Lestip 'Verdriet' Over het boek Je zou het niet meteen zeggen wanneer je hem ziet, maar Michael Rosen heeft verdriet. Zijn zoon Eddie is dood. In dit boek vertelt hij hoe dat voelt, verdrietig zijn. De prenten van Quentin Blake passen goed bij de gedachten van Michael. Dit is een droevig, maar ook een heel erg mooi boek. Auteur(s) Michael Rosen, Quentin Blake (illustrator) Uitgeverij Hillen / 2005 Aantal pagina's 32 p. ISBN 9076766932 Genre Fictie Doelgroep 2de leerjaar, 3de leerjaar Trefwoorden verdrietig zijn, dood, rouwen Auteur lestip Yo Van Kerckhove, Ine Vandenabeele
Aan de slag Voor het lezen a. Werken met twee prenten Voor we het boek aan de kinderen laten zien, benaderen we eerst twee prenten uit het boek: de eerste twee. Maak van deze illustraties een kleurenkopie. Zo kun je nog even uitstellen het boek aan de kinderen te laten zien. Een andere oplossing is een gewone kopie te nemen die je met waterverf of ecoline van de juiste kleurentinten voorziet. De eerste prent die we tonen is de tweede prent uit het boek. Vader op stap met de handen in zijn zakken. Alles tegen een grijze achtergrond. Laat de kinderen beschrijven wat ze zien. De tweede prent die je toont is de eerste prent uit het boek. Grijnzende vader in vrolijke kleuren. Wat roept deze prent bij je kinderen op? Zou dit dezelfde man zijn? Waarom denk je dat? Nu kun je de tekst bij de prenten aanhalen. Deze keer kun je wel de volgorde van het boek respecteren: toon eerst de eerste en daarna de tweede prent. Dit ben ik. Ik heb verdriet. Als je deze tekening ziet, denk je misschien dat ik vrolijk ben. Maar dat is niet zo. Ik heb verdriet en ik doe alsof ik vrolijk ben. Omdat ik denk dat mensen mij niet aardig vinden als ik laat zien dat ik verdriet heb. Soms is verdriet heel groot. Het is overal in me en om me heen.
Laat de kinderen spontaan reageren op deze tekst. Indien ze niet zelf op zoek gaan naar de mogelijke oorzaken van het verdriet, kun je hen vragen waarom deze man zich zo zou voelen. Zelf zullen ze ook de kleurbetekenissen benoemen. Vrolijke kleuren - vrolijk gezicht en grijze, sombere kleuren - verdriet.
b. Filosoferen over verdriet Na eerst de twee losse tekeningen te hebben getoond en besproken, ga je met het boek aan de slag. Nu maken de kinderen kennis met de titel: Verdriet. We weten nog steeds niet waarom deze man verdrietig is. Dat is voorlopig ook niet nodig. Op de achterzijde staat de tekst: Wie is verdriet? Verdriet is iedereen. Het komt je vanzelf tegen. Het is nog niet nodig om de korte inhoud op de achterflap van dit boek aan je kinderen te brengen. Start een gesprek over deze uitspraak van de auteur Michael Rosen. - Wie is verdriet? - Verdriet is iedereen? Wat zou Michael Rosen bedoelen? - Verdriet, is dat een mens? De auteur schrijft: “Wie is verdriet?” Niet: Wat is verdriet. - Hebben alleen mensen verdriet? Of kunnen dieren ook verdrietig zijn? - Het komt je vanzelf tegen. Is dat zo? Komt verdriet je vanzelf tegen? Geef hen de tijd om over dit alles na te denken en dit in een intieme en rustige sfeer aan elkaar te verwoorden. Als afronding van dit fi losoferende moment kun je een tekenof schrijfsessie houden. Kopieer hiervoor het kader op de achterzijde van het boek, dus de tekening van Quentin Blake en de drie zinnen waarover je gefilosofeerd hebt. Elk kind krijgt zo’n blad. Laat hen op de achterzijde schrijven of tekenen wat hen verdrietig maakt. Of verdrietig gemaakt heeft. Voorlopig doen we hier verder niets mee. Op het einde, na het bespreken van het volledige boek, komen we hierop terug.
c. Over de auteur en de illustrator Sommige van je kinderen zullen vast en zeker de link leggen tussen Quentin Blake en Roald Dahl. Je kunt de kinderen meer vertellen over Michael Rosen en Quentin Blake. Ook vertel je erbij dat Michael Rosen over zichzelf schrijft. Hij is de man in het boek die verdriet heeft. (De kinderen weten nog steeds niet waarom.) Tijdens het lezen Tijd nu voor het boek. Er kan bij elke prent en tekst veel verteld worden, maar het is beter om dit even te laten en het verhaal in zijn geheel aan te bieden. Geef nadien de kinderen tijd om over het verhaal te vertellen, na te denken. Daarna lees je het verhaal nog een tweede keer en kun je in verschillende fasen werken. Je stopt geregeld om de kinderen en jezelf de kans te geven om iets over de tekst of de tekeningen te zeggen. Kleur en taalgebruik zijn heel sprekend.
Na het lezen a. Geluk als tegenpool van verdriet Bij zo’n zwaarbeladen thema is het goed erop te letten dat je de kinderen niet overlaadt. Een waardig alternatief is om het boek verdriet volledig om te zetten in een boek over geluk. Hoe pak je dit aan? Sta vooraf stil bij de tegenpool van verdriet. Laat de kinderen woorden voor het tegengestelde van verdriet zoeken.
Vinden ze alleen geluk als tegenpool? Haal er het woordenboek bij. Het boek Verdriet is een vertaling uit het Engels. Laat de kinderen de Engelse titel Michael Rosen’s sad book opzoeken. Wat zou de letterlijke vertaling zijn van deze titel? Associeer met je kinderen rond geluk en verdriet. Schrijf twee woordvelden op het bord: Geluk doet me denken aan… Verdriet doet me denken aan… Dit wordt een klasopdracht. Samen een nieuw boek maken voor de klasbibliotheek. Probeer de illustratiestijl van Quentin Blake aan te houden. Gebruik je ook zijn kleurbetekenissen? (Meer vind je verder bij illustratietechnieken van Quentin Blake.) Hou vast aan de structuur van de tekst van Michael Rosen. Maar bedenk samen waar het hoofdpersonage het meest gelukkig om zou kunnen zijn. Wat doet hij allemaal om te laten zien dat hij gelukkig is? Probeer bij de tiende bladzijde de vier kadertjes, over een zonnige dag die steeds grijzer wordt, aan te houden. Ga ook op deze manier met kleur en beeld werken – maar dan net omgekeerd. Bijvoorbeeld: de zon gaat telkens meer schijnen. Bloempjes, vogeltjes en vlindertjes komen te voorschijn… Vergeet niet de namen van de auteurs en illustratoren te vermelden. Wat wordt de naam van jullie uitgeverij? Wanneer verschijnt de eerste editie?
b. Spelen met taal In het midden van het boek vind je schrijfsels van Michael Rosen. Dit is één van zijn manieren om om te gaan met zijn gevoelens. Waar is verdriet? Verdriet is overal. Het komt je vanzelf tegen. Wanneer is verdriet? Verdriet is altijd. Het komt je vanzelf tegen. Wie is verdriet? Verdriet is iedereen. Het komt je vanzelf tegen. Laat de kinderen uitzoeken welk soort tekst dit is. Moeten gedichten rijmen? Begrijp je altijd precies wat er bedoeld wordt? Naar aanleiding van de vorige suggestie - geluk als tegenpool van verdriet - kunnen we dit gedicht opnieuw schrijven maar dan gelukkig in plaats van verdrietig. Het gedicht wordt daarna op een mooie poster geschreven en geïllustreerd. Zo heb je meteen een eigengemaakte poëzieposter in je klas. (Surf ook eens naar de website van Plint op www.plinternet.nl of www.poem-express.com.) Hetzelfde kun je doen met het gedicht op de volgende bladzijde in het boek. Verdriet is donker diep en donker zoals de onzichtbare ruimte onder mijn bed verdriet is licht hoog en licht zoals de lucht waar geen einde aan komt als verdriet diep en donker is durf ik niet naar binnen als verdriet hoog en licht is wil ik lucht zijn
met dat laatste bedoel ik dat ik er het liefst niet zou zijn. Dat ik het liefst zou verdwijnen
c. Filosoferen: omgaan met verdriet Voer een gesprek over hoe wij omgaan met verdriet. Je grijpt terug naar een onderdeel van het boek dat je nog eens voorleest. Het begint bij bladzijde zes: Soms wil ik er met iemand over praten. Met mijn moeder bijvoorbeeld. Maar die is er ook niet meer, dus dat kan niet. Dan praat ik met iemand anders. En dan vertel ik alles. Soms wil ik niet praten. Met niemand. Echt helemaal niemand. Ik wil alleen zijn met mijn verdriet. Want het is van mij. En van niemand anders. Soms doe ik van verdriet vreemde dingen - schreeuwen onder de douche… Met een lepel op tafel slaan… Of mijn kaken laten knakken, knak, knak, knak. Soms doe ik van verdriet slechte dingen. Wat voor dingen zeg ik niet. Daar zijn ze te slecht voor. En de poes kon er tenslotte ook niets aan doen. Je eindigt hier dit fragment. Een aantal richtvragen voor dit gesprek kunnen de volgende zijn: - Hoe zie je dat iemand verdrietig is? - Toont iedereen zijn verdriet? - Op welke manieren kun je verdrietig zijn? Is iedereen op dezelfde manier verdrietig? - Hebben grote mensen anders verdriet dan kinderen? - Hebben grote mensen meer verdriet dan kinderen? Komt er altijd meer verdriet bij? Gaat verdriet ook weer over of blijft het altijd een beetje bij je?
d. Beelden die herinneringen oproepen De laatste bladzijden in het boek gaan over beelden die herinneringen aan Eddy oproepen. Herinneringen kunnen vanalles zijn: foto’s, kleren, muziek…zelfs geuren. Misschien zijn er in jouw klas wel kinderen die zulke herinneringsvoorwerpen hebben. Laat hen het meebrengen en erover vertellen. Je kunt voorstellen om dat voorwerp eventjes een mooi plekje te geven in de klas, gedurende het project. Natuurlijk alleen als de leerling dat ook wil. Misschien heb je zelf wel zo’n herinnering aan iets of iemand? Breng het mee, vertel erover. Let ook hier op het mogelijke effect op de kinderen. Dit kan zwaar, maar ook mooi zijn. Probeer toch steeds de luchtige benadering. Als het gaat over iemand missen die er niet meer is, probeer dan de kracht eruit te halen. Wat vond ik leuk aan die persoon? Wat zijn mijn mooiste herinneringen? Wat is het fijnste dat ik met hem of haar gedaan heb? Deze beelden die herinneringen oproepen, komen ook nog terug in de lessuggestie bij het boek De lieve waterprins.
e. Illustratietechnieken van Quentin Blake De pentekeningen in dit boek zijn typische illustraties van Quentin Blake. De kinderen zullen er zeker de illustraties van de boeken van Roald Dahl in herkennen. Neem er een paar van zijn boeken bij om te tonen. Belangrijk voor we zelf aan de slag gaan met pen en papier is dat we eerst eens goed het werk van Blake onder de loep nemen. Hoe tekent hij? Welk soort lijnen zet hij? Laat de kinderen zelf proberen. Handig is om eerst zachtjes in potlood een schets te maken van wat je gaat tekenen. Daarna ga je er met zwarte pen of een fijn zwart stiftje over. Laat hen dit verschillende keren proberen tot ze het lijnwerk min of meer onder de knie hebben. Nu komt het erop aan om zelf een illustratie te maken in de stijl van Quentin Blake. Het maakt niet uit of je een eigen ontwerp creëert bij
een zelfgeschreven tekst of dat je een prent uit het boek kiest om over te tekenen. Wat steeds terugkomt in het boek zijn de kadertjes rond de tekeningen. Laat hen dit ook oefenen en daarna toepassen bij hun tekening. De volgende stap zijn de kleuren. We werken met waterverf of ecoline. Uitproberen op de kladversie is eveneens aan te raden. Een handige tip: kopieer eerst de tekeningen op hard papier vóór de kinderen met de waterverf aan de slag gaan. Dit om te voorkomen dat de inkt van de zwarte lijnen gaat uitlopen. Quentin Blake heeft zelf ook een fantastisch boek gemaakt om te leren tekenen: Drawing for the artistically undiscovered. Quentin Blake, John Cassidy. Klutz, 1999 (ISBN 1570543208). Hoewel het alleen in het Engels bestaat, zijn de oefeningen en tips heel toegankelijk voor alle leeftijden. EINDTERMEN ● ● ● ● ● ●
Lager - Nederlands - Spreken 2.9 Kleuter - Nederlands - Spreken 2.6 Lager - Nederlands - Luisteren 1.9 Lager - Nederlands - Taalbeschouwing (overkoepelende attitudes) 6.2 Lager - Muzische vorming - Drama 3.1 Lager - Muzische vorming - Attitudes 6.4