Literaire voetsporen
Bijlage bij de inzending voor de toeristische prijsvraag uitgeschreven door de Gemeente Voorst.
© Belangenvereniging De Kar en De Hooilanden, 2004
Voorst … verbindende voetsporen
pagina 1
Voorwoord Deze bijlage geeft een voorbeeld van toekomstig promotiemateriaal in de campagne „Voorst ... verbindende voetsporen“. Het is een eerste verzameling van literaire voetsporen die eerder door anderen zijn achtergelaten. Bijvoorbeeld door Lubbert A. Torck in 1750 en Jac. P Thysse in 1915. U kunt er herinneringen bij ophalen, erbij glimlachen of ervan genieten. Is het fraai gebonden, dan kunt u het weggeven. Aan dierbaren of aan zakenrelaties. U kunt het ook gebruiken om oude sporen te herontdekken of om eigen tochten of verkenningen uit te zetten. En waarom zouden hedendaagse schrijvers niet te verleiden zijn om hun sporen aan het papier toe te vertrouwen?
Veel lees- en wandelplezier toegewenst door de Belangenvereniging De Kar en de Hooilanden.
Martin Mulder,
17 maart 2004
Voorzitter
Voorst … verbindende voetsporen
pagina 2
De van Deventer ... (...) Int beginsel vant jaer 1527 sijn de van Deventer met ettelicke krijgsluden over die IJssel geschepet, trecken de Veluwe langs hent ontrent Sutphen, ende nemen eenen groten roof van beesten; als sie nu den roof voir sich hadden, menen, dat sie het all hadden gewonnen, holden sich niet bij den anderen, lopen overall op den huijsman musekoppen, dat de Geldersche boeren wijss worden op de Veluwe, slaen de klocken, vergaderen sich bij den anderen, nemen den van Deventer den roof weder ende slaen haer in de vlucht, vervolgen se hent voir Deventer, coemen op de IJssele, nemen de achtersten gevangen, waervan ettelicke sijn verdroncken ende ettelicke dood geslagen ende oock sommige daervan sijn weder binnen de stad gekomen . (...)
De van Gorssel ..
Uit: W. Nagge, „Historie van Overijssel“, 1678
Voorst … verbindende voetsporen
pagina 3
De Nieuwe Steene Brug ... (…) Verder zal de grens zuidwaarts gaande voorlopig deze wetering volgen, met aan de rechterhand Apeldoorns gebied en links Wilps, tot aan “de Nieuwe Steene Brug” in de Tolweg naar Zutphen. Daar wordt weer een paalgat gegraven. Maar daarmee is het al 4 uur in de middag en de heren gaan gezamenlijk naar Apeldoorn, kennelijk langs de tolweg. De volgende dag, zaterdag 31 oktober, begeven ze zich om 8 uur weer naar de nieuwe stenen brug en vinden daar weer de schout van Voorst nu met als aanwijzers Jan Bresser en Reijnder van de Reumer. Verder zijn daar Albert Karreman als aanwijzer voor Beekbergen en de nodige arbeiders. Om te beginnen wordt een gat gegraven “even voorbij de Karremans huys leggende ter regter sijde van de Tolweg als men gaat van Apeldoorn nae Zutphen” nog steeds op de grens tussen Apeldoorn en Wilp. Op een heuveltje niet ver hier vandaan komt een pol te liggen om de scheiding tussen Voorst in het zuidoosten, het kerspel Apeldoorn in het noordwesten, Beekbergen in het westen en Wilp in het noorden aan te geven. Dan gaat het rechtsom naar de wetering, die binnen de heerlijkheid zal vallen, en na het graven van een paalgat, zuidwaarts langs deze wetering. We laten “de Raekhorst” op Voorster grondgebied links liggen en werpen een pol op “in een hoek van ’t Gietelse broeck”. We bevinden ons inmiddels, bijna 2 km ten zuiden van het tolhuis de Kar, aan de weg naar Voorst en Zutphen en krijgen het Beekberger Woud nu aan onze rechterhand. (…)
De Reumer
Uit: Verbaal van landdrost Lubbert A. Torck van de grensuitzetting van de hoge heerlijkheid Het Loo, najaar 1750, naverteld door L. Aardoom, 1989
Voorst … verbindende voetsporen
pagina 4
Vierde reistogt … (…) Van Deventer neemen wy nu den Weg met den Poftwagen op Appeldoorn. Doch willen de Heeren Reifigers, voor datze dezen Weg aannemen, hier over den Yffel eenige Adelyke Landhuizen gaan bezichtigen, men zal ‘er binnen den Omtrek van drie uuren gaans verfcheidene, die wel bezienswaardig zyn. vinden, als Leeuwenburg, Latmeer, 't Slot Welpenhorst, Verstonden, Westenburg, Stroo, Laar; Glinthorft, Kruisoort, Hoemen, Heel en meer anderen.
Reise- en zakatlas
Deze alle zyn gelegen op de Veluwe in Gelderland; (…). Maar om weder op den rechten Weg te komen, kunnen de Reifigers zich van den Poftwagen bedienen, die van hier op Appeldoorn ryd, dog indien hy des Zomers den Weg over 't Loo neemt, is het voor de Reifende veel beter, om dat Koninglyk Luftplaats. te bezichtigen. (…)
Uit: Jan Christiaan Sepp, ‘Nieuwe geografische reise- en zak-atlas’ Amsterdam, 1773
Voorst … verbindende voetsporen
pagina 5
Links van de IJssel ... (…) De weg naar Wilpe over den hoogen, kronkelende IJsseldijk biedt een verrukkelijk schoon vergezicht over den omtrek aan. Links van u ziet gij de grazige door de rivier bespoelde weiden met de stad op den achtergrond, rechts akkers en bosschen. Binnendijks ligt daar Het Schol, het buitengoed der familie Mr. HR. van Marle. Het werd tijdens de algeméene werkeloosheid in 1848 door Mr. W.H Cost Jordens volgens het plan van den gemeenteopzichter A. van Leusen aangelegd, zooals het thans is. (…) Een weinig verder voert een landelijke binnenweg naar Twello langs Het Zand, eene buitenplaats reeds lang in het bezit der familie Budde, en daarom veelal bekend als't Buddenzand. Kaart van (…)
Cornelis Florisz. van Berckenrode, uitg. Claes Janszn Visscher, 1629
Uit: M.E. Houck, “Deventer en Omstreken”: “Voor den tourist een uitvoerige beschrijving van de stad en hare mooie omgeving”, 1901
Voorst … verbindende voetsporen
pagina 6
Van Dieren naar Deventer … (…) Den volgenden dag wilden we een beetje op adem komen. We lieten de rijwielen in de schuur en gingen een dijk- en oeverwandeling maken. Tusschen Doesburg en Deventer heeft de IJsel langs den oostoever geen doorloopende bedijking, omdat daar nog al hooge gronden liggen en alleen hier en daar is er dan een gaatje gestopt. Langs den westoever begint de doorloopende bedijking in de buurt van Zutphen en van het eerste stuk van dien Veluwschen bandijk ligt, wat eerts wel wat vreemd lijkt, verscholen in de bosschen nabij Klarenbeek, een heel op Apeldoorn aan. Wie langs den grooten weg van Apeldoorn naarZutphen fietst, treft dien dijk in de buurt Appen en daar liggen er ook kolken of wielen aan. Eve voorbij het kruispunt ziet ge hem weer linksaf gaan, vlak bij dien ouden scheeven, schilderachtigen watermolen, waar altijd wel een teekenaar of een fotograaf bezig is, want die kunnen dat ding niet met rust laten. Wat ze moeten beginnen als het mooie krotje binnenkort in.elkaar valt, weet ik niet, maar' t za1 ook mij geweldig spijten, want duizenden menschen hebben plezier aan dat molentje.
Watermolen, Voorst
Nu, daarlangs volgden wij dan dien bandijk, die hier wel geen openbare weg is en geen voetpad vertoont, maar iedereen wandelt toch ongestoord over die dijkjes. (…) Uit: Jac. P. Thysse, ‘De IJsel’, Verkade & Comp. Zaandam, 1916
Voorst … verbindende voetsporen
pagina 7
De Bievank … (…) Gärrit Brascamp was een technicus. As e in disse tied geboren was, dan was e vaste gien boer eworden. Beroemd bint natuurlijk zien spoelen en zien radio’s. Op de Bievank zag ie zien kundigheid in alle dinge terugge. He was de eersten met een trekker die de accu buuten de motorkappe häd. “Dan ging e langer mee”, zèè’te. De bussen reed e noa de weg met een umgebouwde grösmeijer. He stak ze d’r zo an. De plätte wägen was uutebouwd woardeur d’r völle meer heuj opkon. Zakken met kunstmes hoeven de niet op te beuren. Achter ‘t huus stond een bouwsel woar de zakken deur de cooperatie zo op werden eleg. Deur dit alles was ‘t net of e niet hoem te wärken.
De Bievank
Met de gleier joege wie oaver de Middendiek. Zo’n dink hä’w thuus niet. En nummerbodden opschrieven en umstebeurten zeggen: “Die auto is van mien, die van mien”. ‘t Was d’r völle meer wereld dan in Duurschenhoek. (…) Läter hek d’r nog een keer een meisie opedoan. ‘t Duren mär kot. ‘s Middegs he’w wel de hele tied Yesterday van de Beatles espöld. Uit: Marten Brascamp, “Overpeinzingen 1950-60”, naverteld in 1998
Voorst … verbindende voetsporen
pagina 8
Al dat gras en al die koeien (…) Kort daarop konden ook de kerspellieden.wan Terwolde, Nijbroek, Oene, Heerde en Vorchten aan de slag, want hun was toen het recht verleend om op soortgelijke wijze hun landen te beveiligen tegen de riviergrillen van de IJssel. Daaruit is gaandeweg het polderdistrict Veluwe ontstaan, landschappelijk geen deel uitmakend van de Veluwe zelf, maar er tegenaan liggend als een lang uitgerekte en wat scheef getrokken ruit met Hattem aan de bovenpunt, Apeldoorn en Deventer als heup steunen en Dieren als onderknoop. Een eeuwenoud polderlandschap dus. Een landschap met geen enkele grote plaats erin. Alleen Twello heeft nogal wat villabebouwing. Verder is het bij buurtschapjes en een handjevol bescheiden dorpjes gebleven. Ruimte latend aan vele kilometers lief en intiem land, klein verkaveld, vol kronkelige weggetjes, en rijkelijk doorschoten met weteringetjes die voor watervogel, vis en wandelaar allemaal even aantrekkelijk zijn. Hier en daar een onderbreking van een paar hectaren bos. Overal houtwallen, heggen en alleenstaande bomen die een kundige tekenaar er toch in zou aanbrengen als ze er niet waren. (...)
Voorjaar
Hoe het dan komt dat toch zo weinig mensen die voordelige tijdsbesteding daar in praktijk brengen? Want wandelend van Oene naar Veessen of peddelend van Perkelaar naar Spekhoek komt u niet veel anders tegen dan één Veesser boer die een vracht hooi' naar Oene rijdt, of twee kleine Spekhoekers die Tante in Perkelaar gaan opzoeken. Een leeg land is het wat bezoek van elders betreft. Voor duizenden vakantiegangers en tochtenmakers houdt Nederland nog altijd op bij de Echoput. Dan krijg je Apeldoorn en dan? Nou ja, dan de IJssel of zo. Het onbekende daarachter blijft onbekend en onbemind. (...)
Uit: Bert Garthoff, ‘Zomaar wat zwerven’, Uitgeverij Ploegsma, Amsterdam, 1965
Voorst … verbindende voetsporen
pagina 9
Nopjes … KLARENBEEK – Wethouder A. Oude Luttikhuis-Lenferink had er zaterdag bij de keuze van haar kleding duidelijk rekening mee gehouden. Ze was bijzonder in haar nopjes met het nieuwe poelenpad dat zij mocht openen. (...) Als verwoed wandelaar laat zij zich niet de kans ontnemen om de hele route te volgen: langs kikkerpoelen, een natuurlijke waterzuivering, een haardplatenmuseum en een nieuwe ligboxenstal met een melkrobot. „Ik weet zeker dat er onderweg veel te genieten valt“, aldus de wethouder. De tocht begint bij de eerste poel in het bosje. Het ziet er groen uit en er is nog nauwelijks water te zien. Langs de Broeksche Hof , een tweede poel en daarna door de weilanden van Schimmel naar de weg. Dan naar een minimuseum in een voormalig bakhuis. Hier laat de wethouder zich uitgebreid voorlichten.
Poelenpad
Verder door het terrein, langs poel nummer drie, door de weilanden richting de spoorlijn. Evenwijdig aan het spoor is een oud bosje waar het prachtig wandelen is. Het gezelschap arriveert dan bij de boerderij van Henk Elskamp. De boer geeft uitleg over de werking van de robot. Aandachtig wordt bekeken hoe de koeien de robotruimte ingaan en dan zonder bemoeienis van mensen worden gemolken. Door de stal gaat het richting Koperdijk en vervolgens terug naar het beginpunt. De 4,5 kilometer lange tocht zit er op.
Naar: Deventer Dagblad, ‘Klarenbeek heeft Poelenpad’, 1 juli 2002
Voorst … verbindende voetsporen
pagina 10
Wonderlijk ... (…) Klarenbeek is en blijft een station van/voor niets. Een buurtbus wacht tevergeefs op reizigers. Ik moet hier toch eens uitstappen, de buurtbus pakken, en maar kijken waar ik uitkom. Zelfs op de landkaart is er in heinde en verre geen dorp te bekennen. De dienstregeling blijft uniek in Nederland: één keer per uur Zutphen, twee keer per uur naar Apeldoorn. Bovendien rijden er op zondagavond meer treinen dan zondag overdag. Wonderlijk.
Station Klarenbeek
Uit: Reisverhalen van Maarten Batenburg, 2003
Voorst … verbindende voetsporen
pagina 11
Grote Wetering ... “Of ik de Grote Wetering een ‘belevenis’ vind?” “Ja, een belevenis”. “…?” Dat je hem al jaren op de landkaart had zien liggen. En of het nu een nieuwe kaart was of een uit de 17e eeuw, dat hij er steeds was … Dat je je gaandeweg begon af te vragen, wat dat nou was, daar achterin de weilanden aan de Broekstraat. Daar op die grens van Voorst en Apeldoorn. En wat er nu zo bijzonder was, dat dáár nou juist de grens lag en niet ergens anders”. “En dat ik steeds nieuwsgieriger werd en tenslotte niets anders kon dan …. er gaan kijken?” “Ja”. “Ja …., een belevenis … Ik herinner me nog dat ik ineens ’tegen de achterkant’ van de wereld aankeek. ’t Was net of ik vanaf de Wetering mezelf over de Broekstraat kon zien fietsen, als jongen”. “Zoiets als Geert Mak in ‘Het ontsnapte land’ ….” “Ik voelde ineens een verschrikkelijk sterke band met het verleden. En na die eerste keer ben ik steeds vaker gegaan. Ik kan er heerlijk uitwaaien”. “Ja, ik weet wat je bedoelt. Ik heb dat als ik achter in de middag over de dijk loop bij Voorst …” “… Eigenlijk heb ik dat ook met de Stouwgraaf. We hadden daar enorme schik. Je weet zelf wel dat het vroeger veel vaker vroor dan tegenwoordig. Nou, ik ben in januari jarig en dan kwam Ties Mulder uit Klarenbeek op de verjaardag … Wij naar de Stouwgraaf met de schaatsen. En omdat daar ‘barstens veel rodolm’ zit, zat het ijs natuurlijk vol met gaten. En wij Ties maar aanmoedigen om toch vooral hard Stroomgebied van de Stouwgraaf vooruit te rijden …. haha”. Uit: Interview met Martin Mulder, voorzitter van Belangenvereniging De Kar en de Hooilanden, 2004
Voorst … verbindende voetsporen
pagina 12