>>LopendVuur07 De krant van de Nederlandse Topsport >> november 2015
Coaches weten Topsport Topics steeds beter te vinden > 3
YOG gaan om meer dan presteren alleen > 5
Charles van Commenée: “Ik heb geleerd de juiste vragen te stellen” > 6
Never a dull moment op het CTO Amsterdam > 7
Ministerie van VWS levert extra financiële bijdrage
Meer sporters maken gebruik van stipendiumregeling
>> De stipendiumregeling is er voor sporters met een A- of HP-status en werd eind jaren negentig ingevoerd – na lang lobbyen en wachten. Destijds maakten om precies te zijn 151 sporters er gebruik van. De hoogte en de vorm van de regeling is in de loop der jaren flink gewijzigd. Lange tijd gold voor iedereen hetzelfde: een aanvulling op de inkomsten tot zeventig procent van het minimumloon. In 2011 werd de regeling variabel gemaakt naar leeftijd, in de vorm van drie ‘leeftijdsblokken’.
met de verwijzing naar de thuissituatie van topsporters. “Om optimaal te presteren is het belangrijk dat topsporters zich volledig kunnen richten op hun carrière, fulltime met hun sport bezig kunnen zijn en daarnaast niet nog moeten werken om in hun levensonderhoud te voorzien. Destijds heb ik het leeftijdsgebonden stipendium ingevoerd, omdat de verantwoordelijkheden voor thuis en het gezin met de jaren natuurlijk ook toenemen.”
Maar het kon nog beter. “Sinds 2013 nemen we samen met het ministerie van VWS het hele pakket aan voorzieningen voor topsporters onder de loep”, vertelt Els van Kernebeek, hoofd Topsport van NOC*NSF. “Naast het stipendium gaat het daarbij bijvoorbeeld ook over de kostenvergoeding. In dat kader hebben we gekeken naar het aantal sporters met een topsportstatus. Dat is de laatste jaren sterk toegenomen, doordat meer sporters de prestatienorm halen en doordat bijvoorbeeld de Paralympische sporten sterk zijn ontwikkeld. Daarnaast is de stipendiumregeling per 2014 in jaarlijkse stapjes opgedeeld; tot en met je 27e jaar krijg je ieder jaar dat je ouder wordt een iets hogere vergoeding.
Aantrekkelijker Oftewel: het stipendium is aantrekkelijker geworden, met name voor de oudere sporters. Dat vertaalt zich naar het percentage sporters dat daadwerkelijk gebruik maakt van het stipendium: dat is in de afgelopen jaren gestegen van 68 naar 82 procent. Waren het begin deze eeuw nog 150 sporters, nu maken 410 sporters gebruik van het stipendium. Mogelijk heeft ook de financiële en economische crisis aan deze toegenomen populariteit bijgedragen. En de groei is er nog niet uit: door het High Performance-team van NOC*NSF is een prognose gemaakt van het aantal sporters dat de komende jaren een topsportstatus zal bemachtigen en dus recht heeft op de stipendiumregeling.
Minster Edith Schippers van het ministerie van VWS motiveert deze aanpassing van de stipendiumregeling
“Deze ontwikkelingen”, vervolgt Van Kernebeek, “hebben tot gevolg dat de regeling duurder is geworden. Dat
FOTO: SPORTFOTOGRAFIE.NL
Steeds meer topsporters maken gebruik van de stipendiumregeling, de bijdrage van de overheid aan hun levensonderhoud, die hen in staat stelt fulltime topsport te beoefenen. Dat is mede te danken aan de modernisering van de regeling, waardoor deze financieel aantrekkelijker is geworden. En dat telt in tijden van crisis. Die toegenomen populariteit vraagt echter om extra financiële armslag, en die komt er, vanuit Den Haag.
82 procent van de sporters die ervoor in aanmerking komen maakt gebruik van het stipendium.
vraagt om een passend budget, zodat je niet ieder jaar opnieuw een rekensom hoeft te maken en moet aankloppen bij het ministerie van VWS. Het ministerie heeft de ontwikkelingen door een onafhankelijk bureau tegen het licht laten houden. Daarbij is gekeken naar de vraag: Wat is nu een toekomstbestendig stipendium? En welk budget hoort daarbij? Op basis daarvan heeft VWS gezegd: we gaan
naast onze bestaande financiering een aanvullende bijdrage leveren om het stipendium voor de komende jaren veilig te stellen.” Jaarlijks stelt VWS een bedrag van 10 miljoen euro beschikbaar voor de stipendiumregeling. Voor de jaren 2015 en 2016 komt daar een extra incidentele >> lees verder op pagina 2
Fiscale voordelen in kaart Athlete Services heeft samen de Belastingdienst en het Ministerie van Financiën een aantal bestaande fiscale regelingen in kaart gebracht die interessant zijn voor sporters. Deze zijn op de website van Athlete Services te vinden. “Een sprekend voorbeeld is natuurlijk de zorgtoeslag. Er zijn genoeg sporters die niet voldoende inkomsten hebben, die hier recht op hebben. Daarmee kun je bijvoorbeeld wel mooi je topsportpolis financieren", licht Eric Lankers van Athlete Services toe. Het advies aan sporters is om voor de mogelijke toepassing van meer complexe fiscale voorzieningen contact op te nemen met een financieel expert. Athlete Services kan topsporters in contact brengen met de expertise van NOC*NSF-partner EY.
>> Meer info: nocnsf.nl/athleteservices HET LOPEND VUUR NOVEMBER 2015 NOC*NSF 1
FOTO: ANP PHOTO
Vervolg pagina 1:
Minister Schippers: "Om optimaal te presteren is het belangrijk dat topsporters zich volledig kunnen richten op hun carrière."
bijdrage van ruim 1,5 miljoen euro bij. “Met het oog op de Olympische en Paralympische Spelen in Rio volgend jaar is het voor topsporters natuurlijk ontzettend belangrijk dat deze financiële ondersteuning op hetzelfde niveau blijft”, reageert minister Schippers. “Daarom heb ik besloten om voor 2015 en 2016 het budget voor de stipendiumregeling nog eens te verhogen.”
“Met VWS werken we aan het totaalplaatje voor 2017 en verder. Daar zijn nog drie andere ministeries bij betrokken: Financiën, Sociale Zaken
Constructief Het constructieve overleg tussen het ministerie en NOC*NSF dat ten grondslag ligt aan de verhoging van het stipendiumbudget, beperkt zich niet tot een visie op de periode die duurt tot en met de Spelen in Rio.
en Onderwijs. We maken een doorkijk naar de toekomst. We streven ernaar dat er in ieder geval tot 2017 geen veranderingen zijn en het financiële niveau gelijk blijft”, aldus Van Kernebeek. Vanaf 2017 zou het pakket wat NOC*NSF betreft uitgebreid moeten zijn met een overbruggingsregeling en – nog betere – studiefaciliteiten. Sportbonden, vakbond NL Sporter en de NOC*NSF Atletencommissie zijn vaste gesprekspartners in dit soort aangelegenheden. Van Kernebeek: “We kijken naar het stipendium en de kostenvergoeding, maar vooral ook naar de mogelijkheden voor een overbruggingsregeling voor sporters. Hiermee wil NOC*NSF gestopte sporters meer begeleiding en ondersteuning bieden bij een soepele transitie naar een nieuwe carrière. Dit zou per 2017 moeten ingaan. Maar denk ook aan het actieplan Flexibel Onderwijs en Topsport, dat inmiddels door 25 hogeronderwijsinstellingen is ondertekend.”
Over Athlete Services Aanvullend op de investeringen van sportbonden biedt NOC*NSF aan sporters met een topsportstatus verschillende financiële en materiële voorzieningen. Binnen NOC*NSF zijn deze ondergebracht bij Athlete Services. Athlete Services probeert met het aanbod aan voorzieningen de juiste voorwaarden te creëren die nodig zijn om als topsporter te excelleren. Het ministerie van VWS, de Lotto en de NOC*NSF Partners in Sport verlenen hieraan hun medewerking. Bij het optimaliseren van de voorzieningen is de werkgroep Athlete Services als klankbord betrokken, bestaand uit de NOC*NSF Atletencommissie, NL Sporter en verschillende (technisch) directeuren van sportbonden.
>> Meer info: www.nocnsf.nl/athleteservices
Welk bedrag?
De stipendiumregeling is zo opgebouwd dat je als sporter tot een bepaalde hoogte mag bijverdienen, zonder dat dit ten koste gaat van het stipendium. Verdien je als sporter echter zelf voldoende om in je eigen levensonderhoud te voldoen, dan heb je geen, of beperkte aanspraak op een stipendium. Het Fonds voor de Topsporter (dat gaat over de uitvoering van de stipendiumregeling) streeft ernaar om sporters van een inkomen te voorzien dat minimaal ligt tussen minimumen modaal loon. De hoogte van het stipendium is leeftijdsafhankelijk en stijgt van achttien jaar tot 27 jaar en ouder. Leeftijd Bruto stipendium per maand (incl. 8% vakantiegeld)
18 jaar
19 jaar
20 jaar
21 jaar
22 jaar
23 jaar
24 jaar
25 jaar
26 jaar
27 jaar
>27 jaar
740 euro
855 euro
1.000 euro
1.180 euro
1.380 euro
1.625 euro
1.785 euro
1.950 euro
2.110 euro
2.270 euro
2.270 euro
Onderdeel van de stipendiumregeling is dat sporters topsportgeld (o.a. prijzengeld en medaillebonus) kunnen opgeven bij het Fonds, waardoor deze incidentele piekinkomsten niet meetellen voor de inkomenstoets van het stipendium. De kostenvergoedingsregeling is een regeling voor topsporters op basis waarvan zij via het Fonds voor de Topsporter aanspraak kunnen maken op een vergoeding van reiskosten en buitenlandse hotel- en verblijfskosten gemaakt in de uitoefening van de topsportdiscipline. Sporters met een A-, B- en HP-status in groep 1 t/m 3 van de topsportprogramma’s kunnen maximaal 2.400 euro per jaar declareren bij het Fonds.
Colofon
Athlete Services: meer dienstverlenend Athlete Services is vanuit NOC*NSF verantwoordelijk voor financiële en materiële voorzieningen voor topsporters. Denk daarbij aan de Topsportpolis en arbeidsongeschiktheidsverzekering van Achmea, de Pon Olympic Car, de NS Business Card, advisering van EY, Rabobank en NL Sporter en loopbaanbegeleiding van Randstad. Daarbij is het zaak duidelijk te maken welke voorzieningen er zijn voor topsporters, hoe ze daar een beroep op kunnen doen en welke rol Athlete Services daarin kan vervullen. “Die boodschap kan beter gecommuniceerd worden”, legt Eric Lankers van Athlete Services uit, “en daarom werken we eraan om ons meer dienstverlenend op te stellen. Naast het doorlichten van de bestaande voorzieningen hoort daar ook een verbetering van de communicatie bij. We merken namelijk dat schriftelijke informatie niet altijd goed binnen komt bij sporters. We merken ook dat ze niet altijd goed op de hoogte zijn van de regelgeving. Daarom hebben we kritisch gekeken naar onze informatievoorziening. Zo wordt de site van Athlete Services geüpdatet. De informatievoorziening moet korter, meer to the point, met meer verwijzingen naar de reglementen in plaats van lange stukken tekst. Daarnaast geven we nu tijdens de topsportprogramma’s voorlichting over wat Athlete Services doet, welke voorzieningen er zijn en dus welke kansen en mogelijkheden er voor topsporters zijn. Maar we geven ook aan wat de verantwoordelijkheden van de sporters zelf zijn, want ze moeten uiteindelijk wel zelf in actie komen. Daarbij is onze de boodschap: als je hulp nodig hebt, mail ons!”
>> Meer info:
[email protected]
Colofon Lopend Vuur is een uitgave van NOC*NSF Ontwerp Diep Arnhem, Opmaak Studiorvg, Rotterdam Druk Edauw & Johannissen BV, Den Haag, Hoofdredactie Friso Schotanus (Het Sportbureau)/NOC*NSF, Eindredactie Janneke Westermann, Medewerkers Jeroen Haarsma, Joost Hanewinkel, Erik Riemens, Friso Schotanus, Edward Swier, Nick Tol, Roelof Jan Vochteloo, Productie Arko Sports Media, Nieuwegein, Redactieadres NOC*NSF: Lopend Vuur T.a.v. Annemiek van der Meer, Postbus 302, 6800 AH ARNHEM, Tel.: 026 483 47 83, E-mail:
[email protected], www.nocnsf.nl/lopendvuur 2
NOC*NSF HET LOPEND VUUR NOVEMBER 2015
Coaches weten Topsport Topics steeds beter te vinden Krachttraining voor jeugdige sporters is aan te raden, mits ze goed begeleid worden en niet in de groeispurt zitten. Bron: Topsport Topics. Sinds eind 2011 voorziet deze helpdesk Nederlandse bondscoaches van wetenschappelijke kennis, die zij kunnen toepassen in hun Olympische en Paralympische programma’s. >> Topsport Topics is een initiatief van de VU, de RUG, NISB en NOC*NSF. Het team telt vijf mensen, die onder leiding van oud-fysioloog Peter Hollander de literatuur bijhouden en hun kennis op diverse manieren terugkoppelen naar de coaches.
jetlag. IJzerman stelt dat sporters drie dagen voor vertrek naar Brazilië al kunnen beginnen met het verschuiven van hun slaap-waakritme. “We hebben hier een factsheet over geschreven, dat voor alle coaches en sporters te vinden is op topsporttopics.nl.”
Vertrouwde omgeving Herman IJzerman (standplaats: VU) is een van de leden van het Topsport Topics-team. Hij legt uit dat zo’n 200 door NOC*NSF geselecteerde coaches vragen mogen stellen, die het team beantwoordt aan de hand van op kwaliteit beoordeelde literatuur. “De coaches kunnen hun vraag stellen in een beveiligd gedeelte van topsporttopics.nl, waarvan alleen zij de inloggegevens hebben. Zo creëren we een vertrouwde omgeving waar iedereen zijn of haar vraag durft te stellen. Zo’n vraag is, desgewenst, binnen vijf dagen te beantwoorden.”
Journals Naast het beantwoorden van vragen scannen de onderzoekers elke maand 140 wetenschappelijke journals, waarvan ze enkele samenvattingen op de website plaatsen. Zo kunnen alle nieuwsgierige coaches in Nederland op topsporttopics.nl lezen dat een ijsbad na een fysieke inspanning ten koste kan gaan van spieradaptatie. De belangrijkste samenvattingen en antwoorden bundelt Topsport Topics in een maandelijkse nieuwsbrief, die wordt verzonden naar alle coaches met een account.
Met het oog op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro kreeg Topsport Topics bijvoorbeeld de vraag hoe de sporters het best om kunnen gaan met een eventuele
IJzerman is tevreden over de manier waarop de helpdesk nu draait. “Wat wij doen is al heel vaak tevergeefs geprobeerd en voor zover ik weet bestaat deze manier van werken in het buitenland niet. Verder weten coaches Topsport
Topics steeds beter te vinden en ook de media kennen inmiddels de weg.” Als winstpunt voor de toekomst noemt hij het feit dat coaches nog veel meer van elkaar kunnen leren. “Iemand die in de paardensport actief is, kan gebaat zijn bij kennis uit de atletiekwereld. Coaches zouden wat vaker elkaars vragen en de antwoorden daarop mogen bekijken.”
>> Meer info: Volg Topsport Topics www.topsporttopics.nl facebook.com/topsporttopicsnl twitter.com/topsporttopics
Rechten en plichten in de Olympische contracten Word je door NOC*NSF uitgezonden naar de Olympische of Paralympische Spelen in 2016? Dan word je geacht om een Olympisch of Paralympisch contract te tekenen. De Rio 2016-overeenkomsten zijn bijna klaar en worden begin volgend jaar voorgelegd aan de sporters en coaches, die de overeenkomsten kunnen accorderen via het NOC*NSFaccreditatiesysteem ‘Mijngegevens’. Alle potentiële deelnemers aan de Spelen in Rio worden geacht een Olympisch contract te tekenen.
>> “NOC*NSF is verantwoordelijk voor de uitzending van TeamNL naar verschillende internationale evenementen, waaronder de Olympische en Paralympische Spelen”, zo start Els van Kernebeek haar toelichting. Het hoofd Topsport van NOC*NSF legt uit dat het IOC, IPC, het organisatiecomité Rio 2016 en ook NOC*NSF regelgeving hebben opgesteld en dat deze terugkomt in de contracten. “Het gaat om organisatorische zaken – zoals verblijf, heen- en terugreis en verzekeringen – commerciële aspecten, communicatie,
antidoping, regels rondom kleding, sportieve en medische zaken. Ook de medaillebonusbedragen staan in de overeenkomsten.” Rechten en plichten “Doel van de overeenkomsten is dat voor alle potentiële deelnemers helder is wat hun rechten, maar ook plichten zijn”, zo stelt Van Kernebeek. “Sinds Salt Lake City 2002 sluiten we deze overeenkomsten en deze kunnen rekenen op de steun van betrokken
partijen, zoals sportbonden, NOC*NSF Atletencommissie, de vakbond NL Sporter en diverse zaakwaarnemers. Net als in de voorgaande jaren is er overleg geweest met de genoemde organisaties en ook zijn de overeenkomsten van Sochi 2014 geëvalueerd.” NOC*NSF stelt op dit moment de finale teksten voor de overeenkomsten op en zal deze nog eenmaal terugkoppelen aan bovengenoemde stakeholders. Begin januari zullen de
Maase: “Waardevol initiatief” Kamiel Maase is Performance Manager Sport Science & Innovation bij NOC*NSF: “Topsport Topics is een waardevol en uniek initiatief, dat voor een aantal coaches de puntjes op de i zet. De coaches maken steeds meer gebruik van de kennis en andersom weet het Topsport Topics-onderzoekersteam ook steeds beter wanneer ze de telefoon moeten pakken om te zorgen dat iets via mij direct onder alle coaches verspreid wordt. NOC*NSF is erg tevreden over Topsport Topics.”
overeenkomsten definitief zijn. “De sporters en begeleiders accorderen de overeenkomsten vervolgens met behulp van het NOC*NSF-accreditatiesysteem ‘Mijngegevens’, dat in het voorjaar van 2016 live gaat.” Wijzigingen In vergelijking met Sochi 2014 zullen de overeenkomsten op een aantal punten zijn gewijzigd en over deze wijzigingen zijn de teammanagers half oktober ingelicht. “Het betreft beleid op het gebied van de medaillebonus, terugreis, afspraken in relatie tot veiligheid in Rio en de commerciële mogelijkheden tijdens de Spelen. Sporters die hier al meer over willen weten kunnen uiteraard bij hun teammanager terecht.”
>> Meer info: in de komende edities van Lopend Vuur zal meer informatie over de overeenkomsten aan bod komen. Contactpersoon binnen NOC*NSF is Hanneke van den Pol:
[email protected] HET LOPEND VUUR NOVEMBER 2015 NOC*NSF 3
FOTO: SPORTFOTOGRAFIE.NL
“Als oud-sporter krijg ik de kans maatschappelijk iets op te bouwen” De veeleisende topsportcarrière van Miek van Geenhuizen bood geen gelegenheid voor een baan ernaast. Dus toen ze vorig jaar volledig stopte met hockey, gebeurde waar veel topsporters voor vrezen. “Het zwarte gat heb ik inderdaad gevoeld.” Via Goud op de Werkvloer, een gezamenlijk initiatief van NOC*NSF en Randstad, werkt ze nu als projectleider communicatie bij Coca-Cola. Miek van Geenhuizen: "Nu staat mijn maatschappelijke carrière op één."
Van Geenhuizen won met de Olympische hockeyploeg goud in Peking. Ze werd Europees en wereldkampioen, won landstitels en Europacups. Jarenlang legde ze ziel en zaligheid in haar sport. “Ik heb het er best lastig mee gehad. Opeens stopte ik met een spelletje dat ik al sinds mijn zesde deed, iets waar ik goed in ben. Bovendien viel het sociale aspect weg. Opeens zit je alleen thuis.” Via Goud op de Werkvloer begon Van Geenhuizen een tijd geleden al een loopbaantraject. “Gewoon om te kijken: Wat past bij mij, wat vind ik leuk en waar moeten we naar zoeken?” Dat was in elk geval niet een baan als mondhygiëniste. Die opleiding deed ze tijdens haar sportcarrière, maar het vak bleek niks voor haar. “Kijk, als je gewend bent om met je sport naar het buitenland te vliegen en veel in contact te komen met mensen, dan is alleen in een hokje zitten en bezig zijn met een patiënt niet afwisselend genoeg.”
Olympisch Stadion Van Geenhuizen ging aan de slag als marketing-/salescoördinator en businessmanager bij twee bedrijven, voordat ze op 1 oktober voor een jaar in dienst trad bij Coca-Cola. Ze kan er optimaal gebruik maken van haar sportieve achtergrond. “Ik houd me namelijk onder meer bezig met Olympic Moves, de grootste schoolsportcompetitie van Nederland in samenwerking met NOC*NSF, Zilveren Kruis en de KVLO. Daarnaast richt ik me op de communicatie rond het Olympisch Stadion in Amsterdam. Coca-Cola begon sponsoring van de Olympische Spelen in 1928, tevens het jaar dat het toernooi in Nederland plaatsvond. In het kader daarvan willen we iets bijzonders neerzetten.” Opstapje Via het IOC, ook bezig met het thema dual career, kwam NOC*NSF in contact met Coca-Cola. Coca-Cola gaf aan graag een internship van een jaar aan te willen
bieden aan een oud-Olympiër. Zo is het balletje gaan rollen. “Eva Koenders van Randstad heeft mij toen gelinkt aan het bedrijf. Coca-Cola staat ervoor open Olympiërs te helpen door hen een opstapje te geven in hun maatschappelijke carrière. Natuurlijk moest ik wel eerst op sollicitatiegesprek, er waren ook nog andere oud-Olympiërs in de race. Ik vind het waanzinnig dat je zo als relatief onervaren persoon toch de kans krijgt maatschappelijk iets op te bouwen.” Het hockeywereldje heeft de Eindhovense even achter zich gelaten. “Misschien kan ik daar later nog iets gaan doen. Nu staat mijn maatschappelijke carrière op één. Vorig jaar heb ik nog in de overgangsklasse gespeeld. Op recreatief niveau zie ik mezelf voorlopig niet hockeyen, daar ben ik nog te fanatiek voor. Daar doe ik niemand een plezier mee.”
Sports Leadership Program duikt diepte in
>> Caldas is een van de zestien deelnemers aan het Sports Leadership Program, dat begin september van start ging. Een jaar lang volgen topsportcoaches, -managers en -bestuurders in totaal tien modules, waarvan drie in het buitenland. Rode draad De thema’s zijn onder meer leiderschap en business development, sport en ethiek, sportproductontwikkeling, sportmarketing en ondernemerschap en organisatieontwikkeling. “Rode draad in het programma is de Personal Leadership Development Journey, 4
waarbij de deelnemers door professionele personal coaches worden begeleid in de ontwikkeling van hun leiderschapskwaliteiten”, zo is op de website van Nyenrode te lezen. De klas bestaat onder meer uit oud-schaatser Mark Tuitert, wielrenploegleider Steven de Jongh, maar ook FC Den Bosch-directeur Edward van Wonderen en eerder genoemde Max Caldas zitten in de schoolbanken. “Ik ben nieuwsgierig naar informatie
en kennis. Via verschillende collega’s en andere sporten wil ik persoonlijk groeien en de kans hebben om mezelf verder te ontwikkelen als coach. Uiteindelijk moet dat allemaal leiden tot het ultieme doel: een gouden medaille met de hockeyheren op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro”, zo verklaart Caldas zijn keuze voor deelname aan het Sports Leadership Program. “Het gaat mij daarnaast ook om het leren omgaan met complexe, uitdagende en vaak emotionele
FOTO: SPORTFOTOGRAFIE.NL
Het is een beetje het lot van een topsportcoach; een opleidingsdag op Nyenrode missen van het Sports Leadership Program door het eigen trainingsprogramma. Herenhockeybondscoach Max Caldas overkwam dat begin oktober, toen hij een trainingssessie op Papendal had met zijn ploeg.
Max Caldas: “Het gaat mij vooral om de verbinding tussen speler en coach.”
NOC*NSF HET LOPEND VUUR NOVEMBER 2015
Goud op de Werkvloer Met Goud op de Werkvloer helpen NOC*NSF en Randstad topsporters om hun sportieve én maatschappelijke ambities waar te maken. Met het programma begeleiden ze topsporters die tijdens of na hun sportcarrière op zoek zijn naar een passende baan. Hiervoor zetten ze hun netwerk van topsportvriendelijke werkgevers in; werkgevers die het werk aanpassen aan het trainings- en wedstrijdschema óf die inzien dat topsport ook geldt als werkervaring op het cv. Zo kunnen sporters een tweede carrière opbouwen na(ast) hun sport. Goud op de Werkvloer is een succesvol programma: de adviseurs hebben al ruim 200 topsporters geholpen een passende baan te vinden. Meer info: www.nocnsf.nl/ goudopdewerkvloer
situaties in de sport. Wat dat laatste betreft durf ik mezelf te zijn. Pijn, verdriet, vreugde; ik wil alle emoties de ruimte geven in de sport. In alle sporten maakt emotie veel los. Dat spreekt mij erg aan.” Verbinding Caldas’ deelname aan de opleiding wordt mede mogelijk gemaakt door EY. Sinds 1999 is EY Partner in Sport van NOC*NSF. “De coach speelt daarbij een cruciale rol”, legt Peter Lansaat, Sports Marketing & Communications Manager bij EY uit. “De coach weet als geen ander hoe je een individuele sporter of een team tot topprestaties brengt. Samen met Maurits Hendriks en het High Performance Team van NOC*NSF steunt EY de topcoaches al jaren, wat tot uiting komt in diverse coachcampagnes. Ook rondom de Olympische Spelen in Rio de Janeiro zal EY de coach uitlichten. Hierbij zal onder meer intensief worden samengewerkt met Max Caldas.” En dat sluit weer prima aan op wat Caldas uiteindelijk beoogt: “Het gaat mij vooral om de verbinding tussen speler en coach.”
“De lol in tafeltennis is weer terug”
>> Na Londen 2012 begon de nu 28-jarige Brabantse een studie SPH (sociaalpedagogische hulpverlening, red.), maar even snel als ze gestart was, hield ze er binnen een halfjaar ook weer mee op. “Ik voelde me niet lekker, wist niet waar het door kwam”, zegt ze. “Mentaal zat ik in een dalletje. Tafeltennis stond op een lager pitje, maar blijkbaar kon mijn koppie dat niet aan; die switch. Ik dacht dat het aan de studie lag. De echte oorzaak heb ik nooit gevonden, ik denk dat het gewoon te veel geworden is. Ik heb geen break gehad na de Paralympische Spelen, werd overal gehuldigd.
Allemaal heel leuk, maar ik ben niet tot rust gekomen.” Een sportpsycholoog hielp Van Zon uit het dal. Ze vertelt: “Ik heb mijn verhaal wel duizend keer verteld. Aan vrienden, familie, teamgenoten. Maar ze snapten het niet. Ik was niet de vrolijke Kelly die ze kenden. Ik was niet depressief, maar een burn-outje was het wel. Zeker toen ik gestopt was met mijn studie en weer een fulltime
sporttraject in ging. Dat vond ik in het begin helemáál niet leuk; weer tegen dat balletje slaan. Een paar sessies bij die psycholoog hebben me verder gebracht. Erover praten, durven zeggen wat me dwarszat, heeft me geholpen.” Plezier De lol in tafeltennis is weer terug. “Als ik zes dagen per week enorm serieus zou tafeltennissen, kun je me bij elkaar FOTO: MATHILDE DUSOL
Drie jaar geleden werd tafeltennisster Kelly van Zon Paralympisch kampioen in Londen. Het was hét doel en hét hoogtepunt in haar carrière. Ook richting Rio 2016 gaat ze voor het hoogst haalbare, maar ze is minder uitgesproken dan eerst. Het ‘zwarte gat’ na de Paralympische Spelen was een leerzame ervaring.
vegen”, lacht ze. “Ik wil niet trainen als een robot. Ik wil zelf dingen uitvogelen, op gevoel spelen. Richting Londen heb ik heel veel zelf gedaan, nu trainen we veel meer samen als team. De nieuwe spelers hebben ook in dat opzicht een nieuwe impuls gegeven.” Het resultaat was ernaar. Vorig jaar werd ze opnieuw wereldkampioen, deze maand heroverde ze in het Deense Vejle haar Europese titel. En daarmee is ze nu al zeker van deelname aan de Paralympische Spelen van volgend jaar. Rio 2016 In Rio gaat ze haar titel verdedigen; de concurrentie zal in grote lijnen dezelfde zijn als in 2012. “Ik ga voor het hoogst haalbare. Het is nu nog te ver weg om iets zinnigs te zeggen over mijn kansen. Ondanks dat ik denk dat ik qua techniek en snelheid beter ben, kunnen mijn tegenstanders het me heel moeilijk maken. Ik zeg nooit dat ik goud gá halen. Ik heb al Paralympisch goud en ik heb al brons; dus een zilveren medaille zou ook mooi zijn. Dan heb ik de collectie compleet.”
>> Meer info: www.paralympisch.nl Kelly van Zon is al zeker van deelname aan de Paralympische Spelen van volgend jaar.
“Dit evenement gaat om meer dan presteren alleen”
>> “De organisatie is goed voorbereid”, zo weet Verheijen, die in 2006 tweemaal brons won op de Winterspelen in Turijn en ook actief was op de Spelen in Salt Lake City (2002). “De sportvenues zijn dezelfde als die voor de Olympische Winterspelen in 1994 werden gebruikt. Daar worden nog regelmatig grote wedstrijden georganiseerd en de venues verkeren in een prima staat.”
FOTO: NIJB
Volgend jaar februari is Lillehammer tien dagen lang het decor van de Jeugd Olympische Winterspelen, een evenement voor topsporters van vijftien tot en met achttien jaar. Net als tijdens de eerste editie in Innsbruck (2012) staat Carl Verheijen aan het hoofd van het Youth Olympic Team Netherlands. De oud-topschaatser was begin oktober in Noorwegen voor een chef de mission-seminar, waar hij door de organisatie werd bijgepraat over de laatste stand van zaken. Soest hebben zich al geplaatst voor de ijshockeyskills challenge en ik verwacht dat de totale groep dertien of veertien toppers zal tellen.”
In Innsbruck behaalde het zeventien sporters tellende Youth Olympic Team Netherlands zeven medailles, waarvan vier gouden. Een doelstelling op dat vlak heeft de oud-stayer nu niet. “Natuurlijk willen we het in Lillehammer zo goed mogelijk doen, maar dit evenement gaat Dijkema en Van Soest Begin september kwam een groep van 27 om meer dan presteren alleen.” Lillehammer-potentials vanuit de disciplines langebaanschaatsen, shorttrack, Learn & share snowboard, ijshockey en alpineskiën bij Tijdens de Jeugd Olympische Spelen elkaar om kennis te maken en om deel te staat het leveren van de prestatie nemen aan workshops over sportvoeding centraal, maar het evenement is ook en de leefstijl van een topsporter. In janu- bedoeld om de toptalenten zich te ari weet Verheijen met hoeveel van deze laten ontwikkelen op sociaal, cultusporters hij afreist naar Lillehammer, reel en sportief vlak. “Nog meer dan waar het van 12 tot en met 21 februari in Innsbruck, vier jaar geleden, wordt losgaat. “Maree Dijkema en Ties van het learn & share-programma stevig
Maree Dijkema heeft zich samen met Ties van Soest al geplaatst voor de ijshockeyskills challenge.
neergezet”, zo heeft Verheijen ondervonden. Voor dit programma worden scholen geactiveerd en ambassadeurs ingezet. Een van die youth ambassadors is Sanne van Kerkhof, die als shorttrackster de Olympische Spelen in Vancouver (2010) en Sochi (2014) meemaakte. “Zij zal haar Olympische ervaringen op de talenten overbrengen en ze tijdens het evenement bijpraten over zaken als voeding en omgang met (sociale) media.” Belevingswereld Verheijen is niet de enige oud-Olympiër die door NOC*NSF wordt ingezet om
de Nederlandse equipe te begeleiden tijdens grote jeugdevenementen. Zo is Mark Huizinga chef de mission van de Jeugd Olympische Zomerspelen en heeft Pieter van den Hoogenband die rol afgelopen zomer bij het Europees Jeugd Olympisch Festival vervuld. “Vanuit onze ervaring snappen wij de belevingswereld van de talenten en kunnen we ze helpen op hun weg naar de top.”
>> Meer info: www.nocnsf.nl/lillehammer2016
HET LOPEND VUUR NOVEMBER 2015 NOC*NSF 5
DE PRESTATIEMANAGER CHARLES VAN COMMENÉE
“Ik heb geleerd de juiste vragen te stellen” >> Hij had alles van de wereld al gezien toen ze hem als prestatiemanager vroegen. De voormalig technisch directeur van NOC*NSF, chef de mission tijdens de Olympische Spelen van 2008 in Beijing, was onder meer technisch directeur van UK Athletics. “Daarbij vergeleken is mijn huidige functie minder veelomvattend.” Maar Charles van Commenée (57) vloog er niet met minder enthousiasme in. “Ik ben altijd al uitermate gemotiveerd geweest om de Nederlandse topsport vooruit te helpen.” Van Commenée verdeelt zijn werk bij NOC*NSF in ‘een portie intern’ en ‘een
pakket extern’. “Buiten de deur ben ik vooral ‘klankborder’ voor coaches en directeuren van de bonden. En intern voeg ik denkkracht toe aan NOC*NSF, aan het team van Maurits Hendriks. De combinatie maakt het leuk. Daarom doe ik dit werk ook: omdat ik het echt leuk vind. Het totale pakket geeft veel bevrediging en plezier. En soms zelfs extra voldoening als je merkt dat de dingen die je één-op-één met een coach of directeur besproken hebt, een paar weken later al tot resultaat leiden. Een voorbeeld? Lastig te geven natuurlijk. Je hebt toch het werk van een vertrouwenspersoon. Mij zul je niet uit de school horen klappen, ik treed er
No Needle Policy In 2011 introduceerden de internationale roei-, gymnastiek- en wielrenfederatie (FISA, FIG en UCI) een No Needle Policy. Deze maatregel verbiedt toediening van injecties zonder sterke medische onderbouwing en is een toevoeging op het al geldende antidopingbeleid.
>> De meeste sportfederaties hebben een antidopingreglement dat gebaseerd is op de Wereld Anti-Doping Code. De Code wordt opgesteld door het Wereld-AntiDoping Agentschap (WADA) en is hét document voor een wereldwijd sterk geharmoniseerd antidopingbeleid. Daarnaast staat het elke sportfederatie vrij om de Code aan te vullen met overige reglementen, zoals een No Needle Policy. Geen dopingregel De No Needle Policy is strikt gezien dus geen antidopingregel. Hij kan er echter ook onmogelijk helemaal los van worden gezien. Het is namelijk bekend dat naaldgebruik een opmaat kan zijn naar dopinggebruik. Bovendien schaadt veelvuldig gebruik van injecties de uitstraling van de sport. De No Needle Policy zou dit veelvuldige gebruik dan ook tegen moeten gaan. Zijn injecties dan helemaal verboden? Nee, maar er is meestal wel een sterke medische onderbouwing voor nodig. Aanvullend kan er ook een wedstrijdverbod worden opgelegd. Hierdoor wordt mogelijke wedstrijdvervalsing als gevolg van naaldgebruik uitgesloten. Bovendien kan de sporter zich in deze periode – in alle rust – richten op herstel van de gezondheid. 6
Organisaties FISA en UCI waren de eerste sportfederaties die de No Needle Policy in werking stelden. Dit gebeurde in het voorjaar van 2011. FIG volgde een halfjaar later. In 2012 kwam daar het International Olympisch Comité (IOC) bij. Vanaf de Olympische Spelen van London wordt het gebruik van injecties dus ook bij dit multisportevenement zo veel mogelijk aan banden gelegd. Dopinglijst Let op: als een federatie of organisatie geen No Needle Policy heeft, betekent dit niet dat de toediening van injecties in alle gevallen is toegestaan! WADA verbiedt intraveneuze infusies en/ of injecties van meer dan 50 milliliter binnen een periode van zes uur, tenzij ze legitiem worden gegeven bij chirurgische ingrepen, ziekenhuisbehandelingen of klinisch onderzoeken. Daarnaast gelden er soms aanvullende voorwaarden voor het gebruik van specifieke geneesmiddelen. Check geneesmiddelen dan ook altijd voorafgaand aan het gebruik via de Dopingwaaier App. Bloeddonaties De bekendste soort bloeddonatie, het doneren van volbloed, valt niet onder de No Needle Policy. Er worden dan geen medicijnen of andere werkzame stoffen toegediend aan het lichaam. Andere vormen van bloeddonatie
NOC*NSF HET LOPEND VUUR NOVEMBER 2015
niet mee naar buiten. Ik zal niet zeggen welke klussen mede dankzij mijn inbreng zijn gelukt. Dat is ook waarom veel mensen niet van de prestatiemanager hebben gehoord. Onze functie speelt zich af op de achtergrond, in de coulissen. Daar ligt ook de kracht van deze functie. Je bent geen bedreiging, maar je bent er puur om coaches buiten beeld verder te helpen.” Bijspringen Van Commenée heeft een vijftal grote sporten in zijn portefeuille: atletiek, zwemmen, judo, langebaanschaatsen en shorttrack. “Daarnaast lever ik hier en daar nog hand- en spandiensten, momenteel onder meer in tennis, tafeltennis en golf. Waar nodig spring ik bij.” Zijn werk vindt doorgaan plaats rond het trainingsveld. In de aanloop naar een toernooi, of juist erna. “Ik ben betrekkelijk weinig bij wedstrijden, ter plekke kan ik vrij weinig toevoegen. Al is het natuurlijk wel van belang te kunnen inschatten hoe de situatie ter plaatse is, zodat ik mee kan denken over logistieke en personele kwesties, en het antwoord weet op de vraag hoeveel menskracht moet worden ingezet.” Zijn werk is uitermate divers. Vooral ook omdat elke sport een andere aanpak vraagt. “Om wat voorbeelden te geven: bij het schaatsen probeer ik te helpen een betere situatie rond het nieuwe Thialf te scheppen. In het zwemmen denk ik mee over de talentprogramma’s van de komende generaties. Bij het judo zijn we bezig met vraagstukken die opkomen door de centralisatie. En in het atletiek heb ik juist weer meer gesprekken met de coaches over technische zaken.” Laagdrempelig Van Commenée zag in zijn vorige sportleven natuurlijk vrijwel alles al eens. “Ik heb het hele spectrum doorlopen, dat is waar. Van het coachen van tienjarigen, tot het begeleiden van Olympisch kampioenen. Ik was persoonlijk trainer, bondscoach, technisch directeur. In binnen- en buitenland. Wat je daarvan leert? Je leert de juiste vragen te stellen. Ik dring, door vragen te stellen, vrij snel door tot de kern. Door vragen te stellen krijg je mensen aan boord, door te dicteren raak je mensen kwijt.”
– waarbij bloedcomponenten doorgaans weer terug de bloedstroom ingaan – zijn wel verboden. Bovendien is dit ook een overtreding volgens de dopinglijst.
>> Meer info: hoewel we in de volksmond bij alle genoemde organisaties spreken van een No Needle Policy, kunnen de
FOTO: ANP PHOTO
Met Arjen Boonstoppel, André Cats en Frans van Dijk vormt hij het kwartet prestatiemanagers binnen de technische staf van NOC*NSF. De prestatiemanagers helpen de topsportcoaches bij de ontwikkeling en uitvoering van topsportprogramma’s. Ze zijn klankbord en signaleren behoeften die in de dagelijkse coachpraktijk bestaan. In deze editie van Lopend Vuur: Charles van Commenée.
Charles van Commenée: “Door vragen te stellen krijg je mensen aan boord, door te dicteren raak je mensen kwijt.”
“Of mijn enorme ervaring soms ook een nadeel is? Grappig, die vraag krijg ik nou nooit. Als je bedoelt dat anderen schromen mij dingen te vragen, dan hoop ik dat het antwoord ‘nee’ is. Volgens mij ben ik laagdrempelig genoeg’’, zegt hij lachend. Hij gebruikt zijn ervaring, maar misbruikt deze niet. “Het is heel makkelijk om snel te roepen: dat heb ik lang geleden zelf ook meegemaakt, in mijn functie als technisch directeur of atletiekcoach. Het is niet goed de mores van je ‘eigen’ sport op die van andere sporten te leggen.” In aanloop naar de Spelen van Londen 2012 was Van Commenée verantwoordelijk voor coaching van de Britse atletiekcoaches. Merkt hij grote verschillen tussen Groot-Brittannië en Nederland? “Ik zie niet zo heel veel verschillen. Het zijn beide welvarende West-Europese landen. Binnen de Britse Olympische topsport is het allemaal wat bureaucratischer, maar misschien is dat ook wel logisch. Het land is groter, wat ook betekent dat de aandacht van overheid en media groter is. Ik heb in ieder geval wel het idee dat hier in Nederland erg efficiënt met de middelen wordt omgesprongen. We halen hier meer uit een euro dan destijds uit een pond werd gehaald in Engeland.’’
naamgeving, doelgroep en exacte regels per organisatie verschillen. Meer informatie hierover vind je op www.dopefree.nl en de websites van de betreffende organisaties
CTO Amsterdam
Never a dull moment
>> CTO Amsterdam werkt samen met zes sportbonden: de roei-, zwem-, voetbal-, basketbal-, honkbal- en rugbybond. “Als CTO is het hebben van goede partners van levensbelang. Je wordt voor een groot deel afgerekend op de kwaliteit van de begeleiding en de services die je via je netwerk aan nationale sportbonden en sporters levert. Daarmee zijn we in Amsterdam al heel ver”, vertelt CTO-manager Charles Urbanus. Faciliteiten Een van de belangrijkste partners is de gemeente Amsterdam. Zij levert elk jaar financiële support, zodat het CTO een goede gastheer kan zijn voor haar topsportprogramma’s. Daardoor staat er zes jaar na opening een organisatie die draait als een hecht en goed georganiseerd team. Bovendien beschikt CTO Amsterdam over faciliteiten van het allerhoogste niveau. “De belangrijkste investering van de afgelopen jaren is de uitbreiding van het Olympic Training Centre van de roeiers geweest. Daar is vijftig procent aan capaciteit bijgekomen, waardoor sporters en begeleiders nu op één plek alle benodigde faciliteiten hebben om op Olympisch niveau te kunnen trainen”, aldus Urbanus. Daarnaast is er een nieuwe krachttrainingsruimte in het Sloterparkbad gerealiseerd voor de zwemmers en zijn er in het Nationaal Rugby Centrum een nieuwe kunstgrasondergrond en rustruimte neergezet. Urbanus: “Olympische sporten als roeien en zwemmen hebben natuurlijk optimale aandacht nodig. Zeker in het huidige pre-Olympische jaar telt daarin iedere procent. Maar ondertussen is het voor ons ook zaak dat we de kwaliteit van de services en voorzieningen voor onze talentenprogramma’s intact houden en blijven verbeteren. Daar ligt een grote uitdaging.” AISS Het meest vooruitstrevende talentenprogramma van CTO Amsterdam is dat van het vrouwenbasketbalteam. “Zo hebben we in Sporthallen Zuid een nieuwe hal en vloer kunnen
FOTO: MERIJN SOETERS
Over de eerste zes jaar van het Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO) in Amsterdam kan manager Charles Urbanus met gemak een boek schrijven. Het CTO heeft zich in sneltreinvaart ontwikkeld tot een topsportcentrum van internationaal niveau. “We hebben veel aan onze partners te danken.”
willen. “Wat dat betreft is het nooit genoeg; het kan altijd beter”, zegt hij zelfkritisch. “Maar qua kwaliteit van services en voorzieningen zitten we al op een prima niveau en de waardering van sporters (8,2) en coaches (9,2) is goed. De komende jaren willen we de samenwerking met AISS naar een nóg hoger niveau tillen en de omstandigheden en randvoorwaarden blijven verbeteren. Ik ben happy met hoe het nu gaat, maar er valt nog genoeg werk te verrichten. Ik zeg altijd maar: never a dull moment in CTO Amsterdam.”
CTO Amsterdam Bezoek- en postadres: Olympisch Stadion 14 1076 DE Amsterdam
Gestart in: januari 2009 als onderdeel van Topsport Amsterdam Een grote groep van de actieve CTO-sporters van Amsterdam van dit jaar.
verwezenlijken waar de basketballers nu fulltime kunnen trainen met topvoorzieningen op het gebied van sportwetenschappelijk onderzoek”, straalt Urbanus. Sportwetenschappelijk onderzoek – ook wel ‘science support’ genoemd – is uitgegroeid tot een belangrijke pijler van CTO Amsterdam. Het CTO werkt intensief samen met het Amsterdam Institute of Sport Science (AISS). Hierin bundelen de Vrije Universiteit (VU), het VU Medisch Centrum, de Universiteit van Amsterdam (UvA), het AMC en de Hogeschool van Amsterdam (HvA) hun krachten op het gebied van sport, bewegen en gezondheid. AISS richt zich vooral op praktijkrelevant onderzoek. De nieuwe hal in Sporthallen Zuid beschikt bijvoorbeeld over unieke meetfaciliteiten ‘in het veld’, waarmee sporters ter plekke wetenschappelijk onderzocht en geadviseerd kunnen worden. “Naast een enorme prestatieverbetering heeft de samenwerking met AISS ook geleid tot een sportpoli in het AMC waar topsporters een
multidisciplinaire begeleiding bij blessures kunnen krijgen. Bovendien is er een accreditatie toegekend aan AISS, waar extra onderzoek wordt gedaan naar de behandeling van blessures en preventie ervan; het IOC Medical Research Center.” Voor de basketballers werpt het in elk geval z’n vruchten af: voor het eerst in de geschiedenis van het Nederlandse basketbal won een nationale jeugdploeg dit jaar een medaille bij een EK. ‘Nederland onder 20’ greep in Lanzarote een bronzen plak. Tien van de twaalf selectiespeelsters zijn opgeleid in het vrouwenbasketbalopleidingsprogramma van CTO Amsterdam. Verbeteren Urbanus is er veel aan gelegen dat het CTO zich ook de komende tijd in rap tempo en op de juiste manier blijft ontwikkelen. Mede dankzij zijn verleden als honkbalinternational en werkzaamheden als honkbalcoach weet hij wat sporters en coaches
De occlusiebril Raôul Oudejans, bewegingswetenschapper aan de VU en lector aan de HvA, doet al vanaf 2000 onderzoek naar het basketbalschot. Bij CTO Amsterdam is hij bij het talentenprogramma vrouwenbasketbal betrokken als wetenschapper en schottrainer. Vanuit zijn onderzoek aan de VU heeft Oudejans tevens een visuele-aandachtstraining ontwikkeld met een speciale bril, waarmee basketballers hun schotprestaties met acht tot tien procent kunnen verbeteren. “Deze occlusiebril sluit het zicht af tijdens de nadering en eerste fase van het basketbalschot en opent automatisch tijdens de laatste fase. Daarmee dwingt de bril basketballers om pas dán te kijken naar de ring. Mijn studies hebben aangetoond dat een speler het best zo laat mogelijk naar de ring kan kijken.”
Aangesloten sporten/bonden: basketbal, honkbal, roeien, rugby, zwemmen, voetbal Aantal actieve CTO-sporters per jaar: circa 170 (waarvan 54% talenten) Aantal actieve coaches: 8 bondscoaches + 12 talentcoaches Aantal begeleiders: 11 fysiotherapeuten / 4* strenght & conditioning-coaches / 5 sportartsen / 4* sportdiëtisten / 3 masseurs / 1 topsportleefstijlcoach / 4 embedded scientists *een aantal specialisten wordt in samenwerking met HP Services van NOC*NSF ingezet Bijzondere voorzieningen: • voor alle sporters passend onderwijsaanbod (niveau en opleiding); • onderdeel van Topsport Amsterdam (verbinding met bedrijfsleven, evenementen en media); • partner van Amsterdam Intitute of Sport Science (AISS); • 3 sportfieldlabs – basketbal (Sporthallen Zuid), roeien (Olympic Training Center Bosbaan) en zwemmen (Sloterparkbad); • voedingslab (Amsterdam Nutritional Assessment Center); • IOC Medical Research Center; • Sportpoli AMC; • Topsport Academy Amsterdam (HvA/UvA); • programma- en financieel management bij twee aangesloten bonden; • partner van RTO Noord-West.
>> Meer info: www.ctoamsterdam.nl www.topsportamsterdam.nl HET LOPEND VUUR NOVEMBER 2015 NOC*NSF 7
AGENDA 2015 2 november: Nationaal Coach Platform, Papendal: Van data naar prestatie 4 november: Ultimate Sports Quiz Right to Play, Amsterdam 8 november: NOC*NSF Talentdag, Papendal en Dordrecht 10 november: Teammanagersbijeenkomst Rio 2016 11 november: Maurits Hendriks en Gerard Dielessen bezoeken Tokyo voor afspraken met organisatiecomité Tokyo 2020 en bekijken trainingslocaties 16 november: Algemene Vergadering NOC*NSF 1 december: Bijeenkomst werkgroep Athlete Services 11 december: Nationaal Coach Congres, Papendal: The Road to Rio 13 december: Bezoek Maurits Hendriks aan Rio om appartementen Olympisch dorp te bekijken 15 december: NOS | NOC*NSF Sportgala, Amsterdam RAI
HET TALENT JAN VAN TONGEREN
“Hoe meer ik in de wedstrijd kom, hoe beter ik word”
>> “Ik ging ermee schieten, omdat het mij leuk leek. Ik kreeg van diverse mensen te horen dat ik het wel goed kon en talent had”, aldus Jan, die vervolgens lid werd van handboogvereniging De Vriendenkring 1897 in Schaijk. Ook in verenigingsverband viel hij meteen op. Door de manier van schieten, hoe hij de boog vasthield en door het winnen van wedstrijden. Alleen moest er nog even gewisseld worden van arm en hand. “Ik kreeg eerst een boog voor rechts, maar uiteindelijk bleek ik toch linkshandig te zijn. Het heeft niet echt een voor- of nadeel ten opzichte van rechts, behalve dat je soms wat meer last hebt van de zon. Nederland heeft trouwens het hoogste aantal linkshandige boogschutters in het nationale team”, aldus de zestienjarige.
waar ik op de havo in Arnhem het programma van het Centrum voor Topsport en Onderwijs volg. Van twee keer in de week trainen bij mijn vereniging, ben ik nu naar twintig tot 25 trainingsuren per week gegaan, waaronder kracht- en conditietraining.” Slappe pijlen “We trainen naast de algemene conditie ook de heel kleine spiergroepen. Niet alleen in de hand of arm, maar eigenlijk overal. Dat maakt je uiteraard sterker, maar het is ook heel goed voor je stabiliteit en het heeft ook te maken met je lengte. Ik ben nog niet uitgegroeid en merk dat als ik ineens groei, ik minder goed schiet. De ideale lengte voor een handboogschutter is 1,85 meter of iets langer, maar niet veel meer. Hoe langer je bent, hoe langer je armen worden en hoe slapper de pijlen worden, als het ware. En dat is niet ideaal.”
Wie die leeftijd heeft, zit uiteraard nog op school. “Ik woon op Papendal,
NIEUWS
FOTO: ANP PHOTO
Holland Heineken House in het hart van Rio Het Holland Heineken House staat tijdens de Olympische Zomerspelen van 2016 in het hart van Rio de Janeiro. Het ligt daarmee zeer centraal ten opzichte van de Olympische sportvenues en op loopafstand van de wereldberoemde Braziliaanse stranden. Het ‘nationale huis’ grenst aan het Lagoa Rodrigo de Freitas, waar het roeien zal plaatsvinden en ligt in de Olympische zone Copacabana, waar onder meer het beachvolleybal en de tijdrit wielrennen worden gehouden. De andere Olympische locaties en toeristische hoogtepunten van Rio de
FOTO: NOC*NSF
Waar jochies veelal over voetbal denken en dromen, is er af en toe een klein jongentje dat een ander pad kiest. Of beter gezegd: iets anders op zijn pad tegenkomt. Jan van Tongeren is zestien jaar, komt uit het Brabantse Demen en is handboogschiettalent. Ongeveer tien jaar geleden begon zijn succesverhaal. Zijn oma overleed en hij vond boven op haar zolder een pijl en boog.
Janeiro zijn vanaf het Holland Heineken House goed bereikbaar, te voet of met het openbaar vervoer. De locatie ligt in het hart van de stad en geeft uitzicht op Corcovado, het regenwoud en de bergen. Het Holland Heineken House verwacht in Rio dagelijks 4.000 gasten te ontvangen. De locatie is voorzien van in- en outdoor sport- en horecafaciliteiten.
Jan van Tongeren werd vijfde op de Jeugd Olympische Spelen in Nanjing.
Toch kan Jan zich nu al goed meten met de senioren. Hij heeft nog de status van kadet, maar schiet zijn pijlen al twee leeftijdscategorieën daarboven. Zo werd hij vorig jaar vijfde op de Jeugd Olympische Spelen in Nanjing. En het op wereldkampioenschap in Kopenhagen deze zomer werd hij weliswaar in de eerste ronde uitgeschakeld, maar bemachtigde hij met het landenteam wel een ticket voor de
Olympische Spelen in Rio de Janeiro. “Ja, ik had zelf ook niet gedacht dat dat mij zou lukken. Er mogen drie schutters individueel schieten. Daarom spelen we nog kwalificatie. Ik kan er niet veel over zeggen, ook omdat er in een jaar nog zo veel kan gebeuren. Wat ik wel weet, is dat ik mentaal sterk ben. Daar ligt ook mijn kracht. Zeker als het echt ergens om gaat, dan kan ik als het ware in een wedstrijd groeien.”
NIEUWS
Veel animo voor NOC*NSF Talentdag De campagne ‘Ik wist niet dat ik het in me had’ van NOC*NSF mag rekenen op veel belangstelling. Voor de Talentdag, die op zondag 8 november plaatsvindt, hebben zich honderden jongeren ingeschreven. De Talentdag is gericht op jongeren van twaalf tot achttien jaar die over specifieke eigenschappen bezitten, maar die de sport die daar het best bij aansluit nog niet hebben gevonden. Soortgelijke programma’s leverden in Engeland inmiddels meer dan honderd talenten op die direct in het topsporttraject van zeventien verschillende sporten terecht
kwamen. Van deze honderd talenten haalden er twee uiteindelijk een Olympische medaille op de Spelen in Londen, één op de Winterspelen in Sochi en één won zilver op de Paralympische Spelen in Londen. Jeroen Bijl, manager Topsport bij NOC*NSF: “De vorige editie heeft ons twintig talenten opgeleverd die nu nog in de verschillende programma’s van sportbonden zitten. Hier zit een aantal uitzonderlijke verhalen tussen. Zo is er een voetballer die gescout is door de Atletiekunie en inmiddels al mooie resultaten heeft behaald op de 100 en 200 meter sprint.”