DE ONGELOOFLIJKE VERANDERINGEN VAN MENEER AFZAL (OVER ZIJN GLAZEN BEEN WORDT NIET GESPROKEN)
LOD muziektheater
PATRICK CORILLON PIETER DE BUYSSER LIESELOT DE WILDE THOMAS SMETRYNS
“De oude wereld ligt op sterven en de nieuwe staat nog op het punt te verschijnen, in deze schemerzone ontstaan monsters” - Gramsci
Meneer Afzal is een betrouwbare man. Jarenlang goede bediende in Brussel. De laatste maanden is het rumoerig buiten. Mensen komen de straat op. Meneer Afzal wil weten wat er gebeurt, hij wil begrijpen waarom die mensen op het plein onder het raam van zijn kantoor samenklitten, wat ze vragen, waartegen ze zich verzetten, waar ze voor staan. Een komische reeks begint, een grotesk feuilleton, een slapstickverhaal, een politiek sprookjesboek, een proeve van Europese mythologie met haar op…. LOD muziektheater maakt er intussen een goed gewoonte van om niet alleen het publiek in de zalen uit te nodigen, maar ook uit de zalen te trekken, naar het publiek toe. Na de Droomtijdcontainer ging LOD nu nog een stapje verder. De ongelooflijke veranderingen van Meneer Afzal (over zijn glazen been wordt niet gesproken) was in 2012 nog te horen als radiofeuilleton op Klara, in 2013 sloop het verhaal met succes tot in de Gentse huiskamers. Pieter De Buysser in de rol van hedendaagse bard, en zangeres Lieselot De Wilde (over haar begeleidende banjo wordt niet gesproken) vertellen in kleine kring het verhaal van Meneer Afzal. Het Ongelooflijke Vertelobject van Patrick Corillon (le CORRIDOR), en de muziek van Thomas Smetryns, maken deze productie tot een bijzondere, intieme ervaring die je terugbrengt naar de roots van theater: de magie van een verhaal.
De ongelooflijke veranderingen van Meneer Afzal (over zijn glazen been wordt niet gesproken) Credits
Tekst & spel
Pieter De Buysser
Objecten/Decor
Patrick Corillon
Muziek
Thomas Smetryns
Zang
Lieselot De Wilde
Productie
LOD muziektheater
Coproductie
le CORRIDOR
De ongelooflijke veranderingen van Meneer Afzal (over zijn glazen been wordt niet gesproken) In de pers
“In plaats van je tong te breken op de ellenlange titel, kan je beter enkele woorden van lof in de mond nemen. Tekstschrijver en verteller Pieter De Buysser levert namelijk een staaltje van de hoogste vertelkunst af (….) Een steengoede voorstelling (…) Behoorlijk surrealistisch allemaal, maar op zo’n manier verteld dat De Buysser het publiek van de eerste tot de laatste zin mee heeft. Een must see.”
– Magali Degrande, 02/12/2013, De Gentenaar “Pieter De Buysser brengt een hilarische vertelling waar de vonken van afspatten. (…) Iedereen, werkelijk iedereen zou De ongelooflijke veranderingen van Meneer Afzal moeten meemaken.” – **** Evelyne Coussens, 25/11/2013, De Morgen “Letterlijk genomen metaforen, zelfverzonnen woorden en poëtische verzen buitelen brutaal over elkaar heen … In de ongebreidelde fantasiewereld van Meneer Afzal is werkelijk alles mogelijk en met dat geloof kan hij de contouren vertekenen van de hele samenleving (…) het verbeelden en vertellen van verandering gaat aan echte verandering vooraf.” – **** Joke Beeckmans, 25/05/2013, theaterkrant.nl
“Meer dan een klassiek regisseur of een geschoold acteur, is De Buysser een man van vonken en gedachten. (…) Als een soort stand-upfilosoof weet hij de meest groteske buitelingen en surrealistische wendingen met pretoogjes voor een publiek te brengen.” – *** Geert Van der Speeten, 30/05/2013, De Standaard
“Het verhaal en decor doet me denken aan een psychedelische LP hoes van Pink Floyd. En aan de videoclip Love is all van Roger Glover and the Butterfly Ball. Geen moment tijdens de voorstelling verslapt mijn aandacht. (…) Na een lange en boeiende reis komen we met meneer Afzal tot de slotsom: "Er gaan vertellingen over veranderingen aan veranderingen vooraf". En zo is het maar net, mijn raderen zijn volop aan het draaien en ik heb al de hele dag "Love is all" in mijn hoofd.” – Anne-Marie Delfgaauw, 28/05/2013, Operadagen Rotterdam blog
“Het verhaal verrast bij elke zin op fysiek, emotioneel en intellectueel niveau. (…) Dit verteltheater zet luikjes open in mijn hoofd waar ik vaak met alle macht probeer te komen. Door Meneer Afzal lukt het met gemak. Het gebeurt in het Nederlands theater helaas maar weinig dat een maker zo rigoreus voor het verhaal en de fantasie durft te gaan.” – Elly Scheele, 03/06/2013, Operadagen Rotterdam blog
De ongelooflijke veranderingen van Meneer Afzal (over zijn glazen been wordt niet gesproken) In gesprek met Pieter De Buysser
“Watch your thoughts; they become words. Watch your words, they become actions. Watch your actions, they become habits. Watch your habits, they become character. Watch your character: it becomes your destiny.” Lao Tze
Het verhaal van De ongelooflijke verandering van Meneer Afzal (over zijn glazen been wordt niet gesproken) begon in een tijdschrift, leefde verder als dagelijkse vertelling op Klara, vermomde zich als boek, en verpopt zich nu tot een intieme voorleesvoorstelling in woonkamers, voorgeborchten en achterafkamertjes. Pieter De Buysser vertelt zelf elke avond een andere selectie uit de honderden kleine verhaaltjes over Meneer Afzal. Zijn instrumenten: een boek in de hand en een vertelmachine gemaakt door de Luikse beeldende kunstenaar Patrick Corillon, die voor LOD De Duivel Beduveld creëerde. Corillon werkte toen al samen met LOD-componist Thomas Smetryns. Voor Meneer Afzal schrijft Thomas Smetryns ballades, live vertolkt door zangeres Lieselot De Wilde (aka Mevrouw Vleestraan, over haar begeleidende banjo wordt niet gesproken). Pieter De Buysser kiest voluit voor een radicale verbeelding die kort op de bal speelt van de werkelijkheid, voor metaforen die hun eigen metaforiek met klem ontkennen, voor humor die wars is van ironie, voor verhalen die de bestaande contouren van een gemeenschap hertekenen. Niet een gemeenschap die gebaseerd is op de leugen van een nationale mythe met waarheidspretenties. Wel een gemeenschap die zich een verhaal verbeeldt waarvan ze de openheid vrijwaart. Bijvoorbeeld door noodzakelijkerwijs onaf te zijn, zoals het verhaal van Meneer Afzal. Correctie: Afzal kent wel degelijk een happy end. Het eindigt met het begin van een nieuw verhaal. En dat dit nieuwe verhaal wordt verteld door een monster dat onder Brussels Airlines onophoudelijk zit te huilen en België onder water dreigt te zetten, zal u inmiddels niet verbazen. Een metafoor? Jazeker, maar dan een met een (rottend) been in de realiteit van het verdriet van Vlaanderen. Huilen onder Brussels Airlines Wie is Meneer Afzal? Boven de ingang van zijn anoniem kantoor op het Barricadenplein in Brussel staat te lezen: ‘Meneer Afzal, coördinator van de registratie van de processen’. Waar de processen beginnen, en waar ze eindigen, daar heeft hij het raden naar. Die herfstdag is anders dan andere. Meneer Afzal wordt overvallen door een aanvechting om te horen wat er leeft op straat. Dus opent hij het raam en luistert naar het ritselend reilen en zeilen van de man in de straat. En dan waait het raam dicht, en draait Afzal z’n hoofd met een ruk naar rechts. Ziedaar de eerste ongelooflijke verandering van Meneer Afzal: zijn oor heeft de afmetingen van een zeil en de gevoeligheid van een seismograaf. Hij stapt de straat op, legt zijn machtig oor te luisteren, en ontmoet een rist personages: roodharige Ruth met het rottend been – geen metafoor, wel een meisje met een rotte plek in haar been –, een sprekende kei die de hoeksteen van de samenleving blijkt te zijn, en Mevrouw Vleestraan – haar verstilde klaagzangen blijken even goed te jubelen. Vijfhonderd dagen in de schemerzone ‘Ik heb Meneer Afzal geschreven tijdens die lange periode van vijfhonderd dagen toen België zonder regering zat. De langste regeringsvorming ooit. Maar dat betekent niet dat Meneer Afzal daarover gaat, of te herleiden is tot een politieke commentaar. Ik ben geen columnist, politiek commentator en ook geen filosoof: ik ben een verhalenverteller. En een verhaal is voor geen kar te spannen en tot niets anders te herleiden dan de taal, de stijl en de vertelling zelf. Uiteraard sijpelen ons tijdsgewricht, onze politieke situatie, de literaire en filosofische traditie binnen in de verhalen die ik schrijf. Maar het verhaal van Meneer Afzal is er niet toe te herleiden. Er valt geen eenduidig politiek statement uit te distilleren. Voor mij was die lange regeringsvorming een betekenisvolle situatie, een scharniermoment zou je kunnen zeggen. En een gedroomde aanleiding om mijn verhaal te vertellen dat daar ook helemaal los van staat. Er is iets aan het sterven, noem het kapitalisme – al heeft dat al lang niets meer met
kapitaal te maken, het kapitalisme is in wezen een spirituele levenshouding van dorst naar het hogere meer -, noem het neoliberalisme – en ook dat heeft met de vrijheid van het liberalisme weinig uitstaans – we moeten daar dringend nieuwe woorden voor verzinnen. Er is iets voorbij, en wat moet komen is nog niet gearriveerd. We zitten dus in een soort niemandsland. Een schemerzone. Het motto van Afzal is ontleend aan Gramsci: ‘L’ancien se meurt, le nouveau ne parvient pas à voir le jour, dans ce clair-obscur surgissent les monstres.’ In de schemerzones worden monsters geboren. Men spreekt vaak over ‘le spectre du passé’, het spook van het verleden. Wel, voor mij zijn het geen spoken van het verleden die nu het levenslicht zien, het zijn een soort monsterlijke voorafspiegelingen van wat er komen kan. Het monster lijkt op een diep verdrietige, bange mens die zich terugtrekt in zichzelf. Het is een ziel die door de onbegrijpelijk complexe globalisering gekwetst is, en niet mee kan in de snelle, knetterende wereld van de kosmopolieten. ‘Nee, ik wil hier op mijn morzel grond blijven zitten en wenen.’ Het is een heel begrijpelijke angstreflex. Het monster waarmee Afzal te maken krijgt is geen monster dat eenduidig angst of weerzin inboezemt, het is ook een fantastisch grappig en aandoenlijk wezen dat begrip en mededogen ontlokt. En dat is wat er ook gebeurt met Afzal: hij legt zijn reusachtig oor te luisteren, niet om te veroordelen maar om te begrijpen wat er op straat gebeurt. Om recht te doen aan het verdriet van onze tijdgenoten.’ ‘Morgen weer meer weer’ ‘ Ik doe niet aan voorspellingen noch aan nostalgie, maar een goed verhaal heeft voor mij tentakels zowel naar het verleden als naar de toekomst. De tentakels naar het verleden gaan onder meer naar de oude literaire tradities van het groteske en het epische , ik denk aan de grotesken Van Ostaijen en nog veel verder terug François Rabelais. Rabelais is voor mij echt een oervader van de epische vertelling. De tentakels naar de toekomst liggen voor mij in het bewustzijn dat je de toekomst zelf via de verhalen die je erover vertelt vormgeeft. Vandaar dat ik blij ben met het idee van Patrick Corillon om een vertelmachine te maken die geïnspireerd is op de vormtaal van le météo, het weerbericht. Een machine om het weer te voorspellen, gebouwd uit figuren en iconen die ik naargelang het verhaal op een bord achter me kan ophangen. Zo’n symbool kan een personage uitdrukken, een gemoedsgesteldheid, of een intiemer verband hebben met mijn verhaal. Ik ken Patrick al lang en houd heel erg van zijn werk. Hij is op een plastische, theatrale manier bezig met dezelfde vraag die mij bezig houdt: wat is de positie van de verteller vandaag? Daar ontwikkelt hij dan wonderlijke apparaten voor: vertelapparaten. Naast Patrick is er ook de componist Thomas Smetryns die liederen componeert voor sopraan Lieselot De Wilde. Hoewel het de bedoeling is de huiskamerversie van Meneer Afzal intiem te houden, geeft de vertelmachine van Patrick en de aanwezigheid van Lieselot de vertelling toch een grotere ampleur. Lieselot wordt de Vleestraan, een zingende vleestraan, terwijl ze zichzelf op banjo begeleidt, zingt ze verstilde lamentaties. Wie weet kunnen ook lamentaties jubelend zijn.’ Een nieuwe verbeelding ‘Een gemeenschap kan maar bestaan bij de gratie van verhalen. Dat onze collectieve verbeelding betrekkelijk lam ligt bewijst de vaststelling dat een negentiende-eeuws nationalistisch verhaal zich vandaag weet te verkopen als een emancipatorisch verhaal. Ik wil geen verhalen vertellen tégen dat ene nationalistische verhaal, ik wil er andere uitvinden die een andere gemeenschap kunnen vormen. Meneer Afzal in één verhaal dat bestaat uit een zeventigtal kleine verhaaltjes. Een gemeenschap die ontstaat rond een zich altijd vernieuwend verhaal is vitaler, minder definitief, meer open voor interpretatie, moeilijker om af te ronden. De oude grote verhalen, zoals nationalisme, communisme, liberalisme, winnen vandaag opnieuw aan aantrekkingskracht. Dat is even begrijpelijk als gevaarlijk. Omdat het verhalen zijn die hun eigen fictionaliteit maskeren. De oude grote verhalen worden als een fatum over mensen uitgesproken. Dat heeft iets makkelijk, je hebt altijd de waarheid aan je kant en weet wat te doen. Maar ze verlammen de radicale, actieve en toekomstgerichte verbeelding. De sprookjesfiguren in Meneer Afzal zijn grotesk en burlesk, maar ze gaan wel voluit en zonder scrupules voor een nog te ontginnen wereldbeeld. Zonder verontschuldigende en alles relativerende ironie, maar wel speels en dartel.’ De dunne grens tussen spel en ritueel ‘Je zou kunnen zeggen dat je een gemeenschap niet actief kan vormen. Dat het onmogelijk is om een nieuwe taal en verbeelding te injecteren. Zoals gelovige mensen ook niet zien dat hun geloof een constructie van een gedeelde verbeelding is, en dat het geloof maar kan werken als je inderdaad blind bent voor die constructie. Maar kunst en religie zijn niet hetzelfde. Op theater gebeurt toch iets gelijkaardigs: je wordt meegesleept, je neemt iets aan voor werkelijkheid en je emotionele reactie daarop is eerlijk en echt. Dat is iets wat kunst kan, de tijdelijke opheffing van ongeloof. Dat is volgens mij het grote verschil tussen een gemeenschap die gebaseerd is op spel en een die gegrondvest is op volksaard of religie, dogmatische rituelen dus. Ik wil juist op de scheidslijn zitten tussen spel en ritueel. Alleen maar spel is historieloze vrijblijvendheid, alleen maar ritueel is gedachteloze herhaling van de traditie. Op die paradoxale grens moet je balanceren.’
De wortel van het Vlaamse malcontentement ‘Zelden is de Nederlandstalige regio in België zo verdeeld geweest als vandaag. Het is toch ironisch dat precies wanneer er iemand de politieke scène opstapt met de stelling dat we een eigen staat moeten worden, Vlaanderen zo verdeeld is. De kloof is nog nooit zo groot geweest tussen enerzijds de culturele hobbyisten en anderzijds, de mensen die ervan overtuigd zijn dat je je beter ‘bij uw eigen’ houdt. Ik denk dat het niet veel opschiet om verder te polariseren. Ik wil weten waar dat vandaan komt. Op elkaar meppen helpt ons ook niet verder. Ik zou er schotschriften over kunnen maken, maar dat polariseert alleen maar meer. Met Afzal wou ik net op zoek gaan naar de wortel van het hedendaagse malcontentement. En dan kom ik uit bij iets dat veel minder lokaal is. Iets dat ons allemaal overstijgt. Ons verlangen naar geborgenheid komt volgens mij voort uit de angst voor een globaliserende economie, waarin je je grip op het leven dreigt te verliezen. Dus is die Vlaamse reflex in de eerste plaats een uitvloeisel van een economisch probleem. Politieke bespiegelingen als deze zijn niet origineel en ze zijn al zeker niet nieuw. Auteurs als Bas Heijne kunnen dat heel trefzeker plaatsen en duiden. Met Afzal gaat het mij ook niet zozeer over het maken van de analyse, noch over het openen van één of ander debat daarover. Ik ben bezig met wat je doet nadat ze zijn gesteld. Deze diagnose snijdt hout . En wat nu? En dan kom ik als verteller met mijn verhalen op de proppen. Ik denk dat we dat nodig hebben. Verhalen die een aanzet geven tot andere woorden, tot een andere manier van denken. Ik houd erg van deze uitspraak van Lao Tze: Watch your words, they become actions. Watch your actions, they become habits. Watch your habits, they become character. Watch your character: it becomes your destiny.”
Wannes Gyselinck
De ongelooflijke veranderingen van Meneer Afzal (over zijn glazen been wordt niet gesproken) Biografieën
(°1959)woont en werkt in Parijs en Luik. Hij wordt vertegenwoordigd door galerij In Situ (Parijs). Patrick Corillon stelde tentoon op Documenta IX in 1992, op de biënnale van Sao Paulo in 1994, Lyon in 1995, Sydney in 2002 en Brussel in 2008. PATRICK CORILLON
Zijn werk was te zien in musea als Tate Gallery, het Royal College of Art in Londen, het Centre Georges Pompidou in Parijs, het Paleis voor Schone Kunsten van Brussel en Charleroi, de stichtingen De Appel en Witte de With in Nederland, stichting Gulbenkian in Lissabon enz. De volgende galerijen toonden zijn werk: Galerie des Archives (Parijs), Marconi (Milaan), Massimo Minini (Brescia), Albert Baronian (Brussel), Modulo (Lissabon), Produtzenten (Hamburg), Yvon Lambert (Parijs), Tania Rumpff (Haarlem). Sinds 2007 kreeg Corillons project ‘Le diable abandonné’ (‘De duivel beduveld’) vorm en kwamen er drie boeken, gepubliceerd bij Éditions MeMo (Nantes), en drie vertoningen: een lettristische fantasie in drie taferelen. Daarna legde hij zich almaar meer toe op podiumprojecten waarin muziek een grote rol speelt. Zo werkte hij tussen 2010 en 2012 aan een soloperformance: ‘La rivière bien nommée’ (tournee in Frankrijk gepland in 2011); de muzikale en plastische creatie ‘Oskar Serti va au Concert’ voor het Klangforum in het Concert House van Wenen (november 2011); een muziektheaterstuk naar Maeterlincks boek ‘De blinden’ met de jonge componist Daan Janssens bij LOD in Gent (maart 2012) en in 2013 aan De ongelooflijke veranderingen van Meneer Afzal.
(°1971) is schrijver van toneel, film, proza en essays over het spanningsveld tussen kunst, filosofie en politiek. Hij studeerde theater aan het conservatorium van Antwerpen bij Dora Van der Groen en filosofie in Antwerpen en Parijs. Zijn kortfilms (o.m. Solar en De Intrede, beide 2001) zijn op verschillende internationale festivals in de prijzen gevallen. Zijn werk wordt beschouwd als één van de meest grensverleggende vormen van hedendaags drama. Hoewel het de sporen draagt van een Belgische traditie van het groteske, het surrealisme en de mystiek, noemt hij zijn werk "een sluipweg voor de Verlichting". In zijn schrijven over en voor theater bevraagt hij taal en theatercodes. Zijn teksten zijn in verschillende talen vertaald en worden in Duitsland vertegenwoordigd door Henschel Schauspiel, in Frankrijk door L’Arche, en in de UK door Rosica Collin ltd. PIETER DE BUYSSER
Zijn taal heeft “een inwendige, revolutionaire kracht” die “op trage, intimistische manier weerstand biedt aan de loop der dingen”. Voor zijn theatergezelschap Lampe maakte hij onder meer de trilogie De kritiek van de geraakte rede, waarin hij Kant en het postmodernisme onder de loep nam. Teksten van Pieter De Buysser werden o.a. gespeeld door Dito'Dito, De Queeste, Munchener Kammerspiel, NTGent, KVS, Walpurgis, De Roovers, Hollandia, Benjamin Verdonck ea. Zijn voorstelling An anthology of optimism (ism Jakob Wren) is sinds begin 2009 bezig aan een succesvolle tournee doorheen Europa. Sinds 2004 groeit er een nauw samenwerkingsverband tussen Pieter De Buysser en LOD. Hij werkt in 2004 met Dick van der Harst en Dominique Roodthooft aan Opera Bègue/De Stotteropera. Opnieuw met Dick van der Harst en samen met Koen De Sutter verschijnt in 2006 The Attendants’ Gallery, Stories of Europe. Met componist Dominique Pauwels en regisseuse Inne Goris realiseert hij Judaspassie in het voorjaar van 2009. Verder heeft hij met Inne Goris Nachtevening (november 2009) gemaakt en MUUR (mei 2010). In 2012 publiceerde Pieter de theaterfeuilleton: De ongelooflijke veranderingen van Meneer Afzal (over zijn glazen been wordt niet gesproken), die werd uitgezonden op Klara. In 2013 plant hij samen met Patrick Corillon en Thomas Smetryns de gelijknamige voorstelling in een productie van LOD. (°1977) studeerde compositie bij Godfried-Willem Raes aan het conservatorium van Gent. Zijn zoektocht in het creëren van een experimentele muziekpraktijk resulteert in projecten waarbij een brede waaier aan instrumenten (gaande van ophecleide tot elektronica en platendraaiers), uitvoerders (professionele klassiek geschoolde muzikanten, muzikanten uit de improvisatie scène maar ook amateurs en jongeren) en verschillende manieren van noteren aan bod komen. Improviseren doet hij voornamelijk met zijn uitgebreide collectie stemvorken en zijn collectie etnische muziek op 78 toeren platen. In zijn composities worden de traditionele opvattingen over THOMAS SMETRYNS
muziek een kwartslag gedraaid. Door ongewone spelregels uit te zetten ontstaan ongebruikelijke en boeiende relaties tussen de componist, de partituur, de spelers, de luisteraar. Hij schreef muziek voor onder andere Spectra Ensemble, Daan Vandewalle, het barokorkest B'Rock, het Klarafestival en ICTUS ensemble. Sinds 2008 is hij verbonden aan LOD. In opdracht van LOD schreef hij de muziek voor de voorstelling De Duivel beduveld en leverde hij een bijdrage aan Lecture Songs 1 en 2. LOD engageerde hem voor de muziek bij een voorstelling van Inne Goris (2013), voor een opera i.s.m. Inne Goris en het Collegium Vocale in 2015 (Kunstenfestival Des Arts) en voor de muziek van De ongelooflijke veranderingen van Meneer Afzal (over zijn glazen been wordt niet gesproken). LIESELOT DE WILDE (°1984)
is een jonge creatieve zangeres met een opmerkelijke muzikale persoonlijkheid en een heldere, expressieve stijl. Ze focust vooral op oude muziek en hedendaags muziektheater en performance. Samen met Pieter Theuns (theorbe) en Pieter Vandeveire (viola da gamba) richtte ze baroktrio Bel Ayre op. Ze zingt hiernaast ook nog freelance in Psallentes en Encantar. Lieselot werkt graag samen met hedendaagse componisten en theatermakers. Voor muziektheater LOD creëerde ze de muziek van Dominique Pauwels in de productie MUUR (regie, Inne Goris), en in 2012 was ze te zien in “Tongval”, een kameropera voor twee zangeressen, waarin Frank Nuyts voor haar een rol schreef. Lieselot kijkt heel erg uit naar twee toekomstige projecten: een nieuwe samenwerking bij LOD, waarin ze aan de slag zal gaan met de muziek van Thomas De wonderlijke veranderingen van meneer Afzal (over zijn glazen been wordt niet gesproken. Ze gaat ook samenwerken met Ben Frost. De productie heet The Wasp Factory, naar de gelijknamige gothic novel van Ian Banks en ze zullen hiermee o.a. te zien zijn bij Bregenzer Festspiele, ROH Covent Garden, Hebbel Am Ufer Berlin, Holland Festival, Cork Midsummer Festival,... Lieselot studeerde bij Dina Grossberger en Katelijne Van Laethem. Nu laat ze zich coachen door Jard Van Nes. Ze behaalde een eerste prijs tijdens de wedstrijd Axion Classics 2003 van Dexiabank, ze werd finaliste van het “premier concours de chant baroque de Froville” en ze was genomineerd voor haar opmerkelijke prestatie tijdens het “Sesta edizione del Concorso di Musica Antica - premio Fatima Terzo” in Vicenza in 2012.
De ongelooflijke veranderingen van Meneer Afzal (over zijn glazen been wordt niet gesproken) Over ons
LOD muziektheater is een Gents productiehuis voor opera en muziektheater, een creatieve thuis voor artiesten. LOD engageert zich om trajecten uit te zetten op lange termijn; met componisten zoals Kris Defoort, Daan Janssens, Jan Kuijken, Vasco Mendonça, Dominique Pauwels en Thomas Smetryns, en met regisseurs Josse De Pauw en Inne Goris. Daarnaast staan onze deuren open voor zij die ons artistieke pad kruisen, altijd verrassend maar nooit toevallig; Patrick Corillon, Pieter De Buysser, Denis Marleau, Fabrice Murgia, François Sarhan. Ons huis wil een overkoepelend platform zijn voor al deze kunstenaars, en wil hen de middelen bieden om hun ideeën uit te werken. Al 25 jaar creëren we producties die vaak toonaangevend bleken voor het hedendaagse landschap van opera en muziektheater. The Woman who Walked into Doors en House of the Sleeping Beauties (Kris Defoort, Guy Cassiers), Die Siel van die Mier en De Gehangenen (Josse De Pauw & Jan Kuijken), Muur (Inne Goris, Dominique Pauwels), Ghost Road (Dominique Pauwels, Fabrice Murgia), The House Taken Over (Katie Mitchell, Vasco Mendonça), An Old Monk (Josse De Pauw, Kris Defoort), … zijn slechts enkele voorstellingen die onze brede visie belichamen. De resultaten die voortvloeien uit deze artistieke samenwerkingen, laten zich niet in hokjes plaatsen en blijven lang nazinderen. LOD richt de blik resoluut op wat komt, onder andere door ons engagement voor jong talent. Via het European Network of Opera Academies werken we mee aan de toekomst van muziektheater: enoa garandeert kwalitatieve workshops voor jonge artiesten en biedt de mogelijkheid tot duurzame uitwisselingen tussen internationale operahuizen. Gent is waar het allemaal begon, ooit, met Lunch Op Donderdag. Met de passie voor muziektheater. Daarnaast vormen internationale samenwerkingen van bij het begin een basis van ons werk. LOD muziektheater, een internationaal productiehuis en een creatieve thuis – blik op de wereld, Ghent Made.
CONTACT Céline Broeckaert Spreiding & externe relaties
[email protected] + 32 9 266 11 33 Marianne Cattoir Pers & communicatie
[email protected] +32 9 266 11 39 LOD muziektheater Bijlokekaai 3 9000 Gent, België +32 9 266 11 33