LOGO! toepassingen Nederlands Zo eenvoudig !
Get a bit more. Siemens.
Juni 2001
APS 184
Inhoudsopgave Lichtregelingen
LOGO!-toepassingen voor elke industrie en bedrijfstak
Kamers van luxueus hotel in Hongkong Lichtbanen Etalageverlichting Buiten- en binnenverlichting van een woonhuis Verlichting van een gymnastieklokaal Buitenverlichting
Pagina 3 4 7 8 10 12
Bewakingsinstallaties LOGO! is universeel inzetbaar. Door zijn veelzijdige functionaliteit en eenvoudige bediening is LOGO! de rendabele keuze voor nagenoeg elke toepassing en branche. Deze brochure biedt een overzicht van de LOGO!-toepassingen en geeft praktijkvoorbeelden en nuttige achtergrondinformatie. Naast situatieschetsen en de conventionele oplossingen, vindt u hierin de LOGO!oplossingen, de gebruikte componenten, de voordelen en bijzonderheden evenals de bijbehorende schema's. In het LOGO!-schakelprogramma staan eenvoudige symbolen voor de functies die met elkaar kunnen worden verbonden. In de praktijk kunt u deze kant-en-klare functies eenvoudig in uw schakellogica verwerken. Dat doet u direct op het apparaat of achter uw PC met behulp van de gebruikersvriendelijke programmeersoftware LOGO!Soft Comfort. LOGO!Soft Comfort biedt u een overzichtelijk werkoppervlak, waarin u de schakellogica eenvoudig kunt creëren en bewerken. U kunt een gratis demoversie van de software en kant-en-klare schakelschema's downloaden van Internet of de CDROM aanvragen (zie het telefoonnummer op de achterzijde van deze brochure).
Intelligente deurbewaking Melding van initieel alarm Bewaking van parkeerplaatsen
13 14 16
Deur- en poortbesturingen Poortregeling in brandweerkazerne Besturing van een automatische deur Besturing van een fabriekspoort
17 18 20
Woning- en gebouwentechniek Rendabele automatisering Pomp voor gebruikswater Besproeiing van kasplanten Rolluikbesturing Belinstallatie (bijv. in scholen)
23 24 26 27 29
Verwarming/ventilatie/airconditioning Optimale klimaatbeheersing Besturing van een ventilatiesysteem Gelijkmatige belasting van drie verbruikers Fasegestuurde verwarmingsketels Ventilatieregeling Trapschakelaar (bijv. voor ventilatoren) Bewaking van de gebruiksduur (bijv. in solarsystemen)
30 31 33 35 37 39 41
Transportinstallaties Besturing van transportbanden Transportbanden Besturing van een hefbrug Aansturen van verwarmings- en transportbanden in textielindustrie
44 45 48 50
Machinebesturingen Kostenbesparing voor terugspoelfilters 53 Besturing van een afwikkelhaspel 54 Besturing van een buigmachine 56 Besturing van een zuivelverwerkingsinstallatie 57 Procesbesturing voor kabellasmachines 58 Besturing van meerdere pompen met centrale bediening en monitoring 59 Snijmachine (bijv. voor lonten) 62 Wisselschakeling (bijv. voor twee compressoren) 64 Intelligente voetschakelaar 67 Pompbesturing 68 Drukafhankelijk in- en uitschakelen van pompen en ventilatoren 70 Regeling horizontale/verticale bewegingen 72 Tijdafhankelijk schakelen van uitgangen 74 Nokkenschakelaar 76 Besturing van een silovulinstallatie 78
Speciale oplossingen Waarschuwingsborden op snelwegen Besturing van voerautomaten (bijv. voor forellen) Doden van ziekteverwekkers door begassing
2
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
79 80 83
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Lichtregelingen LOGO! in kamers van luxueus hotel in Hongkong Tijd om over te schakelen Natuurlijk plukken niet alleen de hotelgasten de vruchten van de nieuwe kamerregelingen met behulp van LOGO!. Met de nieuwe logicamodule heeft het hotel de allernieuwste techniek in huis gehaald, en dat met een kostenbesparing van bijna tweederde. In tegenstelling tot eerdere oplossingen met speciale elektronica is LOGO! een standaardproduct dat eenvoudig en flexibel is te programmeren. Bij de diversiteit aan beschikbare kamers maakt dit het aanzienlijk eenvoudiger voor het technisch personeel de individuele voorkeuren in te stellen.
Het voormalige “Hong Kong Renaissance Hotel” draagt niet alleen een nieuwe naam. Vandaag de dag staat het bekend als “Great Eagle Hotel” en in veel van zijn kamers heeft met LOGO! 24RL ook een nieuwe generatie regelapparatuur zijn intrede gedaan. Dit alles zorgt voor een hoger comfort voor de gasten en maakt alles een stuk eenvoudiger voor het technisch personeel. Alles in dit vijfsterrenhotel in Hongkong is erop gericht het de gast zo comfortabel mogelijk te maken. De kamers hebben altijd een aangename temperatuur en zodra een gast de deur openmaakt, gaat automatisch gedurende dertig seconden de vloerverlichting aan — meer dan voldoende tijd om via de hoofdschakelaar vlakbij de deur de volledige stroomvoorziening voor licht en televisie in te schakelen. Wanneer de gast afwezig is, zorgt een speciaal © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
energierelais voor de temperatuur- en ventilatorregeling. Dit energierelais schakelt automatisch af zodra de hoofdschakelaar wordt omgezet. De gast kan dan zelf de kamertemperatuur regelen. Ook voor de volgende stap hoeft de gast niet ver te lopen, aangezien de schakelaar voor de kamer- en vloerverlichting op drie verschillende plaatsen aanwezig is. Wanneer de gast rust wil, dan hoeft deze alleen maar op de schakelaar "Do not disturb" te drukken. LOGO! schakelt dan eenvoudig het weksignaal en de deurbel van de kamer uit. Zodra de gast uitgerust en wel de kamer verlaat en de hoofdschakelaar omzet, schakelt LOGO! de hoofdstroomvoorziening weer volledig af. Daarbij blijft de vloerverlichting nog dertig seconden branden en wordt het energierelais voor de automatische temperatuurregeling weer actief.
Het is dan ook geen wonder dat men de voorkeur gaf aan LOGO!, ondanks concurrentie van zeven andere systemen. Het systeem is nu enkele maanden in gebruik en men is in de "Great Eagle" uitermate positief over de kwaliteit van Siemens en LOGO!. Met name de technische ondersteuning alsmede de dienstverlening ter plekke worden als zeer goed bestempeld. LOGO! voldoet in vrijwel alle gevallen aan de eisen van het hoofd technische dienst. Het hotel heeft nog eens 400 kamers, die allemaal uitgerust zullen worden met LOGO!-techniek.
De techniek staat voor niets: LOGO! vindt zijn weg in hotels in de metropool Hongkong
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
3
Lichtregelingen Lichtbanen Situatieschets
Gebruikte componenten
Bij de planning van de verlichting in bedrijfsruimtes worden het type en het aantal lampen bepaald, al naargelang de gewenste lichtsterkte. Daarbij wordt dikwijls gebruikgemaakt van lichtbanen met TL-lampen. De indeling in aparte schakelgroepen is afhankelijk van het ruimtegebruik. Met LOGO! moeten de schakelgroepen worden aangestuurd. Daarbij kunnen de afzonderlijke lichtbanen ter plaatse rechtstreeks worden geschakeld. Bij voldoende daglicht worden de lichtbanen aan de raamzijde door een lichtgevoelige schakelaar automatisch uitgeschakeld. 's Avonds om 20.00 uur wordt het licht automatisch uitgedaan. Het moet echter wel mogelijk blijven de verlichting te allen tijde handmatig aan te zetten.
- LOGO! 230RC
Conventionele oplossing De lampen worden ingeschakeld via piekstroomrelais, die door de knoppen bij de deur aangestuurd worden. Onafhankelijk daarvan worden ze door de tijdschakelklok of de lichtgevoelige schakelaar via de ingang "Centraal uit" uitgeschakeld. De uitschakelcommando's moeten door sleepcontactrelais worden verkort, zodat ook na uitschakeling handmatige bediening ter plaatse mogelijk blijft.
I1 I2 I3 I4 I5
Sensor lichtbaan 1 (maakcontact) Sensor lichtbaan 2 (maakcontact) Sensor lichtbaan 3 (maakcontact) Sensor lichtbaan 4 (maakcontact) Schemerschakelaar (maakcontact)
Q1 Q2 Q3 Q4
Lichtbaan 1 (raamzijde) Lichtbaan 2 (raamzijde) Lichtbaan 3 (wandzijde) Lichtbaan 4 (wandzijde
Voordelen en bijzonderheden Er zijn minder componenten vereist dan in de oude situatie. Er is minder schakelapparatuur vereist, waardoor plaats wordt bespaard en minder hoeft te worden onderverdeeld. De verlichtingsinstallatie kan eenvoudig worden gewijzigd. Zo zijn naar wens extra schakeltijden in te stellen (bijv. trapsgewijze uitschakeling aan het einde van de dag).
LOGO!-oplossing Met LOGO! kan de schakeling aanzienlijk worden vereenvoudigd. Men hoeft alleen nog maar de sensoren en de schemerschakelaar aan te sluiten op de ingangen en de lampen op de uitgangen. Bij grotere schakelvermogens dient men gebruik te maken van magneetschakelaars. Via de sensoren op I1 t/m I4 kunnen de lichtbanen (Q1 t/m Q4) naar wens worden in- en uitgeschakeld. Wordt de schemerschakelaar op I5 geactiveerd, dan worden de lichtbanen aan de raamzijde (Q1 en Q2) automatisch uitgeschakeld. De geïntegreerde tijdschakelklok geeft om 20.00 uur ook een uitschakelimpuls, waarmee alle lichtbanen worden uitgeschakeld. De verlichting is daarna nog steeds met de hand in te schakelen.
4
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
L1
lx> B1
E1
K1
K1
K2
S1
S2
K3
K4
K2
S3
S4
K3
K4
K5
K6
K5
K6
E2
E3
E4
E5
E1
K2
N
Conventionele oplossing
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
5
Lichtregelingen Lichtbanen (vervolg) L1
S1
S2
S3
S4
lx< B1
L1 N
I 1 I2 I 3 I4 I5
I6
SIEMENS
LOGO! 230RC Q1
E2
Q2
E3
Q3
E4
Q4
E5
N Lichtband 1
Lichtband 2
Lichtband 3
Lichtband 4
LOGO!-bedrading
Lichtbaansturing met LOGO!
6
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Etalageverlichting Situatieschets
Gebruikte componenten
Met LOGO! moet een etalage automatisch worden verlicht. Daarbij worden vier lichtgroepen onderscheiden: één voor de aanvullende verlichting ’s avonds en één voor spots die speciale artikelen moeten verlichten.
I1
LOGO!-oplossing Het etalagevenster moet worden verlicht van maandag t/m vrijdag van 8.00 tot 22.00 uur, en op zondag van 12.00 tot 20.00 uur. Binnen deze tijden wordt lichtgroep 1 op Q1 via de tijdschakelklok ingeschakeld. Daarnaast wordt ’s avonds lichtgroep 2 ingeschakeld, zodra de schemerschakelaar op I1 wordt geactiveerd. Buiten de bovengenoemde tijden zorgt lichtgroep 3 op Q3 na vrijgave door de schemerschakelaar voor de minimale verlichting. Via de bewegingsmelder op I4 worden de spots voortdurend inen uitgeschakeld (lichtgroep 4 op Q4). Via de testschakelaar op I3 kunnen alle lichtgroepen één minuut lang worden ingeschakeld, bijvoorbeeld om te kijken of ze goed functioneren.
I2 I3 I4
LOGO! 23RC Schemerschakelaar (maakcontact) AAN-schakelaar (maakcontact) Testschakelaar (maakcontact) Bewegingsmelder (maakcontact)
Q1 Q2 Q3 Q4
Lichtgroep 1 Lichtgroep 2 Lichtgroep 3 (minimale verlichting) Lichtgroep 4 (spots)
Voordelen en bijzonderheden De ingestelde tijden kunnen op elk gewenst moment worden veranderd. Andere lichtgroepcombinaties kunnen eenvoudig worden gekozen. Er zijn minder componenten vereist dan in de oude situatie.
Etalageverlichting met LOGO!
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
7
Buiten- en binnenverlichting van een woonhuis Situatieschets Met LOGO! wordt de binnen- en buitenverlichting van een woonhuis aangestuurd. Daarbij moet tijdens afwezigheid van de bewoners of als het donker is, worden gemeld wanneer personen de woning naderen. Via bewegingsmelders en het alarmcontact van een alarminstallatie wordt de binnen- en buitenverlichting ingeschakeld.
LOGO!-oplossing De buitenverlichting is onderverdeeld in drie groepen (Q1, Q2 en Q3). Voor elk groep is een aparte bewegingsmelder geïnstalleerd (I2, I3 en I4). Als een van deze bewegingsmelders binnen het ingestelde tijdvak wordt geactiveerd, wordt de desbetreffende buitenverlichting 90 seconden lang ingeschakeld. Het tijdvak is in te stellen op de in LOGO1 geïntegreerde tijdschakelklok (17.00 tot 7.00 uur).
De schemerschakelaar op I1 zorgt ervoor dat de verlichting alleen bij (invallende) duisternis wordt ingeschakeld. Op I5 is een vierde bewegingsmelder aangesloten, die onafhankelijk van tijd en duisternis alle drie de buitenverlichtingen 90 seconden lang inschakelt. Daarnaast worden de buitenverlichtingen via het alarmcontact van de alarminstallatie op I6 gedurende 90 seconden ingeschakeld. Verder wordt na het uitschakelen van de buitenverlichting een binnenverlichting 90 seconden lang ingeschakeld. Via de bewegingsmelder op I5 en het alarmcontact wordt de binnenverlichting direct 90 seconden ingeschakeld.
I2 I3 I4 I5 I6
Bewegingsmelder 1 (maakcontact) Bewegingsmelder 2 (maakcontact) Bewegingsmelder 3 (maakcontact) Bewegingsmelder 4 (maakcontact) Alarmcontact van de alarminstallatie (maakcontact)
Q1 Q2 Q3 Q4
Buitenverlichting 1 Buitenverlichting 2 Buitenverlichting 3 Binnenverlichting
Voordelen en bijzonderheden Energiebesparing door koppeling van tijdschakelklok, schemerschakelaar en bewegingsmelders. De ingestelde tijden kunnen eenvoudig worden gewijzigd, bijv. een ander tijdvak voor de tijdschakelklok of een andere tijdsduur voor de verlichting. Er zijn minder componenten vereist dan in de oude situatie.
Gebruikte componenten LOGO1 230RC I1 Schemerschakelaar (maakcontact)
Buiten- en binnenverlichting van een woonhuis met LOGO! (1)
8
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Buiten- en binnenverlichting van een woonhuis (vervolg)
Buiten- en binnenverlichting van een woonhuis met LOGO! (2)
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
9
Verlichting van een gymnastieklokaal Situatieschets Met LOGO! wordt de verlichting van het gymnastieklokaal en de kleedruimten in een school aangestuurd. Aangezien ’s avonds ook diverse sportverenigingen het gymnastieklokaal gehuurd hebben, is met LOGO! ook een automatische uitschakeling van de verlichting te realiseren, zodat de overeengekomen gebruikstijden niet worden overschreden. Via een hoofdschakelaar kan de verlichting volkomen onafhankelijk worden in- en uitgeschakeld.
LOGO!-oplossing De verlichting van het gymnastieklokaal (op Q1 en Q2) kan via toets I1 in- en uitgeschakeld worden. Via toets I2 wordt de verlichting van de kleedruimten in- en uitgeschakeld. De automatische uitschakeling ’s avonds wordt gerealiseerd via de geïntegreerde tijdschakelklok.
Om 21.45 uur klinkt er gedurende vijf seconden een geluidssignaal dat de gebruiker erop wijst dat de tijd om is. Men heeft voldoende tijd om het gymnastieklokaal te verlaten en het licht uit te doen. Om 22.00 uur wordt in de gymnastiekruimte de eerste lichtgroep (Q1) uitgeschakeld en om 22.15 uur de tweede (Q2). De verlichting van de kleedruimten gaat om 22.25 uur uit en kan dan ook niet meer worden ingeschakeld. Via een hoofdschakelaar kan het licht volkomen onafhankelijk in- en uitgeschakeld worden (bijv. door de conciërge). Met behulp van de handmatig te bedienen sperschakelaar I4 kan de verlichting gedurende de vakanties worden uitgeschakeld.
Gebruikte componenten I1 I2 I3 I4 Q1 Q2 Q3 Q4
LOGO! Toets verlichting gymnastieklokaal (maakcontact) Toets verlichting kleedruim te (maakcontact) Hoofdschakelaar (maakcontact) Sperschakelaar voor vakanties (maakcontact) Lichtgroep 1 gymnastieklokaal Lichtgroep 2 gymnastieklokaal Verlichting kleedruimte Geluidssignaal
Voordelen en bijzonderheden De instellingen kunnen eenvoudig aan de verschillende gebruikstijden worden aangepast. Er zijn minder componenten vereist dan in de oude situatie.
Verlichting van een gymnastieklokaal met LOGO! (1)
10 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Verlichting van een gymnastieklokaal
Verlichting van een gymnastieklokaal met LOGO! (2)
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
11
Buitenverlichting Situatieschets Met LOGO! moet de buitenverlichting van een gebouw worden aangestuurd. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen hoofd- en bijverlichting met handmatig of automatisch bedrijf. De hoofdverlichting is tijdens de ingestelde tijd voortdurend ingeschakeld, de bijverlichting daarentegen slechts voor een bepaalde tijd, als ook een bewegingsmelder wordt geactiveerd. De verlichting wordt in principe alleen ingeschakeld als het buiten donker is.
LOGO! -oplossing De hoofdverlichting (Q1) wordt bij automatisch bedrijf tussen 6.00 en 24.00 uur alleen ingeschakeld indien ook schemerschakelaar I1 wordt geactiveerd.
De bijverlichting (Q2) wordt via de bewegingsmelder I2 gedurende 90 seconden ingeschakeld (tussen 6.00 en 8.00 uur en tussen 17.00 en 24.00 uur). Via I4 (schakelaar op handmatig bedrijf) worden hoofd- en bijverlichting onafhankelijk van de tijdschakelklok en de schemerschakelaar ingeschakeld, bijv. voor testdoeleinden.
Gebruikte componenten I1 I2 I3 I4
LOGO! 230RC Schemerschakelaar (maakcontact) Bewegingsmelder (maakcontact) Schakelaar op “Automatisch” (maakcontact) Schakelaar op "Handmatig” (maakcontact)
Voordelen en bijzonderheden Energiebesparing door onderlinge koppeling van tijdschakelklok, bewegingsmelder en schemerschakelaar. De tijden kunnen individueel worden ingesteld, bijv. verschillende tijden op werkdagen en in het weekend, of een andere tijdsduur. De lichtinstallatie kan eenvoudig worden uitgebreid, bijv. met extra bewegingsmelders of andere verlichtingsgroepen, om de afzonderlijke bereiken duidelijker te onderscheiden.
Q1 Hoofdverlichting Q2 Bijverlichting
Buitenverlichting met LOGO!
12 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Bewakingsinstallaties Intelligente deurbewaking Signaal "deur open" Ook in gebouwen met veiligheidssluizen maakt Atech voor de deurbewaking gebruik van LOGO!. Eenvoudige veiligheidssluizen zijn vaak te vinden in kleine bankfilialen. Die bestaan uit ten minste twee deuren die de voorhal van de bank insluiten. Zodra de blokkering van de ene deur is opgeheven, blokkeert LOGO! automatisch de andere deur, waardoor alleen de "juiste" deur is te openen. Daarbij wordt met een meldlampje aangegeven welke deur open is. Bij grotere gebouwen wordt alle LOGO!-apparatuur onderling gekoppeld via een AS-interface. Daarmee is het mogelijk de status te melden aan de beveiligingscentrale en de diverse toegangen via een OP7bedieningspaneel aan te sturen. De logicamodules regelen daarbij de sluizen van twee of drie deuren. De LOGO!-apparatuur communiceert onderling, zodat telkens maar één deur open is.
Eenvoudig te installeren en aan te passen
Toegangscontrole en beveiligingssluizen zoals die onder meer bij banken gebruikelijk zijn, worden in het Franse Bordeaux door de firma Atech gerealiseerd met LOGO!. Bij Atech, een specialist in alarminstallaties en toegangscontrolesystemen, is men zeer enthousiast over de koppelingsmogelijkheden en de geïntegreerde functies van LOGO!. Zo kan toegangscontrole nu eenvoudig worden gecombineerd met alarminstallaties.
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Met de tellerfunctie, die is geschakeld aan de in- en uitgang van de toegangscontrole, kan men te allen tijde een overzicht krijgen van het aantal mensen dat zich in het bewaakte gebied bevindt. Wanneer de teller bijvoorbeeld in een warenhuis na winkelsluiting te veel mensen constateert, dan wordt een alarmmelding afgegeven.
Men verlangt steeds meer flexibiliteit bij toepassingen als deze en LOGO! kan aan deze eis zeker tegemoetkomen. Wanneer de bedrading eenmaal is aangelegd tussen de LOGO!-schakelkasten en de sensoren en schakelapparaten van de diverse sluizen, deuren en de alarmcentrale, hoeft Atech alleen nog maar de geïntegreerde functies toe te wijzen aan de diverse sensoren en schakelapparaten. Een aanpassing van het toegangsbeleid is eenvoudig te realiseren door het schakelprogramma te wijzigen, zonder daarbij de leidingen te hoeven verleggen.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
13
Bewakingsinstallaties Melding van initieel alarm Situatieschets LOGO! wordt toegepast bij machines of processen waarbij in een alarmsituatie allerlei alarmmeldingen worden gegeven. Voor de gebruiker is het dan vaak moeilijk te achterhalen welke alarmmelding als eerste werd gegeven en welk probleem de melding heeft veroorzaakt. Met LOGO! is het mogelijk dit initiële alarm te bepalen.
LOGO!-oplossing Alarmingangen I1 t/m I4 zijn maakcontacten en alarmingangen I5 t/m I7 verbreekcontacten. Ingang I8 is een maakcontact voor alarmering van een andere LOGO! met een soortgelijk programma (indien noodzakelijk). Uitgangen Q1 t/m Q7 geven aan welk alarm het eerst werd geactiveerd. Uitgang Q8 wordt aangestuurd indien een van de ingangen (inclusief I8) in alarmtoestand terechtkomt. Wanneer alle ingangen zich in hun normale toestand bevinden en de resetschakelaar op ingang I9 wordt ingedrukt, krijgt de uitgang van blok B07 (NIET-functie) de waarde "1" en worden alle ingangen van de ENfunctie geactiveerd.
14 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Wordt een willekeurige alarmingang geactiveerd, dan wordt de bijbehorende uitgang ingesteld. Daarna wordt blok B07 weer op "0" gezet. Zo wordt verhinderd dat nog meer alarmmeldingen worden geregistreerd. Elke activering van een alarmingang wordt door uitgang Q8 gesignaleerd. Naast de aansturing van het alarmdisplay kan uitgang Q8 ook worden ingelezen als I8 van een ander LOGO!-apparaat dat met hetzelfde programma werkt. Zo kan bij het tweede LOGO!-apparaat worden verhinderd dat andere alarmmeldingen worden geregistreerd. Opmerking: De RS-flipflops fungeren als geheugenelementen, zodat de informatie over het initiële alarm ook na een stroomonderbreking niet verloren gaat.
Gebruikte componenten Bijv. LOGO! 24RCL (0BA1) I1 I2 I3 I4 I5 I6 I7 I8 I9 Q1 Q2 Q3 Q4 Q5 Q6 Q7 Q8
Alarmingang 1 (maakcontact) Alarmingang 2 (maakcontact) Alarmingang 3 (maakcontact) Alarmingang 4 (maakcontact) Alarmingang 5 (verbreekcontact) Alarmingang 6 (verbreekcontact) Alarmingang 7 (verbreekcontact) Externe/algemene alarmingang (maakcontact) Resetschakelaar Alarmdisplay 1 Alarmdisplay 2 Alarmdisplay 3 Alarmdisplay 4 Alarmdisplay 5 Alarmdisplay 6 Alarmdisplay 7 Display voor extern/algemeen alarm
Voordelen en bijzonderheden Het programma is zeer gebruikersvriendelijk en kan eenvoudig worden afgestemd op specifieke configuraties. Verschillende LOGO!-apparaten kunnen onderling worden gekoppeld om zo de desbetreffende alarmmelding weer te geven.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Bewakingsinstallaties Melding van initieel alarm (vervolg)
Melding van initieel alarm met LOGO!
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
15
Bewaking van parkeerplaatsen Situatieschets Op een parkeerterrein is een beperkt aantal parkeerplaatsen beschikbaar. Wanneer alle parkeerplaatsen bezet zijn, moet het parkeerlicht automatisch van groen op rood springen. Zodra er weer parkeerplaatsen vrijkomen, moet het parkeerlicht weer op groen springen.
Voordelen en bijzonderheden Gebruikte componenten I1 I2 I3
LOGO! 230R Infrarood “inrit” (maakcontact) Infrarood “uitrit” (maakcontact) Resettoets (maakcontact)
Q1 Parkeerlichtrelais (wisselaar)
LOGO!-oplossing
De actuele telwaarde kan via het display worden weergegeven. De maximale telwaarde kan naar wens worden gewijzigd. De toepassing kan eenvoudig worden uitgebreid. Zo kan de toegang worden geblokkeerd als parkeerplaatsen bezet zijn of kan worden geschakeld tussen twee telwaarden (parkeerplaatsen gereserveerd voor medewerkers).
De in- en uitrijdende voertuigen worden via infraroodstralen (I1 en I2) door de in LOGO! geïntegreerde teller geteld. Bij inrijdende voertuigen (I1) wordt de teller met 1 verhoogd en bij uitrijdende voertuigen (I2) weer met 1 verlaagd. Via I2 en de piekstroomfunctie wordt de telrichting (voor- of achterwaarts) op de teller aangegeven. Zodra de ingestelde telwaarde is bereikt, wordt het parkeerlicht op Q1 omgeschakeld. Via toets I3 kunnen de telwaarde en uitgang Q1 worden gereset.
Bewaking van parkeerplaatsen met LOGO!
16 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Deur- en poortbesturingen Poortregeling in brandweerkazerne met LOGO!Bus en AS-interface Zodra alles geladen is, de persluchttoevoer van de voertuigen is afgekoppeld en de kabelhaspel is geactiveerd, gaat er een schakelimpuls naar de LOGO! van de poortbesturing. Vervolgens treedt het pneumatische mechanisme voor het openen van de poort in werking. Via de bus stuurt LOGO! de commando's voor het afzuigen van de uitlaatgassen en schakelt automatisch de uitrijverkeerslichten in. Nadat de voertuigen zijn vertrokken, worden de poorten automatisch gesloten en het licht en de afzuiginstallatie weer uitgezet.
Inclusief (energie-)besparing
De centrale van de vrijwillige brandweer in het Duitse Bamberg wordt verplaatst en gemoderniseerd. In het kader daarvan wordt de afstandsbediening van de 24 poorten in de hal met het rijdend materieel verbeterd en het proces volledig geautomatiseerd. Dit gebeurt met behulp van een centrale programmeerbare besturing en LOGO! 24RLB11 op een ASinterface. Om de stad en de inwoners te beschermen tegen vuur, is er in de centrale van de vrijwillige brandweer in Bamberg 24 uur per dag een bezetting van minimaal één brandweerteam en twee andere medewerkers. Er staan twaalf brandweervoertuigen klaar om ingezet te worden. Aan de voor- en achterzijde van de voertuighal bevinden zich hydraulische vouwdeuren. Deze deuren worden op afstand vanuit de centrale bediend en kunnen ook door de chauffeur van de brandweerauto handmatig worden geopend en gesloten.
Decentrale oplossing met mogelijkheden voor aanzienlijke besparingen De huidige 88 relais in de schakelcentrale, alsmede de magneetschakelaars en -ventielen van de poortbesturingen, worden vervangen door een centrale controller, een SIMATIC S7-300 met CPU 315-2DP, en logicamodule LOGO! 24RLB11 als decentrale poortbesturingen. In plaats van bekabeling per poort met tien installatiekabels stapt men over op een buskabel met AS-interface. Via deze tweedraadskabel wisselen de controller en logicamodule stuursignalen en statusmeldingen uit.
De verantwoordelijke projectleider is elektrotechnisch ingenieur Sehrig. Hij ziet wezenlijke voordelen in de oplossing met LOGO!Bus. Zo zijn er minder schakelapparaten en kabels nodig en brengt de installatie een stuk minder werk met zich mee. Daarnaast kan het systeem gefaseerd en in eigen beheer worden opgebouwd. Bovendien kunnen als gevolg van de eenvoudige parametrisering van de logicamodule allerlei varianten van het procesverloop worden getest en geoptimaliseerd, zonder dat er iets aan de hardware moet worden veranderd. Ook in een later stadium is de besturing eenvoudig op veranderde omstandigheden aan te passen. Zo is het de bedoeling dat later de verlichting en verwarming van de voertuighal via de LOGO! van de poortbesturing wordt geoptimaliseerd om energie te besparen.
Actie in de wachtpost Wanneer door de centrale alarm wordt geslagen, alarmeert de controller het brandweerteam via een gongsignaal en een melding. De verlichting in de teamruimte en de voertuighal wordt ingeschakeld.
LOGO! bestuurt de 24 vouwdeuren van de voertuighal van de vrijwillige brandweer in het Duitse Bamberg
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
17
Deur- en poortbesturingen Besturing van een automatische deur Situatieschets
LOGO!-oplossing
Gebruikte componenten
Automatische deurbesturingen zijn dikwijls te vinden bij de ingangen van supermarkten, openbare gebouwen, banken, ziekenhuizen, enz. Met LOGO! moet de besturing van een automatische deur worden gerealiseerd. Zodra een persoon de deur nadert, wordt de deur automatisch geopend en blijft zolang open totdat er zich niemand meer in de doorgang bevindt. Na een korte wachttijd sluit de deur weer automatisch.
Met LOGO! kan de schakeling aanzienlijk worden vereenvoudigd. Men hoeft alleen nog maar de bewegingsmelders en eindschakelaars aan de ingangszijde van LOGO! aan te sluiten en de magneetschakelaars aan de uitgangszijde. De bewegingsmelders bij ingangen I1 en I2 detecteren of er zich een persoon in het looppad van de deur bevindt. Is dat het geval, dan wordt de deur via de magneetschakelaar op uitgang Q1 geopend. Met behulp van de in LOGO! geïntegreerde afschakelvertraging wordt de minimumwachttijd gerealiseerd tot de deur verder worden gesloten (via de magneetschakelaar op uitgang Q2). De eindpositie van de deur wordt geregistreerd via de eindschakelaars op ingangen I3 en I4.
LOGO! 230RC
Conventionele oplossing Zodra een van de bewegingsmelders B1 of B2 een persoon detecteert, wordt via K3 het openen van de deur gestart. Wanneer het detectiebereik van de twee bewegingsmelders gedurende een bepaalde minimumtijd vrij is, geeft K4 een signaal om de deur te sluiten.
B1
S2
S2
K3
B1
B2
S1
K2
K3
K4
K3
Öffnen
I4 Q1 Q2
Magneetschakelaar openen Magneetschakelaar sluiten
Voordelen en bijzonderheden Er zijn minder componenten vereist dan in de oude situatie. De toepassing kan heel eenvoudig worden uitgebreid om het comfort en de gebruikersvriendelijkheid te verhogen. Zo kan een extra besturingsschakelaar worden aangesloten voor handmatige bediening (open-automatisch-gesloten. Via een weekschakelklok is voorzien in een tijds- en richtingsafhankelijke ontgrendeling voor het openen van de deur.
K3
S1
S2
I1 I2 I3 I4 I5 I6
SIEMENS
B1 LOGO! 230RC
B2
K1 K2
I3
B2
L1 N
Q1
K1 N
I2
Bewegingsmelder voor buiten (maakcontact) Bewegingsmelder voor binnen (maakcontact) Eindschakelaar gesloten (verbreekcontact) Eindschakelaar geopend (verbreekcontact)
L1
Hilfsstromkreis L1
K3
I1
K4
K1
Q2
Q3
Q4
K2
N
Schließen
Tür öffnen
Conventionele oplossing
18 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Wartezeit
Öffnen Schließen
LOGO!-bedrading
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Deur- en poortbesturingen Besturing van een automatische deur (vervolg)
Besturing van een automatische deur met LOGO!
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
19
Deur- en poortbesturingen Besturing van een fabriekspoort Situatieschets
LOGO!-oplossing
Gebruikte componenten
De toegang tot een bedrijfsterrein is in veel gevallen met een poort afgesloten. Deze poort wordt uitsluitend geopend wanneer voertuigen het terrein willen op- en afrijden. De poortbesturing wordt bediend door de portier, die de poort met een druk op de knop kan bedienen. Normaal gesproken wordt de poort volledig geopend en gesloten. De beweging van de poort kan op elk moment worden onderbroken. Vijf seconden voordat de poort begint te bewegen en gedurende de gehele beweging brandt een knipperlicht. Een contactlijst garandeert dat bij het sluiten van de poort niemand gewond raakt en geen objecten ingeklemd of beschadigd raken.
Met de startknop OPEN (I1) of DICHT (I2) wordt de beweging van de poort gestart, op voorwaarde dat de poort niet al in tegengestelde richting beweegt. De poortbeweging wordt beëindigd door de knop STOP (I3) in te drukken of via de eindschakelaar (I4 voor open en I5 voor sluiten). Bovendien wordt het sluiten van de poort onderbroken door de contactlijst (I6). Het knipperlicht is aangesloten op Q3.
LOGO! 230RC I1 I2 I3 I4 I5 I6
OPEN-knop (maakcontact) DICHT-knop (maakcontact) STOP-knop (verbreekcontact) Eindschakelaar open (verbreekcontact) Eindschakelaar gesloten (verbreekcontact) Contactlijst (verbreekcontact)
Q1 Openen Q2 Sluiten Q3 Knipperlicht
Voordelen en bijzonderheden Er zijn minder componenten vereist dan in de oude situatie. Daardoor is de installatietijd korter en wordt ruimte bespaard in de schakelkast.
L1 S1 Auf
Hilfsstromkreis L1 S0
S2 Zu
L1 N
S1
K1
S2
K3
K1
S0 S3 Stopp
S4
p> S5
I1 I2 I3 I4 I5 I6
K3 SIEMENS
S2 S1 S5 p> K3
S5 p >
K1
S3
K2
S4
K4
K6
LOGO! 230RC
K5
Q1
K1 N
K2 Öffnen
K3
K4
H1
Schließen Blinkleuchte
K5
Q2
Q3
Q4
K6 S5 p >
Öffnen Schließen N
K1
K2
H1
Öffnen SchließenBlinkleuchte
Conventionele oplossing
20 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
LOGO!-bedrading
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Deur- en poortbesturingen Besturing van een fabriekspoort (vervolg)
Besturing van een fabriekspoort met LOGO!
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
21
Notities
22 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Woning- en gebouwentechniek Rendabele automatisering met LOGO! wordt de temperatuurregeling van de kamer in de "comfortabele" stand gezet. Constateert het systeem een hotelmedewerker, dan worden alle lampen automatisch aangezet en alle contactdozen en schakelaars vrijgegeven. De temperatuurregeling blijft dan echter in de "zuinige" stand staan. Zodra de hotelmedewerker de kamer verlaat, onderbreekt LOGO! de stroomvoorziening naar de lampen en contactdozen.
Intoetsen en insteken in plaats van bedraden
Landis & Staefa is bijzonder ingenomen met LOGO!. In vergelijking met andere apparaten brachten de nieuwe componenten in het gebouwbeheersysteem van hotel "Russischer Hof" in het Duitse Weimar immers behoorlijke besparingen – en daarmee een betere concurrentiepositie – met zich mee. Landis & Staefa willen nu ® de combinatie HOTELGYR en LOGO! ook toepassen in andere gebouwbeheerprojecten. Sinds de heropening in 1999 straalt Hotel "Russischer Hof" in Weimar een nieuw elan uit. Gasten worden ondergebracht in 125 moderne hotelkamers waar het aan niets ontbreekt. Een HOTELGYR-systeem van Landis & Staefa begeleidt gasten onzichtbaar en discreet tijdens het gehele verblijf. Persoonlijke key-cards © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
verschaffen toegang tot alle algemene ruimtes en diensten van het hotel. Tevens vormen zij de sleutel voor de aansturing van allerlei elektrische voorzieningen in de hotelkamer, waarbij het hotelsysteem en LOGO! optimaal samenwerken. De HOTELGYR-controller communiceert met de centrale computer van het hotel, voert de toegangscontrole uit en regelt de klimaatbeheersing in het hotel. LOGO! zorgt voor de aansturing van alle schakelaars, contactdozen en lampen in de kamers.
Dankzij de uitmuntende prijsprestatieverhouding werd in dit project de logicamodule LOGO! 230RL verkozen boven een microcontroller en traditionele schakelapparatuur. Andere redenen om voor deze module te kiezen waren de geringe afmetingen, het hoge schakelvermogen van de relaisuitgangen en de enorme flexibiliteit. Wijzigingen in het programma kunnen ter plaatse door een servicemedewerker worden doorgevoerd via een laptop met daarop de LOGO!Soft-software. Daarnaast kan een gewijzigd LOGO!programma in het gehele hotel worden geladen door een programmamodule in te steken. Optionele functies, zoals het in- en uitschakelen van een televisie of het aansturen van
Alleen geautoriseerde toegang De gegevens op de key-card worden door een kaartlezer bij de kamerdeuren ingelezen en doorgegeven aan de controller. Op basis van de code wordt dan het juiste "scenario" gekozen en wordt de overeenkomstige digitale ingang van LOGO! geactiveerd. Wanneer een gast de kamer betreedt, zet LOGO! automatisch de vloerlamp aan zonder tijdbegrenzing. Alle andere schakelaars, contactdozen en lampen worden vrijgegeven. Tegelijkertijd
rolgordijnen, zijn snel en eenvoudig te realiseren. Achter de gerenoveerde gevel gaat de modernste techniek schuil: LOGO! in combinatie met een HOTELGYR-systeem van Landis & Staefa.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
23
Woning- en gebouwentechniek Pomp voor gebruikswater Situatieschets
Conventionele oplossing
Voordelen en bijzonderheden
Steeds vaker wordt in woonhuizen naast drinkwater ook regenwater gebruikt. Een installatie voor het benutten van regenwater zou er als volgt uit kunnen zien. Het regenwater wordt opgevangen in een speciaal reservoir. Vanuit dit reservoir wordt het in een speciaal daarvoor bestemd leidingennet gepompt. Van daaruit kan het regenwater dan op dezelfde manier worden onttrokken als gewoon drinkwater. Als het reservoir leeg is, kan drinkwater worden toegevoerd. Er moet te allen tijde gebruikswater beschikbaar zijn. In geval van nood moet de besturing automatisch overschakelen op drinkwater. Dat dient zodanig te gebeuren dat bij het overschakelen geen regenwater in de drinkwaterleidingen terechtkomt. Indien zich in het regenwaterreservoir te weinig water bevindt, mag de pomp niet worden ingeschakeld (droogloopbeveiliging).
De besturing van de pomp en het magneetventiel vindt plaats via een drukschakelaar en drie vlotterschakelaars die in het regenwaterreservoir zijn aangebracht. De pomp moet worden ingeschakeld wanneer de druk in de ketel beneden een minimumwaarde komt. Zodra de nominale werkdruk weer is bereikt, wordt de pomp na een uitlooptijd van enkele seconden weer uitgeschakeld. De uitlooptijd verhindert dat de pomp voortdurend wordt in- en uitgeschakeld als gedurende langere tijd water wordt afgetapt.
Er zijn minder componenten vereist dan in de oude situatie. Daardoor is de installatietijd korter en wordt ruimte bespaard in de schakelkast. Er kunnen nieuwe functies worden geïntegreerd, hetgeen bij traditionele technieken alleen mogelijk zou zijn door extra apparaten toe te voegen. Daarbij valt onder meer te denken aan vrijgave van de pomp op bepaalde tijdstippen, indicatie van een watertekort (onmiddellijk of imminent) of signalering van bedrijfsstoringen.
Gebruikte componenten LOGO! 230RC I1 I2 I3 I4
Drukschakelaar (maakcontact) Vlotterschakelaar (maakcontact) Vlotterschakelaar (verbreekcontact) Vlotterschakelaar (verbreekcontact)
Q1 Pomp Q2 Magneetventiel voor drinkwatertoevoer
L1
S1 p<
Hilfsstromkreis L1
K3
S3
S2
S2
L1 N
S3
S4
I1 I2 I3 I4 I5 I6
SIEMENS
S1 p<
K2
K1 N Pumpe
K2
S4
K3
K3
Nachlaufzeit
Trockenlaufschutz
S3
K4
K4
Y1
LOGO! 230RC
Reinwasserzulauf
Q1
K1
Q2
Q3
Q4
Y1
N Pumpe
Conventionele oplossing
24 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Trinkwasserzulauf
LOGO!-bedrading
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Woning- en gebouwentechniek Pomp voor gebruikswater (vervolg)
Pomp voor gebruikswater met LOGO!
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
25
Besproeiing van kasplanten Situatieschets In een kas moet de besproeiing van de planten met LOGO! worden bestuurd. Daarbij worden drie typen planten onderscheiden. Bij het eerste type gaat het om waterplanten in een bekken waarvan het waterniveau op een bepaald peil moet worden gehouden. Het tweede type plant moet ’s ochtends en ’s avonds telkens drie minuten lang worden besproeid, terwijl het derde type om de andere dag en alleen ’s avonds twee minuten lang moet worden besproeid. De automatische besproeiing kan natuurlijk ook worden uitgeschakeld.
beweegt het waterniveau van het bekken zich altijd binnen het vereiste bereik. Besproeiing plantentype 2: Via de tijdschakelklok worden de planten ’s ochtends van 6.00 tot 6.03 uur en ’s avonds van 20.00 tot 20.03 uur elke dag besproeid. Besproeiing plantentype 3: Met behulp van de piekstroomfunctie worden de planten om de andere dag besproeid: altijd twee minuten ’s avonds, als schemerschakelaar I3 wordt geactiveerd.
LOGO!-oplossing Besproeiing plantentype 1:
Gebruikte componenten
Met behulp van de vlotterschakelaars voor maximale waarde (|1 en |2)
I1
LOGO! 230RC Vlotterschakelaar voor maximale waarde (verbreekcontact)
I2 I3 I4
Vlotterschakelaar voor minimale waarde (maakcontact) Schemerschakelaar (maakcontact) Schakelaar voor automatische besproeiing (maakcontact)
Q1 Magneetventiel voor besproeiing type 1 Q2 Magneetventiel voor besproeiing type 2 Q3 Magneetventiel voor besproeiing type 3
Voordelen en bijzonderheden De besproeiingstijd voor ’s ochtends en ’s avonds kan naar eigen inzicht worden gewijzigd. Naast de besproeiing van de planten kan met LOGO! ook de verlichting of de klimatisering van de kas worden geregeld.
Besproeiing van kasplanten met LOGO!
26 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Rolluikbesturing Situatieschets Met LOGO! moeten de rolluiken van een woonhuis worden aangestuurd. Via een keuzeschakelaar kan voor handmatig of automatisch bedrijf worden gekozen. Afhankelijk van het tijdstip, de hoeveelheid licht en de dag van de week worden de rolluiken automatisch geopend of gesloten.
LOGO!-oplossing Handmatig bedrijf: Via de schakelaars I2 (OPEN) en I3 (DICHT) kunnen de rolluiken handmatig worden geopend en gesloten. Voorwaarde is uiteraard wel dat de keuzeschakelaar I6 niet op automatisch staat.
I5 I6
Eindschakelaar rolluiken geopend (verbreekcontact) Keuzeschakelaar in positie “Automatisch”
Q1 Rolluiken openen Q2 Rolluiken sluiten
Voordelen en bijzonderheden De tijden kunnen eenvoudig aan de individuele omstandigheden worden aangepast. Zo kan er verschil worden gemaakt tussen werkdagen, het weekend en de vakantie. Verschillende aansturing van twee bereiken/situaties via de nog beschikbare uitgangen. Energiebesparing door koppeling van tijdschakelklok en schemerschakelaar.
Automatisch bedrijf: Voor automatisch bedrijf moet de keuzeschakelaar (I6) op ‘Automatisch' staan. Zodra de schemerschakelaar I1 wordt geactiveerd, worden de rolluiken tussen 18.00 ’s avonds en 7.00 uur ’s ochtends gesloten. Overdag tussen 7.00 uur en 18.00 uur zijn de rolluiken geopend. Via de eindschakelaars |4 en |5 wordt gecontroleerd of de rolluiken geopend of gesloten zijn.
Gebruikte componenten I1 I2 I3 I4
LOGO! 230RC Schemerschakelaar (maakcontact) Schakelaar handmatig openen (maakcontact) Schakelaar handmatig sluiten (maakcontact) Eindschakelaar rolluiken gesloten (verbreekcontact)
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
27
Rolluikbesturing met LOGO!
28 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Belinstallatie (bijv. in scholen) Situatieschets
LOGO!-oplossing
In een school wordt de schoolklok aangestuurd met LOGO!. De bel moet op gezette tijden twee seconden lang klinken (aan het begin van de les, bij de pauze en aan het einde van de les).
Met behulp van de in LOGO! geïntegreerde tijdschakelklok worden de tijdstippen vastgelegd voor het begin van de les, de pauzes en het einde van de les. De schoolbel moet bijvoorbeeld van maandag t/m vrijdag om 8.00, 9.45, 10.00, 12.45, 13.30 en 16.30 uur afgaan. Op vrijdag is het einde van de les om 15.30 uur. Een inschakelvertraging zorgt ervoor dat de bel niet langer dan twee seconden klinkt.
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Gebruikte componenten LOGO! 230RC Q1 Bel Voordelen en bijzonderheden Er zijn minder componenten vereist dan in de oude situatie. De belinstallatie kan eenvoudig worden uitgebreid, bijvoorbeeld om de schoolbel tijdens de vakantie te kunnen uitschakelen.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
29
Verwarming/ventilatie/airconditioning Optimale klimaatbeheersing met LOGO! Rainer Kopp heeft dit alles gerealiseerd met behulp van slechts één LOGO! 24R, waarbij gebruik werd gemaakt van de zes basisfuncties van LOGO! en acht speciale functies. In die ene LOGO! 24R zijn de interne blokkeringstijden en het tijdsverloop van de verschillende schakelstappen vastgelegd. Bovendien worden alle benodigde impulsen afgegeven en wordt de vereiste uitlooptijd geregeld.
Diverse malen beter
Ingenieursbureau Kopp in het Duitse Eckental (bij Neurenberg) voegt een extra besturingselement toe aan het klimaatbeheersingssysteem in warenhuizen – met één LOGO!. Om de winkelervaring van klanten in een warenhuis zo plezierig mogelijk te maken, moet de temperatuur daar altijd op een aangenaam niveau liggen. Daarom bevinden zich op de hoogste verdieping van warenhuizen meestal verwarmings- en airconditioningssystemen die zeer regelmatig moeten worden in- en uitgeschakeld. Bij een decentrale regeling vergt dat behoorlijk veel loopwerk van het personeel. Dat kost tijd en daarmee geld, en daarom zoeken veel ondernemingen naar mogelijkheden om een en ander te automatiseren. Dat was ook het doel voor de ruim zestig warenhuizen waarvoor ingenieur Rainer Kopp werkzaam is. Een grote airconditioningsinstallatie moet via een extra besturingselement kunnen worden aangestuurd door het centrale gebouwbeheersysteem. 30 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Situatieschets Op dagen dat het warenhuis open is, moet de airconditionings installatie automatisch een bepaalde tijd vóór opening worden ingeschakeld om naar behoefte te zorgen voor een aangename koelte. ’s Avonds moet de installatie op een instelbare tijd (20 tot 30 minuten) vóór de in het gebouwbeheer-systeem geprogrammeerde sluitingstijd worden uitgeschakeld. Gedurende deze tijd dienen de pompen en de luchtverversing echter gewoon door te werken. Zo wordt de al bereikte koelte optimaal benut zonder energie te verspillen. Bovendien moet de installatie voor servicewerkzaamheden eenvoudig in de basistoestand kunnen worden gezet.
De bij de airconditioningsinstallatie geïnstalleerde LOGO! bleek aanzienlijk zuiniger dan een conventionele oplossing. "Met normale tijdrelais en andere componenten zou de hardware circa tweemaal zoveel hebben gekost en zou het bedraden drie keer zolang hebben geduurd", aldus Rainer Kopp. Hij wijst met name op de aanzienlijk vereenvoudigde levering en beheer van reserveonderdelen. Als ambulant persoon weet Rainer Kopp de flexibiliteit van LOGO! te waarderen. Met een paar logicamodules en een laptop met de LOGO!Soft-software kan hij in noodgevallen ter plaatse veel problemen snel en flexibel oplossen. Ook kan hij al aanwezige LOGO!besturingen eenvoudig opnieuw programmeren om hun functie aan te passen of uit te breiden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Verwarming/ventilatie/airconditioning Besturing van een ventilatiesysteem Situatieschets Met een ventilatiesysteem moet in een ruimte zowel frisse lucht worden toegevoerd als de aanwezige verontreinigde lucht gericht worden afgevoerd. De twee ventilatoren worden elk door een stromingsbeveiliging bewaakt. Op geen enkel moment mag er in de ruimte overdruk ontstaan. De toevoerventilator mag alleen worden ingeschakeld wanneer de stromingsbeveiliging aangeeft dat de afzuigventilator naar behoren functioneert. Een meldlampje dient aan te geven wanneer een ventilator is uitgevallen.
Conventionele oplossing De ventilatoren worden gecontroleerd door middel van stromingsbeveiligingen. Als na een korte wachttijd geen luchtstroom
wordt gemeten, wordt de installatie uitgeschakeld en een storing gemeld. De storingsmelding kan worden bevestigd door op de uitschakeltoets te drukken.
Gebruikte componenten LOGO! 230RC I1 I2 I3
LOGO!-oplossing Voor de ventilatorbewaking is naast een stromingsbeveiliging ook een evaluatieschakeling nodig met diverse schakeltoestellen. De evaluatieschakeling kan door één LOGO! worden vervangen. Via de sensor I1 kan het ventilatiesysteem worden ingeschakeld en via de sensor I2 weer worden uitgeschakeld. Doet zich een storing voor, dan wordt dat via het meldlampje Q3 weergegeven en wordt het ventilatiesysteem uitgeschakeld.
I4
Sensor start (maakcontact) Sensor stop (verbreekcontact) Stromingsbeveiliging (maakcontact) Stromingsbeveiliging (maakcontact)
Q1 Afzuigventilator Q2 Toevoerventilator Q3 Meldlampje
Voordelen en bijzonderheden Er zijn minder componenten vereist dan in de oude situatie. Daardoor is de installatietijd korter en wordt ruimte bespaard in de schakelkast.
L1 S1
Hilfsstromkreis
S0
S2 v>
S3 v>
L1 S0 L1 N
S1
K1 K5
K2
K4
K5
I1 I2 I3 I4 I5 I6
SIEMENS
S2 S2 v>
S3 v> LOGO! 230RC
K1 N
K2 Abluft
K3
K4 Zuluft
H1
K5
Betrieb
H2
Q1
Q2
Q3
Q4
Störung N
K1
K2
H1
H2
Ablüfter Zulüfter
Conventionele oplossing
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
LOGO!-bedrading
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
31
Verwarming/ventilatie/airconditioning Besturing van een ventilatiesysteem (vervolg)
Besturing van een ventilatiesysteem met LOGO!
32 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Gelijkmatige belasting van drie verbruikers Situatieschets Er is met LOGO! een groepsschakeling van drie gelijksoortige verbruikers gerealiseerd. Van deze drie verbruikers moeten er altijd twee in bedrijf zijn. Dit om ervoor te zorgen dat de verschillende verbruikers afwisselend worden in- en uitgeschakeld. Elke verbruiker heeft een alarmuitgang die naar een verzamelalarm voert. Zodra een verbruiker een fout meldt, wordt deze uitgeschakeld. De andere twee verbruikers zijn in bedrijf.
LOGO!-oplossing De belasting van de verbruikers is als volgt gerealiseerd: eerst zijn de verbruikers 1 en 2 (Q1 en Q2) actief, dan de verbruikers 2 en 3 (Q2 en Q3) en ten slotte de verbruikers 1 en 3 (Q1 en Q3). Deze procedure wordt telkens herhaald, te beginnen bij Q1 en Q2. De verbruikers zijn telkens voor de ingestelde tijd in bedrijf (bijv.
3 seconden). De procedure wordt gestart met behulp van een genegeerd zelfvergrendelend relais. Ook bij terugkeer van de spanning komt de installatie zelfstandig op gang (uitgangssituatie). Indien bij verbruiker 1 een storing optreedt, wordt deze verbruiker via de alarmingang I1 uitgeschakeld. Tegelijk wordt de derde verbruiker bijgeschakeld. De storing wordt via het verzamelalarm Q4 gemeld. Zodra de storing is verholpen en de bevestigingstoets I4 is ingedrukt, keert LOGO! terug in de uitgangstoestand en wordt de procedure weer opnieuw gestart, te beginnen met Q1 en Q2. Hetzelfde geldt voor de verbruikers 2 en 3 (foutmelding verbruikers 2 op I2, foutmelding verbruiker 3 op I3).
Gebruikte componenten -
LOGO! 230R
I1
Alarmingang verbruiker 1 (maakcontact)
I2 I3 I4 Q1 Q2 Q3 Q4
Alarmingang verbruiker 2 (maakcontact) Alarmingang verbruiker 3 (maakcontact) Bevestigingstoets alarm (maakcontact) Gebruiker 1 Gebruiker 2 Gebruiker 3 Uitgang en verzamelalarm
Voordelen en bijzonderheden Deze oplossing kan voor allerlei soorten verbruikers worden toegepast. De werkingstijden van de verbruikers kunnen geheel naar eigen inzicht worden gewijzigd. Eenvoudige uitbreiding van de toepassing, bijv. een hoofdschakelaar voor het in- en uitschakelen van de verbruikers. Er zijn minder componenten vereist dan in de oude situatie.
Gelijkmatige belasting van drie verbruikers met LOGO! (1)
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
33
Gelijkmatige belasting van drie verbruikers (vervolg)
Gelijkmatige belasting van drie verbruikers met LOGO! (2)
34 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Fasegestuurde verwarmingsketels Situatieschets LOGO! moet ervoor zorgen dat vier gasverwarmingsketels niet tegelijk kunnen aanslaan. De aansturing van de ketels wordt vrijgegeven via een master-thermostaat.
LOGO!-oplossing Elk van de vier verwarmingsketels heeft twee verwarmingsstanden. Aan elke stand is een uitgang toegewezen (Q1 t/m Q8). De master-thermostaat is aangesloten op I1. Met behulp van de thermostaat kan worden ingesteld bij welke temperatuur de verwarmingsketels moeten worden inof uitgeschakeld. Daalt de temperatuur onder 70°C, dan wordt via I1 de eerste verwarmingsstand van ketel 1 (Q1) gestart.
Na vijf minuten wordt stand 2 van dezelfde ketel (Q2) gestart. Zolang de eindtemperatuur nog niet bereikt is, wordt er om de vijf minuten een verwarmingsstand bijgeschakeld (Q3 t/m Q8). Zodra de eindtemperatuur van 80°C bereikt is, worden de ketels één voor één uitgeschakeld, te beginnen bij verwarmingsstand 1 en 2 van ketel 1, na vijf minuten ketel 2, enz. Na afkoeling volgt er een herstart, te beginnen met Q1.
Gebruikte componenten - LOGO! 230RL - I1 - Q1 - Q2 - Q3 - Q4 - Q5 - Q6 - Q7 - Q8
master-thermostaat verwarmingsstand 1 ketel 1 verwarmingsstand 2 ketel 1 verwarmingsstand 1 ketel 2 verwarmingsstand 2 ketel 2 verwarmingsstand 1 ketel 3 verwarmingsstand 2 ketel 3 verwarmingsstand 1 ketel 4 verwarmingsstand 2 ketel 4
Voordelen en bijzonderheden De tijden kunnen eenvoudig worden aangepast aan het vermogen en het bedrijf van de ketel. Eenvoudige wijziging of aanpassing van bestaande installaties. Er zijn minder componenten vereist dan bij conventionele oplossingen.
Fasegestuurde verwarmingsketels met LOGO! (1)
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
35
Fasegestuurde verwarmingsketels (vervolg)
Fasegestuurde verwarmingsketels met LOGO! (2)
36 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Verwarming/ventilatie/airconditioning Ventilatieregeling Situatieschets LOGO! moet het verwarmings- en ventilatiesysteem in een kantoor of winkel aansturen. Dat moet afhankelijk van de tijd en dag gebeuren. Er zijn twee ventilatoren, één voor luchttoevoer en één voor luchtafzuiging. Daarnaast moet het voor medewerkers mogelijk zijn de bedrijfstijd van het systeem met twee uur te verlengen. Wanneer het in het kantoor of de winkel te koud wordt, moet de verwarming natuurlijk ook aangaan. Dit wordt door een interne thermostaat gesignaleerd. Bovendien wordt gebruikgemaakt van verschillende alarmmeldingen.
LOGO!-oplossing De toevoerventilator op Q3 en de afzuigventilator/verwarming op Q4 draaien tijdens werkuren van 8.00 tot 18.00 uur (maandag t/m donderdag), van 8.00 tot 21.00 uur op vrijdag, en van 8.00 tot 17.00 uur op zaterdag. Alle apparaten worden via het OF-blok B05 gestart. Bovendien werken ze wanneer de
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
thermostaat I2 wordt geactiveerd of wanneer de bedrijfstijd via de schakelaar op I1 is verlengd. De verlengingstijd wordt aangegeven via meldlampje Q1. Zijn de voorwaarden voor de werking van de ventilatoren niet meer van toepassing, dan schakelt de afzuigventilator/verwarming uit en draait de toevoerventilator nog tien minuten door. Alle storingsmeldingen worden via een meldlampje op Q2 aangegeven. De volgende storingsmeldingen worden gegenereerd: I3 voor overslag, I4 voor oververhitting, I5 en I6 voor verontreinigde filters. Alle ingangen (m.u.v. I4) hebben een inschakelvertraging om ongewenste storingsmeldingen te voorkomen. De tijden kunnen naar wens worden aangepast.
Gebruikte componenten Bijv. LOGO! 230RC (0BA0) I1 I2 I3 I4 I5 I6
Schakelaar voor verlengingstijd (maakcontact) Thermostaat (maakcontact) Overslag (maakcontact) Oververhitting (maakcontact) Filter (maakcontact) Filter (maakcontact)
Q1 Q2 Q3 Q4
Display verlengde bedrijfstijd Display storingsmeldingen Toevoerventilator Afzuigventilator en verwarming
Voordelen en bijzonderheden Deze oplossing is ruim 10% goedkoper dan de vorige oplossing op basis van magneetschakelaars en tijdrelais. Bovendien kon, zonder de kosten te verhogen, de toepassing nog worden uitgebreid met extra tijdrelais om ongewenste storingsmeldingen uit te sluiten. Daarnaast vielen de installatie- en orderkosten lager uit.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
37
Verwarming/ventilatie/airconditioning Ventilatieregeling (vervolg)
Ventilatorregeling met LOGO!
38 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Trapschakelaar (bijv. voor ventilatoren) Situatieschets Met LOGO! moeten vier vermogensstanden van een ventilator trapsgewijs worden omgeschakeld.
LOGO!-oplossing Via toets I1 wordt de ventilator in stand 1 gestart. Telkens als de toets wordt ingedrukt, schakelt de ventilator één stand hoger. Dit is maximaal vier keer mogelijk (Q1, Q2, Q3, en Q4). Deze vierstandenschakelaar is gerealiseerd met behulp van de geïntegreerde teller. Al naargelang het aantal keren dat toets I1 is ingedrukt, wordt het desbetreffende relais vrijgegeven (|1
twee keer ingedrukt -> actief). Om ervoor te zorgen dat er niet meer dan één relais wordt aangestuurd, neemt de omschakeling tussen de afzonderlijke relais twee seconden in beslag. Met toets I2 kan de ventilator telkens een stand worden teruggeschakeld.
Gebruikte componenten Bijv. LOGO! 230R I1 Toets hoog (maakcontact) I2 Toets laag (maakcontact)) Q1 Relais stand 1 Q2 Relais stand 2 Q3 Relais stand 3
Q4 Relais stand 4
Voordelen en bijzonderheden Het aantal standen van de trapschakelaar kan geheel naar eigen inzicht worden gewijzigd (2, 3 of 4 standen). De trapschakelaar is gemakkelijk uitbreidbaar. Zo kan de ventilator bijvoorbeeld direct worden uitgeschakeld, wanneer toets I2 langer wordt ingedrukt. De wachttijd voor het omschakelen kan eenvoudig worden gewijzigd. Er zijn minder componenten vereist dan in de oude situatie.
Trapschakelaar (bijv. voor ventilatoren) met LOGO!
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
39
Trapschakelaar (bijv. voor ventilatoren) (vervolg)
Trapschakelaar (bijv. voor ventilatoren) met LOGO! (2)
40 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Bewaking van de gebruiksduur (bijv. in solarsystemen) Situatieschets LOGO! moet ervoor zorgen dat verbruikers slechts gedurende een bepaalde tijd kunnen worden ingeschakeld. Wordt de vooraf ingestelde periode overschreden, dan schakelt LOGO! de verbruikers automatisch uit. Dat is bijvoorbeeld handig bij solarsystemen, omdat op die manier een volledige ontlading kan worden voorkomen.
LOGO!-oplossing LOGO! controleert de inschakelduur van de aangesloten verbruikers. Per verbruiker kunnen verschillende inschakeltijden worden gedefinieerd. Aan elke uitgang is één ingang toegewezen. Wordt dus de schakelaar op Q1 geactiveerd, dan wordt de daarop aangesloten verbruiker direct ingeschakeld. Binnen de vooraf ingestelde periode kan de verbruiker naar behoefte worden in- en uitgeschakeld. Wordt de inschakelduur echter overschreden, dan schakelt LOGO! deze verbruiker automatisch uit. De overige in- en uitgangen (I2, I3 en Q2, Q3) zijn op dezelfde wijze aan elkaar gekoppeld.
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
De vrijgave verloopt als volgt: via de in LOGO! geïntegreerde teller wordt de actuele inschakeltijd vastgesteld aan de hand van de impulsen die de teller van minuut tot minuut van een pulsgever ontvangt. Op die manier kunnen de verstreken minuten worden geteld. De vooraf ingestelde grenswaarde komt overeen met de maximale inschakelduur (bijv. 120 = 120 minuten voor Q1). Zodra deze telwaarde is bereikt, wordt de verbruiker uitgeschakeld. De verbruiker blijft vervolgens geblokkeerd tot deze via de tijdschakelklok weer wordt vrijgegeven (bijv. elke dag om 6.00 uur). Om aan te geven dat de maximale inschakeltijd bijna is verstreken, is op uitgang Q4 een extra LED aangesloten, die 15 minuten vóór afloop begint te knipperen.
Gebruikte componenten I1 I2 I3 Q1 Q2 Q3 Q4
LOGO! 12RC Schakelaar voor verbruiker 1 (maakcontact) Schakelaar voor verbruiker 2 (maakcontact) Schakelaar voor verbruiker 3 (maakcontact) Verbruiker 1 Verbruiker 2 Verbruiker 3 Signaleringslampje
Voordelen en bijzonderheden Doordat de verbruikers automatisch worden uitgeschakeld, worden de accu's beschermd tegen volledige ontlading. Er zijn minder componenten vereist dan bij conventionele oplossingen. De inschakeltijden kunnen eenvoudig worden gewijzigd en aangepast aan een specifieke s ituatie. Het vrijgavetijdstip kan voor elke verbruiker naar eigen inzicht worden gewijzigd, bijv. slechts één keer per week. Verder kan via de tijdschakelklok de actieve werking van de verbruikers worden beperkt tot bepaalde tijden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
41
Bewaking van de gebruiksduur (bijv. in solarsystemen) (vervolg)
Bewaking van de gebruiksduur (bijv. in solarsystemen) met LOGO! (1)
Bewaking van de gebruiksduur (bijv. in solarsystemen) met LOGO! (2) 42 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Notities
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
43
Transportinstallaties Besturing van transportbanden met LOGO!Long Geïmpregneerd en gemoderniseerd
In de textielindustrie Mark Marmer is chef bij Signature Electric Ltd., een elektrotechnisch bureau in Willowdale in de Canadese provincie Ontario. Sinds hij bij een elektragroothandel in aanraking kwam met LOGO! en deze met succes heeft toegepast bij een impregneerinstallatie voor textiel, neemt hij bij elke serviceoproep bij klanten de logicamodule mee. Met de kant-enklare functies zijn immers ook in Canada tijd en geld te besparen
44 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Mark Marmer is als elektrotechnicus verantwoordelijk voor een dergelijke impregneerinstallatie. Daarop worden eerst de textielbalen afgerold. Vervolgens wordt het textiel via de transportband door het impregneringsbad gevoerd en op verwarmde transportbanden gedroogd.
Mark moderniseerde de aansturing van de transport- en verwarmingsbanden met één LOGO!Long in plaats van acht tijdrelais en een tijdschakelklok. Daarbij bespaarde hij maar liefst eenderde aan kosten t.o.v. de traditionele techniek. De besturing moest garanderen dat de transportbanden van de installatie automatisch en langzaam op gang komen om een al te grote aanloopstroom bij de start te voorkomen. Bovendien wilde de klant dat de transportbanden gecoördineerd werden gestart en gestopt. Een typisch geval voor LOGO! De logicamodule start de installatie automatisch als eerste en schakelt de ventilator in. Een kwartier later brengt LOGO! de vier verwarmingsbanden één voor één langzaam op gang, met tussenpozen van vijf minuten. Pas 3½ uur later – zolang duurt de opwarmfase van de verwarmingsbanden – brengt de besturing de drie transportbanden op gang, wederom met tussenpozen van vijf minuten. Deze transportbanden voeren het textiel door het impregneringsbad. Aan het einde van de dag worden de transportbanden van de installatie via een UITschakelaar afgezet. De ventilators blijven dan nog een uur in bedrijf voordat ze door LOGO! worden uitgeschakeld. Het zal geen verbazing wekken dat LOGO! ook qua bedieningsgemak en kostenbesparing de norm bepaalt.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Transportbanden Situatieschets Met LOGO! moeten drie transportbanden worden bestuurd. De machine die voor de transportbanden is geschakeld, plaatst om de 30 seconden onderdelen op de band. Het transport zelf duurt circa één minuut. Omdat de voorgeschakelde machine een groot aantal ‘dode’ momenten kan hebben, moeten de transportbanden afhankelijk van de situatie of er al dan niet onderdelen te transporteren zijn, automatisch kunnen worden gestart of stopgezet.
Gebruikte componenten I1 I2 I3 I4 I5
I6
LOGO!-oplossing De machine wordt met de AAN-toets I2 ingeschakeld en met de UIT-toets I1 weer uitgeschakeld. De drie transportbanden worden elk door één motor aangedreven (Q1, Q2, Q3). Drie naderingsschakelaars detecteren de onderdelen die zich op de desbetreffende transportbanden bevinden (I4, I5 en I6). Een vierde naderingsschakelaar aan I3 detecteert de onderdelen aan het begin van band 1 (onderdelen afkomstig van de vooringeschakelde machine). Wanneer de AAN-toets is ingedrukt en er onderdelen moeten worden getransporteerd, worden de banden achter elkaar in beweging gezet (eerst band 1, vervolgens band 2 en ten slotte band 3). Als het langer duurt dan één minuut voor er een nieuw onderdeel verschijnt, worden de banden achter elkaar in beweging gezet (eerst band 1, vervolgens band 2 en ten slotte band 3). Indien de machine langer dan 100 seconden geen onderdelen aanlevert voor de transportband, volgt er een wachttijd van 15 minuten, die via een lampje op Q4 wordt gesignaleerd.
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Q1 Q2 Q3 Q4
LOGO! 24R UIT-toets (maakcontact) AAN-toets (maakcontact) Sensor voor de detectie van onderdelen van voorgeschakelde machine (maakcontact) Sensor voor detectie van onderdelen op band 1 (maakcontact) Sensor voor detectie van onderdelen op band 2 (maakcontact) Sensor voor detectie van onderdelen op band 3 (maakcontact) Band 1 Band 2 Band 3 Signaleringslampje
Voordelen en bijzonderheden Andere omschakeltijden kunnen geheel naar eigen inzicht worden ingesteld. Eenvoudige aanpassing van aanwezige installaties. Alle sensoren worden rechtstreeks op LOGO! aangesloten. Er zijn minder componenten vereist dan in de oude situatie.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
45
Transportbanden (vervolg)
Besturing van transsportband met LOGO! (1)
46 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Besturing van transportband met LOGO! (2)
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
47
Besturing van een hefbrug Situatieschets Een hefbrug wordt bestuurd met behulp van LOGO!. Voor de bewaking van de hefbrug zijn verschillende parallel geschakelde sensoren (bijv. ultrasone sensoren) aangebracht.
LOGO!-oplossing De hefbrug kan met behulp van een drukknop naar boven en naar beneden worden bewogen. Daartoe is op I1 de knop "Brug omhoog" en op I3 de knop "Brug omlaag" aangesloten. In beide gevallen wordt de eindpositie herkend door een eindschakelaar: één op I2 voor de hoogste stand en één op I4 voor de laagste stand. Is een eindpositie eenmaal bereikt, dan kan alleen nog in de andere richting worden bewogen. De bewegingsrichting wordt bepaald door de drukknop op I1 dan wel I3. Via de stoptoets I7 kan de brug tijdelijk worden stopgezet.
De ultrasone sensoren die de hefbrug bewaken, zijn aangesloten op I5. Detecteren de sensoren een belemmering, dan wordt de hefbrug stopgezet. De brug kan echter handmatig weer in beweging worden gezet als de richtingsknop langer dan twee seconden wordt ingedrukt. Indien nooduitschakeltoets I7 wordt ingedrukt, houdt de brug onmiddellijk halt en deze kan dan ook met de richtingsknop niet meer in beweging worden gezet. Daarvoor moet de nooduitschakeling eerst weer opgeheven worden. Om beter te kunnen zien of de hefbrug in beweging is, is er op Q3 een waarschuwingslampje aangesloten. Dit lampje knippert zolang de brug in beweging is.
Gebruikte componenten Bijv. LOGO! 230RL I1 Knop "Brug omhoog" (maakcontact) I2 Eindschakelaar boven (maakcontact) I3 Knop "Brug omlaag" (maakcontact) I4 Eindschakelaar beneden (maakcontact) I5 Sensoren (verbreekcontact) I6 Stoptoets (maakcontact) I7 Nooduitschakeltoets (maakcontact) Q1 Brug naar boven Q2 Brug naar beneden Q3 Waarschuwingslampje
Voordelen en bijzonderheden De vertragingstijden kunnen op eenvoudige wijze aan de actuele situatie worden aangepast. De installatie kan gemakkelijk worden uitgebreid of gewijzigd zonder dat daarvoor extra componenten vereist zijn. Er zijn minder componenten vereist dan bij conventionele oplossingen.
Besturing van een hefbrug met LOGO! (1)
48 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Besturing van een hefbrug (vervolg)
Besturing van een hefbrug met LOGO! (2)
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
49
Aansturen van verwarmings- en transportbanden in textielindustrie Situatieschets LOGO! wordt gebruikt bij het impregneren van textiel. Daartoe worden textielbalen eerst afgerold. Vervolgens krijgt het textiel een impregneringsbad en wordt het op een verwarmde transportband gedroogd. LOGO! zorgt voor de automatische aansturing van de transportbanden voor het impregneren en drogen.
LOGO!-oplossing Het impregneringsproces wordt automatisch gestart via de in LOGO! geïntegreerde tijdschakelklok. Elke werkdag worden om 03.00 uur de ventilatoren op Q1 gestart. Na 15 minuten komt de eerste verwarmingsband Q2 op gang. Telkens vijf minuten later volgen de overige banden op Q3, Q4 en Q5. Omdat de verwarmingsbanden veel tijd nodig hebben om op temperatuur te komen, worden deze als eerste gestart. Pas na 3,5 uur begint de
eerste transportband voor het impregneringsbad te lopen, en de tweede en derde op Q7 en Q8 telkens vijf minuten later. Als alle transportbanden in beweging zijn, wordt het textiel via de transportband door het impregneringsbad gevoerd en daarna op de verwarmingsbanden gedroogd. Als dit proces ten einde is, kunnen via knop I1 de transportbanden voor het verwarmen en impregneren direct worden stopgezet. De ventilatoren blijven nog één uur in bedrijf.
Gebruikte componenten Bijv. LOGO! 230RL I1 Uitschakelknop (maakcontact) Q1 Q2 Q3 Q4 Q5
Ventilatoren Verwarmingsband 1 Verwarmingsband 2 Verwarmingsband 3 Verwarmingsband 4
Q6 Transportband 1 voor het impregneren Q7 Transportband 2 voor het impregneren Q8 Transportband 3 voor het impregneren
Voordelen en bijzonderheden LOGO! zorgt ervoor dat de banden langzaam en automatisch op gang komen. Dit voorkomt een te grote ingangsstroom. De transportbanden worden gecoördineerd gestart en gestopt. Door de geïntegreerde tijdschakelklok kunnen de verwarmingsbanden al vóór werktijd op temperatuur worden gebracht. De vertragingstijden laten zich gemakkelijk wijzigen. Er zijn minder componenten vereist dan bij conventionele oplossingen.
Impregneren van textiel, aansturen van verwarmings- en transportbanden met LOGO! (1)
50 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Aansturen van verwarmings- en transportbanden in textielindustrie (vervolg)
Impregneren van textiel, aansturen van verwarmings- en transportbanden met LOGO! (2)
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
51
Notities
52 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Machinebesturingen Kostenbesparing voor terugspoelfilters Dit terugspoelproces wordt met vaste tussenpozen uitgevoerd, maar daarnaast ook bij een bepaalde vervuilingsgraad van het filtergaas. Dit wordt bepaald door een op LOGO! aangesloten verschildrukschakelaar die wordt geactiveerd bij ca. 0,7 bar drukverschil.
Minder apparatuur, eenvoudigere besturing Voor de automatische besturing van de AKO-terugspoelfilters zijn slechts enkele eenvoudige functies vereist. Tot nu toe waren er in de praktijk echter allerlei variaties op de aansturing van deze magneetschakeltechniek. Daarom moest men diverse schakelkasten met allerlei verschillende standaardfuncties beschikbaar hebben. Dit ging onvermijdelijk gepaard met hoge financiële kosten en langere levertijden. Dankzij de innovatieve logicamodule LOGO! van Siemens is het nu mogelijk de diverse combinaties van schakelapparatuur te vervangen door één voordelig standaardproduct om zo een standaardbesturing te creëren. Bij de kostenberekening van een product houdt men rekening met een groot aantal factoren, waaronder de afschrijving en levering van schakelapparatuur in alle soorten en maten, de opslag van diverse schakelkasten, alsmede de planning en productie van allerlei besturingen. Machinefabriek August G. Koch combineerde bij haar terugspoelfilters de standaardbesturingen tot één hardware-eenheid in de vorm van de logicamodule LOGO!, en realiseerde daarmee een aanzienlijke kostenbesparing. Deze machinefabriek in het Noord-Duitse Kiel produceert vloeistoffilters. Het productenaanbod is veelomvattend en loopt van eenvoudige filters via omschakelbare filters tot volautomatische terugspoelfilters. De producten worden in alle industrietakken en de scheepvaart over de hele wereld toegepast vanwege hun hoge technische kwaliteit en de enorme bedrijfszekerheid en betrouwbaarheid.
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Terugspoeling met intervalschakeling De volautomatische AKOterugspoelfilters hebben een inzetstuk dat is voorzien van een filterelement van de gewenste fijnheid. Dit filterelement houdt de verontreinigingen van de gewenste diameter tegen. Voor het reinigen van het filter start een instelbare intervalbesturing met LOGO! volledig automatisch het terugspoelproces. Daarbij wordt een aandrijfmotor ingeschakeld en een spoelklep geopend. De aandrijfmotor stuurt de nozzle aan. Door het drukverschil tussen de bedrijfsdruk aan de buitenkant van het filter en de atmosferische druk in de spoelpijp stroomt de gefilterde vloeistof met grote snelheid terug door het filtergaas. Hierdoor laten de verontreinigingen in het filtergaas los en ze worden via een spoelklep en de aangesloten spoelpijp afgevoerd.
Flexibiliteit inbegrepen: Standaardbesturing met LOGO!.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
53
Machinebesturingen Besturing van een afwikkelhaspel Situatieschets
LOGO!-oplossing
Gebruikte componenten
Via een afwikkelhaspel worden opgerolde blikstroken (coils) naar een stansmachine gevoerd. Daarbij mogen de blikstroken niet doorhangen en mag een vooraf gedefinieerde maximale spanning niet worden overschreden. Wanneer het blik te strak gespannen wordt, moet de stansmachine worden afgeschakeld.
Met LOGO! kan de schakeling aanzienlijk worden vereenvoudigd. Alleen de schakelaars, het meldlampje en de magneetschakelaar voor de haspel hoeven te worden aangesloten. Staat schakelaar S1 op handmatig (I1), dan kan de haspel (Q1) via knop I3 worden ingeschakeld. Staat deze schakelaar op automatisch (I1), dan wordt de haspel automatisch aangestuurd. Via I4 kan de stansmachine weer worden uitgeschakeld. Wanneer op I6 wordt geconstateerd dat er geen blikstrook meer is, dan wordt de haspel ook uitgeschakeld. Het meldlampje Q2 geeft aan of er sprake is van automatisch bedrijf.
LOGO! 24RC
Conventionele oplossing Sleutelschakelaar S1 bepaalt of de haspel handmatig dan wel automatisch werkt. Met knop S2 kan de motor van de haspel handmatig worden ingeschakeld. Schakelaars S4 en S5 bewaken de spanning van het blik en schakelen de motor van de haspel in en uit. Schakelaar S3 schakelt de stansmachine uit indien het blik te strak gespannen is.
I1 I2 I3 I4 I5 I6
Handmatig bedrijf (maakcontact) Automatisch bedrijf (maakcontact) Sensor handmatig bedrijf (maakcontact) Schakelaar stansmachine uit (verbreekcontact) Schakelaar strook te strak (maakcontact) Schakelaar geen strook aanwezig (maakcontact)
Q1 Haspelaandrijving Q2 Meldlampje automatisch bedrijf Q3 Vrijgavecontact stansmachine
Voordelen en bijzonderheden Er zijn minder componenten vereist dan in de oude situatie. Daardoor zijn de bedradings- en installatietijd korter en wordt ruimte bespaard in de schakelkast.
L+
S1
K2
S1
K2
S4
S2
K1
K1
Haspelantrieb
S4
S5
I1 I2 I3 I4 I5 I6
S3 K2
K3
S3
S5
L+ M K4
S2
K2
H1 Automatik
K3 Band straff
Freigabe Stanze
SIEMENS
K4 Band lose
LOGO! 24R Q1
K1
Q2
Q3
Q4
Freigabe Stanze
H1
M Haspel
Conventionele oplossing
54 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Automatik ein
LOGO!-bedrading
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Machinebesturingen Besturing van een afwikkelhaspel (vervolg)
Besturing van een afwikkelhaspel met LOGO!
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
55
Besturing van een buigmachine Situatieschets Met LOGO! moet het proces van buiging van uitlaatpijpen worden bestuurd. Dit proces wordt pas in gang gezet wanneer zowel de pijp als het aansluitstuk aanwezig zijn. Als een onderdeel defect is of niet aanwezig is, wordt dit met een lampje gesignaleerd.
LOGO!-oplossing Via naderingsschakelaar I1 wordt vastgesteld of er een pijp aanwezig is (hiertoe is een vertraging van één seconde ingesteld). Daarna wordt de pijp via magneetventiel Q1 gepositioneerd. Als ook het
aansluitstuk aanwezig is (sensor I2), wordt de pijp losgelaten en het buigproces door een reset van het vrijgaverelais Q2 (Q2 = 0) in gang gezet. De vrijgaveprocedure neemt maximaal vijf seconden in beslag. Dit is de uiterste limiet voor de vrijgave. Wordt binnen deze vijf seconden geen pijp gedetecteerd, dan wordt de vrijgave voor het buigen ingetrokken door het instellen van het vrijgaverelais (Q2 = 1).
Gebruikte componenten
I1 I2 I3
Sensor “pijp aanwezig” (maakcontact) Sensor “aansluitstuk aanwezig” (maakcontact) Bevestigingstoets voor fouten (maakcontact)
Q1 Magneetventiel voor spancilinder Q2 Vrijgaverelais Q3 Lampje voor de foutsignalering
Voordelen en bijzonderheden De toepassing kan eenvoudig worden uitgebreid, bijv. voor extra indicaties. Er zijn minder componenten vereist dan in de oude situatie.
Bijv. LOGO! 24R
Besturing van een buigmachine met LOGO!
56 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Besturing van een zuivelverwerkingsinstallatie Situatieschets Er moet met LOGO! een zuivelverwerkingsinstallatie in een melkcentrale worden bestuurd. Via een bedrijfsschakelaar kan automatisch of direct bedrijf worden gekozen. Storingen worden via een storingslampje en een akoestische alarmering gesignaleerd.
LOGO!-oplossing Als de bedrijfsschakelaar op “Automatisch” (I1), staat, start de installatie (Q1) onmiddellijk. Automatisch bedrijf betekent dat de installatie volgens vooraf ingestelde intervallen in- en uitschakelt (vijf seconden aan, tien seconden pauze). De installatie loopt met deze intervallen tot de bedrijfsschakelaar weer op stand 0 wordt gezet. Bij direct bedrijf (I2 stand “Direct”) loopt de installatie zonder onderbreking. Bij activering van de motorbeveiligingsschakelaar (I3) worden het storingslampje (Q2) en de akoestische alarmering (Q3) geactiveerd. De intervallen van de akoestische alarmering staan met een pulsgever ingesteld op drie seconden.
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Via de resettoets I4 kan het akoestische alarmsignaal worden onderbroken. Zodra de storing verholpen is, worden de optische en akoestische signalering gereset. Met de toets "Alarmcontrole” I5 kan zowel de optische als de akoestische alarmsignalering worden gecontroleerd.
Gebruikte componenten Bijv. LOGO! I1 Bedrijfsschakelaar stand "Automatisch” (maakcontact) I2 Bedrijfsschakelaar stand “Direct” (maakcontact) I3 Alarmcontact motorbeveiligingsschakelaar (maakcontact) I4 Resettoets akoestisch alarm (maakcontact) I5 Toets voor functiecontrole alarm (maakcontact) Q1 [Installatie] Q2 Storingslampje Q3 Akoestisch alarm
Voordelen en bijzonderheden De intervallen kunnen geheel naar eigen inzicht worden gewijzigd. Er zijn minder componenten vereist dan in de oude situatie.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
57
Procesbesturing voor kabellasmachines Situatieschets Het arbeidsproces aan kabellasmachines moet strikt worden aangehouden. De besturing verloopt alleen via een voetschakelaar. Bij een verkeerde bediening wordt de cyclus direct afgebroken en moet men weer opnieuw beginnen.
LOGO!-oplossing De lasprocedure wordt in gang gezet via voetschakelaar I1. Fouten of vertragingen in de bediening moeten worden uitgesloten. Zodra de voetschakelaar wordt ingedrukt, wordt het uiteinde van de kabel gepositioneerd. Binnen drie seconden moet de voetschakelaar opnieuw worden ingedrukt om de kabel vast te zetten (ventiel Q2). Het tijdbestek van drie seconden wordt via een
signaleringslampje op Q1 weergegeven. Indien de voetschakelaar binnen deze drie seconden opnieuw wordt ingedrukt, begint het lasproces. Wordt de voetschakelaar nogmaals ingedrukt, dan wordt de kabel losgelaten en doorgetrokken (ventiel Q3). Indien de voetschakelaar niet binnen drie seconden opnieuw wordt ingedrukt, geeft het spanventiel de kabel direct weer vrij en wordt er niet gelast. De procedure moet dan opnieuw worden gestart.
Q1 Optische signalering van de voorkiestijd (3 sec.) Q2 Ventiel voor het spannen van de kabel Q3 Ventiel voor het vrijgeven van de kabel
Voordelen en bijzonderheden De voorkiestijd kan op elk gewenst moment aan de omstandigheden worden aangepast. De schakeling waar vroeger een groot aantal componenten voor nodig was, kan met LOGO! ruimtebesparend en voordelig worden gerealiseerd.
Gebruikte componenten LOGO! 24R I1
Voetschakelaar (maakcontact)
Procesbesturing voor grotere kabellasmachines met LOGO!
58 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Besturing van meerdere pompen met centrale bediening en monitoring Situatieschets Met LOGO! als AS-interface-slave moeten verschillende pompstellen worden aangestuurd. De bediening en monitoring in de centrale regelkamer worden overgenomen door een SIMATIC S7-200 als AS-interfacemaster met aangesloten TD 200 voor de weergave van meldingen per pompstel.
LOGO!-oplossing (voor een pompstel) LOGO! bestuurt beide pompen rechtstreeks of handmatig via de ASinterfacebus. Op uitgang Q1 is een LOGO!Contact voor het schakelen van pomp 1 aangesloten, en op uitgang Q2 een ander LOGO!Contact voor pomp 2. Handmatig/automatisch in- en uitschakelen: De schakelaar is in de centrale regelkamer op de S7-200 aangesloten. Via de AS-interfacebus wordt de schakelstand aan LOGO! doorgegeven (AS-i ingang Ia1). Is de schakelaar op automatische bediening ingesteld, dan worden de pompen aangestuurd afhankelijk van de desbetreffende vulstand (zie hieronder). Is de schakelaar op handmatige bediening ingesteld, dan kan elke pomp zowel vanuit de centrale regelkamer als direct ter plaatse worden in- en uitgeschakeld. De statusgegevens van de schakelaars die zich in de centrale regelkamer bevinden, worden via de ASinterfacebus naar de slaves gestuurd en daar als Ia2 voor pomp 1 en Ia3 voor pomp 2 gelezen. De schakelaars ter plaatse zijn direct op LOGO! aangesloten: de schakelaar voor pomp 1 op I1 en voor pomp 2 op I2.
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Vulstand 1: De vlotterschakelaar voor vulstand 1 is aangesloten op I5. Zodra deze wordt geactiveerd, zijn de pompen afwisselend telkens vijf minuten lang in bedrijf. Vulstand 2: De vlotterschakelaar voor vulstand 2 is op I6 aangesloten. Zodra deze wordt geactiveerd, zijn beide pompen tegelijk acht minuten lang in bedrijf, met een onderbreking van twee minuten. Vulstand 3: De vlotterschakelaar voor vulstand 3 is aangesloten op I7. Zodra deze wordt geactiveerd, lopen beide pompen in continubedrijf. LED-indicaties: Op de uitgangen Q3 t/m Q5 worden LED's aangesloten om de vulstand aan te geven (Q3 voor vulstand 1, Q4 voor vulstand 2 en Q5 voor vulstand 3). De LED's op de uitgangen Q6 en Q7 geven aan of de pompen in bedrijf zijn of niet. Storingen: Storingen worden via de verbreekcontacten van het desbetreffende LOGO!Contact opgevraagd. De terugmelding komt via de ingangen I3 en I4. Doet zich een storing voor op het moment dat de pomp actief moet zijn, dan knippert de bijbehorende LED op uitgang Q6 dan wel Q7. Terugmeldingen: Via de AS-i-uitgangen wordt een terugmelding gegeven aan de S7-200 (master). Teruggemeld worden storingen aan pomp 1 (Qa1), storingen aan pomp 2 (Qa2) en vulstand 3 (Qa3). De terugmeldingen kunnen dan verder worden verwerkt, bijv. uitvoer van meldingsteksten naar de TD 200 of knipperende LED's in de centrale regelkamer.
Gebruikte componenten - LOGO! 24RLB11 I1 Handm. pomp 1 (maakcontact) I2 Handm. pomp 2 (maakcontact) I3 Terugmelding pomp 1 (verbreekcontact) I4 Terugmelding pomp 2 (verbreekcontact) I5 Vlottersch. vulstand 1 (maakcontact) I6 Vlottersch. vulstand 2 (maakcontact) I7 Vlottersch. vulstand 3 (maakcontact) Ia1 Handm./autom. schakelaar regelkamer Ia2 Handm. pomp 1 regelkamer Ia3 Handm. pomp 2 regelkamer Q1 LOGO!Contact pomp 1 (verbreekcontact) Q2 LOGO!Contact pomp 2 (verbreekcontact) Q3 Indicatie vulstand 1 Q4 Indicatie vulstand 2 Q5 Indicatie vulstand 3 Q6 Indicatie pomp 1 Q7 Indicatie pomp 2 Qa1 Storing pomp 1 Qa2 Storing pomp 2 Qa3 Overloop (vulstand 3)
Voordelen en bijzonderheden De installatie kan op eenvoudige wijze met meer pompstellen of andere aggregaten worden uitgebreid. Bij een busstoring of uitval van de centrale besturing, blijft LOGO! gewoon de pompen aansturen. Dit zorgt voor een grotere bedrijfszekerheid. LOGO! als AS-interface-slave betekent decentrale intelligentie direct bij de pompen zelf. Deze kunnen zo met de hand worden aangestuurd (bijv. voor testdoeleinden). Er kunnen standaard-stelorganen en -sensoren worden gebruikt. De looptijden voor de pompen kunnen eenvoudig worden aangepast en gewijzigd. Er zijn minder componenten vereist dan bij conventionele oplossingen.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
59
Besturing van meerdere pompen met centrale bediening en monitoring (vervolg)
Besturing van meerdere pompen met centrale bediening en monitoring met LOGO! (1)
Besturing van meerdere pompen met centrale bediening en monitoring met LOGO! (2) 60 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Besturing van meerdere pompen met centrale bediening en monitoring (vervolg)
Besturing van meerdere pompen met centrale bediening en monitoring met LOGO! (3)
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
61
Snijmachine (bijv. voor lonten) Situatieschets Met LOGO! is een snijwerktuig gerealiseerd voor het afsnijden van vuurwerklonten. Veiligheidslonten van 5 meter lang moeten zo snel mogelijk in korte stukjes worden gesneden. Daartoe moet de lont over een bepaald traject naar de snijpositie worden getransporteerd. Zodra een vooraf ingesteld aantal lonten is afgesneden, wordt het proces automatisch stopgezet.
LOGO!-oplossing Het transporteren en afsnijden van de lont gebeurt met behulp van cilinders, die daarbij naar buiten komen. Op Q2 is een magneetventiel aangesloten dat ervoor zorgt dat de cilinders weer in hun uitgangspositie terugkeren. Om te starten moet de startknop op I17 worden ingedrukt. Vervolgens wordt het magneetventiel Q2 aangestuurd en keren de cilinders weer terug in hun uitgangspositie. De terugmelding dat de cilinder zich voor het transport in de uitgangspositie bevindt, wordt gegeven via de inductieschakelaar op I3. Is deze geactiveerd, dan wordt de cilinder voor het transport op Q3 aangestuurd. De cilinder komt naar buiten en transporteert de complete lont. Het traject waarover de lont wordt getransporteerd, wordt bepaald door het bereik van de cilinder bij het naar
62 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
buiten komen. Wanneer de eindpositie wordt bereikt, wordt de inductieschakelaar I4 "cilinder transporteren uit“ geactiveerd. Nu wordt de cilinder Q4 voor het afsnijden aangestuurd. Deze komt naar buiten en snijdt de lont af. Heeft deze de eindpositie bereikt, dan wordt dit via de inductieschakelaar I5 "cilinder afsnijden uit“ teruggemeld. Vervolgens worden Q3 en Q4 weer teruggezet, waarna het snijproces opnieuw wordt gestart. Via de in LOGO! geïntegreerde teller kan het aantal snijprocessen worden bijgehouden. Telkens wanneer een lont wordt afgesneden, wordt de waarde op de teller met één verhoogd. Zodra het vooringestelde aantal van 80 is bereikt, stopt de snijcyclus. Dit wordt aangegeven met behulp van een oplichtende LED op Q1. Om de cyclus opnieuw te starten en de tellerwaarde terug te zetten op 0, moet de UIT-toets I2 langer dan 2,5 seconden worden ingedrukt. Als de UIT-toets of de nooduitschakeltoets I6 tijdens het afsnijdproces wordt ingedrukt, wordt het proces onderbroken en in de uitgangspositie gehouden. De tellerstand blijft staan en het magneetventiel Q2 wordt uitgeschakeld.
Gebruikte componenten Bijv. LOGO! 230R I1 Start-toets (maakcontact) I2 Uit-toets (maakcontact) I3 Inductieschakelaar, cilinder transporteren [teruggezet] (maakcontact) I4 Inductieschakelaar, cilinder transporteren [uit] (maakcontact) I5 Inductieschakelaar, cilinder afsnijden [uit] (maakcontact) I6 Nooduitschakeltoets (verbreekcontact) Q1 Indicatielampje "max. aantal bereikt“ Q2 Magneetventiel (voor uitgangspositie) Q3 Cilinder voor transporteren Q4 Cilinder voor afsnijden
Voordelen en bijzonderheden Het maximale aantal stuks kan eenvoudig en snel worden weergegeven en gewijzigd. Onder de stop-toets kunnen op eenvoudige wijze twee functies worden geprogrammeerd (namelijk proces onderbreken en teller resetten). Er zijn minder componenten vereist dan bij conventionele oplossingen.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Snijmachine (bijv. voor lonten)
Snijmachine (bijv. voor lonten) met LOGO! (1)
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
63
Wisselschakeling (bijv. voor twee compressoren) Situatieschets Twee compressoren moeten op één stroom aansluiting beurtelings in bedrijf zijn. Valt er een compressor uit, dan wordt automatisch de andere gestart. De compressoren kunnen elk op handmatig of automatisch bedrijf worden ingesteld. LOGO! regelt de besturing en de vergrendeling van beide compressoren.
LOGO!-oplossing Elke compressor is voorzien van een keuzeschakelaar, waarmee de bedrijfsmodus op autom atisch of handmatig kan worden ingesteld. Voor compressor 1 is de stand voor handmatig bedrijf aangesloten op I1 en voor automatisch bedrijf op I2. Voor de tweede compressor zijn dat I3 (handmatig) en I4 (automatisch). Als een van de compressoren wordt gestart, dan wordt eerst de hoofdzekering voor de vrijgave geactiveerd, gevolgd door een vertragingstijd van twee seconden, waarna de compressor via een potentiaalvrij contact wordt gestart. Voor compressor 1 is de zekering aangesloten op Q1, waarbij de startvrijgave via Q3 loopt. Voor compressor 2 is de zekering op Q2 aangesloten, waarbij de vrijgave via Q4 loopt. Handmatig bedrijf: In deze modus kan telkens maar één compressor werken. Voor compressor 1 moet de keuzeschakelaar op "Hand" (I1) staan, en de keuzeschakelaar voor de tweede compressor in de "0"-stand. Indien compressor 2 op handmatig bedrijf moet worden ingesteld, moet de desbetreffende keuzeschakelaar op "Hand" (I3) staan en keuzeschakelaar 1 zich in de "0"-stand bevinden.
64 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Automatisch bedrijf In deze modus moeten beide compressoren afwisselend worden gebruikt. Daartoe moeten beide keuzeschakelaars op "Automaat" staan (I2 en I3). Overdag, tussen 7.00 uur en 18.00 uur, moet compressor 1 draaien indien er voldoende druk aanwezig is. Daartoe is een drukschakelaar aangesloten op I5. Blijft de druk voldoende hoog, dan wordt tussen 18.00 en 07.00 uur overgeschakeld op compressor 2. Voordat dat kan gebeuren, moet eerst de nalooptijd van de compressoren verstreken zijn. Voor compressor 1 is een nalooptijd van 50 seconden ingesteld, voor compressor 2 is dat 25 seconden. Valt een van de compressoren door gebrek aan druk uit, dan wordt automatisch overgeschakeld op de andere compressor. Als er weer voldoende druk is, kan deze compressor pas worden uitgeschakeld als beide keuzeschakelaars eerst in de "0"-stand zijn gebracht. De automatische bedrijfsmodus moet dan opnieuw worden ingesteld. Wordt bij gebrek aan druk I5 geactiveerd, dan wordt dit via het storingslampje Q5 gemeld. Via I6 kan de storing worden bevestigd. Blijft de druk langer dan twee minuten beneden de ingestelde waarde, dan begint op Q6 een lampje te knipperen. Deze alarmmelding blijft gehandhaafd tot er weer voldoende druk aanwezig is.
Gebruikte componenten - LOGO! 230RC I1 Keuzeschakelaar compressor 1 Hand I2 Keuzeschakelaar compressor 1 Automaat I3 Keuzeschakelaar compressor 2 Hand I4 Keuzeschakelaar compressor 2 Automaat I5 Drukschakelaar I6 Bevestigingstoets storingslampje Q1 Q2 Q3 Q4 Q5 Q6
Zekering compressor 1 Zekering compressor 2 Start compressor 1 Start compressor 2 Storingslampje Signaleringslampje
Voordelen en bijzonderheden De diverse nalooptijden van de compressoren kunnen gemakkelijk worden aangepast. De bedrijfstijden van de compressoren kunnen via de in LOGO! geïntegreerde tijdschakelklok eenvoudig worden gewijzigd. Er zijn minder componenten vereist dan bij conventionele techniek. Dat zorgt voor lagere hardwarekosten en een duidelijke ruimtebesparing.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Wisselschakeling (bijv. voor twee compressoren) (vervolg)
Wisselschakeling (bijv. voor twee compressoren) met LOGO! (1)
Wisselschakeling (bijv. voor twee compressoren) met LOGO! (2) © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
65
Wisselschakeling (bijv. voor twee compressoren) (vervolg)
Wisselschakeling (bijv. voor twee compressoren) met LOGO! (3)
66 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Intelligente voetschakelaar (bijv. voor het instellen van snelheden) Situatieschets Bij een machinewerkplek kan met behulp van een voetschakelaar het toerental van de motor ingesteld worden of kan de machine worden uitgeschakeld. LOGO! regelt de aansturing.
LOGO!-oplossing De voetschakelaar van de machine heeft twee contacten die als volgt op LOGO! zijn aangesloten: voetschakelaar "half ingedrukt“ op I1 en voetschakelaar "volledig ingedrukt“ op I2. Voor het normale arbeidsproces volstaat toerental 1, gestart door het indrukken van I1. Toerental 1 wordt na een vertragingstijd van twee seconden aangestuurd via uitgang Q1. Vereist het arbeidsproces een sneller toerental, dan kan toerental 2 worden gekozen door nogmaals op I1 te drukken.
Toerental 2 wordt eveneens met een vertraging van twee seconden via uitgang Q2 aangestuurd. Wordt I1 nogmaals ingedrukt, dan wordt het toerental weer gereduceerd. Dat wil zeggen dat telkens wanneer I1 wordt geactiveerd, afwisselend toerental 1 en toerental 2 wordt aangestuurd (telkens met een vertraging van twee seconden). Wordt met het hogere toerental gewerkt, dan wordt dit aangegeven door een signaleringslampje op Q3. Om de machine te stoppen, moet de voetschakelaar helemaal worden ingedrukt. De machine wordt in dat geval via I2 uitgeschakeld.
Gebruikte componenten Bijv. LOGO! 24R I1 Voetschakelaar half ingedrukt: toerental veranderen I2 Voetschakelaar helemaal ingedrukt: machine-STOP Q1 Motortoerental 1 Q2 Motortoerental 2 Q3 Signaleringslampje motortoerental 2
Voordelen en bijzonderheden De vertragingstijden kunnen eenvoudig aan de situatie worden aangepast. Er zijn minder componenten vereist dan bij conventionele oplossingen. Eenvoudige en snelle wijziging of uitbreiding van de functie zonder extra componenten.
Intelligente voetschakelaar (bijv. voor het instellen van snelheden) met LOGO!
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
67
Machinebesturingen Pompbesturing Situatieschets Met LOGO! moeten twee pompen worden aangestuurd die de vulstand in een tank of put moeten regelen. Al naargelang de vulstand moeten één of twee pompen draaien. De vulstand wordt bepaald met behulp van drie vulstandmeters. Om een gelijkmatige belasting van de pompen te bewerkstelligen wordt na een vooringestelde draaitijd overgeschakeld van de ene pomp naar de andere.
LOGO!-oplossing Wanneer de eerste twee vulstandmeters op I1 en I2 worden geactiveerd, moet de eerste pomp op Q1 na een korte vertragingstijd van twee seconden gaan lopen. Wordt ook de derde vulstandmeter geactiveerd, dan moet de tweede pomp ook gaan draaien (na een vertragingstijd van twee seconden). Via merktekens M1 en M2 wordt bepaald of één of beide pompen moeten draaien.
68 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Elke twee uur moet automatisch worden overgeschakeld van de ene pomp naar de andere. De looptijd wordt bepaald via de bedrijfsurenteller (waarvan ook het totale aantal bedrijfsuren is af te lezen). De omschakeling vindt plaats via de RSflipflop (blok 17)
Gebruikte componenten I1 I2 I3 I4 I5
Vulstandmeter 1 (maakcontact) Vulstandmeter 2 (maakcontact) Vulstandmeter 3 (maakcontact) Drukschakelaar (maakcontact) Reset (maakcontact)
Voordat er een pomp wordt gestart, wordt de systeemdruk gemeten (I4). Wordt deze niet binnen vijf seconden bereikt, dan draaien beide pompen totdat de laagste vulstand (stand 1) is bereikt. Tegelijkertijd wordt er een storingsmelding verzonden naar Q3 (knipperlicht) en Q4 (continu brandende lamp). De pompen en de storingsmelding kunnen via I5 ook handmatig worden gereset.
Q1 Q2 Q3 Q4
Pomp 1 Pomp 2 Storingsmelding (knipperlicht) Storingsmelding (continu brandende lamp)
Bijv. LOGO! 230RC (0BA1)
Voordelen en bijzonderheden Deze oplossing is veel goedkoper en flexibeler dan de conventionele (maat)oplossing die tot nu toe werd toegepast. Bovendien is de oplossing eenvoudig te uit te breiden met extra voorzieningen, bijv.: • om te bepalen of zich ergens een incorrecte combinatie van vulstandmeters voordoet. Dit kan als storingsmelding dienen, waarbij al dan niet de besturing wordt afgeschakeld. • om te garanderen dat de pompen na de start minimaal gedurende een bepaalde tijd draaien (extra uitschakelvertragingen).
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Machinebesturingen Pompbesturing (vervolg)
Pompbesturing met LOGO!
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
69
Machinebesturingen Drukafhankelijk in- en uitschakelen van pompen en ventilatoren Situatieschets Met vijf pompen of ventilatoren moet de druk of de doorstroming in een systeem worden geregeld. De eerste pomp/ventilator (master) wordt aangestuurd via een externe omvormer (frequentieomzetter). De andere vier (slaves) worden via LOGO! aangestuurd (bij vaste snelheden). De externe omvormer neemt de complete PID-regeling over van het gehele systeem. LOGO! zorgt ervoor dat de vier 'slaves' afhankelijk van de omvormer in- of uitgeschakeld worden en tevens dat de pompen gelijkmatig worden belast.
LOGO!-oplossing De externe omvormer heeft twee programmeerbare relaisuitgangen. Die zijn zodanig ingesteld dat ze een signaal afgeven zodra de frequentie aan de uitgangszijde meer dan 50 Hz of minder dan 20 Hz bedraagt. Bij een frequentie van meer dan 50 Hz moet een 'slave' worden bijgeschakeld en bij een frequentie van minder dan 20 Hz moet een 'slave' worden afgeschakeld. Afhankelijk van de twee frequentiewaarden en de duur van het afgegeven signaal worden de desbetreffende 'slaves' (Q1 t/m Q4) inof uitgeschakeld. Dit wordt gerealiseerd via tellers en merktekens. Indien ingang I1 (= 50 Hz) gedurende één seconde de waarde '1' heeft en de maximale tellerwaarde (B06 of M4) nog niet bereikt is, worden alle vier de tellers met één opgehoogd. Staat ingang I2 (= 20 Hz) gedurende één seconde op '1', dan worden alle vier de tellers met één verlaagd. De telrichting wordt bepaald via blok B02. De ingangen I1 en I2 worden iedere tien seconden uitgelezen.
70 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Via de merktekens M1 t/m M4 worden de actuele tellerwaarden tussen 0 en 4 vastgelegd. Is de actuele tellerwaarde bijvoorbeeld 3, dan hebben merktekens M1, M2 en M3 de waarde '1'. Overeenkomstig de merktekens worden dan de uitgangen Q1 t/m Q4 aangestuurd. De eerste keer wordt begonnen met Q1 en de tweede keer met Q4. Zo wordt een gelijkmatige belasting van de 'slaves' gegarandeerd. De omkering van de volgorde wordt bewerkstelligd via blok B14 (piekstroomrelais). De volgorde is ook handmatig via I3 te wijzigen.
•
Een typisch proces zou er als volgt uit kunnen zien: • In de uitgangssituatie bedraagt de systeembehoefte 10%. De 'master'-pomp/ventilator draait op een frequentie tussen 20 en 50 Hz. De 'slave'-pompen zijn uitgeschakeld.
Gebruikte componenten
•
I3
De systeembehoefte neemt toe en de PID-regelaar van de omvormer probeert automatisch de benodigde hogere frequentie te bereiken. Wordt daarbij de waarde van 50 Hz bereikt, dan ontvangt LOGO! op ingang I1 een signaal. Na een vertragingstijd van één seconde wordt de eerste 'slave' ingeschakeld. Doordat de 'slave' nu ook draait, wordt de 'master' ontlast en daalt de frequentie weer. Gebeurt dat niet binnen tien seconden, dan wordt de volgende 'slave' bijgeschakeld, net zolang tot alle 'slaves' zonodig draaien.
De systeembehoefte daalt en de PID-regelaar van de omvormer probeert automatisch de lagere frequentie te bereiken. Wordt daarbij de waarde van 20 Hz bereikt, dan ontvangt LOGO! op ingang I2 een signaal. Na een vertragingstijd van één seconde wordt een 'slave' afgeschakeld. Doordat de 'slave' wegvalt, stijgt de frequentie van de 'master' weer. Gebeurt dat niet binnen tien seconden, dan wordt de volgende 'slave' afgeschakeld, net zolang tot geen van de 'slaves' nog draait.
Bijv. LOGO! 230RC (0BA1) Externe omvormer I1 I2
Q1 Q2 Q3 Q4
Uitgang van omvormer = 50 Hz (maakcontact) Uitgang van omvormer = 20 Hz (maakcontact) Volgorde handmatig (maakcontact) Pomp/ventilator 1 Pomp/ventilator 2 Pomp/ventilator 3 Pomp/ventilator 4
Voordelen en bijzonderheden Deze oplossing is in vergelijking met conventionele maatoplossingen eenvoudig, flexibel en effectief. Daarnaast is het systeem eenvoudig uit te breiden met extra voorzieningen zoals alarmering en automatisch bedrijf van de pompen (om vastlopen te voorkomen). Indien een van de pompen/ventilatoren wegvalt als gevolg van onderhoud, dan wordt dat automatisch gecompenseerd doordat het systeem naar de volgende 'slave' overschakelt.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Machinebesturingen Drukafhankelijk in- en uitschakelen van pompen en ventilatoren (vervolg)
Drukafhankelijk in- en uitschakelen van pompen en ventilatoren met LOGO! (1)
Drukafhankelijk in- en uitschakelen van pompen en ventilatoren met LOGO! (2)
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
71
Machinebesturingen Regeling van horizontale/verticale bewegingen met slechts één knop Situatieschets Met behulp van slechts één knop moeten rolluiken of poorten horizontaal en verticaal kunnen worden bewogen.
LOGO!-oplossing Deze toepassing wordt hier uitgelegd aan de hand van een voorbeeld met een rolluik. Om de op- en neergaande beweging te starten en te stoppen is op I1 een drukknop aangesloten. Q1 zorgt voor de aansturing van "rolluik sluiten" en Q2 voor "rolluik openen". De eindposities van het rolluik worden gedetecteerd via twee eindschakelaars op I2 ("open") en I3 ("dicht"). Is het rolluik open en drukt men op de knop, dan wordt Q1 aangestuurd en beweegt het rolluik naar beneden. Zodra de eindpositie is bereikt, schakelt
eindschakelaar Q1 af. Wanneer de knop opnieuw wordt ingedrukt, dan wordt de tegenovergestelde richting aangestuurd en opent het rolluik zich. Dit vindt plaats via Q2 totdat de eindschakelaar op I2 wordt aangesproken. De toestand van de drukknop wordt uitgelezen via een piekstroomfunctie. Ingeval het rolluik niet helemaal moet openen of sluiten, maar bijvoorbeeld maar tot halverwege, dan wordt dat tevens via drukknop I1 geregeld. Het rolluik stopt dan. Door I1 nogmaals in te drukken, zet het rolluik zich weer in beweging, maar dan in tegenovergestelde richting. Uitgang Q3 wordt hierbij als merkteken gebruikt om de beweegrichting tot dan toe te bepalen.
Gebruikte componenten LOGO! 230R I1 I2 I3
Schakelaar (maakcontact) Eindschakelaar "open" (verbreekcontact) Eindschakelaar "dicht” (maakcontact)
Q1 Omhoog Q2 Omlaag Q3 Gebruikt als 'merkteken'
Voordelen en bijzonderheden Met LOGO! kan deze toepassing eenvoudig en voordelig worden gerealiseerd. Een conventionele oplossing zou aanzienlijk duurder uitvallen. Met LOGO! is ook beduidend minder plaats nodig.
Regeling van horizontale/verticale bewegingen met slechts één knop met LOGO! (1)
72 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Machinebesturingen Regeling van horizontale/verticale bewegingen met slechts één knop (vervolg)
Regeling van horizontale/verticale bewegingen met slechts één knop met LOGO! (2)
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
73
Machinebesturingen Tijdafhankelijk schakelen van uitgangen Situatieschets LOGO! moet een reeks uitgangen in een bepaalde volgorde in- en uitschakelen. Dit is vaak noodzakelijk in eenvoudige procestoepassingen, zoals in een subprogramma. Het subprogramma omvat 15 tijdintervallen en elke uitgang kan maximaal drie keer per cyclus worden ingeschakeld.
LOGO!-oplossing Wordt via starttoets I1 een startimpuls gegeven, dan worden de 15 tijdfuncties na elkaar uitgevoerd. Bij elke tijdfunctie is de standaardwaarde ingesteld op één seconde. Elke tijdfunctie kan echter onafhankelijk van de andere worden aangepast (van 100 ms tot 99:59 uur). Het proces kan op elk moment via de stoptoets worden onderbroken. Na een stopsignaal of een spanningsonderbreking start het programma opnieuw zodra het startsignaal via I1 is gegeven.
74 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Indien het hele proces is voltooid, wordt het programma via B02 gestart en worden de stappen herhaald. Hoeft het proces niet herhaald te worden, dan moet blok B02 worden gewist.
Gebruikte componenten I1 I2
Startknop (maakcontact) Stopknop (maakcontact)
Voor een praktisch bruikbaar programma moeten de tijden van de 15 tijdfuncties worden aangepast al naargelang de toepassing. Indien minder dan 15 tijdfuncties nodig zijn, kunnen een aantal functies eenvoudigweg worden ingesteld op 00:00 seconden. Om een uitgang op een bepaalde plaats in het proces in te schakelen, moet de eerste ingang van het XOF-blok worden aangesloten op de desbetreffende uitgang van een merkteken of tijdfunctie. Om deze "aan-periode" te beëindigen, moet de tweede ingang van het XOF-blok worden aangesloten op een later merkteken of latere tijdfunctie.
Q1 Q2 Q3 Q4
Uitgang 1 Uitgang 2 Uitgang 3 Uitgang 4
Bijv. LOGO! 230RC (...0BA1)
Voordelen en bijzonderheden Met dit programma wordt een eenvoudige en flexibele reeksbesturing gerealiseerd die beduidend voordeliger is dan een combinatie van tijdrelais en magneetschakelaars. Het systeem kan eenvoudig worden uitgebreid met extra voorzieningen, zoals het starten via een tijdschakelklok of een jaarschakelklok.
Elke uitgang kan binnen het proces maximaal drie "aan-periodes" hebben. Zijn er meer vereist, dan kan het programma worden uitgebreid met extra OF- en XOF-blokken.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Machinebesturingen Tijdafhankelijk schakelen van uitgangen (vervolg)
Tijdafhankelijk schakelen van uitgangen met LOGO!
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
75
Machinebesturingen Nokkenschakelaar Situatieschets LOGO! moet een reeks uitgangen in een bepaalde volgorde in- en uitschakelen. Dit is vaak nodig in eenvoudige procestoepassingen, zoals een subprogramma. Indien de spanning wegvalt, moet het programma onthouden waar het gebleven was en na herstel van de spanning automatisch weer vanaf die positie starten.
LOGO!-oplossing Zodra op I1 sprake is van een '1'signaal, moet de synchrone oscillator (blok B01) worden gestart. De impulsen worden gestuurd naar een reeks EN-functies. Met behulp van teller 1 worden deze impulsen geteld. Is de ingestelde maximale waarde bereikt, dan wordt teller 2 vrijgegeven om de impulsen te tellen. Bereikt ook deze teller zijn maximale waarde, dan wordt teller 3 vrijgegeven enz., totdat uiteindelijk teller 7 alle tellers weer reset en de stappen worden herhaald. Het proces kan op ieder moment via de resettoets I2 worden beëindigd.
76 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Daarbij worden alle uitgangen gereset. Aangezien de tellers hun positie onthouden, begint het programma na een spanningsonderbreking waar het was blijven steken.
Gebruikte componenten
Voor een praktisch bruikbaar programma moeten de maximale waarden van de tellers (standaard ingesteld op 5) en de tijd van de oscillator (standaard één seconde) worden aangepast al naargelang de toepassing. Indien minder dan zeven tellers nodig zijn, kunnen een aantal tellers eenvoudigweg worden ingesteld op 0. Om een uitgang op een bepaalde plaats in het proces in te schakelen, moet de eerste ingang van het XOF-blok worden aangesloten op de desbetreffende uitgang van een teller of merkteken. Om deze "aanperiode" te beëindigen, moet de tweede ingang van het XOF-blok worden aangesloten op een later merkteken of latere teller.
I2
AAN-/UIT-schakelaar (maakcontact) Resettoets (maakcontact)
Q1 Q2 Q3 Q4
Uitgang 1 Uitgang 2 Uitgang 3 Uitgang 4
Bijv. LOGO! 230RC (0BA1) I1
Voordelen en bijzonderheden Met dit programma wordt een eenvoudige en flexibele nokkenschakelaar gerealiseerd die beduidend voordeliger is dan conventionele, mechanische nokkenschakelaars. Het systeem kan eenvoudig worden uitgebreid met extra voorzieningen zoals tijdfuncties, tijdschakelklokken of jaarschakelklokken.
Elke uitgang kan binnen het proces maximaal drie "aan-periodes" hebben. Zijn er meer vereist, dan kan het programma worden uitgebreid met extra OF- en XOF-blokken.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Machinebesturingen Nokkenschakelaar (vervolg)
Aansturing van een nokkenschakelaar met LOGO!
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
77
Besturing van een silovulinstallatie Situatieschets LOGO! wordt gebruikt voor de besturing en bewaking van silovulinstallaties. De silo's worden met behulp van een vulslang vanuit een vrachtwagen gevuld met kalk of cement.
LOGO!-oplossing Het vulproces kan pas in gang worden gezet indien vrijgaveschakelaar I1 is geactiveerd en op de juiste wijze is aangesloten. Een reed-contact op de [vulaansluiting] signaleert of de vulslang op de juiste wijze met de silo verbonden is. Dit s ignaal wordt via de ingang I2 in LOGO! ingelezen. Vervolgens wordt knelafsluiter Q2 geopend. Tegelijk wordt het uitblaasfilter Q1 aangestuurd. Dit filter moet tijdens het gehele vulproces ingeschakeld zijn. Nu kan er kalk of cement in de silo worden gepompt.
Is de silo vol, dan wordt dit via vulstandschakelaar I3 gemeld. Een akoestisch alarm geeft aan dat het nog 99 seconden duurt voordat het proces automatisch wordt beëindigd. Binnen die tijd moet het ventiel op de vrachtwagen gesloten worden om de vulslang nog geheel te kunnen legen. Het akoestisch alarm kan via bevestigingstoets I6 voortijdig worden gereset of wordt na 25 seconden automatisch uitgeschakeld. Als het niet is gelukt de slang tijdig te legen, kan via knop I5 een extra vultijd van 30 seconden worden gestart. Een overdrukbeveiliging in de silo schakelt het vulproces eveneens automatisch uit. Dit wordt gemeld via het signaleringslampje op Q4.
Gebruikte componenten LOGO! 230R I1 Vrijgaveschakelaar (maakcontact) I2 Reed-contact vulaansluiting (maakcontact) I3 Vulstandschakelaar (maakcontact) I4 Overdrukschakelaar (verbreekcontact) I5 Knop extra vultijd (maakcontact) I6 Bevestigingstoets akoestisch alarm (maakcontact) Q1 Q2 Q3 Q4
Filter Knelafsluiter Akoestisch alarm Signaleringslampje overdruk
Voordelen en bijzonderheden De toepassing kan eenvoudig worden toegepast op andere silo's, aangezien het een standaardtoepassing betreft. Er is minder ruimte vereist dan in de oude situatie. Er zijn minder componenten vereist dan bij conventionele oplossingen.
Besturing van een silovulinstallatie met LOGO!
78 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Speciale oplossingen LOGO! 12RC in waarschuwingsborden op Franse snelwegen Als grootste snelwegbeheerder van Frankrijk onderhoudt de ASF een wegennet van 2028 kilometer. Verder is nog eens 582 kilometer in aanbouw. De veiligheid op de weg staat hoog in het vaandel van de ASF. Bij alle infrastructurele werkzaamheden op het wegennet staat de ASF erop dat de allernieuwste technieken en apparatuur worden toegepast. Op dit moment zijn al meer dan 30 variabele waarschuwingsborden uitgerust met de betrouwbare LOGO! van Siemens en binnen afzienbare tijd worden alle waarschuwingsborden van de ASF hiermee uitgerust.
Problemen met de storingsgevoeligheid van relaisbesturingen bij variabele waarschuwingsborden gaat de ASF (Société des autoroutes du sud de la France) intelligent te lijf: in meer dan 30 borden liet deze Franse snelwegbeheerder LOGO! 12RC inbouwen. De variabele waarschuwingsborden, die chauffeurs bijvoorbeeld wijzen op wegwerkzaamheden of gevaarlijke situaties, bestaan uit driehoekige panelen die met behulp van een motor worden gedraaid. Voordat de logicamodule zijn intrede deed, moesten de technici dikwijls ter plaatse nagaan of alles in orde was, aangezien de panelen regelmatig blokkeerden. Meestal lag de oorzaak in fouten in de relaisbesturing. Daarom verving de firma EAI Industrie (Bagnol/Cèze de la Gard) de relaisbesturing van deze met een © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
12 V-accu gevoede toepassing door een LOGO! 12RC. Gelijktijdig met deze omschakeling op LOGO! werd een prototype ontwikkeld dat geen probleem had met de moeilijke omstandigheden aan de rand van snelwegen. De problemen die zich tot dan toe zo vaak hadden voorgedaan, konden worden geëlimineerd. Daarnaast bleek LOGO! een veel voordeligere oplossing, aangezien de logicamodule van Siemens in deze toepassing alleen al negen tijdschakelaars en vier tellers vervangt, om nog maar te zwijgen van de tijdbesparing en hogere productiviteit bij de installatie van de schakelkasten. Bovendien is het systeem veel eenvoudiger in gebruik, omdat LOGO! heel gemakkelijk is aan te passen. LOGO! voldoet dus zonder meer aan alle eisen.
De variabele waarschuwingsborden bestaan uit driehoekige panelen die met behulp van een motor worden gedraaid
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
79
Besturing van voerautomaten (bijv. voor forellen) Situatieschets In een kweekvijver worden voerautomaten bestuurd met LOGO!. Het voeren van de forellen gebeurt – afhankelijk van grootte en leeftijd – op verschillende tijden. Als de voercontainers leeg zijn, moet de automaat worden uitgeschakeld, zodat de accu niet onnodig wordt belast.
LOGO!-oplossing Met LOGO! worden drie voerautomaten aangestuurd. Een automaat bestaat uit een conisch reservoir met een 12V-motor voor de strooischijf. De conische vorm van het reservoir en de vibratie van de motor zorgen ervoor dat er altijd voer beschikbaar is. Voerautomaat 1 op uitgang Q1 verzorgt het broed. Iedere dag van 8.00 tot 18.00 uur moet er elk uur worden gevoerd. Met behulp van de geïntegreerde tijdschakelklok en de pulsgever (ingestelde tijd = 30 minuten) kan gemakkelijk één impuls per uur worden gegenereerd. Via de inschakelvertraging wordt de voeruitgifte slechts gedurende twee seconden vrijgegeven. Deze voeruitgifte vindt echter alleen plaats als de inschakelaar op I1 is geactiveerd en de vulstandmelder I4 "vol“ aangeeft.
80 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Voor de pootvisjes en de consumptieforellen kan worden volstaan met een lagere schakelfrequentie. Zo wordt de tweede automaat op Q2 voor de pootvisjes dagelijks om 12.00 en om 16.00 uur twee seconden aangestuurd, en in het weekend om 8.00 uur. Voor de consumptieforellen vindt de voeruitgifte plaats via automaat 3 op Q3 van maandag t/m zaterdag om 9.00 en 15.00 uur. Ook voor automaten 2 en 3 geldt dat ze alleen voer uitgeven als de inschakelaars op I2 resp. I3 geactiveerd zijn en de vulstandmelders op I5 resp. I6 “vol“ aangeven. Is een van de automaten leeg, dan wordt dat via de vulstandmelder op I4, I5 resp. I6 gemeld. Tevens licht het signaleringslampje Q4 op.
Gebruikte componenten LOGO! 12RC I1 Inschakelaar automaat 1 (maakcontact) I2 Inschakelaar automaat 2 (maakcontact) I3 Inschakelaar automaat 3 (maakcontact) I4 Vulstandmelder aut. 1 (verbreekcontact) I5 Vulstandmelder aut. 2 (verbreekcontact) I6 Vulstandmelder aut. 3 (verbreekcontact) Q1 Q2 Q3 Q4
Voerautomaat 1 Voerautomaat 2 Voerautomaat 3 Signaleringslampje
Voordelen en bijzonderheden De individuele schakeltijden kunnen eenvoudig worden veranderd. Door de interne pulsgever kunnen gemakkelijk voldoende schakelcycli worden gegenereerd. Omdat bij grotere viskwekerijen in veel kweekvijvers maar één vissoort voorkomt, kan het schakelprogramma worden hergebruikt. Door de toepassing van LOGO! 12RC kunnen de voerautomaten onafhankelijk van het openbare elektriciteitsnet worden toegepast (stroomvoorziening via accu’s). Er zijn minder componenten vereist dan bij conventionele technieken.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Besturing van voerautomaten (bijv. voor forellen) (vervolg)
Besturing van voerautomaten (bijv. voor forellen) (1)
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
81
Besturing van voerautomaten (bijv. voor forellen) (2)
82 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Doden van ziekteverwekkers door begassing Situatieschets LOGO! wordt gebruikt bij de productie van eieren in legbatterijen. Daar zorgt LOGO! voor de begassing van de eieren om deze te beschermen tegen ziekteverwekkers. In een gasruimte wordt door een elektrowarmteapparaat gas gegenereerd dat een bepaalde tijd in de ruimte aanwezig moet zijn. Daarna wordt het via een ventilator weer afgezogen.
LOGO!-oplossing Het begassingsproces wordt gestart door de knop I1 kort in te drukken. De gasgenerator op Q1 wordt rechtstreeks aangestuurd en wordt met behulp van een uitschakelvertraging na tien minuten weer uitgeschakeld. De begassingstijd is afhankelijk van de grootte van de ruimte. Het gas moet gedurende een bepaalde tijd in de ruimte aanwezig zijn om de ziekteverwekkers te kunnen vernietigen. Na tien minuten wordt de ventilator op Q2 geactiveerd om het gas weer af te zuigen.
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
De ventilator is eveneens tien minuten geactiveerd voordat deze door een uitschakelvertraging wordt uitgeschakeld. Via een statusindicator op Q3 is te zien dat het begassingsproces plaatsvindt. Het proces kan op elk moment worden gestopt door I1 langer dan drie seconden ingedrukt te houden. De uitgangen Q1 t/m Q3 en alle tijdwaarden worden dan gereset. Blok B11 zorgt ervoor dat door het uitschakelen de uitgangen Q1 en Q2 niet willekeurig worden ingesteld. Telkens na afloop van het programma en na elke onderbreking kan het programma via I1 opnieuw worden gestart. De ventilator kan via I2 separaat (onafhankelijk van de programma-afloop) worden in- en uitgeschakeld. Daartoe wordt gebruikgemaakt van de piekstroomfunctie.
Gebruikte componenten Bijv. LOGO! 230R I1 AAN/UIT-toets (maakcontact) I2 Ventilator AAN/UIT (maakcontact) Q1 Gasgenerator Q2 Ventilator Q3 Statusindicatie
Voordelen en bijzonderheden De begassings- en ventilatietijden kunnen eenvoudig aan de grootte van de desbetreffende ruimte worden aangepast. Daardoor kan het schakelprogramma gemakkelijk opnieuw worden gebruikt voor andere installaties. Onder de I1-knop kunnen twee functies worden geprogrammeerd (inen uitschakelen). Er zijn minder componenten vereist dan bij conventionele oplossingen.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
83
Doden van ziekteverwekkers door begassing (vervolg)
Doden van ziekteverwekkers door begassing met LOGO!
84 © Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
Disclaimer De inhoud van deze documentatie is gecontroleerd op de beschreven hardware en software. Toch zijn afwijkingen niet uit te sluiten en daarom kunnen wij geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten in deze brochure. Alle vermelde specificaties worden regelmatig gecontroleerd. Eventuele onjuistheden worden waar nodig in de eerstvolgende uitgave gecorrigeerd.
© Siemens AG 2001 Alle rechten voorbehouden.
Overzicht van LOGO!-toepassingen Juni 2001
85