Lesbrief
Vlinderkids
1
Doelgroep:
Groep 5 t/m 8
Lesduur:
± 30 minuten
Werkvorm:
Tweetallen
Leerstofgebied:
Wereldoriëntatie, Kunstzinnige oriëntatie
Doel van de opdracht: • Het kennismaken met een aantal vlindersoorten in de eigen omgeving • Het ontdekken welke rupsen bij deze vlinders horen • Het goed kijken naar vormen en kleuren van vlinders en rupsen • Het begrijpen wat de functies zijn van kleuren en vormen van rupsen • Het leren wat mimicry is • Het kennismaken met de leefomgeving en de levenswijze van vlinders Vereiste voorkennis: Geen
Materiaal:
• Kleurpotloden • Scharen • Lijm • A3 papier • Smartboard • Downloads: Werkblad, Knipblad Vlinders, Knipblad Rupsen, PowerPoint • Websites: www.hetklokhuis.nl
Les in het kort
Rupsen worden ooit vlinders. Maar tot die tijd is het overleven geblazen! Hoe doen die kleine, trage beestjes dat? Leerlingen ontdekken de verschillende manieren waarop rupsen zich beschermen. Ze leren over waardplanten, schutkleuren en mimicry. En zien leerlingen welke rups bij welke vlinder hoort?
Voorbereiding les
• Print voor elke leerling een Werkblad uit. • Print voor elk tweetal leerlingen een Knipblad Vlinders en een Knipblad Rupsen uit. • Per tweetal is nodig: schaar, lijm, kleurpotloden, een vel A3 papier. • Verdeel de klas in tweetallen.
Introductie
Bekijk samen de aflevering ‘Vlinders’ (14:48 min) van Het Klokhuis. Het is een vrolijke aflevering over vlinders met onderwerpen als: soorten rupsen, poppen, eitjes, waardplanten, camouflage, vindplaats, metamorfose, voedsel, beschutting. Zeg erbij dat ze goed opletten op de rupsen en de namen. Ze kunnen er straks bij de opdracht baat bij hebben.
Lesbrief
Vlinderkids Vragen om na het filmpje te stellen: • Waar leggen vlinders hun eitjes en waarom? (Aan de onderkant van bladeren. Dan zien roofdieren ze niet snel en zijn ze beschut tegen regen.) • Welke plant kiezen vlinders uit om hun eitjes te leggen? (Een plant die de rups lekker vindt om te eten. Vaak eten rupsen maar één soort plant. Dat noem je de ‘waardplant’.) • Welke vlinders/rupsen zijn vernoemd naar hun waardplant? (Rups van het koolwitje eet kool, rups van de Sint-jacobsvlinder eet jakobskruiskruid, rups van het hooibeestje graast graag door het gras, rups distel vlinder eet distels, rups eikenprocessievlinder eet eikenbladeren, rups sleedoornpage eet sleedoorn.) • Dus waar kan je het beste zoeken als je een bepaalde vlinder wilt zien? (Op de waardplant.) • Waarom hebben vlinders bloemen, struiken en bomen nodig? (Om te eten, eitjes te leggen en zich te verschuilen of beschut te zijn tegen het weer.)
Opdracht
Leerlingen maken het Werkblad Vlinders en rupsen. Antwoorden staan in de Bijlagen van deze lesbrief. Begeleiding is heel belangrijk bij de eerste opdracht. Suggesties vindt u hieronder. Opdracht In de eerste opdracht knippen de leerlingen alle rupsen en vlinders uit. Ze zoeken bij elke vlinder een rups. Leerlingen werken in tweetallen en overleggen met elkaar. • Laat leerlingen eerst zelf puzzelen en bespreek het direct na. Deze opdracht is heel moeilijk. Stel de klas
gerust. Het gaat om het kijken. Vertel dat het al heel bijzonder is als ze één setje goed hebben! Een aantal rupsen is aan bod gekomen in het Klokhuisfilmpje. Geef na afloop de juiste oplossing (zie Bijlagen). Conclusie: Rupsen lijken totaal niet op de volwassen vlinders. • Laat leerlingen alle vlinders bij de goede rups plakken op een A3 papier! De reden daarvoor is dat ze niets meer kwijt kunnen raken en dat ze de namen van de rupsen vanaf nu weten. Eventueel kunnen ze het later versieren. Vragen Leerlingen beantwoorden zelfstandig alle vragen op het werkblad.
Afsluiting
Gebruik de PowerPoint voor de nabespreking. Bespreek de laatste vraag goed na. Welke rups zouden de kinderen zelf willen zijn? Dit zegt iets over henzelf, maar ook over of ze het goed begrepen hebben. Patty: “Ik zou graag een kleine groene rups willen zijn. Liever geen opvallende giftige rups. Want stel je voor dat een vogel nog niet weet dat ik giftig ben, dan wordt ik toch opgegeten.” Martijn: “Ik zou graag een grote harige rups willen zijn met veel kleuren. Ik schrik mijn vijanden graag af.”
2
Lesbrief
Vlinderkids
3
Bijlagen Antwoorden Werkblad Opdracht Hieronder staan alle vlindernamen met het nummer van de bijbehorende rups. Groot avondrood 8 Groot koolwitje 2 Grote beer 7 Dagpauwoog 4 Koninginnenpage 3 Atalanta 9 Hagedoornvlinder 5 Sint-jacobsvlinder 1 Pauwoogpijlstaart 10 Bont zandoogje 6 De conclusie is dat de rupsen in het geheel niet op de volwassen vlinders lijken. Dat komt omdat rupsen voordat ze vlinder worden, eerst een pop worden. In de pop gebeurt iets heel bijzonders. De meeste organen van de rups lossen op tot een soort jam! De overgebleven vloeistoffen en stoffen in de pop hergroeperen zich tot een volwassen vlinder. Deze vlinder is als het ware opnieuw gevormd en kan er totaal anders uit zien. Dit proces noem je metamorfose. Een echte gedaantewisseling dus. Vragen 1. Op welke manieren beschermen rupsen zich tegen vijanden zoals vogels? Schrijf op wat je ziet: • Stekels • Haren • Afschrikkleuren • Schutkleuren • nadoen Gebruik de PowerPoint bij het bespreken van de vragen 2 t/m 9 op het werkblad. 2. W elke rups zou je niet op willen pakken? •R upsen met haren. Sommige rupsen hebben zelfs brandharen. Die kun je beter niet oppakken. Deze haren irriteren onze huid. Er zijn ook onschadelijke harige rupsen, zoals de grote beer. • Rupsen met stekels. 3. W elke rups vind je er giftig uitzien? •R upsen met felle afschrikkleuren. Opvallende kleuren kunnen dienen als waarschuwing. Rood en zwart-geel zijn waarschuwingskleuren. Roofdieren leren giftige of oneetbare prooien met deze kleuren te vermijden. 4. W elke rups valt niet op in zijn omgeving? •R upsen met een schutkleur of camouflagekleur. Vaak groen of bruin, maar andere kleuren kunnen ook. • Rupsen die op een takje of een blaadje lijken. Dit wordt zowel ‘camouflage’ als ‘mimicry’ genoemd. Later in de PowerPoint wordt uitgelegd wat mimicry is.
Lesbrief
Vlinderkids
4
5. W elke rups kan een vogel moeilijk doorslikken? • Rupsen met haren en stekels zijn lastig door te slikken. 6. W elke rups doet alsof hij een ander dier of plant(deel) is? •R upsen die een takje of blaadje nadoen. Mimicry is nabootsing. Een dier lijkt op een andere soort of een deel van een andere soort waardoor het zich beschermt tegen vijanden of een prooi beter kan benaderen. Het verschil met camouflage is, dat camouflage altijd is bedoeld om niet op te vallen. • ‘Ogen’ op het lichaam is ook een vorm van mimicry. Dat zie je ook vaak bij vlinders. • De zwart met gele rups doet ook aan mimicry. De kleuren doen denken aan een wesp. De andere voorbeelden van mimicry in de PowerPoint zijn respectievelijk: Zweefvlieg Doet of hij een gevaarlijke wesp is. Grote beer Lijkt op rups met brandharen zoals de eikenprocessierups. Hermelijnrups Doet of hij een grote mond heeft. Harlekijnrups Doet of er op gepoept is en ook vogels lusten geen poep! Geelbuikkever Doet of zijn hoofd op zijn billen zit. Spin Doet of hij een ongevaarlijke mier is. 7. Waarom beschermen alle rupsen zich zo goed? Wat kunnen ze niet dat vlinders wel kunnen? • Ze willen niet opgegeten worden en kunnen niet wegvliegen zoals vlinders.
8. Welke rups wint volgens jou een prijs voor de beste metamorfose? • Eigen inzicht leerling.
9. Stel dat je zelf een rups zou zijn. Hoe zou je er dan uit willen zien? • Leerlingen tekenen een rups naar keuze. Bespreek het goed na. Hun keuze zegt iets over henzelf, maar ook over of ze het goed begrepen hebben.
Zelf vlinders kijken
Vlinders kijken doe je met mooi weer. Als er niet te harde wind staat, het lekker warm is en het zonnetje een beetje schijnt. In maart zie je al soorten die als vlinder hebben overwinterd zoals dagpauwoog, citroenvlinder, gehakkelde aurelia en kleine vos. Juni is meestal een slechte vlindermaand omdat de meeste soorten dan eitje, rups of pop zijn. In juli en augustus vliegen er juist heel veel verschillende soorten. In september en oktober zijn er al soorten uitgevlogen maar op zonnige herfstdagen zijn de ‘laatvliegers’ zoals de atalanta vaak in grote aantallen te zien. Alles bij elkaar heb je de grootste kans om veel vlinders te zien in de perioden half mei tot eind mei en van begin juli tot half september. Bron: www.vlinderskijken.nl
Lesbrief
Vlinderkids
5
Aansluiting kerndoelen
Oriëntatie op jezelf en de wereld > Natuur en techniek 40 Leerlingen leren in de omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. 41 Leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. Kunstzinnige oriëntatie 54 De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. 55 De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
Links naar interessante websites www.dierenzoeker.nl www.vlinderstichting.nl www.vlindernet.nl www.nachtvlindernacht.nl www.hetklokhuis.nl www.vlinderskijken.nl