Libertarisch Partij Utrecht
Programma gemeenteraadsverkiezingen 2014
1. Werk & Inkomen Door het gefaseerd afschaffen van de belastingen op onroerende zaken (OZB) en precario hebben bedrijven meer financiële ruimte om mensen in dienst te nemen. Individuen en bedrijven hebben het recht van vrije associatie. Het is dus niet aan de gemeente om actief te sturen in het sollicitatieproces van bedrijven.
2. Onderwijs & Bibliotheek Goede zaak dat de gemeenteraad de bibliotheek heeft ondergebracht in een zelfstandige stichting. In de komende jaren dient het beleid erop gericht te zijn om de bibliotheek niet alleen administratief, maar ook concreet financieel op eigen benen te laten staan.
3. Jeugd, welzijn & volksgezondheid Prima insteek om de eigen verantwoordelijkheid van de burger centraal te stellen. Toch blijkt dit niet uit de maatregelen die de gemeente in de afgelopen jaren getroffen heeft. Daarin staat met name overheidsingrijpen centraal. Het is weliswaar niet een overheid die in directe zin zegt hoe je het moet doen, maar wel een overheid die de subsidies toewijst. Veel beter zou het zijn om de ondersteuning van burgers die dat nodig hebben te laten verzorgen door het maatschappelijk middenveld. Inclusief de fondsenwerving. Op die manier kan ieder individu van de gemeente Utrecht zelf beslissen aan welke maatschappelijke organisatie c.q. soort ondersteuning hij/zij de voorkeur geeft. Het is immers het inkomen van het individu dat besteed wordt, dus het is ook aan het individu om over dat inkomen te beslissen.
4. Veiligheid De gemeente stelt zichzelf hele lovenswaardige doelen. Bescherming van lichaam en eigendom zijn geheel terecht als kernwaarden voor het ervaren van veiligheid aangegeven. Goed ook om te vernemen dat woninginbraak, autokraak en geweld prioriteit hebben en dat de doelstellingen gehaald zijn. Het zou mooi zijn als ook de aanpak van de oorzaken van deze criminele feiten beschreven werd. Over ‘jongerenoverlast’ het volgende: als het gaat om het aantasten van eigendom of lichaam is het een prima zaak om dat aan te pakken. Hieronder vallen bijvoorbeeld ook vandalisme en roof. Als het echter gaat om openlijk discrimineren en beledigen en andere vormen van overlast dienen die niet te worden aangepakt door politieingrijpen. Dat is een zaak van de samenleving. Als mensen niet leren zich wat dat betreft weerbaarder op te stellen is het dweilen met de kraan open.
5. Cultuur Het is niet aan de overheid om een oordeel te vellen over welke culturele voorzieningen wel of niet financiering dienen te ontvangen. Dat is iets dat burgers prima zelf kunnen beoordelen.
Culturele voorzieningen die het niet redden zonder overheidsingrijpen zijn voor de Utrechters kennelijk niet waardevol genoeg om in stand te houden.
6. Sport Het past een gemeenteraad niet om privaat en individueel succes te presenteren als georganiseerd door de gemeenteraad. Het investeren in de uitbreiding van sportaccommodaties dient een zaak te zijn van private projectontwikkelaars.
7. Bestuur & bewoners “16% van de Utrechters vond dat zij voldoende invloed konden uitoefenen op het gemeentelijk beleid” (bron: Utrecht Monitor 2013). Dat is een schrikbarend laag percentage. De gemeente heeft verder onderzoek gedaan naar “inwoners die participeerden in projecten of initiatieven namen”. Door deze benaming alleen al bagatelliseert de gemeente de activiteiten die burgers en ondernemers buiten die projecten om dagelijks ondernemen. Dat zelfs binnen deze door de gemeente gedefinieerde categorie slechts 50% effect zag van hun inbreng is bijzonder teleurstellend. Een sterk terugtredende overheid is hier duidelijk wenselijk. De overheid heeft decennia lang de tijd gehad om deze doelstellingen te realiseren en er is zo goed als niets van terecht gekomen. Dit is het subsidiëren van beleidsmaatregelen, niet het stimuleren van initiatieven die door alle Utrechters ondersteund worden. Weer wordt hier de achterdeur niet genoemd. Voor alle initiatieven waar hier over gesproken wordt heeft de gemeente voor subsidiëring gezorgd en dus belastinggeld gebruikt van mensen die daar hard voor gewerkt hebben.
8. Vastgoed De gemeente misbruikt in de vastgoedsector haar macht om op onrechtmatige wijze de markt te sturen en verstoort daarmee de natuurlijke gang van zaken. Dit is een sterk staaltje concurrentievervalsing. Panden die nu onvoldoende geëxploiteerd worden dalen vanzelf in prijs als blijkt dat er geen vraag naar is. De gemeentelijke doelstellingen “hogere bezettingsgraad” en “multifunctioneel gebruikte accommodaties” zijn bijzonder lovenswaardig, maar duidelijk iets om aan het maatschappelijk middenveld over te laten.
9. Duurzaamheid De Libertarische Partij is het volledig eens met de algemene doelstelling van de gemeente dat alle inwoners van Utrecht gezond moeten kunnen leven. Toch is het niet de overheid die een dergelijke doelstelling moet stimuleren, maar de inwoners van Utrecht zelf. De forse investering die de gemeente Utrecht doet in het programma Utrechtse Energie is een sigaar uit eigen doos voor de Utrechters.
10. Bereikbaarheid
De gemeente streeft naar een ‘aantrekkelijk, leefbaar, gezond en bereikbaar’ Utrecht. En geeft vervolgens haar eigen invulling aan die vier termen. Een raad van 45 mensen kan niet bepalen wat 330.000 Utrechters beschouwen als aantrekkelijk, leefbaar, gezond en bereikbaar. Daar hebben de inwoners van Utrecht zelf een veel beter beeld van en het is in de praktijk ook mogelijk om de inwoners meer zeggenschap te geven over het inrichten van de gemeente Utrecht. Door (groepen) inwoners en bedrijven toe te staan delen van de openbare ruimte zelf in beheer te nemen. Het verdienmodel voor dat deel van de openbare ruimte mag vrijelijk door de nieuwe eigenaars bepaald worden. De vorm van vervoer die gebruikers van de wegen in Utrecht kiezen is aan de gebruikers zelf. De gemeente dient zich verre te houden van het stimuleren of afremmen van welke vorm van vervoer dan ook. Als er door een weggebruiker schade wordt toegebracht aan het lichaam of eigendom van iemand anders, dan is die weggebruiker daarvoor aansprakelijk. Dit geldt net zozeer voor schade aan objecten als voor gezondheidsschade door uitlaatgassen.
11. Openbare ruimte & groen Dat de gemeente de buitenruimte van Utrecht beheert is de Libertarische Partij een doorn in het oog. Het onderhoud van de buitenruimte kan probleemloos door de bewoners van de verschillende wijken zelf worden geörganiseerd. Het moet de inwoners van Utrecht worden toegestaan zelf het onderhoud en de inrichting van hun wijk te bepalen. Of zij nu een groot deel daarvan zelf willen doen – uiteraard in ruil voor belastingverlaging – ,daar een bedrijf voor willen inhuren, of het door de gemeente willen laten doen: het is aan de bewoners. Er moet een keuze zijn. En die is er nu niet. Er is voldoende bewijs dat private bedrijven vaak veel goedkoper en efficiënter werken dan een gemeente ooit kan doen.
12. Gemeentefonds De gemeente als uitkeringsgerechtigde opvoeren is het resultaat van een complexe herverdelingsstrategie die zich over verschillende bestuurslagen uitstrekt. De 33% inkomsten uit het gemeentefonds (afkomstig van het Nederlandse rijk) op de gemeentebalans is uiteindelijk gewoon afkomstig van belasting betalende Nederlanders. Het rijk lijkt hiermee een gulle weldoener, maar in feite is het een sigaar uit eigen doos: de belastingbetalende Utrechter draait indirect op voor de kosten die door zijn/haar gemeente gemaakt worden bij het uitvoeren van door het rijk opgestelde wettelijke taken. Doordat het rijk wettelijke taken oplegt aan de gemeente, mengt het landelijk bestuur zich in gemeentelijke zaken. Oftewel: het rijk koopt invloed op lokaal niveau. Oplossing hiervoor is een vrijstelling van een deel van de loonbelasting voor alle belastingbetalende Utrechtenaren. De overeenkomst die de gemeente Utrecht heeft met het rijk over de uitvoering van landelijk vastgestelde taken dient afgebouwd te worden en uiteindelijk opgezegd.
13. Belastingen & heffingen De onroerende zaakbelasting is een belasting die je straft voor het bezit van een huis of het bezit en gebruik van een bedrijfspand. De OZB dient daarom in 4 jaar afgebouwd te worden tot 0%. De OZB vervalt daarmee als bron van inkomsten voor de gemeente. De OZB is geen wettelijk verplichte belasting, dus in die zin is er geen belemmering. Het geld dat huizenbezitters en eigenaren en gebruikers van bedrijfspanden hieraan overhouden vergroot in aanzienlijke mate hun koopkracht. Ondernemers houden daardoor geld over om hun bedrijf te laten bloeien. Parkeerbelasting dient afgeschaft te worden. Verkoop van de parkeerplaatsen aan lokale eigenaren of verenigingen van eigenaren verdient de voorkeur. Het geld dat parkeerders daardoor overhouden kunnen ze gebruiken voor consumptie binnen de stad. Of de nieuwe eigenaren de parkeerders willen laten betalen voor hun parkeerplek of niet is dan aan de eigenaren. Toeristenbelasting dient afgeschaft te worden. Dit is simpelweg het pesten van toeristen. Het is nadelig voor de lokale economie en toeristen voelen zich bedrogen als ze het moeten betalen. Afvalstoffenheffing en rioolheffing zijn op zich logische heffingen. Het zijn immers vergoedingen voor concreet geleverde diensten. Toch zijn dit diensten die private ondernemingen veel beter zullen vervullen, omdat zij aan prestatieafspraken zijn gebonden. Bij gebrekkige prestaties kan de consument dan overstappen op een andere aanbieder. Bouwleges zijn een straf voor het bouwen van een huis. Ze functioneren tegelijkertijd als melkkoe voor de gemeente en als rem op de bouwmarkt. Ze dienen dus afgeschaft te worden.
14. Grondexploitaties Dat de gemeente überhaupt al grond in bezit heeft is onwenselijk. De gemeente dient zich daarbij niet op te stellen als een aannemer die grond exploiteert. Dat is aan private partijen. De gemeente dient haar gronden dan ook te verkopen en de opbrengst daarvan in directe geldelijke zin te laten terugvloeien naar de burgers. Dit kan bijvoorbeeld door een verlaging van de inkomstenbelastingen.
15. Overige eigen middelen gemeente De gemeente dient haar bezittingen zoveel mogelijk te verkopen aan private partijen. Alle inkomsten die de gemeente vergaart uit overige eigen middelen dienen in directe geldelijke zin terug te vloeien naar de burgers. Dit kan bijvoorbeeld door een verlaging van de inkomstenbelastingen.
16. Specifieke uitkeringen Het is niet aan de gemeente om landelijk beleid uit te voeren. Binnen de gemeente kan prima bepaald worden welk beleid er wenselijk en noodzakelijk is. De landelijke overheid dient zelf haar verantwoordelijkheid te nemen voor uit te voeren beleid. Ook wat betreft landelijk beleid is de LP overigens voorstander van zo min mogelijk overheidsbemoeienis. Een uitvoerige beschrijving
daarvan valt echter buiten het kader van dit lokale programma.