Geachte lezer,
december 2006
Jaargang 10
Loon DGA alleen nog belast in de inkomstenbelasting
Hierbij ontvangt u de laatste uitgave van ons nieuwsbulletin in 2006. Ook deze uitgave staat weer vol met actuele ontwikkelingen die voor u van belang kunnen zijn. Mocht u meer informatie wensen inzake één of meer-
De Tweede Kamer heeft het Belastingplan 2007 aangenomen. Door middel van een amendement is hierin opgenomen dat het loon dat de directeur-grootaandeelhouder (DGA) van de BV ontvangt, vanaf 1 januari 2008 alleen nog in de inkomstenbelasting wordt belast en niet meer in de loonbelasting. De fiscale positie van de directeur-grootaandeelhouder wijzigt in beginsel niet. De BV wordt dan niet meer als inhoudingsplichtige aangemerkt. Het voeren van een loonadministratie voor de DGA is niet meer nodig. Wat uiteraard
een werkelijke lastenverlichting is. Deze regeling geldt slechts als er uitsluitend een of meer DGA’s in dienst zijn. •
dere van de in deze uitgave opgenomen artikelen, neemt u dan gerust contact met
Nieuwe grensbedragen jaarrekening verplichtingen
ons op. U vindt onze adresgegevens op de achterzijde van dit nieuwsbulletin.
Wij wensen u veel leesplezier.
Meer kleine en middelgrote onderne mingen kunnen een beroep doen op de uitzonderingen op de jaarrekeningverplichtingen. De reden hiervan is dat de grensbedragen die bepalen welke bedrijven onder de categorieën midden- en kleinbedrijf vallen zijn verhoogd. Als gevolg van deze toepassing van een lichter jaarrekeningregime op een groot aantal ondernemingen, ontstaat er een verlichting van de administratieve lasten van 70 miljoen euro. Het Staatsblad heeft de nieuwe grensbedragen al gepubliceerd. De huidige grensbedragen voor de activa en de netto-
omzet zijn voor kleine ondernemingen € 3.650.000 en € 7.300.000. Dit wordt door de verhoging respectievelijk € 4.400.000 en € 8.800.000. Voor middelgrote ondernemingen bedraagt het balanstotaal voor de activa momenteel € 14.600.000 en de netto-omzet € 29.200.000. Dit wordt met dit besluit € 17.500.000 respectievelijk € 35.000.000. Het bovenstaande betekent dus een verhoging van ongeveer 20%. Bij de inwerkingtreding eind oktober is bepaald dat de nieuwe grensbedragen al over het boekjaar 2006 kunnen worden toegepast zodat deze besparing op de administratieve lasten van het bedrijfs leven al (ten minste gedeeltelijk) in 2006 gerealiseerd kan worden. •
Vooruitgang in pensioensituatie van ZZP’ers
Besparen op uw energie
De groep van ZZP’ers (zelfstandigen zon der personeel) wordt door de vakcentrale FNV op zo’n 500.000 mensen geschat.
U kunt als ondernemer uw energiever bruik fors naar beneden brengen zonder er geld in te investeren.
Dit zal naar verwachting in 2010 zijn toegenomen tot circa 800.000, wat 15% van de beroepsbevolking inhoudt. Dit is dus zeker geen kleine groep, maar naar de mening van de vakcentrale is het een vergeten groep. De FNV noemt inkomensverzekeringen voor pensioen, arbeidsongeschiktheid en zwangerschap veelal onbereikbaar of onbetaalbaar voor
deze groep. De FNV meent dat meer dan de helft van de ZZP’ers niet verzekerd is voor arbeidsongeschiktheid. De vakcentrale gaat wat doen aan de pensioensituatie. Ze gaat eenmansbedrijfjes die FNV-lid zijn vanaf volgend jaar een collectieve pensioenregeling aanbieden. Zo wordt de mogelijkheid gegeven aan 25.000 ZZP’ers om een gunstiger pensioen op te bouwen. De FNV verwacht binnen enkele weken de onderhandelingen over het nieuwe pensioenfonds met de verzekeraars af te ronden. •
Minimumloon per 1 januari 2007 Per 1 januari 2007 wordt het bruto minimumloon verhoogd tot € 1.300,80 per maand. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de hoogte van het minimumloon per 1 januari 2007 bekendgemaakt. Tweemaal per jaar wordt het minimumloon aangepast aan de gemiddelde ontwikkeling van de CAO-lonen. Recht op wettelijk minimum Iedere werknemer van 23 tot 65 jaar heeft recht op het wettelijk minimum-
loon. Voor werknemers van 15 tot 23 jaar geldt het minimumjeugdloon. Per leeftijdsjaar geldt een ander minimumloon. Voor jongeren van 14 jaar en jonger bestaat (nog) geen wettelijk minimumloon. In november 2006 sprak de Hoge Raad zich nog uit tegen een wettelijk minimumloon voor 13- en 14-jarigen (zie bericht op volgende pagina). Voor een werknemer van 23 jaar of ouder is het bruto minimumloon bij een volledig dienstverband per 1 januari 2007: per maand € 1.300,80, per week € 300,20 en per dag € 60,04 •
Bruto minimumjeugdlonen per 1 januari 2007 Leeftijd
2
% van het minimumloon
De Energieraad geeft aan dat met rendabele besparingsmaatregelen kleine ondernemers ongeveer 10% op het totale energieverbruik in ons land kunnen besparen. De groep kleine en middelgrote ondernemers is echter geen eenheid. Maatwerk is daarom nodig en in het rapport ‘Een graadje slimmer´geeft de raad dit aan. De mogelijkheden om deze besparingen te effectueren gelden ook voor huishoudens en de overheid. In het rapport gaat het niet alleen om tips en voorlichting, maar wordt ook een middel als energiebelasting genoemd.
per maand
per week
per dag
1.105,70
255,15
51,03
22 jaar
85 %
21 jaar
72,5 %
943,10
217,65
43,53
20 jaar
61,5 %
800,00
184,60
36,92
19 jaar
52,5 %
682,90
157,60
31,52
18 jaar
45,5 %
591,85
136,60
27,32
17 jaar
39,5 %
513,80
118,55
23,71
16 jaar
34,5 %
448,80
103,55
20,71
15 jaar
30 %
390,25
90,05
18,01
Een andere suggestie in de fiscale sfeer is het extra belasten van milieuvervuilende producten ten gunste van betere alternatieven. Bij een voortschrijdende techniek mogen er hogere eisen aan apparaten worden gesteld. Zoals eerder de loodvrije benzine ingevoerd werd die goedkoper werd gemaakt dan de loodhoudende. Een ander idee van de raad om tot energiebesparing te komen is om hogere eisen te stellen aan het verbruik van apparaten (bijvoorbeeld verwarmingsketels, tv´s en wasmachines). De raad denkt ook dat er naar toe gewerkt kan worden dat op termijn alleen nog energiezuinige lampen worden verkocht. •
Ondernemer niet verplicht administratiesoftware van de fiscus te gebruiken U weet dat u als ondernemer verplicht bent een degelijke, betrouwbare admini stratie bij te houden. Dat laat u wellicht door ons doen of u houdt (samen met ons) zelf alle cijfers bij. Uit een recente uitspraak van de rechtbank in Breda blijkt dat de administratieverplichting niet eindeloos kan worden opgerekt. Want het voert te ver als een belastinginspecteur eisen gaat stellen aan de inrichting van de boekhouding. Als ondernemer mag u de boekhouding inrichten op een voor u wenselijke manier, mits de Belastingdienst binnen een redelijke termijn inzicht kan verkrijgen in uw cijfers. De ondernemer die in de casus centraal staat, maakt voor zijn administratie gebruik van het softwarepakket ‘SAP R3’. De inspecteur in kwestie wil echter dat de ondernemer een speciaal door de Belastingdienst ontwikkeld softwarepakket gebruikt om het voorraadverloop te bepalen. De rechtbank in Breda krijgt de vraag voorgelegd of de administratie moet
worden aangeleverd op een door de inspecteur bepaalde wijze, of dat de ondernemer hierin vrij is. Bij de beoordeling van de zaak wijzen de rechters er allereerst op dat de inspecteur een wettelijke bevoegdheid heeft om eisen te stellen aan de inrichting van de boekhouding. Deze eisen mogen, zo redeneren zij, echter niet verder gaan dan noodzakelijk om controle door de Belastingdienst binnen een redelijke termijn
mogelijk te maken. Vervolgens stelt het rechtscollege vast dat de boekhouding van de ondernemer in kwestie voldoet aan deze eisen. Daarom mag de inspecteur van de belastingplichtige niet verlangen dat hij gebruikmaakt van een ander softwarepakket, zelfs niet indien dit voor de Belastingdienst efficiënter is. De rechtbank oordeelt daarom ten gunste van de ondernemer. •
Geen minimumloon voor 13- en 14-jarigen Jongeren van 13 en 14 jaar oud krijgen toch geen recht op een minimumloon. Dit blijkt na een uitspraak van de Hoge Raad, die hiermee een uitspraak van het Haagse gerechtshof en de rechtbank in Den Haag vernietigt.
werk verrichten. Bedrijven hoeven zich, in tegenstelling tot 15-jarigen, bij deze groep niet aan een minimumsalaris te houden. De vakbonden vinden dat iedereen die werkt, moet worden beschermd door een minimumloon.
Vakcentrale FNV en CNV Jongeren maakten zich altijd hard voor een minimumloon voor deze jonge werknemers en waren hierover een rechtszaak tegen de Staat begonnen. De Hoge Raad stelt in haar uitspraak dat het uitblijven van minimumloon voor de leeftijd van 13 en 14 jaar geen leeftijdsdiscriminatie is. Sinds 1996 mogen 13- en 14-jarigen licht
De overheid wil de jongeren niet stimuleren van school weg te blijven en is daarom tegen het recht op minimumloon voor de groep. In tegenstelling tot de Hoge Raad hebben lagere rechtscolleges eerder besloten dat de Staat niet kan hardmaken dat meer 13- en 14-jarigen gaan werken als ze een minimumsalaris verdienen. Volgens de Hoge Raad bestaat er een redelijke en
objectieve rechtvaardiging voor het maken van een onderscheid tussen deze leeftijdscategorieën op het punt van het minimumloon. De Hoge Raad stelt dat het internationaal aanvaard is dat jongeren pas na hun 15de verjaardag betaald werk mogen verrichten. Met de lichte klusjes die zij alleen onder toezicht mogen uitvoeren, is het niet de bedoeling daarvan te moeten leven. De Hoge Raad stelt: ‘invoering van een minimumjeugdloon zou de verkeerde indruk kunnen wekken dat inschakeling van deze kinderen in het gewone arbeidsproces aanvaardbaar zou zijn’. •
VOOR MEER INFORMATIE OVER DEZE ARTIKELEN KUNT U CONTACT OPNEMEN MET UW CONTACTPERSOON VIA TEL. (076) 572 09 00.
3
Voorstel tot vereenvoudiging oprichting BV’s voor kleinere en startende ondernemers De ministerraad heeft ingestemd met een wetsvoorstel van minister Hirsch Ballin van Justitie en staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken dat de regels voor besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (BV’s) eenvoudiger en flexibeler maakt. De vereenvoudiging van het BV-recht levert het bedrijfsleven veel voordelen op. Ondernemers krijgen meer vrijheid bij de inrichting van kleinere ondernemingen, joint ventures en concerns, waardoor zij beter en sneller kunnen inspelen op veranderingen in de markt en hun con currentiepositie kunnen versterken. Grotere vrijheid De grotere vrijheid die ondernemers
wordt geboden blijkt vooral uit de ruimere mogelijkheden om in de statuten af te wijken van bepalingen in de wet. Voorbeelden daarvan zijn de mogelijkheid dat iedere aandeelhouder zijn eigen bestuurder benoemt, de uitgifte van stemrechtloze aandelen en een verruiming van de mogelijkheden om besluitvorming buiten de algemene vergadering te laten plaatsvinden. Afschaffing minimum startkapitaal Daarnaast worden onnodige belemmeringen voor het bedrijfsleven in bestaande regelgeving weggenomen. Belangrijk is de afschaffing van het minimumkapitaal van € 18.000 als startkapitaal. Ondernemers kunnen in het nieuwe systeem zelf
kiezen welk bedrag zij bij oprichting van de BV inbrengen. Dit zal naar verwachting een gunstig economisch effect hebben omdat het voor kleinere en startende ondernemers makkelijker wordt om te kiezen voor een rechtsvorm met beperkte aansprakelijkheid. Het maakt investeren in de onderneming aantrekkelijker. Ook de verplichte blokkeringsregeling, de bankverklaring en de accountantsverklaring bij inbreng in natura worden afgeschaft. Let op Dit wetsvoorstel moet nog wel door de Tweede en Eerste Kamer goedgekeurd worden. •
Kabinet: landbouwgrond vrijstellen van overdrachtsbelasting Het Kabinet wil de verkrijging van alle cultuurgrond die bestemd is voor toe passing in de landbouw vrijstellen van overdrachtsbelasting. Ter voorkoming van misbruik van de vrijstelling wordt de eis gesteld, dat de grond nog gedurende 10 jaar in de landbouw wordt gebruikt. Dat blijkt uit een brief van minister Zalm van Financiën waarin hij ingaat op vragen vanuit de Tweede Kamer over het wetsvoorstel Werken aan Winst. Het kabinet wil met de cultuurgrondvrijstelling een einde maken aan een wirwar van bestaande vrijstellingen in de agrarische sfeer met ieder hun eigen zeer specifieke en ingewikkelde voorwaarden, schrijft Zalm. Kettingbeding Het enkele feit dat er bijvoorbeeld een wijziging van het bestemmingsplan plaatsvindt, hoeft niet te betekenen dat
4
alle in deze termijn genoten vrijstellingen op grond van de cultuurgrondvrijstelling komen te vervallen. Pas op het moment dat binnen de termijn de grond feitelijk niet meer als landbouwgrond wordt gebruikt, komen alle eerder verkregen vrijstellingen te vervallen. Door het opnemen van een kettingbeding in de koopovereenkomst kunnen verkopende partijen op eenvoudige wijze financiële risico’s uitsluiten en ervoor zorgen dat zij aan hun verplichtingen kunnen voldoen, stelt de minister. Natuurbeheer De heffing van overdrachtsbelasting kan ook achterwege gelaten worden wanneer de verkregen grond een natuurbestemming krijgt. Dit om een drempel weg te nemen voor agrarisch natuurbeheer. Als dit binnen het kader van het landbouwbedrijf plaatsvindt, valt dit binnen de vrijstelling.
Opstallen Als de grond binnen tien jaar gebruikt wordt voor de bouw van agrarische bedrijfsopstallen zou in principe alsnog overdrachtsbelasting verschuldigd zijn omdat de grond niet langer als cultuurgrond wordt benut. In deze specifieke situatie kan heffing van overdrachtsbelasting ook achterwege blijven omdat de bouw van agrarische bedrijfsopstallen gezien kan worden als passend binnen de voortzetting van het agrarische bedrijf. Geen uitzondering voor wijziging door overheidsingrijpen Er is niet overwogen de regeling zo vorm te geven dat een uitzondering wordt gemaakt bij wijziging van grondgebruik door overheidsingrijpen binnen de tienjaarstermijn. In een dergelijke situatie zal de verschuldigdheid van overdrachtsbelasting in de verkoopprijs verdisconteerd zitten, aldus Zalm. •
Belastingdienst start controle afdracht loonheffingen De Belastingdienst is gestart met het vergelijken van de loonaangiften en de bijbehorende betalingen over de eerste zes tijdvakken van 2006. Als er een verschil is tussen het aangegeven bedrag en de betaling, ontvangt de werkgever een aankondigingsbrief. De werkgever moet het verschil binnen twee
weken verklaren. Bij het uitblijven van een reactie legt de Belastingdienst een naheffingsaanslag op. Een boete wordt dan niet opgelegd, wel wordt het verzuim aangemerkt als een aangifte- en/of betaal verzuim. De Belastingdienst legt direct een naheffingsaanslag op als het verschil in totaal meer dan € 50.000 bedraagt. De overige aangiften en betalingen met
betrekking tot 2006 worden per kwartaal vergeleken. Daarbij kan wel sprake zijn van een verzuimboete. Zoals al eerder aangekondigd neemt de Belastingdienst met betrekking tot de eerste loontijdvakken onder de Loonaangifte 2006 enige coulance in acht. Daarna geldt het reguliere boeteregime. •
Adviesraad en een Kenniscentrum voor Microkredieten Er komt een Adviesraad en een Kennis centrum voor het verzamelen en verspreiden van kennis en ervaring over microkredieten. Dat heeft staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken bekend gemaakt na een werkbezoek en een overleg met vertegenwoordigers van banken in Amsterdam. De Adviesraad zal de overheid gaan adviseren over beleid voor microfinanciering, dat zijn leningen aan ondernemers van minder dan € 25.000.
Wie vergoedt de schade (on)belast? Wanneer u met de auto in diensttijd on gelukken maakt, wie vergoedt de schade dan? De kantonrechterlijke uitspraak is helder. Maar wanneer is een schadever goeding belast en wanneer niet?
van het karakter van de vergoeding. Bij vergoeding op gederfde winst is deze belast. Is er sprake van een vergoeding die ziet op een blijvend verlies aan arbeidskracht, dan blijft deze onbelast.
Inmiddels is er een aantal initiatieven waar ondernemers een dergelijk krediet kunnen krijgen zoals het Startersfonds Zuidoost in Amsterdam waar Van Gennip een bezoek bracht samen met H.K.H. Prinses Maxima.
Een wijkverpleegster was tijdens haar avonddienst met haar auto weggegleden en tegen een trottoirband aangereden. Zij eiste van haar werkgever een vergoeding van de autoschade, maar deze weigerde te betalen. Volgens de kantonrechter is de werkgever in beginsel aansprakelijk voor schade die de werknemer tijdens het werk oploopt. Daarvan kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken. Daarom dient de werkgever de schade te vergoeden.
Die initiatieven zijn veelal lokaal en hebben vaak een beperkte looptijd. De Adviesraad en het Kenniscentrum moeten de versnipperde kennis bundelen. •
Belast Stel dat u als ondernemer een schadevergoeding ontvangt, moet u deze dan tot uw winst rekenen? Dat blijkt af te hangen
De Hoge Raad onderkende dit verschil onlangs in een zaak over een ondernemer die slachtoffer was geworden van een verkeersongeval en daardoor moest stoppen met een deel van zijn werkzaamheden. Het hof achtte het destijds aannemelijk dat er geen sprake was van blijvend verlies aan arbeidskracht. Maar volgens de Hoge Raad was het goed mogelijk dat de schadevergoeding mede strekte tot vergoeding van schade wegens het voorgoed niet meer in staat zijn tot het uitoefenen van een deel van de ondernemingsactiviteiten. De Hoge Raad besliste dat het hof zijn huiswerk over moest doen en verwees het terug naar een ander hof. •
Veel kleine ondernemers hebben moeite bij het krijgen van een financiering omdat het om kleine bedragen gaat, waar voor de banken weinig zekerheden tegenover staan. Tevens zijn er moeilijk te beoordelen risico´s. Ook is vaak meer begeleiding nodig dan banken kunnen en willen bieden.
VOOR MEER INFORMATIE OVER DEZE ARTIKELEN KUNT U CONTACT OPNEMEN MET UW CONTACTPERSOON VIA TEL. (076) 572 09 00.
5
Cursus duurder door wegvallen BTW-heffing
Debetstand bij de BV kost altijd rente Veel directeuren-grootaandeelhouders hebben een schuld in rekening-courant aan hun BV. Kenmerk van een rekeningcourantverhouding is dat de BV die vordering direct bij de directeur-groot aandeelhouder (DGA) kan opeisen.
Per 1 april 2007 krijgen werkgevers die medewerkers op cursus willen sturen, een prijsverhoging van ruim 9%. Dit komt door het wegvallen van de keuzemogelijkheid voor BTW-heffing voor bijna alle beroepsopleidingen. Hierdoor kunnen opleidingsinstituten hun BTW niet langer verrekenen met de kosten die ze maken.
Ondanks die directe opeisbaarheid moet de DGA toch een zakelijke rente over zijn schuld aan de BV vergoeden. Gebeurt dat niet, dan is sprake van een voordeel uit aanmerkelijk belang, zo heeft Rechtbank Den Haag onlangs beslist.
Verrekenen Voorheen konden opleidingsinstituten kiezen om al dan niet BTW te factureren. De meeste opleiders deden dit wel, zodat ze de belasting op de kosten voor bijvoorbeeld de huur, konden verrekenen met ontvangen omzetbelasting. •
A was directeur en enigaandeelhouder van BV Z. Ultimo 2001 had hij een schuld in rekening-courant aan zijn BV van ruim 2 miljoen euro. De BV bracht A terzake geen rente in rekening. De inspecteur merkte het niet-betalen van rente over de rekening-courantschuld aan als een
vermomde uitdeling van winst - een voordeel uit aanmerkelijk belang - tot een bedrag van ruim € 95.000. A verzette zich daartegen: zijns inziens kon rente achterwege blijven omdat sprake was van een direct opeisbare schuld én hij ‘goed’ was voor zijn geld. Rechtbank Den Haag besliste dat in zakelijke verhoudingen over een schuld in rekening-courantschuld rente moet worden berekend. Door dit na te laten, had de BV haar directeur-aandeelhouder A als aanmerkelijkbelangaandeelhouder een voordeel doen toekomen, waarvan A zich redelijkerwijs bewust moest zijn geweest. De door de inspecteur gehanteerde rentevoet van 4,7% vond de rechtbank niet te hoog. A’s beroep werd verworpen. •
Belastingdienst controleert kilometeradministraties Zoals u inmiddels weet, kunnen werknemers bij de Belastingdienst een ‘Verklaring geen privé-gebruik auto’ aanvragen als zij met de auto van de zaak op jaarbasis maximaal 500 privé-kilometers afleggen. De werkgever hoeft dan voor de betreffende auto geen bijtelling te verlonen. In de wetgeving is opgenomen dat de inspecteur de werknemer op enig moment kan verzoeken om aan te tonen dat de bijtelling terecht achterwege blijft. Dat moment is bij diverse werknemers nu aangebroken. De Belastingdienst is begonnen met het versturen van brieven waarin zij de werknemer verzoekt om een kilometeradministratie te overleggen waaruit blijkt dat niet of nauwelijks sprake is van privé-gebruik. Daarnaast vraagt de Belastingdienst ook om andere aanvullende gegevens, zoals een kopie van agenda’s en onderhoudsfacturen. De Belastingdienst maakt al relatief snel
6
gebruik van de mogelijkheid om werknemers met een verklaring ‘aan de tand te voelen’ over het privé-gebruik met de auto van de zaak. Het had meer voor de hand gelegen om dat na afloop van dit jaar te doen, als duidelijk is hoeveel privé-kilometers in totaal in 2006 zijn afgelegd. Als de werknemer niet aan de bewijslast kan voldoen, legt
de Belastingdienst een naheffingsaanslag aan de werknemer op. De werkgever krijgt dan bericht van de Belastingdienst dat de verklaring is ingetrokken. Hij moet dan met ingang van de betreffende maand weer een tijdsevenredige bijtelling gaan verlonen. Slechts als de werkgever wist dat de verklaring ten onrechte was aangevraagd, kan de naheffingsaanslag aan de werkgever worden opgelegd.•
Toptarief erfenissen en schenkingen niet omlaag
Premies sociale verzekeringen 2007 De ministerraad heeft de premies voor de sociale verzekeringen voor 2007 vastgesteld. Overzicht premiepercentages:
De verlaging van het toptarief in de belasting op erfenissen en schenkingen gaat niet door. Het was in eerste instantie de bedoeling dat het hoogste tarief van 68% naar 63% zou worden verlaagd. Dit toptarief geldt voor de ‘andere verkrijgers’. Dit zijn ontvangers van een erfenis of schenking die qua graad van verwantschap niet vallen onder de eerste of tweede tariefgroep. Vrijstellingen De verlaging van het tarief is gesneuveld bij de aanvaarding van het Belastingplan 2007 door de Tweede Kamer op 1 november jongstleden. In plaats van de tariefsverlaging worden wel diverse vrijstellingen in de Successiewet (belasting bij overlijden) verhoogd. Zo gaan de vrijstellingen voor kinderen en (achter)kleinkinderen omhoog van € 8.680 naar € 10.000. •
Verkoop onderneming telt mee voor urencriterium Wanneer u uw bedrijf verkoopt, is het toegestaan om de hieraan bestede uren mee te tellen voor het urencriterium. Dat heeft de Hoge Raad onlangs bepaald. Dit criterium is onder andere van belang voor de zelfstandigenaftrek. Op 1 mei 1997 verkocht een ondernemer zijn onderneming. In zijn aangifte inkomstenbelasting 1997 claimde hij de zelfstandigenaftrek. De inspecteur was het hier niet mee eens. De uren die de man na 1 mei 1997 had besteed aan de afwikkeling van de verkoop van zijn onderneming telden volgens de inspecteur niet mee. Hierdoor voldeed de man niet aan het urencriterium (1.225 uur werkzaam in de onderneming).
AOW: werknemers
17,90%
ANW: werknemers
1,25%
AWBZ werknemers
12,00%
WAO/WIA-basispremie (Aof) werkgevers
5,15%
WAO-rekenpremie (Aok) werkgevers
0,48%
WAO-gemiddelde premie (Aok) werkgevers
0,62%
WGA-rekenpremie (werkhervattingskas) werkgevers
0,75%
Awf werknemers
3,85%
Awf werkgevers
3,30%
ZVW-inkomensafhankelijke bijdrage werkgevers*
6,50%
UFO werkgevers
0,78%
FO-ERD ZW
0,72%
Sectorpremie gemiddeld werkgevers**
1,48%
U niforme opslag op UFO-premie en sectorpremie werkgever ***
0,28%
Maximale premie-inkomensgrens werknemersverzekeringen per dag**** Maximale premie-inkomensgrens ZVW per jaar**** Franchise Awf-premie per dag****
€ 172,48 € 30.623,00 € 60,00
* Dit is een inkomensafhankelijke bijdrage van verzekerden waartegenover een werkgeversvergoeding staat. Verzekerden zonder werkgeversvergoeding zijn een inkomensafhankelijke bijdrage verschuldigd van 4,4%. ** Moet nog door het UWV worden vastgesteld. *** Deze opslag heeft betrekking op de verplichte werkgeversbijdrage kinderopvang en is onderdeel van het Belastingplan 2007. Op het moment van schrijven is aangekondigd dat dit belastingplan op 28 november 2006 als hamerstuk door de Eerste Kamer behandeld zal worden. **** Hierbij wordt uitgegaan van 21,75 werkdagen in een maand. Een aantal premies wijkt af van de cijfers die het Centraal Planbureau op Prinsjesdag heeft gepubliceerd. De WAO-rekenpremie en de WGA-rekenpremie bijvoorbeeld vallen lager uit. De WW-premie voor werknemers gaat omlaag met 1,35% en wordt 3,85%. De WW-premie voor werkgevers daalt met 0,15% en wordt 3,30%. •
De inspecteur werd door het hof in het gelijkgesteld. De man dreef vanaf 1 mei 1997 geen onderneming meer, zodat de uren na mei 1997 niet waren besteed aan het feitelijk drijven van een onderneming. De zaak kwam uiteindelijk voor de Hoge Raad terecht. Deze floot het hof echter terug. De Hoge Raad was van mening
dat de afwikkeling van een onderneming nadat deze is gestaakt, wel degelijk samenhangt met het feitelijk drijven van een onderneming. De uren die besteed zijn aan deze afwikkeling kunnen worden beschouwd als ‘in beslag genomen door het feitelijk drijven van een onderneming’. De man mocht de uren dus wél meetellen voor het urencriterium. •
VOOR MEER INFORMATIE OVER DEZE ARTIKELEN KUNT U CONTACT OPNEMEN MET UW CONTACTPERSOON VIA TEL. (076) 572 09 00.
7
Administratieve lasten voor horeca sterk verminderd De administratieve lasten voor bedrijven in de horecasector zullen met ruim 30 procent worden verminderd. De lastenvermindering wordt gerealiseerd door vereenvoudiging van het vergun ningenstelsel. De vergunning komt voortaan op naam van het bedrijf of de eigenaar. Een nieuwe leidinggevende hoeft nog slechts te worden gemeld. Dit staat in het wetsvoorstel tot wijziging van de Drank- en Horecawet waarmee de ministerraad op voorstel van minister Hoogervorst van Volksgezond-
heid, Welzijn en Sport heeft ingestemd. Een andere aanpassing is dat de burgemeester wordt belast met het gecoördineerd verlenen van de horecavergunning en de gemeentelijke vergunningen. Bovendien kan de burgemeester voortaan horeca vergunningen schorsen. De wet gaat ook de alcoholverstrekking in sportkantines regelen. Daarvoor komen uniforme lande lijke regels. Nieuw is ook een verbod op alcoholverkoop bij tabaksspeciaalzaken. Horecabedrijven hoeven over een jaar geen brandvergunning meer aan te
vragen. Om de regeldruk te verminderen moeten eigenaren van gebouwen waar meer dan vijftig mensen kunnen verblijven, straks alleen melden aan de gemeente dat zij een gebouw in gebruik nemen. De gemeente bepaalt of er controle komt. De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer. •
Prijzen koopwoningen blijven stijgen De Nederlandse huizenprijzen blijven stijgen. Dit jaar worden koopwoningen gemiddeld 5,5% duurder, volgend jaar vlakken de prijsstijgingen af naar 3,5%. Dat maakt een bekende Nederlandse bank bekend. Volgens deze bank, die leider is op de Nederlandse hypotheek markt, zijn het gunstige economische klimaat en de optimistische consument oorzaak voor de verdere prijsstijgingen. De stijgingen blijven ruim boven de verwachte inflatie. Een gemiddeld huis kost nu € 241.000. De nieuwbouwproductie trekt intussen aan. In de twaalf maanden tot en met augustus zijn er 71.501 nieuwe huizen
gereed gekomen, 4,9% meer dan in de twaalf maanden daarvoor. De stijging is vooral het gevolg van meer nieuwe huurwoningen. De bank denkt niet dat het inzakken van de Amerikaanse huizenmarkt op korte termijn over kan slaan op de Nederlandse huizenmarkt. Volgens de onderzoekers zijn er op essentiële punten verschillen tussen beide markten. In Nederland is het economisch dal al gepasseerd, terwijl zich in de VS juist nu een groeivertraging voordoet. Verder is speculeren op prijsstijgingen met een tweede huis in Nederland veel minder
gebruikelijk dan in de VS. Bovendien is de korte rente in Europa veel minder fors gestegen dan in de VS. Wie zijn woning ‘kort gefinancierd’ heeft, is daarom in Nederland nog altijd veel voordeliger uit dan in de VS. En het aanbod in Nederland blijft nog altijd ver achter bij de vraag. •
Deze nieuwsvoorziening is met grote zorg samengesteld. Voor eventuele onvolkomenheden kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden. Druk- en zetfouten voorbehouden.
V O O R M E E R I N F O R M A T I E K U N T U C O N TA C T M E T O N S O P N E M E N
Takkebijsters 13c 4817 BL BREDA T 076 - 572 09 00 F 076 - 581 09 99 E
[email protected] I www.accanthus.nl