Literatuur
Voor de huisarts American Psychiatric Association (2000). Diagnostic and statistical manual of mental disorders (4th ed., text. rev.) Washington, DC: APA. Antony, M.M., Bieling, P.J., Cox, B.J., Enns, M.W., & Swinson, R.P. (1998). Psychometric properties of the 42-item and 21-item versions of the Depression Anxiety Stress Scales (DASS) in clinical groups and a community sample. Psychological Assessment, 10, 176-181. Brosschot, J.F., Dijk, E. van, & Thayer, J.F. (2007). Daily worry is related to low heart rate variability during waking and the subsequent nocturnal sleep period. International Journal of Psychophysiology, 63, 39-47. Brosschot, J.F., Gerin, W., & Thayer, J.F. (2006). The perseverative cognition hypothesis: A review of worry, prolonged stress-related physiological activation, and health. Journal of Psychosomatic Research, 60, 113-124. Brosschot, J.F., Godaert, G.L., Benschop, R.J., Olff, M., Ballieux, R.E., & Heijnen, C.J. (1998). Experimental stress and immunological reactivity: A closer look at perceived uncontrollability. Psychosomatic Medicine, 60, 359-361. Brosschot, J.F., Pieper, S., & Thayer, J.F. (2005). Expanding stress theory: Prolonged activation and perseverative cognition. Psychoneuroendocrinology, 30, 10431049. Buijs, P., Heuvel, F. van den, & Steenbeek, R. (2009). Patiënten verwachten bij ziekteverzuim een prominente rol van de huisarts. Huisarts en Wetenschap, 52, 147151. Cohen, S., Doyle, W.J., Skoner, D.P., Rabin, B.S., & Gwaltney Jr., J.M. (1997). Social ties and susceptibility to the common cold. Journal of the American Medical Association, 277, 1940-1944. Connor, K.M., & Davidson, J.R. (2003). Development of a new resilience scale: the Connor-Davidson Resilience Scale (CD-RISC). Depression and Anxiety, 18, 7682. Dijksterhuis, A., Bos, M.W., Nordgren, L.F., & Baaren, R.B. van (2006). On making the right choice: The deliberation-without-attention effect. Science, 311, 10051007.
B. Verkuil et al., Een patiënt met stress en burnout, DOI 10.1007/978-90-313-8261-3, © 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media
94
Een patiënt met stress en burnout
Gebhardt, W.A., Doef, M. van der, Massey, E.K., Verhoeven, C., & Verkuil, B. (2010). Goal commitment to finding a partner and satisfaction with life among female singles: The mediating role of rumination. Journal of Health Psychology, 15, 122130. Hoogduin, C.A.L., Schaap, C.P.D.R., & Methorst, G.J. (1996). Burnout: klinisch beeld en diagnostiek. In C.A.L. Hoogduin, C.P.D.R. Schaap, A.J. Kladler & W.A. Hoogduin (red.), Behandelingsstrategieeën bij burnout (pp. 33-41). Houten/ Diegem: Bohn Stafleu van Loghum. Jellesma, F.C., Verkuil, B., & Brosschot, J.F. (2009). Postponing worrisome thoughts in children: The effects of a postponement intervention on perseverative thoughts, emotions and somatic complaints. Social Science and Medicine, 69, 160-164. Lazarus, R.S. (1999). Stress and emotion: A new synthesis. Londen: Free Association Books. Lovibond, P.F., & Lovibond, S.H. (1995). The structure of negative emotional states: Comparison of the Depression Anxiety Stress Scales (DASS) with the Beck Depression and Anxiety Inventories. Behaviour Research and Therapy, 33, 335-343. Maslach, C., Schaufeli, W.B., & Leiter, M.P. (2001). Job burnout. Annual Review of Psychology, 52, 397-422. McEwen, B.S. (1998). Stress, adaptation, and disease. Allostasis and allostatic load. Annals of the New York Academy of Sciences, 840, 33-44. Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (2000). Handelen van de bedrijfsarts bij werknemers met psychische klachten. Richtlijn voor bedrijfsartsen. Eindhoven: NVAB. Sapolsky, R.M. (1998). Why zebras don’t get ulcers. New York: Freeman. Schaufeli, W.B., & Dierendonck, D. van (2000). Utrechtse Burnout Schaal (UBOS): Testhandleiding. Amsterdam: Harcourt Test Services. Terluin, B. (1996). De Vierdimensionale Klachtenlijst (4DKL). Een vragenlijst voor het meten van disstress, depressie, angst en somatisatie. Huisarts en Wetenschap, 39, 538-547. Ursin, H., & Eriksen, H.R. (2004). The cognitive activation theory of stress. Psychoneuroendocrinology, 29, 567-592. Verkuil, B., & Brosschot, J.F., & Beurs, D.P. de, & Thayer, J.F. (2009). Effects of explicit and implicit perseverative cognition on cardiac recovery after cognitive stress. International Journal of Psychophysiology, 74, 220-228. Verkuil, B., Brosschot, J.F., Borkovec, T.D., & Thayer, J.F. (2009). Acute autonomic effects of experimental worry and cognitive problem solving: Why worry about worry? International Journal of Clinical and Health Psychology, 9, 439-453. Verkuil, B., Brosschot, J.F., Meerman, E., & Thayer, J.F. (in druk). Effects of momentary assessed stressful events and worry episodes on somatic health complaints. Psychology and Health. Williams, K.A., Kolar, M.M., Reger, B.E., & Pearson, J.C. (2001). Evaluation of a wellness-based mindfulness stress reduction intervention: A controlled trial. American Journal of Health Promotion, 15, 422-432.
Literatuur
Voor de patiënt Csikszentmihalyi, M. (1999). Flow: psychologie van de optimale ervaring. Amsterdam: Boom. Elkin, A. (2006). Stress voor dummies. Amsterdam: Pearson Education Benelux. Hayes, S.C., & Smith, S. (2006). Uit je hoofd, in het leven. Een werkboek voor een waardevol leven met mindfulness en acceptatie en commitment therapie. Amsterdam: Nieuwezijds. Seligman, M.E.P. (2002). Gelukkig zijn kun je leren. Utrecht: Het Spectrum. Sterk, F., & Swaen, S. (2003). Denk je sterk en denk je zeker! Utrecht: Kosmos. Sterk, F., & Swaen, S. (2004). Leven met een piekerstoornis. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Sterk, F., & Swaen, S. (2006). Positieve zelfmotivatie. Utrecht: Kosmos. Tiggelaar, B. (2005). Dromen, durven, doen: het managen van de lastigste persoon op aarde: jezelf. Utrecht: Het Spectrum. Verkuil, B., & Emmerik, A. van (2007). Omgaan met stress en burn-out. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Witjas, R. (1996). De tijd van uw leven. Time management. Zaltbommel: Thema. Young, J.E., & Klosko, J.S. (1994). Leven in je leven: leer de valkuilen in je leven kennen. Lisse: Swets en Zeitlinger.
95
Adressen en websites
Adressen De Gezonde Zaak Levie Vorstkade 65 3071 AG Rotterdam (088) 008 86 00 Indigo Gezond Werken Villawal 23 3432 NX Nieuwegein (030) 225 40 03 www.indigo.nl/gezondwerken Skils Schipholweg 66d 2300 AP Leiden (088) 800 85 55 www.skils.nl Symfora Utrechtseweg 284 3800 DB Amersfoort (033) 463 35 66 www.symfora.nl HSK Groep Postbus 134 6800 AC Arnhem (026) 368 77 00 www.hsk.nl
B. Verkuil et al., Een patiënt met stress en burnout, DOI 10.1007/978-90-313-8261-3, © 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media
Adressen en websites
UvA PsyPoli Roetersstraat 15 1018 WB Amsterdam (020) 525 62 80 www.psypoli.nl ISW Limits Tiensevest 40 3000 Leuven (0032) 016 20 85 96 www.iswlimits.be Websites Stress en burnout – burnout.startpagina.nl – www.beroepsziekten.nl – www.burnin.nl – www.burnoutbegeleidingin.nl – www.nuevenniet.com – www.werkenpsyche.nl Werkdruk – home.szw.nl Landelijke Eerstelijns Samenwerkingsafspraak Overspanning – nvab.artsennet.nl/nieuws/overspanning.htm Nederlands Centrum voor Beroepsziekten – www.beroepsziekten.nl Ontspanningsoefeningen – www.psycholoog.net Piekeren – www.piekeren.com
97
98
Een patiënt met stress en burnout
Re-integratie – arbo.startpagina.nl – mediation.startpagina.nl – reintegratie.startpagina.nl – www.uwv.nl (Geestelijke) gezondheid in het algemeen – ggz.startpagina.nl – www.geestelijke-gezondheid.be – www.gezondheid.be – www.gezondheidsplein.nl – www.psychiatrienet.nl – www.psychowijzer.nl Geestelijke gezondheidszorg via internet – www.interapy.nl – www.annazorg.nl
Bijlage Hulpmiddelen voor de patiënt
Wanneer uw patiënten de onderstaande vragenlijst Zelftest voor ongezonde stress invullen, krijgen ze snel een beeld van hun spanningsniveau in vergelijking met de algemene bevolking. In het contact tussen u en uw patiënt kan de vragenlijst dienen als hulpmiddel bij het bespreekbaar en concreet maken van stressklachten. De informatie is derhalve geschreven vanuit het perspectief van de patiënt. Verder komen de volgende onderwerpen aan de orde: – ontspannings- en; – meditatieoefeningen; – cognitieve techniek; – een verzoek weigeren; – een probleemanalyse maken; – pepzinnen; – assertieve boodschap en omgaan met conflicten. Zelftest voor ongezonde stress Geef voor elk van de onderstaande uitspraken aan in hoeverre de uitspraak de afgelopen week voor jou van toepassing was door een nummer te omcirkelen. Er zijn geen goede of foute antwoorden. Besteed niet te veel tijd aan iedere uitspraak, het gaat om jouw eerste indruk. De nummers hebben de volgende betekenis: 0 = helemaal niet of nooit van toepassing; 1 = een beetje of soms van toepassing; 2 = behoorlijk of vaak van toepassing; 3 = zeer zeker of meestal van toepassing.
B. Verkuil et al., Een patiënt met stress en burnout, DOI 10.1007/978-90-313-8261-3, © 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media
100
Een patiënt met stress en burnout
1
Ik merkte dat ik overstuur raakte van onbelangrijke zaken.
2
Ik had de neiging om overdreven te reageren op situaties.
3
Ik vond het moeilijk me te ontspannen.
4
Ik merkte dat ik gemakkelijk overstuur raakte.
5
Ik was erg opgefokt.
6
Ik merkte dat ik erg ongeduldig werd van oponthoud (bijv. wachten op een lift, stoplichten, file).
0
0
0
0
0
0
1
1
1
2
3
2
3
2
3
1
2
3
1
2
3
1
2
3
2
3
7
Ik merkte dat ik nogal lichtgeraakt was.
8
Ik vond het moeilijk op verhaal te komen.
9
Ik merkte dat ik erg snel prikkelbaar was.
10
Ik vond het moeilijk tot rust te komen nadat iets me overstuur had gemaakt.
11
Ik vond het moeilijk om te dulden dat ik gestoord werd bij wat ik aan het doen was.
0
0
0
0
0 12
1
1
2
2
2
3
3
3
1
2
3
1
2
3
Ik had volstrekt geen geduld met dingen die me hinderden bij iets wat ik wilde doen. 0
14
1
Ik was erg nerveus. 0
13
1
1
2
3
2
3
Ik merkte dat ik erg onrustig was. 0
1
Tel nu de antwoorden bij elkaar op en je krijgt een totaalscore. Hoe hoger je scoort des te meer last je hebt van ongezonde stress. Om je een beeld te geven van de ernst van je klachten, kun je de volgende indeling gebruiken.
101
0-14
Laag
Je hebt niet of nauwelijks last van ongezonde stress. Uiteraard heb je je weleens gestrest gevoeld, maar dat was maar van korte duur.
14-18
Lichte stress
Je hebt een aantal kenmerken van ongezonde stress.
18-26
Behoorlijke stress
Vul de komende tijd deze test nog een paar keer in. Als de scores hetzelfde blijven, is het tijd om iets aan je stress te doen.
26-42
Ernstige stress
Er is sprake van een grote mate van ongezonde stress. Hoewel dit maar een momentopname is, zou je eraan kunnen denken om eens met je huisarts over je klachten te praten.
Ontspanningsoefeningen buikademhaling Als je gespannen bent, gaat je ademhaling sneller. Tijdens deze oefening pas je de snelheid van je ademhaling aan een ontspannen toestand aan. Door deze oefening elke dag te doen, wordt het in je dagelijks leven gemakkelijker om de ademhaling aan te passen, waardoor gespannen gevoelens zullen afnemen. Deze oefening gaat het gemakkelijkst als je op een stoel zit. 1 Leg je hand op je buik en adem drie seconden in, houd je adem even vast en adem vervolgens vijf seconden uit. 2 Merk hoe je buik boller wordt bij elke inademing en je hand wegduwt. Houd dit minstens vijf minuten vol. 3 Waarschijnlijk word je afgeleid door storende gedachten. Merk dat dan op, maar leid je aandacht telkens weer terug naar de ademhaling en de hand op je buik. progressieve relaxatie Deze oefening leert je onderscheid te maken tussen spanning en ontspanning. Als je al langere tijd onder spanning staat, merk je in de loop van de tijd niet meer dat je lichaam gespannen is. Om het verschil tussen spanning en ontspanning weer te leren ervaren, ga je verschillende spiergroepen aan- en ontspannen. Deze oefening kun je zowel zittend als liggend doen.
102
Een patiënt met stress en burnout
De bedoeling van de volgende oefeningen is om steeds bepaalde spieren aan te spannen. Vervolgens laat je de spanning oplopen. Forceer niets, maar probeer je goed bewust te worden van de sensaties die de aanspanning met zich meebrengt. Houd de spanning een aantal seconden vast en laat dan de spanning ineens wegvallen. Let vervolgens op de sensaties in dat lichaamsdeel. Op het moment dat je de spanning laat wegvallen kun je iets tegen jezelf zeggen (zoals: ‘Ontspan’, of: ‘Laat maar los’). Werk rustig alle spiergroepen af. – Benen. Strek je rechterbeen en rechtervoet, laat de tenen zo ver mogelijk van je lichaam afwijzen. Doe hetzelfde met je linkerbeen en linkervoet. – Heupen. Strek beide benen naar voren en knijp je billen samen. – Borstgebied. Adem diep in en laat de spanning in je borstkas oplopen. – Armen en schouders. Strek je rechterarm en vervolgens je linkerarm naar voren. – Schouders. Trek je schouders zo hoog mogelijk op, zodat je hoofd in een soort kommetje ligt. – Nek. Duw je nek naar achteren en druk je kin op je borst. – Gezichtsspieren. Maak een grimas, pers de lippen samen en knijp je ogen dicht. aarden Het doel van deze oefening is je lichaam contact te laten maken met de grond waarop je staat of de stoel waarop je zit. Je kunt deze oefening zittend op een stoel of staand doen. – Zet beide benen in een rechte hoek onder je stoel. Laat je voeten recht naar voren wijzen. – Ga met je aandacht naar je voeten. Let op hoe je voet contact maakt met de grond. Misschien merk je dat je voet warm is of koud, of iets anders. Merk dit op en blijf met je aandacht bij je voet. Let op hoe zwaar je voet is. Blijf een tijdje met je aandacht bij je voeten. – Ga vervolgens naar je billen en benen. Let ook hier op de sensaties. Probeer de zwaarte van je lichaam op de stoel en de grond te voelen. Ga met je aandacht naar je rug, en hoe deze contact maakt met de rugleuning. – Blijf zo een tijdje ontspannen zitten. Voor meer ontspanningsoefeningen zie www.psycholoog.net.
103
Cognitieve techniek De cognitieve techniek - uitgebreider beschreven in hoofdstuk 5 bestaat uit de volgende stappen: 1 Onderzoek welke gedachten je had toen je gestrest was. 2 Onderzoek of deze gedachten wel of niet realistisch zijn. 3 Vervang niet-realistische gedachten door realistische gedachten. 4 Zet de realistische gedachten in als je weer gestrest bent of dreigt te worden. Meditatieoefening – Zorg ervoor dat je comfortabel maar stevig zit op een kussen, de grond of een stoel. Houd je rug recht, los van de leuning van de stoel. – Richt je aandacht eerst op de houding en op het contact tussen lichaam en kussen, grond of stoel. Richt je aandacht daarna op je ademhaling. Merk de lichamelijke ervaringen op die samengaan met je ademhaling, bijvoorbeeld in je buik of in je borst. Je hoeft je ademhaling niet te veranderen, alleen maar te observeren. Dit geldt ook voor alle andere ervaringen in je lichaam of in je geest. – Als je merkt dat je aandacht afdwaalt van je ademhaling, leid je de aandacht rustig terug naar je ademhaling. Ook het afdwalen van je gedachten hoef je niet te voorkomen of te veroordelen, alleen maar te observeren. – Doe deze oefening een kwartier of langer, als je dat prettig vindt. De ademhaling heeft in meditatieoefeningen dus een heel andere rol dan in de ontspanningsoefeningen die we eerder in hoofdstuk 5 beschreven. Met de ontspanningsoefening wordt geprobeerd de ademhaling te veranderen (langzamer te maken), bij deze meditatieoefening is dat juist niet de bedoeling. De ademhaling (snel of langzaam, oppervlakkig of diep) is hier alleen het onderwerp van de aandacht. De aandacht voor de ademhaling is een middel om in het hier en nu te blijven en om gedachten die normaal gesproken voor veel stress zorgen doordat er veel waarde aan wordt gehecht, even te laten voor wat ze werkelijk zijn: gedachten, niet meer en niet minder.
104
Een patiënt met stress en burnout
Verzoek weigeren Hoe zeg je nu op een duidelijke manier dat je iets niet wilt? Met andere woorden: hoe geef je je grens aan? Oefen eens met de volgende stappen. – Zeg duidelijk: nee. – Geef kort en bondig een reden (zoals: ‘Daar heb ik geen tijd voor’, of: ‘Daar heb ik geen zin in’), waarbij een reden niet hetzelfde is als een excuus of een smoes. – Stel eventueel een alternatief voor (zoals: ‘Volgende week komt het beter uit, dan heb ik meer tijd’). Belangrijk is ook dat de lichaamstaal de boodschap ondersteunt en niet afzwakt. Door met een duidelijke stem op een rustig tempo te praten en oogcontact te maken, komt de boodschap beter over dan wanneer je fluistert en wegkijkt. Zorg ervoor dat je weigering kort en bondig is, en dat je je niet verliest in het eindeloos aandragen van argumenten voor de weigering. Als je het moeilijk vindt om een verzoek te weigeren, bedenk dan dat je het recht hebt, net als ieder ander, om verzoeken te weigeren. Je hoeft daarvoor niet volledige inzage in je agenda te geven of je op andere manieren uitvoerig te verantwoorden. Blijft de ander aandringen en raak je daardoor geïrriteerd? Probeer dan of je dit kunt bespreken (bijvoorbeeld: ‘Ik vind het heel vervelend dat je nu blijft aandringen, het heeft geen zin, want ik doe het niet, ik wil dat je nu ophoudt met aandringen’). Dit wordt metacommunicatie genoemd: bespreken wat er in de communicatie verkeerd loopt (bijvoorbeeld: ‘Ik heb je al drie keer een vraag gesteld en je geeft me geen antwoord’). Probleemanalyse maken Stel jezelf vóór het gesprek met de bedrijfsarts of werkgever de volgende vragen. – Wat zijn de klachten? – Wat is volgens jou de oorzaak? – Liggen de oorzaken in het werk, in de privésfeer of in beide? – Wat zou er volgens jou moeten gebeuren om weer aan het werk te kunnen?
105
– Wat wil je dat je werkgever doet? – Wat wil je aan jezelf veranderen? Tip: schrijf je antwoorden op. Pepzinnen – – – – –
‘Ik kan het!’ ‘Ook dit gesprek duurt niet eeuwig.’ ‘Ik kom voor mezelf op en sta open voor andere meningen.’ ‘Ik heb de kracht om dit te doen.’ ‘Wat anderen ook zeggen, ik ben goed zoals ik ben.’
Assertieve boodschap – Spreek je gevoel uit in de ik-vorm: ‘Ik vind het vervelend dat ...’ – Benoem concreet het gedrag of de situatie: ‘... u mij nieuwe opdrachten blijft geven, terwijl ik arbeidstherapeutisch aan het werk ben en al een aantal keer heb aangegeven dat ik het te druk heb.’ – Benoem de gevolgen hiervan voor jou: ‘Ik voel me hierdoor erg onder druk gezet en op dit moment kan ik deze druk niet aan.’ – Geef aan wat je zou willen: ‘Ik wil graag dat u me voorlopig geen nieuwe opdrachten geeft, zodat ik mij eerst kan richten op het achterstallige werk.’ Omgaan met conflicten Een aantal vaardigheden is van belang bij het hanteren van conflicten. – Luisteren naar de ander. Gebruik tijdens een gesprek de LSDmethode: Luisteren naar de ander, Samenvatten wat je hoort, Doorvragen als je iets niet begrijpt. Zo worden misverstanden voorkomen. – Assertieve boodschappen geven. Praat in de ik-vorm, en houd het concreet en kort. – Emoties niet de boventoon laten voeren tijdens het onderhandelen. Neem bij hoog oplopende emoties een time-out. – Eventueel een derde persoon inschakelen om te bemiddelen.
Register
aanleg 46 actiemodus 82 agressief gedrag 76 alledaagse problemen 21 assertief gedrag 76 automatische gedachten 72
energiebalans 68 energiedagboek 67 energiegevers 67 energiemanagement 69 energievreters 67 fight-or-flight response 13
bedrijfsarts 33, 61, 77 belemmerende denk- en gedragspatronen 86 belemmerende schema’s 49 bewustwording 66 ‘broaden and build’-theorie 84 burnout herkennen 27 chronische stress 22 chronischevermoeidheidssyndroom 32 cognitieve technieken 72 comorbiditeit 33 complimenten 88 conflicten 80 conflicthantering 79 Connor-Davidson Resilience (Weerbaarheids)Schaal 85 controle 45 diagnose 28 doelen 43 doorverwijzen 34 draagkracht 42 draaglast 42 DSM-IV 18 emotiegerichte stresshantering 54
gezonde stress 13 ggz 35 intake 18 juridische hulp 36 karakter 46 Landelijke Eerstelijns Samenwerkingsafspraak (LESA) 35 levensgebeurtenissen 22 lichamelijke conditie 49 lichamelijke fitheid 90 lichamelijke klachten 14 loslaten 54 maatschappelijk werk 35 meditatie 81 mindfulness 81 model voor ongezonde stress 38 natuur 89 nee zeggen 76 negatieve emoties 84 neurasthenie 32 niet-realistische gedachten 86
B. Verkuil et al., Een patiënt met stress en burnout, DOI 10.1007/978-90-313-8261-3, © 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media
Register
omgeving 56 ongezonde stress 14 ontkennen 66 ontspannen 71 oplossingsgericht denken 87 overbelasting 58 overspannenheid 19, 32 perfectionisme 50 piekeren 53, 69 plan van aanpak 33 positieve emoties 84 preventieplan 91 prioriteiten stellen 70 probleemanalyse 62 probleemgerichte stresshantering 53 psychische klachten 16 psycholoog 35
107
stemming 49 stress 11 stressklachten 56 stressreactie 12, 41 subassertief gedrag 76 temperament 46 traumatische ervaringen 22 Utrechtse Burnout Schaal (UBOS) 19, 30 valkuilen 44 vecht-of-vluchtreactie 13 Vierdimensionale Klachtenlijst (4DKL) 30 vragenlijst 18
re-integratie 63 realistische gedachten 75
weerbaarheid 84 werkgerelateerde overspannenheid 26 werkomstandigheden 51
sociaal systeem 58 sociale steun 89
ziekmelding 33, 60 zijnmodus 82