Logeren in eigen stad (en provincie) Dirk Nijdam Zo, daar zitten we dan. Na via café De Souffleur ingecheckt te zijn in Pakhuis Emden, zijn we nu in de Padangbar beland. Dat lijkt geheel volgens plan, maar het viel niet mee. Maartse buien probeerden ons in allerlei eetgelegenheden onderweg te lokken. Tot we besloten met ons kleine parapluutje in de hand uiterlijk tot de hoek van het boterdiep en de Ebbingestraat te lopen en dan moest het droog zijn en... jawel! Het werd droog. Op naar de Indische buurt, de Padangbar vlakbij het oude studentenhuis van Josée. Route via de Turfsingel, Prinsentuin. Ondanks de regen mooi met verlichte toren op de achtergrond. De Diepenring: in potentie prachtig maar nu vol lelijke woonboten. En waarom in godsnaam 2 x 2baans? Schijnt nu ook op de agenda van de gemeente te staan. Gelukkig. We voelen ons al echt toeristen. Wie gaat er anders in de regen op en neer lopen naar de Indische buurt? Via het Boterdiep ook nog, de lelijke achterkant van Groningen. Hoewel, lekker brede straat trouwens. Veel potentie voor van alles. Ook wel weer verrassend, rare winkels groot en klein, de steunzolenspecialist bijvoorbeeld. Je moet het maar weten te vinden. Op de een of andere manier voelen dit soort straten toch wel goed, ’t maakt van een dorp een stad of zo. Gelukkig is het droog en geven we de toch als ontzettende comforttoeristen niet op. Hoewel normaal toch wel gemakkelijk over te halen de route te onderbreken bij het eerste tentje waar een etenslucht uit ’t raam komt, gaan we dapper door naar de Indische buurt. Niet een erge toeristenbuurt, wel leuk en mooi contrast met het slow-‐motion project CiBoGa. Waarom komt er maar geen wereldwijk zo lekker dicht tegen het centrum aan? Padangbar, in 1 x goed gelopen. Nog nooit geweest, echt Gronings restaurant. Aftandse zooi, maar wel goed eten: typisch Groningen. De gemiddelde toerist zou er aan voorbij gaan. Maar de borden worden bijkans leeg gelikt dus prima plek. Ik blijf het wel altijd raar vinden, dat typische Groningen. Een eettent vol slecht geklede mensen met rare brillen uit de jaren 80 en leren jassen uit tweedehandswinkels. Nu even stoppen want mijn medetoerist vindt het wel ongezellig, zo’n schrijvende vriend. Even de kleine nuance, want volgens Josée is het helemaal niet zo aftands als ik zeg. Maar dat post-‐studentikoze houden we wel vast. De interieurlat ligt minder hoog dan die van de keuken. De Padang is goed eten en ook gezellig, dus de Groningse middenweg. Past daarom ook goed in de omgeving. Wat staan er ook eigenlijk mooie pandjes aan de Korreweg, zo herinner ik me dat ook van toen ik hier tijdens mijn studie langsfietste. Mooie straat. Via de Ebbinge terug de stad in. Als je niet de geijkte route doet, voel je je trouwens wel snel toerist. Bij ons is het leuk om te merken dat we enig reüniegevoel hebben met deze kant van de stad. We komen er nu nog maar weinig, maar in onze studententijd hebben we beide hier in verschillende pandjes gewoond. Dus wel wat jeugdsentiment hier en daar.
ZATERDAG Opvallend: geef mensen een routebeschrijving en ze voelen zich meteen een vreemde in hun eigen stad. Wellicht omdat je gedwongen wordt je geijkte routes te midden en dingen te bekijken waar je doorgaans voorbij loopt. De ochtend Goed geslapen in B&B Pakhuis Emden. Normaal doen we dat nooit, B&B. Eigenlijk moet je toch houden van dat persoonlijke contact en het feit dat je in iemands huis slaapt. Maar t moet gezegd, als dan om 900 uur op de deur wordt geklopt en de lucht van vers brood binnendringt, dan heeft dat ook wel wat. Kortom: heerlijk ontbijtje en hup om 10:00 uur sharp naar de VVV. Nogmaals; B&B kunnen wel welzijn, als je maar niet samen a/d ontbijttafel hoeft, da’s wel een voorwaarde he... VVV Met de stadswandeling in de hand langs de VVV. Smoordruk (goed voor de omzet...) want de vakantie is vandaag begonnen. Kaartjes voor de toren gehaald en de wandeling opgestart. Eigenlijk liepen we in colonne. Want meer mensen hadden het oranje boekje in de hand en t wordt dus bij elke sightseeing een feest der herkenning. Ja hoor, daar is ie weer, die man met de bruine leren jas. Lekkere kiekjes gemaakt die ik in een andere stad ook had gemaakt, en met name foto’s van tegenvallers gemaakt. Lelijke plekjes, rotzooi, slecht onderhoud. Het valt niet zo op als je hier woont, dan loop je er langs, omdat je het al weet of niet meer ziet. Net als al die openbrekingen en tijdelijke gele borden, niet normaal meer zoveel. Bijna geen foto’s te nemen zonder. Als bewoner zie je een tijdelijke verstoring, maar als toerist is dit het enige beeld dat je hebt: toch wel slechte kennismaking. De pareltjes zijn prachtig: de gasthuizen (Waren we beide al lang niet geweest) en het flauwe zonnetje, lekkere combi! Voor het eerst in mijn leven de Sint Jozefkerk bezocht, eigenlijk best mooi van binnen. En houdt nog twee dames die binnen katholieke snufjes verkopen van de straat ook. Lijkt me toch wel ultieme beproeving, de hele dag fluisterend binnen zitten. Wandelend achter de man met de bruine jas richting Zuiderdiep en uiteindelijk via station naar Grafisch Museum. Station. Prachtig, als die fietsen. Toch wel de ultieme asset van Groningen, wat een briljante fietsstad en wat een enorme fietsenkelder. En wat is dat toch eigenlijk wel een lelijke betonnen lap, dat fietsbalkon. Kan die nou niet anderhalve meter dieper in de grond? En dan die lelijke toplaag met dat saaie toegepaste design. Schiet zijn doel voorbij, weer geen leuk, mooi, of gezellig stationsplein, weer geen verzamelplek voor reizigers. Alleen vanaf de Museumbrug is het een mooi geheel. Onderweg valt het wel op dat er soms raar met ruimtelijke ordening wordt omgesprongen. Neem nu het Kattendiep. Grenzend aan oude Pelstergasthuis met eeuwenoude stadsmuur, het ultiem casino kitsch en het nog lelijker wokrestaurant met die twee loekies voor de deur. Soms mag er niks en soms mag alles. Net als die lelijke toegang van de Rademarktgarage, vooral die opbouw. Naast weer een gasthuis. Alsof het bedacht is zonder omgeving, in het bos of zo. Maar wat overheerst is toch dat de stad prettig is en altijd relaxed, wat ook altijd opvalt is dat los van de wegwerkzaamheden, de stad tot in het centrum
goed toegankelijk is. Ondanks het imago van slecht bereikbare stad, denk dat dat toch echt niet klopt. DD schaal is prettig, de mensen relaxed, lekkere autarkische stad van het noorden. Waar was ik ook alweer? O ja, richting Grafisch Museum. Na een lekkere wandeling waarbij je toch wel opmerkzamer constateert dat het nieuwbouwdeel van het station toch wel verouderd is en onderhoud behoeft, eindelijk bij het Grafisch Museum. Strak op schema als we bij hoge uitzondering zijn, blijkt die nog dicht. Wel mooi gebouw, dus zeker foto’s waard. Eigenlijk ben ik niet zo’n onderhoud-‐ en pietje precies-‐zeikerd, maar als je wat kritisch naar de dingen om je heen kijkt, valt het wel op. Dingen die gemaakt zijn om boven het gemiddelde uit te stijgen worden extra sneu en sullig bij slecht onderhoud. De afvalbakken bij de singel/museum, de KPN telefoonpaal in de Poelestraat, de plexiglazen overkapping bij het busstation etc. Gelukkig ligt ’t Tschumipaviljoen er tegenwoordig wat vriendelijker bij. Het kan dus wel, maar blijkbaar moet iemand zich er specifiek om bekommeren. Ach, morgenavond ben ik weer een inwoner en heb ik er geen last meer van. COUCHSURFING Op naar Giuseppe, de sensortechnoloog uit Dwingeloo van Italiaanse komaf, en Tamara, een en al Gronings. De afspraak is, hoe verzin je het, boven op de Martini. Na halfuur wachten voor de ingang (toren blijkt vol, 1 erin, 1 eruit) i.v.m. herfstvakantie, worden we (hoe in godnaam) in de rij herkend als vreemde vogels in de rij door 2 anderen in dezelfde rij. Snelle deal volgt, als we nu allemaal niet naar boven gaan, dan hebben we toch ook een rendez-‐vous? Giuseppe en Tamara leiden ons rond naar plekken die zij tonen aan couch-‐ surfende vrienden en vriendinnen. Couch surfing is de driedimensionale versie van penvriendinnen. Je vindt elkaar op internet en nodigt jezelf uit voor een free bed en met een beetje mazzel word je geaccepteerd. Is wel sociale vent, dus ergens alleen gratis pitten is not done. Eigenlijk de echte pure bed & breakfast vorm. We eindigen met een borrel in de Ierse Pub en grijpen de auto op naar famous furious Van der Valk Zuidbroek. Stiekem wel erg benieuwd hoe dat is. Van der Valk. Volledig blanco ingecheckt. Waarom gaat iemand hier, toeristisch gezien, naar toe? Zakelijk valt het te begrijpen, maar de locatie aan de snelweg, de grote (lees enorme) eetzaal, waarom hier als toerist naar toe? Nou, het zit propvol hier, dus blijkbaar zien we iets over het hoofd. Dan maar even de recensent uithangen. Interieur is allemaal, in tegenstelling tot de buitenkant, vernieuwd. De maker is eigenlijk gewoon goed. Op naar het avondmaal. Tsja, wel erg ongezellig, hoor, eten in een eetzaal van formaat Gelredome. Behoorlijk grijs publiek en het eten toch echt ondergemiddeld klaargemaakt. En NIET de veelbesproken kers op de appelmoes. Eigenlijk had ik toch stiekem eenvoudig maar goed eten verwacht, maar het was toch echt heel matig, Plus onbegrijpelijk waarom hier zeker honderd mensen (als het er niet meer zijn) zitten te dineren. Ontbijt idem eigenlijk. En het moet gezegd: je snakt weer naar de verzorging uit Pakhuis Emden. Hier mis je toch echt de essentie in
het gebied, hoe praktisch het ook allemaal zal zijn. Zakelijk prima maar toeristisch toch lastig verhaal, ook al zijn de makers zoals gezegd prima. ZONDAG Via het ontbijt, prima maar erg gewoon, de coördinaten in de tomtom geklopt en huppakee in de auto gesprongen. De zon schijnt, het is echt heerlijk weer en dat is voor platteland altijd mooi. Leuke route naar wat blijkt: Termunterzijl. Echt een erg positieve verrassing. We zijn beide zeer onder de indruk. Het is doodstil hier, het water rimpelloos en de zon schijnt. Het voelt uniek. Tsja, het is ook maar 10:30 uur dus we zijn echt lekkerrrrrrrrr vroeg! Maar prachtige plek. Dit zou ik over de hele wereld bewonderen. Lekker rondgewandeld, koffie in de zon. Het schijnt hier ’s middags druk te kunnen worden dus onze tip: voor dag en dauw à wauw. Via Ekenstein naar het curieuze klooster via Hof van Ootje naar Pieterburen via Broek naar Noordpolderzijl en toen via Middelstum naar huis en dan ben ik de lunch in Onderdendam nog vergeten. Jaja, we namen de opdracht serieus. Ekenstein, of hoe je het ook mag schrijven, valt we tegen. Wel mooi plekje, maar het steelt niet ons hart. Meer de categorie leuk voor als je im de buurt bent of woont. Hup weer wat coördinaten ingeklopt. Heel intelligent typen we coördinaten in die dicht bij huidige locatie liggen, om te voorkomen dat we de hele dag alleen in de auto zitten. De afstanden binnen Groningen zijn namelijk heel behoorlijk, als je pech hebt. We willen even lunchen want het is een uur of 13:00, ik zie Loppersum op de tomtom en stel voor een broodje bij Spoorzicht te doen. Blijkt daar de lunchkeuken pas om 15:00 uur open te gaan. Jaja, in Loppersum gelden Zuid-‐ Europese eetpatronen, blijkbaar. Hup door naar Onderdendam en daar lekker lunch genoten in de verbouwde molen. Leuk plekje, prettig toeristisch. Smaakvolle mollen, Met het mooie ne vooral rustige weer is Groningen echt op zijn aantrekkelijkst. Onze waypoints sturen ons naar de parallelle wereld van de curiosa (en heel veel kerstpullen) bij het klooster bij Warffum. Ja, hier kijk je meer daar het publiek en de setting dan naar de feitelijke spullenboel. Via de suikerbieten op het erf weer in de auto geklommen, richting naar wat blijkt Pieterburen. Daar is het lekker druk en het vreselijk lelijke parkeerterrein staat behoorlijk vol. Pieterburen kennen we goed dus we besluiten nieuwe coördinaten in te voeren. Den Andel: een merkwaardig en artistiek alternatief verzamelpunt blijkt. En de ultieme top daarbinnen is het hof van Ootje: helaas gesloten, maar de strekking is door allerlei gebodsborden erg duidelijk: blijf van mijn plantjes af, maar bekijk ze gerust. Helemaal in de sfeer van op de bonnefooi door Groningen en eigenlijk ook helemaal vrolijk van de diversiteit en toch ook wel kwaliteit van wat we zien, besluiten we via een soort karrespoor naar de dijk te rijden. Via een slagboom eindigen we daar uiteindelijk en krijgen we als beloning een schitterend uitzicht
over het wad. Alles wat we tot dusver hebben gezien was grappig, mooi, vervreemdend of juist prettig toeristisch, maar zo’n volstrekt desolate blik over het wad zonder in de verste verte iemand te zien of te horen dat is toch wel echt weergaloos. We besluiten dat het tijd wordt om de tocht daarom voort te zetten naar de insidertip Noordpolderzijl. Met een fraaie route er naar toe komen we aan. Er staan zeker 20 auto’s geparkeerd. Dus hoe weet iedereen dit? Vraag je je dan af. Het is voor veel mensen toch echt een kolere eind rijden, beetje het end of the world gevoel. Zielhoes is open. Dat is altijd fijn en wijkt helaas daarmee behoorlijk af van de horecaopening in de rest van de provincie. En dat big wek in het fraaie midden van niets. Ook hier weer superrustig weer, allerlei verschillende types. De echte natuurtypes, de jonge stellen, gezinnen en de wandelende rariteiten, blijkbaar heeft dit dijkpunt van 10 vierkante meter voor heel veel mensen in verschillende soorten iets te bieden. Het heeft wel iets raadselachtigs, maar toegeven wij vinden het hier ook echt fantastisch. Ik kijk mijn foto’s inmiddels weer terug, zijn er eigenlijk heel veel. Het lijkt een behoorlijke vakantietrip (zo voelt het ook) met de camera mee en niet wetend waar je eindigt, sta je erg open om dingen te zien, te waarderen en te beleven. Het zet je op scherp. Je hebt het er meer over wat he allemaal ziet, va n de groter dingen tot de kleinste rariteiten. Zo’n dagje provincie is echt boven verwachting geweest! Terwijl ik de provincie goed ken. Maar het wereldse weer speelde ook superrol, vooral de enorme rust, geen zuchtje wind en lekkere najaarszon. Nieuwe inzichten? Ja. Sommige zaken worden nu toch wel duidelijker. De stad: zoals Giuseppe het mooi vertelde: ‘What a bikes!” en vooral: nergens echt wauw, maar wat een heerlijk relaxte stad om gewoon wat door te slenteren. Ik ben het daar eigenlijk wel mee eens. En wat ligt diezelfde stad momenteel open, pffff. Daar word je als toerist echt niet blij van. Maar leuk stadje, en dat het zo ongedwongen relaxed is, is misschien wel de grootste aantrekkingskracht. De provincie: Ja, een heel ander verhaal. De rollatordichtheid neemt zienderogen toe. Eigenlijk valt op hoe schoon en puur het hier is. Josée was met name voor de klassieke leegte gevallen, en op veel plekken geweest waar we de enige waren. De rust overviel os eigenlijk meteen. Josée noemt het ontstressen, laat dat nu net een belangrijk thema in de nieuwe campagne zijn. Haha. Je voelt het einde van Nederland, dat is eigenlijk wel een lekker gevoel. Hier moet je de weg weten (of een lijst coördinaten bij je hebben) om de parels te zien. Sommige zijn klein of bijkans onvindbaar, dus daar ligt de weg open voor marketing Groningen om meer mensen te verrassen met de diversiteit van het land. Want vergeet niet dat we feitelijk maar een zeerklein stukje Groningen hebben gezien. Veel geschreven en veel gefotografeerd, dus we voelden ons vrij snel (veel sneller dan verwacht) toerist in onze eigen provincie. En dat verruimt toch je blik op het product: een weidse blik, verruimt het denken. Dacht het wel!