"•£-.
MARKANT' FRIESLAND
Leven in van vroeger E WESTEREEN - JURJEN (l8) HEEFT HET GEVOEL DAT HIJ HONDERD JAAE TE LAAT IS GEBOREN. HlJ ZIET ZICHZELF ALS AMBASSADEUR VAN HET OUDE, ALS TEGENHANGER VAN AL HET MODERNE. GELUKKIG KAN HIJ BIJ BOER FRANS ZICHZELF ZIJN. '!K HEB NIET ZOVEEL MET LEEFTIJDSGENOTEN.'
H
et regent in De Walden. Dikke druppels vormen in snel tempo grote plassen op de Eyssemaweg. Bij het huis op nummer 39 zijn de ramen beslagen. Een snelle blik door de condensruiten op de eerste verdieping levert meteen een interessant beeld op: weelderige, vooroorlogse bloempotten sieren de vensterbank. Dan zwaait de voordeur open. In de opening staat een jongeman, die zo uit een zwart-wit film lijkt te zijn weggelopen. Zwarte pet, ribfluwelen broek en bretels over een gestreepte boezeroen. In onvervalst Wald Frysk stelt hij zich voor als Jurjen Meuken. Jurjen is op en top gastheer. Zodra hij de deur van zijn kamer met bedstede opendoet,
K * FRIESLAND POST
beginnen zijn ogen te stralen. Hij zorgt voor een goede stoel en dito tafel om aan te schrijven, maar bovenal voor een eerlijk en open gesprek.
Levensstijl 'Mijn interesse voor ouderwetse spullen begon al toen ik drie jaar was. Ik kwam veel bij mijn pake op de boerderij, daar speelde ik tussen de schapen en de koeien in een echte ouderwetse stal. Ik vond het prachtig. Jaren later droomde ik van mooie oude spullen, maar ik dacht: "Die krijg ik toch nooit. Die zijn veel te duur voor mij." Toen ik veertien jaar was kwam ik op een rommelmarkt terecht en daar zag ik dat het met die
hoge prijzen wel meeviel. In eerste instantie was ik erg geïnteresseerd in boeken en andere documentatie over de Tweede Wereldoorlog, maar al snel kwamen daar gebruiksvoorwerpen bij. En die vond ik zo mooi, dat het mijn levensstijl werd. Dat ik daarin niet de enige was, merkte ik toen ik boer Frans Zwaagstra (47) op televisie zag. In het programma "Man bijt hond" vertelde Frans - die ook uit De Westereen komt - over zijn liefde voor het ouderwetse. Ik ontmoette hem in levende lijve tijdens een beurs in de evenementenhal hier in het dorp. Daar raakte hij na een klein incident gewond en toen ben ik maar eens bij hem thuis gaan kijken. Frans bleek ook nog familie
van mij te zijn; mijn beppe is een nicht van Frans zijn moeder.'
Sfeer en romantiek Het klikte zo tussen Jurjen en Frans, dat Jurjen momenteel drie keer per week op de boerderij bij Frans te vinden is. Daarnaast heeft hij sinds enige tijd een betaalde baan bij een hypermodern boerenbedrijf. 'Ik heb de Praktijkschool gedaan, maar ik ben en blijf een echte boerenjongen. Weliswaar is mijn vader geen boer, maar ik heb waarschijnlijk de genen van mijn pake geërfd. Op de Praktijkschool leerde ik timmeren en schilderen, maar dat lag me niet. Ik was liever buiten. Met mijn medeleerlingen
ging ik weinig om. Ook nu heb ik eigenlijk geen vrienden. Ik heb geen mobieltje en snap er niets van hoe de jeugd via de social media met elkaar communiceert. Ik heb liever een echt gesprek, wil mensen in hun ogen kijken. Toch ben ik nooit gepest om mijn ouderwetse uiterlijk en levensstijl. Ik heb er ook geen moeilijke jeugd door gehad, mijn ouders en mijn tweelingbroers leven weliswaar niet op mijn manier, maar we maken nooit ruzie. Het is hier thuis "leven en laten leven". Bij Frans verbouw ik onder andere mijn eigen groenten, melk ik de koeien handmatig en help ik met het kappen en zagen van stookhout. Ik hou van de sfeer en de romantiek op Frans
zijn boerderij. Die vind ik namelijk niet in mijn vaste baan op het moderne boerenbedrijf. Daar zijn zelfs de koeien modern! Het zijn Friese Holsteiners, die komen oorspronkelijk uit Amerika. Zelf hou ik meer van Witruggen, dat zijn pas echte koeien. Die zijn ook veel schoner in de stal. Bij boer Frans kan ik rustig rondlopen in de kleren die ik nu draag. Op de moderne boerderij moet ik absoluut een overall aan, anders zit ik onder de koeienstront.'
Nooit eenzaam Het is slechts een kleine tien minuten fietsen naar de boerderij van Frans. Jurjen legt de ritjes af op een fiets uit 1930
NOVEMBER 2013* 15
die voorzien is van een losse carbidlamp uit 1918. 'Op twee stukjes carbid haal ik de tocht precies, en de lamp schijnt veel verder en helderder dan de lampen van tegenwoordig.' Jurjen springt op en tovert de lamp tevoorschijn. Met grote precisie demonstreert hij de werking van het ouderwetse apparaat. Gepassioneerd: 'Hier aan de zijkant zitten twee prachtige groenen diamanten, die schijnen zo mooi 's avonds. De lamp kreeg ik trouwens op een bijzondere manier. Een fotograaf had een fotoserie van Frans en mij gemaakt. Toen hij die kwam brengen zei hij dat hij voor mij nog een cadeautje had. "Dat liket er mar op", zei ik.' De lamp is niet het enige pronkstuk-
16 «FRIESLAND POST
'Sinds de Eerste Wereldoorlog is er zoveel moois vernietigd' je in Jurjen zijn kamer. Naast twee prachtige petroleumstellen herbergt het kleine "museum" onder andere oude radio's, klokken en grammofoonplaten. Aan de kastdeur hangt een stijlvol zondags pak met bijbehorende zwarte brogues. Op de tafel met pluchen kleed ligt een bijbel uit 1904. En dat brengt
het gesprek onvermijdelijk op het geloof. 'Ik voel me nooit eenzaam,' zegt Jurjen, 'want ik weet dat God altijd bij me is. Ik voel Zijn steun. Ik ben protestants opgevoed, maar ga niet meer naar de kerk. Mijn ouders hebben me daar vrij in gelaten. Maar als ik toch een geloof moet noemen, dan voel ik mij het meeste thuis bij de katholieke kerk. Die kent nog veel rituelen en ik hou van de sfeer erom heen. Met Frans heb ik het ook vaak over het geloof. Ik vertel hem dan dat ik God zie als een man met een lange, grijze baard. Hij is voor mij een oude van dagen. Vol van liefde, maar ook streng. Dat moet wel, want Hij kan niet deelnemen aan het verkeerde.'
MARKANT FRIESLAND
m II Geestelijke armoede Niet alleen over het geloof, ook over de voedselverspilling en de vernietiging van de natuur heeft Jurjen een duidelijke mening. 'De huidige wereld lijkt op een "Playmobilwereld". We denken dat alles maakbaar is en kappen om wat ons niet bevalt. Boeren krijgen subsidie om eeuwenoude bomen uit de weg te ruimen en planten daarvoor in de plaats miezerige boompjes. Wat is dat voor beleid? Als ik dat zie dan weet ik echt niet meer hoe onze wereld ervoor staat. Sinds de Eerste Wereldoorlog is er zoveel moois vernietigd. Daarom is 1911 mijn lievelingsjaar. De barokstijl, de renaissance, alles was er toen nog. Spullen waren rij-
4
ker qua uitstraling, stoelen waren bijvoorbeeld voorzien van prachtig houtsnijwerk. Tegenwoordig is alles van plastic, dat is zo saai. Ons eten zit vol met E-nummers en als we verkouden zijn dan grijpen we naar medicijnen. Ik los het liever op door kruiden te drinken. Kamille of Sint Janskruid doet wonderen. Ik beweer niet dat het vroeger op alle fronten beter was. Vandaag de dag leven we bijvoorbeeld op materieel gebied niet meer in bittere armoede. Geestelijke armoede is een ander verhaal. Zo heb ik bijvoorbeeld echt een hekel aan dat eeuwige gepraat over voetbal. Dan verdiep ik me liever in "Signal", een tijdschrift uit de oorlog. In
de toekomst wil ik graag een ouderwets huisje op de kop tikken en daar wat vee houden. Ik wil blijven leven van datgene wat de natuur me geeft en mijn kennis en geluk graag doorgeven aan andere mensen. Als ik dat samen met een leuk meisje kan doen zou dat mooi zijn. Maar zij moet wel op mijn ouderwetse manier willen leven. Of ik een oude ziel ben? Ik weet het niet. Ik ben wie ik ben en ik ben heel gelukkig.' •
TEKST: AMANDA DE VRIES FOTO'S: ROBERT POSTHUMUS
NOVEMBER 2 0 1 3 » 17