LEVEN MET BOMEN Dirk Criel
Wat is een boom ?
Is dit een boom ?
Hoe ziet een boom eruit ?
kroon = het gedeelte van de boom boven de takvrije stam
kruin = het geheel van bladeren en twijgen
Stamopbouw Het leven van de boom zit aan de buitenkant In de kernhout zit alleen dood weefsel
schors > beschermlaag bast > transport van voedingsstoffen van blad naar rest van boom cambium > diktegroei van de boom spinthout > watertransport van wortels naar bladeren kernhout > stevigheid stam
Levenscyclus
Jaarringen tonen de diktegroei en vertellen een gehele levensloop
Een boom reageert net als mensen op verwondingen door deze af te grendelen tegen infectie en verdere beschadiging. Dit proces speelt zich af in het spinthout.
De boom poogt de verwonding af te sluiten van de rest in drie reactiezones
3
2
2
Het nieuw gevormde hout dat na de verwonding ontstaat, wordt van het aanwezige hout gescheiden
1 4 4
Bij verwonding genezen mensen door het beschadigde weefsel te herstellen op dezelfde plaats. Wij hebben een regeneratievermogen. Bomen maken nieuwe weefsels aan op een andere plaats om de functie van het verloren gegane onderdeel over te nemen (bomen genereren in plaats van regenereren). Meestal is het levende deel van een boom slechts een heel dunne schil over een ‘skelet’ van hout dat reeds lang dood is. Dat is de reden waarom een volledig holle boom nog springlevend kan zijn.
Boomkroon en bladerendek
Boomkroon en –bladerdek
fotosynthese Bladeren zijn de energiecentrale van de boom. Door koolstofdioxide (CO²) uit de lucht te combineren met water uit de grond produceren zij met behulp van (zon)licht suikers en zuurstof. Dit gebeurt in het bladchlorofyl. De geproduceerde suikers zijn het echte ‘voedsel’ voor de boom en niet de mineralen die hij uit de grond haalt.
Boomkroon- en -wortelprojectie De boomkroon en het wortelgestel zijn geen projectie van elkaar. Het beeld dat bomen dikke, diepe wortels hebben, klopt niet. Een realistischer beeld is dat van een stevig centraal netwerk van wortels die radiaal lopen, gecombineerd met een ongelooflijk fijn netwerk van kleine wortels net onder het maaiveld.
Boomwortels
Boomwortels zijn even belangrijk als de kroon
vlakwortel penwortel hartwortel
De water- en mineraalopnametaak van wortels wordt verricht door piepkleine haarwortels die zijwaarts uit de wortels groeien. Er zijn heel veel haarwortels met een totaalgewicht dat ongeveer even groot is als dat van de bladeren op de boom. In de herfst wanneer de bladeren vallen, laat de boom ook hetzelfde gewicht aan haarwortels los. Zo blijft het evenwicht gehandhaafd.
Haarwortels en wortelharen De haarwortels zijn de fijnste wortels van de boom en bezitten op het einde wortelharen
Bomen en water Een volwassen boom kan in het groeiseizoen 400 tot 800 liter water per m² kroonprojectie verdampen. Een grote solitair verbruikt dus minstens 40.000 liter bodemwater per groeiseizoen.
Hoe groeit een boom ? Een complex verhaal waarvan u enkel moet onthouden dat een boom een levend wezen is dat je niet zomaar naar je hand kan zetten en groeimogelijkheden moet geven
Natuurlijke airconditioning, drainage, bemesting en zonnewering
Levenscyclus De zes stadia in de levenscyclus van een boom
Bij een oude boom wordt de biodiversiteit en het boombeeld steeds interessanter
Boomsoorten Bomen heb je in uiteenlopende gedaanten, soorten en gewichten
Soort
Naaldbomen en loofbomen Soortengroepen en soorten Inheemse en uitheemse soorten
Standplaats
Lichtminnend tot schaduwverdragend Droog- of vochtminnend Bodemvoorkeur
Groeivorm
Grootte (hoogte, breedte, dikte) Stamvorm en kroonstructuur Wortelstructuur Boombeeld
Plaatsbehoefte
Groeivormen
Groeivorm is niet gelijk aan snoeivorm
Groeivormen Van Van Van Van Van
groot naar klein hoog naar laag breed naar smal lang tot kort robuust tot zwak
Snoeivormen Niet elke boom moet je snoeien Een snoeivorm kiezen doe je best vooraf Eens de keuze (door jezelf of een ander is gemaakt) bouw je daar best op voort
Bijzondere groei- & snoeivormen en speciale standplaatsen
Bomen in en rond het huis
Groeiruimte geven Bomen moeten ruimte hebben om te groeien: zowel boven als onder de grond
Beeld je in dat we je hoofd, armen of benen afzetten omdat je te groot wordt
Groeiruimte geven
Pas infrastructuur aan aan de boom en niet omgekeerd
Groeiruimte geven – individuele boom of bomengroep Kies vooraf de juiste plantafstand aan de hand van het eindbeeld Als de bomen te dicht staan verkrijg je een bossfeer Als je een bomengroep uiteen haalt destabiliseer je de individuele bomen en stel je ze bloot aan allerlei invloeden
Begeleiding van de boom
Begeleidingssnoei wordt uitgevoerd bij jonge en halfvolwassen bomen, met als doel de toekomstige takvrije stamhoogte te realiseren.
Om de toekomstige takvrije stam te bepalen dient er gekeken te worden naar de kroondiameter van de volwassen boom en de overlast die daar eventueel uit voort komt.
Groeiruimte geven - beschermingszone
Voorkom tred of andere bodemverstoring aan de voet van de boom
Boomsoortkeuze
Eerste en laatste keuze liggen vooraf vast
Boomsoortkeuze
meidoorn
lijsterbes
beuk
Boomsoortkeuze Elke boom heeft zijn voor- en nadelen – enkele voorbeelden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
bomen die noten voortbrengen (bv. notelaar) bomen met slecht verterend blad (bv. plataan) bomen die veel natuurlijk klein afval produceren (bv. linde) bomen die veel schaduw geven (bv. beuk) bomen die bodem verzuren (bv. spar) bomen die veel wortelscheuten maken (bv. abeel) bomen die gemakkelijk afbreken (bv. wilg) bomen die hoog en breed uitgroeien (bv. eik) bomen die verharding omhoog duwen (bv. populier) bomen die lastige insecten aantrekken (bv. fruitboom) bomen die uitgebreid wortelstelsel maken (bv. gewone es) bomen die snel en hoog groeien (bv. berk) bomen die (snel) breed uitgroeien (bv. treurwilg)
en zo kunnen we er nog enkele opsommen
Boomsoortkeuze
Een handig hulpmiddel:
www.bomenwijzer.be
zoekfunctie
resultaat
Biodiverse bomen Op bomen leven veel meer insecten dan op andere planten. Dat heeft te maken met de architectuur van de boom: z'n grootte, vorm en structuur, die veel verschillende voedsel en verstopplekken oplevert. Op zomereik alleen al komen zo'n 50 insecten voor die gallen maken op bladeren, knoppen of twijgen, sommige zelfs op de bast, wortels, meeldraden en eikels.
Het belang van inheemse bomen Biodiversiteit insecten op bomen Eik Wilg Berk Meidoorn Populier Appel Den Els Iep Hazelaar Beuk Es Spar Linde Haagbeuk Lork Zilverspar Hulst
284 266 229 149 97 93 91 90 82 73 64 41 37 31 28 17 16 7
Vliegend hert kan niet zonder bomen
Inheems versus uitheems Insectensoorten op eik Zomereik (inheems) Amerikaanse eik (uitheems)
ongeveer 300 soorten = 10 x meer ongeveer 30 soorten = 10 x minder
Insecten op planten • • • •
Hommels en bijen prefereren bijna allemaal inheemse soorten Mijten, luizen en springstaarten prefereren inheems Wespen prefereren exotenmenging Solitaire bijen hebben geen voorkeur
Bomen integreren in de tuin
Geschikt voor grote tuinen
Geschikt voor middelgrote tuinen
Geschikt voor kleine tuinen
Boomproblemen • • • •
• •
Alles begint bij de juiste boomkeuze Veel boomproblemen veroorzaken we zelf Oude en gehavende bomen hoeven geen probleem te zijn maar verdienen wel opvolging Jonge bomen kunnen gelijktijdig oude vervangen (= verjonging) maar beide hoeven niet voor elkaar te wijken Tijdig en correct ingrijpen voorkomt problemen Toeval bestaat: een boom kan op jouw huis vallen net zoals je op straat kan aangereden worden
Soortgenoten Klimop De feiten op een rijtje:
1. Klimop veroorzaakt geen schade door ingroeien of insnoeren. 2. Klimop is geen concurrent voor water of voedingsstoffen. 3. Klimop is geen lichtconcurrent in de kroon. 4. Klimop vormt geen statische belasting voor de boom. 5. Klimop is geen parasiet.
Niets duidt erop dat klimop op bomen schade toebrengt en daardoor een ongewenst verschijnsel is; wel kan klimop een boom die het slecht doet hinderen
Draag zorg voor uw boom en slaap goed !