LOODSEN SPORT VERENIGING VVVVERENIGING OOSTENDE E
2009
Voorwoord
2008 is voorbij en zo zit mijn eerste jaar als LSVvoorzitter er al op.
Een jaar gevuld met tal van LSV activiteiten. De klassiekers waren er terug, zoals de busreis naar Vlissingen voor onze gepensioneerden, het kruien in Oostduinkerke, de karting in Sint Niklaas. Maar ook nieuwe wegen werden er bewandeld, zoals het mountainbiking en de watersportdag in Bredene.
Wat me vooral plezierde waren de verschillende collega’s, die met hun familie, voor de eerste keer deelnamen aan LSV activiteiten. Voor het bestuur en mezelf DE stimulans om verder te gaan op de ingeslagen weg en om met voldoende en originele initiatieven het sociale contact tussen de collega’s, hun families en hun vrienden, proberen te versterken.
2009 heeft echter nog een andere grote uitdaging. Op 7 mei dit jaar moet LSV het internationale EMPA voetbaltornooi organiseren. Het spreekt vanzelf dat dit heel wat energie van het bestuur vraagt. Mag ik de leden daarom vragen ons bij te staan bij dit grote werk. Voor tal van taken is iedere mogelijke vrijwilliger meer dan welkom!
Het wordt dus voor het bestuur en mezelf een heel druk LSV jaar.
Ik ben er zeker van dat met jullie steun het terug een succesvol LSV jaar zal worden.
Beste wensen voor 2009,
Patrick Wallaeys
Bestuur
Voorzitter: Ondervoorzitter: Secretaris: Penningmeester: Bestuurders:
Patrick Wallaeys Wim Buysse William De Vlaminck Peter Van Langendonck Mark Sermeus André Monteyne Wilfried Vanhove Pascal Degraeve Filip Pannecoucke Jan Vanleke André Carpentier Filip Lonneville Bart Lambert Peter Demyttenaere Bart Mortelmans
Aantal leden in 2008: 266 Maatschappelijke zetel: St.Catherinepolderstraat 47, 8400 Oostende Secretariaat: Ringlaan Zuid 140, 8420 De Haan Gesticht in 1945 Statuten verschenen in bijlage Belgisch Staatsblad 26/11/1981
2008
2008 voor LSV werd gekenmerkt door een succesvolle nieuwe combinatie Algemene Vergadering + Bowling in Blankenberge in het voorjaar en de allereerste voetbalmatch tussen de loodsen en de loodsdienstcoördinatoren in het najaar die eindigde op een minder succesvolle 2-8 nederlaag voor LSV. Ook de prachtige 2e plaats van het volleyteam op het 10e Scheldevolleytornooi verdient een eervolle vermelding! Agenda van het voorbije jaar 12 januari 11 februari
Nieuwjaarsreceptie gepensioneerden Statutaire Algemene Vergadering Bowling Blankenberge, gewonnen door Wim Buysse Steengrill 9 mei IBIS – uitstap naar Vlissingen 10 mei Afvaart Ourthe 17 mei Int.Voetbaltornooi te Emden, gewonnen door Weser/Ems LSV – Elbe/Hamburg: 2-2 LSV – Amsterdam: 0-2 LSV – LSV Antwerpen: 0-1 LSV – Italië: 0-3 LSV eindigt op 10e plaats op 12 deelnemende ploegen 22 mei Leie- , Lieve- & Scheldecruise voor gepensioneerde leden 31 mei 10e Schelde Volley Tornooi in Vlissingen, gewonnen door Havendienst Terneuzen Finaleronde: LSV - GLOS: 0-2 LSV - Terneuzen: 1-1 LSV- LSV Antwerpen: 1-1 Finale: LSV – Haven Terneuzen: 0-2 LSV eindigt op 2e plaats. 19 juni Fietstocht gepensioneerde leden in omgeving van Torhout 3 augustus Watersportdag, Spuikom Oostende 26 augustus Fietstocht vanuit De Haan Tennistornooi op TC Polderblomme De Haan Gewonnen door Danny Lauweres en Micheline Timmerman 28 augustus Uitstap naar Vlissingen voor gepensioneerde leden 6 september Helikopterdopen door NHV 15 september Moto-driedaagse in de Ardennen 8 oktober Karting in St.Niklaas 9 oktober Voetbalmatch LSV – Lodico’s: 2-8 19 september Kruien in Oostduinkerke 7 november Mosselslag te Vlissingen (Nederland – Vlaanderen: 0-1) 9 november Mountainbike WAPITI Classic Bredene 13 november Museumbezoek voor gepensioneerde leden. Visserijmuseum Oostduinkerke
Overlijdens Op 8 juli 2008 overleed Jean Pierre Dehenauw in Blankenberge. Geboren op 4 maart 1938 vervoegde hij het loodswezen in 1972 om er tot 1 december 1999 als Scheldemondenloods te blijven varen. Jarenlang poogde Jean Pierre de netten van de LSV-voetbalploeg te vrijwaren van tegendoelpunten. Als keeper was hij jarenlang een vaste waarde van de blauw-witte ploeg. Reeds kort na zijn pensionering werd hij jammer genoeg ernstig ziek. ₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪ Op 13 augustus 2008 overleed Jef Ponjaert in Oostende. Geboren op 28 maart 1921 en Scheldemondenloods tot 1 november 1983, dag van zijn pensionering. Jef was één der trouwst en oudste gepensioneerde LSV'ers die heel regelmatig, steeds in het gezelschap van z’n dochter, deelnam aan de talrijke LSV-uitstappen voor gepensioneerden. ₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪ Op 12 oktober 2008 overleed Reggy Missuwe in Oostende. Geboren op 11 december 1936 werd Reggy Scheldemondenloods vanaf 1969. Na een carrière als loods, stuurman en kapitein loodsboten werd hij uiteindelijk chefloods in Oostende tot 1 januari 2002. Als chefloods Oostende was Reggy voor velen het eerste gezicht van het Loodswezen dat de leerling-loodsen ontmoeten. Bijna steeds ging dat gepaard met de woorden “en wien zieje gie veugel?”. ₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪ Op 24 november overleed Jean Pottiez na een lange en slepende ziekte. Geboren op 18 maart 1934 vervoegde hij het loodswezen in 1962 om zijn eed als Scheldemondenloods af te leggen op 1 juli 1963. Op 1 september 1994 ging Jean op pensioen. Als stadsgids was en bleef Jean heel nauw verbonden met zijn thuishaven Oostende. ₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪ Alhoewel geen lid van LSV wensen wij U nog het overlijden in februari 2008 te melden van Edmond Legein. Nota van redactie: wegens organisatorische redenen wordt schrijven van LSV-brochure elk jaar afgesloten begin december. Overlijdens in de maand december kunnen daardoor soms pas het volgende jaar gepubliceerd worden.
Leopoldville Een vergeten en verzwegen tragedie. **Kerstmis 1944** Urbain UREEL
Op 8 oktober 1928 verlaat het S/S LEOPOLDVILLE voor het eerst Antwerpen met bestemming Matadi. Het passagiers/vrachtschip is datzelfde jaar gebouwd bij J.Cockerill Yards in Hoboken, meet 11526 GRT en is eigendom van de Compagnie Maritime Belge. Met zijn 17 knopen is het niet bepaald een snel schip in zijn klasse, maar toch wordt het geapprecieerd bij zowel bemanning als passagiers als een comfortabel en stabiel vaartuig.
In 1936 wordt de LEOPOLDVILLE grondig verbouwd. De dubbele schoorstenen worden vervangen door één enkele meer elegante schouw. Het schip wordt gemoderniseerd en verlengd. De rechte boeg wordt vervangen waardoor het schip een veel nieuwer gezicht krijgt.
S/S LEOPOLDVILLE na verbouwing op de Schelde.
Het S/S LEOPOLDVILLE kan hierdoor gerust concurreren met de moderne passagiersschepen die het Congo-bekken aanlopen. In mei 1940 wordt de LEOPOLDVILLE opgeëist door de Britse Admiraliteit voor het troepentransport. Met een capaciteit van ruim 2000 soldaten vaart het CMB schip enkele reizen tussen de Middellandse Zee en Liverpool. De gevaren trotserend van op de loer liggende U-boten en mijnenvelden, doorstaat de LEOPOLDVILLE wonderwel de eerste 4 oorlogsjaren zonder incidenten. In juni 1944 wordt het schip ingezet voor troepentransport tussen Engeland en de Normandische kust. Het schip maakt hierbij 23 oversteken tussen Cherbourg en Engeland waarbij meer dan 50.000 soldaten naar de fronten worden gebracht via Frankrijk. Al deze reizen gebeuren onder het gezag van kapitein Charles Limbor, de Belgische kapitein van de LEOPOLDVILLE. Midden 1944 trekken de Duitse bezetters zich stilaan terug, Frankrijk en België worden bevrijd. Op 16 december 1944 echter komt er nog een tegenaanval van de Duitsers, in de Belgische Ardennen meer bepaald. Het Ardennenoffensief van de Duitsers had als doel het heroveren van Duinkerken en Antwerpen, belangrijke havens weliswaar. Om de Duitsers toch te counteren zijn extra troepen nodig. Op 21 december wordt de 66ste infanterie divisie, Amerikaanse soldaten gekend als de Black Panthers uit hun Kerstmis verlof gehaald.
In de vroege morgen van 24 december 1944 worden 2235 man van het 262ste en 264ste regiment van de 66th ingescheept aan boord van de LEOPOLDVILLE in Southampton. Opmerkelijk is wel dat eerst 2000 Engelse soldaten waren ingescheept aan boord van de LEOPOLDVILLE, per vergissing echter. Ze mochten er allemaal weer af en werden vervangen door de Amerikanen. Pas een week later zouden de Britse soldaten te weten komen waaraan ze waren ontsnapt...
Artist impression van de LEOPOLDVILLE in oorlogstijd.
Om 0900 vertrekt de LEOPOLDVILLE richting Cherbourg. Het is bitterkoud en het sneeuwt in Southampton. Het schip wordt samen met een ander troepentransportschip de CHESHIRE begeleid door drie Britse destroyers (HMS BRILLANT, HMS ANTHONY en HMS HOTHAM) en een Frans fregat de CROIX DE LORRAINE. De hele inscheping van de Amerikanen na de ontscheping van de Engelsen loopt niet van een leien dakje. De GI's waren moe van het wachten op de kade in Southampton, gevolgd door de wanordelijke inscheping in de koude morgen. De troepen zaten op houten banken in de ruimen, enkelen sliepen in hangmatten. Het was een heel oncomfortabele ervaring die normaal 18 uur duurde tussen inscheping en ontscheping. Velen waren zeeziek. Hoewel de infanteristen aan dek werden geroepen voor de gebruikelijke bootrol, kwamen er heel wat niet opdagen omdat ze de oproep niet hadden gehoord door de slecht werkende intercom. De bootrol was chaotisch en weinig werd duidelijk voor de Amerikanen. De reddingsvesten werden niet bedeeld maar bleven in de lockers geborgen. Om 1430 start HMS BRILLANT nog een zoekoperatie naar een vermeende Duitse duikboot, maar zonder resultaat. De LEOPOLDVILLE vaart zigzag koersen om eventuele aanvallen te ontlopen. Het weer was er intussen ook niet op verbeterd en een golfhoogte van 2,50 meter vergemakkelijkt de oversteek niet.
Omstreeks 1730, kerstavond komt het schip aan op de rede van Cherbourg en alles lijkt naar wens te verlopen. De Amerikanen hopen toch nog een Kerstfeestje te kunnen vieren in Cherbourg, maar niemand is zich bewust van de op de loer liggende U 486 onder leiding van Oberleutnant Gerhard Meyer.
Type U-486
De Duitse onderzeeboot kapitein lanceert twee torpedo's naar het grootste schip in het konvooi: de LEOPOLDVILLE. De eerste mist maar om 1757 explodeert de tweede torpedo onder de waterlijn ter hoogte van ruim 4. De explosie alleen al kost het leven aan zeker 300 soldaten. Door het koude weer zijn de meeste GI's benedendeks. De luikpanelen worden de lucht ingeblazen gevolgd door honderden verhakkelde lichamen. Ruim 4 is een slagveld van de vreselijkste soort geworden. De andere soldaten verzamelen hals over kop aan dek. Volgens sommige Amerikanen werden er verschillende berichten over de intercom gestuurd, allemaal onbegrijpelijk en contradictorisch. Op de brug staan kapt.Limbor en zijn collega kapt.Verworst. Om 1825 beveelt Limbor dat alle niet essentiële bemanningsleden het schip moeten verlaten. De Amerikanen zien wat er gebeurt en zijn niet op de hoogte van het feit dat het schip inderdaad zinkend is. De bevelen van kapt.Limbor lijken alleen de bemanning te betreffen en de infanteristen staan er verward en gelaten bij.
De officieren op de CHESHIRE horen een gedempte explosie en zien dat er verwarring heerst op de LEOPOLDVILLE maar aangezien zij geen radiobericht ontvangen zijn ze zich van geen kwaad bewust.
Logisch zou zijn dat de HMS BRILLANT een SOS bericht zou relayen, maar door de indirecte communicatiemethode die toen werden gehanteerd ging het flink mis. De Britten konden niet rechtstreeks met de Amerikanen in Cherbourg telegraferen, dus het noodbericht ging via Portsmouth naar Cherbourg. De reden hiervoor was dat de Amerikanen andere frequenties gebruikten en de Britse code niet konden ontcijferen. Het telefoontje van Portsmouth naar Cherbourg liet één uur op zich wachten... Om 1816 krijgt de LEOPOLDVILLE een geseind bericht: drop anchor. Kapitein Limbor gehoorzaamt direct, een order van de konvooi commandant op de BRILLANT dat eigenlijk het reddingswerk alleen zal bemoeilijken. De reden voor dit bevel was initieel om te vermijden dat het zinkende schip in een mijnenveld zou drijven. Later ter
hulp snellende sleepboten kunnen hierdoor de LEOPOLDVILLE niet tijdig naar ondieper water slepen zou blijken.
Wrak van de LEOPOLDVILLE
De LEOPOLDVILLE is slechts op 5 mijl van de haven van Cherbourg. De escorterende oorlogsbodems zetten onmiddellijk de zoektocht in voor de aanvallende U-boot, maar zonder resultaat. Om 1825 beveelt Kapt.Limbor dat alle overbodige bemanningsleden het schip moeten verlaten. De overgebleven Amerikaanse soldaten hebben geen idee wat er aan het gebeuren is. Komt er een reddingsvaartuig? Is het schip wel zinkend? De BRILLIANT manoeuvreert zich nadat het anker van de LEOPOLDVILLE is geworpen, langszij het kreupele schip. Dit is niet evident, er zijn geen fenders voorzien en de davits van de neergelaten reddingboten hangen in de weg. Terwijl beide schepen tegen elkaar schuren en botsen, springen honderden manschappen op de destroyer. Velen missen en worden verpletterd tussen beide schepen. Nadat de BRILLANT 500 man heeft overgenomen en zelf gehavend en overladen richting Cherbourg vertrekt, meent Capt.Pringle van de BRILLANT dat intussen wel reddingsvaartuigen uit Cherbourg waren vertrokken. Dit was niet het geval. Veel van die vaartuigen waren niet eens bemand. Men was kerstavond gaan vieren.
De andere destroyers waren nog steeds op zoek naar de U-boot.
Wrak van de LEOPOLDVILLE vandaag.
Doordat er geen SOS is uitgestuurd komt de reddingsoperatie heel traag op gang. De andere escorterende oorlogsbodems lopen na het tevergeefs achtervolgen van de U-boot Cherbourg binnen, totaal niet op de hoogte van de tragedie die zich intussen afspeelt. Rond 2000 worden nog wat troepen gered door intussen toegesnelde vaartuigen. Er blijven nog 1200 soldaten en 25 Belgische en 10 Britse bemanningsleden. Limbor beveelt dat iedereen nu het schip moet verlaten. Zelf blijft hij aan boord. Om 2030 ontploffen de ketels en de luikpanelen vliegen de lucht in. De achtergebleven GI's springen hals over kop overboord in het 9° koude water. Velen weten niet hoe een reddingvest wordt vastgemaakt en hoe zich te gedragen bij het springen. Ze breken hun nek of sterven van onderkoeling. De waterdichte schotten begeven het echter intussen en de LEOPOLDVILLE zinkt binnen de 10 minuten. 802 Amerikanen, 6 bemanningsleden en de kapitein Limbor laten het leven in het koude water. De overige bemanningsleden worden later verweten van het hulpeloos achterlaten van de verdrinkende soldaten door eerst zichzelf in veiligheid te brengen in de boten en vlotten.
Over het hele voorval van de LEOPOLDVILLE in Cherbourg is er steeds veel gespeculeerd en beschuldigd. De dossiers hieromtrent zijn tot in 1996 gesloten gebleven. Uit veel rapporten en getuigenissen blijkt echter wel dat de Belgische bemanning hun passagiers in de steek hebben gelaten. Maar zoals steeds zijn er meer factoren die tot deze fatale afloop hebben geleid. Uit de recente verslagen blijkt bijvoorbeeld dat de Britse konvooi-commandant het order heeft gegeven om het anker te laten vallen. Dit was een goed idee om het schip te vrijwaren van het mijnenveld, maar een slechte beslissing in functie van de reddingsoperatie. Maar de gebrekkige communicatie op die koude kerstavond, de late reactie bijgevolg in
Cherbourg en het feit dat de militairen aan wal in Cherbourg vooral afwezig waren wegens feestelijkheden of wat dan ook, hebben zeker bijgedragen tot het hoge dodental in het zicht van de haven. 493 lichamen zijn nooit geborgen.
Het hele incident werd toen stil gehouden. De familie van de verdronken soldaten werd alleen gemeld dat hun geliefden: 'Killed in Action' waren, zondermeer. Na de oorlog was het incident een beschamend voorval waarvan de geallieerden het liefst hadden dat het geklasseerd werd. Pas 50 jaar later in 1996 dus zou de Britse overheid de documenten over het zinken van de LEOPOLDVILLE vrijgeven.
De U-486 werd op 12 april 1945 ter hoogte van Bergen getorpedeerd door de Britse duikboot HMS TAPIR. Alle 48 bemanningsleden kwamen om.
In 1984 verklaart de Amerikaanse schrijver Clive Cussler dat :"819 people died in a combination of confusion and incompetence". Cussler beweerde dat de orders uitsluitend in het 'Vlaams' werden gegeven en de bemanning zelf eerst het schip verliet. Er was toen heel wat kritiek in de Belgische pers op wat Cussler de wereld instuurde. De "Verbroedering der Belgische Zeelieden ter Koopvaardij" zouden officieel protesteren, maar de tragedie van de LEOPOLDVILLE zou toch de geschiedenis ingaan als een troebel en onduidelijk oorlogsfeit waarbij minstens 800 mensen het leven lieten op kerstavond in het zicht van de haven van Cherbourg.
Bronnen: Eigen archiefstukken. De Belgische Koopvaardij in WO II, R.Machielsen. Epaves des côtes de France, Bertrand Sciboz. Wandelaer et Sur l'Eau. CMB archieven. Lloyd's War Losses
Pensioneringen
In 2008 gingen volgende leden op een welverdiende pensioen: Willy Drooghmans: geboren op 9 juni 1947 gepensioneerd vanaf 1 januari 2008 leerlingloods vanaf 1 augustus 1980 Scheldemondenloods vanaf 1 mei 1981
André Portier:
geboren op 17 december 1942 gepensioneerd vanaf 1 januari 2008 leerlingloods vanaf 1 oktober 1974 Scheldemondenloods vanaf 1 juli 1975 chefloods Loodswezen vanaf 15 december 1985 chefloods GNA vanaf 2002
Frank Bailleul:
geboren op 21 april 1948 gepensioneerd vanaf 1 september 2008 leerlingloods vanaf 16 april 1980 Kustloods vanaf 1 februari 1981
Quotes
When the ship has sunk everyone knows how she might have been saved Italiaans gezegde It is not the ship so much as the skillful sailing that assures the prosperous voyage. George William Curtis
Harde concurrentie op Rede Gedurende de jaren die de eerste wereldoorlog voorafgingen werd de dienst te Vlissingen voor het verwisselen van loods verzekerd door roeisloepen. Er bestonden drie soorten sloepen waarvan het gebruik afhing van de weersgesteldheid. Bij kalme zee en goed weer gebruikte men de riemen terwijl bij hevige wind en slechte zee de zeilen als voortstuwingsmiddel gebruikt werden. De sloepen waren gemeerd aan de Koopmanssteiger. De Nederlandse sloepen, die over de buitenste post beschikten, hadden altijd een tiental meter voorsprong op de Belgen die, om die afstand in te halen op een kort traject hun uiterste krachten moesten inspannen om het eerst het te beloodsen vaartuig te benaderen. Het feit dat de loodsen en de roeiers bezoldigd werden door een veranderlijk commissieloon, afhankelijk van het aantal schepen en hun diepgang, gepaard gaande met de hardnekkige wedijver tussen de onderdanen van twee verschillende nationaliteiten, gaf dagelijks aanleiding tot typische taferelen op de rede van Vlissingen langsheen de op- of afvarende schepen. Al de listen van het vak werden gebruikt om de eigen loods aan boord te kunnen zetten: zo sneden de boord aan boord varende sloepen elkaar het vaarwater af, onverwachts wenden was er dagelijkse kost terwijl gebroken of … doorgesneden touwen niet tot de onmogelijkheden behoorden? Soms kwamen er zelf kloppartijen bij te pas. Daar de Belgische sloepen zwaarder waren dan de Nederlandse en daar ze tevens de handicap in afstand hadden verloren ze niet zelden de roeiwedstrijd maar wanneer het op zeilen aankwam waren “de onzen” heel moeilijk te verslaan. De schippers wendden al hun zeemanschap aan en laveerden behendig soms tot bij het fort van Nolle of tot Rammekens. De bemanning van een sloep bestond doorgaans uit een schipper, zes roeiers en ten minste 2 loodsen. Het hoeft geen betoog dat de eigenlijke bemanning bij alle weer en wind gevaarlijk werk had te verrichten. Om uit te rusten beschikten de roeiers enkel over vochtige, duistere en ongezonde kazematten, die kort vóór 1811 op bevel van Napoleon gebouwd waren. Bij elke grote winterstorm bestond de kans dat de wachtpost onder water kwam. De mannen die op de uitkijk stonden om het naderen van de schepen aan te kondigen, moesten onbeschut op één der havenhoofden staan, blootgesteld aan alle weer en wind. Bij slecht weer waren ze doornat door het stofwater dat over de dijk sloeg om van een hoogte verscheidene meters in regen neer te vallen. Deze mannen moesten ook op de speciale seinen van de schepen letten die een vaste lijndienst verzekerden. Deze schepen hadden immers hun vaste loods zodat bijv. een “Harwichboot” vuurpijlen afschoot terwijl het nachtsignaal voor schepen van de Red Star Line uit drie rode Romeinse kaarsen bestond. Pas na 1918 werden een reeks verbeteringen doorgevoerd: motorsloepen verschenen op de Rede en de uitkijk kreeg een klein paviljoen. Door een “modus vivendi” in 1924 eindigde uiteindelijk ook de “mooie”, kleurrijke tijd van de “harde concurrentie op de rede” …
INTERNATIONAAL LOODSEN VOETBAL TORNOOI DONDERDAG 7 MEI IN OOSTENDE
Alle leden zijn uitgenodigd op 6 mei in Box38 voor trekking voetbaltornooi en op 7 mei om deel te nemen aan voetbal- of golftornooi. Dinner & Dance in het Kursaal van Oostende op donderdag 7 mei onder begeleiding van Bobby Setter Band. Alle informatie is te vinden op website www.lsvo.be