunt van wegen waar handelaren, legereenheden en pelgrims langs trokken. De stadsheiligen van Roermond, Jacobus en Christoffel, zijn beschermheiligen van onder andere reizigers. Van 1357 tot 1786 kende de stad het bestaan van een Jacobusbroederschap. In de Jacobskapel van de Sint-
Foto: Coen Rams
Jacobsstaf 22
Christoffelkathedraal bewaart men een armreliek van deze heilige (zie pagina 38). Onder de sacristie van de kathedraal kunnen pelgrims op weg naar Santiago gebruik maken van de refugio (zie pagina 42). Vanaf de kathedraal brengt het Jacobspad de pelgrim over de Stenen Brug naar Voorstad SintJacob en passeert hij de aan de dienst onttrokken kleine Jacobskerk, het ‘Witte Kerkje’.
Lezing ‘Het geschenk van Compostela’ De najaarsbijeenkomst wordt geopend door schrijver en filosoof Govert Derix, die twee jaar geleden de Camino Francés liep zonder de bedoeling er een boek over te schrijven. Toch ligt er nu de roman Gods geschenk (zie pagina 31). Daarin komen twaalf cruciale wegen naar Compostela voorbij en is er een bijzondere rol weggelegd voor een mysterieuze dertiende weg. Bovendien wordt de camino in verband gebracht met de liefde voor muziek en de mogelijkheid van een nieuwe economische orde. De camino als weg uit de crisis? In Gods geschenk lijkt het zomaar mogelijk. Speciaal voor de landelijke bijeenkomst houdt Govert een voordracht waarin hij onderzoekt hoe ieder individu, ieder tijdperk, iedere cultuur, ieder conflict en misschien zelfs elke religie uit Compostela een eigen geschenk kan halen. Wat is de diepste betekenis van de weg voor onze tijd? Wat is die betekenis in het licht van de eeuwigheid? Wat zou het mooiste geschenk van Compostela kunnen zijn? Hoe kan het ons verder helpen op de weg van het dagelijks leven? Compostela als hartslag van een voortdurend proces van zelf(uit)vinding? Of, zoals het heet in Gods geschenk: ‘De weg is een weg van
vragen. Soms is het een mens gegeven een antwoord te vinden. Het is alsof je improviseert achter de piano en ineens, zonder dat je er naar zocht, de melodie van je leven vindt.’ De lezing van Govert Derix wordt ingebed met muziek van zijn broer Egbert, de veelvuldig bekroonde componist en pianist die onder andere samenwerkte en samenwerkt met de bands Supertramp en Marillion en met musicus Iain Matthews. Hoe de literaire en muzikale wegen van beide broers elkaar kunnen ontmoeten, dat gaan we ontdekken! Govert zal ook zorgen voor een slotwoord. Is er, aan het einde van die achtste november, iets te zeggen over een soort geschenk van Roermond? En welke klanken van Egbert zouden daar bij passen? Een slotakkoord in woord en muziek in wat een bijzondere bijeenkomst beloofd te worden. Tijdens de afsluiting worden twintig exemplaren van Gods geschenk verloot.
Stadswandeling Zowel ‘s ochtends als ‘s middags kunnen belangstellenden onder leiding van een gids een wandeling maken naar de Jacobuskapel in de Sint-Christoffelkathedraal en door de Voorstad Sint-Jacob met oude en nieuwe herinneringen aan Jacobus. Ook wordt de laat-romaanse Munsterkerk en de Caroluskapel van het vroegere kartuizerklooster bezocht. Deze activiteit neemt de hele ochtend of de hele middag in beslag. Broederschap St. Jacobus Oud-genootschapvoorzitter Tijs Dorenbosch, broeder van de Broederschap St. Jacobus, neemt u mee naar de Sint-Christoffelkathedraal. Samen met Spanje-kenner Herman Holtmaat, oud-bestuurslid van het genootschap, licht hij ter plekke een aantal interessante jacobalia toe: de Jacobskapel met daarin de armreliek van Jacobus, het Cruz de Ferro in het klein, de onlangs ingezegende glas-in-loodramen waarin levensloop en pelgrimeren centraal staan, maar ook de refugio. Aldus komen de activiteiten waar de Broederschap St. Jacobus nauw bij betrokken is tot leven. Ook zal worden ingegaan op de ontstaansgeschiedenis van de broederschap. Het Jacobspad Deze eeuwenoude pelgrimsroute door Limburg is voor vele wandelaars en fietsers het
Roermond: beeld van Sint-Jacobus door Dolf Wong. Foto: Coen Rams
eerste stukje van hun camino naar Santiago de Compostela. Anderen gebruiken deze route als voorbereiding op hun tocht of om kennis te maken met pelgrimeren. Met beelden, ondersteund door verhalen, wordt het Jacobspad aan u getoond. Van Millingen aan de Rijn, door het Duitse Reichswald, via Kevelaer en Straelen, treft de pelgrim bij binnenkomst in Nederland in Venlo in klooster Albertushof de refugio. Overnachten kan verder in de refugio’s van Roermond en Houthem-St. Gerlach. Limburg herbergt vele jacobalia en kent een afwisselend landschap.
Wat bezielt een mens om een voetreis te maken? Herman Verweij, schrijver, troubadour en voormalig stadsdichter van Venlo, stelt zich deze vraag. Hij is drieënhalve maand onderweg; als een slak met een huis op zijn rug. Een zich tergend langzaam verplaatsend stipje op de onmetelijke aardbol. Elke dag opnieuw ergens anders aankomen. Met kaarten, kompas en ‘kameraad zon’ zijn weg zoeken. Herman wandelt in zijn bijdrage van gebeurtenis naar gebeurtenis, van ontmoeting naar ontmoeting. Over openstaan, delen, warmlopen en omlopen. Over in balans blijven, een mond vol tanden, wandelen in de voetsporen van al die mensen die hem voor gingen. Met een verhaal, een lied en af en toe een gedicht, want op poëzie loop je lichter. Pelgrimspoëzie Herman Verweij zal samen met Egbert Derix op piano een aantal pelgrimsgedichten en -verhalen vertolken. Herman en Egbert wer23 Jacobsstaf
Het genootschap ken regelmatig samen, onder andere in het project Nijhoff Anders waarvoor Egbert muziek schreef bij het verhalend gedicht Awater van Martinus Nijhoff. Een uur genieten van dit bijzonder duo.
Sporen van een pelgrim Langs welke sporen gaat een pelgrim? Welke sporen laat hij achter? Welke sporen laat een pelgrimstocht in de pelgrim achter? Wat beweegt de klassieke bedevaartgangers en welke sporen laat dat in hen en in hun leefomgeving achter? Kortom: wat betekent het pelgrimeren voor de mens en zijn omgeving? Op deze vragen wil Henk Erinkveld ingaan vanuit diverse ervaringsvelden waar hij bij betrokken is. Hij is redemptorist en rector van Klooster Wittem in Zuid-Limburg, een pelgrimsoord van de H. Gerardus Majella. Henk is zelf een pelgrim. Na al in 1986 een deel van de camino te hebben gelopen is hij in 1993 vanuit Wittem te voet naar het graf van Sint-Gerardus gepelgrimeerd in het bergland ten zuiden van Napels, en in de jaren daarna in een aantal etappes verder naar Jeruzalem getrokken. Welke sporen laat het pelgrimeren in hem achter? Samen met twee andere pelgrims heeft hij in 1995 de Stichting Pelgrimswegen & Voetpaden opgericht: een stichting die nu bijna twintig jaar in Limburg eendaagse pelgrimswandelingen organiseert en ook wandelboekjes uitgeeft.
‘Burgos’ uit de schilderijenserie ‘On the road’ van Gerard Staals.
Agenda voor de Algemene Ledenvergadering op 8 november 2014 te Roermond Locatie: Bisschoppelijk College Broekhin, Bob Boumanstraat 30/32, 6042 EH Roermond Tijd: 11.15 – 12.15 uur Agenda 1. Opening door voorzitter Joost Bol 2. Mededelingen 3. Bespreken en vaststellen notulen algemene ledenvergadering d.d. 15 maart 2014 4. Begroting 2015 5. Wat het genootschap bezighoudt 6. Stand van zaken stichting Pelgrimsvrienden van Sint Jacob 7. Rondvraag 8. Sluiting Het bestuur nodigt alle leden van harte uit. Het is ook mogelijk alleen de vergaderstukken op te vragen (zie aanmeldingsformulier op website of adresdrager van de Jacobsstaf). André Brouwer, secretaris
Fietsen met een beperking In 2010 fietste Gerard Staals als verwoed nietfietser, maar wel met reuma en medicijnen, vanuit Grubbenvorst naar Santiago. Zijn reumatoloog raadde hem de zware tocht af. Maar de meer dan 2400 kilometers trappen bleken een heilzaam effect te hebben op zijn ziekte. Hoe kan dat? Hij schreef er in 2011 een boek over: On the road – een odyssee per fiets naar Santiago de Compostela. In datzelfde jaar startte hij met het schilderen van tien grote schilderijen over de camino. De serie is inmiddels voltooid. De camino blijft hem inspireren, want in 2013 fietste hij opnieuw naar Santiago. Dat leverde een film op. Enkele schilderijen en filmfragmenten zullen te zien zijn tijdens zijn presentatie. Organisch werelderfgoed: de camino anders bekeken Peer Boselie wandelde in de periode 20042012 met en zonder zijn gezin meerdere malen naar Santiago. In 2012 startte hij het inmiddels zeer succesvolle project De geheime tuinen van Sittard, waarin onder andere de religieuze en bedevaartgeschiedenis van de stad in groene elementen en verhalen wordt verteld. In 2015 wordt een bezinningstuin gerealiseerd, waarin ook aandacht zal zijn voor Sittard als onderdeel van de camino. Zijn tochten gingen over veel verschillende wegen, allemaal leidend naar Santiago. Iedere route, onder andere vanuit Sittard, Le Puy-enJacobsstaf 24
Velay, Lourdes, Granada, Oostenrijk of Portugal, bleek een eigen sfeer en eigen identiteit te hebben. ‘Wandeldruk’ versus eenzaamheid, infrastructuur, bevolking, wandelen met een grote groep, met kleine kinderen of helemaal alleen, verschil tussen Brazilianen en Japanners en kijken met de blik van een historicus leveren soms verrassende blikken op op dit organische werelderfgoed.
Jacobuskapel in Herten. Foto: Coen Rams
Onderweg zijn en bewegen Pastoor Jan Schafraad stelt dat: ‘Wie op bedevaart gaat/pelgrimeert verhoogt bewust/ onbewust de bereidheid tot het stellen van vragen en verlaagt daardoor (ongenuanceerd) oordelen. Tijdens een bedevaart leer je je lenzen schoon te maken en de afstand tussen de wereld en je geestelijke leven wordt groter. Daarmee is pelgrimeren een geaccepteerd instrument van bezinning! De centimeter die we opschuiven tijdens een tocht is niet uitsluitend een fysieke (FQ). Bij het gaan schuiven verstand (IQ) en emotionele (EQ) en spirituele intelligentie (SQ) ineen.’ Pianoklanken vergezellen de lezing. Overige lezingen en workshops Verder kunnen de aanwezigen kiezen uit een rijk aanbod aan andere lezingen en workshops. Beginnende wandelaars en fietsers kunnen met hun vragen terecht. Jaarlijks gaan oud-pelgrims als vrijwilliger (hospitalero voluntario) helpen in een pelgrimsherberg. In een workshop gaan hospitalero’s in op het hoe en waarom van hospitaleren. En wat u moet doen om als hospitalero aan de slag te gaan. Leden die als vrijwilliger hebben gewerkt, zullen u vertellen over hun ervaringen en uitleggen waarom juist zij dat hebben gedaan. Regioleden Angela Mol en Marijke de Koning vragen zich af of een vrouw alleen kan pelgrimeren en praten daarover als ervaringsdeskundigen. Pastor Wim Clout vertelt en laat zien hoe aan het Jacobspad in Herten een Jacobuskapel tot stand werd gebracht op een wel heel opmerkelijke plek. Matheu Bemelmans, voorzitter van de stichting Kruisen en Kapellen in Limburg, legt uit wat Limburg rijk is aan dit kleine religieuze erfgoed en wat de activiteiten van de vrijwilligersorganisatie er achter zijn.
De familie Beumers van wijndomein Kapelkeshof maakt sinds 2006 haar eigen wijnen. Ze vertellen u over hun wijn van Limburgse bodem.
Infomarkt De infomarkt biedt de gehele dag een gevarieerd aanbod aan informatie. Zo zijn onder andere de landelijke werkgroepen present en vindt men informatie over fiets- en wandelroutes, boeken en materialen, herbergen, pelgrimsreizen en caminokunst. De regio Limburg verheugt zich op uw komst naar Pelgrimeren door Limburg in Jacobusstad Roermond. Namens de werkgroep van de regio Limburg, Jan Houben, Paul Elshout, Luc Mol, Diny Vervoort, Wilma Boonstoppel en vele vrijwilligers.
Aanmelden voor de najaarsbijeenkomst kan via de adresdrager bij deze Jacobsstaf of via het formulier op Santiago.nl. Voor deelname aan de diverse programmaonderdelen moet u zich inschrijven.
Praktisch Bisschoppelijk College Broekhin ligt aan de Bob Boumanstraat 30/32, 6042 EH Roermond. Roermond is met de trein goed bereikbaar. Bij het station Roermond staat een pendelbus gereed om u naar de plaats van bestemming te brengen. U kunt de 2,3 kilometer vanaf station Roermond naar Broekhin ook te voet afleggen. Indien u met eigen vervoer komt, is er rondom de school gelegenheid om gratis te parkeren. Een routekaartje is te downloaden vanaf onze pagina’s op de website van het genootschap. 25 Jacobsstaf
Hein Dik
Motieven
W
Eerbetoon aan een Engelandvaarder
Wat motiveert m mensen om naar Santiago te pelg pelgrim pelgrimeren? Anne Neve ging op pad om de tocht van haar vader Arthur Neve af te maken, die zeventig jaar eerder in Saint-JeanPied-de-Port door Duitse soldaten werd gearresteerd. Hein Dik sprak met haar. ‘Pa, als ik ooit de Camino de Santiago ga lopen, wil ik starten op het punt waar u in 1942 gedwongen werd uw tocht af te breken. U bent helemaal van Zeeland, via België en Frankrijk naar de grens met Spanje gereisd. U staat in Saint-Jean-Pied-de-Port en wil via de Pyreneeën naar Spanje, dan pal naar het westen, naar de kust, waar u een boot naar Engeland wilt nemen om van daaruit te helpen Nederland te bevrijden van het Duitse juk.’ Met deze woorden vertelt Anne Neve uit Burgh-Haamstede haar vader dat ze van plan is zijn tocht van zeventig jaar geleden af te maken. Als het er echt van komt is de dochter 63, de vader bijna 90. Anne Neve: ‘Mijn vader is altijd mijn grote held geweest. We hadden een heel sterke band, alsof er een soort verbond tussen ons was. Hij heeft tot 1945 in het concentratiekamp Buchenwald gezeten. Hij was een bijzondere man die prachtig kon vertellen. Ook over Buchenwald vertelde hij vaak, terwijl veel mensen juist zwijgen over die periode. Maar hij vertelde alleen over de positieve dingen, zoals over de kameraadschap, over wat de gevangenen voor elkaar over hadden. Je kreeg bijna het idee dat het een fijn leven was geweest, maar zo jong als ik was, voelde ik aan dat dit niet klopte. Op een gegeven moment ontdekte ik een boek met foto’s: broodmagere mannen zag ik, in van die gestreepte pakken.
Met het plan om zijn tocht af te maken heb ik lang rondgelopen. De drang werd steeds sterker. Mijn zoon gaf me met Sinterklaas een boek over pelgrimeren naar Santiago. Ik wist toen dat het nu moest gebeuren, dat ik niet langer moest wachten. Ik ben me gaan voorbereiden. Ik liep dagelijks hier op het strand, of in het bos, maar geen grote afstanden, nooit meer dan 10 kilometer. Ik ben een vrouw die van mooie kleding houdt, hoge hakken, stijl. In een sportzaak kwam ik nooit. Aan bergschoenen moest ik niet denken, maar nu moest ik eraan geloven en ook zulke lompe schoenen gaan dragen.’
Engelandvaarders ‘Mijn vader was een jaar of 19 toen hij, samen met twee vrienden, op weg ging naar Spanje. Lopend zijn ze vertrokken. Af en toe konden ze een vervoermiddel regelen: een stukje met de trein, meerijden met een boerenkar, liften. Ze wilden zich aansluiten bij de Engelandvaarders om mee te vechten voor de bevrijding van Nederland. Toen ze met een bus Jacobsstaf 26
Anne Neve en haar vader.
De redactie wil graag meer mensen aan het woord laten over hun persoonlijke motief om naar Santiago te gaan. Wilt u uw verhaal kwijt, stuur dan een e-mail aan
[email protected], met een korte omschrijving van uw motieven.
de Pyreneeën wilden oversteken, stuitten ze op een groep Duitsers. Via de gevangenis van Bordeaux en Compiègne zijn ze op transport gesteld naar concentratiekamp Buchenwald. Hij heeft er tweeënhalf jaar gevangen gezeten. Een hel op aarde vond hij het. Toen mijn broer en ik groter werden, kregen we niet meer alleen de leuke verhalen te horen. De honger en de kou, moeten toekijken terwijl een vriend werd opgehangen. Toen hij een jaar of 50 was, kreeg hij last van het concentratiekampsyndroom. Daar is hij nog voor behandeld bij psychiater Jan Bastiaans. Het verleden van mijn vader was mijn motief om te gaan. Hij vond het heel mooi dat ik zijn tocht af wilde maken. Het greep hem aan: “Anne,” zei hij, “als je dit jaren terug had gedaan, was ik met je meegegaan …” Toen ik vertrok was het precies zeventig jaar geleden dat hij gevangen werd genomen. De tocht naar Santiago ging me makkelijk af. Fysieke klachten had ik niet. Ik leerde om alleen te zijn. Onderweg kwam één woord steeds sterker in mijn hoofd naar boven: vertrouwen. Vroeger was ik soms bangelijk, maar nu had ik vertrouwen; het gevoel dat ik beschermd werd. Het komt heus wel goed, wist ik, ik hoef nergens bang voor te zijn. Ik had het gevoel dat mijn vader bij me was. En vreemd genoeg voelde ik ook Jacobus die mij wenkte. Nogal hilarisch vind ik dat, want een zweverig type ben ik niet. Gemiddeld heb ik 27 kilometer per dag gelopen. Alles zat mee. Prachtig weer heb ik gehad.’
Onrust ‘Veel rust gunde ik mezelf niet, want ik had heel sterk het gevoel: ik moet door. Pas later, in
Santiago, realiseerde ik me de reden van mijn onrust. Ik ben op 6 juni aangekomen, dat is de datum van D-Day, maar het is ook de verjaardag van mijn vader. Hij werd die dag 90 jaar! In Santiago belde ik hem op: “Pa, ik ben er. Gefeliciteerd met uw verjaardag. Dit is mijn cadeau voor u.” Het eerste wat hij zei was: “Kom je nu naar huis? Ik mis je zo.” Ik heb het eerste het beste toestel naar Nederland genomen dat ik kon krijgen. De aankomst in Santiago was de schone voleinding. In de kathedraal omhelsde ook ik Jacobus en de tranen stroomden me over de wangen, wat ik van mezelf niet had verwacht. Toch voelde ik me dieper ontroerd bij het Cruz de Ferro. Meer dan ooit wist ik: mijn vader is bij me. Ik had een heel mooi steentje voor hem gevonden, prachtige kleuren, mooi geaderd, dat heb ik daar voor hem neergelegd. Natuurlijk had ik ook steentjes voor mijn moeder en voor mijn kinderen, maar die van mijn vader was heel speciaal voor mij. Het was een emotioneel moment. We hadden contact met elkaar. Ik kon er niet meteen weggaan, had moeite om me los te maken. Ik ervoer dat mijn vader de hele tocht met me mee was gelopen. Toen ik naar huis vloog, wist ik dat ik afscheid van mijn vader ging nemen. Hij was altijd een felle, strijdbare man geweest, iemand vol verhalen, maar nu, op zijn negentigste, was hij stil geworden. Drie maanden later is hij overleden. Ik heb hem de laatste dagen verzorgd, want we woonden vlak bij elkaar en mijn moeder lag in het ziekenhuis. Hij was er klaar voor om te gaan. De cirkel was rond.’ (advertentie)
27 Jacobsstaf
Arthur Neve in juli 1945 bij thuiskomst na vrijlating uit het concentratiekamp Buchenwald.
Anne Neve (65) is moeder van een dochter en een zoon. Ze heeft Nederlands en Spaans gestudeerd. Bij haar huis, in Burgh-Haamstede, heeft ze een lesruimte ingericht waar ze cursussen Spaans geeft.
Ben Noorloos Jasper Koedam
Pelgrimeren
Op ontdekkingsreis naar Santiago De camino als groeimethode
A
Als pelgrim verwerf je onder meer vertrouwen in jezelf en anderen. Na je tocht ben je zelfstandiger, minder bang om hulp te vragen, bereid om meer van jezelf te laten zien. Misschien is daarom de tocht ook zo geschikt voor jongeren die een zetje in het leven nodig hebben.
De vlag die een prachtig symbool voor de groep werd. Foto: Ben Noorloos
‘Zelfvertrouwen krijgen en niet afstandelijk zijn’, ‘rust in het hoofd en de communicatie verbeteren’, ‘grenzen verleggen in emotie en conditie’, ‘nadenken over verleden en toekomst’, ‘mezelf ontdekken’, ‘het avontuur aandurven’: het zijn maar enkele van de motivaties die jongeren van de Rotterdamse jeugdzorgorganisatie TriviumLindenhof schreven in hun aanmeldingsbrief voor een negendaagse ontdekkingsreis van Sarria
naar Santiago de Compostela. Uiteindelijk werden acht jongeren van zestien tot twintig jaar geselecteerd. TriviumLindenhof werkte samen met Stichting De Gele Pijl en de reis kwam tot stand met een bijdrage van Stichting Pelgrimsvrienden van Sint Jacob.
Vuurdoop De deelnemers kregen opdracht een persoonlijke coachvraag te bedenken die ze tijdens de tocht wilden uitwerken. Zo wilde Kim zijn gedachten op orde krijgen en weer met beide benen op de grond komen. Andere vragen waren: Waar sta ik? Waar ben ik naar onderweg? Waar loop ik warm voor? Waar loop ik tegenaan? Wie ben ik? Wat wordt mijn eerstvolgende stap? Het doel was om de jongeren de weg naar zichzelf te laten vinden en een kansrijke stap te laten zetten naar de toekomst. Ze moesten allerlei praktische zaken zelf regelen en het was natuurlijk noodzakelijk om voldoende te trainen. De vuurdoop was de dag dat ze bij Outdoor XL in Barendrecht wandelschoenen kochten en direct op hun nieuwe schoenen en met volle bepakking twintig kilometer liepen naar het Albert Schweitzer Ziekenhuis in Zwijndrecht. In dit vroegere Jacobus Ziekenhuis kregen zij de eerste stempel in hun pelgrimspaspoort. De reis was begonnen! Beren op de weg Op 25 april 2014 vlogen de acht jongeren en hun vier begeleiders naar La Coruna; vandaaruit ging het met een bus naar Sarria: de startplaats voor hun 100 kilometer naar Santiago. Ze kregen een houten pijl mee die ze aan hun rugzak bevestigden. Met deze pijl
Jacobsstaf 28
mooi en vooral rustgevend. Santiago binnenlopen was absoluut een hoogtepunt.’ Een ander hoogtepunt voor Kim was de tweede dag. ‘We waren allemaal al doodop en moesten een behoorlijk hoge heuvel oplopen. Toen we boven waren, moesten we achterom kijken. “Dit hebben jullie gedaan,” werd er gezegd. Waar de een dan gewoon een weg ziet, ziet een ander echt zijn hele leven achter zich liggen. Op dat moment viel ik ook wel even stil. Om op zo’n mooie manier door te krijgen wat je allemaal hebt bereikt, daar zijn gewoon bijna geen woorden voor.’ Gedurende de reis groeide de groep steeds meer naar elkaar toe. De jongeren hielpen elkaar als het moeizaam ging, ze zongen strijdliederen en soms dansten ze zelfs op de weg!
Pijlen aan de rugzak om ‘beren’ mee te schieten. Foto: Kim
‘Het avontuur aandurven’
Stichting De Gele Pijl is organisator van de ‘Santiago Uitdaging’ voor jongerenorganisaties. Geïnspireerd door mindfulness, neurolinguïstisch programmeren en pelgrimeren neemt De Gele Pijl jongeren ‘kansrijk mee op pad’. Met hun eigen rugzak op, met ervaringsgerichte oefeningen en opdrachten, reflectiemomenten, en coaching en training onderweg staan de deelnemers lopend stil bij hun levensthema’s. Voor meer informatie: Gelepijl.nl.
konden ze ‘beren’ schieten: de persoonlijke hindernissen die ze onderweg tegenkwamen konden op de pijl worden geschreven. Andere pelgrims waren nieuwsgierig naar die pijlen en dat zorgde voor boeiende gesprekken. Zoals dat gaat op de camino deed het verhaal van hun aanwezigheid al snel de ronde. Ook toen de groep Santiago inliep bleef dit niet onopgemerkt. Er ging een vlag mee van TriviumLindenhof. Deze werd om de beurt door een van de jongeren gedragen. Begeleidster Nienke Drenkelford: ‘’s Avonds schreef iedereen één woord op de vlag. Die is zo een prachtig symbool voor de groep geworden.’
Zingen en dansen Fysiek en mentaal werd het een zware tocht. Nienke: ‘Alles was intens, het contact dat we met elkaar hadden, de lol die we maakten, de energie in de groep, emoties die werden geuit, verdiepende opdrachten die ze groepsgewijs of individueel deden, en niet te vergeten het wandelen zelf dat veel van iedereen vergde.’ Kim verwoordt het zo: ‘De sfeer onderweg was vrij goed: overwegend gezellig en leuk. Soms waren er natuurlijk irritaties, maar die trokken vanzelf weer weg! Aan het begin was het lopen heel zwaar en de meesten van ons hebben dan ook twee dagen zonder rugzak gelopen. Ondanks dat was de tocht 29 Jacobsstaf
Succeservaring Kim denkt dat hij zijn persoonlijke doel heeft behaald. Hij vindt dat hij een stuk rustiger is geworden in zijn hoofd. Volgens hem heeft dat nog altijd invloed op de keuzes die hij maakt: ‘Voordat ik naar Spanje ging, deed ik altijd mijn best om alle mensen om me heen tevreden te houden. Ik denk dat ik nu meer voor mezelf aan het kiezen ben.’ Hij is blij dat hij de reis gemaakt heeft en is zeker van plan om de tocht later nog eens te doen. Begeleidster Nienke concludeert: ‘Deze jongeren hebben niet alleen letterlijk een stap gezet op een nieuw pad in hun leven. Ze hebben nu ook een persoonlijke succeservaring. Er is tijdens de tocht een zaadje geplant.’ Auteur Ben Noorloos is verbonden aan De Gele Pijl. Met dank aan Kim, Nienke Drenkelford en John van der Sluis (De Gele Pijl). Een filmimpressie van de tocht is te vinden op YouTube via de zoekwoorden ‘Triviumlindenhof’ en ‘Santiago’.
Jeugdzorgorganisatie TriviumLindenhof in Rotterdam en Zuid-Holland-Zuid biedt specialistische jeugd- en opvoedhulp aan kinderen, jongeren en hun ouders als opgroeien en opvoeden niet meer vanzelf gaan. Er werken verspreid over 70 locaties 750 medewerkers die ambulante hulpverlening, dagbehandeling, 24-uurs zorg en crisisopvang bieden aan ongeveer 2500 cliënten per jaar.
Oude wegen van Robert Macfarlane
Boeken
Wandelen is schatten verzamelen
R
Robert Macfarlane loopt over oude wegen in het voetspoor van zijn voorgangers. De Camino de Madrid, van de hoofdstad naar Segovia, is een van die wegen. Lopen, lopen, lopen is zijn devies. Voor hem geldt: lopen is denken, en als hij loopt is hij gelukkig. De oude paden van Macfarlane liggen vooral in Groot-Brittannië. Hij loopt de Icknield Way over de krijtheuvels bij Cambridge, door de Cairngorms in de Schotse Hooglanden, en over Lewis, een van de Western Islands voor de kust van Schotland. Maar hij wandelt ook in Israël met een bevriende Palestijnse schrijver en hij maakt een boeddhistische rondgang om de heilige berg Gongga Shan in China.
Robert Macfarlane, De oude wegen: een voetreis. Amsterdam, Bezige Bij, 2012. 463 p. Prijs: € 24,90.
Over lopen is veel geschreven, over de weg veel minder. Macfarlane is gefascineerd door het fysieke pad zelf waarover hij loopt. Hoofdstukken in zijn boek heten krijt, slib, veen, gneis en graniet. Het pad verbindt hem met de natuur. Zijn ogen bevinden zich in zijn voeten. Hij is op zoek naar de geschiedenis van het landschap en naar het verband tussen het landschap en het menselijk hart. Al lopend komt hij tot inzicht. Bij het wandelen over oude wegen komt hij zijn voorgangers tegen en zichzelf. Hij zoekt de stemmen en de geesten die op de paden rondwaren. Bij vroegere schrijvers en dichters vindt hij de oude verhalen en hij zoekt reisgenoten die de paden al jaren belopen en alle verhalen kennen. In Madrid bezoekt hij de kunstenaar Miguel Angel Blanco. Samen lopen ze een stuk van
Jacobsstaf 30
de Camino de Madrid door de Sierra de Guadarrama. Miguel heeft in zijn woning een opmerkelijke bibliotheek gesticht, La Biblioteca del Bosque. Deze telt meer dan 1100 boeken in de vorm van sigarendoosjes tot platte kostbaarhedenkistjes. Elk boek bevat voorwerpen en substanties die onderweg in de natuur zijn verzameld: zeewier, slangenhuid, kwartskristallen, een patrijs, bewerkte vuursteen, pyrietblokjes, hars, eikelhoedjes, bladeren van steeneik, mos van de gevel van de kathedraal van Compostela. Honderden boeken zijn gewijd aan het Guadarrama-gebergte, waar het hart ligt van de kunstenaar. De boeken beschrijven stuk voor stuk een echte reis, maar ook een camino interior, een innerlijke weg. Er is een Spaans spreekwoord: caminar es atesorar, wandelen is schatten verzamelen. De oude wegen is een must voor elke pelgrim te voet. Bij het lopen over oude wegen kom je de verhalen van de weg tegen en opent zich de weg naar binnen. Op de weg naar Santiago ervaart elke pelgrim dat. Macfarlane belicht ook andere aspecten van het lopen: het lopen over een pad, als fysieke ondergrond, en door een landschap dat invloed op hem heeft. Zoals wanneer hij door de Siete Picos loopt. Als de naaldbomen ophouden betreedt hij het graniet dat zich duizenden jaren onder hem uitstrekt. Boven hem cirkelen zwarte gieren langzaam op de thermiek van de berg. Hij is opgenomen in het landschap en volmaakt gelukkig. Ad Gruijters
Gods Geschenk van Govert Derix
Een modern mirakel
J
Je kunt moeilijk zeggen dat filosoof Govert Derix (1962) de lat laag legt. De wereld is in crisis en heeft een nieuw verbindend verhaal nodig. En het lijkt erop dat Derix dat met deze roman heeft willen schrijven. Een saai verhaal is het zeker niet geworden, getuige de samenvatting op de achterflap: ‘Wanneer topeconome Claudia Nathan de Nobelprijs voor Economie wint, beloont ze zichzelf met een pelgrimage naar Santiago de Compostela. Lopend komt ze tot het inzicht dat ze een daad moet stellen en geeft de diamant die ze van haar vader, de beroemde dirigent George Nathan heeft geërfd, aan een bedelares. Het wordt wereldnieuws en misschien zelfs het begin van een nieuwe economische orde. Maar de machtigen der aarde hebben een en ander voorzien en een sluipmoordenaar ingehuurd.’ Voor de tweede verhaallijn was blijkbaar geen plaats meer. Jesús Mateo wordt na studies theologie en natuurkunde scherpschutter en commandant in het Spaanse leger. Als dat begint te vervelen besluit hij naar Santiago te lopen. In San Juan de Ortega spreekt voor het eerst ‘de stem’ van de camino tegen hem. De volgende zeven jaar loopt Jesús ‘alle twaalf ’ wegen naar Santiago. In elke camino vindt hij een godsbewijs. Jesús en Claudia komen uiteindelijk op wel heel bijzondere wijze bij elkaar. Derix weet muziek (Beethoven) en economie op verrassende wijze samen te brengen. Een vondst is dat dit ook in de structuur tot uiting komt. De 99 eerste hoofdstukken hebben de naam van een exotische muntsoort (Santomese dobra, Botswaanse pula) en de laatste 12 die van een muziekinstrument, uitgangspunt voor een nieuwe economische orde. Ook astronomische, theologische en metafysische elementen worden niet geschuwd. Het boek druipt van de symboliek (veel namen en aantallen zijn niet willekeurig gekozen), maar niets gebeurt voor niets en alle elementen komen uiteindelijk letterlijk en
figuurlijk in een briljant slotmirakel bij elkaar. Toch is het boek niet moeilijk te lezen, integendeel. De roman kent veel dialogen met filosofisch getinte vragen van het type: ‘Wat is een god zonder profeet?’ Maar ook veel dialogen die niet echt sprankelend zijn: ‘Stel je voor…’ , pakte Jesús de draad weer op. ‘Ik stel voor dat we hierover morgen doorpraten.’ ‘Zelfde tijd zelfde plaats?’ ‘Laten we het daarop houden.’ Ook van oorspronkelijk taalgebruik moet de lezer het niet hebben: iemand doet een duit in het zakje, dingen doen een belletje rinkelen of gaan als een lopend vuurtje. Toch leest het boek als een trein, om er ook maar een cliché tegenaan te gooien. Dit komt mede door de vrij korte hoofdstukken die steeds vanuit het perspectief van een ander personage geschreven zijn. Alsof figuren de tijd niet krijgen saai te worden. De roman moet het echter meer van de spannende plot dan van de personen hebben. Die komen niet echt tot leven. Veelzeggend in dit verband is dat Derix een namenlijst achterin het boek opneemt en die ‘lijst met personages’ noemt. Alsof een naam hetzelfde is als een personage Zo staat er iemand in de lijst die slechts één keer terloops genoemd wordt als adres waar Jesús een wapen koopt. Die gebeurtenis levert overigens wel een schitterende zin op: ‘Diezelfde middag beschikte Jesús Mateo na lange jaren weer over een exemplaar van het geliefde wapen waarvan hij elk detail kende alsof het een godsbewijs was.’ Jammer dat er niet meer van dit soort zinnen stralen. Conclusie: originele plot, knap gecomponeerd, toegankelijk en spannend geschreven, maar de Nobelprijs voor Literatuur zal Derix er niet voor krijgen (of er moet een mirakel gebeuren). André Brouwer 31 Jacobsstaf
Govert Derix, Gods Geschenk. Maastricht, TIC, 2014. 279 p. Prijs: € 19,90.
Kent u ook een roman waarin Santiago de Compostela een (hoofd) rol speelt? Laat het ons weten:
[email protected].
Boeken
De apostel en zijn mirakelen van Mireille Madou
Jacobus helpt!
G
Groot was de opkomst voor de bijeenkomst in de Janskerk in Utrecht, waar op 25 juli jl. met fraaie muzikale omlijsting van het koor El Orfeón Jacobeo het boek Santiago – De apostel en zijn mirakelen werd gepresenteerd door auteur Mireille Madou. Zij, die 28 jaar geleden mede aan de wieg stond van ons genootschap, hield het publiek in de ban met een enthousiast betoog over het ontstaan en de inhoud van deze publicatie. Waarom dit boek lezen, terwijl al zoveel geschreven is over deze heilige? En geloven wij, moderne mensen, nog in mirakelen?
Mireille Madou, Santiago – De apostel en zijn mirakelen. Zwolle, WBOOKS, 2014. 160 p. Prijs: € 24,95. Het boek is te bestellen via de webwinkel van het genootschap: Santiago.nl/winkel.
Als je het boek ter hand neemt, word je meteen aangesproken door de verzorgde druk en de afbeeldingen: deels gravures en miniaturen uit vroegere tijden en deels moderne tekeningen die de verhalen rijkelijk en kleurrijk illustreren. Het boek biedt inhoudelijk een interessante combinatie tussen de verhalen uit de Codex Calixtinus en de manier waarop ze door de auteur worden naverteld. In de proloog wordt uiteengezet dat de Codex Calixtinus een twaalfde-eeuws manuscript is. Voor haar verhalenbundel heeft Madou in deel I, de hoofdmoot van de publicatie, geput uit het tweede boek van de Codex om tweeëntwintig wonderen onderhoudend te vertellen en van commentaar te voorzien. In deel II worden verspreide mirakelen uit het eerste, derde en vijfde boek van de Codex bondig behandeld. Ook worden hierin de wonderen uit de appendix, teksten die later aan de Codex zijn toegevoegd, opgenomen. Elk deel wordt ingeleid door een verantwoording door de auteur over haar keuze van de opgenomen mirakelen en hoe ze te werk is gegaan. Ze slaagt er wonderwel in om de middeleeuwse sfeer op te roepen, waardoor we ons zonder enige moeite kunnen verplaatsen in de tijd van de gebeurtenis. En tegelijk zorgt de auteur ervoor dat het verhaal actueel is en ook de mens van vandaag nog aanspreekt.
Jacobsstaf 32
Sint-Jakob brengt een ezel. Hongaars Legendarium, folio 35 recto LII, Ezstergom of Bologna, circa 13351340. Rome, Biblioteca Apostolica Vaticana. Lat. 8541. Afbeelding uit besproken boek.
Wil je alleen het verhaal lezen en dit op je laten inwerken, dan kan dat. Is je nieuwsgierigheid echter gewekt en wil je wat meer te weten komen over de achtergrond, het ontstaan en de waarschijnlijkheid van het verhaal, dan word je ruimschoots beloond bij het lezen van het commentaar dat na het verhaal wordt verstrekt. Op basis van nauwkeurig onderzoek van geciteerde bronnen en boeken die handelen over het verhaalde mirakel, wordt het van een datum voorzien. Wat dit boek ook bijzonder maakt is dat het niet bladzijde na bladzijde gelezen hoeft te worden. De wonderen zijn weliswaar onderling met elkaar verbonden door Sint-Jacob, maar elk heeft een eigen verhaal. Tijdens de presentatie merkte de auteur fijntjes op dat op één uitzondering na alle mirakelen mannen ten deel vielen. Wat hiervoor de verklaring is liet ze in het midden. Monique Walrave
Mijn caminolied
Caroline de Widt
Heimwee in een café in Navarrete The Girl from the North Country
D
De combinatie camino en muziek is voor mij een no go. Ik vind het heerlijk om te lopen met alleen de geluiden van de omgeving om mij heen: prachtig fluitende vogels, ruisende beekjes maar ook ronkende vrachtwagens horen daarbij. Voorjaar 2013 ging ik op pad voor de Camino Francés. In mijn rugzak een simpele telefoon zonder muziek, en ook geen mp3speler of iPod. Na een dikke week lopen ging ik op een dag op zoek naar een café con leche. Ik kwam terecht in bar El Patio del Camino in Navarrete. Een gezellig café met condens op de ramen van alle aanwezige natte pelgrims. Het hele etablissement was aangekleed met gitaren. Ze hingen aan de muren en het plafond, zelfs in de vloer. Ik bestelde mijn kop koffie en al gauw hoorde ik de warme stem van Johnny Cash. Hij zong een prachtig duet. Het sneed me door mijn ziel en een heftig gevoel van heimwee kwam bij me opzetten. Ik probeerde mijn ogen droog te houden en concentreerde me op mijn koffie. Die avond belde ik naar huis en vertelde over de mooie muziek die ik onderweg had gehoord. Weer biggelden de tranen over mijn wangen. Mijn man probeerde me te troosten en moed in te spreken. Thuisgekomen ging ik op zoek naar dat mooie duet. Alles beluisterd van Johnny Cash, maar geen herkenning. Tot op een zondagochtend, mijn man wilde wat horen van Bob Dylan en daar was het: The Girl from the North Country. Als door een pavlovreactie schoot ik weer vol:
If you’re traveling to the north country fair Where the winds hit heavy on the borderline Remember me to one who lives there For she once was the true love of mine
If you’re traveling in the north country fair Where the winds hit heavy on the borderline Please say hello to the one who lives there For she once was a true love of mine
See for me if her hair’s hanging down It curls and flows all down her breast See for me that her hair’s hanging down That’s the way I remember her best
And if you’re traveling in the north country fair Where the winds hit heavy on the borderline Remember me to one who lives there For she once was a true love of mine
If you go when the snowflakes fall When the rivers freeze and summer ends Please see for me if she’s wearing a coat so warm To keep her from the howlin’ winds
True love of mine, a true love of mine True love of mine, a true love of mine A true love of mine, a true love of mine She was once a true love of mine
Die girl, dat ben ik misschien wel. Maar nee, ik heb geen lang krullend haar. Maar die harde wind en die sneeuwvlokken, dat klopt weer wel. En zo’n warme jas, die was ook wel lekker geweest. En natuurlijk ben ik de true love van mijn man. Regelmatig schallen Johnny en Bob nog door ons huis en altijd krijg ik er weer een speciaal gevoel bij. Nu geen heimwee. Alhoewel, misschien toch wel. Heimwee naar de camino met al zijn ontberingen, maar ook zijn fijne plekken om op verhaal te komen. Het duet van Johnny Cash en Bob Dylan is te vinden op het album Nashville Skyline van Bob Dylan uit 1969. Eerder, in 1963, nam Dylan het nummer solo op voor zijn album The Freewheelin’ Bob Dylan. Dylan en Cash speelden het nummer live in het tv-programma The Johnny Cash Show op 7 juni 1969. De opname is te bekijken op Vimeo.com/63810516. 33 Jacobsstaf
Bram van der Wees
Santiago als beroep
‘Of ik iets kon doen met gregoriaans’ Componist en musicus Dick Le Mair
V
Voor Vo Voo oor veel mensen is Santiago de Compostela het eeinddoel van hun tocht, met onderweg h he een schat aan persoonlijke ervaringen. Voor enkelen is Santiago deel van hun werk; zij hebben ‘Santiago als beroep’. In deze serie komen zij aan het woord. ‘Ik had een afspraak met de deken van de kathedraal in Santiago om het orgel te mogen gebruiken. In het contract stond “vier exemplaren voor de bibliotheek”. Hij maakte er “vijf ” van. “Ik wil er zelf ook een”, zei hij.’ Dick Le Mair vertelt enthousiast over de samenwerking met de kathedraal bij het maken van zijn cd Impressions of a Pilgrimage. ‘Ik huurde de kathedraal ‘s nachts. Overdag is er te veel geruis, en je kunt die kerk natuurlijk niet een dag sluiten.’
‘Meneer, als deze muziek in de hemel klinkt, mogen ze mij nu wel uitzwaaien’ Ouderwetse swing ‘Mijn vader was kerkorganist en ik ging met hem mee. Dan zat ik op de galerij naast het orgel. Ik hoefde niet te trappen, maar hielp met registreren en bladzijden omslaan. Het was de mooiste plek, ik kon naar beneden kijken en zat naast pa te genieten van de muziek. Thuis speelde ik alles na op de piano, op gehoor. Mijn ouders vonden dat ik les moest krijgen. Toen kwam er zo’n pianolerares, ze zette bladmuziek op de lessenaar, wees de noot aan, en zei welke toets daar bij hoorde. Jacobsstaf 34
Ik heb het drie jaar volgehouden, speelde braaf Mozart, maar toen stopte het, ik zat op les een beetje te improviseren, en maakte dat mens gek met jazzy slotakkoorden. Op mijn veertiende heb ik een drumstel op de kop getikt en met een stel vriendjes een band gevormd. We speelden The Who, Rolling Stones, Pink Floyd. Later ging ik steeds meer richting jazz. Toen ik 17 was speelden we op het Loosdrecht Jazzfestival, ouderwetse swing en bebop. Mijn schoolcarrière leed hier ernstig onder, maar uiteindelijk heb ik een havodiploma gescoord en ben ik naar het conservatorium in Rotterdam gegaan. Dat had de meest veelzijdige slagwerkopleiding. Met mijn eigenwijze kop speelde ik als derdejaars Paul Crestons Marimbaconcert en Karkheinz Stockhausens Zyklus. Na mijn afstuderen speelde ik werk van moderne componisten en was ik veel onderweg voor concerten en opnames. Naar Australië, door naar Toronto, zo ging dat. Intussen studeerde ik compositie. Ik ging steeds meer de kant van de lichte muziek op, schreef filmmuziek, werd producer bij platenmaatschappij EMI, arrangeerde voor het Metropole Orkest, et cetera.’
Spaanse monniken ‘Het was 2004; de directeur van EMI belde en vroeg of ik iets kon doen met gregoriaans. Aansluiten bij het succes van de Spaanse monniken uit het klooster Santo Domingo de Silos bij Burgos. Diezelfde week belden vrienden die een herberg voor pelgrims runnen. Ze hadden mooie verhalen over de camino, dat was mijn eerste kennismaking. Ik werd enthousiast vanwege de geschiedenis en de mystiek. Als ik dat kan combineren: de pelgrimstraditie en gregoriaans …
Musicus Dick Le Mair tussen zijn instrumenten Foto: Jaco Klamer
Ik ben naar Spanje gegaan. Eerlijk gezegd: ik heb al die kilometers niet gelopen. Ik ging in januari, want ik wilde daar zijn in een tijd dat er zo min mogelijk mensen rondlopen. Ik houd bovendien van nevel en grijze luchten, dat versterkt de mystiek. Ik had twee weken de tijd en ben op fantastische plekken geweest: het Cruz de Ferro, dat prachtige kerkje van O’Cebreiro, in Ponferrada midden in een processie. Uiteindelijk in Santiago hoorde ik in de kathedraal iemand op het orgel spelen, en ik wist: dit orgel moet op die cd. De camino had mij te pakken gekregen.’
Fhearraigh (Clannad) kwam uit Ierland over, dirigent Jan Quintus Zwart regelde het koor, de strijkers van de BRT zijn in België opgenomen, net als al mijn slagwerk- en toetsenpartijen. Voor het orgel in Santiago kwamen organist Aart Bergwerff uit Rotterdam en een opnameploeg uit Madrid. De Arbeiderspers heeft het boek van Paulo Coelho over de camino en mijn cd samen op de markt gebracht. Toen moest ik bedenken hoe ik het live zou gaan neerzetten. Ik heb een tournee gemaakt met klein ensemble en klein koor in onder andere de Laurenskerk in Rotterdam en de Jacobikirche in Hamburg.’
Zwitserse gong ‘Ik ging terug naar EMI met al mijn wensen: een groot orkest, bekende solisten, een groot koor en als klapstuk het orgel van de kathedraal van Santiago. En als je voor de final zo’n bijzondere plek hebt, dan moet je ook met iets bijzonders beginnen. Ik kon bij bekkenfabrikant Paiste in Zwitserland een gong van 2,5 meter doorsnee opnemen. Het leuke was dat iedereen aan wie ik vertelde dat ik met de camino aan de gang ging, het kende. Toen begreep ik pas hoe groot dit is. De partituur is uitgegeven bij Donemus, het stuk kan wereldwijd gespeeld worden, en ik doe zelf nog steeds concerten. De opnames vonden her en der plaats. De gong in Zwitserland, het gregoriaans door Intermezzo in Amersfoort, Elly Nieman voor een paar solopartijen, zangeres Aiofe Ní
‘Ik heb Stockhausen gespeeld, jazzfestivals gedaan, met rockgitaristen getoerd en ik ben klassiek opgevoed. Al die invloeden komen samen op deze ene plaat. Dit is wat er allemaal in mij huist. En sinds de camino maak ik dit soort muziek, met groot orkest en gekke bezettingen, zoals djembé met strijkorkest, en de Via Crucis van Franz Liszt met klezmermuziek. Bij een van de concerten kwam een dame, ver in de tachtig, naar me toe en zei: “Meneer, als deze muziek in de hemel klinkt, mogen ze mij nu wel uitzwaaien.”’ Concert ‘Impressions of a Pilgrimage’ in Utrecht Op zondagavond 7 december 2014 voert Dick Le Mair met ensemble en koor de complete cd ‘Impressions of a Pilgrimage’ uit in de Utrechtse Janskerk. Zie de Agenda op pagina 45 voor alle informatie. 35 Jacobsstaf
Ricky Rieter
Spiritualiteit
Bemoedigende woorden Nada te turbe van Teresa van Ávila
T
Tijden Ricky Rieters tocht oveer dee Caamin Tijdens T no Levante (Valencia – Santiago de Co Le Levan omp postte-la) kwamen vaak de woorden van de hym mne Nada te turbe in haar op. Woorden diee haarr kracht gaven op momenten van teggen nvaal-lers en die diep op haar inwerkkten. De wo oor-den zijn van de heilige Teresa van Áviilaa, de hoogst gelegen stad van Spanje en geesittueeerd d aan de Camino Levante.
Nada te turbe nada te espante quien a Dios tiene nada le falta. Nada te turbe nada te espante sólo Dios, basta.
Laat je door niets verontrusten door niets beangstigen. Wie zich aan God vasthoudt komt niets te kort. Laat je door niets verontrusten door niets beangstigen, alleen God is voldoende.
Ik kende de woorden en de Taizé-melodie van deze tekst al lange tijd vanuit het lidmaatschap van de Tochtgenoten van Sint Frans, een internationale christelijke beweging, ontstaan in 1927 toen Franse en Duitse jongeren een tiendaagse voettocht hielden om de scheiding en de ellende van de Eerste Wereldoorlog te verwerken.
Tijdens mijn tocht gebeurden er ook dingen die ik niet voorzien en niet verwacht had, dingen waartoe ik me moest verhouden. Telkens als er zich iets dergelijks aandiende kwam deze melodie in me op en neuriede ik die zachtjes: Nada te turbe ... Laat je door niets verontrusten, door niets beangstigen ... In het lied staat dat een mens die zich aan God vasthoudt niets tekort komt. Ook dat God alleen genoeg is. De stelligheid waarmee Teresa dat zegt komt voort uit haar eigen geloofservaring. Ze voelde dit zeker niet altijd. Het was, ook voor haar, geen kant-enklaargegeven, maar iets dat zich geleidelijk in haar ontwikkelde en sterker werd. Omdat ze openstond voor wat haar gegeven werd groeide in haar het geloof dat het waar was, al voelde ze het niet. Niet voor ieder van ons zal dit altijd zomaar invoelbaar zijn. Een mens kan zich verlaten voelen, niet alleen door God, maar ook door mensen die het af laten weten. Veel dingen
Convento de Santa Teresa in Ávila. Foto: Hakan Svensson
Pelgrimeren is de uiterlijke weg lopen, maar tegelijkertijd ontwikkelt zich, of je wilt of niet, een innerlijke weg. Er gebeurt iets in je binnenste als je pelgrimeert. Als pelgrim voel je je getrokken: je wilt verder en verder op weg, maar ook steeds dieper inkeren in jezelf. Als je onderweg bent heb je veel ervaringen: vreugdemomenten, twijfels, dankbaarheid, verlangens. Je hebt herinneringen, je voelt dat er diepe snaren in jezelf worden aangeraakt, er dient zich iets aan wat je moet verwerken. Jacobsstaf 36
Teresa van Ávila In de tijd van Teresa van Ávila (1515–1582) werd de kloosterregel niet meer intensief beleefd. Teresa voelde zich uitgenodigd om de oorspronkelijke roeping weer tot leven te wekken. Om de kloosterlingen te helpen terug te keren naar de eerste bezieling schreef ze een boek over de innerlijke weg: Las Moradas. In het Nederlands heet het De innerlijke burcht, ook wel Het kasteel van de ziel. Ze vergelijkt die weg met een kasteel – de mens zelf – waarin zeven verblijven zijn. De weg naar binnen leg je af door te beginnen in het eerste verblijf, meteen als je het kasteel binnenkomt. Elk volgend verblijf ligt dieper naar binnen, totdat je in het binnenste aankomt waar je een wordt met de Ene die je geroepen heeft. Enerzijds is dit een actie van de mens zelf, anderzijds, en voor het grootste deel, is het een naar binnen getrokken worden, en daarvoor openstaan, ruimte geven aan wat je geschonken wordt. Wat Teresa ontdekt heeft en door wil geven is iets wat ieder mens ontdekken kan op zijn levens- en gebedsweg. Teresa had het vermogen om de ervaringen die zij op die innerlijke weg had met heel gewone beelden uit te leggen. Zo legt ze aan de hand van de ontwikkeling van rups tot vlinder de weg uit die je in je gebed af kunt leggen.
Beeld van Teresa de Ávila bij het Monasterio de la Encarnación in Ávila.
ontvallen je in je leven, dierbaren overlijden of worden ziek, ontslag, misgaan van relaties, onterechte beschuldigingen, enzovoort. Je denkt dan heus niet meteen: Nada le falta (dat het je aan niets zal ontbreken). Nee, dat God alleen genoeg zou zijn, daar zal menig pelgrim zijn wenkbrauwen bij optrekken. We hebben zoveel verlangens en gehechtheden.
Ontdekkingstocht Misschien is het een ontdekkingstocht waard om erachter te komen dat een dergelijke ervaring toch ergens te vinden moet zijn, en wel in de dagelijkse realiteit en niet per se ‘in den hoge’. Dit geldt evenzeer voor de pelgrimservaringen als de levenservaringen. Midden in een ervaring van verlatenheid kan er toch een moment komen, waarin je merkt dat je wezenlijk geborgen bent in het Leven, door wat of wie ook, de Onnoembare? Misschien ontstaat het door de blik van een kind of bij een ondergaande zon, of door een menselijk warm gebaar. De God waar Teresa het over heeft verandert voortdurend van gestalte. Het is een God van beweging, een God van de weg, vermomd misschien, maar zeker een God van nabijheid. Nada te turbe, nada te espante! Dit zijn woorden van een mystica die twintig jaar lang
dorheid beleefde in haar gebed, alsof ze niet gehoord en verstaan werd. En toch! Ze geloofde het, het was haar houvast. Misschien mag er in de diepte van ons eigen bestaan, op een verborgen plekje, dat geheime weten ontstaan op een moment van overgave. Het kan gebeuren dat je, door niet te krampachtig met je problemen bezig te zijn, plots voelt dat iets zich oplost in jezelf. Dat loslaten wordt gevoed door de woorden Nada te turbe ... Al gaande kan ons vertrouwen in de weg groeien, de letterlijke en de innerlijke.
Tochtgenoten van Sint Frans De beweging Tochtgenoten van Sint Frans is van oorsprong katholiek, Franciscaans geïnspireerd en oecumenisch van aard, en bestaat uit zelfstandige nationale bewegingen. De beweging stimuleert een eenvoudige levensstijl, de strijd voor rechtvaardigheid en vrede en bescherming en behoud van de natuur. Het zingen van liederen is een belangrijk aspect tijdens de bijeenkomsten en tochten. Nada te turbe is een lied uit het repertoire. (Cdsf.org)
37 Jacobsstaf
Jacobalia
Luc Mol
De arm van Jacobus
D
De SSint-Christoffelkathedraal van Roermond is in het trotse bezit van een wel heel bijzonder reliek: de rechteronderarm van Jacobus de Meerdere. Het reliek is permanent tentoongesteld in de Jacobuskapel en via een muurvitrine ook aan de buitenzijde van de kerk te bewonderen. Luc Mol duikt in de geschiedenis van het reliek. De herkomst van het armreliek – volgens de Roermondse Broederschap St. Jacobus de grootste Jacobusreliek buiten het graf in Santiago – is in nevelen gehuld. Er circuleren verschillende verhalen, maar van enige betrouwbaarheid is geen sprake. Er bestaat slechts één oorkonde van authenticiteit van deze reliek, welke door bisschop Paredis op 12 augustus 1876 werd ondertekend. Hierin verklaart hij dat het object zich sinds onheuglijke tijden in de kathedraal bevindt en ter verering aan de gelovigen wordt getoond. Het relikwie, zo staat in de oorkonde, was gevat in een vierkanten houten reliekdoos, voorzien van een vensterglaasje. Dit impliceert dat de reliek pas later in de huidige reliekhouder met de bijl is geplaatst. De huidige, waarschijnlijk laat negentiendeeeuwse, armreliekhouder heeft de vorm van een opstaande arm met in de hand een hakbijl als typisch martelaarssymbool. Via een glasraampje is de in rood doek verpakte reliek te zien met een tekststrook met het opschrift ‘S. Jacobi Ap.’. De armreliek moet in de loop van de twintigste eeuw in de houder zijn overgezet, mogelijk omdat men dacht dat de armreliek bij deze reliekhouder thuishoorde, of dat men deze fraaier of passender achtte dan het ge-
Jacobsstaf 38
noemde houten doosje. Van de attributen van Jacobus, zoals staf, hoed en kalebas, vinden we niets terug in de armreliekhouder. Wellicht hoorde de reliekhouder eerder toe aan een reliek van de apostel Matthias, die immers daadwerkelijk een bijl (in tegenstelling tot het zwaard van Jacobus) als attribuut heeft en van wie aan de kathedraal ook een broederschap verbonden is geweest. In 1940 werd een nieuwe Jacobuskerkje gebouwd in Voorstad Sint-Jacob, waarna de armreliek daarheen is gebracht. Toen in 1999 dit kerkje aan de eredienst werd onttrokken, is de oude Jacobskapel in de kathedraal opgeknapt om de reliek hier een waardige plek te geven. Tijdens de jaarlijkse landelijke pelgrimsmis in Roermond wordt de reliek uit de muurvitrine gehaald en plechtig op het hoofdaltaar geplaatst. Na afloop van de mis krijgen de toekomstige pelgrims gelegenheid om persoonlijk het overblijfsel van Jacobus te vereren en te bidden voor een voorspoedige pelgrimage.
Nog meer armen Recent onderzoek toonde aan dat er alleen al drie armen van Jacobus in de Franse stad Troyes zijn of waren: één in de abdij SaintLoup de Troyes (Notre-Dame hors-les-murs), de andere in de kerk Saint-Etienne en de derde in het voormalig hospitaal Hôtel-Dieule-Comte. Verder zijn er armen van Jacobus in de abdij van Saint-Denis, in de kathedraal van Nevers, in de kathedraal van Langres, in Würzburg, in de abdij van Saint-Jacques in Luik en in de basiliek van San Crisogono in Rome.
Het hoe en waarom van relikwieën Reliek (relikwie): Overblijfsel van het lichaam van een heilige of van een voorwerp dat met een heilige in aanraking is geweest en waaraan wonderdadige krachten worden toegekend. Al in de begintijd van het christendom bezochten christenen de graven van apostelen, martelaren en heiligen. Ze voelden zich in hun geloof gesterkt en aangemoedigd door in de nabijheid te zijn van hen die hun leven onvoorwaardelijk in dienst stelden van het geloof of er zelfs hun leven voor offerden. Ze hoopten er een goddelijke zegen te krijgen en vergeving van hun zonden of die van hun dierbaren. De ervaring van lange tijd onderweg zijn gaf gelegenheid afstand te nemen van het dagelijks leven en tot bezinning te komen. In de hoge middeleeuwen (circa 1000 tot 1250) werden de mogelijkheden om te pelgrimeren groter door een betere infra-
Reliekhouder, met achter het glasraampje het in rood doek verpakte reliek van Jacobus met het opschrift ‘S. Jacobi Ap.’.
structuur (wegen, kerken, overnachtingsmogelijkheden) en door ervaringen opgedaan door anderen. Volgens een ruwe schatting ging jaarlijks een half miljoen mensen op pad, één procent van de Europese bevolking. Rome (graf van Petrus), Santiago (graf van Jacobus de Meerdere) en Jeruzalem (Heilig Graf) waren de grote christelijke bedevaartplaatsen. Pelgrims vonden het belangrijk om voor de achterblijvers, die niet in de gelegenheid waren om zo ver te reizen, relikwieën mee te nemen. Zo konden de achterblijvers toch het gevoel krijgen dat ze dicht bij de te vereren heilige waren. Door het grote tekort aan originele relikwieën ontstond een enorme handel in vermeende overblijfselen van het lichaam van heiligen en van voorwerpen die met de heiligen in aanraking waren geweest. Alles was te koop: ledematen en hoofden, huid en bloed, baardhaar of stukjes hout van het kruis. En alles werd zogenaamd van originele bewijsstukken voorzien.
Op Saint-jacques.info/anniversaire vindt u een kaart met 120 plaatsen in Frankrijk, waar zich overblijfselen van Jacobus de Meerdere bevinden of bevonden.
Foto: Coen Rams
(advertentie)
3ODQQHQYRRUHHQSHOJULPVWRFKW" -DPPHUDOVXGHWDDOQLHWVSUHHNW
6SDDQVYRRU6DQWLDJRJDQJHUVHQKRVSLWDOHURVLQ8WUHFKW ,QWHUHVVH"%HO&RUULH6WDOHQKRHI 39 Jacobsstaf
Margreet Bonouvrie
Lieux de mémoire
H
Kijkkast met pelgrimsgevoel
Het is al tien jaar geleden dat ik samen met mijn dochter Ingeborg (toen 14 jaar) aankwam in Santiago. In verschillende etappes hebben we vanaf Le Puy-en-Velay delen van de camino gelopen. Op 4 mei 2004 lopen we de laatste etappe richting de kathedraal. Ik vertel Ingeborg dat ik slecht geslapen heb, omdat we vandaag een bijzondere periode gaan afsluiten. Een periode waarin ik veel heb geleerd. Bijvoorbeeld hoe fijn het is om steeds weer te ervaren dat het er niet toe doet wat je bent of doet, maar wie je bent. Ingeborg vertelt wat zij geleerd heeft tijdens de tocht van al die verschillende, bijzondere mensen: doe geen dingen waarvan je denkt dat anderen ze van je verwachten. Doe ze omdat jij ze wilt doen. Een volwassen gedachte voor iemand van 14 jaar. Om wat we geleerd hebben niet
meer te vergeten kopen we allebei een blijvend aandenken aan de tocht: Ingeborg een kruisje en ik een schelp aan een ketting. ’s Avonds tijdens de pelgrimsdienst hebben we een mooi plekje bij het koor. We zien veel bekenden, maar gelukkig is het niet heel druk. Dat zou het gevoel van intimiteit waar we nu behoefte aan hebben tekort doen. Het is een mooie maar ook emotionele dienst. De priester benadrukt in zijn preek het gevoel wat je nu hebt te koesteren, vast te houden. Het wierookvat slingert heen en weer en vervolgens worden ook onze namen genoemd. Aan het einde van de dienst moeten we beiden een beetje huilen. Het is goed geweest. Het is dit gevoel dat ik levend wil houden. En daarom heb ik een kijkkast gemaakt: geen foto, geen natuurgetrouwe weergave, maar een uitdrukking van een dierbare herinnering.
Alles wat je meeneemt helpt je thuiskomen Je ontkomt er niet aan, hoe licht je ook wilt pelgrimeren: langzamerhand verstoppen zich allerlei materiële herinneringen in je rugzak. Heeft u ook een kastje, een tafeltje, een altaartje, een reliekschrijn gemaakt? Stuur een goede foto (minstens 1 Mb) plus uw verhaal van maximaal 300 woorden aan
[email protected].
Het formaat van de kijkkast is 70 x 55 centimeter, de poppetjes zijn gemaakt in de verhouding 1:12. Foto: Margreet Bonouvrie
Jacobsstaf 40
Marielle Saegaert
Ondertussen in Santiago
D
Zoete broodjes bakken
De laatste meters van de Camino Francés die de pelgrims naar de kathedraal leiden, voeren over de hier zeer populaire Rúa de San Pedro. Bij velen is deze straat zeker bekend, mede omdat de Huiskamer van de Lage Landen de Nederlandse pelgrims hier welkom heet. Trekt veel bekijks, hoor, die Huiskamer. Veel van mijn vrienden wezen me er al op: ‘Wat is dat toch, wat de Nederlanders daar hebben?’ Ik legde uit: gewoon een huiskamer, even bijkletsen, kopje koffie, koekje. Gezellig! Nederlandser kan bijna niet. De straat is voor de Camino Francés-lopers de eerste echte kennismaking met Compostela en een veelbelovend voorproefje van wat de oude zone van de stad allemaal te bieden heeft. Nauwe straatjes, eeuwenoude stenen, klooster hier, kerkje daar, en een sfeer waar iedereen van wil genieten. Deze rúa is vernoemd naar een voormalig klooster uit de twaalfde eeuw op de resten waarvan een kerkje is verrezen. Het ligt in de bocht, ongeveer in het midden van de straat. Stoïcijns heeft het de werkzaamheden aan deze straat vanuit zijn hoekje gadegeslagen. Want veel pelgrims zullen langs de stenen, machines en meters kabels hebben gelopen dan wel geklommen: de straat ligt al jaren open. Alle leidingen moesten worden vernieuwd en daarbij dieper dan voorheen de grond in. Je kan je de rotzooi voorstellen. Vervelend voor pelgrims, nog vervelender voor de bouwvakkers – want de straat ligt midden in de zon – en verdraaid vervelend voor de bewoners zelf. De opening van de straat is al een paar keer aangekondigd om meerdere malen, typisch Spaans, tot nader orde uitgesteld te worden. Nodeloos te zeggen dat het lintje nog niet is doorgeknipt. Zelfs de petitiewebsite Change.org is er aan te pas gekomen met het verzoek de straat af te sluiten voor het verkeer en alleen voetgangers toe te laten, maar dat mocht niet baten. Binnenkort zullen er weer gemiddeld 350 stadsbussen per dag(!) doorheen slingeren. Wat kan je dan het beste doen? Juist, van de nood een deugd maken. De straat heeft de afgelopen jaren een ware renaissance doorgemaakt. Nieuwe winkeltjes, cafeetjes, restaurantjes; het is tegenwoordig de barrio to be. Aan de
drukte van de afgelopen Fiestas del Barrio de San Pedro te beoordelen, is er geen Compostelaan die het daar niet roerend mee eens is. Er is bijvoorbeeld een nieuwe banketbakkerij bijgekomen, Lambona op nummer 111, en gek genoeg komen daar veel pelgrims even ‘buurten’. Misschien is het wel de uitnodigende bank die voor de winkel staat, of het bankje in de winkel zelf. De twee vrolijke eigenaressen Maria en Natalia hebben me al verschillende, bijzonder grappige, anekdotes verteld over hun internationale bezoek. Vaak staan ze, als de ovens het toelaten uiteraard, even een paar minuutjes buiten in het zonnetje te genieten van een van hun eigen verse sapjes.
Nodeloos te zeggen dat het lintje nog niet is doorgeknipt Gezeten in het zonnetje op het bankje voor de winkel nip ik aan mijn verse koffie en mijn glutenvrije muffin. Wil ik misschien nog de worteltaart proberen? Of de nieuwe kaneelrollen? Graag! Dus komt María aandraven met een bordje vol lekkers. Ze kan het niet nalaten me te vragen naar Nederland. Dit jaar zijn er nog niet veel Hollandse pelgrims langsgekomen, denkt ze hardop. Wel veel Duitsers. Natalia vraagt of ik een recept voor typisch Nederlands gebak heb (erg populair hier zijn stroopwafels!). Helaas ben ik niet zo’n koekenbakker en kan ik haar er niet blij mee maken. María zou het leuk vinden als er meer Nederlanders langskomen. Na een korte brainstorm komen de twee vrouwen met een lekker lokkertje: als je hen een goed recept van echt Nederlands gebak geeft, krijg je bij je drankje een groot stuk verse, typische bizcocho (cake en geliefd familierecept van María). Isn’t that sweet?
41 Jacobsstaf
Freek van der Veen
Herbergen in Nederland
Slapen onder Jacobus Refugio Sint-Christoffelkathedraal, Roermond
P
Pelgrim Pelgrimsherbergen: Pelgr pleisterplaatsen voor pelgrims onderweg naar Santiago de Compe pelgrim postela. Langs de Camino Francés is er in ieder dorp wel een; in Nederland moet de pelgrim wat beter zoeken. In een korte serie bezoekt Freek van der Veen enkele Nederlandse pelgrimsherbergen. Ter gelegenheid van de najaarsbijeenkomst in Roermond brengt hij een bezoek aan de refugio onder de Sint-Christoffelkathedraal.
Roermond: nog maar 2285 kilometer te gaan!
Achter de Sint-Christoffelkathedraal kan ik mijn auto kwijt, het is ‘naast de deur’ van de refugio. ‘Maar’, zegt beheerster Denise de Vries die me opwacht, ‘laten we de route lopen die ook de pelgrims gaan. Die moeten als ze aankomen in Roermond eerst de sleutel van de herberg ophalen bij Theaterhotel
Foto: Jasper Koedam
Jacobsstaf 42
De Oranjerie aan het Kloosterwandplein.’ En zo lopen we samen door hartje Roermond en melden ons bij de balie van De Oranjerie. Denise: ‘Hier krijgen ze de sleutel, betalen voor de overnachting en krijgen een stempel in hun pelgrimspaspoort.’ Van hieruit lopen zij, de pelgrims, en dus ook wij terug naar de kathedraal. Voor mij een mooie eerste kennismaking met de stad Roermond en met Denise de Vries. Die praat honderduit over haar werk en vooral ook over haar leven tot nu toe, hoe ze samen met haar man en kinderen vanuit de Randstad naar Roermond is gegaan en nu al weer vele jaren in het zuiden woont.
Jacobus waakt Als we binnen zijn moeten we enkele trappen afdalen naar beneden, naar de kelder. Pelgrims liggen letterlijk onder de kathedraal en onder de reliek van Jacobus. De ruimte is ingericht als een gezellige huiskamer: banken, tafels, stoelen, een zitje met luie stoelen, tv en een sfeervolle verlichting. Er zijn zes bedden beschikbaar die op een vernuftige wijze zijn ‘weggewerkt’. Elke matras staat opgeklapt achter een deur. Als je de deur opent, staat het bed rechtop in een nis. Neergelaten met kussen en kussensloop (zelf zorgen voor een slaapzak) biedt het een geschikte rustplaats voor de nacht. De refugio die in 2004 is gestart is het hele jaar door geopend, maar het seizoen begint meestal in april. Het zijn niet grote aantallen pelgrims die hier komen. Het jaar 2012 spant tot nu toe de kroon met in totaal vijftig pelgrims. Niet ieder is hierbij op weg naar Santiago, sommigen maken eerst een oefentocht of stoppen na één etappe. Dat zich boven de refugio de kathedraal bevindt met de Jacobskapel waar de reliek van
Jacobus wordt bewaard, maakt de herberg bijzonder. Velen bezoeken op hun reis dan ook eerst de kapel en steken er een kaarsje aan. Dat Denise met dit werk begon was niet zo verwonderlijk. Haar man is een van de leden van de Broederschap St. Jacobus die met de herberg zijn begonnen. Het geeft haar veel voldoening om voor de pelgrims, die meestal aan het begin staan van hun grote reis, iets te betekenen. En, ook niet onbelangrijk, ze heeft de tijd, nu ze inmiddels is gepensioneerd. Wat ze minder leuk vindt, is dat ze de pelgrims niet zelf ontmoet. Ze zorgt ervoor dat de ruimten (met douches en toiletten) schoon zijn en blijven.
Broederschap De Broederschap St. Jacobus bestaat uit achttien broeders en is van grote betekenis voor de pelgrims. Elk jaar op de eerste zondag in april organiseren de broeders in de kathedraal een speciale pelgrimsmis. Alle mensen die in de loop van het jaar van plan zijn de pelgrimstocht te gaan maken ontvangen er de pelgrimszegen. De priester vraagt tijdens de mis de pelgrims in spe naar voren te komen. Met de reliek raakt hij hen aan en zegent ze. Na afloop van de mis komen de leden van de broederschap bij elkaar. Tijdens
deze bijeenkomst worden veelal lezingen gehouden. De broederschap staat alleen open voor mannen. ‘Maar’, zo geeft Denise ten slotte met een lachje toe, ‘soms mogen de vrouwen bij de bijeenkomsten ook wel aanwezig zijn.’
Geschiedenis van de herberg De herberg in Roermond is een initiatief van de Broederschap St. Jacobus (officieel Broederschap van de Heilige Jacobus de Meerdere), een oud en uit mannen bestaand gezelschap, ooit ontstaan om de mannen die de pelgrimstocht naar Spanje hadden gemaakt bij elkaar te brengen en deze gezamenlijke ervaring na afloop met elkaar te kunnen delen. Het belangrijkste doel van de broederschap nu is dan ook de bevordering, op welk wijze dan ook, van de pelgrimage naar Santiago de Compostela. Daarbij willen zij de pelgrims zoveel mogelijk ondersteunen. De Broederschap St. Jacobus kan bogen op een lange geschiedenis. Al ver voor het jaar 1786 bestond ze al, maar na dit jaar was ze niet meer actief. Pas in het jaar 1999 kwam de broederschap opnieuw tot leven: een doorstart of heroprichting met de inzegening van de oude Jacobskapel in de Sint-Christoffelkathedraal. Aanleiding was onder meer de algehele opleving van de pelgrimage naar Santiago de Compostela. En met de reliek van Jacobus in huis lag het voor de hand de betekenis van Roermond als pelgrimsplaats nieuw leven in
te blazen. In die lijn ligt ook het initiatief om een herberg te beginnen. Op 28 maart 2004 opende deze herberg haar deuren. Al heel lang geleden (van 1456 tot 1580) bevond zich elders in Roermond een Jacobskapel, maar van deze kapel is niets meer over. In 1940 bouwde men een nieuwe kapel, genoemd het Witte Kerkje. Hierin huist momenteel een wijkvereniging en de kapel verhuisde naar zijn huidige plaats in de Sint-Christoffelkathedraal. De broeders richtten de kapel in, met zijn prachtige gebrandschilderde ramen en het door hen aangekochte beeld van Jacobus. En met natuurlijk de reliek van Jacobus. Verder beschikt Roermond over een groot beeld van Jacobus. Bij binnenkomst van de stad – via de Stenen Brug – staat een beeld van de apostel Jacobus de Meerdere. Bij deze brug was in vroeger dagen een herberg gevestigd. Een herinnering hieraan vormt het richtingsbordje dat hier nu staat: Santiago de Compostela 2285 kilometer. En zo komen we bij de herberg voor de pelgrims op weg naar het zuiden, gerund door de Broederschap St. Jacobus. 43 Jacobsstaf
De bedden zijn op vernuftige wijze ‘weggewerkt’ in kasten. Foto: Freek van der Veen
Praktisch Refugio SintChristoffelkathedraal, Grote Kerkstraat 29, Roermond. Sleutel ophalen en inleveren bij Theaterhotel De Oranjerie aan het Kloosterwandplein 12-16. Overnachting: € 5,00 (reserveren is niet mogelijk).
Puzzel
Doorloper
Soms is de herberg vol, en dat betekent: verdergaan. Onze puzzelmaker maakte daarom een doorloper. Als u de puzzel helemaal oplost en de letters van de rechtsonder genummerde vakjes overbrengt naar de hokjes met de corresponderende nummers, komt u terecht in maar liefst drie plaatsen met een Jacobuskerk. Zend uw oplossing uiterlijk 2 november 2014 naar:
[email protected] of naar Jacobsstaf, Janskerkhof 28a, 3512 BN Utrecht. Onder de inzenders van de juiste oplossing verloten we het nieuwe boek van Mireille Madou: Santiago - De apostel en zijn mirakelen (zie bespreking op pagina 32). De breinbreker in Jacobsstaf 102 leverde hopelijk enige krakende hersens op. De oplossing was ‘Tuitjenhorn’, een plaats in Noord-Holland met een fraaie Jacobuskerk. Uit de goede oplossingen werd als winnaar geloot: Jan van Beerendonk uit Best. Het boek Voer voor de goede wolf is naar hem onderweg. 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
2 7 3 22
2
1
19
4 5 13 6 12 7 15
17
8 5 9 10 18
6 11
12 13 16 14 15 16 10
17 4
8
18 20 19 21 20
t PuzzelPeertjeTM
23 21 22 9
3
23
Nederlandse plaatsen met een pelgrimsherberg
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
18
19
20
21
22
23
Jacobsstaf 44
1 2 3 4
broer van Jacobus, tijdschrift voor pelgrims grote houtboor, geestelijke, witte bloem bouwmateriaal, pauselijke kruisstaf meningsverschil, vleinaam voor moeder, vanaf 5 vuilstortplaats, water in Friesland, boom, hetzelfde, laagtij 6 deel van Rusland, kledingstuk, Amsterdams stadion 7 winters voertuig, wildebeest, wereldwijd computernetwerk 8 houtsoort, roem, omlaag, begrip 9 deel van de voet, rust, vetstof, sprookjesfiguur 10 onderwijs, lichte honger, verouderd beroep 11 onderwijzeres, tantalium, bouwland, positie 12 per duizend, deel van een schoen, Doorluchtige Hoogheid 13 beet, afstaan, in orde 14 toegankelijk, donor, enig, Bulgaarse munt 15 frisdrank, deel van het hoofd, sierlijk, rivier in Duitsland 16 stedenbouwkundige, land in Afrika 17 dierengeluid, bondgenootschap, een tweegevecht hebben, telegraaf restant 18 muziekinstrument, liturgisch gezang, verwikkeling 19 fotografische term, bittere wilg, speelruimte, bijwoord 20 brandstof, Europeaan, Europeaan, pijn 21 griezelig, opgeld, eenheid van lichtstroom, verlichtingsartikel 22 kier, vruchtbare plaats, destijds, zoet (van ketjap) 23 Spaanse etappeplaats, bedevaartstocht
Verticaal:
11
14
Horizontaal:
17
1 attribuut van Jacobus, gastheer voor pelgrims 2 bakplaats, deel van de baarmoeder, ovatie, luchtband 3 slaapplaats, westerling, modder 4 politieman, nobel, pelgrimsweg, in verhouding tot 5 achter, inwendig orgaan, ondervinding, wilde haver, persoonlijk vnw, wedstrijd 6 vochtig, stralingsmeter, plezier, heldendicht van Homerus 7 boerderijgrond, deel van een pelgrimstocht, heilwens, tandvorming 8 kinderspullen, Griekse letter, soort weefsel, oude lengtemaat, et personne 9 korte driekante stootdegen, pronktafeltje, scheepstouw, horde, zoogdier 10 muzikaal oefenstuk, lichaamsstreek, vleesgerecht, jongensnaam, 11 opstootje, meebrengen, soort sigaar, ingenieur, bakmengsel 12 tijdperk, ontnemen, ermee bemoeien, nummer 13 warmtestraling, Trojaanse held, claxon, mijt, zangnoot 14 muziekgenre, computerfout, contactplug, eretitel 15 plaats in Limburg, Zuid-Amerikaanse plant, toestand van volkomen rust 16 heden, korte tijd, door water omringd gebied, schuldig, vrekkig 17 Franse etappeplaats, Nederlandse plaats met een Jacobuskerk.
Agenda Datum
Tijd
Plaats en locatie
Activiteit
Info*
1 okt
10.00
4 okt
14.00
Amsterdam of omgeving
Dagwandeling, locatie en aanmelden bij:
[email protected]
Den Haag, Willibrordushuis
Terugkombijeenkomst: napraten over de tocht
[email protected]
12 okt
13.30
Geffen, De Gouden Leeuw
Najaarsbijeenkomst
Regio Den Bosch
26 okt
10.00
Uithuizen
Klei-camino; dagwandeling
Regio Groningen/Drenthe
31 okt
19.30
Galder, Café Knooppunt
Pelgrimsparade: Leden over hun tocht
[email protected]
1 nov
10.00
Amsterdam of omgeving
Dagwandeling, locatie en aanmelden bij:
[email protected]
8 nov
10.00
Roermond, Bisschoppelijk College
Landelijke bijeenkomst Genootschap
Regio Limburg
15 nov
13.00
Amsterdam, De Badcuyp
Regionale najaarsbijeenkomst
[email protected]
22 nov
10.00
Den Haag
Regionale najaarsbijeenkomst
[email protected]
22 nov
13.30
Lonneker, Jacobuskerk
Najaarsbijeenkomst met Tieleke Huijbers
Regio Oost-Nederland
29 nov
14.00
Breda, Rudolf Steinerschool
Voorlichting over pelgrimage (vrij toegang)
[email protected]
3 dec
10.00
Amsterdam of omgeving
Dagwandeling, locatie en aanmelden bij:
[email protected]
7 dec
20.00
Utrecht, Janskerk
Dick Le Mair: Impressions of a Pilgrimage
[email protected]
27 dec
10.00
Galder, Jacobskapel
Eindejaarswandeling met erwtensoep
[email protected]
3 jan
10.00
Amsterdam of omgeving
Dagwandeling, locatie en aanmelden bij:
[email protected]
* Voor de contactgegevens van de regio’s zie www.santiago.nl en Jacobsstaf 101
Concert ‘Impressions of a Pilgrimage’ in Utrecht Op zondagavond 7 december 2014 voert Dick Le Mair de complete cd Impressions of a pilgrimage uit in de Utrechtse Janskerk. De muziek van Dick Le Mair is uniek: tussen gregoriaanse koralen, jazz en wereldmuziek nemen zijn composities de luisteraar mee op reis. Zijn ervaringen met de camino vertaalde hij in muziek die bij de luisteraar steevast herinneringen oproept aan de eigen tocht naar Compostela. Informatie en muziekvoorbeelden: www.dicklemair.nl. Medewerkenden: • Gouds Kamerkoor o.l.v. dirigent en organist Mark Lippe • Frans de Berg, piano • Lee Ann Vermeulen, piano • Luca Genta, thin whistle, blokfluiten en cello • Peter van Essen, viool • Aron de Lijster, basgitaar • Ruud van der Steen, percussie • Dick Le Mair, percussie en vibrafoon
Praktische informatie: Zondagavond 7 december 2014; aanvang 20.00 uur Janskerk, Janskerkhof, Utrecht Toegangsprijs: leden genootschap € 5,-; introducés € 7,50
45 Jacobsstaf
Aanmelden met naw-gegevens:
[email protected] De organisatie is in handen van de regio’s Utrecht-Zuid/Rivierenland en MiddenNederland.
Joke van der Wees
Pelgrimeren
D
‘Do you have wifi?’ Hospitaleren in de Pyreneeën
Zo o la lang er pelgrims zijn, zijn er hospitalero’s, en alle all a hospitalero’s zijn ooit als pelgrim begonnen. Zo ook Joke van der Wees. Na twee camino’s in 2013 meldde ze zich aan als hospitalero in Roncesvalles. Gedurende twee drukke weken in mei 2014 had ze nog wat tijd over voor de volgende impressie. Het Nederlands Genootschap van Sint Jacob bemenst jaarlijks van april tot november de grote pelgrimsherberg in het kloostercomplex Roncesvalles, de eerste overnachtingsplek in Spanje op de Camino Francés. De herberg bestaat uit twee gebouwen: de nieuwe herberg Aterpea, open sinds 2011, waar 183 pelgrims een schoon, modern en volledig geoutilleerd onderkomen vinden, en de oude herberg Itzandeguia in een pand uit de dertiende eeuw waar 120 pelgrims kunnen slapen. Gemiddeld acht Nederlandse vrijwilligers staan dagelijks klaar om de pelgrims te begroeten, op te beuren, verder te helpen en uit te zwaaien. Voor veel pelgrims begint de camino hier pas echt. Ze hebben bij aankomst de zware Pyreneeën-etappe achter de rug, het pelgrimeren is nog geen routine, er is onwennigheid, onbekendheid, onzekerheid en dus zijn er vragen, vragen en vragen. Er gaan nogal wat mensen niet of slecht voorbereid op weg. Met veel te veel bagage komen ze de Pyreneeën over. Doodmoe, overbelast, doornat, met blaren en blessures strompelen sommigen de herberg binnen. Veel rugzakinhoud blijkt dan alsnog overbodig en wordt achtergelaten. In de gang ondergaat de tafel met alle achtergelaten spullen (‘Left over, lost and found – take what you can use, please’) elke dag een metamorfose. Spijkerbroeken, winterjassen, een zwaar leren jack, literflessen shampoo, pannensets, krulspelden, stokken, tentjes, waterflessen, slippers, grote blokken zeep, boeken, schoenen, fietshelmen, truien, grote badhanddoeken en alles
wat de volgende ochtend in en onder bedden gevonden wordt, komt daar terecht en veel vindt weer een nieuwe eigenaar.
Pelgrims tegen hospitalero’s ‘Heeft u een stempel voor ons? Waar kunnen we eten? Wat kost een poncho? Heeft u pleisters? Wilt u mijn was doen? Do you have wifi? Wat is dit voor machine? Hoe laat gaat het licht uit? Mag ik hier roken? Hoe werkt die keramische kookplaat? Waar moet de hond heen? Heeft u internet? Staat mijn fiets achter slot en grendel? Hoe laat begint de kerk? Wilt u ook mijn rugzak wassen? Mag ik van deze tafel meenemen wat ik nodig heb? Heeft u een slaapzak? Haben sie wifi? Waar is de bibliotheek? Kan ik hier pinnen? Wat is het beste restaurant? Hoe laat gaat deze deur dicht? Mag ik een ander bed? Vous avez du wifi? Mag ik dit hier laten? Wilt u dit voor mij terugsturen? Kunt u geld wisselen? Waar kan ik ontbijten? Weet u het weerbericht? Avete wifi? Kan iemand naar mijn blaren kijken? Do you have wifi? Haben sie wifi? Vous avez du wifi? Avete wifi? Heeft u wifi? Tienes wifi? Foto: Joke van der Wees
Jacobsstaf 46
Verkoopt u schoenen? Wilt u me helpen met die poncho? Ik ben mijn trouwring kwijt! Kan ik alvast reserveren voor mijn vader die achterop geraakt is? Heeft u mijn sleutels/ dagboek/routekaart/telefoon/paspoort/bh/ vriend/slippers/oplader/schoenen/echtgenoot gevonden? Tienes wifi? Mijn slipje is onder het buurbed gewaaid, wilt u dat voor mij pakken? Ik had 2 euro in mijn broekzak en nu niet meer, ligt dat misschien in de wasmachine? Do you have Wifi , Do you have Wifi , DO YOU HAVE WIFI?’
Hospitalero’s tegen elkaar ‘Zo, dit was een viespeuk hier zeg – Ik moest die aangeschoten Spanjaarden wel wakker schreeuwen vanochtend – Zijn die Schotten nog op tijd vertrokken? – Neem de vloerwas even mee – Wat gaat hier een hoop plastic doorheen – Zag je die vader en zoon gaan? – Die man met die ezel loopt al drie jaren achter elkaar – Wat doe jij met een laken met een gat erin? – Wat zijn die wc-rollen snel op – Lees jij Koreaans? Er ligt hier een romannetje – Ik kan wel een handeltje beginnen in gebruikte oordoppen – Heb jij nog kussenslopen? – Zijn dit nou condooms of zie ik het verkeerd? – Help even met die bovenbedden – Mooie wielerhandschoentjes hier – Trappenhuis is klaar! – Weer een vergeten locker-euro! – Dit bed is nat, wat zullen we doen? – Haal even die gore pluis van die trekkerhoezen voor ze naar de wasserij gaan
Heeft u mijn sleutels/telefoon/ paspoort/bh/vriend/schoenen/ echtgenoot gevonden? – Kijk uit, daar ben ik net geweest! – Wie vergeet nu zijn routeboekje? – Nu even niet die monnikenmuziek, please – Laten we kersen/ chips/een nieuwe staafmixer/chocopasta/ honing bestellen – Heb je die gehandicapte jongen nog op 1 kunnen leggen? – De voorraad pijnstillers slinkt behoorlijk, zie je dat? – Moet die reserveslaapzak na één nacht gewassen worden? – Die ezel staat lekker beschut daar – Er ligt hier een bh, is dat jouw maat? – Gloednieuwe stokken, die kan ik zelf 47 Jacobsstaf
Hospitaleren in Roncesvalles: ‘Komen we nog iets tekort?’ Foto: Joke van der Wees
wel gebruiken – Ai, een stempelkaart vanaf Vézelay, balen als je die kwijt bent – Ben even naar de wasserij! – Die onderbroek eerst wassen hoor – Bedlampje vergeten, da’s dom, pelgrimmetje – Zag je hoe blij die hond was vanochtend?
Hard werken en goede zorgen Twee weken bereid en in staat zijn flink aan te pakken, lange dagen maken, opgewekt en geduldig blijven, vroeg kunnen opstaan. Wie kan samenwerken en over humor beschikt overleeft het, niet in de laatste plaats door de goede zorgen van het klooster. Brood, lekkernijen, veel prachtig fruit, wijn, bier, vleeswaren, kaas, chips, groenten, eieren: alles wordt snel en in grote hoeveelheden aangedragen. Ook de Spaanse medewerkers zijn hartelijk, dienstverlenend en dankbaar naar de Nederlanders. Met elke dag een warme maaltijd in een van de twee restaurants kom je de periode uitstekend verzorgd door. Ook hospitalero’s trekken verder, na veertien dagen staat een uitgeruste nieuwe ploeg klaar. Hospitaleren? Heeft u belangstelling om te hospitaleren in Roncesvalles? Informatie en aanmelden: Santiago.nl/werkgroepen/ roncesvalles.
Herman Holtmaat Gerard Luiten
Geschiedenis & Cultuur
De verering van Jacobus Jacobusbroederschappen in Nederland
M
Middelee Middeleeuwse Middel broederschappen spreken tot verbeelding. Ze roepen associaties op met de verbee dienstbaarheid, opvang en verzorging. Maar ook met gezelligheid, feest en jolijt. Wat weten we van deze broederschappen en van de Jacobusbroederschappen in het bijzonder? Waar stonden zij voor, hoe functioneerden ze en was er een relatie met pelgrimswegen en jacobalia? In komende nummers van Jacobsstaf schenken we aan enkele broederschappen apart aandacht. Broederschappen maakten een wezenlijk deel uit van de laatmiddeleeuwse samenleving. Hun ontstaan valt samen met de opkomst van de steden, die een breuk met de traditionele maatschappelijke orde van kerk, adel en (horige) boeren betekende. Naarmate de traditionele orde aan belang inboette, nam binnen de stedelijke gemeenschap de noodzaak toe zelf zorg te dragen voor belangenbehartiging en onderlinge zorg. Handels- en ambachtslieden verenigden zich in gilden om de sociaaleconomische belangen van de beroepsgroep te bewaken en regelend op te treden. Schutterijen hadden de taak de stad te verdedigen. Tot slot waren diverse religieus-charitatieve verenigingen gericht op devotie, liefdadigheid en het lenigen van maatschappelijke nood. De leden van dergelijke broederschappen hadden bepaalde verplichtingen, zoals het doen van goede werken, het wekelijks bijwonen van de broederschapsmis en het bijwonen van de begrafenis van een lid. In de loop van de zestiende eeuw verdween de religieuze oorsprong van de broederschappen naar de achtergrond. Na de Reformatie, rond 1580, werden de meeste opgeheven. Hun gasthuizen trof hetzelfde lot: ze werden geconfisqueerd of kregen een andere bestemming.
Gasthuizen Een specifieke broederschap betrof die van Jacobus. Ze werden doorgaans opgericht door oud-pelgrims naar Santiago de Compostela. De pelgrimage had in de loop van de veertiende en meer nog in de vijftiende eeuw een hoge vlucht genomen. De meeste broederschapsstichtingen dateren dan ook uit die periode. Het doel was de opvang van de pelgrims op weg naar of van Santiago. Ze beschikten veelal over een gasthuis waar pelgrims, maar dikwijls ook passanten en behoeftigen, welkom waren. Samenwerking met andere gasthuizen was daarbij niet ongewoon. In de loop van de vijftiende eeuw verwaterde de oorspronkelijke doelstelling van de Jacobusbroederschappen nogal eens. Sommige stonden zelfs bekend om hun feestgelagen. Jacobusbroederschappen in Nederland Van veel Jacobusbroederschappen is nauwelijks of geen documentatie (meer) beschikbaar. De jacobalialijst van het Nederlands Genootschap van St. Jacob (NGSJ) vermeldt broederschappen in dertien steden. In Nijmegen, Dordrecht en Schiedam wordt melding gemaakt van een Jacobusgasthuis; hier zal ook een broederschap geweest zijn. Deze aanname brengt het aantal op zestien. De oudste broederschap dateert uit 1265: Schiedam. Andere verschijnen vanaf het midden van de veertiende eeuw. Vanaf dat moment kunnen we spreken van een maatschappelijke trend. Broederschappen en gasthuizen lijken geconcentreerd te zijn in de grote steden: er zal voldoende ‘volume’ nodig zijn geweest om een broederschap op te richten en een gasthuis te exploiteren. De ongelijke spreiding over het land is moeilijker te verklaren. Was Jacobsstaf 48
Plaats
Datering
Schiedam
1262
Roermond
1357
Dordrecht
1374
Rotterdam
1366
Utrecht
1375
Maastricht
begin 15e eeuw
Den Bosch
1430
Amsterdam
1435
Haarlem
1437
Nijmegen
1438
Bergen op Zoom
1444
Steenbergen
1455
Leiden
1477
Gouda
1484
Den Haag
?
Middelburg
?
Broederschappen naar chronologie (bron: Jacobalialijst NGSJ)
de Jacobusverering in het noorden minder intensief ? Was het aantal pelgrims geringer, gezien het lagere bevolkingsaantal? Of was bij een kleiner aantal passerende pelgrims de behoefte aan opvang minder manifest? Veel noordelijke steden onderhielden goede contacten met de Hanze; sommige steden maakten er zelfs deel van uit. Dit veronderstelt een positief effect op het stedelijke verenigingsleven, het aantal passanten en de behoefte aan het stichten van (Jacobus)gasthuizen. Maar dit blijkt niet uit de literatuur.
Broederschappen en pelgrimswegen Wanneer in de veertiende en vijtiende eeuw het pelgrimeren in populariteit toeneemt, ontstaan min of meer vaste pelgrimsroutes. Waarschijnlijk is er een verband tussen het voorkomen van Jacobusbroederschappen en pelgrimsroutes. De broederschappen hadden immers primair de opvang van pelgrims tot doel. ‘Zonder pelgrims geen Jacobusbroederschap’ lijkt wat boud geformuleerd, maar is in de kern niet onjuist. Er is weinig materiaal voorhanden voor een reconstructie van pelgrimswegen in de Nederlanden. Maar we mogen aannemen dat een pelgrim van stad naar stad trok, of specifieker: van reliek naar reliek. Elke zichzelf respecterende stad had een reliek. Het stimuleerde de pelgrimage en bracht geld in het laatje. De stad bood ook veiliger onderdak dan het platteland. Historicus Jan van Herwaarden heeft op basis van vooronderstellingen een schets gemaakt van pelgrimsroutes in de late middeleeuwen in Nederland. Werkgroepen van onder meer het Nederlandse en het Vlaamse genootschap ontwikkelden rond 2010 hedendaagse ‘authentieke’ pelgrimswegen. In de kaart zijn al deze gegevens samengebracht. Jacobusbroederschappen en jacobalia Broederschappen waren veelal verbonden met een parochiekerk, alwaar ze een kapel of altaar bezaten. Vaak is zo’n kapel of altaar herkenbaar aan een of meer jacobalia: een Jacobusbeeld, een schrijn, een schalk- of gewelfbeeldje, een kraagsteen of een ander kunstwerk, naast oorkondes, vaandels en zegels. De jacobalialijst geeft hiervan een beeld. De conclusie kan zijn dat Jacobusbroederschappen de Jacobusverering, het pelgrime-
Jacobusbroederschappen, middeleeuwse en hedendaagse Jacobswegen (bronnen: Jacobalialijst NGSJ; Jan van Herwaarden (red.), Pelgrims door de eeuwen heen. Santiago de Compostela in woord en beeld. Turnhout, 1985; Bram van der Wees e.a. (red.), Jacobswegen in Nederland. Te voet naar Santiago de Compostela. Utrecht, 2012). Cartografie: Wobien Doyer, m.m.v. Han Lasance.
ren en de beeldtraditie van Jacobus zeer hebben bevorderd. Maar onze gegevens geven geen indicatie voor enige actieve promotie door kerkelijke autoriteiten en kloosters – heel anders dan in zuidelijke landen. Overigens moet de bijdrage van de broederschappen aan de beeldende kunst niet overschat worden. Zij waren geen grote en actieve opdrachtgevers. De rijkdom en variatie aan jacobalia heeft ons inziens eerder van doen met de aloude volkse behoefte tot benoemen en uitbeelden van een heilige, in dit geval Jacobus. De jacobusverering maakte deel uit van een veel bredere, algemeen gangbare heiligenverering. Het zou interessant zijn te onderzoeken welke heiligen nog meer een grote verering genoten en dit te vergelijken met de verering van Jacobus. Als belangrijkste bron voor dit artikel is gebruikt: Jan van Herwaarden, Pelgrims door de eeuwen heen. Santiago de Compostela in woord en beeld. Turnhout, 1985. Een uitgebreidere en van literatuur voorziene versie van dit artikel is te vinden op de website van het genootschap: Santiago.nl/werkgroepen/geschiedenis_cultuur. 49 Jacobsstaf
Muurschilderingen
14
Altaren
4
Retabel
2
Glas in lood
2
Beelden
5
Schilderijen
2
Graftombe/steen
3
Decoraties
3
Stempel/oorkonde/ zegel
4
Jacobalia naar type object (tot midden zestiende eeuw), excl. miniaturen (bron: Jacobalialijst NGSJ)
Sylvies column
Geen verbetering Sylvie
Ik las daar van alles tussen de regels, behalve de gelofte van kuisheid
Sylvie, uitbaatster van een pelgrimsauberge onder de rook van Antwerpen, schrijft elke Jacobsstaf een column over haar belevenissen.
Toen nonkel François intrad in het klooster mocht men er niet spreken. Het dagelijks labeur speelde zich woordloos af. Men kweekte zwijgend patatten of sneed stil het gras. Nadat het gedaan was met het spreekverbod kon men in den kloosterhof gekout horen als: ‘Broeder Gerardus, weet ge waar de hark is?’ ‘Nee broeder Franciscus, die zal broeder Johannes wel ergens achter zijn gat hebben laten slingeren, die ruimt nooit iets op.’ François vond al dat gepalaver geen verbetering. Ik moest daar onlangs aan denken nadat pelgrim Jan uit Breda in mijn herberg geslapen had. Hij had al veel camino’s gelopen, maar nooit meer zo’n ervaring gehad als op zijn eerste. Voorbij Burgos had hij Anne ontmoet. Ze spraken met elkaar over hun gezamenlijke passie, muziek, of gewoon over het dagelijks leven. En ook zonder woorden kwamen ze goed overeen. Zonder dat ze het afgesproken hadden, waren ze samen blijven lopen. Kilometers liepen ze zwijgend naast elkaar, een stilte die afgewisseld werd met samen zingen. La vie en rose was hun favoriet. Na een week moest Anne weer terug naar huis. Haar congé was voorbij en ze moest weer terug naar de school waar ze als mademoiselle anglais haar leerlingen de Engelse taal probeerde bij te brengen. Jan had Anne weggebracht naar het busstation. Hij had de bus nagekeken en lang nadat die uit het zicht verdwenen was, zat hij nog steeds op een bankje in het lege busstation van Astorga en luisterde op zijn iPod keer op keer naar La vie en rose. Hij liet me het gedichtje lezen dat hij erover gemaakt had en sindsdien altijd bij zich droeg alsof het een bidprentje was. Het waren simpele zinnen die de gebeurtenis beschreven en zonder dat het gezegd werd, kon je tussen de regels door lezen: die man is stékezot van die Française en voelt zich nu eenzaam. Hoe schoon kan het zijn tussen twee mensen en hoe wreed kan die schoonheid ineens afgelopen zijn. Het verhaal liet me niet los en toen ik enkele dagen later mijn computer aan het opkuisen was, toetste ik Jan zijn naam in. Zonder veel moeite vond ik zijn webstek met het verhaal van zijn eerste camino. Amaai! Ik las daar van alles tussen de regels, behalve de gelofte van kuisheid. Onze Jan had meer maskes en madammen ontmoet met wie het klikte en regelmatig wist hij het zo te spelen dat de albergue zogenaamd vol was en dat hij nog juist de laatste kamer in een hostal had weten te boeken. Een tweepersoonskamer uiteraard. Weg was mijn ontroering. Onze Jan had als een hitsige Don Juan lopen hoereboeren op de meseta. Nonkel François rust al lang in den eeuwigen kloosterhof, internet heeft hij nooit gezien, maar als hij het wel had gekend zou hij ongetwijfeld gezegd hebben. Ja, het biedt vele mogelijkheden, ge kunt er veel mee aan de weet komen, maar of dat nu een verbetering is? Amitiés, Sylvie Jacobsstaf 50
Aat van der Harst
Pelgrimeren
D
Dichtbij en ver Verhalen van de weg
In de deze rubriek neemt wandelcoach Aat van ons mee op een reis langs diverse der Harst H pelgrimsthema’s: aankomst, wegwijzers, vertrouwen, ontmoetingen, herbergen, nieuwe wegen. Hij verkent vanzelfsprekende thema’s op de weg in de verte ook thuis in eigen wijk, dorp of stad. Aan het slot nodigt hij uit naar buiten te gaan, gewoon dichtbij en wellicht soms in de fantasie even heel ver weg. Verhalen verbinden mensen Verhalen verbinden momenten in de tijd Verhalen verbinden de binnenwereld met de buitenwereld Als mensen momenten van hun levensweg in samenhang vertellen, ontstaat er een doorlopende levenslijn. Al die punten vormen je unieke weg. Verhalen verbinden momenten in de tijd. Onderweg tussen Pamplona en Puenta la Reina kom ik Duitser Manfred uit het Ruhrgebied tegen. We wandelen een stukje samen op en vertellen elkaar over onze tocht. Een dag later eten we op een pleintje in Estella. Zijn verhaal raakt me. Zo gaat het steeds weer onderweg. Je deelt verhalen met anderen. Eerst een tijdje over de letterlijke weg, het onderdak van gister, het doel van vandaag, het weer van morgen. Al gauw vertellen mensen ook over hun levensweg. Dan gaat het niet meer over wat voor baan je hebt of in wat voor huis je woont. Het gaat over verdriet om naasten, over angst voor ontslag, over vreugde om een behaalde mijlpaal. In elk verhaal zit emotie en diepgang. Ik heb Manfred vier dagen gezien en het heeft me verrijkt voor het leven. Hij is niet de enige die ik zo intensief ontmoet. Ik ga, net als in het echte leven, een weg van steeds weer ontmoeting en afscheid. Verhalen verbinden mensen. Na mijn aankomst en de thuisreis, heb ik voortdurend beelden in mijn hoofd van de weg. Door die te herbeleven maak ik weer con-
tact met mensen en plekken in het verleden. Ik vertelde vandaag het verhaal over de ontmoeting met Manfred aan een medewandelaar op een klompenpad in de buurt, en de wandeling over de dijk was ineens verbonden met Pamplona. Door het verhaal maakte ik verbinding met toen. Zo kan ik ook vooruitblikken op een doel in de toekomst: mijn droom om Assisi binnen te lopen. Met dat verhaal over de droom verbind ik misschien ooit het klompenpad met de tocht naar Assisi en Franciscus. Verhalen verbinden momenten in de tijd. Om over je tocht te kunnen verhalen, hoef je geen groot verteller te zijn. Wel heb je de bereidheid nodig om contact te maken met jezelf, je verhaal en je toehoorders. De aankomst in een herberg en de ontmoeting met een Duitser met wie ik soep eet, vormen op zich nog geen verhaal. Dat wordt het pas als ik me opnieuw realiseer wat het me deed, toen Manfred me vertelde over zijn verdriet over het ontslag en hoe hij het roer dapper omgooit. Ik voel mijn bewondering voor zijn lef. Het ontroert me. Dan pas zullen toehoorders er iets van zichzelf in herkennen. Zij zullen beelden zien en herinneringen hebben aan hun eigen reis, aan eigen levensthema’s en emoties onderweg. Zo maken mensen de verbinding met zichzelf, met anderen en de weg. Verhalen verbinden de binnenwereld met de buitenwereld. Wie pelgrimeert komt met een rugzak vol verhalen thuis.
Foto: Marja Trappenburg
Van Aat van der Harst verscheen het boek ‘Wandel je wijzer’, waarin hij de lezer vergezelt op bijzondere wandelingen in natuur en stad.
Wandel je wijk Wandel een eindje in je eigen buurt en sta stil bij iets wat je opvalt op je ronde: - Wat valt je op aan datgene wat je ziet of hoort? - Wat maakt dat je juist hierbij stilstaat? - Welke associatie heb je nu bij iets wat je meemaakte op een wandeling in de verte? - Wat heeft die ervaring toen, daar ver weg, je op dit moment dicht bij huis nog steeds te zeggen? - Aan wie ga je vandaag of morgen over dit stukje van je weg en deze ervaring vertellen?
51 Jacobsstaf
Het Compostelaregister In het Compostelaregister worden de namen en gegevens opgenomen van Santiagogangers die een compostela hebben ontvangen. Dit certificaat wordt verstrekt namens de aartsbisschop van Santiago na een voltooide pelgrimstocht. U wordt dringend verzocht uw compostela te registreren via de website. Na inloggen klikt u op Mijn profiel en kunt u onder de tab Register en Voeg registerregistratie toe uw compostela aanmelden. Tevens verzoeken we u een gescande versie of digitale foto van uw compostela te uploaden. Registreren per post blijft mogelijk maar wordt niet aanbevolen. Stuur dan een kopie van uw compostela naar de ledenservice, vergezeld van een formulier dat u bij de ledenservice kunt aanvragen. In de Jacobsstaf worden steeds de laatste aanvullingen gepubliceerd. Rony de Jong,
[email protected] Aankomst
Naam en Woonplaats
Reis
Duur
Jaap Meester, Nibbixwoud
Voet
22
Hong Ji, Rozenburg
Voet
12
M. Valkenburg, Rotterdam
Voet
34
Duur
Aankomst
Naam en Woonplaats
Reis
Voet
23
Voet
31
6 mei
Geert van de Haterd, Valkenswaard
Voet
11
6 mei
Trees Stens, Apeldoorn
Fiets
38
Voet Voet
31
6 mei
Sjaak Sies, Vlaardingen
Voet
30
19
7 mei
Jaco ter Wal, Bussum
Voet
35
Albert Melskens, Lomm M. Bekke-Leferink, De Lutte
Voet
100
9 mei
Fransje Wels, Druten
Voet
14
Voet
12
9 mei
A.J.J. Everaard, Wolfheze
Voet
Voet
13
9 mei
Ria Aanraad-Klappe, Almere
Voet
45
Voet
35
9 mei
Rien Aanraad, Almere
Voet
45
Voet
7
10 mei
Ed de Groot, Heerhugowaard
Voet
33
Voet
20
10 mei
Carel Fikkert, Emmen
Voet
33
Voet
12
10 mei
Ap Folgerts, Wijk bij Duurstede
Voet
24
Voet
35
10 mei
Erik Kamphuis, Apeldoorn
Fiets
29
Marike van Dorsser-Willems, Beuningen Chris van Dorsser, Beuningen
Voet
32
Voet
32
Aankomst
Naam en Woonplaats
31 mrt
Gert Overeem, Zeewolde
3 apr
Hans Thuis, Zoetermeer
3 apr
Janke Thuis-Vos, Zoetermeer
10 apr
Lunette Saris, Rosmalen
14 apr 15 apr
2006
15 apr
Björn Wijman, Zoetermeer
23 mei
16 apr
Theo Verkerk, Sittard
17 apr
M.S. Sabaco, Hoorn
18 apr
Simone Doesburg, Utrecht
19 apr
A.B.J. Bekke, De Lutte
21 apr
J.C. Tolen, Amsterdam
21 apr
1974 10-aug 2002 3 jun 2004 28 mei
Reis
N.P.M. Mors, Epe
Voet
46
P.J. Bakker, Hoorn
Voet
84
P.C.M. Schellart-Hokkeling, Aerdenhout
Fiets
35
31 mei
René Vlak, Amsterdam
Voet
32
21 apr
3 nov
A.G.M. Vogels, Utrecht
Voet
38
21 apr
Michelle van Deursen, Maastricht
Voet
18
22 apr
H.M.C.M. Gijsel, Uden
Voet
32
2007 18 jun 2010 1 jun 2011
2012 20 jun
M. Zaagmans, IJlst
Fiets
40
22 apr
Wim de la Porte, Purmerend
Voet
37
19 jul
Jos Smit, Laar
Voet
70
23 apr
Tom Doeleman, Deventer
Voet
36
31 aug
S. Hardorff, Leiden
Voet
40
23 apr
Wim Valkenburg, De Meern
Voet
22
27 sep
John Koolen, Horn
Fiets
33
24 apr
Ludo Janssens, Veldhoven
Voet
55
Voet
12
Willie Thijssen, Didam
Voet
18
26 apr
9 mei
Bart Nefs, Halsteren
Fiets
24
27 apr
Jeanne van Veggel-v.d. Schoot, Uden Jan Nijboer, Lunteren
Voet
80
12 mei
Elen Zwartkruis, Arnhem
Fiets
54
28 apr
M.F.M. Eefting, Apeldoorn
Voet
105
14 jun
I.W. van der Velde , Joppe
Voet
128
29 apr
Hans van der Heijden, Tilburg
Voet
10
15 jun
C.C. Meuzer, Dordrecht
Voet
37
29 apr
Madje Stuij, Grave
Voet
10
20 jun
Lieve Notenboom, Susteren
Voet
73
30 apr
Henk Wijngaards, Wormer
Voet
12
7 jul
Frits Aalderink, Balkbrug
Fiets
37
30 apr
Dominique Pasutto, ’s Gravenhage
Voet
11
Tom Sepers, Rotterdam
Voet
12
6 okt 2013
4 aug
Amanda Snijder, Leeuwarden
Voet
27
30 apr
23 aug
Voet
42
30 apr
Joyce van Reijen, Rijswijk ZH
Voet
11
1 mei
10
Fiets
35
25 sep
J.A. van Veen – Bosma, Appelscha
Voet
38
1 mei
Marike van Dorsser-Willems, Beuningen Chris van Dorsser, Beuningen
Voet
22 sep
Yvonne van Ieperenburg, Culemborg J.H.F.M. van Sprang, Tilburg
Voet
10
22 okt
Erik Stroet, Doetinchem
Fiets
26
1 mei
Harry Collignon, Oosterhout
Voet
17
31 okt
A.A-L de Vormer, Dordrecht
Voet
37
1 mei
Voet
28
1 nov
J.C. Salwegter, Dordrecht
Fiets& Voet
60
Sabrina van Ruiten, NoordwijkBinnen Ben Beljaars, Rijen
Voet
7
4 nov
Marieke Heikamp, Utrecht
Voet
49
4 mei
Wijnanda Klaver, ’t Veld
Voet
13
4 mei
Peter Lohman, Zoetermeer
Voet
24
4 mei
Paul Weterings, Heerhugowaard
Voet
13
5 mei
Gerard van Drecht, Midwolde
Voet
33
2014 16 feb
Leo van Dijk, Zoetermeer
Voet
33
16 feb
J.W. van Buuren, Heemstede
Voet
32
3 mei
Jacobsstaf 52
Duur
(advertentie)
VOER VOOR DE GOEDE WOLF
ONDERWEG NAAR SANTIAGO DE COMPOSTELA DOOR JAN VAN GISBERGEN
* Een brede, verdiepende kijk op de camino * Een sublieme weergave van de sfeer onderweg * Genaaid gebonden * 576 bladzijden * 930 kleurenfoto's
2850 verkrijgbaar in de boekhandel www.goedewolf.nl
Aankomst
Naam en Woonplaats
Reis
Duur
Aankomst
Naam en Woonplaats
Reis
Duur
Aankomst
Naam en Woonplaats
Reis
Duur
11 mei
Hans Koster, Deventer
Voet
8
20 mei
Cees van der Wulp, Bavel
Voet
13
6 jun
Rinus Kreeft, Amsterdam
Voet
38
12 mei
Cok Roessen, Zoeterwoude
Voet
38
20 mei
28
7 jun
Cees Koedijk, Naarden
Voet
13
E.J.M. van de Weghe, Benneveld
Voet
63 38
28
Voet
Voet
Voet
J.C.M. Marees-Deliën, Tuitjenhorn
Gerhard Surink, Alphen a/d Rijn
20 mei
7 jun
13 mei
Sytske Dijksma-van der Kooi, Drachten Klaas Dijksma, Drachten
Voet
12 mei
44
42
Voet
Fiets& Voet
Voet
Gijs Wendels, Vlaardingen
Joke Bosink-Jolink, Almelo
Narda van Os, Middelburg
7 jun
13 mei
20 mei 20 mei
Cyriel Moonen, Echt
Voet
27
7 jun
Piet van der Goot, Heerenveen
Fiets
42
Peter Scherpenisse, Terneuzen
Voet
102
120
44
20 mei
Marcel Kuijpers, Middelburg
Voet
42
8 jun
P.C.M.H. v.d. Broek-van Gerven, Chaam Frans van den Oord, Geldrop
Voet
Fiets& Voet
20 mei
8 jun
Fiets
38
10
20 mei
E.J. Boluijt, Kaulille
Fiets
24
8 jun
Mies Jansen, Veldhoven
Fiets
25
Anja Verhaart, Fijnaart
Voet
38
8 jun
Jef van Gerven, Chaam
Voet
120 32
13 mei 14 mei
Herman Bosink, Almelo N. Lassche-Elsinga, Raalte
Voet
25
14 mei
Gerrit Wieberdink, ’s Gravenhage
Voet
33
21 mei
14 mei
José Verhoeven, Someren
Fiets
47
22 mei
Carlo de Bont, Tilburg
Fiets
13
10 jun
Ton Blokzijl, Wageningen
Voet
14 mei
Hans Verhoeven, Someren
Fiets
47
22 mei
M. Banken, Beneden-Leeuwen
Voet
36
10 jun
Els Zwart, Middelburg
Voet
14 mei
Harm Lassche, Raalte
Voet
10
24 mei
Tjen Beljaars, Berkel-Enschot
Fiets
30
10 jun
S.A. Visser, Laren
Voet
6
24 mei
H.H.W. Kerstens, Amersfoort
Voet
21
15 mei
H. Docter, Laren
Voet
6
25 mei
Jos Groen, Ede
Voet
29
10 jun
Annelies den Hoed-van den Hoek, Dordrecht Reinoud Nagel, Utrecht
Voet
15 mei
Voet
30
15 mei
Fiets
31
25 mei
Nanne Eekhoudt-Roels, Amsterdam Voet
11
Jeanine Collet-Oosterhuis, Zwolle
Voet
34
25 mei
Janneke Verschuure, Kruiningen
Voet
12
11 jun
J. Himbrecht, Dordrecht
Voet
39
15 mei
Jacques Flinterman, Capelle a/d IJssel J.H. Grit, Oentsjerk
11 jun
Voet
43
26 mei
Kees Zwinkels, Ossendrecht
Voet
29
11 jun
Huub Vullinghs, Bemmel
Voet
30
16 mei
Ton van Daatselaar, Soest
Voet
38
27 mei
Marjan Nap, Leusden
Voet
12
11 jun
Leo van Eeden, Lisse
Voet
102
16 mei
A.L.J. Burgmans, Eindhoven
Voet
16
27 mei
Gerard Fränzel, ’s Heerenberg
Fiets
22
12 jun
Maria Verlinden, Scherpenzeel
Voet
43
16 mei
Joop Blom, Berkel-Enschot
Voet
16
29 mei
Don Scheers, Hilversum
Voet
7
13 jun
M.P.M. Brzoskowski, De Rips
Voet
31
17 mei
Anita van Nuland, Rosmalen
Voet
12
29 mei
Lucia ten Zijthof, Gorssel
Voet
32
13 jun
Jacques Hauptmeijer, Nieuwegein
Fiets
47
17 mei
Sjaak van der Vliet, Best
Voet
53
29 mei
T. Harpe, Middelburg
Voet
40
13 jun
G. Plat, Grolloo
Voet
34
13 jun
Aline Flemming-Lindhout, Maarssen Hans Flemming, Maarssen T. Aalders, Alteveer
Fiets
16
Fiets Fiets
16 18
14 jun
E.C.J.M. Jaspers – Vlassak, Gastel
Voet
90
14 jun
Fiets
32
14 jun
Fransien Roosmalen – op ’t Hoog, Esch Doré Pontier-Simmelink, Zwolle
Fiets
60
14 jun
Cor Maas, Breda
Fiets
38
15 jun
Karel anegraaf, Rijsbergen
Fiets
31
15 jun
Peter Hoetahaean, Rotterdam
Voet
35
16 jun
Marianne de Leede, Amstelveen
Fiets
49
16 jun
Clemens Ham, Amstelveen
Fiets
49
17 jun
Arie Heijstek, Nuland
Fiets
34
17 jun
Erwin Rockx, Tilburg
Voet
6
19 jun
W. Agelink, Nijmegen
Voet
110
19 jun
A.A.W. Adriaanse, Eersel
Voet
95
19 jun
Fre Turel, Huizen
Fiets
36
19 jun
Diny Schotanus, Nijmegen
Voet
110
20 jun
Paul van der Veer, Enkhuizen
Voet
14
20 jun
Thea Dekker, Enkhuizen
Voet
42
21 jun
Frits van den Kerkhof, Voerendaal
Fiets
29
21 jun
Marianne van den Kerkhof, Voerendaal Erni Voigt, Landsmeer
Fiets
29
Voet
46
Lennie Verkerk-van Brunschot, Nieuwveen A.M.J. Witlox, ’s Hertogenbosch Jelly Holtrop, Apeldoorn
Voet
30
Voet Voet
16 12 23
17 mei
Kees Buts, Hillegom
Voet
29 mei
Icha Scheers, Hilversum
Voet
7
17 mei
Hans Jalink, Spijkenisse
Voet
37
29 mei
Ton de Koning, Zoetermeer
Voet
36
19 mei
Ron van Herk, Woerden
Fiets
29
29 mei
R. Hagendoorn, Hazerswoude Dorp
Voet
40
29 mei
H.C. Ververs, Apeldoorn
Fiets& Voet
12
Voet
8
(advertentie)
13 jun 13 jun
42
30 mei
Peter Valkhof, Zwijndrecht
30 mei
J.A.G. Poulissen, Eindhoven
Fiets
35
30 mei
Nico de Fretes, Katwijk a/d Rijn
Voet
89
30 mei 31 mei
Leo van Dijk, Waddinxveen Ruud van Lakwijk, Woensdrecht
Fiets Voet
42 76
31 mei
J.W.M. van den Hurk, Apeldoorn
Voet
45
1 jun
Albert Moraal, Enschede
Fiets
34
1 jun
Flora Gerritsma, ’s Gravenhage
Voet
40
2 jun
Silvia Rikmanspoel, Manderveen
Voet
33
2 jun
Herman Wiggers, Deurne
Fiets
21
2 jun
Thea Wiggers, Deurne
Fiets
21
2 jun
Franka van Eijk, Nederweert
Voet
32
2 jun
Han Pronker, Woerden
Voet
35
2 jun
Dick van Soelen, Sommelsdijk
Fiets
29
3 jun
Theo Hanenberg, Oss
Fiets
31
3 jun
Lies Vogels, Oss
Fiets
31
3 jun
Peter Slee, Almelo
Voet
5
Alleen of met uw eigen gezelschap?
3 jun
Jan Helwig, Soest
Fiets
29
3 jun
Bernard van Delft, Houten
Voet
10
22 jun
In een hotelkamer voor uzelf en eventueel met vervoer van bagage?
4 jun
Voet
31
24 jun
5 jun
Boudewijn Haverkorn van Rijsewijk, Rotterdam Lily Dobma, Uithuizen
Voet
38
5 jun
Heine Wieringa, Uithuizen
Voet
38
24 jun 25 jun
5 jun
Jopie van Loon, Heeswijk-Dinther
Fiets
28
26 jun
Jan Blok, Eindhoven
Voet
5 jun
O.A. Huijsman, Grijpskerke
Fiets
38
27 jun
Wilco Wolfers, Heemstede
Fiets
29
6 jun
Jan de Bruijn, Nieuwegein
Voet
7
28 jun
Willem de Bruijn, Bergambacht
Fiets
45
6 jun
Theo Grömmel, Amsterdam
Voet
49
28 jun
Ton van Lieshout, Ubbergen
Fiets
27
6 jun
Egbert Stroeve, Westerbork
Fiets
19
30 jun
Jack Kradolfer, ’s Hertogenbosch
Voet
92
WA N D E L- & P E LG R I M S R E I Z E N
Wilt u pelgrimsroutes op een comfortabele manier wandelen?
Bel 06 233 791 31 of kom langs op de Lange Hezelstraat 32 in Nijmegen. www.topo-aktief.nl
53 Jacobsstaf
Lida Kuijer
Favoriete boeken uit de Bibliotheek Het genootschap
Genieten van León in de Zodiaque-reeks
L
Lida Kuijer, lid van de werkgroep Bibliotheek, vertelt over haar mooiste boek uit de genootschapsbibliotheek. Oudere leden laten soms hun Santiago-bibliotheek na aan het genootschap. Eens ontvingen we in een legaat een exemplaar uit de Zodiaque-reeks. Nieuwsgierig geworden doken we een antiquariaat in en inmiddels staan er bij ons veel meer ‘Zodiaquen’ op de planken. Een wonderschone reeks van boeken over romaanse architectuur en beeldhouwkunst. De reeks werd in de jaren vijftig opgezet door Franse benedictijnen en behandelt de periode van de romaanse kunst in West-Europa. Elk boek uit de reeks is een perfect uitgebalanceerd geheel van stukjes zeer informatieve tekst in goed leesbaar Frans (ik lees het altijd hardop), gevolgd door prachtige, heldere foto’s, veelal in zwart-wit op prachtig mat gesatineerd papier.
Ooit bezocht ik Chartres. Aanleunend tegen de kathedraal bevond zich een toonzaal, of noem het een expositieruimte, waar de vele delen uit die reeks om me heen stonden. Zoiets een winkel noemen is oneerbiedig. Ik kocht er – dat was wel mogelijk – het deel Le monde des symboles, uit de subreeks Introduction à la nuit des temps. Nu dan mijn favoriet, getiteld l’Ancien royaume de León roman, een deel uit de subreeks La nuit des temps. De stad León wordt daarin voorgesteld als de voormalige hoofdstad van het koninkrijk León. Dan is het al wel rond het jaar 900. De Romeinen streken er met hun zevende legioen al neer in het jaar 70. Ieder die León heeft bezocht weet van de Romeinse stadsmuur met de vele torens. Het boek vertelt ons dat het in León allereerst gaat om de San Isidoro, gelegen tegen de Romeinse stadsmuur, waarschijnlijk op een oude cultusplek. In een paar bladzijden lezen we de geschiedenis, zien we een plattegrond en krijgen we advies over hoe Isidoro te bezoeken met prachtige foto’s ter uitnodiging. Niet te geloven dat je daar nu in alle rust kunt genieten van de schoonheid van het gebouw met zijn kerk, pantheon, klooster, museum, kunstschatten, handschriften, teveel om op te noemen! Ook valt er, kort en bondig, iets te lezen over wat zo’n koninklijke stad in de loop der jaren nog aan wederwaardigheden en drama’s meemaakt. De beschrijving van de San Isidoro wordt gevolgd door soortgelijk opgezette beschrijvingen en afbeeldingen van romaanse kerken in andere steden en stadjes, zoals Asturia en Salamanca. Een lust voor het oog! Op zoek naar een bijzonder Santiagoboek? Op zoek naar informatie voor een lezing? Of wilt u juist uw boekenkast leegmaken en uw Santiagocollectie opruimen? De werkgroep Bibliotheek is bereikbaar via:
[email protected].
Jacobsstaf 54
Jacobsstaf nr. 103 – Jaargang 26, september 2014 Gedrukte oplage: 12.500 exemplaren. Bereik: 14.000 leden Het Nederlands Genootschap van Sint Jacob is de vereniging van en voor belangstellenden in de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela in Galicië. Lidmaatschap aanmelden en opzeggen U kunt zich als lid aanmelden via de website Santiago.nl. Na inloggen kunt u als volgt te werk gaan: Klik op registeren/lid worden en vul het webformulier in. Het lidmaatschap loopt uitsluitend per geheel kalenderjaar. Beëindiging dient voor 1 december te geschieden via de website. Kijk in Mijn profiel onder de tab lidmaatschap. De contributie dient bij aanmelding via de website direct te worden betaald. Het heeft onze bijzondere voorkeur dat u zich via de website aanmeldt als lid. Mocht dit onverhoopt niet mogelijk zijn dan is het mogelijk om u als lid aan te melden bij een van de informatiecentra. De lidgelden worden dan achteraf gefactureerd. Nieuwe leden ontvangen bij inschrijving gratis de pelgrimspas. M.i.v. 1 januari 2014 bedraagt de contributie € 23,50, inclusief het abonnement op de Jacobsstaf. De contributie voor een ‘inwonend lid’ bedraagt € 17,50, zonder de Jacobsstaf. Het eenmalige inschrijfgeld is € 12,50 per eerste lid per adres. De bedragen kunnen jaarlijks worden aangepast. De jaarlijkse contributie wordt door het genootschap automatisch geïncasseerd. Hiervoor dient u ons een machtiging te verstrekken. Het Genootschap is gevestigd in: Het Huis van Sint Jacob: Janskerkhof 28A, 3512 BN Utrecht Tel: 030-2315391; E-mail:
[email protected] Website: www.santiago.nl
Ereleden Bas Brouwer, Koen Dircksens, Herman Gresnigt †, Jan van Kempen †, Mireille Madou, Jacobus van der Werff † en Annet van Wiechen Werkgroepen Het Genootschap kent een aantal werkgroepen en commissies. Voor de juiste gegevens wordt verwezen naar www.santiago.nl
De openingstijden zijn: Dinsdag van 14 tot 16 uur, Donderdag van 14 tot 16 en van 19 tot 21 uur, Vrijdag van 10 tot 12 uur, Stichting Pelgrimsvrienden van Sint Jacob Elke tweede en vierde zaterdag van de maand van De Stichting richt zich op het financieel 11 tot 15 uur. steunen van een aantal specifieke activiteiten die samenhangen met het pelgrimeren naar Het Informatiecentrum in Vessem Santiago de Compostela. ’t Atelier van de Pelgrimshoeve Kafarnaüm, Bankgegevens: NL88 INGB 000 5981 493 (BIC: INGB NL2A) Servatiusstraat 11, 5512 AJ Vessem (NB). Het is geopend op elke tweede, derde en vierde Meer informatie op www.pelgrimsvrienden.nl zaterdag van de maand van 11 tot 15 uur voor informatie over de tocht en aanmelding als lid. Jacobsstaf is het orgaan van het Nederlands Genootschap Het Informatiecentrum in Sint Jacobiparochie van Sint Jacob en verschijnt viermaal per jaar. ISSN 0923-11458. “De Groate Kerk”, Oosteinde 1, 9079 KZ St Jacobiparochie (Frl). Het is geopend op elke © Nederlands Genootschap van Sint Jacob. tweede en vierde zaterdag van de maand van 11 tot 15 uur voor informatie over de tocht en Redactie aanmelding als lid. Bram van der Wees (hoofdredacteur), Jasper Koedam (eindredacteur), Tieleke Huijbers Bankgegevens (fotoredacteur), André Brouwer, Freek van der NL41 INGB 000 5151 146 (BIC: INGB NL2A) Veen, Ad Gruijters, Hein Dik, Harry Keijsers NL53 RABO 030 2573 917 (BIC: RABO NL2U) t.n.v. Nederlands Genootschap van Sint Jacob. Redactieadres Janskerkhof 28A, 3512 BN Utrecht E-mail:
[email protected] Bestuur Joost Bol (voorzitter), Daniëlle Lokin Vormgeving (vice-voorzitter), André Brouwer (secretaris), Anouk Kwantes, CO2 Premedia, Amersfoort Jan Kousemaker(penningmeester), Monique Walrave, Sjaak van der Worp, Henk van Dam, Druk Lidwien Meijer en Toine van Moorsel (leden) Drukkerij Wilco, Amersfoort Aanwijzingen voor de auteurs Bijdragen voor de Jacobsstaf dienen, digitaal in Word, gezonden te worden aan
[email protected]. Foto’s kunt u verzenden via WeTransfer.com (jpg-bestand, minimaal 500 kb per foto). De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. Meningen en feiten zoals die door auteurs worden weergegeven, vallen buiten verantwoordelijkheid van redactie en uitgever. Advertenties kan men inzenden via het redactieadres. Tarieven op aanvraag. Losse nummers zijn, indien nog leverbaar, via het Informatiecentrum te bestellen.
55 Jacobsstaf
afbeelding achterzijde: Kathedraal te Reims, aquarel (waterverf op opgespannen papier), 34x49 cm
Tekenavontuur op de camino In 2008 maakten mijn vrouw en ik voor de eerste keer kennis met de pelgrimage naar Santiago de Compostela. We kozen voor de Camino Primitivo en ik had me voorgenomen om onderweg zoveel mogelijk tekeningen te maken. Door het slechte weer kwam van mijn tekenplan echter niets terecht. Na mijn pensionering in 2012 zijn we opnieuw naar Compostela gewandeld, deze keer vanaf thuis. Nu moest mijn tekenplan doorgaan. Ook nu weer de eerste weken veel regen en wind. Soms vonden we een droog plekje, en terwijl Annemie zorgde voor de inwendige mens en haar dagboek bijwerkte, maakte ik mijn tekeningen. Door het steeds wisselende landschap, de prachtige steden en kerken, en de geweldig mooie plekjes werd ik elke keer weer geïnspireerd. Omdat je genoodzaakt bent je bagage te beperken had ik slechts een schetsboekje en enkele potloden meegenomen. Uiteindelijk werd het weer beter en heb ik toch twee schetsboekjes volgetekend. Van de tekeningen, foto’s en herinneringen heb ik de afgelopen twee jaar veel schilderijen, aquarellen en etsen gemaakt. Het is een fantastische reis geworden met geweldige ervaringen die we nooit meer zullen vergeten. Nog steeds geniet ik in mijn atelier van het schilderen en tekenen van onze reis. Nu is mij de mogelijkheid geboden om van dit werk een expositie in te richten. Pelgrims zullen hier veel in herkennen! Rein van Uden Rein van Uden exposeert van 9 t/m 28 november in Museum Jan Heestershuis, Pompstraat 17 in Schijndel. Openingstijden: dinsdag t/m zondag van 13.00 – 17.00 uur. Heeft u ook een kunstwerk gemaakt naar aanleiding van uw camino? Stuur dan een goede digitale foto (minimaal 3 Mb) van het werk, met een korte toelichting, naar
[email protected]. Misschien prijkt u kunstwerk dan ook op de achterzijde van een volgende Jacobsstaf!