1
Lezing Bernadine Ypma Finissage expositie ´In de Rarekiek´ van Doina Kraal Projectruimte FOAM, Voormalige stadstimmertuin in Amsterdam 21 oktober 2012 www.foam.org www.doinakraal.com
2 Doina en ik hebben in september, voordat de projectruimte voor publiek opende, een gesprek gehad over archieven en verzamelingen. Doina noemt zichzelf een bewaarder. Ze laat de installaties groeien, maar haalt geen dingen weg. De afgelopen jaren heeft Doina voor haar werk, vanuit de kunst, studies naar archieven en verzamelingen gedaan. Ik heb de afgelopen jaren vanuit de archiefwetenschap onderzoek gedaan naar op welke manier archief gebruikt wordt en verbeeld wordt in kunstwerken. De periode vanaf de jaren 70 kent de opmars van video en reproductie op grote schaal. In die periode gaat kunst de confrontatie aan met haar eigen reproduceerbaarheid. Voor die tijd had de fotografie ook al de vraag van reproductie versus origineel opgeworpen, maar niet in die mate als video en massareproductie dat deden. Vanaf de jaren 70 wordt het archief dan ook een onderwerp binnen de kunsten. Het uiterlijk van een archief is iets wat tot de verbeelding spreekt. U ziet hier de oude depots van Het Utrechts Archief in de jaren 70. Een archief doet vele mensen denken aan lange donkere gangen met rijen ingebonden stukken en de rust die in vele depots heerst. Belangrijk is dat we ons beseffen dat het onderzoek door kunstenaars en kunsthistorici naar archief werkt met dat uitgangspunt. Het romantische uitgangspunt dat archiveren gaat over bewaren, categoriseren en labelen. Archief zou een voorbeeld van modernistisch denken zijn waar de waarheid nog regeert. In werkelijk is dit niet het geval. Archiveren gaat over meerduidige betekenissen, netwerken en tijd - ruimte - actor relaties binnen het archief. Het postmodernisme en actor-netwerk theorieën hebben de afgelopen periode ook hun invloed op de archiefwetenschap gehad. Het onderzoek van kunstenaars naar archief gaat dus uit van een romantische notie van wat een archief is. In het gesprek dat Doina en ik hadden spraken we over de definitie van archief en Doina gaf aan geïnteresseerd te zijn in de theorie van de Duitse professor Sven Spieker. Spieker schreef in 2008 het boek the big archive waarin hij kunstwerken bespreekt uit de vorige eeuw die geïnspireerd zijn door archieven of archiveren. Kunstwerken waarbij materiaal hergebruikt is of ordening van materiaal een belangrijk element in het werk is. De definitie van archief volgens Spieker is: ‘Archieven bestaan uit papier dat niet langer circuleert in de bureaucratie, papier dat onbelangrijk is en afval is geworden.’; ‘Archives contain paperwork that no longer circulates in the bureaucracy, paperwork that has lapsed and become garbage’. Spieker heeft het in zijn definitie over al het papier dat er geproduceerd wordt. Als dat zijn oorspronkelijke functie is kwijtgeraakt dan wordt het een stapel papier dat in de afvalemmer hoort. Door het materiaal te selecteren en te hergebruiken krijgt het een nieuw leven en een nieuwe betekenis. Spieker noemt dat: ‘to tame the trash by turning it into documents of culture and history’ Het temmen van het archief met een archiefsysteem.
3 Dit is een postmoderne benadering van het archief. Er bestaat geen waarheid. Het gaat ervan uit dat de betekenis van een object tweevoudig is. De betekenis van het stuk en de betekenis die het object heeft voor iemand of voor een bepaalde gelegenheid. Het object bestaat uit enerzijds materiaal en anderzijds een betekenis. En die betekenis is onstabiel. In het werk van Doina zie je dat ze werkt met het meerduidige karakter van objecten. De betekenis van het object wordt bepaald aan de hand van de karakteristieken van het object, de plaats van het object (De context. In dit geval de kijkdoos, maar ook de projectruimte) en de persoon die naar het object kijkt (dat ben u) en de interactie die u als kijker aangaat. Een archief heeft enkel de betekenis die de beschouwer wil dat het heeft. In mijn onderzoek heb ik gemerkt dat het archief op drie manieren door kunstenaars wordt ingezet. Vandaag ga ik er twee bespreken, namelijk kunstwerken waar archiefmateriaal als bron is gebruikt en een tweede categorie die bestaat uit kunstwerken waar het archief zelf het onderwerp is of waarbij de handeling van het archiveren wordt onderzocht. Als eerste kunst waar het archief als bron is gebruikt voor nieuw werk. Hierbij kunt u denken aan werk van Paulo Bruscky. Bruscky bezit een grote verzameling documentatie, mailart en heeft zijn eigen oeuvre zorgvuldig bewaard en gedocumenteerd. Daarnaast is zijn archief ook gevuld met documentatie over het werk van kunstenaars en stromingen die dicht bij hem stonden. Het archief van Bruscky is bekend en wordt als zeer belangrijke bron beschouwd. Op de biënnale in 2004 in Sao Poulo Brazilie werd zijn volledige archief tentoongesteld in een setting die gelijk was aan zijn woning. Door het archief tentoon te stellen veranderde de documentatie van een archief over kunst naar een archief als kunstwerk. De tweede categorie is werk waarbij het archief of het archiveren onderwerp is zoals in het werk van Stanley Brouwn. U ziet hier het werk 1 kilometer uit 1976. In het werk van Brouwn wordt het archiefdocument geësthetiseerd. In de jaren ’60 en ’70 inventariseerde hij afstanden in kaartregisters en logboeken. Hij onderzoekt de begrippen afstand en beweging waarvoor hij een eigen metrisch systeem heeft ontwikkeld, de brouwnstep. Zijn werk is ruimtelijk maar het concrete beeld bestaat uit een administratief apparaat. Ook Doina maakt in haar werk gebruik van archiefmateriaal in haar installaties. Het zijn werken waar het archief als bron is gebruikt voor een nieuw werk. De bron voor deze werken is de collectie en het archief van haar grootouders, en ook de archieven van de faculteiten biologie en scheikunde van de UvA. In haar meest recente werk, de installatie achter ons, onderzoekt ze de handeling van het archiveren en de invloed van die handeling op de betekenis van objecten.
4 Drie jaar geleden was in Dordrecht dit werk van Doina te zien. Survival of the Faintest gemaakt met objecten van haar grootmoeder. Het is het archief van haar grootmoeder dat aan touwtjes in de ruimte hangt. Het werk raakt aan de oudste vorm van archiveren, de lias. Deze vorm van archiveren ziet u namelijk hier op de foto van een schilderij van Cornelis Brisé uit het midden van 17e eeuw. Het schilderij is onderdeel van de collectie van het Amsterdam Museum. U ziet hier pakken met rekeningen, per jaar aan een touwtje. De liassen zijn van de Thesaurie van de stad Amsterdam en worden bewaard in het Stadsarchief Amsterdam. Het Engelse woord file komt van het Franse woord fil wat draad betekent. Filing, archiveren, betekende origineel zaken ophangen aan draden. Door de objecten aan touwtjes te hangen in de ruimte is er ordening aangebracht in de stapel spullen. Het archiveringssysteem is een driedimensionaal raster. Om met Sven Spieker te spreken: het driedimensionale raster, het archiveringssysteem, heeft het archief getemd en bepaalt de betekenissen. De volgorde waarop de beschouwer de objecten ziet is afhankelijk van de plaats waar hij of zij staat. De kijker kan om de installatie heen lopen en zal steeds een andere compositie, een andere selectie objecten uit het geheel van de installatie zien. In 2009 was het werk Tussen door stop te zien in een ruimte in het metrostation Waterlooplein. Voor deze installatie haalde Doina beelden uit het archief van haar grootouders. De ongedwongen vakantie- en familiekiekjes zijn gebruikt als bron voor een nieuw werk. Doina kiest uit het archief een eigen verzameling feiten en brengt ze samen in een ruimtelijk beeld. Door het losmaken van het detail uit de omgeving valt het detail ineens op. Voor de installatie is het archief als bron gebruikt. Een archief is een bron voor het ontdekken van gebeurtenissen die kwijt of vergeten waren. In het archief zoekt de kunstenaar naar verloren tijd. De figuren zijn afkomstig uit foto’s waar ze toevallig op de achtergrond stonden. Het was niet de bedoeling van de fotograaf om ze op de foto te zetten. Deze mensen zijn geen onderdeel van het onderwerp van de vakantiefoto. Doina vindt in het archief nieuwe gebeurtenissen die kwijt waren. Zoals ik al eerder aangaf gaat de installatie In de Rarekiek niet over archief of archiefmateriaal, maar het archiveren als handeling. Tijdens het gesprek begin september met Doina was ik benieuwd of de installatie naar haar mening een archief of een verzameling was. Ik merkte dat ze enige moeite had met de vergelijking tussen haar werk en het idee archief. Ik vroeg of de objecten in de installatie konden worden verwisseld. Of ze op een later moment de opstelling nog zou gaan veranderen, of nieuwe objecten zou plaatsen.
5 Het rariteitenkabinet is bij dit werk niet letterlijk genomen maar als metafoor gebruikt. Het rariteitenkabinet werd populair in de 16e eeuw en bleef bestaan tot begin twintigste eeuw. U ziet hier een ets van een kabinet uit die periode. De vroegere eigenaar van een rariteitenkabinet bleef verzamelen om grip te krijgen op de kosmos. Naturalia, artificialia en antiquiteiten moesten kennis verschaffen over de natuur, de wonderen en wereld. De verzamelaar ordende en classificeerde de objecten om zo grip te krijgen op de wereld die door alle ontdekkingsreizen steeds groter werd. Een verzameling is geen coherent geheel, maar oeverloos en werk in uitvoering. Als de installatie van Doina een verzameling was dan zouden er telkens weer nieuwe objecten in de installatie geplaatst worden. De categorieën in zo’n rariteitenkabinet werden aangevuld of er werden nieuwe categorieën gemaakt. Door het object de categoriseren en te labelen werd de betekenis van het object vastgelegd. Doina gaf antwoord op mijn vraag of de selectie van de objecten na verloop van tijd aangepast zou kunnen worden. Ze zei: ‘In de Rarekiek is een groeiwerk. De selectie kan na verloop van tijd worden aangepast, het kan groeien. Maar spullen weghalen uit de Rarekiek daar blijk ik moeite mee te hebben.’ En daarmee kom ik bij de conclusie. Doina laat de oude notie van het archief, en het archief als bron los en zo weet ze juist de kern van het archiveren te raken. In de installatie achter ons wordt niet de verzameling van de objecten aangevuld maar juist betekenissen van de objecten verwisseld. De betekenissen van de objecten In de Rarekiek zijn veranderlijk. Door het archiveren als handeling te onderzoeken in deze installatie lukt het Doina om categorieën aan te brengen zonder een oordeel te vellen over de objecten.